Naar uitzetting van de woningbouw mi 1^4 HETj GESCHENK AAN DE SULTAN fi Belangrijke taak voor plaatselijke organisaties SS SifC™ s. Om de olie in Perzië lèéÊ wÊM door Francis Gerard ZATERDAG 18 OCTOBER 1947 PAGINA 4 Troepen mobiel wegens sovjet-druk npi SS- BEPERKING VAN HET BENZINE-GEBRUIK ..ZOON VAN AMERIKA" 11 Prn Vvfer een kop;ie thee' De vraag dringt zich op, hoe komen we in deze tijd aan zo groot mogelijke uitbreiding van het aantal woningen? Er zijn drie wijzen waarop de bouw van woningen kan plaats vinden. Allereerst is er het middel, dat ieder gezin zijn eigen woning bouwt. Dit systeem, waarbij eenieder die een gezin sticht zorgt voor zijn eigen huis, zoals men toch ook zorgdraagt voor eigen meubelen en huisraad, is ontegenzeg lijk het meest ideale. Overheid en par ticuliere instellingen geven aan de ver wezenlijking hiervan een zo groot mo gelijke medewerking. Te denken valt hierbij aan de in Januari van dit jaar tot stand gekomen financieringsrege ling voor de particuliere woningbouw, do organisatie der bouwspaarkassen en de hypotheekbanken. Maar helaas, voor grote groepen van ons volk zijn zij on genoegzaam om met die hulp tot de bouw van een eigen huis te geraken. Nog altijd zal men daarnaast de be schikking dienen te hebben over een kapitaaltje, of zal men daartoe een jaarlijks spaarbedrag moeten kunnen afzonderen. Zeker in deze toch al zo zware tijden is lang niet ieder in de mogelijkheid om aan deze voorwaarden te voldoen. In de tweede plaats zou, gezien het grote belang dat de maatschappij als zodanig bij een goede volkshuisvesting heeft, de overheid zelve woningen kun nen bouwen ten einde deze aan de bur gers ter beschikking te stellen. Zij, die het beginsel huldigen, dat de overheid in zo groot mogelijke mate heeft zorg te dragen voor alle sociale voorzienin gen, zullen dit systeem ongetwijfeld toe juichen. Maar in overgrote meerderheid is men nog altijd de overtuiging toe gedaan, dat de overheid niet de meest aangewezene en de meest geschikte is om woningen te bouwen en te ex ploiteren. Het verdient in het algemeen aanbeveling, dat alles wat het particu lier initiatief zelf tot stand weet te brengen van overheidsbemoeiing wordt vrijgelaten. Ten tijde dat in de bouw van woningen een rendabel bedrijf werd gezien was het dan ook zo, dat de over heid er niet aan dacht zich daarmee bezig te houden. Alleen daar waar de particuliere bouwexploitanten achter wege lieten het stichten van woningen voor een bepaalde categorie van bur gers, b.v. de minder gesitueerde arbei ders, omdat dit soort woningen geen voldoende winst kon opleveren, schiep de overheid middelen welke deze bouw stimuleerden of ging daartoe zelve over. Een derde middel om tot de bouw van woningen te geraken is gelegen in de oprichting van particuliere organi- satiën, welke zich uit sociale overwegin gen ten doel stellen in het belang van verbetering der volkshuisvesting werk zaam te zijn en dit doel trachten te be reiken door de oprichting van woningen. Zolang het nog niet mogelijk is, dat ieder gezinshoofd zijn eigen huis laat bouwen zijn deze organisatiën de meest geëigende om de bouw van woningen te behartigen. In tegenstelling 'ot de par ticuliere bouwexploitanten immers ne men zij het werk van de woningbouw ter hand niet ten bate van eigen gewin of voordeel, maar louter en alleen ter vervulling van een sociale taak. De woningen, welke deze organisatiën bou wen worden ter beschikking gesteld te gen een huurprijs welke ten hoogste genoegzaam is om de werkelijke stich- tingskosten te dekken. Als organisatiën, in het leven geroe pen uitsluitend met het doel werkzaam te zijn in het belang van verbetering der volkshuisvesting, kent de wet N.V.'s, stichtingen en verenigingen. De meest geëigende vorm voor een woning bouwcorporatie is die der vereniging. Een woningbouwvereniging is een organisatie van personen, die er naar streeft voor haar leden woningen te stichten. In beginsel zal eenieder lid kunnen zijn. Alvorens haar taak te kun nen vervullen zal de vereniging bij ko- Dienstmeisje: Mijnheer komt niet thuis voor morgen. Bezoeker: Kan ik dan hier mis schien zolang wachten. Op twee plaatsen aan de Perzische zjjde van de grens met de sovjet-unie is, naar verluidt, de staat van beleg af gekondigd. Het Perzische blad „Egh- dam" meldt voorts, dat Perzische troe pen defensieve posities hebben ingeno men langs de grens met de sovjet-unie en Turkije. Deze maatregelen zijn geno men aan de vooravond van een belang rijke verklaring over de olieconcessies, die Ghavam Es Soeltaneh, de Perzische premier, naar verwacht wordt tijdens dit weekeinde in het parlement zou af leggen. Volgens het genoemde blad zijn de troepenbewegingen het gevolg van „nieuwe druk" van de zijde der sovjets in verband met de olieconcessies. Hoe wel officieel is meegedeeld, dat Ghavam- Es-Soeltaneh Zondag in het parlement zijn standpunt zal uiteenzetten over de onderhandelingen met de sovjet-unie, blijven de Perzische bladen zulks als onwaarschijnlijk beschouwen. nimklijk besluit moeten worden toegela ten, terwijl zij daarnevens voor het kunnen verrichten van de nodige rechts handelingen, zoals het kopen van grond, het houden van aanbesteding en het sluiten van huurovereenkomsten, rechts persoonlijkheid dient te bezitten, welke wordt verkregen door koninklijke goed keuring harer statuten. Voor de finan ciering van grondaankopen en der vol ledige bouwkosten ontvangt de vereni ging een voorschot uit de kas der ge meente, welke laatste eenzelfde voor schot van het rijk ontvangt. Afgezien van het bedrag der stichtingskosten, welke als gevolg van de na de oorlog opgetreden prijsstijgingen zijn verdrie voudigd, wordt de huur der woningen vastgesteld op een bedrag overeenko mende met dat van soortgelijke wonin gen gesticht vóór Mei 1940. Het nadelig saldo, dat onvermijdelijk uit de exploi tatie voortvloeit, wordt gezamenlijk door rijk en gemeente gedragen. Het type woningen, door een woning bouwvereniging te bouwen, zal zich ge heel aanpassen aan de werkelijke be hoeften, terwijl er daarbij angstvallig voor zal worden gewaakt, dat de huur prijzen geen bezwaar opleveren voor de gegadigden. Het vorenstaande moge genoegzaam zijn om duidelijk aan het licht te bren gen de grote waarde ener plaatselijke woningbouwvereniging. In het bijzon der in deze tijd, nu het vooralsnog uit gesloten is dat bouwexploitanten huur woningen stichten, en slechts een klein percentage der bevolking in staat is een eigen woning te bouwen, is het be staan van een zodanige vereniging, ook in de kleinste gemeenten, een dwingen de noodzaak. Waar zij achterwege blijft zal de toekomst onvermijdelijk de ern stigste nadelige gevolgen daarvan heb ben te dragen. Zij, die doordrongen zijn vain him sociale plicht, maar in het verleden op dit terrein neg geen taak vervulden, mogen in het vorenstaande aanleiding vinden om waar nodig in h..n eigen gemeente het initiatief te nemen voor de totstandkoming van een woningbouwvereniging Ook op de bestuurders van gemeen ten, meer speciaal van die der kleinere, rust hier een ernstige plicht. De over heid heeft immers op het gebied der volkshuisvesting een zware en verant woordelijke taak. Zij dient zeker in deze dagen alle middelen in te zetten om verbetering te brengen in de allerwegen ondraaglijke woningtoestanden, welke reeds thans de tekenen van zedelijk en geestelijk verval met zich dragen. Daar om geven zij, waar nodig, de stoot er aan om te komen tot de oprichting van een plaatselijke woningbouwvereniging Hiermede zal dan althans voor het ogenblik het middel zijn geschapen om na verloop van tijd te komen tot de ver wezenlijking van het ware ideaal, een afzonderlijke, aantrekkelijke woning voor elk gezin van welke bescheiden maatschappelijke welstand dan ook. Want dit dient voorop te staan, niet de kapitalist of welgestelde burger alleen zal de beschikking moeten hebben over een woning waarin het aangenaam U te verblijven, maar ook het meest eenvoudige arbeidersgezin zal een huis moeten kunnen bewonen, waarin het met blijdschap en vreugde vertoeft. En dat kan ongetwijfeld, ondanks de ver arming die de achter ons liggende jaren hebben gebracht. J. J. J. M. FESTEN Heiloo. Onlangs meldden we, dat het niet in het voornemen ligt het rijden met perso nenauto's gedurende drie dagen per week te verbieden. Het centraal over leg wegverkeers- en vervoersorganisa ties, waarin zijn verenigd de ANWB, de KNAC, de KNMV, de EVO en de vak groepen goederenvervoer en personen vervoer langs de weg, heeft zich nu met een uitvoerig adres gericht tot de minis ters van economische zaken en van ver keer en waterstaat. In dit adres worden de bezwaren, welke van de zijde van het motorwegverkeer tegen een eventuele gedwongen beperking van het benzine- gebruik bestaan, volledig behandeld. RICHARD WRIGHT'S Het gesprek van de dag UW BOEKHANDELAAR wacht tj. Reel. BERGEN T V. De bietencampagne in Halfweg is in volle gang. Dagelijks worden per schip en vracht' auto duizenden k ilo s aangevoerdm Maar men verwacht dan ook een opbrengst niet veel lager dan verleden jaar: 120.000.000 kilo, dit is 18.000.000 kg. ruwe suiker.En toch blijft het nog altijd maar schraaltjes scheppen in onze suikerpot. IN TE LEVEREN BONNEN Door detaillisten voor de week van 19 tot en met 25 October 1947 SUIKER' N 03 div. (2 rts.), N 13, N 14 div., N 21 suiker rts. b. G 14 (1 rts.); Te verstrekken no. coup. C 430, 481. VERSNAPERINGEN- n 01 versnap. (C.8 rts.), N03 versnap Rts. b. G 12 (0.4 rts.) Te verstrekk. no. coup. C 478, C 479. Af loss. week 21—27 Sept. 1947. BROOD: P 03 rts. (16 rts.), p 06, P 13 res., P 01 P 11, P 21 brood (3 rts.), Rts. b. G. 21 (4 rts.) Coupure X 150. Te verstrekk, no. coup D 041 Patent bloem, D 042 Inlandse bloem, D 043 Roggemeel. BLOEM: M. 17, 16 res. (5 rts.) N 02. N 12 div, Rts. b E. 22, G 22 (1 rts), Rts. b. E 23. G 23, 214 rts. Te verstrekk. no. coup. C 432, C 483. Afloss. week 21—27 Sept. 1947. MELK: N 13. N 15 melk (10 rts.) N 05 melk (6% rts.) N 03 melk (6 rts.) N 21 melk (5 rts). N 01 melk (4 rts.) Rts. b. G 39 (1 rts. Te verstrekk. no. coup. E 004. Afloss. week 2127 Sept. 1947. WASPOEDER: M 04, M 12, div. M 16 res. Rts. b. E en G 45 (1 rts.) Te ver strekk. no coup. C 484. Afloss. week 27 Juli—2 Aug. 1947. TABAK (Detaillisten) N 01, N 03 tabak (2 rts.) Rts. b. G 66 (1 rts.) Te verstrekk no. coup. C 485, C 486. Afloss. week 21 27 Sept. 1947. TEXTIEL: Detaillisten. Toewijzingen Distex MD 85, 101 t.m. 140 VA VB, VC VD, VE 605 B, C, D E, F C5 p.)i A, B, C, D, E, G VA 705 1 en 5 pnt B 82 (Deze week voor het laatst). C 82 1 en 10 p. Van iedere kaart behoeven de bonnen van gelijke waarde niet op afzonderlijke opplakvellen. Minimaal 200 pnt. Hoedenzaken en kleine zaken 100. Veelvouden van 10. Ook per groep. Con« rectiebedr. en Contectionneurs. Mach- tingen Confectie .Handelscoupures. Voor hen waarvoor deze week is aan gewezen. BRANDSTOFFEN, INDUSTRIEKOLEN Coupures. B, C, D, E. verbruikers. Geen vervangingstoewijzingen. BRANDSTOFFEN: TA 707, 74 BV, 75 BV TB 707 74 BV (3 rts.) WA 707 1 tm 6 per. (1 rts.) WB 707 1 t.m. 6 per. (5 rts.) Rantsoenbonnen 1 eenheid 1947- 1948 1 rts. - gelegenheid tot inlevering van ae rantsoenbonnen E 22, E 23 E 45" SOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQCilOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOGGGOOOGOOOOOOOOOOOOOQ Ons Romanbijvoegsel XDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOSOOOOGOOOOOOOOOOOOOOÓ INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE Tijdens een wandeling wordt de oude heer Ambrose Pennyfeather door een onbekende doodgeschoten. Van dader en motief ontbreekt ieder SPGraaf George Lanchester en zijn broer Yves zijn onder de indruk van het drama, dooh er zijn boven dien andere zorgen: de volgende mor gen moet een snoer met zeer kostbare atenen van smaragd worden gehaald bij de sultan van Sulungu, dae ieder jaar van de Engelse konmg een nieuwe steen erbij krijgt als teken n vriendschap. Daar graaf La wegens ziekte zelf het halssnoer kan halen, gaat zijn broer Yves, - gezeld door John Meredith, die beroemd detective is. Ze worden op onheuse wijze do de sultan ontvangen en brengen daarna het snoer naar de beroemde juwelier, Jean Monachet, die consta teert, dat de stenen vals zijn. De sultan blijkt misleid te zijn en het halssnoer aan oplichters te hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn nicht, Anne de Vassignac, die nog steeds aanspraak doet gelden op de troon van Sulungu. Ook tegen de secretaresse van Lord Lanchester, miss Norma Hai-ley, koes tert Meredith verdenkingen In werke lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey te heten en in de kring van gravin de Vassignac te hebben verkeerd. Intussen heeft Philip Horton, een medewerker van de gravin, 'n leeg staand huis, grenzend aan het kerk hof waar mr. Pennyfeather begraven ligt, betrokken. Meredith leest een rapport, dat Scotland Yard hem per speciale koe rier deed toekomen. Scotland Yard had het telefoontoe stel van Anne de Vassignac voortdu rend onder bewaking gehad en de ganse dag zat een secretaresse te luisteren, of de gravin een gesprek zou voeren, dat dan onmiddellijk stenografisch zou worden opgenomen. Aanvankelijk had het geleken, of deze voorzorgsmaatrege len tevergeefs waren genomen en dat de gravin niet zo onvoorzichtig was, vla haar eigen telefoon belangrijke gesprek ken te voeren. Maar gisterenavond had ze het dorp, waar mr. Pennyflather ver moord was, aangevraagd en een verbin ding gehad met nummer 85. Een man nenstem antwoordde haar. Het rapport van dit gesprek luidde als volgt: De gravin: Philip, ben jij 't 1. De mani Ja Anne. De gravin: Ik kan niet lang met jc spreken, Philip, want ik moet oppassen. Toch wilde ik je even .vragen, of alles in orde is. De man: Alles is prima in orde. Al leen wacht ik nu op de kerels, die zul len komen. Hoe lang denk je, dat ik hier zal moeten blijven? De gravin: Dat weet ik nog niet. Het hangt van de omstandigheden af. De man: Voor ik het vergeet: toen ik gisteren hier arriveerde, was Norma in dit huis aanwezig. De gravin: Die kleine idioot! Laat ze toch haar verstand gebruiken. Ver bied haar, je nog eens te bezoeken, Philip. Ze mag dat huis niet meer be treden. De man: Ik heb het haar al verbo- eï's maar •'e weet zelf, hoe eigenwijs De gravin: Hoe dan ook, je moet er voor zorgen, dat ze niet meer komt. Dat zou maar argwaan wekken Tol ziens. Op dat moment had de gravin het gesprek weer verbroken. Scotland Yard had zich toen m verbinding gesteld met de politie van IVeyland en had verno men, dat nummer 85 het toestel was van het landhuis „Vine Cottage", dat, zoals we reeds weten, aan een oude da me toebehoorde, die het voor zes maan- den verhuurd had aan een zekere mr. Philip Horton uit Londen. Detectives waren intussen bij Paul'o hotel, dat voortdurend bewaakt werd, te weten gekomen, dat deze mr. Horton vóór zijn vertrek naar Weyland her haaldelijk bezoeken aan gravin de Vas signac had gebracht. Kolonel Anson had zich ook in ver binding gesteld met het Departement van Oorlog en daar vernomen, dat een half jaar geleden Philip Horton nog kapitein bij de genie was geweest, docli uit dienst ontslagen was wegens mal versaties. Meredith keek op van het rapport en zei: Ik heb geen antwoord mede te geven, doch dank kolonel Anson al lerhartelijkst namens mij. Toen de jongeman weer verdwenen was, keek Juanita haar echtgenoot vra gend aan. Je schijnt nogal ingenomen met die mededelingen in dat rapport, John? Inderdaad, heel erg ingenomen zelfs, Juanita, bekende Sir John: Ik ge loof, dat we stap voor stap nader ko men en voor verrassende dingen zullen komen te staan. Tk ga een grapje uit halen. Ik ken die grapjes van jou wel, klaagde Juanita: Zeker weer vannacht ergens rondsluipen, met een revolver in de ene en een gummieknuppel in de andere hand. Sir John schudde opgewekt het hoofd. O neen, lieverd. Zo wreedaardig ben ik heus niet meer. Ik ga een brief dicteren. Een brief dicteren?, vroeg Jua nita verbaasd, niet begrijpend, wat de bedoeling hiervan kon zijn: Enfin, dat is tenminste niet gevaarlijk. Niet gevaarlijk? Heus, Juanita, er is niets gevaarlijker dan het dicteren van een brief. Zijn plan werd echter voorlopig ver hinderd, omdat de butler hem een brief kwam brengen. Toen hij zijn meestei deze op een zilveren blad aanbood, zei de huisknecht: Deze brief is zo juist per expresse bezorgd, Sir John. Op de envelop stond Meredith's naam, geschreven met een typisch vrou- elijke hand. Vergiste Sir John zich, als hij het handschrift ook karakte ristiek Frans vond? Er was een En gelse postzegel op geplakt en toen Sir John de envelop openscheurde, zag hij op het briefhoofd het hem bekende wapen van Paul's hotel. Er zat één vel in en bovenaan stond: „Aan Sir John, met hartelijke groeten van gravin Anne de Vissignac". Toen Sir John het epistel gelezen had, drukte zijn gezicht zowel ver wondering als plezier uit. Hij glim lachte en las het briefje nogmaals. Er stónd een versje op, vijf regels, een onbegrijpelijk ding, dat nochtans zekere bedoeling moest hebben. Sir John sprong op, wandelde het terras op en neer en las de 'vreemde bood schap voor een derde maal. Juanita, zei hij plotseling: Wil je dit briefje eens luid voor me voorle zen? Wees er niet al te verwonderd over; het is een vers. Lees het achter elkaar, zonder enige onderbreking of commentaar. Ook als je klaar bent met lezen, moet je nog niets zeggen. Juanita las: Zoek het lager dan gij dacht, zoek het juweel niet bij die leven, Sir John; er is een dodenwacht ver boven liefd' en haat vérheven dre 't ons, niet u, terug zal geven. Wat heeft dat in 's'hemelsnaam..;, riep Juanita verbaasd uit, zodra ze de laatste woorden gelezen had. Haar echtgenoot viel haar in de rede: Je zou niets zeggen, Juanita. Ja maar Goed, goed, het is niet zo erg; het is duidelijk, da* je er niets van begrijpt In ieder geval geloof ik, dat we de op Tossing van dit raadsel niet in de hemel zoals jouw uitroep luidde moeten zoeken, doch veeleer op of onder de 3>3<rd6 Hij las het vers nog een3 en schudde toen het hoofd. Het lijkt er op. of de gravin zich ten koste van mij een grapje wil ver oorloven. Ze moet zich wel heel sterk wanen, en er heel erg van overtuigd zjjn, dat ik het snoer nimmer te pakken zal krijgen. Geloof je niet, John, dat zij met dit rare vers de clou aanwijst?, vroeg Juanita voorzichtig. Meredith dacht over deze woorden na, terwijl hij zijn vrouw ernstig aan keek. Tenslotte zei hij: Maar waar om zou ze dat dan doen? Waarom? Ze kan er niets bij winnen. Hij fronste de wenkbrauwen, ontstemd over de verregaande spot van de gravin. Als ze er inderdaad de clou mede aanwijst, vervolgde hij:, dan moet ze niet alleen heel erg zeker van haar zaak zijn, dóch tevens mij als een dwaas be schouwen, als iemand, die zelfs met de sleutel van het drama in handen, het nóg niet ontraadselen kan. Hij las hardop: „Zoek het lager dan gij dacht, zoek het juweel niet bij die leven." Zou ze bedoelen, dat je tijdens je leven het antwoord niet meer te weten zal komen? Sir John knikte: Dat kan wel. Laat me verder gaan: „Sir John, er is een dodenwacht, ver boven liefd' en haat verheven, die 't ons, niet u, terug zal geven." Ik kan me moeilijk voorstellen, dat de gravin je uitnodigt om je te la ten begraven, merkte Juanita glim lachend op. Misschien bedoelt ze, dat zij zal zorgen, dat ik binnen niet al te lange tijd aan mijn begrafenis toe ben, ergo: uit de weg geruimd word. Dat ik dan „boven liefd' en haat verheven" zal zjjn, is een tamelijk schrale troost voor me. Ik wilde, Juanita, dat ik die gravin de Vassignac een beetje beter kende, en haar en haar dwaze uitingen beter zou kunnen beoordelen. Er is maar één manier, om iets meer te weten te komen. Welke manier dan?, vroeg zijn vrouw nieuwsgierig. Door naar haar toe te gaan en haar uitleg te vragen, antwoordde John. Maar je gelooft toch niet, dat ze je die zou geven? In tegendeel: ik ben absoluut van mening, dat ze het wel zal doen. Wat voor 'n soort vrouw is die gravin de Vassignac? Ze is heel mooi. Maar daarbij is ze ook uitgerekend en doortrapt ge meen. XX. Uit het raam van zijn grote flat aan de Park Lane, keek zijne hoogheid prins Satsui, majoor van het 53ste regiment van het keizerlijke Japanse leger, naar de groene perken en bomen van Hyde Park. Op dit moment was er mets aan hem, dat ook maar enigermate op zijn hoge afkomst en grote waardigheid wees. Hij was gekleed in een eenvou dige kamerjas, dichtgeknoopt met een lang koord. Aan zijn blote voeten had hij een paar halfversleten pantoffels Zijn lange, slanke en beweeglijke han den had hij tussen het koord gestoken. Zijn hele houding wees erop, dat hij j eigenlijk niets zag van het feestelijke groen in het park, doch slechts bezig was met zijn eigen gedachten. Zo nu en dan flikkerden zijn groene ogen. On rustig sprong hij op, wandelde de ka mer op en neer en nam daarna plaats in een grote, zware fauteuil, waarnaast een tafeltje stond met een theepotje en een kopje. Alhoewel Satsui zich aan gepast had aan de Westerse gewoonte om wijn en gedistilleerd te gebruiken, kon hij toch niet loskomen van het haa3t op ceremoniële wijze drinken van thee, zoals hij dat geleerd had, toen hij met zijn leger in China vocht. Ja, als hij eerlijk moest zijn, verkoos hij zelfs het drinken van thee uit de zeer fijne por seleinen kopjes boven het gebruik van de scherpe dranken, die de Westerling prefereerde. Maar de Westerling ken de dan ook niet het zinvolle ceremo nieel, aldus verklaarde prins Satsui dit verschil in appreciatie. Weer sprong de prins op, wandeiae de kamer rond, stond stil bij een Prac tig Boeddha-beeldje en bleef daar aa dachtig naar kijken, als om op dien nier genezing van zijn onrust te vi Satsui was een telg van een de - ste geslachten van Japan. een rfvnastlP heren had afgeleverd. Satsui nam weer plaats en donk van zijn thee. In gedachten v bleef hij nu zitten. Met dichte ogen zag hij het tafereel voor zich, boe hij kennis had gemaakt met fraT",at de Vas" signac. Daar was heel wat aan vooraf gegaan. Satsui had eerst voorzichtig naar haar geinformeerd haar vrienden uitgehoord. Hij had zich een betrouw baar beeld opgesteld over de voorkeur en afkeer van de gravin, over haar ge woonten, haar ambities, haar mentali teit. Hij bad voorzichtig berekend, hoe ver deze vrouw gaan zou, als het er om ging haar levensideaal in vervulling te zien gaan. Eerst toen hij zich uit deze met stukken en beetjes geoogste gege vens een volledig beeld van de gravin kon vormen, deed hij poging®11 met haar in contact te komen. Deze kennismaking kwam de gravin allerminst ongelegen. Niet, dat de prins haar persoonlijk ook maar enigermate interesseerde, maar hii kon van belang zijn voor het bereiken van haar doel:: de troon van Sulungu. Haar neef, de Sultan, zat nog steeds op de troon en werd gesteund door de Engelsen. Als Anne het nu gedaan zou kunnen krij gen, zich de hulp van Japan te verze keren en aldus de Engelse invloed te vernietigen en haar neef te verjagen... Zo was op hun kennismaking al spoe dig een geheime bespreking gevolgd en allengs was daaruit de samenzwering ontstaan, die Anne de troon van Sulun gu en Japan de controle over de wereld zeeën moest geven. Nu was eindelijk iets van hun listig opgezette plan uitgevoerd, of daar kwam die John Meredith opdagen, als een ernstige bedreiging... Niet alleen Anne had Meredith onderschat, maar ook de prins zelf. Gekrenkt dacht hij terug aan de vernedering, dat hjj door deze Engelsman met één enkele bewe ging overwonnen was, nog wel onder het oog van gravin de Vassignac. Ja, het was een lelijk ding, dat die Mere dith zich nu met deze zaak bezig hield. Misschien kon het zelfs catastrophaal worden, want óók Anne was tegenover Meredith zwakker gebleken, dan de prins verwacht had. Weer begon de prins zijn wandeling, weer hield h;j stil bij het Boeddha-beeld, dat onbewogen voor zich uit staarde. Eigenlijk stom van hem, om dat ge vecht met die Meredith te beginnen, hoewel hij aan de andere kant er niet op had gerekend, dat de man zó snel van beweging was geweest. De kracht van de prins zelf bestond hoofdzakelijk in zijn snelheid en hij was daarin altijd iedereen de baas geweest. Dat zijn eer ste nederlaag Jblst moest plaats vinden in tegenwoordigheid van de gravin, stemde hem wel het bitterst van alles. Hij bad er zich juist zo op verheugd, haar eens zijn overwinning op een min of meer gelijkwaardige tegenstander te hunnen laten zien. Als om de bittere nasmaak van het povere en vernede rende resultaat door te spoelen, nam de Ook had hjj zich geërgerd aan Anne's dwaze plan om haar echtgenoot een versje te laten schrijven en dat naar Meredith te zenden. Hij kon zich maar niet voorstellen, wat daartoe haar drijf veren waren geweest. Misschien haar nimmer bevredigde sensatielust? Ze had er zeer sterke aanwijzingen m ge geven, hoewel die voor een buitenstaan der natuurlijk niet te ontwarren waren, maar gevaar bleef er niettemin be staan, een roekeloos en doelloos opge roepen gevaar. Ja, opwinding, sensatie, dat was wat Anne zocht en ze zou daar zelfs de troon van Sulungu mee verspelen. Maar dat mocht niet! O, niet dat het hem iets kon schelen of Anne of een ander de troon bezette, dat was niets anders dan een aanloopje. Zodra de Japanners voldoende macht in Sulungu bezaten, zodra ze er zich hadden bin nengedrongen en de sleutelposities in handen hadden, wel, dan zou Anne zo goed als ieder ander gewipt worden en zou Sulungu niets anders dan een Ja panse kolonie worden, een uitvalspoort. Hoe dan ook, het was verreweg het eenvoudigst, eerst Anne te gebruiken om in Sulungu binnen te dringen. En het halssnoer? Wel, dat ding was li maar het zou toch misschien overbodig, de zaken licht kunnen vergemakkelij ken De bi gelovige bevolking zou zich eerder van de indien die niet meer met het symbo lische sierraad getooid zou zijn, en ze zou aan de andere kant eerder vertrou wen hebben in Anne, indien die zich er mee kon vertonen aan het volk, waar toe zij boe dan ook wegens haar afstamming behoorde. Goed, dat was allemaal pas van later zorg. Voorlopig kwam het erop aan, dat Anne geen domme dingen meer uit haalde en zich niet meer rechtstreeks tot Meredith wendde. Hij had Toto op gedragen, op de binnenkomende post van de gravin te letten en de brieven, waarvan hij niet zeker was, achter te houden en aan hem de prins, te geven. Verder moest Toto' ieder telefoonge sprek zien af te luisteren, want Anne mocht op geen enkele wijze meer per soonlijk in contact komen met die Me redith, die inderdaad een groot gevaar was. Dan bleef er nog de kwade kans, dat Meredith voor een tweede maal zelf een bezoek aan de gravin zou brengen. Wat moest daaraan worden gedaan? De enige oplossing zou zijn, dat hij uit de weg geruimd werd. Dat zou een heel ernstige onderneming zijn, maar was het bezit van Sulungu niet veel belangrijker? Zelf zou de prins geen aanslag op Meredith wagen, het risico was veel te groot. Neen, hij mocht in geen geval genoemd worden met betrekking tot de dood van de bekende detective, als liet tenminste zover kwam... De prins dacht ingespannen na, op welke manier hij Meredith zou kunnen laten vermoorden, zonder zelf onder verdenking te raken. Na een minuut of vijf verhelderde zijn gezicht. Hij sloeg op een grote gong en zijn bediende trad de kamer binnen. Hama, commandeerde de prins, zorg ervoor, dat binnen twintig minu ten de wagen vóór staat. Ik ga intussen mezelf verkleden. Een uurtje later parkeerde de prins zijn kleine sportauto in Ipswich. Hij zocht een openbare telefooncel en vroeg nummer 23 in Weyland aan. Hij veran derde zijn stem zoveel mogelijk toen hjj verbinding kreeg. Met het hospitaal van Weyland, kondigde een vrouwestem aan. Mag ik mr. Henry Huff even spre ken?, vroeg de prins: Hij is assistent in het ziekenhuis en beheerder van het kerkhof. Even later kwam de man, met wie we reeds kennis hebben gemaakt, aan de telefoon. Hallo! Met Huff! Met wie spreek ik? Huff, ben je er zeker van, dat niemand ons kan afluisteren? Absoluut zeker. Maar met wie spreek ik Groen bloed, antwoordde Satsui. Wat zei je?, vroeg Huff, die het afgesproken wachtwoord niet goed had verstaan. Groen bloed, herhaalde de prins* Huff, hoe laat ben je vanavond vrij? Om half zes. Hoe lang heb je er voor nodig om naar Ipswich te komen? Om kwart over zes kan ik daar wel zijn. Goed. Luister nu eens: zorg dat je tegen die tijd in Ipswich ben en neem daar de bus, die langs de Colchesterroad gaat. Daar zul je een grote gele wagen zien staan, aan de linkerkant van de weg. Ga die binnen. Ik wacht daar op j«- XXI. Het was tegen kwart voor zeven- toen Henry Huff op de afgesproken plaats de grote gele wagen vond en er met een „Goedenavond, mijnheer" bin* nen ging. Satsui knikte, zonder iets te eeggay Nauwelijks was Huft gezeten. 0f grote auto schoot vooruit, eerst ee eind de weg af en daarna een klein zijpad in, waar Satsui stopte. Hij keek zijn metgezel aan en zei koud en als beschuldigend: je bent een misdadi ger, Huff. Hoe komt u daarbij vroeg Huff, nauwelijks geschrokken. Je bent een misdadiger, herhaal de de prins: en je hebt langere tijd in de gevangenis doorgebracht. En als dat nu eens waar was? Wat betekent dat dan nog U wilt toch niet neen, ik wil je helemaal niets doen hoor. Wees maar niet bang. Het ga: alleen hierom: ongetwijfeld heb je in de gevangenis kennissen gemaak Was daar misschien ook eenmoo denaar bij, Huff? Laat me eens denken. Han Simms zat vlak naast me en die h«' naar ik meen, iemand uit de weg ruimd. Maar waarom... (Wordt vervolg^)-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6