Normandië: vreemde dingen in een pastorale MET ENGELSE OGEN Morgendrie nieuwe heiligen „...Les grandes douleurs sont muettes..." Twee Jesuieten en de biechtvader yan Don Bosco Uit de sportwereld eerbericht paSM ZATERDAG 21 JUNI 194? ZIJN GEWEER SPRONG UIT ELKAAR VOOR HET VADERLAND GEVALLEN „HET BEGON IN BERLIJN" Nieuwe film van het duo Powell-Pressburger NED. TENNISSERS TE LONDEN SLOT DER TENNIS. COMPETITIE VRIJ KOEL '-4 1111 Bloeiden de grote, blanke margrieten drie jaar geleden ook zo overdadig op h1111 lange, wuivende stengels? Waren toen de weide-hellingen ook zo wit van hun gulle, weelderig wilde bloei? En deze weiden zelf, waar heupdiep het gras rijpte voor de hooioogst.enorme lopers van groen fluweel, die van over de hoge scherp getekende heuvelruggen plotseling uitrolden, naar beneden, steeds verder omlaag tot aan de slingerende straatweg verscholen tussen groene boom. kruinen. Hoe zorgeloos en gelukkig moe ten hier kinderen hebben gespeeld. Wat een avontuur om verstop pertje te spelen achter al de vele hagen van Meidoorn en laag kreu pelhout. Of rovertje in het ontzag lijke domein der boomgaarden, die zo talrijk zijn in dit groene land, dat in de herfsten over heel Normandië de zurig frisse geur van ontelbare manden goudbron zen appels waait en de rinse cider schuimend over de rand der pers- kuipen loopt. Wat een avontuur om verstop- Eertje te spelen achter al deze agen.... „Hedgerowfighting. „Zie lieten zich, nooit zien. Hele compagnieën sluipschutters lieten zich vastbinden in de groene kruin van bomen en loerden dan op een kans. Uren lang, doodstil ...soms dagenlang, tot ze iemand onder Schot kregen. Deze „snipers" waren een geheel nieuwe ervaring, ze waren dodelijk. Eerst pikten ze er de Britse officieren tussen uit; dan de onderofficieren. Geen enkele weg was veilig. Zelfs ver achter 't front kon je elk ogenblik een roffel vuur verwachten.... Het maakte me nerveus. Het kwam telkens zo onverwacht. Zo plotse ling was het, zo geheimzinnig. En de Duitsers waren experts in dit soort oorlogvoering...." (Alan Moorehead „Eclipse"). Van al deze onzekerheid, van el de doodsangst is niets meer ge bleven. Men kan zich niet inden ken, dat drie jaar geleden.... Toen wij want alles is weer normaal in de doodstille, bijna voor de helft verwoeste avondstra ten van Avranches naar de fanfare hadden .geluisterd, die haar weke lijkse repetitie hield zonder ons ook maar 'n ogenblik te vervelen, kunnen wy minstens 'n half uur lang naar het driftig koperen be gin der „Sambre et Meuse Mars" luisteren (dirigent: Non!! Ecoutezl Ta tietiedöm tietiedöm....") en zeker wanneer het een Franse fanfare is, want een Franse fan fare heeft véél meer klaroenend koper en véél meer schetterend driftige trompetten en méér spirit als van nerveus trappelende paar den, dan.... laten-we-zeggen de fanfare van hoe-heet-dat-Brabant- se-dorp-aan-de-DemerJook-weer toen we die repetitie van onder de Cfiblustc, doodstarende lterkven~ Eters der uitgebrande „Nfitre Dame des Champs" hadden beluisterd, zijn we in de avond de steile hel ling naar de beneden„stad" (sta tion, paar huizen, gelijk aantal café's) afgelopen, en bijna raak ten we verdwaald in het donker dat snel groeide tussen de bomen. Ergens blafte een hond; een koe, Zeer ver weg, loeide telkens op nieuw en het geluid maakte dit land, dat langzaam verdronk m melkwit aan vloeiende nachtne vels, enorm wijd en doodstil.... Toen zagen we plotseling, er gens om een scherpe bocht' in de weg, het zwarte silhouet van een vreemd ding, iets dat hier niet hoorde, iets dat vreemd was in dit land en in elk land, dat zo vredig en groen is. In een greppel, het bovenstuk opengereten alsof het blik was, lag een halfgekantelde zware tank, overwoekerd met gras en onkruid, de loop van het kanon machteloos en bijna dwaas voorover. Al de oorlogsdingen, die wij zagen, moeten hun geschiedenis hebben gehad: korte, navrante close ups uit een lange navrante oorlog. Het wrak van een Duitse overvalswagen nog in de gele Afrika-kleur, onttakeld op een boerenerf; de gemitrailleerde Volkswagen te pletter gereden tegen een boom; het zware stuk gepantserde artillerie, dat steken bleef op de weg naar Fontorson, de Amerikaanse tank in een boom gaard bij Coutances. Door het open geklapte luik kon men in de nauwe roestige ruimte beneden kijken, de ruimte waar een tankbemanning zich veilig voelde achter pantserplaten. De ruimten van waar uit ze richtte en schoot en beter schieten wilde dan de tegenstander en bang was en doden wilde om niet gedood te worden... deze hotsende, gloeiend hete nauwe tankbuik, waarin zij leefde.... waarin deze bemanning levend was, vooral levend en waarin zij koste wat het kost wilde blijven leven Een oorlog is volkomen onbe grijpelijk en ik wil u niet eens vragen of u de vrede begrijpt. In Bayeux heb ik 'n hele lange Zondagnamiddag met een leraar klassieke talen zitten praten, en deze Fransman „Er is een gro tere geestelijke anarchie dan ooit te vorenwist met het waarom van oorlog en vrede zó weinig raad, dat hij me tenslotte zei: „Weet Uhet is geloof ik, iets onvermijdelijks.... Niemand wil vechten, iedereen wil blijven leven en doodgewoon een klein beetje geluk hebben. Maar., hier, ik heb hier Xenophon bij me. altijd zijn er oorlogen geweest. Soms dénk ik dat oorlog net iets is alsliefde.. Iets volkomen onberedeneerbaars, dat plotseling over de mens komt, iets waarte- ff s,. 0. gen hij zich toch niet verzetten kan...." Dit cynisme, deze doffe uit- zichtsloze gelatenheid, deze van zelfsprekendheid van een eeuwige reeks oorlogen, heeft me meer verbijsterd dan al het puin en al de verwoesting in heel Normandië. - Men is moe, men vraagt zich dof teleurgesteld nog nauwelijks t uwaar a^e ellende toe diende; of het zin had en wat men met de vrede moet doen.... Al de namen: Cherbourg, Na- lognes, Montebourg, Ste. Mère Eglise, Carentan, St. Lózo zeer verbleekt dat zelfs de Franse kranten voor het grootste deel de herdenkingsdag der invasie vol komen negeerden, omdat stakin gen en schandalen veel belang rijker waren. In een grote autobus met enorme rode letters: „défense absólue de fumer" blauw van de rook en met de vloer vol ker- sepitten, reden we in drie uur van Cherbourg naar St. Lö. Ergens halverwege stopte de chauffeur om verse rozen te halen in het bloemenvaasje (koperen patroonhuls) bovenop het dash- bord, waarna hij ons met al z'n dichterlijkheid bij het achteruitzet- ten van de bus prompt zeer pro zaïsch tegen een boom reed. Vermoeid en zonder veel woor den hebben we zitten kijken naar de dorpen en steden, die we pas seerden. „Les grandes douleurs sont muettesen inderdaad kan men over verwoestingen maar beter zwijgen: Geruimd puin, het brokkelige silhouet van een ver minkte toren, noodwinkels, hou ten woonbarakkenDe weg heet: „Voie de la Liberté, er staat nog een enkel nauwelijks leesbaar bordje „Road and ditches clear of mines of „15 M.P.H. Enforced" (waar onze chauffeur zich niets van aantrok) en overal de witte richtingwijzers naar Geallieerde kerkhoven. In een straal van minder dan 40 K.M. rondom Caen zijn er vol gens de Michelin-invasiekaart al leen reeds zeventien. Allen Engels. Van Cherbourg naar St. Ló passeert men er vier, waar de Amerikaanse Stars and Stripes waait; drie dicht bijeen rond Ste. Mère Eg'Iise. Ik herinner me nu hoe na die eerste opwindende invasieweken het optimisme begon plaats te maken voor een moeilijk te om schrijven gevoel van onzekerheid, dat soms oversloeg tot angst. De doorbraak liet op zich wachten, men hoorde weinig nieuwe namen, men wilde om nieuwe bevrijde plaatsen een cirkeltje trekken. Het schoot slecht op meende men en bovendien maakten de berich ten over de verwoesting die de bevrijding vergezelde de mensen bang. Zij hadden gelijk. Het pathos van „de grote eer het eerst bevrijd te zijn geweest" bewaart men reeds voor officiële gelegenheden, wanneer autoritei ten monumenten plegen te onthul len en op soldatenkerkhoven din gen zeggen, die digenen wie de plechtigheden geldt nauwelijks zouden hebben begrepen Deze dronkenschap der rhetoriek ein digt onvermijdelijk in de grauwe ontnuchtering der dagelijkse pro blemen: huisvesting, glas, nuis- raad, voedsel en oorlogsschade regelingen. Ik kreeg niet de indruk dat Normandië met zijn wederopbouw veel verder was dan de geteister de gebieden in Nederland en toen we de trieste open vlakte van het kapotgeschoten St. Lö overkeken „alles bijna door één bombar dement en nóg weten we niet of het geen vergissing was vertelde de boekhandelaar in zijn noodwinkel dat niemand ook r.og maar één centime schadevergoe ding had gekregen. U wilt de balans opmaken en het resultaat van al deze offers zien. Dat dit alles geofferd werd „voor de bevrijding van Europa" wijst U misschien vermoeid en cynisch af. Geen grote woorden, geen phrasen, geen dooddoeners. Bovendien heeft men weinig ge leerd en zeer veel is reeds verge ten. Maar dan neg Die avond, half verdwaald op de onbekende heuvelweg tussen de appelboom gaarden rondom Avranches, moest ik denken aan de Amerikanen die hier een nacht patrouille moeten hebben gelopen, drie jaar geleden: bange, onzekere mensen ondanks de romantiek en ondanks de branie verdwaald misschien als wij en hoe broos was het pant ser rondom hun hart, dat wilde blijven kloppen, leven, alleen maar leven Reeds deze onzekerheid en deze angst van deze éne kleine groep soldaten in het onbekende gevaar lijke donker Men hoeft niet eens alle wrakken van alle tanks en alle auto'-s, en alle ruines van alle huizen en klein bezit te heb ben gezien Soldatenkerkhoven en puin gesneuvelden, verminkten en het proletariaat der puinsteden. Hun offer geconfronteerd aan dit „re sultaat", aan deze vrede, aan deze vryheid Een eindeloos waarom? Een raadsel? Het uitzichtsloze van een moe schouderophalen? Of moesten zij boeten voor eigen egoïsme en voor de zelfzucht van anderen Wanneer geen enkele goede daad, wanneer de verdienste van geen enkel offer verloren gaat, dan danken wij misschien een on verwachte genade, een opnieuw geboden kans voor een goed be gin, mede aan een onbekende Amerikaan: die drie jaar geleden by Avranches in een hinderlaag liep en doodbloedde tussen ver trapte margrieten in een appel boomgaard Normandië, Juni 1947. J. W. HOFWIJK. De 23 jarige J. van Reekum te Meteren was in een kersenboom gaard bezig met kersen keren. Toen een koppel vogels op de ker sen wilde neerstrijken, schoot van R. met een geweer, dat hij bij zich had, waarbij het wapen uit elkaar vloog en hij zwaar gewond werd Bij aankomst in het ziekenhuis bleek het slachtoffer te zijn over leden. De regering maakt tot haar leed wezen bekend, dat in de afgelopen week de navolgende verliezen zijn gerapporteerd: Kon. marine: geen verliezen. Kon. landmacht: soldaat le kl. H. de Wit van 2-5 R. I., afkom stig uit Zwijndrecht, gesneuveld in district Modjokerto op 17 Juni. K. N. I. L.: geen verliezen. •0> In het postverkeer met Duits land zyn voortaan ook geïl lustreerde briefkaarten en za kenbrieven toegelaten^ Roger Livesey als Colonel Blimp'' in de film „Het begon in Berlijn'' van Michael Powell en Emeric Pressburger. Een der meest bewonderens waardige eigenschappen van de Engelsen is wel hun gave om anderen, maar ook zichzelf volkomen objectief te obser veren. Zeer sterk treedt deze typische eigenschap aan het licht in de film „The Life and Death of Colonel Blimp" („Het begon in Berlijn"), waarin drie episoden worden getekend uit het leven van een Engelse mili tair, die telkens in contact komt met de Duitsers en die tot tweemaal toe oorlog tegen hen voert. De beheerste humor, zonder haat of hatelijkheid, welke uit deze film spreekt en welke de toeschouwers steeds weer dwingt tot een begrijpende glimlach van herkenning, die meer over tuigt dan de wrange spotlach, maakt „Het begon in Berlijn" tot een bijzonder sympathieke film, welke wij, ondanks de feilen, die zjj vertoont, van harte kunnen aanbevelen. „Het begon ln Berüjn" Is ver haald, geproduceerd en geregis- Portugezen en Brits-Indiërs maken zich op om de heilig verklaring te vieren van de Jesuiet Jan Hector de Britto, de Portugese missionaris, die in de zeventiende eeuw leefde en de marteldood onderging. Hij werd in 1647 te Lissabon geboren en groeide op aan het hof van Johannes IV, die Jan Hector en zijn heide broers had uitgekozen om kameraden van prins Don Pedro te zijn. Hij deed al jong zijn intrede in de Sociëteit van Jesus, en kende maar één verlangen: als Francis- cus Xavorius naar het Oosten te gaan. Toen Balthasar da Costa naar Portugal kwam om missiona rissen voor Indië te werven, wil de "ok Jan Hector meegaan. Pa ter da Costa beloofde zijn voor spraak. De Britto mocht gaan.... Na een moeilijke reis er brak aan boord een ziekte uit, die aan twaalf missionarissen het leven kostte landde hij in Goa, waar hij zijn theologische studie af maakte en zich op de Indische ta len toelegde. Daarna begon hij zijn taak in de Madura-missie. De Portugezen hadden er een slechte naam. Zij behoorden tot de Prangies de kastelozen, die minder dan de pa ria's waren. En zij hadden het er naar gemaakt. Daarpm hadden de missionarissen, naar het voorbeeld van Robert de Nobili, het tot een onderdeel van hun heilige strate gie gemaakt, om zoveel mogelijk de zeden van het land, niet slechts te eerbiedigen, maar over te ne men. En zo werd de Britto een goeroe Oosters asceet met èen tulband en sandalen. Twintig jaar lang is hij in In dië Gods pionier geweest. Hij heeft er eindeloos veel ontberin gen en gevaren doorstaan: over stroming en hongersnood, slangen en tijgers, en de voortdurende tri- bulaties van buitenlandse twisten. In 1683 werd hij overste van een uitgestrekt missiegebied en kwam op een van zijn „dienstrei zen" terecht in het gebied van Marava, waar de uitoefening van de katholieke godsdienst verboden was. Hij werd gevangen genomen en gefolterd. Maar het martelaar schap ontging hem, en het bevel van zijn oversten om naar Portu gal terug te gaan, scheen hem zelfs de kans er op te ontnemen. In 1690 ging hij terug naar In dië, en weer trok hij naar de ge teisterde christenheid van Mgrava, en vond de marteldood door een prins te dopen, die tot dusverre in polygamie geleefd bad. De Britto werd gevangen genomen en na nieuwe folteringen 4 Februari 1693 onthoofd. De Italiaanse Jesuiet Bernar- dinus Realino, die eveneens op 22 Juni wordt heilig verklaard, werd in het jaar 1530 geboren te Carpi, in het hertogdom Mode na. Ook hy behoorde tot een aanzienlijk geslacht, en ontving de zorgvuldige opvoeding, die tot de goede toon der voorname kringen behoorde. In 1556 werd hij doctor in de beide rechten, en daarmee begon zijn carrière. Hij werd een man van macht en invloed. In 1564 werd hij aangesteld door de mar kies van Pescara, om diens leen goederen in het koninkrijk Napels te bésturen. Toen risp 6e genade. Maria ver scheen hem en nodigde hem uit, voortaan van God alleen te zijn. Bernardinus begreep en gehoor zaamde. Hij bedankte wie vertrou wen in hem hadden gesteld nam afscheid van zijn familie, verkocht wat hij bezat en gaf het aan de armen. Bernardinus Realino werd Jesuiet. Tot 1574 studeerde en werkte hij in Napels. Daarna ging hij naar Lecce, de hoofdstad van Otranto, en werd daar een sjou wer van de Heer. Uren en uren bracht hij door in de biechtstoel. Al wie ging sterven vroeg weldra om Realino. Hij bad steeds tijd. Ieders zaak scheen de enige te zijn die hem bezig hield. Hij ging naar de armen en bedelde voor hen van huis tot huis en verpleegde hun zieken. Hij ging naar de Al- gierse slaven en leerde ze bid den. Voor zijn biechtelingen was hij een en al goedheid en vergeving. Hij wilde ze geen pijn doen. Hij begreep zo goed, hoe moeilijk het was. Hij maakte de terugkeer zo gaarne licht. Vooral angstige zie len kwamen bij hem bevrijding zoeken, en wie raad nodig had, schreef hem een brief, en kreeg altijd antwoord. En wie niet meer wijs kon worden uit zijn eigen ziel. ging naar Realino. Vol eenvoud en oplettendheid in de omgang, was hij niettemin zeer gesloten omtrent zichzelf. Hij zweeg over zijn boetplegingen en over de verschijningen waarmee de hemel hem begunstigde. Hij zocht pijn, hij was blij met ont beringen, hij vond vernederingen de gewoonste zaak van de wereld, maar hij sprak er niet over. En toch begrepen de mensen, hoezeer hij van God vervuld was, en toen bij ging sterven, leek zijn kamer een bedevaartplaats. En dan is er nog Joseph Ca- fasso, die in 1811 geboren werd in Castelnuovo d'Asti, dicht bij Turijn, en die, ootmoedig en be minnelijk als een kind, langs de miserie van het ontluisterde le ven ln de grote stad is gegaan, en er alle vreugde en alle lief de heeft gebracht, die zijn pries- terhart te geven had, totdat hij, nog geen vijftig jaar oud, vol komen aan het eind van zijn krachten was, en naar de hemel ging. Als jong priester nam hij zijn intrek in het priesterconvict van de H. Franciscus van Assisië. Daar studeerde hij moraaltheologie en begon zijn priesterwerk onder de arbeidersjeugd van Turijn. In 1848 zag hij zielf belast met de vorming van jonge geestelij ken. Een van de middelen die hij toepaste ,was het geven van Igna tius' geestelijke oefeningen en 't is niet zijn geringste verdienste, dat hij ieder spoor van Jansenis tische gestrengheid deed verdwij nen in de opvattingen der Pie- montese geestelijkheid. Naast de interne zielzorg in het convict, scheen hij geen anaere taak te hebben dan biechthoren. Was hij niet de biechtvader van Don Bosco? Hij liet zich door'de lugubere hebbelijkheden van zijn penitenten in de gevangenis niet afschrikker, en trok er altijd wel gemoed naar toe, naar deze men sen, die als Uitgehongerde, ver vuilde, soms razende en gevaar lijke dieren achter de tralies za ten. Zelfs een aanslag op zijn le ven weerhield hem niet. Open en eenvoudig ging hij met hen om lijn glorie waren de ter dood veroordeelden. Hij hielp ze berus ten. Hij verzoende ze met hun gtraf. Hij troostte ze met een snelle hemelvaart. Hij bracht ze soms tot heldhaftigheid. En zon daars, in wie het leven zijn onge reptheid geheel verloren had, gin gen als blije kinderen naar het schavot, en werden er Cafasso's „heilige gehangenen". Ook van dit leven was de lief de Gods het geheim. Weinigen za gen het. Allen wisten het. Toen de krachten van zijn lichaam wa ren verbruikt, overviel hem een ziekte, waaraan hij geen weer stand te bieden had. Het werd een stille, korte voorbereiding op de dood. Het leven van Don Ca- fasso sloot zich voor de talloze vrienden en belangstellenden. Het trok zich steeds meer samen naar het Witte Licht van God, dat op de 23ste Juni van het jaar 1860 voor hem openging. In Te. seerd door het duo Michael Powell Emeric Pressburger, dat reeds jaren lang samenwerkt en dat de Engelse filmindustrie reeds met tal van belangwekkende produc ten, o.a. de voortreffelijke film „A Matter of Life and Death", heeft verrijkt. De wijze, waarop Powell en Pressburger hun stof hebben be handeld, getuigt opnieuw van hun handigheid en van hun originali teit. De sfeer van het Berlijn uit de tijd van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika, weten zij op be wonderenswaardige wijze te tref fen, waarbij tevens opvalt, hoe de begeleidende muziek is benut om het beoogde effect nog te verster ken. Het gehele wonderlijke mengsel van sentimentaliteit en wreedheid, beschaving en bar barendom, goede trouw en arg listigheid, domheid en geslepen heid, waaruit het Duitse karakter is samengesteld, wordt in wel doordachte beelden op het witte doek gebracht. Maar ook de zwak heden van de Engelsman: zyn naieveteit en zelfingenomenheid, zijn bemoeizucht en oppervlakkig heid, zyn conservatisme en laks heid, worden aan de kaak gesteld. Intussen vraagt men zich on willekeurig af, hoe het Neder landse publiek deze film, welke even typisch Engels is als een nummer van „Punch" of de teke ningen van Strube in de „Daily Express", zal ontvangen, want naast haar vele goede eigenschap pen, bevat zy tal van feilen, welke oorzaak zijn, dat men haar zeer zeker niet een monument van filmkunst zou kunnen noemen. De dialogen, hoe geestig en puntig ook, zyn te lang en worden boven dien zeer summier in de Neder landse tekst vertaald, zodat de genen, die het gesproken woord niet volledig kunnen volgen, veel missen. Bovendien is de film zij draait ruim twee uren te lang. Het is, alsof de makers, evenals sommige predikanten, maar niet aan een passend slot hebben kunnen komen. Maar dat alles vergeeft men hun graag, omdat zy, hoewel ter dege rekening houdend met de smaak van het grote publiek, dit publiek toch heel wat hoger blij ken aan te slaan dan de film magnaten in Hollywood, zodat ook een meer ontwikkeld mens vrede kan hebben met het resul taat. Opvallend in deze film zijn het bijzonder sterke spel van de Duitse emigrant Anton Walbrook (Wohlbrtick), die de rol vervult van de Duitse majoor Theo Kretschmar-Schuldorff de scène, waarin hij na zyn vlucht uit nazi-Duitsland bjj de Britse immigratie-autoriteiten om toe lating in het vrye en gastvrtfe Engeland verzoekt, zullen wij niet licht vergeten en de creatie, die Roger Livesey maakt van Clive Candy („Colonel Blimp"), Ook het talent van Deborah Kerr, die achtereenvolgens de rollen van Edith Hunter, Barbara Wyne en Angela („Johnny") Cannon speelt is opmerkelijk. Ten behoeve van degenen, die zich afvragen, hoe de film komt aan de Engelse titel: „The Life and Death of Colonel Blimp", hoewel de held van het verhaal Clive Candy heet, vermelden wij, dat „Colonel Blimp" een oude, conservatieve, militairistische man, die niet met zijn tijd mee gaat een schepping is van de bekende Engelse tekenaar David Low. Naar deze figuur is Clive Candy in de film gemodelleerd. Powell en Pressburger hebben „Het begon in Berlijn" gefilmd in kleuren, die sterk herinneren aan de Shakespeare-film „Henry V". Zij hebben ons er evenwel niet van kunnen overtuigen, dat deze kleuren een essentiële bijdrage leveren tot de filmische waarde van hun product. F. In het gemengd dubbelspel be reikten Rinkel en miss Quertier de derde ronde door een 62, 63 overwinning over Mahta en mrs. Hopman. Van Swol en miss Dace wonnen met 60, 63 van Taluy en miss Wizard. In 't dub belspel haalde Van Swol en Rin kel in de laatste acht een 64, 97 overwinning op de Nieuw- Zeelanders Mckenzie en Robson. Van Swol en miss Dace bereikten eveneens de derde ronde van het gemengd dubbelspel door met 61 62 van Hamburger en mrs. Mor ris te winnen. Van Swol en Rinkel bereikten gisteren de halve eindstrijd heren dubbelspel door een zeer verdien stelijke zege over het Franse paar Palizza-Abdesallam 6-3, 3-6, 6-2. Zy komen nu in de halve eindstrijd tegen de Australiërs Bromwich en Pails. Voor de promotie naar de hoofd klasse worden twee wedstrijden gespeeld, kampioen eerste klasse Hillegersberg tegen no. laatst hoofdklasse A.K.C. (beide Rotter dam dus), kampioen Park Marlot tegen no. laatst Nieuwe Marlot Club (beide Den Haag). Er gaat dus in geen geval, voor welke stad ook, een hoofdklasser ver loren. w Weerverwachting medegedeeld t door het K. N. M. I. te De Bilt 5 geldig tot Zondagavond. Matige, aan de kust tijdelijk vrij krachtige wind tussen West en Noord; vrij koel, in het Noordoosten van het land meest zwaar bewolkt met nu en dan 5 regen, in het overige gedeelte: I van het land wisselende bewol-ï king met enkele verspreide re- genbuien. j 22 Juni: zon op 4.19 uur, on- der 21.04 uur; maan op 8.20 uur. onder 00,18 uur. 23 Juni: zon op 4.20 uur, onder j 2104 uur; maan op 9.48 uur, on- j 5 der 00,38 uur. IN TE LEVEREN BONNEN van 22 t.m. 28 Juni KOFFIE: D-04 Alg. (0.5 rts.L Rantsoenbon E 16 (0,4 rts.). Vf- loss. week 27 April—3 Mei 1947. THEE: D-05 Alg., Rants, b E 17 (0,5 rts.) Aloss. week 27 April 3 Mei 1947. BROOD: E-03 res. 06 rts.), E-01, E-ll, E-21 br. E-06, E-13 res. (8 rts.), E-02 brood 4- nw. bonn. Rants.b. E-21 (4 rts.) Coupure X-105. RIJST: E-16 res. (2 rts.), rant soenbon E-23 (1 rts.) Afloss. week 25 Mei—31 Mei 1947. BOTER: E-ll. E-21 boter (1 rts.), E-01 boter, E-07 res., rants.b. E-31 (0,5 rts.) Afloss. week 25— 3' Mei 1947. MARGARINE: E-02, E-22 boter (1 rts.) E-01, E-04 res. E-12 boter rants.b. E-32 (0,5 rts.) Afloss. week 25—31 Mei 1947. KAAS: E-01 alg. E-05 res., E-21 kaas (2 rts.), E-ll alg. rantsoen bon E-36 (1 rts.) Afloss. week 25 —31 Mei 1947. VLEESWAREN (detaillisten) E- 21 vlees (3 rts.), E-02 vlees (2 rts.), E-01, E-ll vlees, E-12. E-22 vlees, rants.b. E-51 (1 rts.). Af loss. week 2531 Mei 1947. VLEESWAREN slagers inst. 8.000 inst. 8.800 idem. VLEES (slagers) Idem coup. C300. C301, C399, C400, X116. TABAK (Grossiers) Coupures C326, C327, X117. Afloss. week 25—31 Mei '47. Afgeboekt zal wor den de 2de helft van de gecontro leerde voorraad sigaren. TEXTIEL: Toewijzingen texjiel- goederen. Toewijzingen Distex MD 85. 1 t.m. 25 VA 510, 101 t.m. 140 VA VB. VC. VD. VE 605 B. C. D. E. F. (5 pnt.), 101 t.m. 200 VF 605. A en B VA 705 (1 pnt), A en B VA 705 (5 pnt.), B82, C82 1 en 10 pnt. PETROLEUM: Verkoopmijen, grossiers, detaillisten C-05, C-17 alg. D-13 (1 ris.), A 29 t.m. A 32, B 15 t.m. B 16. C08, (2 rts.). Voor hen waarvoor deze ïf'eek is aangewezen. BRANDSTOFFEN INDUSTRIE KOLEN. Nw. Coup B. C. D. E. verbr. Geen vervangingstoewij zingen. BRANDSTOFFEN 74 BV, 75 BV (3 rts). 'V*. V- HOOIEN ALS DE ZON SCHIJNT. Hoe warm het dit voor jaar ^geweest is en hoe weldadig voor al wat groeit, blijkt uit het feit, dat thans reeds, uitzonder lijk vroeg, op verscheidene plaatsen van ons land de boeren met het ho oien zijn begonnen. Links: het maaien] van het gras;, rechts: hoogopgestapeld de uitbundige weelde van de oogst, die zuinig wórdt bewaard voor de a.s. winter.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 5