Vooruit of Achteruit 1,E (;i;i:i:vi:-D de Kalender Het globaal overzicht is niet bemoedigend LENDER J PAGINA HET PROCES DER ONBEWUSTEN TOCH VELE GEZONDE VERSCHIJNSELEN GEEN CHRISTELIJKE BESCHAVING MEER annie kolb DINSDAG 31 DECEMBER 1946 VANWAAR DE VERLOS- SENDE STOOT? Bet jaareinde vraagt balansen. „Zijn wij sedert de bevrijding geestelijk, moreel er op vooruit gegaan? Hoever is het met dit proces? Deze vraag heeft de redactie mij ter beantwoording voorgelegd. Bij gebrek aan gegeven» is het onmogelijk op deze vragen een nauwkeurig antwoord te geven. Alleen God. die de harten der menschen leest, weet hoe het precies met de wereld gesteld is. Om dit onderwerp, dat ook zonder die gegevens een boek zou vullen, toch nog eenigszins te benaderen binnen het kader van een kranten artikel, zullen we ons uitsluitend beperken tot de z.g. Westersche Beschaving. Het Oosten is zoo uitgesproken anders met zijn Mahomedanisme, Hindoeisme, Shintorisme etc., dat dit zeer veilig buiten beschouwing kan blijven. lijk en zelfs zeker, dat straks bij nor maler economische verhoudingen be paalde verschijnselen zullen verdwijnen als b-v. zwarte handel maar het zal geen bewijs zijn, dat het geestelijk peil gestegen is. De gelegenheid ontbreekt alleen. De renaissance bracht heel wat anders dan, en lang niet alleen, de liefde voor de 'Grieksche taal en de bewondering voor Homeros- Zij infecteerde de wereld langzaam maar zeker met heidendom en heidensche begrippen en heidensche moraal. Zij had enorme weerstanden te overwinnen, maar zij vond in den mensch zelf een bondgenoot, in zijn hoogmoed, in zijn zinnen en in zijn zucht naar vrijheid. Zij verwekte twijfel aan de oude, bovennatuurlijke normen, en haar logische drang was ze af te schaffen- Het is hier de plaats niet dit eeuwen lange proces jaar voor jaar, filosoof voor filosoof te volgen. Toen er eenmaal kortsluiting was veroorzaakt tusschen geloof en wetenschap, greep de ontbin- milieu, onder deze invloeden, het chris tendom voor duizenden en duizenden! een formaliteit, een vervelende affairs, is geworden. Dat immers, wat de be* leving van het christendom tot een ideaal maakt, een diep geloof, de liefde tol God, het verlangen naar den hemel e® de liefde tot het Kruis is ondermijnd, ondergraven, vernield. Het is te begrij* pen, dat zij, die met schrik in hun omn geving de verwording, de onverschillig» heid, de hardvochtigheid, de geweten* loosheid, het egoïsme met al de gevolge® van dien meemaken, noodkreten aan» heffen en 't liefst in korten tijd zoude® willen herstellen, wat door eeuwenlangs infectie verziekt is- Maar zij zullen moe« ten inzien, dat zij in dezen strijd van aangezicht tot aangezicht komen te staan tegenover het bestiaal-sterke verzet van het oerinstinct en dat hun tactiek daarop moet berekend zijn. Het oorlogswerk van Eisenhouwer en Montgomery is kinderspel bij deza wereldverovering. Zij staan tegenover „den geest"- Men is altijd geneigd als men wantoestanden ontmoet, deze te lijf te gaan met een actie. Er zijn er honder den. Met volledige waardeering voor elks saneeringsactie t.o.v- badexcessen, strand- excessen, kleedingexcessen, slechte lec tuur, slechte filmen, dar.sexcessen, etc. etc., zal men moeten begrijpen, dat al dergelijke activiteiten ondergeschikt moeten zijn aan de voornaamste vraag langs welken weg wij dien gèèst, den geest van het oer-dier, het oer-instinct temmen, leiden, opvoeren- Men moet het beest in zijn hol te lijf gaan- De strijd om de beschaving, de strijd om den mensch is een strijd tegen het Tc Heb een blad van mijn kalender Heel voorzichtig afgescheurd. Nog een dagwat luttele urea En dit jaar ia weer gebeurd- Nog een dagen zes-en-veertig Met zijn lief en zorgen is In de eeuwigheid vergleden Kn een stuk geschiedenis En nu moest ik even wachten Éven langs den weg gaan staan Want nu hooren mijn gedachte» Naar dit jaar terug te gaan. Op mijn tafel ligt het nieuwe Blok voor mijn kalender klaar Ongescheurd en ongeschonden Ongesneden Nieuwe Jaar. Peinzend speel ik met de bladen Weken vliegen door mijn hand Doode cijfers, doode namen Als een onbetreden land. Ja, nu hooren mijn gedachten Naar 't voorbije jaar te gaan 'n Kalender ligt te wachten bin wat komt daarop te staan? Als we die dan gaan gebruiken Als daarvan wordt afgescheurd Hoeveel blaadjes zullen wit zijn Hoeveel blaadjes zwart besmeurd? Eigenlijk moest ik nog even Op 't oude een terugblik slaan Maar dit nieuwe onbeschreven Kan dat nu niet .béter gaan? Het globaal overzicht is niet bemoedi gend. Is het overdreven als we hier ronduit spreken over een ziektebeeld, ondanks de vele gezonde verschijnselen, die te noteeren vallen? De opsomming ran de symptomen begint al vervelend ie worden. Men vindt ze in elke krant ran eiken dag, in elke redevoering van «lke vergadering: corruptie, bureau- tratie, zwarte handel, genotzucht, dans woede, geloofsafval, materialisme, werk- rchuwheid, criminaliteit, jeugdverwilde- fclng, zedenverwildering, échtscheiding, driehoeksverhoudingen, ontwrichte hu welijken, bandelooze sexualiteit, neo- Wialthusianisme, vervlakking van den «maak, ontaarding van den smaak, ont aarding van amusementsmuziek, strand- «chandalen, zedelooze kleeding, ont- rrouwelijking der vrouw, godsdienstloos heid van heele streken, b v- van het platteland in Frankrijk, gebrek aan godsdienstkennis, ontvolkte kerken, af keer van het gebed, enz. enz. Dit lijstje k gemakkelijk te vertienvoudigen. Men kan deze ziekte-verschijnselen jerdeelen over en nader beschouwen ln terband met bepaalde groepen; de «chooljeugd, de rijpere jeugd, de huw bare ieugd, het gezin, de arbeiders groepen, de intellectueelen, de werk gevers, al naar gelang zij bij het stellen »an de diagnose genoemd moeten wor gen- Bij een volledige behandeling zou «en uitgebreid hoofdstuk gewijd moeten ïorden aan de wetenschap, speciaal aan Ie wijsbegeerte. Het globaal overzicht zou een valsch «eeld geven als niet even goed het volle pond wordt gegeven aan de uitingen, die het ziekte-verschijnsel corrigeeren: de mmiskenbare sociale ..zin" die de laatste |aren groeit, de zin voor gezonde sport, <le duizenden naar bulten brengt en ze rar de straat en „uit de kroeg" houdt, to nemende muzikale belangstelling, bij groote groepen, zooals blijkt uit de volks concerten retraite-werk, liturgische be weging en de belangstelling daarvoor, Katholieke Actie, uitstekend verzorgde godsdienstige lectuur, groeiende belang stelling voor godsdienstige vraagstukken, •en in vele opzichten uitstekend katho liek onderwijs aan scholen en universi teiten, een katholieke clerus over heel de wereld verspreid, een katholiek klooster leven, dat overal de asceze predikt 1r> levende menschen, een katholieke per- een protestantisme, dat ondanks zijn verdeeldheid in duizenden diepgeloovige •n voorbeeldige ij veraars het geloof in Ood en den Heiland mede verdedigt tegen een alles verzwelgend heidendom. Ook dez- lijst is te vertiendubbelen- Ondanks deze feiten blijft het globaal overzicht weinig bemoedigend. Wil men de feiten vastleggen en duiden dan moet men zeggen, dat „de geest van de wereld" domineert over de groote massa. Vindt men dit te sterk gezegd, dan zal men toch moeten toe geven, dat de geest van de wereld bezig Is het Christendom terug te dringen en zelf de leidende posities heeft be- eet, m.a.w., men noemt deze bescha ving nog wel christelijk, maar zij is het niet meer- Wij kunnen niet spreken van een Christelijk Engeland, een katholiek T~ 'nik, een christelijk Amerika- En er wij spreken van een christelijk Nt erland, zijn er groote groepen, die slch wel tot Nederland, maar niet tot de christelijkheid bekennen. In sommige ftreken heerscht het heldendom zoo vol- Wwn«*i, tiat we daar zelfs weer ver schijnselen van animisme en zelfs prae- animisme vinden. In het algemeen kun nen wij zeggen, dat in de huidige Maat schappij de geest, de mentaliteit anders is, dan een christenmensch die wenscht. Voor de beoordeeling is het van belang vast te stellen, dat deze feiten maar in zeer geringe mate tijdsverschijnselen zijn- De moreele inzinking is niet een louter na-oorlogsch feit, zelfs niet een louter twintig-eeuwsch feit- Voor die na-oor- logsche feiten zijn we niet blind. Men kan ze terugbrengen tot de teleurstelling in den mensch, teleurstelling in de ker- ken, teleurstelling in God- Hoeveel men schen heb ik.tijdens en na den oorlog niet getroffen wier geloof in God, ten gevolge van de orgie der Duitsche barbaarschheld, of geheel geschokt was, of totaal verlamd of overgegaan in martelenden twijfel. Dat we hier te doen hebben met een van de grootste manke menten van dezen tijd gebrek aan godsdienstige kennis, is duidelijk- Het probleem van "t lijden, dat alle eeuwen door de menschen heeft verleid, heeft in deze jaren ontelbare slachtoffers ge maakt. Alleen een diep geloof is opge wassen tegen dit verbijsterend vraagstuk, dat de capaciteit van het menschelijk inzicht in Gods wereldleiding ver te buiten gaat. Deze na-oorlogscbe feiten zijn er dus, maar ze veranderen niets aan de ver schijnselverklaring, die een eerlijke ge schiedbeschouwing vraagt. De moreele inzinking, die we dag in, dag uit zo® pijnlijk constateeren, is een vergevorderd stadium van een ergens in bet ver ver leden de renaissance? begonnen ontbindingsproces, dat door de gebeurte nissen der laatste Jaren een nog ver sneld* polsslag en nog verhoogder bloeddruk kreeg. Het is zeer waarschijn- ding snel om zich heen. Het moderne denken verbrak de eenheid en het oude geloof, dat bij een bewaarde eenheid altijd de genezende reserve had kunnen zijn in tijden van corruptie, miste den invloed op de altijd maar grooter wor dende groepen van hen, die hun eigen weg gingen. Dit proces Is automatisch. Het is het proces der onbewusten. Want de kinderen van hem die afviel weten al niet beter of het hoort zoo- En daar de mensch onvoorzichtig is, bleef ook hij, die niet den anderen weg opging, bevattelijk voor dezen geest, die zoo veel contactpunten vindt in den, zoo als Paulus hem noemt, vleeschelijken mensch. Deze geest heeft voortdurend meer vat gekregen op de menschheid en deze geest is het, die na een ont wikkeling van eeuwen geholpen door het ontwortelend geweld van den oorlogstijd, ons nu voor het vraag stuk stelt van deze verbijsterende in zinking, over heel de wereld, van een verburgerlijkt christendom, van een machtig heidendom- Het Is niet se verwonderen, dat ln dit egoïsme. Hier kan geen sprake zijn van amateurswerk, van wat activiteit, van wat menschen bij elkaar kloppen, zooals men een liefdadigheidsactie op touw zet. Hier staan we voor 'n opdracht, die on middellijk verwant is aan den geweldigen ernst van het oogenblik, waarop Christus Zijn apostelen op de Romeinsche en Grieksche wereld afstuurde. Hier staan we voor dit ontzaglijk vraagstuk van de kerstening eener maatschappij en da persoonlijke beleving van het christen dom, door hen, die zich nog christenen noemen en van hen, die ertoe bekeerd moeten worden. Ieder voelt hoe ongelijk de strijd Is van een lang niet volwaardig christendom tegenover een wereld, dia zich met al het geweld van haar wente lingen om de zon heenslingert naar materialisme en heidendom. Ongelijke strijd Want al is het waar, dat wij met de genade alles kunnen, feit is, dat de genade onze medewerking vereischt. Het is daarenboven een genezingsproces van langen duur- Generaties en tijdperken zijn er mee gemoeid. Vanwaar zal de verlossende stoot komen, die de verburgerlijkte christen heid in paniek doet opspringen om zich haar roeping bewust te worden? De tweede groote oorlog, die een verschrikke lijke dadelijke genade was van enorme stootkracht, heeft dit niet bereikt. Zal wellicht uit den vernielenden storm van 't Communisme een bekeerde menschheid komen? Ik geloof wel aan de gevaren van het Communisme, maar niets wijst erop, dat het genezend zal werken. Het gaat ten gronde aan zijn eigen dictatuur, zooals het Nazi-dom- Reeds ligt de bijl aan den wortel. De Russische dictatoren moeten de partisanen in het rijk achter het ijzeren scherm bestrijden met vlieg tuigen en bommen. De koevoet is ge stoken tusschen de ribben van den Com- munistischen reus- Het Communisme zal de verwarring hoogstens verergeren. Zal God het christendom ontnemen aan een ontkerstend Europa en het geven aan de negers? Heeft Amerika meer mogelijkheden? Zal China het land zijn van het toekomstig christendom? Allemaal vragen, die wij niet kunnen beantwoorden. Maar dit weten wij: het Christendom beschikt nog steeds over dezelfde goddelijke kracht, die in staal is duivel en wereld te overwinnen- Aan den vooravond van het Nieuw® Jaar wordt ons in herinnering ge bracht, dat het een christelijk Jaar moet worden. Als het er op aankomt» behoeft niemand zich te bemoeien mei de problematiek van de toekomstig® wereldontwikkeling, dan in zooverr® hij zelf daaraan part en deel heeft» Het bestaat daarin, dat hij groeien® in kennis van God en godsdienst groeiend in liefde tot God en d® menschen, zonder eenig voorbehoud» een christenmensch moet wijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 8