Voor den jeugdigen lezerskring Politiek of economisch verdrag „Doe de deur open, Richard" Van den toovenaar die duizend brooden at r -\ PAGINA 6 VRIJDAG 28 FEBRUARI 1947 DE NOOD BRENGT SAMEN Frankrijk en Engeland kunnen het niet meer alleen af De honger in Duitschland Een voorstel van Hoover aan Truman Ernstige ziekteverschijn selen te Goes VORDERINGEN DER CULTUUR Nieuwe maximum-prijzen voor groente EN mDE JEUGD OP KINDERBEZOEK V-olgens berichten uit Parijs zouden de besprekingen over het Pranuoh-BrUsche bondgenootschap, welke tijdens het bezoek van den vorigen Franschen minister-presi dent, Blum, aan Londen geopend werden, haar eindpunt naderen. Men meent zelfs, dat het alliantie- verdrag reeds geteekend zou zijn. als Londen niet den wensch had uitgesproken, eerst te onderzoeken, welke de desiderata van Moskou betreffende aanvulling en verlen ging van het Britsch-Russische verdrag waren. Men had dan de drie overeenkomsten op elkaar kunnen afstemmen, wat zeker tot een aanmerkelijke ont panning in Europa zou hebben bijgedragen. Het blijkt nu, dat de polsingen, welke eerst Londen, daarna ook Parijs in Moskou heeft gedaan, niet bijster gunstig zijn verloopen. Van Russisch standpunt gezien is dit niet geheel onbegrijpelijk; want wat beteekenen verdragen, of zij nu voor twintig of voor vijftig jaar worden gesloten, als achter deze documenten toch een onbeperkt wantrouwen en zelfs het voornemen om in geval van con flict eventueel slechts de zijde van Ruslands tegenstander te kiezen, blijven voortbestaan. Tusschen 1938 en 1939 zijn heel wat ervaringen in dit opzicht opgedaan, en zij zijn ongetwijfeld niet van de pret tigste geweest. We behoeven slechts even aan het Fransch Tsjechoslo waaksche verdrag te herinneren; en toch stak niemand een vinger uit, toen het laatste land werd overweldigd. Men kan gerust zeggen, dat de pogingen om de drie verdragen te harmonieeren voorloopig volslagen zijn mislukt. In Moskou meent men zelfs, dat de situatie slechter wordt. Want al erkent men daar, dat het pact met Frankrijk slechts een stuk beschreven papier is ge bleven zonder eenige practische uitwerking, het was tenslotte een band. welke nog wordt verzwakt, als Londen en Parijs tegen Rus lands zin tot een accoord komen. Want de wantrouwende Rus wil •daarin met alle geweld de kern van een Westerseh blok zien. gelijk hij zelfs om diezelfde reden de Nederlandscih-Belgisch-Luxem- burgsdhe tolunie als een tegen het communisme, en derhalve tegen Rusland gerichte onderneming be schouwt! Een tweede moeilijkheid voor het sluiten van een Britsch-Fransch pact is voorts de omstandigheid, dat de twee betrokken landen tegenover het Duifcohe probleem, en dan denken we vooral aan het Roergebied, een zoo uiteenloopend standpunt innemen, dat eigenlijk niet goed kan worden ingezien, hoe zij van harte een verdrag kun nen sluiten, ais hun politieke in zichten over een der voornaam ste problemen voortdurend met elkaar in botsing blijven komen- Men zal het diepere motief, waarom zij toch willen samengaan, dan ook wel op ander terrein moeten zoeken. Het kernpunt van het verdrag zal zeker niet liggen in het besluit om elke toekomstige oorlogsdreiging als gevolg van Duitsche agressie te voorkomen, of om in het geval Engeland of Frankrijk het slachtoffer wordt van een toekomstige Duitsche agrea'ie het aangevallen land on middellijk met alle militaire, po litieke en economische middelen te hulp te komen. Veeleer ligt de groote be teekenis van bet voor genomen verdrag in de bepaling, dat de twee landen elkaar alle noodige politieke en economische hulp zullen geven om het na-oor- logsche herstel te versnellen. De gemeenschappelijke econo mische nood drijft de twee landen in eikaars armen, gelijk de oor- 1 o?snood hen in het verleden tot elkaar bracht; en daarom is hun verbond te noodzakelijker, al is het op het eerste zicht minder lucratief. We vermeldden reeds. dat in zekere kriDgen van een ver dekte BritschFransche tolunie wordt gesproken, wijl beide lan den tot het diepe besef zijn ge komen, dat zij bet ieder op zich niet meer afkunnen. Hoe moeilijk Engeland het heeft, is de laatste weken wel gebleken. Maar in Frankrijk is de toestand niets, niets beter; waarschijnlijk is hij zelfs voor de Franschen in dividueel nog slechter. In Enge land leeft men in de periode, dat de armoede van de natie voor de eenlingen zich nog slechts open baart in wel onaangename, maar nog betrekkelijk makkelijk te dra gen beperkingen; in Frankrijk is de ontwikkeling reeds veel verder voortgeschreden: de menschen lijden werkelijke armoede, het noodzakelijke, vaak het onontbeer lijke ontbreekt hun. Xn Frankrijk is het reeds zoover gekomen, dat minister-president Ramadier in een ongewoon som bere rede hen „misdadigers jegens de republiek'' noemde, die niet het inzicht en de offervaardigheid opbrachten om de maatregelen ter voorkoming van inflatie van harte te steunen. Hij sprak van een dreigende totale ineenstorting van het economische leven, welke de republiek een doodelijken stoot zou toebrengen; bij sprak zelfs van ,,het einde van Frankrijk zelf". Alleen kan Engeland het niet meer, alleen kan Frankrijk het niet meer. De eenige redding^ kan slechts van een nauw politiek, maar vooral economisch samen gaan komen. Vijf minuten voor twaalf schijnt men naar deze re medie te willen grijpen. Naar Reuter uit Washington seint, heeft Herbert Hoover, die onlangs van een economische missie uit Duitschland in Amerika is te ruggekeerd, aan president Tru man voorgesteld, voedsel tot een bedrag van 475-500.000 dollar ter beschikking van de Duitsche bur gers te stellen gedurende den tijd tot 1 Juli 1948. Dit zou een nood. zakelijke bijdrage vormen tot vrede en veiligheid in West-Europa. Het geld zou moeten worden te rugbetaald uit den toekomstigen Duiischen export, vóórdat eeniger- lei betalingen uit anderen hoofde door Duitschland zouden worden verricht, zooals b-v. herstelbetalin. gen. Het door Engeland en Amerika gezamenlijk aan Duitschland ten koste te leggen bedrag, buiten de thans voorgestelde regeling om, wordt door Hoover voor de eerste zes maanden van 1947 op 384 mil- lioen dollar en voor de daaropvol gende twaalf maanden op 567 mil- iioen dollar geschat. Vam deze be. dragen betaalt ieder de helft. In het ziekenhuis aan den Oost- wal te Goes doen zich sedert en kele dagen ernstige ziektever schijnselen voor, zoowel onder het verplegend personeel als onder de patiënten. Zes verpleegsters en enkele patiënten zijn aangetast door een ziekte, waarvan men de diagnose nog niet heeft kunnen vaststellen. Een der verpleegsters is reeds overleden, terwijl de toe stand van eenige patiënten zeer ernstig is. De zieken zijn geïso leerd en de hulp is ingeroepen van prof. dr. J. Mulder uit loei den, terwijl ook de geneeskundige inspectie van de volksgezondheid op de hoogte is gebracht. De .ver schijnselen doen denken aan die, welke zich kortgeleden voordeden bij de typhusbesmetting, na een bruiloftsmaal te Amsterdam. <Q> De Aartsbisschop van New York, kardinaal Spellman, wordt volgende maand in Rome verwacht. Mr. Jan Derks is voor het ar' zoen 1947-1948 als letterkundig adviseur verbonden aan het Zuid-Nederlandsch Tooneel. Het lied dat heel Amerika stormenderhand veroverde Op het oogcnblik zingt, schreeuwt, fluit, neuriet, gilt en blèrt heel Amerika een nieu wen schlager. De woorden van dit verheven lied luiden aldus: Raindrops down my collar, Standing in the street. Raindrops down my collar, Mis'ry in my feet. I'd give my last dollar, 'f I could pick that lock. Listen to me holler, z Listen to me knock- Open the door, Richard, Open tlhe door and let me in. Open the door, Richard, Richard why don't Jou open the door? I'm standing here diggin' in my hip pocket, And I'm standin here scratchin' in my pants pocket. And I'm standing here gropin' in my coat pocket. And I just can't find that key. (Copyright; Duchess Music Corpn N. Y.) In het Nederlandseh beteekenen deze diepzinnige woorden onge veer het volgende: Regendruppels in mijn nek. terwijl ik op straat sta. Regendruppels in mijn nek en pijn in mijn voeten. Ik zou er mij n laatsten dollar voor over heb ben. als ik dat slot kon forceeren. Luister naar mijn smeekbeden, luister naar mijn kloppen. Doe de deur open, Richard, doe de deur open en laat me er in. Ik sta hier in mijn heupzak te graaien. En ik sta hier in mijn broekzak te grabbelen. En ik sta hier in mijn jaszak te wroeten. En ik kan dien sleutel maar niet vinden. Een poging te doen, om de be- teekenis te verklaren van de woor den „Doe de deur open, Richard", welke de Vereenigde Staten stor menderhand hebben veroverd, heeft niet den minsten zin. Dit even onmetelijke als kin. derlijke en onbegrijpelijke land .s reeds meermalen gevangen ge. weest in den ban van een frase, waarvoor met den besten wil van de wereld geen verklaring was te vinden, zooals bijvoorbeeld ,.Net als je ouwe heer", ,,Kilroy is hier geweest" en „Het snorretje van je pa". Kilroy is natuurlijk nog steeds in Amerika. Eï is geen zaal, geen kamer of verblijf, waar zich wel eens mannen ophouden, van de Atlantische kust tot de boorden van den Stillen Oceaan, of er staat op den muur, in groote let ters met pen of potlood neerge- kladderd te lezen, dat Kilroy er is geweest. Maar „Doe de deur open, Ri. chard" is nog meer epidemisch. In tijd van een week waren niet minder dan een half milhoen gra. mofoonplaten van dit schoone lied verkocht Ergens in de ber gen werd een kluizenaar aange troffen, die de refreinwoorden nog niet had gehoord. Ze werden hem prompt een paar keer voorgezegd en toen was de ziekte werkelijk algemeen. Natuurlijk ;s de alomtegenwoor dige statistiek zich bezig gaan houden met de vraag, welke grap. pen Amerika in dezen tijd van algemeene neurose het hardst doen schudden van het lachen en uit een door radio-deskundigen ingesteld onderzoek is gebleken, dat onmiddellijk na ,,Doe de deur •open, Richard" en „Kilroy is hier geweest", de meest popula re Amerikaansche grap op het oogenblik het feit is, dat de staat Georgia twee gouverneurs tege lijk heeft. Engelsche variété-artisten, zooals bijvoorbeeld Gracie Fields, die een tournee door de Vereenigde Sta ten maken, zijn automatisch ver. plicht grapjes over Kilroy. Ri. chard en Georgia te maken, of ze er iets van begrijpen of n et De cultuur van de wereld heeft wel een langen weg afgelegd sinds de dagen, toen een goede mop iets was, dat begon met de woorden: „Er waren eens twee Joden: Sam en Moos...." De maximum prijzen voor groente zijn thans als volgt vast gesteld (resp. veilingprijs per 100 K.G., g.rcssiersverkoopprijs per 100 K.G.] detaillistenprijs per KG. en év. detaillistenprijs per K.G. schoongemaakt): Kroten 1 f 10 f 13 30, f 018; kroten 2 f 7 50, f 10.60. f 0-15; kroten 3 f 5 50, f 8.40. f 012; ge kookte kroten 1 f 20.f 24. f 0.31; gekookte kroten 2 f 15. f 18-60, f 0 25; rooóe kool f 17.50 f 21.20 f 0-27, f 0.37; gele kool f 15 50, 1 19-20, f 0.25, f 0 35; witte kool f 11.50, f 14 80, f 0.20, f 0 27; uien f 16.—. f 20.20. f 0.26, t 0.36; w tlof f 45.—. f 53.40. f 0.65; peen 2 f 9-50 f 12 70, f 0.17, f 0.26; peen 3 f 7.50, f 10-50. f 0.15. f 0.23; koolrapen f 7.20. f 10.20, f 0.14» f 0 23; ramenas f 7.f 10. f 0.14. Wanneer doer den groot-, resp. kleinhandel beneden dezen maxi mumprijs wordt ingekocht, d 'ent de verkoopsprijs in dezelfde ver. houding te worden verlaagd. Ver van hier, zoo ver, dat al leen de man, die mij dit verhaal heeft verteld, er ooit is geweest, ligt het land van Koning D'hudi, een vorst, die goed is voor zijn menschen. Zoo goed is hij, dat hij niet kan zien, dat er iemand van zijn volik verdriet heeft. Zoodra hij daarvan hoort, laat hij zijn gou den koets voorkomen en dan gaat hij er heen. Meestal, ja haast al tijd, kan hij er dan wel iets aan doen. De koning is daar de rijkste man van het heele land ("dat is niet altijd noo, al denken jullie van wel) en hij rijdt altijd in een koets, die zoio mooi is, dat zelfs de zon er over verbaasd is. Zijn koets is heelemaal besponnen met fijn goud, de ramen zijn gemaakt van prachtige diamanten en het goedkoopst wat er aan zit is nog gemaakt van het mooiste zilver. Als hij dan bij de bedroefde men schen is, praat hij even met hen. daarna gaat hij naar zijn koets, breekt er een stukje goud af en hoe kan het anders, de tranen dro gen op en de menschen lachen weer. Maar nu zei ik het al, dat hij dat haast altijd kon en natuurlijk begrijpen jullie diat niet heele maal. Kijk dat zit zoo. Je kunt wel eens iets verliezen, dat je gekre gen hebt en waarvan je zooveel houdt, dat het zelfde ding nieuw gekocht, toch ook weer heel wat anders is. Toen de koning dan ook op zekeren dag eens bij Kritu den bakker kwam, die heel erg be droefd was, kon hij niets anders dloen, dan zijn kroon afnemen en eens flink op zijn hoofd krabben Daar stond hij nu, goud. diaman ten en paarlen genoeg, en nog kon hij niet helpen. Kritu had ml- een heel goedkoope miuts verlo ren en op die muts zat ®en dood gewone knoop van paarlemoer Maar dien knoop had hij gekregen van zijn vader, en die weer van zijn vader en zoo steeds door. Nu kón Kritu voor geld wel nieuwe knoppen krijgen, maar dat waneu dan toch weer andere en juist aan dien eene was hij zoo gehecht Tja, de koning kon heel moeilijk het heele land naar dien eenen knoop laten afzoeken, want Kri tu wist niet precies waar en wan neer hij zijn muts verloren had. In zijn paleis teruggekomen, liet de koning echter al zijn ministers komen en dat waren de wijsten van het heele land, dus zouden die er wel iets op weten. Dit was alleen een heel moeilijk geval en de zon, die naar binnen gluurde, zag dan ook een heeleboel pieke. rende grijsaards, die elkaar ang stig aankeken. Plotseling riep een van de alleroudstcn „Lotrak". maar oeiwat keek iedereen toen angstig naar den koning. Lotrak was nl. een toovenaar, die alles kon, maar hij at ontzet tend veel. Als hij nu iemand hielp, moest die hem te eten geven en dat was een kostbare geschiede nis. Per maaltijd at hij steeds duizend brooden op. dronk hij vijfhonderd potten thee en ais lekkertje toe had hij altijd 5 blikken koekjes. Had hij nu maar een keer per maand gegeten, dan ging het nog wel. maar dit hapje had hij vaak noodig. Kort en goed, daar zat de ko ning nu. Moest hij zijn ooren van lijn hoofd laten eten? Moest hij steeds maar hooren, dat Kritu verdrietig bleef? En de koning met zijn goede hart koos het eerste. Hij liet den toovenaar i... iju vlugste duif een briefje brengen en riep direct al zijn sol daten van de grenzen teruig. Van hun zwaarden en geweren liet hij zeisen maken en hij stuurde ze allemaal naar het land om het koren te maaien. Verder sloot hij alle scholen en samen met de leeraren moesten de kinderen t(hee plukken. Tot slot stuurde hij al zijn ambtenaren en politieagenten naar de maalderijen en bakkerijen Ik zie jullie al verbaasd kijken, geen politie meer, dus zal er vrel een hoop kattekwaad zijn uitge- Beste kinderen, Telkens is er in de krant iets nieuws bijgekomen. Dan had je vader er weer wat aan. dan je moeder en dan weer je groote broers en zussen. Maar nu komt er wat voor de kleineren, voor alle jongens en meisjes, die ook de courant al kunnen lezen. Een enkelen keer was er al iets, heelemaal alleen voor jullie, maar nu wordt dat iede re week. lederen Vrijdagavond vinden jullie hier nu een verhaaltje- soms ook eens een paar raad. seltjes, een spelletje en een babbeltje met ieder vriend je en vriendinnetje apart. Let dus maar op en veel plezier. haaltd, maar diat is nu juist het leuke. Iedereen had het zoo druk. dat er geen tijd was om ruiten in te gooien, in te breken en al die andere dingen. Den dag, nadat de koning zijn duif had gestuurd, kwam er een adelaar uit het Zuiden en boven op diens rug zat een klein ke reltje. Dat was nu Lotrak en de koning, die ham zelf hielp af stappen, kon maar niet begrijpen dat dat mannetje zooveel kon eten Nu, dat zag hij spoedig van wel, want op het binnenplein van het paleis stond al een maaltje klaar ■en Lotrak begon er maar gelijk aan. De brooden drukte hü zoo plat als een dubbeltje, de thee liet hij in een groote bak doen en met zijn banden drukten hij er net zoo lang op, tot er nog maar net genoeg over was om een vin gerhoed mee te vullen en van de blikken koekjes bleven maar een paar kruimeltjes over. Op zoo'n manier was alles in een paar mi. nuten verdwenen en de minister van levensmiddelen voelde zich heelemaal niet op zijn gemak Geen wonder! Vervolgens ging Lotrak midden op den grond zitten en zei hii- dait hij alle bladeren van de e i ken bo me n uit het heele land wilde hébben. Gelukkig maar, dat het net eikenboomen waren, want daarvan waren er niet aooveel en die paar stonden nog in den tuin van den koning zelf. Toch kostte het nog vijfduizend brooden en de rest, voordat alle bladeren bij el kaar waren. Toen haalde LotraK een klein flescfaje uit zijn zak en hij sprenkelde het water, dat er in zat over de bladeren heen. daarbij een paar woordjes mompe lend. heel zachtjes, want anderen mogen zooiets niet hooren. En nauwelijks hiad hij die woorden geeeigd, of de tuin zat vol met alle soorten vogels, die vlug opfladder- den en toen alle kanten heen vlogen. Een heele dag ging voorbij en in dien tijd was het een gesleep met brood bij het paleis, want het was haast niet bij elkaar te bren gen. Miaar toen het avond werd, kwamen de eerste vogels alweer tering. Stuk voor stuk streken ze voor de roeten van den toovenaar neer, schudden hun kopje en.... ineens waren bat weer gewone blaadjes Eindelijk, toen iedereen al bang' begon te worden, kwam er een doodgewone musch, die recht naar den koning toevloog en in zijn hand den paarlemoeren knoop van Kritu liet vallen. Toen de koning naar Lotrak ging om hem te bedanken, stond er op de pllaats waar die gezeten had, op. eens een groote eik, maar hijzelf was verdwenen. Rood dien boom is er toen den heelen nacht gezongen en gedanst. De duidende brooden, welke al voor den toovenaar waren gebak ken, aten de menschen nu zelf op en het was een groot feest Van uit een venster keek de koning met plezier naar beneden en hij kon dat doen. Iedereen was nu im mers weer biy en dat is ook heel wat waard. Jullie weten allemaal natuurlijk, dat een babbeltje een praatje is en 'n krabbeltje een briefje. Wan neer ik nu al mijn vriendjes en vriendinnetjes zou schrijven, zou ik 's nachts niet meer in bed ko men. Dus ga ik alleen maar bab. beien en dan iederen Vrijdag avond hier op deze plaats. Jullie schrijven me dam maar een brief je en dan krijgen jullie ieder op zijn beurt antwoord, In het beg.n moet het nog even wennen na. t-uurljjk, maar als de courant weer grooter wordt, zullen jullie eens zien, hoe gezellig het zal worden. Doe je best dus maar. Maar laten we dan eerst eens even goed afspreken, hoe jullie me schrijven. Natuurlijk netjes en, zooveel mogelijk met inkt. De kleintjes mogen wel potlood ge bruiken maar de grooteren laten natuurlijk zien wat ze kunnen. Dan schrijf je b.v. op een velletje uit een blocnote of een schrift, dat is al mooi genoeg. Heb je zelf briefpapier, dan is het natuurlijk nog mooier. Als ik im de courant terug, schrijf moet ik natuurlijk weten, wie mij geschreven heeft. Denk er dus om, dat je op het papier je voor- en achternaam schrijft. En dan niet b v- Franciscus maar Frans en Tom, Riet enz. Verder moet je er bij zetten, hoe oud je bent (dus b v. 8 jaar) en of je een iongen of een meisje bent. Ook je adres en woonplaats moet je niet vergeten, hoor. En dan komt het „Hoe moet je het naar me opsturen". Wel, dat is niet zoo moeilijk. Je neemt een enveloppe, doet het velletje pa. pier er in en plakt haar goed dicht. Bovenaan de enveloppe schrijf je dan „Op kinderbezoek" en daarna gewoon het adres van de courant. Je vader of moeder helpt je daar bij den eersten keer wel even. Gooi je den br ef gewoon in de bus van het kantoor, dan hoeft er geen postzegel op. Laat je het noor de post bezorgen, dan moet je aan den postzegel denken hoor. Als die er niet opzit, zou ik boe te moeten betalen en dat kan Bruin niet trekken. En nu het belangrijkste ..Wat zal ik schrijven". Dat is ai heel gemakkelijk, want ik kan zeggen ..Alles". Je vertelt me b-v. eens of je rapport op school mooi was, of je pret hebt gehad met je ver jaardag, of je vroeg naar bed gaat, hoeveel poppen je hebt, hoe het poesje het maakt, of je op school straf hebt gehad, hoe het met je broertje gaat. Je ziet, ai, les wat je zoo onder elkaar zegt, kan je aan mij schrijven. En wat ik dan terugzeg? Daarvoor moet je dit stukje van onze krant maar eens nazien, zoodra je wat gescbre. I ven hebt Jongens en meisjes, mijn J brievenbus staat al openl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6