t
verontwaardiging
^Noodtoestand in Brabants
uitersten Zuidwesthoek
/N
ZWITSERSCHE
Truman over Grieksche kwestie
Burgem, Reinalda
PAGINA 6
DINSDAG 11 MAART 1947
POLDERS STAAN TE
VERDRINKEN
Y< MjRSTEL HOOVER TOT
IIULP AAN OOSTENRIJK
OOK FINANCIEELE
HULP AAN TURKIJE
Commissaris der Koningin
in Utrecht
DE LAATSTE TOLLEN
Proces tegen SS-Ieiding
GROOTE VLEK OP DE ZON
BESCHULDIGINGEN, DIE
GEEN STAND
HOUDEN
Nazi-gevaar in Zwitserland.
Q.o«t«r Scheld*
I EEL, ANP
belo#
NOORO
W»t«r SchMde
Mtf+Ai. /:S0.OOQ.
snelle aanslibbing van de kil
plaats had en toen de sluis weer
openging was de Kil welhaast
niet meer in staat het water af
te voeren. De polders werden nóg
natter.
Iets ten Zuiden van den Ossen-
drechtschen inham loopt de Bel
gische grens en op Belgisch ge
bied lagen pl.m. 500 H.A. schor
ren grond met klei bedekt, ge
schikt voor inpoldering. Daarvoor
was eigenlijk de toestemming van
Nederland noodig, want het stand
punt der Schelde (waarover het
hier toch gaat) is bij tractaat tus-
schen Nederland en België gere
geld en blijvende wijzigingen mag
geen der beide partners in den
stroom aanbrengen, tenzij met
goedkeuring van den ander.
Nu waren er een Duitsch-gezin-
de burgemeester in het Belgische
plaatsje Zantvliet, ten Zuiden van
Ossendrecht en nog enkele zeer
op hun belangen gestelde boeren.
Zij profiteeren van de Duitsche
bezetting om, zonder voorkennis
van Nederland en tegen de uit
drukkelijke wenschen vein den
Belgischen Waterstaat in, pl.m.
270 H.A. van dit schorrengebied
te doen inpolderen. De dijk werd
Zomerkade genoemd dus een
dijk die des winters eigenlijk wordt
overstroomd; het zou hier geen
blijvend werk betreffen en dan
ook niet onder het tractaat val
len. In werkelijkheid was het een
stevige zeedijk, die 'n goed brok
vette klei aan de baren onttrok,
ten profijte van de Duitsche voed
selvoorziening en de zakken der
vriendjes.
Aan- of opmerkingen van Ne
derlandsche zijde zouden, evenals
de Belgische protesten, door de
Duitschers zijn genegeerd. Maar
door den Belgischen dijk, vlak te
gen de Nederlandsche grens, werd
het water in den Ossendrecbtschen
inham nog kalmer bezonk er nog
meer slib, werden de schorren in
dit gebied rijper en groeide de Os-
sendredhtsche Kil nog meer dicht.
Al geringer werd de kans, om het
water door de sluis te loozen.
Wanneer in 1945 de Duitschers
zich in ons land gaan verdedigen,
brengen ook zij de Ossendrecht-
sche inundaties in werking. Maar
als zij aftrekken, moeten zij eerst
nog de sluis in de lucht laten vlie
gen. Door de grondverplaatsing
tengevolge hiervan, is een totale
versperring in de haven ontstaan
voor het binnenwater, en al is er
een noodreparatie geschiedt, toch
is het spuien voortaan niet wel
mogelijk en er iit nu ongeveer 1
meter slib in de Kill De polders
zijn dan ook natter dan ooit.
3Deze situatie-teekening, bij dit artikel behoorend, werd voor enkele
dagen abusievelijk bij een ander artikel afgedrukt.
Wanneer men van Bergen op
Zoom. Zuidwaarts .gaat, komt
men in een mooi land. Links rij
zen hooge zandgronden, hei-,
bosch- en duinterritoir; soms
zijn het bebouwde akkers.
Rechts strekken zich tot aan de
grijsstroomende Schelde lage
polderlanden uit. De plotse over.
gang van hoog- op laagland met
den breeden zeearm op den ach
tergrond, heefit iets verrassends.
Er ligt een pittige variatie fat
deze streek.
Maar nu, by dit vriesweer,
ziet men niet, hoe de polders
boven en onder Ossendrecht ge
teisterd worden door het water'.
Heel dit polderland, van het
^ooge territoir tot aan het tegen
woordige bed der Schelde, is oor.
Spronkelijk stroomgebied geweest
jfran dezen zéearm, maar langzaam
aan is het stuk na stuk ingedijkt,
«ls eenmaal de rivier op de zand-
jjflaten genoeg klei had afgezet.
Wanneer, zooals men dat noemt,
Me schorren ,,rijp" waren voor be-
Wjking.
De grens tusschen Zeeland en
Brabant liep in het micden van
tlezen. oudtijds, zeer breeden
stroom. Aan den Brabantschen
fcant groeiden de indijkingen fteeds
meer nsar deze grenslijn, midden
Sn de rvier. toe; wanneer men
eenmaal dit punt had bereikt
en de Schelde dus eigenlijk ai heel
wat minder breed was geworden
Sn dit gebied werden de pol
ders, die over het Bratoantsche in
gedijkte Scheldegedeelte heen nog
weren gewonnen, Zeeuwseh ge
bied. En zoo ontstond de ten
slotte ongerijmde toestand, dat
g.ron die men geographisch
totaal Brabantsch moet noemen,
bovendien oP Brabant georiënteerd
Ken niet op het Zeeuwsche Ril
land, waaronder zij Staatsrechte
lijk vallen), toebehoo.ren aan een
andere provincie-
Natuurlijker ware het geweest,
ais men het midden van oen nieu
wen loop der riv.er als grens had
aanvaard. Brabant doet dit ook
b-v. ook in het geval Alem- Dit
dorp is. door de rechttrekking
van de Maas op den Gelder.ehen
oever komen liggen en het is dus
onjuist, om het in de toekomst
nog Brabantsch te willen houden.
Voor de huidige inwoners, die
Brabanders willen blijven, zoeke
^resident Herbert Hoover
heej aanbevolen een bedu ag van
155 millioen dollars ter beschikking
van Oostenrijk te stellen. Hert
bedrag zal door de Vereen,igde
Naties moeten worden opgebracht
met het doel, Ood enrijk in de
komende 15 maanden van voedsel,
medicamenten en landbouwmachi-
n s- t? voorzien.
-■ver gaf als cijn meening te
n, dat het land tegen 1950
-!f zal kunnen bedruipen, als
van den druk der bezetting
bevrijd. Eigenlijk zou een be.
crag van 248 millioen dollar noodig
ziin, doch met het oog op het
tekort overal in de wereld heeft
Hoover zijn aanbeveling verlaagd.
Hoover was verder van meening
dat een volledig gebruik der eco
nomische hulpbronnen in Oosten,
rijk wordlt belemmerd door het
ontbreken van eenhsid in het
geallieerde bestuur. Hij schreef den
slechten toestand toe aan de Rius-
san. die op groei.schaal vrucht
bare landerijen en fabrieken ge
vorderd hebben.
men een vestigingsmogelijkheid in
deze provincie. Van Brabantsche
zijde ziet men als de beste oplos,
sing, dat de grens tusschen Bra
bant en Gelderland loopt in het
midden van de nieuwe Maasbed
ding. En nu was Alem nog wel
een plaats, die met hart en ziel
Brabantsch was en geheel op dit
gewest georiënteerd, hetgeen niet
hert geval is met de stukken
Zeeuwseh gebied, die tegen het
Brabantsch land aanleunen. Hoe
veel te meer moet Zeeland de
billijkheid van 'n wijziging in
zien, waarbij de grens weer komt
in het micden van den huidigen
loop der Schelde, een loop, die in-
tusschen al weer vele jaren oud is.
Het noodlot der polders rondom
Ossendrecht bestaat hierin, dat zij
lager liggen dan de meer West
waarts gelegen inpolderingen, dus
de gebieden, die vlak aan de
Schelde grenzen. Zij worden ge
perst tusschen den vanouds be-
staanden iboogen zandgrond en de
z.g, waterkeerende polders. Deze
laatste, zooals wij zagen, vrij hoog
gelegen, kunnen het water, door
het verval, wel kwijtraken in de
Schelde, middels de Sluis van
Woensdredht. (Hoewel ook hier
minder juiste toestanden heer.
schen. Zoo ligt de meest Zuidelijke
van deze waterkeerende polders,
de Anne-Marie, vlak tegen de
Sluis van Ossendrecht, maar moet
toch, langs één grooten omweg,
zijn water loozen bij Woens-
drecht.)
Maar de hooge zandgronae
doen hun water aflvloeien naar de
laaggelegen polders rond Ossen
drecht. Nu is het nog een geluk
voor deze polders, dat er in dit
hoogere land z.g. meren" liggen,
plassen, die het water een tijd
lang vast kunnen houden, zoodat
de afvloeiing geleidelijker ge.
sdhiedt, al heeft de verbetering
der waterleidingen in dit hooger
gebied, vóór 1940 in werkverschaf
fing uitgevoerd en de ontbossching
in den oorlogstijd, de afvloeiing
'och wel versneld en vergroot.
Hoe het ook zij; de polders
rondom Ossendrecht zitten met dit
van hooger" komende- plus met
hun eigen water. Dit was, reeds
in 1856, aanleiding vóór belang
hebbenden, oen bij overeenkomst
de „gecombineerde uitwaterings-
werken van Ossendrecht" te ere.
eeren. Het water werd gevoerd
naar een inham ten Z.-W- van Os
sendrecht; daar werd een sluis ge
bouwd en door den inham naar 't
diepe der Schelde een z.g. kil
een uitwatering -gegraven- Deze
kil van pl m. 3 km, lengte liep
door een gebied, waar zich platen
en schorren bevonden, een gebied
tusschen water en land. dat men
niet goed onder controle kon hou
den, daar het buiten de dijken lag-
Men begrijpt, dat er voortdurende
aanslibbingen in de kil zelf plaats
hadden: de kosten om haar op de
juiste diepte te houden door uit.
baggering waren enorm hoog en
zoio is het te verklaren, dat de be
langhebbenden van de „gecombi
neerde uibwateringswerken" vóór
1940 niet die voortdurende kost
bare zorg aan den dag legden, die
eigenlijk de overvloedige water
toevoer uit polders en hoogland
wel eischte. Daardoor was vóór
1940 de waterstand in d-en uiter.
sten Z.-W-hoek van Brabant al on
gunstig voor de gronden No-g er
ger zou het worden- In 1940 ver.
richtte hier het Nederlandsche le
ger inundaties.
De Ossendrechtsche sluis werd
gesloten; het binnenwater vloeide
over de polders. De sluis mocht
niet spuien. Terwijl door het
spuien de kil juist op zekere diep
te werd gehouden. Zoodat in den
tjjd vaa onze eerste inundatie eea
President Truman zal Woens
dag om 18 uur (Ned. tjjd) in
eén gemeenschappelijke verga
dering van de beide huizen van
het Amerikaansche congres een
verklaring over de Grieksche
kwestie afleggen.
Dertien leiders van beide par
tijen van het congres zijn gisteren
in een gespannen atmosfeer, wel
ke herinnerde aan een groote cri
sis tijdens den oorlog, in het Witte
Huis bijeengekomen om president
Truman's besluit te vernemen ten
aanzien van de door de V.S. te
volgen politiek jegens Grieken
land in verband met den wensch
van Engeland om van zijn eco
nomische en militaire verplichtin
gen in Griekenland ontslagen te
worden en ten aanzien van de
mogelijkheid, dat de V.S. de Brit-
sche verplichtingen in Grieken
land en in andere gebieden van
de wereld overnemen.
Senator Arthur Vandenberg, de
leider der republikeinen, verklaar
de na de bijeenkomst, dat de toe
stand, geschapen door de voorge
stelde leening aan Griekenland,
was besproken. Charles Ross,
perssecretaris van den president,
verklaarde, dat de boodschap van
Truman niet alleen betrekking
zal hebben op Griekenland, maar
het geheele nabije Oosten zal be-
Binnenkort is de benoeming ta
verwachten van den heer M. A»
Reinalda, burgemeester van Haar»
lem, tot commissaris der Koningin
in de provincie Utrecht.
Bij de aanvaarding van deze
functie zal burgemeester Reinalda
die liid is van de partij van den
Arbeid, jhr. mr. dr L, H N Bosch
ridder van Rosenthal, die op X
November j.l zijn ambt neerlegde
opvolgen.
De heer Reinalda is op 28 Juni
1888 te Haarlem geboren en trad
reeds op 15-jarigen leeftijd in
dienst bij de firma „Tjeenk Wil.
link" waarvan hij in 1937 direc
teur werd. Van 1917 was hij lid
van den Haarlemrchen gemeente
raad en tweemaal wethouder van
openbare werken, volkshuisvesting
en arbeidszaken. Ook is hij lid
geweest van Prov. Staten van
Noordholland. In 1937 werd hij
gekozen tot lild van de Eerste
Kamer.
treffen. Hij noemde de vergade
ring van gisteren „een uitwisse
ling van gedachten".
Van gezaghebbende zijde wordt
vernomen, dat in officieele krin
gen financieele hulp aan Turkije
wordt overwogen. Deze som zou
betrekkelijk klein zijn en bestemd
voor vergrooting der doelmatig
heid en uitrusting van het Turk-
sche leger, teneinde de Turksche
regeering in staat te stellen werk
krachten voor den industrieelen
wederopbouw vrij te maken.
Men meent te weten, dat het
Turksche probleem dit is, dat de
kritieke toestand, geschapen door
de sovjet-eischen ten aanzien van
de Dardanellen en den „zenuwen
oorlog", waarmee de sovjetunie
haar eischen vergezeld doet
gaan, Turkije in een toestand van
voortdurende semi-demobilisatie,
met de gevolgen voor werkkrach
ten en financien, hebben gehouden.
Tevens is voorgesteld om, met
hetzelfde doel, Turkije van moder
ne machines te voorzien.
Een republikeinsch leider deel
de Reuter mede, dat in de bood
schap van den president, naar hij
meende, om hulp aan Turkije zou
worden gevraagd.
Reuter meldt, dat Paul Porter,
Truman's vertegenwoordiger in
Griekenland, bij het Witte Huis
heeft aangedrongen de Am. huip
■aan dit land afhankelijk te stellen
van het aftreden van Koning
George van Griekenland.
De K. N. A. C. bericht nader dat
va,n de 29 nog bestaande wegtol.
len er II onbelangrijk zijn voor
het wegverkeer. Bij 5 wordt we
gens vernieling van bruggen enz.
geen tol meer geheven. Die in de
gameente Peize zal volgens het
gemeentebestuur vermoedelijk in
den loop van dit jaar kunnen ver
dwijnen.
Generaal Pohl en 17 andere
leden van het economisch en ad
ministratief bureau van de SS.
zijn voorgesteld aan het tribunaal
te Neurenberg, waardoor zij be
recht zullen worden- Alle 18 be
schuldigden hebben zich niet schul
dig verklaard aan de tenlasteleg
gingen van deelneming aan het
bedrijven van oorlogsmisdaden en
misdaden tegen de menschelijk-
heid* De aanvang van het proces
is gesteld op 24 Maart a-s.
Naar het K.N.M.I. mededeelt, i3
momenteel op de zon een buiten-
gewoon groote zonnevlek aanwe
zig. Men kan deze vlek gemakke
lijk met het bloote oog zien, wan
neer de zonnestraling door nevels
of dunne wolkenflarden verzwakt
is. Bij onbewolkten hemel moet
men het oog beschermen met een
zwart stuk glas of film.
De vlek heeft een doorsnede
van ongeveer een tiende gedeelte
van de zonneschijf. Dit komt
overeen met meer dan 100.000
virek. K.M. Het zal nog een week
duren voor de vlek door de wen
teling van de zonnebol achter den
westelijken zonnerand is verdwe
nen.
(Van onzen Geneefschen
correspondent.)
De Zwitsersche regeeringskrin-
gen en hun getrouwe als „hof-
journalisten" bekend staande
volgelingen uit de burgerlijke
pers zijn verontwaardigd over
de beschuldigingen, die het
„Internationale Comité ter be
studeering der Europeesche
vraagstukken" in zijn rapport
over den voortlevenden na.zi-
geest en de pogingen der nazi's,
om „steunpunten" in Duitsch-
land en elders, Zwitserland in
begrepen, te vormen, met be
trekking tot Zwitserland geuit
heeft.
Inderdaad is het niet moeilijk
de onwaarheid aan te toonen van
vrijwel alle feitelijke gegevens,
die het comité in zijn rapport
vermeld heeft, om de aandacht te
vestigen op het gevaar, dat Zwit
serland in de toekomst een be
langrijk „steunpunt" voor een
nieuwe nazi-beweging zou kunnen
worden.
Van de beweerde geheime bij
eenkomst van 652 Duitsche nazi's
in April 1945 te Bazel is geen
woord waar. Het sociaal-demo
cratische hoofd der Bazeler poli
tie, die werkelijk herhaaldelijk
getoond heeft goed van het doen
en laten der nazi's in het grens
gebied op de hoogte te zijn, noemde
het bericht reeds een jaar gele
den een pure fantasie. Desniette
min kwam het rapport van het
Internationale Comité met deze
fabel opnieuw voor den dag.
De zeven nationaal-socialistl-
sche organisaties, die volgens het
rapport hier nog zouden bestaan
bleken zeven vereenigingen uit de
Zwitsersche „vernieuwingsbewe
ging" van het jaar 1936 te zijn'.
Zij zijn sindsdien reeds lang ont
bonden!
Dat de Zwitsers slechts 62 mil
lioen dollars aan Duitsch geld in
Zwitserland zouden ontdekt heb
ben, zooals het rapport beweert,
is een even onbetwistbare onjuist
heid. De Zwitsers hebben voor een
milliard Zwitsersche franken
Duitsche tegoeden in hun land ge
vonden. Volgens het financieele
accoord van Washington van Mei
1946 zullen zij van dit ontdekte
Duitsche geld 62 millioen dollars
aan de Geallieerden uitleveren.
Met de rest van het milliard fran
ken zullen zij doen, zooals te
Washington is afgesproken.
Eindelijk is ook de bewering,
dat de geallieerde financieele in-
specteuren in Duitschland tal van
gevallen van Duitsche tegoeden in
Zwitserland, die de Zwitsers ver
zwegen zouden hebben opge
spoord, met de waarheid in strijd.
Deze inspecteuren hebben inder
daad 1042 maal aan de Zwitser
sche regeering een mededeeling
over een ontdekt Duitsch tegoed
in Zwitserland gedaan, doch
slechts 5, zegge vijf, maal kon
werkelijk van een den Zwitsers
nog onbekende „ontdekking" ge
sproken worden. In deze vijf ge
vallen ging het om geld tot een
gezamenlijk bedrag van 2% mil
lioen franken! In alle andere ge
vallen stonden de Duitsche tegoe
den reeds op den door de Zwit
sers na hun onderzoek opgestel-
den en den geallieerden overge-
legden inventaris. Veelal met hoo
gere bedragen dan de geallieerde
financieele inspecteuren in
Duitschland hadden opgespoord!
Het is jammer, dat het „Inter
nationale Comité ter bestudeering
der Europeesche vraagstukken,
in het bijzonder met betrekking
tot Duitschland", zich aldus in
discrediet brengt. Want de nazi-
geest is nog lang niet uitgestor
ven en zeker is, dat de Duitschers
trachten zoowel in hun eigen land
als in het buitenland cellen te
vormen, die later, te zijner tijd, de
herleving van het „Derde Rijk"
zouden kunnen verc°makkelijken.
Alarmroepen zullen later wel
licht ook ten opzichte van
Zwitserland noodig worden.
Want ondanks den tegenzin
van de groote meerderheid der
Zwitsersche bevolking en van
de Zwitsersche regeering zelf
tegen den nazi-geest is het niet
te ontkennen, dat hier een
kleine, doch invloedrijke min
derheid, vooral onder de zaken-
men schen, bestaat, die liever
nog een herleving van het Der
de Rijk zouden aanschouwen
dan een veldwinnen van Mos
kou over geheel Europa.
En ondanks alle streven der
Zwitsersche autoriteiten naar zui
vering van het land van nazi's,
zijn er ongetwijfeld hier nog wel
een aantal achtergebleven of kun
nen binnensluipen, als goede de
mocraten vermomd.
Ook staat het wel vast, dat
ondanks alle zoeken naar Duit
sche tegoeden in Zwitserland, die
bij opsporing geblokkeerd werden,
de nazi's erin geslaagd zullen zijn
gelden bij bevriende Zwitsers in
veiligheid te brengen, zonder dat
het mogelijk zal zijn de besmette
Duitsche herkomst ervan aan te
toonen.
De Zwitsers hebben dus alle
redenen, om waakzaam tegen
Duitsche „steunpunten"-vor-
ming In hun land te blijven. En
al mag men stellig vertrouwen,
dat de regeering in de vervul
ling van dezen plicht niet te
kort zal schieten, kan het toch
nuttig zijn, dat ook een „Inter
nationaal Comité" de toestand
den in Zwitserland en elders
niet uit het oog verliest. Juist
daarom is het zoo te betreuren,
dat het „Internationale Comité"
in zUn eerste rapport beschuD
digi n gen aan het adres van
Zwitserland geuit heeft, die
kant noch wal raken en die het
moeilijk maken z(jn rapporten
in de toekomst ernstig op te
nemen.