Onvoldoende perspectief
R
Gezocht
Na den terugkeer van
Z.Em. Kardinaal De Jong
ADIO
programma
Kleinen stelen,
grooten stelen..
DE DUBBELGANGER. De inspecteur vertelt
wegens moord
WOENSDAG 23 OCTOBER 1946
PAGINA 2
JÜJKSBEGROOTING 1947
Probleem van omvang
der staatsinterventie
NACHTVORST
MALVERSATIES IN
DUMP DEELEN
„SINT WILL1BRORD IS NIET IN
DE „SAN CLEMENTE" GEWIJD"
Het is geen eenvoudige taak in
een kort bestek een indruk te
geven van de Rijksbegrooting voor
het dienstjaar 1947. De financieele
nota bij deze stukken gevoegd is
bijna tweemaal zoo lang als voor
de begrooting 1946; zij telt 58 fo
lio's. Er is reden tot dankbaar
heid voor het uitgebreide analy
tische cijfermateriaal, dat deze
maal ter beschikking is gesteld.
Indien men tracht zich daaruit
een globaal beeld te vormen, dan
blijkt allereerst, dat de verlaging
van het totaal der uitgaven met
1.333 millioen eenigszins geflat
teerd is, omdat bijv. door het
overigens noodzakelijke inschake
len van den particulieren handel
bij den import de Regeerings-
aankoopen van goederen grooten-
deels zijn weggevallen, waardoor
uitgaven en inkomsten met een
gelijk bedrag zijn gedaald. Het
tekort van de totale begrooting is
dan ook volgens de financieele
nota met slechts 667 millioen
gedaald. Dit is mede toe te schrij
ven aan het feit, dat voor de
pacificatie van Indië en de liqui
datie van de oorlogvoering met
een aanzienlijk lager bedrag kan
worden volstaan, terwijl ook voor
den steun bij den herbouw een
veel geringer bedrag werd uit
getrokken.
Het is zeer de vraag of men
deze vermindering der staatsuit
gaven met den naam van bezui
niging mag bestempelen. De da
ling der ramingen zal immers voor
een groot deel zijn toe te schrij
ven aan de omstandigheden, die
bijv. bij den herbouw geen groo-
iere uiigaven toelaten.
Geflatteerd tekort
Anderzijds blijkt bij nadere be
schouwing, dat het tekort voofr
1947 naar alle waarschijnlijkheid
niet onaanzienlijk is geflatteerd.
Uit de financieele nota blijkt n.l.,
dat met 250 millioen aan uit
gaven moet worden gerekend,
waarvoor in de begrooting alleen
memorieposten zijn uitgetrokken.
Het totaal tekort zou dan ruim
2.2 milliard bedragen of slechts
400 millioen minder dan in 1946,
na de daarin aangebrachte her
zieningen. Dit. alles is teleur
stellend.
Nog somberder wordt het beeld
van onze s'aatsfinanciën indien,
men de volgende cijfers naast
elkaar stelt. In de zes jaren van
194045 bedroeg het tekort der
begrootingen 12.626 millioen.
Voor de jaren 1946 en 1947 kan
het tekort op 4.850 millioen
worden geschat en aan de hand
van het liquidatieschema van den
buitengewonen dienst, opgenomen
In de financieele nota, zal het te
kort voor de jaren 194851 ge
taxeerd kunnen worden op 4.270
millioen, er voorshands van uit
gaande, dat er geen verdere be
zuinigingen plaats vinden en geen
tegenvallers optreden. Voor de zes
na-oorlogsjaren zou dit een totaal
tekort beteekenen van 9.120
millioen Overweegt men dan, dat
het totaal der geconsolideerde en
vlottende schuld in 1939 rond 4
milliard gulden bedroeg, dan ziet
men den desolaten toestand van
onze financiën in al zijn naakt
heid.
Hooge gewone dienst
Wanneer men ten slotte den ge
wonen dienst alleen in beschou
wing neemt, is deze in 1947 ruim
drie maal zoo hoog als in 1938,
waarbij dan nog niet in aanmer
king is genomen, dat thans meer
pos'en op buitengewoon zijn ge
boekt dan in 1938 toelaatbaar ge
acht zou zijn. Trekt men van de
cijfers voor den gewonen dienst
voor 1947 de uitgaven voor de
nationale schuld en voor oorlog
en marine af, dan beloopen de
uitgaven voor de burgerlijke
Departementen rond 1 milliard
gulden, een cijfer dat ruim twee
maal zoo hoog is als het overeen
komstige cijfer in 1938 was. Het
totaalcijfer van het burgerlijk
Rijkspersoneel bedroeg in 1946
119.276 en in 1937 62.820. Ook op
dit gebied zien wij een verdubbe
ling. hetgeen aan totaal salaris
uitgaven echter vegl meer dan een
verdubbeling bet eekent.
Bij de beoordeeling van deze
cijfers moet men vanzelfsprekend
de waardedaling van het geld in
aanmerking nemen, een punt
waarop afzonderlijk wordt terug
gekomen. De stijging echter van
de sterkte van het burgerlijk
Rijkspersoneel, ondanks het feit
dat dit ten deele uit buitengewoon
wordt betaald, demonstreert dui
delijk, dat de stijging van de last
van den gewonen dienst reëel is
en niet nominaal. De Minister van
Financiën klaagt over het peil der
arbeidsproductiviteit. Dit zal bij
een zeer groot deel van de ambte
naren zeker op een lager peil
liggen dan in hetparticuliere be
drijfsleven.
Alhoewel de personeelrlerkle in
den loop van het jaar 1946 reeds
daalde, is een veel sterkere daling
in hel algemeen belang zeker
noodzakelijk. Het gaat daarbij
echter niet alleen om een probleem
van efficiency, doch stellig in
veel sterkere male om hel pro
bleem van den omvang van het
staalsingrijpen.
DONDERDAG 24 OCTOBER
HILVERSUM I (301 M) AVRO
7.00 Nieuiis, srymn. en gram. 11.00
Caus 11,15 Muziek, 11,45 Ber. uit
Indië, 12,00 Muziek 12,30 Vaude
ville ork. (13,00 Nieuws) 13,45 Gram.
14.00 Voor de vrouw, 14,20 Kwintet,
15,00 Caus., 15,20 Gram., 17,00 Ka-
leidoscoop, 17,20 Caus., 17,30 Sky-
masters, 18,00 Nieuws, 18,15 Muziek,
18 30 Voor de Ned. strijdkr., 19,00
Sportpr., 19,20 Muz. school, 19,45
Caus., 20,00 Actual., 20,15 Conoert-
geb orkest, 21,25 Voordracht, 21,55
Musette, (22,15 Caus.). 22,45 NJV,
23,00 Nieuws, 23,15 Gram.
HILVERSUM II (415 Ml, 7,00
KRO 10,00 NCRV, 11,00 KRO, 14,00
NCRV, 7,00 Nieuws, gym. en gram.,
11,00 Voor de zieken 11.45 Voor de
kleuters 12.00 Porno, 12.30 Concert,
13.00 Nieuws, 13,15 Gram., 13,45
Voor de vrouw, 14,00 Stafmuziek,
14,40 Caus., 15,00 Gram., 15,10 Trio,
16.00 Bijbel., 16,45 Zang, 17,15 Gram.,
17.30 Trio. 17,50 Over Indië, 18,00
Muziek, 18,30 Caus., 18,45 Gram.,
19 00 Nieuws, 19,15 Caus., 19,30 Le
zing, 19 40 Caus., 20,00 Concert,
21 45 Gram., 22,00 Nieuws en actual.,
23,30 gram., 22,45 Avondwijding,
23,00 Beethoven, 23,30 Gram.
Weerverwachting medegedeeld
door het K.N.M.I. te De Bilt
geldig tot Donderdagavond:
Afnemende bewolking en af
nemende wind uit Oostelijke
richting; koude nacht met op
veel plaatsen flinke nachtvorst,
ook overdag lagere temperatuur
dan vandaag; droog weer.
24 October: Zon op 7.18 uur,
onder 17.29 uur; maan op 6.23
uur, onder 17.40 uur.
De eenigszins berucht geworden
auto-dump Deelen bij Arnhem
wordt geliquideerd. Bijna alle daar
samengebrachte vroegere Canadee-
sche legervoertuigen zijn thans af
gevoerd, zoodat de verzameling bin
nen korten tijd tot het verleden zal
behooren. Dit autopark heeft een
slechten naam gekregen door de
vele diefstallen, welke gepleegd
werden door daar tewerkgestelde
arbeiders maar ook, naar later ge
bleken is, door tal van lieden uit de
hoogste leiding. De rijkspolitie grijpt
de laatste weken energiek in en
steeds groeit de oogst van achter
haalde gestolen goederen. Tiental
len jeeps en vrachtauto's in alle
gewichtsklassen, tal van luxe leger
auto's, ruim 40 complete motorrij
wielen en ontelbare binnen- en bui
tenbanden voor auto's en motorfiet
sen, onderdeden en gereedschappen
worden binnengebracht. Op enkele
uitzonderingen na is in de laatste
dagen de geheele leiding van de
Deelensche autodump achter slot en
grendel gezet dan wel ontslagen.
Zoo is de hoogste chef van Deelen,
de algemeen gevolmachtigde van
den minister van Financiën, inspec
teur van registratie en domeinen L.
ontslagen op vermoeden van ver
duistering. Zijn plaatsvervanger De
B. is gearresteerd, ook op grond
van verduistering. De eerste luite
nant R., die aanvankelijk optrad als
gevolmachtigde van den minister
van Oorlog en daarna als de bur
gerlijke verkoopsleider van Deelen,
is eveneens gearresteerd. Ontslagen
is De G., de technische administra
tieleider van de dump, omdat hij
verdacht wordt van medeplichtig
heid aan diefstallen. Verder is ge
arresteerd K., de chef van de taxa
teurs in dienst van het Rijk, die tot
taak had de prijzen van het dump
materiaal vast te stellen. Hij wordt
beticht van ontrouw en verduiste
ring. Ook de personeelschef D. is ge
arresteerd wegens diefstal. Het on
derzoek in deze zaken duurt nog
voort, zoodat nog geen definitieve
gegevens ter beschikking staan.
Het staat echter wel vast, dat de
Maandagmiddag staan wjj voor
het patriciërshuis aan de Malie
baan te Utrecht, waar het wapen
van den kardinaal boven do denr
is aangebracht. IV ij halen de
schel over, die donker klinkt als
een kerkklok. Electrisch gerinkel
zou hier mistonen.
Een gedienstige doet wijd de deur
open, die is als een gastvrije kloos
terpoort, en waar achter de stilte,
de harmonische, rustige stilte, als
een weldaad inviteert.
„Of wij misschien een onderhoud
mogen hebben met den secretaris,
dr. Geerdinck?"
Zjj zal eens gaan zien. Mogelijk
is dr doctor er; mogelijk ook niet.
Dè.t bepaalt hij zélf, niet de gedien
stige aan de deurWij worden
in de wachtkamer gelaten. Het 's
hier zoo sereen, als in de „patio"
van een Spaansch Karthuizerskloos-
ter, dat wij eens bezochten, de
„Cartuja" van Miraflores. .Maar d&Ar
sprankelde nog een fontein.
Sinds ons laatste bezoek zijn er
aan den wand twee nieuwe ver
sieringen gekomen, in deftige, so
bere omlijsting. Rechts de kardinaal,
gezeten op de cathedra van de Sinte
Cathrijne aan de Lange Nieuw-
straat. Het doet aan als een glo
rieuze aanvangsletter in een mid-
deieeuwsch handschrift. Ook als een
mozaïek uit de San Marco. Maar
het is een fotografie. Links Z.Em.
„geheel oor", luisterend naar de
magistrale rede van prof. G. Brom
bij de groote nationale huldiging
van den kardinaal te Utrecht. Dit
is de treffendste foto, die wij ooit
van den kardinaal gezien hebben
Dr. Geerdinck komt bijna onmerk.
baar binnen. De reis heeft hem wel
niet vermoeid, want hij is als altqd
gesloten ais het oude, beproefde
volk der Saksen in onze Oostelijke
provinciën waar het zijn moet; hulp
vaardig en gedienstig tot aan de
grens van dien plicht.
Wij stellen den secretaris met het
doel van onze komst op de hoogte.
Beslist klinkt het: „Z. Em. staat
géén interviews toe, aan geen enkele
courant".
Wij eerbiedigen en verstaan dit
standpunt. Maar wij zouden geen
persman zijn, als we hierin het sein
zouden zien tot een overhaasten
aftocht. En zoo bedoelt dr. Geer
dinck het ook niet. Hij vertelt op
den rustigen, kalmen toon, eigen
aan het Saksenvolk, dat bedacht
zaam is door zijn verbondenheid
met Gods natuur, omtrent de terug
reis, het oponthoud te Bazel, en hoe
Z. Em, alle ongemakken zeer goed
heeft doorstaan.
Wanneer wij, de lange trajecten
in de internationale treinen even
eens kennend, toch nog eenigszins
bezorgd, doorvragen, lacht de secre.
net staat eenter wei vast, aat ae -
meesten vajn deve leidende nerso- tar,s even, alsof hij bevestigen wil.
meesten van ueze leiaenae perso o-een veden tot een ice
nen op groote schaal auto's, moto
ren en ander materiaal uit de Dee
lensche autodump verkwanseld heb
ben en de knoeierijen met verval-
schingen van boeken en facturen
hebben gedekt.
er is volstrekt geen reden tot eenige
bezorgdheid. En dat is al een prach
tig moment voor een interview.
„En Z. H. de Paus, hoe bevond
u den Paus?"
Hier geeft dr. Geerdinck zijn per-
soonlyken indruk niet weer. D§
Italiaansche omgeving des Pausen
had hem betuigd', dat het verblijf
te Castel Gandolfo de gezondheid
van den algemeenen Vader ten
goede gekomen was.
„Hoe treffend, dat de kardinaal
als titelkerk de „San Clemente'*
kreeg toegewezen, dezelfde kerk,
waar Sint Willibrord werd gecon-
sacreerd tot bisschop", merken
wij op.
Dr. Geerdinck kykt even verwon-,
derd.
„Waar heeft u dat gelezen?"
„In verschillende dagbladen".
„Maar ik heb het nog bij geen
enkelen schrijver aangetroffen", zegt
hij droogjes. „Ik zal eens een paar
boeken hier halen; excuseert U
even?"
Het wordt weer heel stil in de
eiken kamer. Het is, of de glinste
rende meubels zich spitsen op den
afloop van wat geen interview mag
worden. Maar daar is dr. Geerdinck
terug, met twee, drie boeken in de
hand.
„Kijk", zegt hij, „hier is hét bron,
werk over Sint Willibrord, het boek
van G. Verbist, uitgegeven by
Descleé. En leest u nu zelf maar,
dat Sint Willibrord „avec grande
pompe" („met grooten luister") tot
bisschop werd gewijd op Maandag
22 November 695, in de „Santa.
Cecilia"-over-den-Tiber. Dus niet
in de „San Clemente". Trouwens,
pater dr. Lampen geeft óók de „San.
ta Cecilia" en dr. M. Erens even
eens, leest u maar".
Wij waardeeren deze les in hagio.
grafie en kiezen, tégen sommige dagl
bladen, vóór de „Santa Cecilia".
.Er is maar één oude schrijver",
gaat onze leermeester voort, „die
het niet over de „Santa Cecilia"
heeft. En dat is Alcuïnus
„De leermeester van Karei den
Grooten in sterrenkunde en litera
tuurmet Einhard en Paulus
Diaconus
„Juist, ja. En die Alcuïnus laat
Sint Willibrord geconsacreerd wor
den in de Sint PieterMaar, vol
gens Verbist, moet die mededeeling
niet „au sérieux" genomen wor
den. Het blijft dus de „Santa Ce
cilia".
„En niet de Santa Clemente".
„NeenDe „Santa Cecilia-in-
Trastevere". In Rome kon men
maar niet aan dat „Willibrord"
wennen trouwens evenmin aan:
„Winfried". De eerste naam werd:
Clemens; de tweede: Bonifacius!
Sint Willibrord, op zijn beurt, kon
niet aan dat „Clemens" wennen.
En hij bleef teekenen met: Willi
brord. En soms met: Clemens
Willibrord".
Wij hebben het nog een oogenblik
ver den kardinaalshoed, wy zeggen;
„Kardinaalshoeden hebben we tni
Toledo en Zaragoza, ook in Fran-
sche kathedralen, hoog in het ge*
welf zien hangen, boven het praal^
graf van een overleden kerkvorst.
En te Zwolle hangt de kardinaals
hoed van kardinaal van Rossum
aan een zuil in de hoofdkerk. Sic
transit gloria mundi
Onze gastheer knikt even, be
dachtzaam. „Ja, om te dragen zijn
die hoeden nietoverpeinst hy.
Hij begeleidt ons naar de deur.
Achter ons is de rust. Voor ons
het rumoer van het alledaagscho
leven. Maar er is geen keuze. En
wij danken voor het interview, dat
geen interview mocht wezen
„Ieder in zijn vak", glimlacht dr.
Geerdinck even.
Dan staan wy weer onder het
wapen van den kardinaal. „Domi-
nus mihi adjutor". „De Heer is
mijn Helper"
Moge het zijn, nog in lengte van
jaren.
44. ,Dèze boevenbaas en zijn vijf
handlangers waren het hoofdkwar
tier", vertelde inspecteur Vos ver
der. „Ze - legden zich speciaal toe
op zakkenrollen en insluipingen.
Er zitten nu nog handlangers in de
stad. maar deze zijn zonder goede
leiding ongevaarlijkNu vertelde
Tobias hun ervaringen en overhan
digde inspecteur Vos de ontvangst
bewijzen van hun safe, -waar de
gestolen goederen gedeponeerd wa
ren. „En nu verzoek ik U beleefd
mij naar het politiebureau te wil
len volgen voor enkele kleine for
maliteiten", zei de inspecteur met
een geheimzinnig lachje. Ze hiel
den een voorbijkomende vracht
auto aan en klommen in den bak.
O Z. H. de Paus heeft het kruis
„Pro Ecclesia" verleend aan
mej. T. Schoonhoven, secreta
resse der St. Paula-stichting te
Utrecht. Jarenlang heeft zü haar
beste krachten gegeven voor ae
belangen van de ongehuwde moe
der en haar kind.
O ja, ik woon hier, antwoordde
de politieagent. De man had een
zekere koele waardigheid over zich,
welke Burke deed wenschen dat hij
met 'n zeker even waardigen, maar
daarbjj veel menscheiyker Engel-
Bchen „bobby" te doen had gehad.
Hij aarzelde alvorens de volgende
vraag te stellen maar kwam dan
tot het besluit dat deze, in de ge
geven omstandigheden, geen kwaad
zou kunnen.
Hebt u ooit gehoord van een
vrouw, Suzanne Etienne genaamd?
De politieagent werd een tikje
toeschietelijker.
Suzanne? Natuurlijk ken ik
haar! Wat wel van alles beteekend
kon hebben.
Omdat hy niet het flauwste idee
had omtrent Suzanna's reputatie,
ging Burke met groote omzichtig
heid verder.
Woont zij al lang in Montmar-
tre? vroeg hij, probeerend den man
aan het praten te brengen.
Lang? Tiens' Hèbt u Suzanne
Hooit gezien?
Neen.
Waarom gaat u dan niet naar
de Blauwe Aap? Ik denk, dat u
haar daar bijna lederen avond zult
kunnen vinden. Hij salueerde luch
tig terwyi hij verder wandelde. Au
tfevoir, m'sieur.
Zie zoo, daar kun je het mee
doen, zei Neil tegen zijn vriend.
Ooit gehoord van de Blauwe Aap?
Neen. Maar wat het ook is. we
zullen het dier vanavond met een be
zoek vereeren
Het bleek een cabaret te zijn, waar
juist een beetje leven in de brouwe
rij kwam toen Burke en zyn vriend
arriveerden.
Twee of drie honderd menschen
bewonderden een Apache-dans op de
muziek van een uitstekend orkest
Burke bestelde wyn terwyi hy rustig
de algemeene atmosfeer in zich op_
nam.
Zoodra de dans ten einde was be
volkten een vijftig paren de dans
vloer.
Zou het veilig zyn by den keil.
ner naar Suzanne te informeeren?
vroeg Neil. Wij kunnen hier anders
misschien wel maanden lang lederen
dag komen zonder
Een trap tegen zijn scheen legde
hem het zwijgen op. Een meisje
kwam op hun tafeltje toegeslerrterd
een vriendschappelijke groet wisse
lend met het gezelschap aan een vol
gend tafeltje. Burke hield haar voor
een verantwoordelijk lid van het per
soneel
Tout va bien? informeerde zb
terloops.
Alles gaat heelemaal niet goed,
dank U, antwoordde hij. Wii zijn
twee weezen, verdwaald in Parya.
Wilt U niet even bij ons komen zit
ten en wat met ons praten?
De donkere oogen van het meisje
namen hen beiden op, waarby zij
iets langer op Neil bleven rusten. Zij
nam op de aangeboden stoel piaats
en Burke wenkte den kellner om
meer wijn en noP een glas. Het meis
je, dat van iets meer dan middelma
tige grootte was. slank en ontegen
zeggelijk heel knap en aantrekkelijk,
bleef beide Engelschen met duideiy-
ke belangstelling opnemen.
Ja ik wil gaarne enkele oogen-
blikken met U praten, zei ze in hun
eigen taal. Wanneer bent U in Pa-
rys aangekomen?
Vanmiddag, zei Burke
De uitdrukking op haar gelaat ver
baasde hem Zü wendde zich vlug toe
Neil
Bent U en vacance hoe zegt
U dat? op vacantie?
Wel, in zekeren zin, antwoordde
Neil en zweeg dan plotseling Dit
maal was het al een zeer geslaagde
trap tegen zijn enkel, welke hem het
zwijgen oplegde.
Hij schrijft boeken, ziet U, ver
klaarde Burke. en is nu hierheen ge
komen om wat lokale kleur op te
doen. Zijn naam is Neil Caim. De
mijne Burke.
Ah, oui Ik heb verschillende
boeken van Üw vriend gelezen Ro
mans policier n'est ce pas? En mr
Burke? Schrijft U ook boeken over
die grappige Engelsche detectiveo
van U?
Neen ik vrees dat ik daar niet
knap genoeg voor ben. Maar verte't
U mij eens, waarom noemt U pnze
detectives grapptg?
Zij lachte.
Zy zijn zoo naief. Maar dat doet
er niet toe. Hier in Frankrijk uoen
wij de dingen anders. En njU, opnieuw
wendde het meisje zich direct tot
Neil, moet U mij eens vertellen,
waarom U naar de Blauwe Aap ge
komen bent?
Men heeft ons verzekerd, dat
het hier gezellig was, antwoordde
Neil zonder aarzelen.
Is dat alles? vervolgde zij met
eigenaardige vasthoudendheid.
Op welk oogenblik een juist gea*
riveerd gezelschap jongelui hun ta
feltje passeerde
Ca va Suzanne? nep een hun
ner, met een vroolijk groetend ge
baar in de richting van het meisje.
Even ontmoetten Burke's oogen
die van Neil en richtte zich clan
weer op Suzanna. Er speelde n-u een
I el flauwe glimlach om haar lip
pen.
Een sou voor Uw gedachten ma
demoiselle zei hij.
Ahl Ik weet niet, of zy wel zoo
veel waard zijn.
Mag ik daar over oordeel en?
Mais centainement Twee Engel
schen allebei heel groot net als
Uw wonderlyke politieagenten in
Lontfen n£ar men mij verteld heeft
zijn vanmiddag eerst in Parijs ge
arriveerd. Zy waren nauwelijks een
uur in de stad toen zij naar Mont-
mar tre kwamen en daar aan een
agent vroegen, of hy ooit van Su
zanne Etienne gehoord had De agent
die een speciale vriend van my is,
vertelde mij, dat een van deze En
gelschen, met de breedste schouders
hier keek zij naar Burke nee
blauwe oogen heeft. De andere, -ets
jonger, heeft bruine oogen en draagt
een das met groene noppen. De agent
zegt, dat ay wel Engelsche detectives
kunnen zijn maar Suzanne wees
op de flesschen zelfs de Engel
sche politie zou niet zulke dure wijn
bestellen. Ik vraag U waarom U
naar de Blauwe Aap bent gekomen
en Uw antwoorden doen mij nieuws
gierig blyven. U zult moeten toege
ven dat zulks heel logisch is?
Neil zocht in zijn zak naar een
kaartje en gaf haar dat.
Bent U n-u overtuigd?
Waarvan?
Dat ik Neil Cairn, een schrijver
ben
Mais oui. Daar heb ik geen mo
ment aan getwijfeld U schryft boe
ken over de misdaad en om wat lo
cale kleur op te dqen komt U naar
Montmartre waar U' naar mij vraagt.
Er was een lachje in haar oogei\
zichtbaar. Denkt U misschien dat ik
een inbreekster ben?
U begrypt het verkeerd, made
moiselle, kwam Burke luchtig tus-
sehenbeide. In een cabaret ais dit
komen alle mogelijke soorten men
schen eerlijke menschen en mis
dadigers. U kent natuurlyk een mas
sa van Uw bezoekers.
Terwijl zy luisterde, vertoonde
haar gelaat ef»n geamuseerd scepti
cisme. Plotseling stelde zy weer een
snelle vraag aan Neil
Waar hebt U over mij gehoord?
In Londen, pareerde Neil. Ik
houd er van op interessante plaatsen
rond te neuzen en een man adviseer
de mij hierheen te gaan.
Alorse zij hief haar glas op en.
nam een slokje van de wijn. nu
U hier bent, hoop ik. dat U zich zult
amu /sren maar wanneer *n:isaa-
digers in mijn cabaret ontdekt, moei
U htt mij vooral vcriellen. aaRSezien
ik et. ook van hou m'J te amuseeren.
De maitre d'hotel verscheen aan
ha— Mademoiselle, zei hij Onderda
nig lpfoO' VOOT U.
Met een vriendelijk knikje liet he«
meisi e hen alleen.
Wat alleen maar weer bewijst,
merkte Neil op zoodra zij weg waa,
dat die detective-geschiedenissen in
het werkelijke leven niiet half zoo
gema>kp'(jk zijn als zij in boeken
wel lijken. J
(Wordt Vervolgd).