Film van onheilspellende haat Van „De zatte duivel Dank zij Allerheiligen "naar de hemel HET) GESCHENK AAN DE SULTAN De ontmanteling van de West-Duitse oorlogsindustrie Wuthering Heights door Francis Gerard VRIJDAG 31 OCTOBER 1947 PAGINA 3 Emily Brontë's meesterwerk door William Wyler verfilmd BELANGRIJK WERELD- PROBLEEM 25 JAAR MARIONETTENSPEL BOEKENNIEUWS No 36 msim gHüü Avonturenvan Ties van Polleke 13 Beeld uit de verfilming van Wuthering Heights'' door William W yler terugkeer als eigenaar van Wuthering Heights; zijn wraak op de dronken Hindley; zijn schandelijke huwelijk met de dwaze, maar knappe Isabella Linton Geraldine Fitzgerald)zijn openlijke verachting voor Edgar Linton, welke culmineert in de tragedie van Cathy's dood in de armen van haar jeugdliefde. Daarna bepaalt de film zich tot de waanzinnige dood van Heathcliff op Penistone Crag, een slot, dat als een anti-climax komt en dat gevoeglijk had kunnen vervallen, tegelijk met de res terende negentien hoofdstukken van het boek, waarin Heathcliff zijn haat uitstrekt tot de tweede generatie. Dat. ondanks het goede spel en de uitstekende regie de film niet geheel voldoet aan de verwachtingen van hem, die het boek heeft gelezen, bewijst op nieuw de onmogelijkheid om een mees terwerk der literatuur in filmbeelden va?t te leggen zó, dat de door de auteur getekende karakters gaaf blijven. De uit Emily Brontë's verbeelding ontsproten personen en hun gedragin gen zijn, zoals wij reeds opmerkten, verre van opwekkend en verheffend. Niettemin is William Wyler er in ge slaagd, de nodige objectiviteit ten op zichte van zijn stof in acht te nemen. Hij kiest geen partij en tracht geen valse sympathie op te wekken voor een teleurgestelde liefde, die in werkelijk heid niets was dan de uit hartstocht en waanzin geboren haat van een laffe, kleinzielige egoist, zodat ten aanzien van deze film evenmin als voor het boek geen verder voorbehoud behoeft te worden gemaakt dan voor volwasse nen met enige levenservaring. F. „Wuthering Heights", de roman van Emily Brontë, is een meesterwerk. Daarover zijn alle critiei het eens. Toch is „Wuthering Heights" wel het somberste en meest naargeestige brok Engelse literatuur, dat wij ooit onder de ogen hebben gehad. Toch is de intrige even roman tisch (zU het origineler) als die van een stuiversroman. Toch bevat deze prachtige roman van onheilspellende haat en gefrus treerde liefde geen greintje humor en komt er nauwelijks een mens met gezond verstand in voor. Maar het verhaal de stormen over de hei; de vondeling zo zwart als de duivel; het spookachtige huis; de zelf vernietigende haat; het niets ontziende egoisme grijpt de lezer aan en sleept hem onweerstaanbaar mee op zijn som bere vloedgolf van wanhoop en smart. Hetgeen bewijst, dat een geniale auteur van vrijwel eik onderwerp een meester werk kan maken. Nuchter bezien is Heathcliff 'n schurk en een ploert. Cathy is niet veel beter. Maar de liefde, of juister, de schroeien de vlam van. hartstocht in hun harten, verleent ze waardigheid en zelfs een zekere grootheid. Men voelt een in stinctieve afkeer van hun- wreedheid en hun verschrikkelijk egoisme,zoals men afkeer heeft van Hamlet voor de wijze waarop hij Ophelia behandelt, maar men moet tocli erkennen, dat zij belangwek kend zyn. Dit wat betreft het werk van Emily Brontë, omdat de sterke en zwakke zij den van roman en schrijfster onvermij delijk invloed uitoefenen op de hoedanig heden van de film. ..Wuthering Heights" is door William Wyler, die zich met unieke films als „Dead End" en „Dodsworth" een der beste regisseurs ter wereld toonde, reeds vóór de oorlog verwerkt tot een film, welke thans onder de titel „De Woeste Emily Brontë Hoogte" in ons land wordt vertoond. De film volgt vrij nauwkeurig de eerste vijftien hoofdstukken van het boek. Zi; bliift een verhaal in een verhaal, vertelc door Nellie Dean (Flora Robson). Wij zien de aankomst van de 10-jarige Heathcliff, de vijandschap van de jonge Hindley en de vreemde zieleverwant- schap tussen Heathcliff en .Cathy, wel ke tot de uiteindelijke tragedie leidt. Daarop nemen de volwassen acteurs de rollen over. De film toont de verne deringen .waaraan Heathcliff (Lawren ce Olivier) van de zijde van Hindley (Hugh Williams) blootstaat; het huwe lijk van Cathy (Merle Oberon) met de beschaafde Edgar Linton (David Niven) hetwelk Heathcliff verdrijft om midde len naar wraak te gaan zoeken; zijn Een der meest belangrijke wereldproble men in boeiende romanvorm: „ZOON VAN AMERIKA" door Richard Wright, de beroemde negerauteur, die met zijn sensationeel boek thans de wereldpers en de wereldopinie in beroering brengt. Deze Cultuurserie-uitgave is voor zo ver de voorraad strekt, nog verkrijgbaar bij Uw boekhandelaar. Een herdruk is in voor bereiding. Reel. Het marionettentheater van Bert Brugman viert morgen 1 November zijn 25 jarig bestaan. Ter gelegenheid hier van heeft de heer Brugman voor het seizoen 1947-48 enkele nieuwe poppen spelen op het program o.a. „Don Juan", en „Hoe Jan Plezier in de hemel ge raakte". Op 2 Nov recipieert de heer Brugman in zijn atelier te Blaricum, Torenlaan 35. Bichette. Mag ik meerijden...? Liftme- moires. Geïllustreerd. Uitg. H. ten Brink, Meppel 1947. Een tiental per soonlijke liftmemoires van de schrijf ster, uit de eerste maanden na de be vrijding. Vlotte geïllustreerde schet sen (IV). Bordewijk, F.: Bij gaslicht. Vjjf novel len, spelend in de romantische tijd van het gaslicht. (IIHl). Borstlap, A. Soldaten zonder uniform. Uitg. Edecea, Hoorn 1947. Geïll. Spannende roman over de illegaliteit. De familie Demers speelt er de hoofd rol in (IV-V). Buck, Pearl. Paviljoen der vrouwen. Uitg. W. Friesland 1947. Madame Wu, een Chinese moeder van vier zoons geeft haar man prijs „om zich zelf te kunnen zyn"._ Boeiend ge schreven maar nogal vrijmoedig (II-III). Jackson, Charles. Het verloren weekend Uitg. Querido A'dam 1947. Belevenis sen van een naar geest en lichaam verdierlijkte dronkaard. Heidens boekje dat de vrije wil volkomen ne geert (II). Schaaf, Nine van der. Een vrouw van de Vlecke. Uitg. Kroonder Bussum 1947. Roman rond Saak, een vrouw uit een Fries vlek. Veel misère vol komen godsdienstloos milieu (III-IV) Vuyk, Bep. Het hout van Bara. Uitg de Haan, Utrecht '47. Door gezag hebber Bouts mislukt het leven van de familie Hillengs op Bara, zodat ze naar Java moet vertreken. Een we reld van jalouzietjes (IV-V). I verboden; II streng voorbehoud; III voorbehoud; IV volwassenen; IV-V rij pere jeugd; V allen. Medegedeeld door I.D.I.L., Tilburg. NOORDZEE sleeswuk- hamburg BREMEN NEDER'SAKSEN MEDE" run-provincie WEST FALEN BADEN wurtemMrq beieren TOTAAL RUWSTA ALPRODUCTIE lOO.OÓÖ-ion rsjrem MtTsr-: m If T T 1917 Tijdens het Nazi-bewind is in Duits land de gehele oorlogsindustrie tot een zeer grote hoogte opgevoerd. Kenmer kend hiervoor zijn de productie-cijfers van ruw staal. Zoals de productielijn in de hierbij geplaatste kaart aangeeft, is de in de jaren voor 1932 sterk afge nomen staalproductie weer opgevoerd tot in 1937 een peil werd bereikt, hoger dan ooit te voren. De voorbereidingen van Hitier, voordat hij de wereldoorlog deed losbranden, waren dus in volle gang. Thans willen de geallieerden de „Duitse vvapensmidse" weer afbreken. Wie ooit beweerd heeft, dat het niet moeilijk valt op Allerheiligen in de he mel te komen, zonder het vagevuur aan te doen, weet ik niet, maar ge kunt op de dag van het laatste oordeel uw licht gaan opsteken bij de Ties van Polleke, in leven kastelein van de herberg „De zatte Duivel", die aan deze dag zijn za ligheid te danken heeft, want warempel, hij had geen dag eerder moeten sterven, die Ties, zo'n brave jongen is hij nu niet altijd geweest! Dat is trouwens moeilijk voor een kastelein, die de hele dag temidden van verleidelijke dranken leeft. Zoiets werkt op de duur op uw keel, die dichtgroeit van dorst. Toen mijnheer pastoor eens des Zon dags een sermoen afstak over de onma tigheid, vooral wat de borrel betreft, keek hij met donkere ogen naar de Ties, of hij nog niet van zins was, zich te bekeren en zijn zaak met die duivelse naam te sluiten. Daags daarna hield mijnheer pastoor hem op straat staande met de vraag of hij zijn sermoen had verstaan. Ja, mijnheer pastoor, het was een schoon sermoen, maar ik wed om tien glaasjes, dat gij nog schoner zoudt spre ken, wanneer ge bij mij tevoren een bor rel hwam vatten! En bovendien moogt ge blij zijn, dat uw gelovigen pas na de Hoogmis van mijn edel vocht komen proeven en niet ervoor! Ja, ja, de Ties was niet vervaard voor de herder der parochie en evenaardde hem in welsprekendheid. Toen lachte de pastoor en zeiTies, ge zijt een olijkerd, maar ge zult veel moeite hebben om in de hemel te ge ra ken! Och, mijnheer Pastoor, een herber gier lijk ik is altijd geerne gezien in de hemel. Bij het zien van mij, herinneren de heiligen zich de schone uurtjes te midden der aardse ellende' Zo sprak de Ties en de pastoor ging hoofdschuddend verder. Met zo ene was geen goed garen te spinnen. Nu is het een eigenaardige gewoonte van magere Hein, dat hij juist een bij zondere belangstelling aan de dag legt voor lieden, die het niets op hem be grepen hebben en zijn aanwezigheid nauw vermoeden, laat staan zijn gezel schap zoeken. Zo ene was de Ties van Polleke, de herbergier van „De zatte Duivel". De vrolijke Ties werd ziek, zwaar ziek zelfs en geen borrel kon hem» weer op de been helpen. Ten laat ste werd het zo erg, dat mijnheer pas toor er aan te pas moest komen. De Ties bekeek hem met benauwde blik; op dit moment was hij op diens aanwe zigheid allerminst gesteld, doch de pastoor maakte hem duidelijk, dat het werkelijk bittere ernst was. De kalender wees eind October aan en de koude was al vinnig, de grote kas tanjeboom voor Ties kamer stond moe deloos gebukt in de schrale wind en schudde zijn bladeren verdrietig af. Bij het zien daarvan werd de Ties zo ang stig, dat hij de pastoor vroeg zijn biecht De cijfers van het aantal te demonteren bedrijven, tonen aan, dat in het bijzon der het industriegebied Rijnland-West- r falen veel van haar productie-capaciteit te horen. Toen mj jn zondenlast had zal inboeten. j afgewenteld, keek de pastoor hem eens aan en zei: Ties, jongen, maak oe niet ongerust, ge zult er wel niet zon der vagevuur afkomen, want ge zijt ook niet altijd even braaf geweest, maar het is bijna Allerheiligen, vraag, of zy een goed woordje voor oe doen! Het was de vooravond van Allerhei ligen, dat de Ties van Polleke uit „De zatte Duivel" de grote reis aanvaardde en hij deed het op zijn gemak. Waarom zou ik me haasten, dacht hij, ik heb de hele eeuwigheid de tijd om boven te geraken! Doch ten laatste kon hij zich niet meer tegenhouden, hoe hoger hij kwam, des te harder hij liep. Hij werd onweer staanbaar aangetrokken. Na enige tijd werd hij echter zo vermoeid en dorstig, dat hij om zich heen keek, of hij geen herberg zag om wat te bekomen. Ik zou hier wel een filiaal van mijn „zatte Duivel" kunnen oprichten, dacht hij plots, geen concurrentie te duch ten! Eensklaps kwam daar een werkelijke zatte duivel aanwaggelen, greep de van schrik verstijvende Ties vast en sleurde hem mee. We hebben hier een pracht filiaal van jouw kroegje, Ties, kom maar mee! Hoe de arme Ties ook rukte, hy kon zich niet bevrijden uit die duivelse greep en liet zich tenslotte uitgeput voortsle pen. Hij hoorde een werkelijk hels la waai en door een raam zag hij een schouwspel, dat hem de haren steil deed staan'. Een grote troep duivels lag te midden van loeiende vlammen aan grote flessen te drinken, doch hoe zij ook dron ken, hun dorst werd steeds feller en brandde in hun binnenste nog bijtender dan de vuurzee rondom hen. De Ties stond te trillen op zijn benen en riep alle heiligen te hulp, want het schoot hem te binnen, wat de pastoor gezegd had. De zatte duivel, die hem vasthield liet hem plots los en stoof naar binnen, zijn dorst werd te hevig en begerig zette hjj een fles aan de mond. Eindelijk drong het tot de versufte Ties door, dat hij vrij was. Hij rende weg, zo hard hij kon en dorst niet om te zien. Daar schitterde in de verte de hemelpoort, doch tevens hoorde hij ver achter zich een hels lawaai, alle dui vels schenen losgebroken om hun ont vluchte prooi terug te halen. De Ties rende voort en kwam hijgend 6n steunend bij de hemelpoort. Doch hoe hij ook trok en duwde, geen bewe ging was er in te krijgen. Hij zag een bel, trok hard, doch er kwam geen ge luid! Toen drong het tot hem door, dat het'feest was in de hemel en dat St. Petrus natuurlijk de bel had afgezet om mee te kunnen doen. De Ties rekte zich om door het kijkglaasje van St. Petrus te loeren en zag, dat de heiligen druk toebereidselen maakten voor hun feest. Eensklaps hoorde de Ties een gekrijs, nu dicht achter hem en omkijkend zag hij een troep duivels naderen, met vu rige hooivorken gewapend. Vertwijfeld rukte hij nogmaals aan deur en bel, doch tevergeefs! Daar flitste het door zijn brein, dat de hemel toch ook achterdeurtjes moest hebben, dat had hij tenminste de pastoor wel eens horen beweren. Hij rende langs de hemelmuren, op zoek naar zo'n ach terdeurtje, maar intussen kwamen de duivels steeds naderbij. Hij voelde hun gloeiende adem in zyn nek. Het werd steeds donkerder om hem heen, hij was nu blijkbaar aan het andere einde van de hemel. De Ties was dood op; hij zou ineengezakt zijn en een zekere prooi der op zijn hielen zittende duivels geworden zijn, als hjj niet in een donkere hoek een lichtje had gezien. Met de moed der wanhoop stortte hjj zich voorwaarts en bemerkte een raampje even boven de grond. Hij trapte het in, en juist toen een dertig duivelsklauwen naar hem grepen, rolde hij door de opening naar binnen en belandde midden in een grote zaal, waar de heiligen in volle actie waren. De Ties botste tegen een grote ladder op, die in de zaal was geplaatst en waar gelukkig niemand op stond. Er viel een stilte en bevreemd keken de heiligen de ongenode gast aan. Eens klaps trad St. Petrus naar voren en vroeg, waar hjj vandaan kwam, en of hjj niet wist, dat er een voordeur was. Doch toen de Ties sidderend zijn be levenissen verhaalde, kek\ alle heili gen glimlachend en knipogend naar St. Petrus, die niet op zijn post was ge weest. Deze keek eens rond, begon toen ook te lachen en sprak; Collega's, ik stel voor deze Ties van Polleke binnen te laten ter gelegenheid van ons aller feest. Ondanks het feit, dat zijn herberg „De zatte Duivel" genaamd is. Dat is hem bijna duur te staan gekomen! Alle heiligen klapten in hun handen om hun instemming te betuigen en zo werd de Ties van Polleke, in leven her bergier van „De zatte Duivel" opgeno men in het koor der zaligen. De Ties dacht er nog dikwijls aan, dat hij toch eigenljjk gemakkelijk, zonder vagevuur in de hemel was geraakt op Allerhei ligen. Doch wie zegt, dat zijn benauwende avonturen op weg naar de heerlijkheid geen vorm van vagevuur zyn geweest? V. T. Knap schilderwerk of dronken 30OOO0OOOOOGOOOOO0GG0O0GGGGGOGGOGGGOOOGGQGG00GC%)0GOOGOOCOOOOG0GOGGOOO0OOOOG0GOGGGGOOGGOQQeOOOg>GQOGOG' Ons Romanbijvoegsel JGGOOOOOOOOOOOOOOQOooGOOGOGOOOOOOOOOOOOOOOQQOOOeQOCOOOOOOGOOOGGOOGOOGQGOOOOOOGOOOOGQOO^OOOOOOGGOGSGGOOOGOOÖ INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE Tijdens een wandeling wordt de oude heer Ambrose Pennyfeather door een onbekende doodgeschoten. Van dader en motief ontbreekt ieder SPG°raaf George Lanchester en zijn broer Yves zijn onder de mdruk van het drama, doch er zlJn dien andore zorgen: de volgende igen moet een snoer met zeer Kos^® stenen van smaragd worden ge bij de sultan van Suiungu, die lener jaar van de Engelse koning ee nieuwe steen erbij krijgt als teken v n vriendschap. Daar graaf Lancne wegens ziekte zelf het halssnoer me (kan halen, gaat zjjn broer Yves, ver gezeld door John Meredith, die een beroemd detective is. Ze worden op onheuse wijze door de sultan ontvangen en brengen daarna het snoer naar de beroemde juwelier, Jean Monachet, die consta teert, dat de stenen vals zijn. De sultan bljjkt misleid te zijn en het halssnoer aan oplichters te hebben meegegeven. Hjj verdenkt zjjn nicht, Anne de Vassignac, die nog steeds aanspraak doet gelden op de troon van Suiungu. Ook tegen de secretaresse van Lord Lanchester, miss Norma Hailey, koes tert Meredith verdenkingen In werke lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey te heten en in de kring van gravin de Vassignac te hebben verkeerd. Intussep heeft Philip Horton, een medewerker van de gravin, 'n leeg staand huis betrokken, dat grenst aan het kerkhof waar mr. Penny feather begraven ligt en waarvan 'n zekere Huff beheerder is. Prins Satsui, die ook in het com plot betrokken is, draagt Huff op, te zorgen, dat Meredith uit de weg geruimd wordt). Huf draagt een bekende misdadiger Simms geheten, op de aanslag te ple gen, doch deze mislukt. Enkele ogenblikken later stond Simms, hevig ontdaan, tegenover John Meredith en diens medewerker B.eef De man kon zich nauwelijks overeind houden en met een duw 'wierp Mere dith hem in een fauteuil. Wel, wel. begon Beef: Dat is ge loof ik mijn oude vriend Harry Simms. Hoe kom jtj hier in 's hemelsnaam in de buurt, Harry Je hebt het niet erg getroffen, vriendje. Heb je nog pijn Valt nogal mee, bromde Simms. Meredith vroeg: Vertel nu maar eens op Simms. Wie heeft je ge stuurd? Sir John, vroeg de man timide: zult u een goed woordje voor mij doen, als ik u alles eerlijk vertel? Dat weet Ik nog zo precies niet. Ik ben niet meer bij de politie en ben dus niet gerechtigd, dergelijke beloften te doen. Ik zou zeggen, vertel me al les en ik zal dan wel zien, wat ik voor je bereiken kan. Maar let wel, ik be loof je niets. Dan weiger ik, iets te vertellen, a°mMgde Simms koppig aan. Meredith dacht even na. Hjj wilde zo spoedig mogelijk met deze man klaar zyn, want hij begreep heel goed, dat die slechts in opdracht gehandeld had en verder voor het onderzoek van geen betekenis meer was. Maar zijn inlich tingen omtrent de opdrachtgever, zou den allicht tot het juiste spoor leiden... Nu, in dat geval zit er niets an ders op, dan je naar de gevangenis te brengen, Simms. We zullen eerst even bij de politie een arrestatie-bevel gaan halen. Beef, ry de wagen even voor. Dat was niet erg naar de zin van de misdadiger en hg besloot de wijste weg te kiezen. Goed ik zal spreken, zei hfi- Ik zal u alles vertellen. 1 Dat verwachtte ik wel. Juist men sen, die al eens aan de verkeerde zyde van de tralies gezeten hebben, weten de verschrikking daarvan op de juiste waarde te taxeren. Vooruit, vertel op! Maar ik waarschuw je. probeer niet, iets wijs te maken, want ik zal al ie mededelingen nauwkeurig laten on derzoeken, al zou ik daarvoor reizen maken kris-kras door Engeland heen Mocht achteraf blijken, dat je Sen hebt, dan zul je nog met ja- "gjtln.kd« «r John, beloofde Simms kleintjes en hy begon uitvoerig alles te ver Philip Horton liep onrustig ln de tuin van zijn nieuwe woning len. Hij stak een sigaret op, maar ze smaakte hem niet en hy %°°- f over de heg heen, die het kerkho zijn tuin scheidde. Zyn gedachten ren in Paul's hotel in Londen en dij Norma Hailey, die voor secretaresse van Lord Lanchester speelde. Het was een verduiveld lelijk zaakie, waarmee hy zich, dank zy de handig heid van Anne de Vassignac, had inge laten. En dat Noïma niet voorzichtiger was! Ondanks zijn verbod, had ze nog tweemaal een bezoek aan hem gebracht. Plotseling verscheen er in de deurope ning van de keuken een vreemde ge daante; 'n man, die bijzonder slank en klein van stuk was. Op zijn gezicht pa relde zweet, alsof hij ingespannen aan het werk was geweest. Hij leunde tegen de post van de deur. Horton snelde haastig naar de man toe, blykbaar bang, dat iemand anders hem zou opmerken. In zeer plat dialect vroeg de man: Ik hoop, mr. Horton dat de richting, welke u heeft aange geven, de juiste is, want anders doe ik al myn werk voor niets. Ik heb de berekeningen zo nauw keurig mogelijk gemaakt, verzekerde Horton: Maar je begrypt ook wel, dat ik niet alles met een centimeter kon uitmeten, want ik moest oppassen, dat niemand my by het bepalen van de kortste weg opmerkte. Daarom heb ik voor een gedeelte moeten gissen, maar ik ben er zeker van, dat ik dat heel secuur gedaan heb. Hum, kuchte de man: Het is 't vreemdste baantje, dat ik ooit van myn leven onderhanden heb gehad. Horton negeerde deze opmerking en zei: Denk aan wat ik je over dat muurtje gezegd heb. Dat zal ik doen, beloofde de man en hy verdween weer in het huis. XXIII Horton hervatte weer zgn onrustige wandeling in de tuin. Plotseling werd hy door naderende voetstappen opge schrikt. Er kwam iemand regelrecht op hem af. Wat heeft dat begon Horton, maar toen hij de naderende man her kende, kon hy een aanval van woede nauwelyks onderdrukken. Huff!, riep hy uit: (Kerel, wat kom je hier doen? We hebben toch afgesproken, dat je niet naar me toe zou komen dan enkel als het volslagen donker was! En dan nog alleen maar, als het dringend noodzakelyk was. Huff verdedigde zich met te zeggen: Maar mfln bezoek is dringend nood zakelyk, mr. Horton. Nu, kom gauw mee naar binnen, anders mocht iemand je nog zien. Hy trok de man bij de arm mee naar binnen. Nu, wat is er?, vroeg Horton on geduldig: Vertel op. Ze hebben me in de gaten, mr. Horton, zei Huff met hese stem. Ki f» ex-°fficier staarde de man ver bluft aan en kon geen woord uitbren gen. Tenslotte vroeg hij: Wie heeft je in de gaten? Die John Meredith en zgn mede helper. Maar kerel, verte! dan toch eens, wat je precies bedoelt. Wie heeft je nu eigenlijk in de gaten? J Wel, die verslaggever, die geen verslaggever is. M'n hemel!, riep Horton wanhopig uit: Spreek toch niet in raadsels'. Bp. gin nu eens met het begin en vertel me nauwkeurig wat er gebeurd is. Wel, de zaak zit zo. begon Huff, en met veel uitweidingen vertelde hij, hoe hij in een café in gesprek was geraakt met een vreemdeling, die hem was voor gesteld als een journalist, die Smith heette, en die achteraf de voormalige politieman Beef, de medewerker van Meredith, bleek te zyn. was. Bovendien vraag ik me af, wat jij, Was overduidelyk. Zou Huff misschien als beheerder van het kerkhof, te ma- zijn veroordeling van destijds aan het ken hebt met de nieuwe bewoner van werk van Meredith hebben geweten en Vine Cottage. Ik moet je zeggen, dat je daarom uit wraak deze aanslag hebben niet lang gewacht hebt met kennis te beraamd maken met een in deze streek volsla- Meredith besprak een en ander met gen onbekende. Beef, zijn trouwe medewerker. Ik moetehik wildeEr kan natuurlijk sprake zijn van brabbelde Huff verward. Hy wist geen wraak, zei hymaar aan de andere woorden te vinden om een aanneme- kant is het wel heel vreemd, dat dit- ïgke verklaring te geven en daarom maal ons spoor wederom naar Weyland vond hij het 't wijste, zo spoedig moge- leidt, want, zoals je zelf ontdekt hebt, lijk van het toneel te verdwijnen. Hij die Huff woont m dat dorp en is er be- stamelde een „goeden avond" en ging heerder van de begraafplaats. Het kan Hij besloot zyn verhaal met de woor- met snelle schreden heen. heel goed zpn dat Huff in contact staat den: Ik ben er bang voor, mr. Hor- Yves Lanchester keek de man ver- met Anne de Vassignac en van haar op- ton, dat ze het een of ander van me wonderd na. Hjj vroeg zich af, waarom dracht heeft gekregen, mij uit de weg weten en dat ze me voortdurend achter- Huff zich zo vreemd gedragen had en te ruimen. Zelf durfde hij dat vermoe- na zitten om bewyzen in handen te hij kon er niets aan doen, dat hij enige delyk niet te doen en daarom deed hij achterdocht tegen hem ging koesteren, het karweitje aan Simms over, die op £at ge ïed trouwens wel enige ervaring Horton had intussen de zitkamer van had, zoals we weten Vine Cottage, het huis, dat hy tydelijk Beef knikte doch zei niets bewoonde, opgezocht en met gefronste In ieder geval kennen wé ln Wey- Neen, heus niet, verzekerde Huff: I wenkbrauwen ging hy in een der land nu drie verschillende personen, die Ik heb hem niets bijzonders verteld, op teuils zitten nadenken. en c°hnectie staan met de gravin de mgn woord van eer. Huff was blijkbaar heel erg b l(ëuigi I Vassignaè. Allereerst onze vriend Huff; NU waar wind je je dan eigenlijk dat vond Horton allerminst P dan Philip Horton, die het leegstaande voor op' Er is d»n toch niets aan de want bange mensen waren meesia huis, dat aan het kerkhof grenst, heeft hand'Neen, Huff, ik geloof, dat je iets vaarlijk, omdat ze in hun anfsLi£,e po. I gehuurd, en ten derde Norma Hailey of - I,?bhTn ver-I Bailey. We heb krggen. Dwaasheid. Maar wat heb je eigen- lyk tegen die Beef zoal verteld?, vroeg Horton: Je heb zeker je mond voorbg zitten praten? voor me verbergt. Ik waarschuw je: dingen gingen doen en hebben een stenografisch vertel me nauwkeurig wat je gezegd Singen ondernamen om Z1C" derge. rapport van het telefoongesprek, dat hebt Voor de dag ermee! denking te vrywaren. En jui indien Horton met de gravin voerde en waarin Huff was iets minder positief, toen lijke Pogingen vielen de poi dg hij zeide, dat hij bezoek had gehad van hg antwoordde; Ik eh heb die eenmaal achterdocht arldk en miss Hailey. Het is dus duidelijk, dat niets bgzonders verteld. meest op. Ja, Huff waS gedig moge- die bij de zaak betrokken is. Ik zou zo - - 'daarom moest Anne 20 zeggen, Beef, dat de cirkel zich zo lang- lijk gewaarschuwd wordeging naar de zamerhand begint te sluiten. Wat denk Horton sprong op en 6 I je ervan, als we eens een bezoek gin- keuken. een telefooncel in &en brengen aan Weyland om met mr. naKpel zacht klonk het Yves Lanchester een en ander te be- 11 '^9 TT...» rri-nf TVTl S.«W» h 1 Umnt Ui5 KJ,_ Hij staarde hulpeloos het vertrek rond en ging toen voort: Eerlyk ge' zegd, had ik 'n Paar borreltjes op en misschien heb ik achteraf dus wèl iets gezegd, wat ik me achteraf niet Ik ga even meer herinner. Die Beef heeft me maar Ipswich, riep hy en wicb Enkel om spreken Misschien weet hy nadere by- 1™rm antwoord:: Naai ,g dwaas- zonderheden af over Huff, want al we even op te bellen toch ook ten we nu zeker, dat Horton in contact heid, want er is staat met miss Hailey, van Huff is ons jenever zitten voeren. Zo, zo, hoonde Horton sarcastisch: Je weet dus niet meer precies, wat je die vent verteld hebt. Huff, je bent een idioot, een stommeling! Maar 'k geloof niet, dat ik Huff was geheel in verwarring en wist niet meer, hoe hy zijn gedrag moest proberen goed te praten. Verdwijn nu zo snel mogelijk, ad viseerde Horton: Ga terug naar je huis en wacht daar maar af, wat er gebeu ren gaat. Denk eraan dat ik je niet meer in de omgeving van dit huis wil zien. Ik heb ie voor het laatst gewaarschuwd, Huff. Dit laatste klonk dreigend en haastig stond Huff op en verliet de kamer. Hij liet het hoofd hangen en was in ang- was niet in de stemming dat n08 niet bekend. Tussen twee haak Maar Horton houden over dg 6 jeS) Beef) heb je> toen je simms aan om een debat f hem genomen bes; de politie uitleverde, verzocht om strikte en' daarom "beëindigde hy het gesprek met zijn onzichtbare vnend met een kort- 1- Als ik ^eg' dat lk "aar Ips wich ga om op te bellen, dan doe ik dat. wandelde rond het schilderach- geheimhouding van wat er gebeurd is Dat kan voor ons van het grootste be lang zgn, want niet één der medespelen den in dit drama mag gealarmeerd wor den en vluchten vóór de netten geheel zgn toegehaald. Ik heb inderdaad de politie om dith de zaken, zoals ze er momenteel voor stonden. Beiden waren ervan over tuigd dat de ontknoping niet lang meer op zich zou laten wachten. Er waren reeds heel wat schakels, maar enkele ontbraken nog en daarom konden ze het geheel nog niet overzien. Zonder twijfel staat de verdwgning- van het halssnoer met de moord op bare „r hotel in Londen. Anne de Vassignac nam de hoorn op en luisterde naar de opgewonden woor den van Horton. Daarna legde ze de stige gedachten verzonken. Hy slofte hoorn neer, wendde zich tot prins Sab voorwaarts, zonder zich te realiseren, suj en zei: Philip was aan de tele- waar hy precies liep. foon. Hy vertelt., dat die vent van dat Plotseling struikelde hy byna over kerkhof in Weyland bang is en daarom i een klein hondje en bly zyn machteloze gevaarlijk wordt voor onze onderne- I "feather in verband "maar "ik zie woede op een onschuldig beest te kun- fUg. Wat moeten we in dit geval doen. ^£0* In ieder geval' hTeft de op- rten koelen, gaf hy het hondje een harde Nikkidrachtgever van Simms een zware ne- schop. De terrier jankte en dat geluid De Japannees dacht even na, knikte geleden en mT met de mislukte deed Huff plezier. Maar hij hoorde een toe„ en iep zonder iets te zeggen naar d«sla|. g en=t de mu stem, waarschuwend en dreigend; ge- een bel toe, waarvan hij het knopje In-l^*-5 Jn P 'J n, schBokken bleef hy stil staan en hief drukte. De Fransman, die wij reed: het hoofd op. eerder hebben leren kennen en die doo. Dat moet je nog eens een keer zi-jn vrienden Toto de kat genoemdlnt Lt ons de gemakke- proberen, klonk het:: Ik zal je dan eens j werdj kwam binnen. De prins wees met L„kste man.er om de zaak in het leren, een weerloos dier te mishandelen. een kort gebaar naar de gravm enjz brengen Vooral nu blijkt, dat Huff herkende de eigenaar van_de|_ Madame de Vassignac heeft werk te oraigem meer van blunders gemaakt worden, voor je we niet met beroeps-misdadigers te ma- -- Ik I ken hebben, heb ik er goede moed op, De apache boog en zei bel®®fndati I dat er meer fouten zullen worden bc- terrier en naar woordend zoekend, be gon hij zich stuntelig te verontschul digen:: Ach mijnheer Yves, ik I ben altijd gebeel tot uw ---- gaan en d{m zowel de moord Qp mr wide niet hardvochtig zyn, maar vrouw. Pennyfeather als de verdwijning van een beetj kSS5.'IkTeb ik Simms was dus bereid, alkop te het halssnoer zichzelf geheel oplossen bied biechten en op die manier kwam John en wy zullen enkel maar hebben toe te Koel antwoordde Yves Lanchester: - Meredith te weten, dat Huff recht- zien en op het juiste ogenblik Je optreden heeft mg tenzeerste ver- streeks bij de moordaanslag op zyn te slaan, wonderd, Huff. Ik dacht, dat jij wel leven betrokken was. Simms was met In Weyland aangekomen, reden ze zachtmoediger en beheerster van aard meer dan een werktuig geweest, dat regelrecht naar het kasteel van. Loid Lanchester. Zonder de bezoekers aan te/ dienen, bracht de huisknecht hen naar de kamer, waar de graaf zijn vriend Meredith hartelijk begroette. Lord Lan chester lag nog steeds languit op een rustbank, mët zijn rechterbeen omhoog. Zyn broer Yves was toevallig by hem. Mag ik enige hoop koesteren, vroeg de graaf vol spanning: dat je me goed nieuws komt brengen, John? Meredith glimlachte. Ja en neen, antwoordde hij: Ik kwam eigenhjk al leen naar hier, om enige informaties in te winnen. Hij zag, hoe het gezicht van Lord Lanchester betrok en haastig ging hij verder: Maak je niet al te bezorgd, George. Ik geloof heus, dat we de ont knoping van de zaak steeds naderbij komen, maar het is nog niet het aan gewezen tijdstip, om definitieve mede delingen te doen. Allereerst moeten mij nog enkele details duidelijk worden en over één daarvan wilde ik juist met jullie spreken. Het gaat over een kerel, die hier in het ziekenhuis werkt en te vens beheerder van het kerkhof van Weyland is. Hy heet Huff. - Huff?, riep Yves verbaasd uit» Grappig, dat je juist naar hem vraagt. Ik zag hem gisterenavond uit een van de landhuisjes hier in het dorp komen en ik vond het zo vreemd, dat hij daar een praatje gemaakt had met iemand, die in deze streek volkomen onbekend is en pas enkele dagen in in Vine Cottage woont?, viel Meredith hem in de rede: Vergeef me, Yves, dat ik je onderbrak, maar zyn mgn woorden juist of niet? Yves staarde zijn vriend verwonderd aan en stamelde: Ik geloof, dat jij alles weet, John. Hoe speel je dat eigenlijk klaar? Meredith grinnikte en vertelde alles, wat hy wist, behalve dan de geschiede nis van de mysterieuze miss Hailey, de secretaresse van Lord Lanchester. Toen Sir John zyn verhaal beëindigd had, merkte Yves op: Een interes sante geschiedenis, John, maar eerlijk gfZ<!^A 1S me de zaa^ nog even duister als óór je ons dit alles vertelde. Ik zie helemaal geen verband. En dan dat dwaze versje! Yves haalde de schouders op ed zweeg. Meredith vroeg hem: Heb je zin, met mij mee te gaan om een bezoek te brengen aan het ziekenhuis, Yves? Ik veronderstel, dat je daar iedereen kent en ik zou zo graag iets meer over die Huff te weten komen, zonder dat het hele ziekenhuis in rep en roer is en Huff al gewaarschuwd en verdwenen is, vóór we er aan toe zyn hem zelf te onder vragen. Tien minuten later zaten ze in de kleine, heldere wachtkamer van het zie kenhuis. De deur werd geopend, en eed man van middelbare leeftijd trad bin nen. - Goeden dag, dokter, groette Yves'- Het spijt my zeer, u te moeten lastig vallen, maar later zal u wel blijken, da1 dit onderhoud noodzakelyk was. Mag i^ u even aan myn vrienden voorstellen7 Dokter Hewitt Sir John Meredith mr. William Beef. De mannen drukten elkaar de hai j en Yves ging verder: Dokter Hewi j is uw portier, Huff heet hy, ni? 1 waar? ook in de buurt? Dokter Hewitt keek verbaasd op, to de naam van Huff genoemd werd. 1 aarzelde en zei toen: Neen, hg is n' i hier. Hy vroeg my een dag verlof, 0 enige privé-zaken te regelen. (Wordt vervolgd)-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6