Naar uitzetting van de woningbouw
mi
1^4
HETj GESCHENK AAN
DE SULTAN
fi
Belangrijke taak voor plaatselijke
organisaties
SS
SifC™ s.
Om de olie in Perzië
lèéÊ
wÊM
door Francis Gerard
ZATERDAG 18 OCTOBER 1947
PAGINA 4
Troepen mobiel wegens
sovjet-druk
npi
SS-
BEPERKING VAN HET
BENZINE-GEBRUIK
..ZOON VAN AMERIKA"
11
Prn Vvfer een kop;ie thee'
De vraag dringt zich op, hoe komen
we in deze tijd aan zo groot mogelijke
uitbreiding van het aantal woningen?
Er zijn drie wijzen waarop de bouw van
woningen kan plaats vinden.
Allereerst is er het middel, dat ieder
gezin zijn eigen woning bouwt. Dit
systeem, waarbij eenieder die een gezin
sticht zorgt voor zijn eigen huis, zoals
men toch ook zorgdraagt voor eigen
meubelen en huisraad, is ontegenzeg
lijk het meest ideale. Overheid en par
ticuliere instellingen geven aan de ver
wezenlijking hiervan een zo groot mo
gelijke medewerking. Te denken valt
hierbij aan de in Januari van dit jaar
tot stand gekomen financieringsrege
ling voor de particuliere woningbouw,
do organisatie der bouwspaarkassen en
de hypotheekbanken. Maar helaas, voor
grote groepen van ons volk zijn zij on
genoegzaam om met die hulp tot de
bouw van een eigen huis te geraken.
Nog altijd zal men daarnaast de be
schikking dienen te hebben over een
kapitaaltje, of zal men daartoe een
jaarlijks spaarbedrag moeten kunnen
afzonderen. Zeker in deze toch al zo
zware tijden is lang niet ieder in de
mogelijkheid om aan deze voorwaarden
te voldoen.
In de tweede plaats zou, gezien het
grote belang dat de maatschappij als
zodanig bij een goede volkshuisvesting
heeft, de overheid zelve woningen kun
nen bouwen ten einde deze aan de bur
gers ter beschikking te stellen. Zij, die
het beginsel huldigen, dat de overheid
in zo groot mogelijke mate heeft zorg
te dragen voor alle sociale voorzienin
gen, zullen dit systeem ongetwijfeld toe
juichen. Maar in overgrote meerderheid
is men nog altijd de overtuiging toe
gedaan, dat de overheid niet de meest
aangewezene en de meest geschikte
is om woningen te bouwen en te ex
ploiteren. Het verdient in het algemeen
aanbeveling, dat alles wat het particu
lier initiatief zelf tot stand weet te
brengen van overheidsbemoeiing wordt
vrijgelaten. Ten tijde dat in de bouw
van woningen een rendabel bedrijf werd
gezien was het dan ook zo, dat de over
heid er niet aan dacht zich daarmee
bezig te houden. Alleen daar waar de
particuliere bouwexploitanten achter
wege lieten het stichten van woningen
voor een bepaalde categorie van bur
gers, b.v. de minder gesitueerde arbei
ders, omdat dit soort woningen geen
voldoende winst kon opleveren, schiep
de overheid middelen welke deze bouw
stimuleerden of ging daartoe zelve over.
Een derde middel om tot de bouw
van woningen te geraken is gelegen in
de oprichting van particuliere organi-
satiën, welke zich uit sociale overwegin
gen ten doel stellen in het belang van
verbetering der volkshuisvesting werk
zaam te zijn en dit doel trachten te be
reiken door de oprichting van woningen.
Zolang het nog niet mogelijk is, dat
ieder gezinshoofd zijn eigen huis laat
bouwen zijn deze organisatiën de meest
geëigende om de bouw van woningen te
behartigen. In tegenstelling 'ot de par
ticuliere bouwexploitanten immers ne
men zij het werk van de woningbouw
ter hand niet ten bate van eigen gewin
of voordeel, maar louter en alleen ter
vervulling van een sociale taak. De
woningen, welke deze organisatiën bou
wen worden ter beschikking gesteld te
gen een huurprijs welke ten hoogste
genoegzaam is om de werkelijke stich-
tingskosten te dekken.
Als organisatiën, in het leven geroe
pen uitsluitend met het doel werkzaam
te zijn in het belang van verbetering
der volkshuisvesting, kent de wet
N.V.'s, stichtingen en verenigingen. De
meest geëigende vorm voor een woning
bouwcorporatie is die der vereniging.
Een woningbouwvereniging is een
organisatie van personen, die er naar
streeft voor haar leden woningen te
stichten. In beginsel zal eenieder lid
kunnen zijn. Alvorens haar taak te kun
nen vervullen zal de vereniging bij ko-
Dienstmeisje: Mijnheer komt niet
thuis voor morgen.
Bezoeker: Kan ik dan hier mis
schien zolang wachten.
Op twee plaatsen aan de Perzische
zjjde van de grens met de sovjet-unie is,
naar verluidt, de staat van beleg af
gekondigd. Het Perzische blad „Egh-
dam" meldt voorts, dat Perzische troe
pen defensieve posities hebben ingeno
men langs de grens met de sovjet-unie
en Turkije. Deze maatregelen zijn geno
men aan de vooravond van een belang
rijke verklaring over de olieconcessies,
die Ghavam Es Soeltaneh, de Perzische
premier, naar verwacht wordt tijdens
dit weekeinde in het parlement zou af
leggen.
Volgens het genoemde blad zijn de
troepenbewegingen het gevolg van
„nieuwe druk" van de zijde der sovjets
in verband met de olieconcessies. Hoe
wel officieel is meegedeeld, dat Ghavam-
Es-Soeltaneh Zondag in het parlement
zijn standpunt zal uiteenzetten over de
onderhandelingen met de sovjet-unie,
blijven de Perzische bladen zulks als
onwaarschijnlijk beschouwen.
nimklijk besluit moeten worden toegela
ten, terwijl zij daarnevens voor het
kunnen verrichten van de nodige rechts
handelingen, zoals het kopen van grond,
het houden van aanbesteding en het
sluiten van huurovereenkomsten, rechts
persoonlijkheid dient te bezitten, welke
wordt verkregen door koninklijke goed
keuring harer statuten. Voor de finan
ciering van grondaankopen en der vol
ledige bouwkosten ontvangt de vereni
ging een voorschot uit de kas der ge
meente, welke laatste eenzelfde voor
schot van het rijk ontvangt. Afgezien
van het bedrag der stichtingskosten,
welke als gevolg van de na de oorlog
opgetreden prijsstijgingen zijn verdrie
voudigd, wordt de huur der woningen
vastgesteld op een bedrag overeenko
mende met dat van soortgelijke wonin
gen gesticht vóór Mei 1940. Het nadelig
saldo, dat onvermijdelijk uit de exploi
tatie voortvloeit, wordt gezamenlijk
door rijk en gemeente gedragen.
Het type woningen, door een woning
bouwvereniging te bouwen, zal zich ge
heel aanpassen aan de werkelijke be
hoeften, terwijl er daarbij angstvallig
voor zal worden gewaakt, dat de huur
prijzen geen bezwaar opleveren voor de
gegadigden.
Het vorenstaande moge genoegzaam
zijn om duidelijk aan het licht te bren
gen de grote waarde ener plaatselijke
woningbouwvereniging. In het bijzon
der in deze tijd, nu het vooralsnog uit
gesloten is dat bouwexploitanten huur
woningen stichten, en slechts een klein
percentage der bevolking in staat is
een eigen woning te bouwen, is het be
staan van een zodanige vereniging, ook
in de kleinste gemeenten, een dwingen
de noodzaak. Waar zij achterwege blijft
zal de toekomst onvermijdelijk de ern
stigste nadelige gevolgen daarvan heb
ben te dragen. Zij, die doordrongen zijn
vain him sociale plicht, maar in het
verleden op dit terrein neg geen taak
vervulden, mogen in het vorenstaande
aanleiding vinden om waar nodig in
h..n eigen gemeente het initiatief te
nemen voor de totstandkoming van een
woningbouwvereniging
Ook op de bestuurders van gemeen
ten, meer speciaal van die der kleinere,
rust hier een ernstige plicht. De over
heid heeft immers op het gebied der
volkshuisvesting een zware en verant
woordelijke taak. Zij dient zeker in deze
dagen alle middelen in te zetten om
verbetering te brengen in de allerwegen
ondraaglijke woningtoestanden, welke
reeds thans de tekenen van zedelijk en
geestelijk verval met zich dragen. Daar
om geven zij, waar nodig, de stoot er
aan om te komen tot de oprichting van
een plaatselijke woningbouwvereniging
Hiermede zal dan althans voor het
ogenblik het middel zijn geschapen om
na verloop van tijd te komen tot de ver
wezenlijking van het ware ideaal, een
afzonderlijke, aantrekkelijke woning
voor elk gezin van welke bescheiden
maatschappelijke welstand dan ook.
Want dit dient voorop te staan, niet de
kapitalist of welgestelde burger alleen
zal de beschikking moeten hebben
over een woning waarin het aangenaam
U te verblijven, maar ook het meest
eenvoudige arbeidersgezin zal een huis
moeten kunnen bewonen, waarin het
met blijdschap en vreugde vertoeft. En
dat kan ongetwijfeld, ondanks de ver
arming die de achter ons liggende jaren
hebben gebracht.
J. J. J. M. FESTEN
Heiloo.
Onlangs meldden we, dat het niet in
het voornemen ligt het rijden met perso
nenauto's gedurende drie dagen per
week te verbieden. Het centraal over
leg wegverkeers- en vervoersorganisa
ties, waarin zijn verenigd de ANWB, de
KNAC, de KNMV, de EVO en de vak
groepen goederenvervoer en personen
vervoer langs de weg, heeft zich nu met
een uitvoerig adres gericht tot de minis
ters van economische zaken en van ver
keer en waterstaat. In dit adres worden
de bezwaren, welke van de zijde van het
motorwegverkeer tegen een eventuele
gedwongen beperking van het benzine-
gebruik bestaan, volledig behandeld.
RICHARD WRIGHT'S
Het gesprek van de dag
UW BOEKHANDELAAR wacht tj.
Reel.
BERGEN T V. De bietencampagne in Halfweg is in volle gang. Dagelijks worden per schip en vracht'
auto duizenden k ilo s aangevoerdm Maar men verwacht dan ook een opbrengst niet veel lager dan verleden
jaar: 120.000.000 kilo, dit is 18.000.000 kg. ruwe suiker.En toch blijft het nog altijd maar schraaltjes scheppen
in onze suikerpot.
IN TE LEVEREN BONNEN
Door detaillisten voor de week van
19 tot en met 25 October 1947
SUIKER' N 03 div. (2 rts.), N 13,
N 14 div., N 21 suiker rts. b. G 14
(1 rts.); Te verstrekken no. coup. C 430,
481.
VERSNAPERINGEN- n 01 versnap.
(C.8 rts.), N03 versnap Rts. b. G 12
(0.4 rts.) Te verstrekk. no. coup. C 478,
C 479. Af loss. week 21—27 Sept. 1947.
BROOD: P 03 rts. (16 rts.), p 06, P 13
res., P 01 P 11, P 21 brood (3 rts.),
Rts. b. G. 21 (4 rts.) Coupure X 150.
Te verstrekk, no. coup D 041 Patent
bloem, D 042 Inlandse bloem, D 043
Roggemeel.
BLOEM: M. 17, 16 res. (5 rts.) N 02.
N 12 div, Rts. b E. 22, G 22 (1 rts),
Rts. b. E 23. G 23, 214 rts. Te verstrekk.
no. coup. C 432, C 483. Afloss. week
21—27 Sept. 1947.
MELK: N 13. N 15 melk (10 rts.)
N 05 melk (6% rts.) N 03 melk (6 rts.)
N 21 melk (5 rts). N 01 melk (4 rts.)
Rts. b. G 39 (1 rts. Te verstrekk. no. coup.
E 004. Afloss. week 2127 Sept. 1947.
WASPOEDER: M 04, M 12, div. M 16
res. Rts. b. E en G 45 (1 rts.) Te ver
strekk. no coup. C 484. Afloss. week 27
Juli—2 Aug. 1947.
TABAK (Detaillisten) N 01, N 03 tabak
(2 rts.) Rts. b. G 66 (1 rts.) Te verstrekk
no. coup. C 485, C 486. Afloss. week 21
27 Sept. 1947.
TEXTIEL: Detaillisten. Toewijzingen
Distex MD 85, 101 t.m. 140 VA VB, VC
VD, VE 605 B, C, D E, F C5 p.)i
A, B, C, D, E, G VA 705 1 en 5 pnt
B 82 (Deze week voor het laatst). C 82
1 en 10 p. Van iedere kaart behoeven
de bonnen van gelijke waarde niet op
afzonderlijke opplakvellen. Minimaal 200
pnt. Hoedenzaken en kleine zaken 100.
Veelvouden van 10. Ook per groep. Con«
rectiebedr. en Contectionneurs. Mach-
tingen Confectie .Handelscoupures.
Voor hen waarvoor deze week is aan
gewezen.
BRANDSTOFFEN, INDUSTRIEKOLEN
Coupures. B, C, D, E. verbruikers. Geen
vervangingstoewijzingen.
BRANDSTOFFEN: TA 707, 74 BV, 75
BV TB 707 74 BV (3 rts.) WA 707 1 tm
6 per. (1 rts.) WB 707 1 t.m. 6 per. (5
rts.) Rantsoenbonnen 1 eenheid 1947-
1948 1 rts.
- gelegenheid tot inlevering
van ae rantsoenbonnen E 22, E 23 E 45"
SOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQCilOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOGGGOOOGOOOOOOOOOOOOOQ
Ons Romanbijvoegsel
XDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOSOOOOGOOOOOOOOOOOOOOÓ
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE
Tijdens een wandeling wordt de
oude heer Ambrose Pennyfeather door
een onbekende doodgeschoten.
Van dader en motief ontbreekt ieder
SPGraaf George Lanchester en zijn
broer Yves zijn onder de indruk
van het drama, dooh er zijn boven
dien andere zorgen: de volgende mor
gen moet een snoer met zeer kostbare
atenen van smaragd worden gehaald
bij de sultan van Sulungu, dae ieder
jaar van de Engelse konmg een
nieuwe steen erbij krijgt als teken n
vriendschap. Daar graaf La
wegens ziekte zelf het halssnoer
kan halen, gaat zijn broer Yves, -
gezeld door John Meredith, die
beroemd detective is.
Ze worden op onheuse wijze do
de sultan ontvangen en brengen
daarna het snoer naar de beroemde
juwelier, Jean Monachet, die consta
teert, dat de stenen vals zijn.
De sultan blijkt misleid te zijn
en het halssnoer aan oplichters te
hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn
nicht, Anne de Vassignac, die nog
steeds aanspraak doet gelden op de
troon van Sulungu.
Ook tegen de secretaresse van Lord
Lanchester, miss Norma Hai-ley, koes
tert Meredith verdenkingen In werke
lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey
te heten en in de kring van gravin
de Vassignac te hebben verkeerd.
Intussen heeft Philip Horton, een
medewerker van de gravin, 'n leeg
staand huis, grenzend aan het kerk
hof waar mr. Pennyfeather begraven
ligt, betrokken.
Meredith leest een rapport, dat
Scotland Yard hem per speciale koe
rier deed toekomen.
Scotland Yard had het telefoontoe
stel van Anne de Vassignac voortdu
rend onder bewaking gehad en de ganse
dag zat een secretaresse te luisteren,
of de gravin een gesprek zou voeren,
dat dan onmiddellijk stenografisch zou
worden opgenomen. Aanvankelijk had
het geleken, of deze voorzorgsmaatrege
len tevergeefs waren genomen en dat de
gravin niet zo onvoorzichtig was, vla
haar eigen telefoon belangrijke gesprek
ken te voeren. Maar gisterenavond had
ze het dorp, waar mr. Pennyflather ver
moord was, aangevraagd en een verbin
ding gehad met nummer 85. Een man
nenstem antwoordde haar. Het rapport
van dit gesprek luidde als volgt:
De gravin: Philip, ben jij 't 1.
De mani Ja Anne.
De gravin: Ik kan niet lang met jc
spreken, Philip, want ik moet oppassen.
Toch wilde ik je even .vragen, of alles
in orde is.
De man: Alles is prima in orde. Al
leen wacht ik nu op de kerels, die zul
len komen. Hoe lang denk je, dat ik hier
zal moeten blijven?
De gravin: Dat weet ik nog niet.
Het hangt van de omstandigheden af.
De man: Voor ik het vergeet: toen ik
gisteren hier arriveerde, was Norma in
dit huis aanwezig.
De gravin: Die kleine idioot! Laat
ze toch haar verstand gebruiken. Ver
bied haar, je nog eens te bezoeken,
Philip. Ze mag dat huis niet meer be
treden.
De man: Ik heb het haar al verbo-
eï's maar •'e weet zelf, hoe eigenwijs
De gravin: Hoe dan ook, je moet er
voor zorgen, dat ze niet meer komt.
Dat zou maar argwaan wekken Tol
ziens.
Op dat moment had de gravin het
gesprek weer verbroken. Scotland Yard
had zich toen m verbinding gesteld met
de politie van IVeyland en had verno
men, dat nummer 85 het toestel was
van het landhuis „Vine Cottage", dat,
zoals we reeds weten, aan een oude da
me toebehoorde, die het voor zes maan-
den verhuurd had aan een zekere mr.
Philip Horton uit Londen.
Detectives waren intussen bij Paul'o
hotel, dat voortdurend bewaakt werd, te
weten gekomen, dat deze mr. Horton
vóór zijn vertrek naar Weyland her
haaldelijk bezoeken aan gravin de Vas
signac had gebracht.
Kolonel Anson had zich ook in ver
binding gesteld met het Departement
van Oorlog en daar vernomen, dat een
half jaar geleden Philip Horton nog
kapitein bij de genie was geweest, docli
uit dienst ontslagen was wegens mal
versaties.
Meredith keek op van het rapport
en zei: Ik heb geen antwoord mede
te geven, doch dank kolonel Anson al
lerhartelijkst namens mij.
Toen de jongeman weer verdwenen
was, keek Juanita haar echtgenoot vra
gend aan.
Je schijnt nogal ingenomen met die
mededelingen in dat rapport, John?
Inderdaad, heel erg ingenomen
zelfs, Juanita, bekende Sir John: Ik ge
loof, dat we stap voor stap nader ko
men en voor verrassende dingen zullen
komen te staan. Tk ga een grapje uit
halen.
Ik ken die grapjes van jou wel,
klaagde Juanita: Zeker weer vannacht
ergens rondsluipen, met een revolver in
de ene en een gummieknuppel in de
andere hand.
Sir John schudde opgewekt het hoofd.
O neen, lieverd. Zo wreedaardig ben
ik heus niet meer. Ik ga een brief
dicteren.
Een brief dicteren?, vroeg Jua
nita verbaasd, niet begrijpend, wat de
bedoeling hiervan kon zijn: Enfin, dat
is tenminste niet gevaarlijk.
Niet gevaarlijk? Heus, Juanita,
er is niets gevaarlijker dan het dicteren
van een brief.
Zijn plan werd echter voorlopig ver
hinderd, omdat de butler hem een brief
kwam brengen. Toen hij zijn meestei
deze op een zilveren blad aanbood, zei
de huisknecht: Deze brief is zo
juist per expresse bezorgd, Sir John.
Op de envelop stond Meredith's
naam, geschreven met een typisch vrou-
elijke hand. Vergiste Sir John zich,
als hij het handschrift ook karakte
ristiek Frans vond? Er was een En
gelse postzegel op geplakt en toen Sir
John de envelop openscheurde, zag
hij op het briefhoofd het hem bekende
wapen van Paul's hotel. Er zat één vel
in en bovenaan stond: „Aan Sir John,
met hartelijke groeten van gravin Anne
de Vissignac".
Toen Sir John het epistel gelezen
had, drukte zijn gezicht zowel ver
wondering als plezier uit. Hij glim
lachte en las het briefje nogmaals.
Er stónd een versje op, vijf regels,
een onbegrijpelijk ding, dat nochtans
zekere bedoeling moest hebben. Sir
John sprong op, wandelde het terras
op en neer en las de 'vreemde bood
schap voor een derde maal.
Juanita, zei hij plotseling: Wil je
dit briefje eens luid voor me voorle
zen? Wees er niet al te verwonderd
over; het is een vers. Lees het achter
elkaar, zonder enige onderbreking of
commentaar. Ook als je klaar bent met
lezen, moet je nog niets zeggen.
Juanita las:
Zoek het lager dan gij dacht,
zoek het juweel niet bij die leven,
Sir John; er is een dodenwacht
ver boven liefd' en haat vérheven
dre 't ons, niet u, terug zal geven.
Wat heeft dat in 's'hemelsnaam..;,
riep Juanita verbaasd uit, zodra ze de
laatste woorden gelezen had.
Haar echtgenoot viel haar in de rede:
Je zou niets zeggen, Juanita.
Ja maar
Goed, goed, het is niet zo erg; het
is duidelijk, da* je er niets van begrijpt
In ieder geval geloof ik, dat we de op
Tossing van dit raadsel niet in de hemel
zoals jouw uitroep luidde moeten
zoeken, doch veeleer op of onder de
3>3<rd6
Hij las het vers nog een3 en schudde
toen het hoofd.
Het lijkt er op. of de gravin zich
ten koste van mij een grapje wil ver
oorloven. Ze moet zich wel heel sterk
wanen, en er heel erg van overtuigd
zjjn, dat ik het snoer nimmer te pakken
zal krijgen.
Geloof je niet, John, dat zij met
dit rare vers de clou aanwijst?, vroeg
Juanita voorzichtig.
Meredith dacht over deze woorden
na, terwijl hij zijn vrouw ernstig aan
keek. Tenslotte zei hij: Maar waar
om zou ze dat dan doen? Waarom? Ze
kan er niets bij winnen.
Hij fronste de wenkbrauwen, ontstemd
over de verregaande spot van de gravin.
Als ze er inderdaad de clou mede
aanwijst, vervolgde hij:, dan moet ze
niet alleen heel erg zeker van haar zaak
zijn, dóch tevens mij als een dwaas be
schouwen, als iemand, die zelfs met de
sleutel van het drama in handen, het
nóg niet ontraadselen kan.
Hij las hardop:
„Zoek het lager dan gij dacht,
zoek het juweel niet bij die leven."
Zou ze bedoelen, dat je tijdens je
leven het antwoord niet meer te weten
zal komen?
Sir John knikte: Dat kan wel.
Laat me verder gaan:
„Sir John, er is een dodenwacht,
ver boven liefd' en haat verheven,
die 't ons, niet u, terug zal geven."
Ik kan me moeilijk voorstellen,
dat de gravin je uitnodigt om je te la
ten begraven, merkte Juanita glim
lachend op.
Misschien bedoelt ze, dat zij zal
zorgen, dat ik binnen niet al te lange
tijd aan mijn begrafenis toe ben, ergo:
uit de weg geruimd word. Dat ik dan
„boven liefd' en haat verheven" zal
zjjn, is een tamelijk schrale troost voor
me. Ik wilde, Juanita, dat ik die gravin
de Vassignac een beetje beter kende,
en haar en haar dwaze uitingen beter
zou kunnen beoordelen. Er is maar één
manier, om iets meer te weten te
komen.
Welke manier dan?, vroeg zijn
vrouw nieuwsgierig.
Door naar haar toe te gaan en
haar uitleg te vragen, antwoordde John.
Maar je gelooft toch niet, dat ze
je die zou geven?
In tegendeel: ik ben absoluut van
mening, dat ze het wel zal doen.
Wat voor 'n soort vrouw is die
gravin de Vassignac?
Ze is heel mooi. Maar daarbij is
ze ook uitgerekend en doortrapt ge
meen.
XX.
Uit het raam van zijn grote flat aan
de Park Lane, keek zijne hoogheid prins
Satsui, majoor van het 53ste regiment
van het keizerlijke Japanse leger, naar
de groene perken en bomen van Hyde
Park. Op dit moment was er mets aan
hem, dat ook maar enigermate op zijn
hoge afkomst en grote waardigheid
wees. Hij was gekleed in een eenvou
dige kamerjas, dichtgeknoopt met een
lang koord. Aan zijn blote voeten had
hij een paar halfversleten pantoffels
Zijn lange, slanke en beweeglijke han
den had hij tussen het koord gestoken.
Zijn hele houding wees erop, dat hij
j eigenlijk niets zag van het feestelijke
groen in het park, doch slechts bezig
was met zijn eigen gedachten. Zo nu
en dan flikkerden zijn groene ogen. On
rustig sprong hij op, wandelde de ka
mer op en neer en nam daarna plaats
in een grote, zware fauteuil, waarnaast
een tafeltje stond met een theepotje
en een kopje. Alhoewel Satsui zich aan
gepast had aan de Westerse gewoonte
om wijn en gedistilleerd te gebruiken,
kon hij toch niet loskomen van het haa3t
op ceremoniële wijze drinken van thee,
zoals hij dat geleerd had, toen hij met
zijn leger in China vocht. Ja, als hij
eerlijk moest zijn, verkoos hij zelfs het
drinken van thee uit de zeer fijne por
seleinen kopjes boven het gebruik van
de scherpe dranken, die de Westerling
prefereerde. Maar de Westerling ken
de dan ook niet het zinvolle ceremo
nieel, aldus verklaarde prins Satsui dit
verschil in appreciatie.
Weer sprong de prins op, wandeiae
de kamer rond, stond stil bij een Prac
tig Boeddha-beeldje en bleef daar aa
dachtig naar kijken, als om op dien
nier genezing van zijn onrust te vi
Satsui was een telg van een de -
ste geslachten van Japan. een rfvnastlP
heren had afgeleverd.
Satsui nam weer plaats en donk van
zijn thee. In gedachten v bleef
hij nu zitten. Met dichte ogen zag hij
het tafereel voor zich, boe hij kennis
had gemaakt met fraT",at de Vas"
signac. Daar was heel wat aan vooraf
gegaan. Satsui had eerst voorzichtig
naar haar geinformeerd haar vrienden
uitgehoord. Hij had zich een betrouw
baar beeld opgesteld over de voorkeur
en afkeer van de gravin, over haar ge
woonten, haar ambities, haar mentali
teit. Hij bad voorzichtig berekend, hoe
ver deze vrouw gaan zou, als het er om
ging haar levensideaal in vervulling te
zien gaan. Eerst toen hij zich uit deze
met stukken en beetjes geoogste gege
vens een volledig beeld van de gravin
kon vormen, deed hij poging®11 met haar
in contact te komen.
Deze kennismaking kwam de gravin
allerminst ongelegen. Niet, dat de prins
haar persoonlijk ook maar enigermate
interesseerde, maar hii kon van belang
zijn voor het bereiken van haar doel::
de troon van Sulungu. Haar neef, de
Sultan, zat nog steeds op de troon en
werd gesteund door de Engelsen. Als
Anne het nu gedaan zou kunnen krij
gen, zich de hulp van Japan te verze
keren en aldus de Engelse invloed te
vernietigen en haar neef te verjagen...
Zo was op hun kennismaking al spoe
dig een geheime bespreking gevolgd en
allengs was daaruit de samenzwering
ontstaan, die Anne de troon van Sulun
gu en Japan de controle over de wereld
zeeën moest geven.
Nu was eindelijk iets van hun listig
opgezette plan uitgevoerd, of daar
kwam die John Meredith opdagen, als
een ernstige bedreiging... Niet alleen
Anne had Meredith onderschat, maar
ook de prins zelf. Gekrenkt dacht hij
terug aan de vernedering, dat hjj door
deze Engelsman met één enkele bewe
ging overwonnen was, nog wel onder
het oog van gravin de Vassignac. Ja,
het was een lelijk ding, dat die Mere
dith zich nu met deze zaak bezig hield.
Misschien kon het zelfs catastrophaal
worden, want óók Anne was tegenover
Meredith zwakker gebleken, dan de
prins verwacht had.
Weer begon de prins zijn wandeling,
weer hield h;j stil bij het Boeddha-beeld,
dat onbewogen voor zich uit staarde.
Eigenlijk stom van hem, om dat ge
vecht met die Meredith te beginnen,
hoewel hij aan de andere kant er niet
op had gerekend, dat de man zó snel
van beweging was geweest. De kracht
van de prins zelf bestond hoofdzakelijk
in zijn snelheid en hij was daarin altijd
iedereen de baas geweest. Dat zijn eer
ste nederlaag Jblst moest plaats vinden
in tegenwoordigheid van de gravin,
stemde hem wel het bitterst van alles.
Hij bad er zich juist zo op verheugd,
haar eens zijn overwinning op een min
of meer gelijkwaardige tegenstander te
hunnen laten zien. Als om de bittere
nasmaak van het povere en vernede
rende resultaat door te spoelen, nam de
Ook had hjj zich geërgerd aan Anne's
dwaze plan om haar echtgenoot een
versje te laten schrijven en dat naar
Meredith te zenden. Hij kon zich maar
niet voorstellen, wat daartoe haar drijf
veren waren geweest. Misschien haar
nimmer bevredigde sensatielust? Ze
had er zeer sterke aanwijzingen m ge
geven, hoewel die voor een buitenstaan
der natuurlijk niet te ontwarren waren,
maar gevaar bleef er niettemin be
staan, een roekeloos en doelloos opge
roepen gevaar.
Ja, opwinding, sensatie, dat was wat
Anne zocht en ze zou daar zelfs de
troon van Sulungu mee verspelen.
Maar dat mocht niet! O, niet dat het
hem iets kon schelen of Anne of een
ander de troon bezette, dat was niets
anders dan een aanloopje. Zodra de
Japanners voldoende macht in Sulungu
bezaten, zodra ze er zich hadden bin
nengedrongen en de sleutelposities in
handen hadden, wel, dan zou Anne zo
goed als ieder ander gewipt worden en
zou Sulungu niets anders dan een Ja
panse kolonie worden, een uitvalspoort.
Hoe dan ook, het was verreweg het
eenvoudigst, eerst Anne te gebruiken
om in Sulungu binnen te dringen.
En het halssnoer? Wel, dat ding was
li maar het zou toch
misschien overbodig,
de zaken licht kunnen vergemakkelij
ken De bi gelovige bevolking zou zich
eerder van de
indien die niet meer met het symbo
lische sierraad getooid zou zijn, en ze
zou aan de andere kant eerder vertrou
wen hebben in Anne, indien die zich er
mee kon vertonen aan het volk, waar
toe zij boe dan ook wegens haar
afstamming behoorde.
Goed, dat was allemaal pas van later
zorg. Voorlopig kwam het erop aan,
dat Anne geen domme dingen meer uit
haalde en zich niet meer rechtstreeks
tot Meredith wendde. Hij had Toto op
gedragen, op de binnenkomende post
van de gravin te letten en de brieven,
waarvan hij niet zeker was, achter te
houden en aan hem de prins, te geven.
Verder moest Toto' ieder telefoonge
sprek zien af te luisteren, want Anne
mocht op geen enkele wijze meer per
soonlijk in contact komen met die Me
redith, die inderdaad een groot gevaar
was.
Dan bleef er nog de kwade kans, dat
Meredith voor een tweede maal zelf
een bezoek aan de gravin zou brengen.
Wat moest daaraan worden gedaan?
De enige oplossing zou zijn, dat hij uit
de weg geruimd werd. Dat zou een
heel ernstige onderneming zijn, maar
was het bezit van Sulungu niet veel
belangrijker?
Zelf zou de prins geen aanslag op
Meredith wagen, het risico was veel te
groot. Neen, hij mocht in geen geval
genoemd worden met betrekking tot de
dood van de bekende detective, als liet
tenminste zover kwam... De prins dacht
ingespannen na, op welke manier hij
Meredith zou kunnen laten vermoorden,
zonder zelf onder verdenking te raken.
Na een minuut of vijf verhelderde zijn
gezicht. Hij sloeg op een grote gong en
zijn bediende trad de kamer binnen.
Hama, commandeerde de prins,
zorg ervoor, dat binnen twintig minu
ten de wagen vóór staat. Ik ga intussen
mezelf verkleden.
Een uurtje later parkeerde de prins
zijn kleine sportauto in Ipswich. Hij
zocht een openbare telefooncel en vroeg
nummer 23 in Weyland aan. Hij veran
derde zijn stem zoveel mogelijk toen hjj
verbinding kreeg.
Met het hospitaal van Weyland,
kondigde een vrouwestem aan.
Mag ik mr. Henry Huff even spre
ken?, vroeg de prins: Hij is assistent
in het ziekenhuis en beheerder van het
kerkhof.
Even later kwam de man, met wie
we reeds kennis hebben gemaakt, aan
de telefoon.
Hallo! Met Huff! Met wie spreek
ik?
Huff, ben je er zeker van, dat
niemand ons kan afluisteren?
Absoluut zeker. Maar met wie
spreek ik
Groen bloed, antwoordde Satsui.
Wat zei je?, vroeg Huff, die het
afgesproken wachtwoord niet goed had
verstaan.
Groen bloed, herhaalde de prins*
Huff, hoe laat ben je vanavond vrij?
Om half zes.
Hoe lang heb je er voor nodig om
naar Ipswich te komen?
Om kwart over zes kan ik daar
wel zijn.
Goed. Luister nu eens: zorg dat je
tegen die tijd in Ipswich ben en neem
daar de bus, die langs de Colchesterroad
gaat. Daar zul je een grote gele wagen
zien staan, aan de linkerkant van de
weg. Ga die binnen. Ik wacht daar op j«-
XXI.
Het was tegen kwart voor zeven-
toen Henry Huff op de afgesproken
plaats de grote gele wagen vond en er
met een „Goedenavond, mijnheer" bin*
nen ging.
Satsui knikte, zonder iets te eeggay
Nauwelijks was Huft gezeten. 0f
grote auto schoot vooruit, eerst ee
eind de weg af en daarna een klein
zijpad in, waar Satsui stopte. Hij keek
zijn metgezel aan en zei koud en als
beschuldigend: je bent een misdadi
ger, Huff.
Hoe komt u daarbij vroeg Huff,
nauwelijks geschrokken.
Je bent een misdadiger, herhaal
de de prins: en je hebt langere tijd in
de gevangenis doorgebracht.
En als dat nu eens waar was?
Wat betekent dat dan nog U wilt toch
niet
neen, ik wil je helemaal niets doen
hoor. Wees maar niet bang. Het ga:
alleen hierom: ongetwijfeld heb je
in de gevangenis kennissen gemaak
Was daar misschien ook eenmoo
denaar bij, Huff?
Laat me eens denken. Han
Simms zat vlak naast me en die h«'
naar ik meen, iemand uit de weg
ruimd. Maar waarom...
(Wordt vervolg^)-