[Vergelijking der
1948 en
begrotingen
1947
Nijmegen s eerste ere-doctor
De weg open tot groter welstand
Mits kans op hulp van buiten
GEVOLG VAN DE CONVERSIE
DER STAATSSCHULD
Uitbreiding van
luchtverkeer
Inzicht in de materiële inhoud van
Buitengewone Dienst
löS
Bijdrage voor woningwetwoningen thans
5,3 millioen hoger
RUITNIEUWTJES
Dr. L. J. Rogier „volgroeid historicus99
Slotbeschouwing van de minister
DINSDAG 16 SEPTEMBER 1947
GERAAMDE OPBRENGST DER
BELASTINGEN
BUITENGEWONE KAPITAALSUITGAVEN EN
-ONTVANGSTEN
PAGINA 4
ill*
RECTORAATSOVERDRACHT
R.K. UNIVERSITEIT
OMSCHRIJVING
Van de verschillende hoofdstukken der ontwerp-begroting voor
1948 volgt hieronder een korte bespreking, waarin de voornaamste
verschillen met de overeenkomstige hoofdstukken der ontwerp
begroting voor 1947 worden belicht.
Wat betreft de uitgaven van het mi
nisterie van Buitenlandse Zaken zijn
van overwegende invloed geweest een
verbetering van de politieke en econo
mische berichtgeving, de ook in het
buitenland sterk toegenomen overheids
bemoeiing waarmede contact moet wor
den gehouden, het toegenomen aantal
kleine zelfstandige naties, welke een
Nederlandse vertegenwoordiging vragen
en de vrijwel overal gestegen prijs-
niveaux.
Voorts werd in de begroting 1947 het
„Aandeel in de kosten der Verenigde
Naties en daarmede verband houdende
internationale organisaties" voor Memo
rie opgenomen, terwijl naar zich thans
laat aanzien deze post op ca. 5 800.000
zal moeten worden gesteld; ten laste van
de begroting 1948 wordt hiervoor een
bedrag van 5.676.917 uitgetrokken
Bij Hoofdstuk IV Justitie verdient
vermelding het feit, dat de ram™J.vT°
de politie in vergelijking met 1947 be
langrijk lager kon worden gesteld, uit
was mogelijk door inkrimpmg van ae
sterkte van het Korps Rijkspolitie en
door reorganisatie. Ministerie
Bij de uitgaven van het Minister e
van Binnenlandse Za*e-VnTdetoege-
dacht te worden gevestigdopdetoeg^
stane salarisverhoging vobr het burger
lijk Rijkspersoneel ad 70 millioen, ter.
wijl bij de beschouwing der cijfers van
On-^rwijs, Kunsten en Wetenschappen
o.m. rekening dient te worden gehouden
met de omstandigheid, dat de begroting
voor 1947 nog met circa i 31 millioen
zal worden verhoogd, waarvan 21 mi.-
lioen voor salarisverhoging onderwijzers
De aanwas van de studenten aan
universiteiten en hogescholen, de eisen
die na de oorlog aan deze instellingen
worden gesteld, de reorganisatie van
het tandheelkundig onderwijs en het
zuiver wetenschappelijk onderzoek, ma
ken het noodzakelijk dat voor het Hoger
Onderwijs bijna 7 millioen meer wordt
geraamd.
Ten einde het behoud van de monu
menten in die mate als voor de oorlog
te kunnen bevorderen is een veeljaren-
plan ontworpep om de ontstane achter
stand op dit gebied in te halen.
De kosten voor de Radio zullen on
geveer 1,2 millioen hoger zijn dan in
1947. s
De daling van de uitbaven ten be
hoeve van de Nationale Schuld wordt
overwegend veroorzaakt door de ge
volgen van de conversie in 1947 van
een deel der geconsolideerde Staats
schuld en de omstandigheid, dat de
voldoening van de bijzondere heffin
gen met Staatsschuld kan geschieden.
Als resultaat van beide factoren
vertonen de rente en overige lasten
der binnenlandse gevestigde schuld
ten opzichte van 1947 een daling van
ruim 32 millioen, terwijl de amorti
satie en aflossing van gevestigde
schuld een vermindering van ruim
195 millioen te zien geeft.
Het groptste deel van de middelen
van het Hoofdstuk Financiën wordt ge
vormd door de opbrengst der belastin-
gen. Een specificatie der geraamde on
brengsten voor 1948 en 1947 wordt
hierna gegeven, waarbij tevens 'n kolom
iE opgenomen, aangevende de herziene
raming voor 1947.
(in millioenen guldens)
II.
ni
Inkomstenbel. (na
aftr. v. voorheff.)
Vermogensbel. van
natuurl. personen
Vermogensbel. v.
lichamen
Vennootschapsbel-
Loonbelasting
Dividendbelasting
Commissarissen-
belasting
Voorheff. op in t
buitenl. geacc. ink
Vereveningsheff-
Herkapital.bel. en
superdividendbel.
Motorrijtuigenbel.
Bijzond. wijnbel.
Invoerrechten
Statistiekrecht
Accijns op zout
Accijns oP wijn
Accijns op gedist.
Accijns op bier
Accijns op suiker
Accijns op tabak
Bel. op gouden en
zilveren werken
Omzetbelasting
Rechten van zegel
Rechten v. registr.-
Rechten v. succes
sie, v. overg. bij
overl. en v schenk
680.0 570.0 660.0
50.0
110.0
360.0
20.0
2.2
170.0
Mem.
23.0
0.5
183.0
5.0
7.0
1.2
51.8
27.0
56.0
150.0
0.9
535.0
15.0
22.0
68.0
91.5 90.0
16.0
140.0
400.0
15.0
2.0
2.0
160.0
Mam.
23.0
0.4
53.0
4.5
7.0
1.0
52.0
25.0
57.0
130.0
0.8
457.0
12.0
20.0
36-0
140.0
340.0
11.0
1.0
2.0
150.0
Mem.
200
0.4
120-0
13
7.0
08
30.0
320
23.0
1200
0.6
330 0
10.0
200
60.0 60.0
2.537.6 2.299.2 2.2051
I. Raming voor 1948; II. Herziene ra
ming voor 1947; III. Raming voor 1947
De belangrijkste verlaging (bijna 18
millioen) van de uitgaven van het Mi
nisterie „Wederopbouw en Volkshuis
vesting" betreft de Dienst Uitvoering
Werken en vindt haar oorzaak in de
omstandigheid, dat naar wordt ver
wacht, het aantal in 1948 te werk te
stéllen arbeiders op 9000 kan worden
gesteld tegenover- 15.000 voor 1947.
Tegenover deze verlaging staan en
kele verhogingen. Het aandeel door het
Rijk bij te dragen in de exploitatietekor
ten der woningwetwoningen is voor
1948 5.3 millioen hoger geraamd dan
voor 1947. Deze exploitatietekorten zijn
tengevolge van de aanmerkelijk geste
gen bouwkosten van de woningen ge
bouwd in en na 1945, aanzienlijk hoger
dan voordien het geval was. De bijdra
gen aan gemeenten ter verbetering en
splitsing van bestaande woningen zijn
ten opzichte van 1947 met 2 millioen
verhoogd.
Economische betrekkingen
De gestadige voortgang van het her
stel der buitenlandse handelsbetrekkin
gen, het voeren van besprekingen ter
voorbereiding van handelsverdragen en
het verzamelen van gegevens terzake
maakten nog een uitbreiding van het
Directoraat-Generaal voor de Buiten
landse Economische Betrekkingen, als
mede van de Centrale Dienst voor In-
en Uitvoer noodzakelijk, waardoor voor
.Economische Zaken" ruim 1 millioen
meer moest worden geraamd.
Ook moest de bijdrage aan het Alge
meen Mijnwerkersfonds met 4.5 mil
lioen worden verhoogd als gevolg van
de herziening -der mijnwerkerspensioe-
nen.
De toeneming van het handelsvo
lume is oorzaak, dat de middelen der
bij de in- en uitvoer ingeschakelde
diensten ruimer vloeien, waardoor de
verhoging der uitgaven ruimscftoots
wordt opgevangen.
Uiteraard hangen deze inkomsten,
wat de invoer betreft, samen met het
bedrag aan vreemde valuta dat in 1948
voor invoer ter beschikking kan wor
den gesteld.
Met het oog op de nog noodzakelijke
stimulering van het bedrijfsleven bleek
het niet mogelijk bepaalde uitgaven, die
hiermede verband houden, te verlagen.
De uitgaven, die uitvloeisel zijn van de
gevolgde industriepolitiek, moeten even
eens nog zolang plaats vinden, tot de
achterstand uit de bezettingsjaren is
overwonnen.
Met betrekking tot het Ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning wordt gememoreerd, dat indien de
Nederlandse landbouwzich in de toe
komst zal willen handhaven- het nodig
zal zijn de productiekosten aanzien
lijk te verlagen, terwijl men daarnaast
zal moeten trachten oude afzetgebieden
te verruimen en nieuwe te creëren, het
geen zowel voor binnen- als buiten
land geldt. Reeds werdvan verschillen
de zijden melding gemaakt van ïnecha-
nisatie- en rationalisatieplannën in de
landbouw. Willen deze plannen echter
kans van slagen hebben dan zal mén de
boeren intensiever moeten adviseren,
voorlichten en instrueren. Daartoe zal
men op breder basis onderzoekingen
moeten verrichten.
Doch ook het onderwijs zal zich aan
de gewijzigde inzichten moeten aanpas
sen. Tevens zal door de grote behoefte
aan onderwijs het aantal cursussen cn
scholen verder moeten worden uitge
breid. Deze plannen vinden hun weer
slag in een verhoging van de ramingen
•oor onderwijs (ƒ2.8 millioen), proef-
lemingen en onderzoekingen (inclusief
T.N.O.) (ƒ1.8 millioen) en de verschii-
ende voorlichtingsdiensten (ƒ1.4 mü-
ioen).
De urgentie om de import van voe
dingsmiddelen zeker te stellen tezamen
met de hierboven geschetste noodzaak
onze afzetgebieden in het buitenland te
behouden en zo mogelijk uit te breiden
hebben er toe geleid de speciale agrari
sche buitenlandse vertegenwoordiging
met enige posten uit te breiden, terwijl
tevens de mogelijkheid onder ogen moet
worden gezien nog enige posten te
moeten vestigen.
Hij Hoofdstuk XH „Soctale Zaken"
tenslotte zjjn van overheersende in
vloed op de totale verhoging de kosten
van de noodvoorziening voor ouden
van dagen, welke voor 1948 worden
geraamd op 150 millioen.
Min of meer verband hiermede hou
den de vermindering inzake de bijdra
gen aan het Invaliditeits- en Ouder-
domsfonds ad 45 millioen en die, in
zake de bijzondere toeslagen op de so
ciale verzekeringsrente ad 10 mil
lioen. Aangezien de noodvoorziening
voor ouden van dagen reeds op 1 Oct.
J947 in werking treedt, zal voor dit jaar
nog een bedrag suppletoir moeten wor
den aangevraagd.
pstallen door bemiddeling
Ten laste van de dienst der buiten
gewone kapitaalsuitgaven en -ontvang-
en worden gebracht de uitgaven,
"ke worden gedaan ten behoeve van
•steringen in nieuweactiva, voor-
er tegenover die uitgaven een reële
iming van het Staatsbezit staat, en
:api taaisverstrekkingen.
- 'ak hier vindt een afwijking plaats
vergelijking met andere jaren, omdat
t uitgaven voor nieuw-, aan- en ver
bouw en de aankoop van gronden en
(IN MILLIOEN
Hoofdstuk der begroting
VI Justitie
y Binnenl. Zaken
VI Onderwijs. K. en W
VII Al Nationale Schuld
VII B Financiën
VII A Oorlog
VIII B Marine
IX A Wederopbouw en Volkshuis
vesting
IX B Verkeer en Waterstaat
X Economische Zaken
XI Landbouw, Visserij en Voed-
selvoorziening
XII Sociale Zaken
van de
tijksgebouwendienst, welke voorheen
en laste van de Gewone Dienst ge-
chiedden, thans ten laste van de kapi-
aalsuitgaven komen.
In het hieronder opgenomen overzicht
,ijn eveneens de cijfers van de ontwerp-
iegroting 1948 met daarnaast die van
de begroting voor 1947 opgenomen,
velke cijfers evenals in de hiervoran
gegeven overzichten zijn omgewerkt
laar de gewijzigde opstelling voor 1948.
EN GULDENS)
1948
Uitgaven Middelen
1947
Uitgaven Middelen
Totaal
0.7
0.9
5.2
33.4
19.6
28.3
25.3
4.8
0.3
3.4
47.3
137.2
56.8
19.2
10.3
248.0
69.6
53.1
0.2
14.9
2.2
164.0
40.5
41.2
0.1
1.3
04
9.8
0.3
2.2
12.4
5.2
468.9
49.6
503.1
36.5
Voor aanleg vliegvelden
f 5 millioen meer uitgetrokken
De invloed van de uitbreiding van
het luchtverkeer doet zich ook gelden
op de Buitengewone Dienst. Voor de
aanleg van luchtvaartterreinen werd op
de begroting voor „Verkeer en Water
staat" 5 millioen meer uitgetrokken
dan in 1947; de noodzakelijke bouw van
een Rijksluchtvaartschool op het vlieg
veld Eindhoven, waarvoor in totaal 5.5
millioen nodig is, vraagt voor 1948 een
eerste uitgaaf van 2.4 millioen. Ten
behoeve van de luchtverkeersbeveiliging
zijn enkele gebouwen nodig, waarvoor
rond 0.7 millioen is uitgetrokken.
Om het Nationaal Luchtvaart Labo
ratorium in staat te stellen zijn appa
ratuur uit te breiden, ten einde daar
door aan de wederopbouw en ontwikke
ling van de Nederlandse vliegtuigindus
trie de noodzakelijke steun te kunnen
verlenen, is het bedrag der te verstrek
ken lening voor J948 2 millioen hoger
opgenomen dan voor 1947.
Voor de afdeling Rijkswaterstaat zul
len de kapitaalsuitgaven in 1948 21
millioen meer bedragen dan in 1947.
Hiervan komt 11 millioen voor reke
ning van de aanleg van wegen volgens
het Rijkswegenplan, welk bedrag zal
worden aangewend voor de uitvoering
van werken, welke voor de verkeers-
verbetering onmiddellijk nuttig effect
hebben.
Teneinde de werkzaamheden van de
scheepvaartverbinding Amsterdam-
Bovenrijn met voortvarendheid te kun
nen voltooien is voor 1948 8 millioen
meer uitgetrokken dan voor 1947, welk
bedrag mede in bovengenoemde 21
millioen is begrepen.
De landaanwinningswerken zullen on
geveer 1 millioen meer vragen. Onder
de middelen van de afdeling Zeescheep
vaart is een bedrag van 12.6 millioen
opgenomen als uitkering van het
Scheepvaartfonds.
De Belgische bond van levensmidde
lenwinkeliers heeft besloten op 23
en 24 September de winkels te sluiten
uit protest tegen de wijze, waarop de
controle op de prijzen wordt uitge-
voerd en tegen de winkelssluitingen
door de overheid.
Pandit Nehroe, gouverneur-generaal
van India, heeft medegedeeld, dat
ongeveer 45.000 Hindoes, Mohamme
dan en Sikhs in de afgelopen maand
in Oost- en West-Pendjaab tengevolge
van de onlusten om het leven zijn
gekomen. Naar schatting kwamen in
de afgelopen week te New-Delhi
duizend personen om het leven.
O Het gerucht heeft de ronde gedaan,
als zou Degrelïe Spanje hebben ver
laten en dienst genomen hebben in
het vreemdelingenlegioen. Van een be
trouwbaar persoon, die uit Spanje is
teruggekeerd, vernemen wij aldus „La
Nation Beige", dat Degrelle nog steeds
te San Sebastian verblijft.
O De Italiaanse politie heeft in de
buurt van Pontelepre 9 leden van de
bende van Salvatore Gluliano, de Si-
ciliaanse bandiet, voor wiens gevan
genneming de regering 3 millioen
lire heeft uitgeloofd, gearresteerd.
De zuster van Giuliano is een van
deze negen.
O Groot-Britannië zal op 16 Sept. of
ficieel de staat van oorlog ten aan
zien van Oostenrijk beeindigen. En
geland was de laatste van de grote
vier, die officieel nog in staat vjin
oorlog met Oostenrijk verkeerde.
De Engelse minister van voedsel
voorziening heeft orders uitgevaar
digd, dat bonnen moeten worden in
geleverd door degenen, die 3 of 4
dagen in een hotel verblijven en dat
de toewijzingen voor het verstrekken
van maaltijden aan niet-hotelgastcn
worden verminderd.
In de Kerkstraat te Soest is een
12-jarige jongen met zijn fiets in bot
sing gekomen met een auto Enkele
uren later overleed hij aan zijn
kwetsuren.
De heide bij Hilversum blijft no§
gevaarlijk Nabij Crailo vonden wan
delaars een landmijn.
Het aantal oorlogsgevallenen (te
Leidse universiteit is nog steeds niet
definitief bekend. Thans bedraag..
het reeds 340.
Bij K. B. is gratie verleend aa®
Smit en J. T. S. van Efferem, die
tot de doodstraf veroordeeld werden
door het bijz. gerechtshof te Be-eu-
warden. De doodstraf is veranderd
in levenslang.
Maandag zijn op Schiphol aange
komen vier Canadese journalisten
die gedurende een veertiendaagse
trip verscheidene streken va" ons
land, industrieën, havens. Jaarbeurs,
landbouwtentoonstelling®!1 e -
lem bezoeken.
Aan de heer L, Rogier, de eerste dr. h. c. van de Nijmeegse universiteit, wordt door prof. dr. Post de promotiebul
overhandigd
De rectoraats-overdraoht aan de
R. K. Universiteit te Nijmegen droeg
ditmaal wel een zeer bijzonder karak
ter. Immers, tijdens deze plechtigheid
had de eerste erepromotie aan de
Carolina plaats, opnieuw een mijl
paal in haar 24-jarig bestaan. Dat
het de historicus, de heer L. J. Rogier
is, aan wie als eerste deze eer werd
verleend, zal door Katholiek Neder
land met grote instemming zijn be
groet.
Vele kerkelijke, burgerlijke en mili
taire autoriteiten gaven door hun aan
wezigheid van hun belangstelling blijk,
terwijl eien geheel bezette aula van
deze bijzondere plechtigheid getuige
was.
De algemene economische toestand van Nederland ontwikkelde zich
in verschillende opzichten niet onbevredigend. De nationale productie
vertoonde een geleidelijke toeneming. De algemene productie-index
voor de industrie bedxoeg (op basis 1938 .is 100) in Januari 1946 63,
in Januari 1947 was deze index gestegen t£t 84, op dit ogenblik be
loopt deze index ongeveer 90. Dit cijfer zoil evenwel, naar het normaal
accrès, sedert dit basisjaar eèn stijging van enkele tientallen procenten
hebben moeten vertonen.
genomen onder de kapitaalsuitgaven en
ruim 515millioen, welke zijn opgeno
men onder de uitgaven van aflopend
karakter, van de Buitengewone Dienst
Temporiseren van kapitaals
uitgaven
Samenvattend moet men oordelen,
dat hét uitgavcnoverschot van de Gehele
Diénst der begroting minder verontrus-
end is dan op het eerste gezicht lijkt.
Tegenover de schulden, welke de
Staat zal moeten aangaan om de uit
gaven te verwezenlijken, welke nood
zakelijk zijn teneinde de productivi
teit in de komende jaren te vergro
ten, staan immers tot op grote hoogte
duurzame objecten, die in de toe
komst hun nut aan het gehele econo
mische leven zullen afwerpen.
Dit houdt echter niet in, dat uit het
oog verloren zou zijn, dat de huidige
economische toestand noodzakelij it
maakt, dat de Overheid de kapitaals
uitgaven zorgvuldig temporiseert en zo
veel mogelijk uitstelt tot latere perio
den van geringere werkgelegenheid.
Zodanig uitstel mag nochtans niet gel
den voor die investeringen, welke nood
zakelijk zijn voor de ogenblikkelijke
productiebehoeften dan wel voor de
productiebehoeften in de naaste toe
komst. Deze investeringen zijn dus on
vermijdelijk teneinde te zijnër tijd te
kunnen geraken tot een duurzame
sanering van de economisché toestand
van Nederland en ter verkrijging van
een meer evenwichtige betalingsbalans.
Het inflatoir effect
'Aan het tekort op de begroting 1948
kan intussen eën inflatoir (geld ver
meerderend) 'effect niet worden ont
zegd.
De grootte van dit inflatoir effect kan
echter niet zonder meer worden gelijk
'gesteld met het totale geraamde tekort
vöor 1948.
In de eerste plaats komen afwijkin
gen voort uit het feit, dat tal van kas
uitgaven eninkomsten in 1948 meer
of minder zullen afwijken van bedra
gen vermeld in de begroting, enerzijds
door het verschuiven van uitgaven en
nkomsten voorkomende op vroegere
begrotingen, naar 1948 en anderzijds
oordat uitgaven en inkomsten, voor
komende op de begroting 1948, ten dele
eerst in latere jaren zullen worden ver
werkelijkt.
Een tweede vermindering van dit in
flatoir effect komt voort uit de om
standigheid, dat in een aantal gevallen
uitkeringen zullen plaats vinden on
rekeningen waarvan het tegoed eerst
wordt uitbetaald op het tijdstip, waarop
de te voren vastgestelde aanwending
mogelijk wordt. Het betreft hier scha
devergoedingen terzake van huisraad,
bedrijfs- en beroepsgoederen en bepaal
de onroerende goederen, tot een bedrag
van rond 260 millioen. Anderzijds zul-
en echter in 1948 bedragen, geboekt
en laste van de begrotingen van vorige
aren, worden uitgekeerd; het hiermede
gemoeide bedrag kan niet worden ge
schat.
In de derde plaats zal het tekort op
te begroting 1948 geen inflatoir effect
teweeg brengen tot het bedrag der
■taatsuitgaven in het .buitenland, dat
■ai worden gefinancierd door middel
an credieten.
Indien men zich niet tot de begroting
eperkt. doch dév overheidsactiviteit ir.
ruimer verband beziet, kunnen enige
•erdere factoren worden genoemd, die
De toeneming der nationale productie
werd begunstigd door de geleidelijke
stijging der arbeidsproductiviteit, mede
efigevolge van verbeterde outillage, als
mede door een meer- regelmatige aan
voer van grondstpffen, waardoor een
grotere continuïteit in de bezetting der
bedrijven werd mogelijk gemaakt.
Een complicatie 'was gelegen in de
stijging der grondstoffenprijzen onder
r.vlced van de voortgezette stijging der
prijzen opde. wereldmarkt.
Deze stijging kwam in het bijzonder
tot uiting in de agrarische sector, het
geen de financiële positie van het Lanct-
bouwegalisatiefonds ongunstig beïn
vloedt. Slechts door het verlenen van
grotere subsidies was het mogelijk te
gröte spanningen tussen het loon- en
het prijsniveau te verhinderen.
Wat de economische verhouding ten
■pzichte van het buitenland betreft
alt een geleidelijke, maar helaas nog
nvoldoende verbetering van de export
e constateren.
Ondanks deze- stijging zal Nederland
r, 1948 nog bij lange na niet in staat
ijn ten volle in eigen behoefte te voor-
ien. De omvangrijke materiële midde-
en, die zijn gemoeid mét de Wederóp-
jouw, nopen tot een importpeil, dat
■nder de huidige omstandigheden be-
angrijk ligt boven de exportmogelijk
heden.
In verband met een en ander is
buitenlandse financiële hulp geduren
de de eerstkomende jaren een onont
koombare noodzakelijkheid.
Een moeilijkheid hierbij is, dat de
credieten moeten worden verkregen on
der zodanige voorwaarden, dat een syn
chronisatie van rente- en aflossingsver
lichtingen met de stijging der binnen-
andse productiviteit wordt bereikt. Het
s duidelijk, dat met dit laatste geruime
ijd is gemoeid.
Weliswaar worden de eigen deviezen-
eserves van Nederland in toenëmende
nate aangesproken, teneinde in de grote
■ehoefte aan deviezen, te voorzien, doch
deze weg is ten enenmale onvoldoende
m de bestaande tekorten te kunnen
dekken.
Omvangrijke buitenlandse credieten
zijn nodig, ook ongeacht de bestaande
noodzakelijkheid met kracht te stre
ven naar een verdere verbetering van
de binnenlandse economische toe
stand.
Opvoering der besparingen
In hoge mate gewenst is voorts een
opvoering van het peil der binnen
landse besparingen, zowel ter finan
ciering der noodzakelijke iiivesU-rin-
gen en overige behoeften, als ter be
strijding van het gevaar der inflatie.
Hoewel er naar gestreefd is bij de
overheidsdiensten zo groot mogelijke
ezuinigingen tot stand te brengen,
v/ijst de minister er op, dat ook in de
n de toekomst met kracht in deze
ichtmg moet worden voortgegaan.
Da.t hierbij de soort en de aard van
e uitgaven mede bepalend zijn voor de
raag of en in welke mate en tempo
■ezuinigingen kunnen worden aanb
racht, spreekt voor zichzelf
Reeds in de aanhef van deze Nota
heeft de minister er op gewézen,
dat het uitgavenoverschot ad 1566
millioen voor het grootste deel bestaat
uit uitgaven, welke nodig zijn, tenein
de een vergroting der productiviteit in
de komende jaren mogelijk te maken;
n.l. bjjna 470 millioen, welke z(jn op-
hetzij inflatoir, hetzij deflatoir zullen
werken.
Credietverlening aan Indie
Een inflatoire werking zal uitgaan
van de voortgezette credietverlening
aan Indië. Aannemende, dat het de
betsaldo van de rekening-coiirant van
Nederlandsch-ïndië bij 's Rijks kas,
(de z.g. Thesaurie-rekening) jn 194S
in hetzelfde tempo zal aangroeien
als in 1947, kan een toeneming wor
den verwacht van rond ƒ200 mil
lioen.
Slechts zal een inflatoir effect niet
anwezig zijn, voorzover het Nederland-
e bedrijfsleven in de credietbehoeften
an Indië uit eigen middelen voorziet.
De minister stelt zich voor zeer
binnenkort de indiening van een wets
ontwerp te bevorderen, waarbij de
credietverlening aan Indië, noodzake
lijk in verband met de financiële cn
economische overeenkomsten met dit
gebiedsdeel, nader wordt geregeld.
Deflatoir zal anderzijds werken de
betaling van de aanslagen in de vermo-
gensaanwasbelasting en in de vermo-
gensheffing ineens, voorzover dezezal
plaats vinden in vrij geld. Op 31 Juli
1947 was aan vermogensaanwasbeias-
ing geïnd 29.1 miliioen, waarvan haar
11e waarschijnlijkheid ongeveer 15 pet.
werd voldaan in vrij geld.
Voorts is van betekenis het verloop
an de besparingen en van de investe-
ingen in de particuliere sfeer. Mogen
de besparingen in de vorm van de reser-
ering door de bedrijven in een belang
rijk deel der investering.sbehoe£ten
oorzien, de besparingen door de c°n'
umenten, welke voor dat doel eVCJ\
eer nodig zijn moeten afgezien v
die, welke in de vorm van verzeg
gen op lange termijn geschieden
aatste maanden weinig bevrea o
worden genoemd.
De minister stelt zich J®01) j"
nauw overleg met de
stellen Nationale Spaarraad, a»w <m
punt binnenkort bijzondere acht
te wijden.
Nationaal budget ontbreekt
Tot zijn leedwezen is. nunistër ciit
aar niet in staat om het.01ntwerp ,jer
tijksbegroting te plaatsen tegen de
chtérgrond van' het nationaal budget.
Sen der grondslagen, waarop onder de
huidige omstandigheden een aodanig
udget moet berus is <je nuip,
velke door crediet 01 °P andere wijze
an het buitenland kan worden verkre-
en. De deviezenvoorziening js thans de
egulator van de economische activiteit,
ïezien de grote onzekerheid omtrent de
nate van buitenlandse hulpverlening
met name in bet kader Van het Z-g-
plan-Marshall ls het niet mogelijk
om redelijk verantwoorde schattingen
te doen omtrent de omvang van import
en export en van het niveau van de al
gemene bedrijvigheid. Zodra zulks wei
mogelijk is. za' tot de opstelling van een
nationaal budget worden overgegaan.
tVel wil de minister er op wijzen, dat,
gezien de grote betekenis, welke het
westelijk halfrond voor ons heeft als
■everancier van grondstoffen en voe
dingsmiddelen, kan worden aangenomen
dat'globaal 2/3 van het tekort uit de
handelsbalans uit dit halfrond moet
v orden gedekt.
De minister heeft hiervoren de licht-
n schaduwzijden van deze begroting
besproken en die voorzoveei doen-
ijk gesteld in het kaderivan de eco-
■omische toestand des lands.
Hoewel deze toestand door ernstige
gevaren wordt bedreigd, waarbij vast
staat, dat ondanks inspanning van
alle krachten hulp van het buiten
land onontbeerlijk is, is hij toch van
mening, dat de uitvoering van het Re
geringsprogramma, zoals het .in de
begroting is weergegeven, de weg
open houdt, die uit de huidige ar
moede tot groter welstand leidt en een
verdere schrede betekent in de rich
ting van het economisch, sociaal en
cultureel herstel, een schrede, die ons
volk, zolang er kans op voldoende
hulp bestaat, sich mag voornemen
te zetten.
De aftredende Rector Magnificus,
prof. dir. A. J. M. Mulders bracht uit
voerig verslag uit over de lotgevallen
der Hogeschool in het afgelopen jaar.
Hij memoreerde allereerst een reeks van
academische plechtigheden en werk
zaamheden, waaronder opviel een ge
slaagde en waardige, „stijlvolle" De
Sage ben Broek-herdenking. In de loop
van het studiejaar hadden 10 promotle's
plaats, waaronder 3 cum lande.
Na deze eerste opsomming zeide de
Rector Magnificus:
„Het lijkt mij hier de plaats om te
vermelden, dat de academische senaat
op 28 Februari 1947 besloten heeft, het
ere-doctoraat in de Letteren en Wijs
begeerte toe te kennen aan de heer
L. J. Rogier te Rotterdam. Dit is het
eerste ere-doctoraat, hetwelk onze uni
versiteit verleent. Dat men hiermede
niet heeft willen wachten tot de viering
van het vijfde lustrum, hetwelk hier
voor een geschikte gelegenheid zou heb
ben geboden, pleit voor die bedoeling
om aan de ere-doctor, wiens uitzonder
lijke verdiensten eenstemmige waar
dering vonden, gee" dag' lafh>er daal
nodig de summos honores te onthou
den Ik moge prof. dr. R. R. Post, na
het overlijden van prof. dr. J. D. M.
Corneiissein, door de senaat als promo
tor aangewezen, verzoeken zich van de
hem opgedragen taak te willen
kwijiten".
De promotie-plechtigheid
De promotor, prof. R. R. Post, be
gon zijn rede met in het licht te stel
len de enorme werkkracht van de pro
movendus, die zovele records verbeter
de; hoe deze geleerde zonder gym
nasiale of universitaire opleiding, doch
met twee middelbare actes zioh eerst op
hét gebied- -van Ned. taal en Geschiede
nis belde bewoog, doch hoe gaandeweg
zijn belangstelling voor historie de over
hand nam, hoe hij geleidelijk aan zijn
studie-terrein uitbreidde, wan stad tot
gewest, van lagere tot hogere perso
nages. en hoe hij ten.^°b^0t/erste
samenvattende oVerzl de ge-
geschiedenis va" katholi
cisme, dat der f eeuw
tot stand brarhh een overzij dat
eensynthese afval en op
leving" van het 0 pfsleven in dit tijd
perk. Onder rg van- details wist
de schröv®r de grote lijn vaat
te houden-
Uoewekdiep doordrongen van de
plicht rot objectiviteit van de ge-
schiedschrijver, bracht hij toch vrij
moedig het katholieke standpunt
naar voren. Niet onkundig van tegen
woordige problemen, durfde hij ook
een origineel standpunt te verdedi
gen, wanneer dit door het onderzoek
gerechtvaardigd scheen; „de durf
heeft ook in de wetenschap zijn
waarde".
„Namens de Senaat begroet Ik u
als de volgroeide historicus", riep
spreker uit.
De heer Rogier, vervolgens heit woord
verkrijgend, dankte in een pittige speech
voor die lofrede, over hem uitgespro
ken. Hij wilde noch al te bescheiden
zijn, noch als autoriteit poseren, doch
gaf op geestige wijze te verstaan, voor
zichtig te willen zijn bij het aanvaarden
van de eer, hem bewezen.
„Hoe graag het ijdel haait die eer
ook in ontvangst neemt, het nuchter
brein waarschuwt ervoor, daar iedere
wetenschappelijke arbeid tenslotte toch
wordt tot een object van academisch0
vivisectie door toekomstige geleerden-
generatieis".
Alle bereikte resultaten van deze orde
beschouwde hij niet zozeer als een be
loning dan ais een plicht tot verder
werken. En hij sprak de hoop uit, dat
zijn werk tot de academische zelfstan
dig-wording van de studie der ge
schiedenis der laatste eeuwen van het
Ned. Katholicisme zou bijdragen.
Vervolg overdrachts-rede
Hierop nam de Rector Magnificus
wederom het woord, om in een breed
voerig betoog de inter ^universitaire
contacten (hij wees speciaal op die met
Leuven), de wederwaardigheden der
studenten-gemeenschap en talrijke an
dere gegevens de revue te doen pas
seren.
Vervolgens bracht de aftredende
Rector-Magnificus dank aan veie milde
ge-vans, andar wie ook Z. H. de Paus.
en vele personen en instellingen to
Amerika, en opende dan een perspeotief
op de toekomst, waarin vooral de me
dische faculteit als de grote wens ge
voeld wordt, alsook een school voor
politieke en sociale studieën, een missae-
wetenschappelijk instituut, waarvoor de
plannen door de St. Radboud-stichting
reeds zijn -goedgekeurd, en een afdeling
voor de studie der Oosterse kerkelijke
wetenschappen.
"Ia de bewering te boud, dat er
zit bi de plannen voor
de uitbouw van het wetenschappelijk
apparaat van onze Hogeschool".
to het hier volgend oyerzicht van de Buitengewone Dienst zijn de uitgaven,
.«nadelen en saldi niet nooiastuksgewjjs weergegeven, doch met het oog op het
inzicht in de materiële inhoud van deze dienst gerangschikt naar uitgaven-
groepen en in vergeliJKlng gebracht met de overeenkomstige gegevens van 1947,
dle tussen haakjes »J" geplaatst (in millioen guldens),
UITGAVEN EN oNTVANGSTEN VAN AFLOPEND
Karakter
Expeditie voor herstel van 0rde en rust in Indië en
liquidatie oorlogvoering, waaronder begrepen uitga
ven vo°r reSp' ^totosfén van de geallieerden en saldo
Scheepvaartfonds (350ó)
Steun bi> her.b°uw en noodhulp, waaronder verstaan
de uitgaven m verband met oorlogsschade, andere
schadevergoedingen, zee- en luchtvaartverzekerings-
viret, ïandbouwherstel, reconstructie van de koopvaar
dijvloot energievoorziening uit Duitsland verzorging
oorlogsslachtoffers, bijzonaere uitkeringen aan ge
meenten, aflossing langlopende buitenlandse credieten
steunverlening aan gesloten bedrijven, oogstwerk-
zaamheden, repatriëring
Uitgaven in verband met "ie uitvoering van de wet
op het consumentencrediet
Voorzieningen in afwachting en ten behoeve van de
wederinschakeling van arbeiders in het productie
proces, t.w. wachtgeldregelingen, overbruggingssteun
andere sociale bijstand
Overheidsbemoeiing met distributie en prijsregeling,
t.w. C.D.K., tegemoetkoming gemeentelijke distributie-
kosten, Rijksbureau voor handel en nijverheid, prijs-
toeslagen, aan- e" verkoop van grondstoffen en pro
ducten (hierin echter niet begrepen het nadelig saldo
van het Landbouwcrisisfonds)
Bijdrage aan het welvaartsfonds Suriname
Bijzondere rechtspleging e.a. zuiveringsmaatregelen en
herstel rechtsverkeer
Totaal uitgaven en ontvangsten van aflopend karakter
KAPITAALSUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN
Kapitaalsverstrekking en credietverlening aan Staats
bedrijven, -fondsen en -instellingen
Credietverlening aan particuliere instellingen
Aanschaffing van materiële uitrusting leger en vloot
Overige kapitaalsposten
Nieuw-, aan- en verbouw en aankoop van gronden en
opstallen door bemiddeling v. d. Rijksgebouwendienst
Totaal kapitaalsuitgaven en -ontvangsten
Totaal Buitengewone Dienst
Uitg.
midd.
nadelig
saldo
281.9
(350.0)
0.9
(2.6)
280.1
(347.4)
623.5
(704.2)
14.5
(12.9)
609-0
(691-3'
1.9
(183.5)
(100.0)
1.9
(83.5)
(16.0)
(16.0)
99.4
(77.6)
23.7
(26.1)
75.7
(51.5)
8.0
(8.0)
*80
(8.0)
48.9
(95.3)
15.1
(19.2)
33.3
(76.1»
1.062.7
(1.434.6)
54.2
(160.8)
1.0085
(1.273.8)
79.3
(143.1)
4.7
(2.7)
42.5
(29.2)
36.8
(113.9)
4.7
(2.7>
47.9
(194.0)
47 9
(194 0)
325.7
(159.9)
7.1
(7.3)
318^6
(1526'
11.3
(3.4)
ll;
(3*
468.9
(503.1)
49.6
(36.5)
419
(466'
(1937.7)
103.8
(197.3)
1.427',
(1.740-