i Talma STIERF SLAUERHOFE DE WARE „NACHTWACHT" Kunstearia Nieuw werk van JOEP NICOLAS TIEN JAAR GELEDEN ZATERDAG 5 OCTOBER 1946 en de corporatieve gedachte. PAGINA 4 DE KERK IN JAPAN Een bemoedigende ver klaring der bisschoppen DE .GETUIGEN TEGEN MGR. STEPINAC INTERN. UNIE VAN R.K VROUWENBONDEN Onder een troebele laag van vuil en stof r"> EEN NIEUW PROCÉDÉ Steeds staat ons Talma voor den geeSt als een der grocte figuren in het Nederland van den over gangstijd. liggende tussehen het tijdperk van het ovenheerschende Indwiidualisrne en de aanvangende periode van de organisch gedachte maatschappelijke ordening. Mét zijn Bakkersraad en zijn Raden van Arbeid stond Talma midden in dezen overgangstijd. Dit bewijst zijn grootheid, maar ver klaart ook zijn falen. Aan den individtualistischen nog niet geheel ontworsteld, hij toch de noodzaak der maat- eéhappelijke ordening. Hij was daarmee de meesten zijner tijdge. Booten vooruit, maar zag zelf on voldoende im. diat hij een doel nai- streefde, hetwelk op dat oogen. btók nog niet te bereiken was. Hij wilde sociale organen scheppen toen de voorwaarden voor bun ontstaan neg niet aan wezig waren. Hierin liigt de tra giek in het leven van Talma, en zij werd zijn dood. Het is de groote verdienste van Pater Dr. T. de Buiter O-F.M. dat hij door naarstige en breede Stadie een tijdperk, dat hij niet meeleefde, en een persoon dien niet meer gekend heeft', toch zoo volkomen juist heeft gezien, dlat zij, die dit tijdperk wel mee leefden. en Talma wel persoonlijk gekend hebben, na lezing van zijn proefschrift mat dankbare bewon dering kunnen getuigen: ja, zoo was die tijd, zoo was die man. Dr. de Ruiter gaf aan zijn proef schrift, waarop hij te Leuven pro moveerde, den te ruimen titel Minister A. S- Talma", welken hij daarom terecht bi den onder titel nader belichtte als; ,,Een historisch-ethisehe studie over de corporatieve gedachite in de chris telijk-sociale politiek van Neder land"- (Franeker, T- Wever. 1946. 250 blz.) Dit is werkelijk een prachtig boek, waarvan de lezing en bestu. deering niet krachtig genoeg kan worden aanbevolen aan allen, die zich thans bezig houden met te denken over en te arbeiden aan de publiek-rechtelijke bedrijfsor ganisatie. Zij zullen met bewonde ring kennis nemen van Talma's grooten arbeid, en uit zijn falen leer in g kunnen trekken. De schrijver heeft zijn boek in twee öeelen gesplitst: een histo risch, en een sociaal-ethisch ge. deelte. In het historisch deel behandelt hij uitvoerig de parlementaire ge schiedenis van Talma's (verwor pen) Bakkersraden-wet en zijn (sterk besnoeide) Radenwet. Te recht laat bij echter aan dit par lementaire geschiedverhaal, ter in leiding, voorafgaan een uiteenzet ting van de christelijk-sociale ideeën vóór Talma, en een schil dering van het sociale milieu, als premissen van Talma's Raden wet ten. Door dit alles zal men Talma beter leeren kennen en juister waardeemen. Daardoor val-t ook het parlementaire verloop van de behandeling van Talma's ontwer pen beter te begrijpen. Het tweede, sociaal-ethische, deel zal voor sommige lezers wel licht wat zwaar te verteeren zijn, nl heeft de schrijver wel de gave, zijn gedachten kort en helder tot uitdrukking te brengen. De schrijver behandelt" daarin allereerst de rol van den Staat en van de belanghebbenden in de Raden, om dan vervolgens de pu bliekrechtelijke bevoegdheid der Raden te bespreken. Uit dit alles komt nij tot zeer bepaalde en over het algemeen goéd verantwoorde conclusies. Talma heeft zich door twee groote beginselen laten leiden: decent ral i salie en inschakeling der belanghebbenden- De territoriaal- Etaatkundige decentralisatie (Pro vincie, Gemeenten, Waterschap pen) achtte hij niet meer afdoende, om den socialen nood op te van gen- Hij wilde daarom andere, be langen-gemeenschappen in het le ven roepen, gefundeerd op socia len of prof ess ion eel en grondslag. Vandaar zijn Bakkersraden en Raden van Arbeid. Zij moesten iri de Gemeenten of in een groep van Gemeen/ten den arbeid zelfstandig reglementeeren en de rechtsvor ming beheerschen. Het doel wast aan gebrekkige en ondeskundige bepalingen te ontkomen. Daartoe riep hij de belanghebbenden zelf op: patroons en arbeiders- Het ambtelijke element moest zooveel mogelijk uitgeschakeld wo-rden; tussehen kapitaal en arbeid zou een solidaire verhouding gescha pen worden, de klassenstrijd ver dreven- Daarom moesten de Raden pu bliekrechtelijke bevoegdheid heb ben. Aldus kreeg de arbeidsorga nisatie een corpo-ratieven vorm. Dit eroo+seh opgezette plan mis lukte. Talma was groot door adel- "T van karakter en- .door ver- - - ndeüjke begaafdheid- Maar f' entair van aanleg en emotio- eerste officieele portret van hoogeerw. p. E. Suarez O.P. als Generaal-Overste der Dominicanen. neel. Deze eigenschappen stonden hem bij de verdediging zijner wets ontwerpen in den weg. Kritiek op zijn werk voelde hij aan als be strijding van zijn persoon. Daarbij kwam, dat hij een nieuwe creatie voorstelde, met een sociale orde ning, die nog niet door de maat schappij kon worden opgevangen, en geen weerklank vond bij de meerderheid der Kamer, d'i-e deels conservatief, deels individualis tisch geörienteerd was. Daartegen over stond Talma als op een vrij wel eenzamen post. Noch de Ka mer, noch de Maatschappij, waren rijp voor de praktijk-wording der söciaol-organische gedachte. Ook ethisch beschouwd, was Talma de man van dein overgangs tijd. Hij legde meer het accent op de persoonl ij kheidswaarde van den arbeid dan op het sociale karakter ervan. Hier was de in vloed op hem van den Engelschen christen-socialist Maurice merk baar. Zóó verschijnt ons Talma uit dit voortreffelijke proefschrift van Pater Dr. de Ruiter. Wie Talma gekend hebben en zijn arbeid van nabij mochten meeleven of zelfs meemaken, zul len bewondering voelen voor den schrijver, die dor naarstige bree de bestudeering van de Stukken, zich een zoo juist beeld van Talma heeft weten te vormen, en na overvloedig de lichtzijden getoond te hebben, toch ook met treffende raakheid de schaduwzijden heeft weten aan te wijzen. De lezing van zijn boek zal ongetwijfeld leiden tot een juiste waardieering van Taima en zijn werk. Naar uit Vaticaanstad wordt ge meld, hébben de Japansche bis schoppen verklaard, dat de tegen woordige toestand van het katholi cisme in Japan gunstiger is dan ooit. Er is voor iedereen vrijheid van godsdienst, terwijl de autoritei ten den katholieken godsdienst zeer gunstig gezind zijn e,n naar het schijnt zooveel mogelijk begunsti gen. De katholieke kerk heeft echter door den oorlog zwaar geleden. Elf kerken, o.a. de kathedraal, werden in Tokio verwoest. In Nagasaki werden 10.000 van de 12.000 katho lieken gedood. De clerus verloor twee bisschoppen, vijf priesters, tien seminaristen en zestig zusters Volgens de laatste statistieken zijn er in Japan 6 bisdommen, 2 apos tolische vicariaten, 9 apostolische prefecturen. In het proces tegen mgr. Stepinac is Vrijdagavond het openbaar minis terie begonnen met Tiet verhoor van zjjn getuigen 60 in totaal De zitting duurde drie uren. De gehoorde getuigen waren Slafko Kwaternik, maarschalk onder de marionettenregeering van Pawelitsj 'n 1941-42; Mehmed Alajdegowitsj, minister van buitenlandsche zaken in het kabinet-Pawelitsj, en Wladi- mir Kosak, minister van financiën, die door de geallieerden als oorlogs misdadigers aan de Joego-Slaven zjjn uitgeleverd. Onder voorzitterschap van mevr1. F Steenberghe.En-geringh kwam het bestuur van de Unie te Fribourg bijeen, waar voornamelijk het He intern, congres, dat in Juni 1947 in Rome zal worden gehouden, werd voorbereid. Als algemeen? onderwerp werd vastgesteld „Bijdrage der christen vrouwen aan de hedendaagsche ge meenschap". Kardinaal Pizzardo zal het congres openen. Voorts zal in verschillende secties de taak behandeld worden van de vrouw binnen en budten het gezin, ook in het openbare en inter nationale leven Uit Nederland waren aanwezig de geestelijk adviseur dr A. Ramselaar, de voorzitster mevr F. Steenberghe- Engeringh, de alg secr. mej. M. Romme en het bestuurslid mevr van Nispen tot Seveiraar-Ruijs de Ree- renbrouck. Behalve bestuursleden uit West Europa, Amerika en Italië waren ook Oostenrijk en Polen ver tegenwoordigd; de bestuursleden uit Ehiitschland en Hongarije konden niet aanwezig zijn. ,,Ik zal heengaan op een nacht Met stillen trom: een desperado Die smachtend zoekt als eldorado Een land, nog niet in kaart gebracht". Zoo schetste de eeuwig-onvoldane zwerver Slauerhoff zijn tragisch zelfportret. Steeds vervuld van weerzin te genover zyn omgeving waarvan hem de kleinburgerlijke regelmaat en bekrompenheid zoo tegenstond, keerde hij de maatsehappy den rug toei een eenzame, een onbegrepene. was Nederland „waar nimmer Een poéte mandit. Voor zyn ideaal geleefd" te eng; zijn verbeelding droomde zich een ver dorado, waar hij de „hidalgo" of de „conquista dor" had willen zijn, of waar hij kon opgaan in volstrekte stilte en eenzaamheid en waarnaar hy steed' een romantische hunkering heeft behouden.. Krachtens zyn aard tot een zwer. Versleven gedoemd, gaat hy inder. daad ha zyn artsexamen te Am. sterdam als scheepsarts de wereld" zeëeri bevarenzyn droomland ech" ter vindt hij nergens. Als Indië een ontgoocheling blijkt, trekt hij naar China, later naar Zuid.Amerika en enkele jaren voor zijn dood vestigt hij zich als arts in Tanger; keert echter weldra, wederpm gedesil- lus oneerd, terug om in het moe. derland oen vroegen dood te ster. ven. Dat zijn heengaan, vandaag juist tien jaar geleden, niet „met stillen trom" geschiedde, dankt hij aan den kring van letterkundigen, die zhn werk hoog, zeer hoog aansloe. gen# Terecht gold Slauerhoff, tyd" genoot van een generatie die voor. bestemd scheen om vroeg te ster. ven, (Marsman, ter Braak, du Per. ron) reeds tijdens zijn leven als, een, wiens werk blijven zou. Ondanks zijn korte leven (hij werd slechts 38 jaar oud) heeft zijn oeuivre een respectabelen^ omvang in poezie en proza. In welk van beide- Slauerhoff het grootst was is moeilijk te zeggen: hij behoort ±ot de zeldzamen die als dichter <0^Eduard van noodigd voor Palestina. Beinum i uitge- een tournee door Rembrandts schilderij -van het korporaalschap van Frans Banning Cocq is na de bevrijding uit de schuilkelder gehaald, waar 't 5 jaar lang in een koker opgerold was. Het bleek, dat het schilderij niets geleden had, doch na de tentoonstelling Weerzien der meesters", besloot men tot al- geheele restauratie. Allereerst was het noodig, het in 1852 aangebrachte doek te vervangen door een nieuw, terwijl men na langdurige discussie besloot de vernislagen te verwijderen. Met deze ingrijpenden en zeer moeilijken arbeid is men reeds een jaar doende. Het is niet te zeggen, wanneer men er mee klaar zal komen; het resultaat is echter reeds nu verrassend. Dit schilderij, in 1642 voltooid, was reeds op het einde van de 17de eeuw zeer donker geworden, van daar de naam „Nachtwacht". Later, nadat het was overgebracht naar het stadhuis, heeft men er links en boven een stuk afgesneden. Het ge- heele karakter van het schilderij is hierdoor veranderd. Rembrandt be doelde een beeld te geven van een optrekkende stoet, waarnaar het volk staat te kijken. Banning Cocq stond dan ook niet in het midden, maar zuiver opkomend van rechts. In 1852 is het schilderij verdoekt doch met een doek van te dunne kwaliteit, dat bovendien uit drie banen bestond Het nieuwe doek be staat uit één stuk en is van zware kwaliteit: bet verdoeken? is dan ook zeer geslaagd. Aan restaureeren heeft men nooit dusven beginnen, hoewel men het er altijd over eens is geweest, dat de dikke vuile ver nislagen het karakter van het schil derij verminkten. Nu ze verwyderd zijn, blijkt eerst, welk eeri pracht er ander verborgen zat. De figuur van den luitenant Ruytenburgch blijkt niet gekleed te zijn in het fraaie goud gele uniform, maar in een cos- tuum dat bijna wit is en van een ongelooflijke pracht. Bil het restaureeren kwamen De ,,Oosterhoutsche Nachtega len" zullen omstreeks Pasohen. 1947 een tournee door Engeland maken. O Er zijn twee nieuwe boeken van rija Ehrenburg verschenen „We gen van Europa" en „Boom". Het eerste bevat impressies van Ehren/burgs naoorlogsche reizen, het tweede is een bundel poezie. partyen te voorschijn, waarvan het bestaan niet bekend was. Wat als helder blauw nu te voor schijn komt, was steeds een ge smoord groen en het licht dat op het geheel valt blijkt het zuivere gouden licht der zon te zijn De troebele laag van vuil en stof van eeuwen, van smeersels door knoeiers en „broddelaars'» aangebracht, zooals het 200 jaar geleden al door een vak. man gezegd werd, verdwijnt nu lang zaam maar zeker. Wanneer het doek geheel gereinigd is, komt er een nieuwe vernislaag overheen, echter van een samenstel ling, die den tijd kan trotseeren Het eerste officieele portret van den hoogeerwp, J, B. Janssens S.J. als Generaal der Jesuieten. èn als prozaschrijver groote boog. ten bereikten. Zjjn poetzie in een tiental bm dels zooals Archipel, Eldorado, So? leares, Een eerlijk zeemansgraf gen publiceerd, schijnt slordig, nu «n dan op het onbeholpene af. Maar Slauerhoff is geen dichte* wiens waarde ligt in het kristal, fijne spel der klanken of in minnj.' J. Slauerhoff. t. euze woordkeus, veeleer in een groote directheid en en overrom. pelend beeldend vermogen. Hij schreef minder om de schoonheid van de woorden dan uit eën in. nerlijkè drang^ Daarom zjjn ook der gestalten die hij Schept vrijwel steeds eenzamen, gevloekten en ro_ mantisehe zwervers als hijzelfhet is zijn eigen onbevredigende hun. kering die in zijn Oostersche of Portugeesche helden leeft, zijn eigen conische afkeer van de bur gerlijkheid die hem zoo wreed kan laten spotten. Oprechtheid, oorspronkelijkheid en een groote suggestieve macht dat is het ook wat zijn proza die wonderlijke kracht geeft. Ook hier de weinig vloeiende, hortende zeg. ging, ook hier in aan het in hem levend verlangen vorm gegeven grootsch en klaar. Van zijn proza, dat overigens voor een deel zeer voorbehouden lectuur is, noemen W~ de novellenbundel Schuim en asch de twee romans Het verboden Rijk en Het leven op aarde. Na tien jaar is de plaats van .Tan Jacob Slauerhoff in onze letterkun. een vaste plaats geworden te. midden van hen, die het hoogste bereikteneen jonggestorvene, wiens werk ondanks zijn jeugd ver. vuld is en van een machtige rijp. heid. PROF. DR. POMPEN O.F.M. Naar de Gelderlander meldt heeft prof. dr Pompen bij" gelegenheid van zijn gouden professiefeest aan zijn huisgenooten de eerste twee, aan dén vooravond van het feest verschenen deelen gêschonken van Newman's" werken, welke door den hoogleeraar zijn bewerkt. nieuwe uitgaven. In Studenten onder de bezetting (Uitg Kirschnër Amsterdam), vinden wij eèn bundel schetsen, da een beter geslaagd dan de ander, die ons een duidelijk beeld geven van hetgeen dé studenten als slavenarbeiders. Engelandvaarders, onderduikers enz, tc verduren hebben gehad. Na een verblijf van een zes, zeven jaren in Amerika is Joep Nieolas in het vaderland teruggekeerd zij het slechts voor een tijd^dyk bezoek en met spanning Hebben we een expositie van zyn werk uit deze periode tegemoet gezien In den kunst handel Buffa te Amsterdam worden thans een dertigtal stukken tentoon gesteld. Byna hadden we, uit gewoonte, van doeken gesproken hetgeen een fatale onjuistheid ware geweest. Want Nieolas, steeds te vinden voor technische experimenten, (men denke aan het ver-murail) kent thans een nieuw procédé, waarvoor niet het linnen maar een der zoo veelzijdig dienstige plastics" het materiaal vormt. De kleur wordt in ruwe vlakken op dit z.g. synresiet gespotendoor de nog weeke kleur in de gewenschte graad weg te wryven of door erin te krassen worden de toon en de teekening ver kregen, waarna de voltooide „schil dering" gefixeerd wordt. yyf der geëxposeerde stukken zijn in de nieuwe techniek uitgevoerd. Men weet niet, wat meer te bewon deren de doffe pracht van het zachtrood en het diepe aarde-bruin, voornaamste kleuren van het be perkt palet" t de etsachtige fijnheid van de blank gekraste teekening (b.v. in Existentialisme), of de monumentaliteit van de compositie (Gefolterde aarde!), waarin de glasschilder zich verraadt door een zekere afgemetenheid en hoekig heid. Opmerkeiyk is het, dat alle vyf deze stukken symbolische of alle gorische voorstellingen dragen. Het ligt in den aard van het synresiet- procédé, dat aich beter leent voor gesloten vlak-decoratie dan voor vrijere schildering. Het meerendeel van het tentoon gestelde is op meer traditioneele wijze tot «tand gebracht,vmeest in tempera, met name de landschap, pen die de kleurige bekoring van het Verre Westen in prettige, speelsch geschilderde tafreelen ver beelden, Weinig diep misschien, de ze landschappen, maar toch, wat een prachtige herfstsfeer gaat er uit van 't warmrood en helgeel van Herfst in Virginia. Wat een sugges tie van eindeloosheid in die twee zeegezichten. Verbluffend is Nieolas' meester schap over de kleur in het groen van The Wilderf in de straat_ en haven gezichten. Knap portretschilder is Nieolas altyd geweest, maar we gelooven niet dat hy ooit een portret heeft geschilderd zoo licht en fyn van kleur, zoo diep-menschelyk als dat van de guitaarspelende Claude Alphand. Ook het krachtige portret van Hendrik Willem van Doon (in tempera), boeit door het sterk ac cent dat het gelaat kreeg. Ook in olieverf zijn er enkele sym bolische doekenéén ervan, Jm. promptu voor Nieolas zooals we hem van vroeger kennen, opmer keiyk bont van kleur. Dit evenals een weinig opvallend geschilderd Laatste Avondmaal in terra-achtig tempera bewijst het compositioneel vermogen van den schilder. Ken expositie van Nicolas zonder iets van den glazenier zou ondenk baar zijn. Inderdaad heeft Nicolaa in Amerika veel glasschilderingen gemaakt (het Amerikaansche Life reproduceerde onlangs enkele groo te stukken)een drietal kleinere ramen waaronder een St. Eranciscu* opvalt, zjjn hier tentoongesteld.. .Jmpromptu", een der tentoonyest~.de werken van Joep Nicolaa

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 4