Film van onheilspellende haat
Van „De zatte duivel
Dank zij Allerheiligen
"naar de hemel
HET) GESCHENK AAN
DE SULTAN
De ontmanteling van de West-Duitse
oorlogsindustrie
Wuthering Heights
door Francis Gerard
VRIJDAG 31 OCTOBER 1947
PAGINA 3
Emily Brontë's meesterwerk door
William Wyler verfilmd
BELANGRIJK WERELD-
PROBLEEM
25 JAAR MARIONETTENSPEL
BOEKENNIEUWS No 36
msim
gHüü
Avonturenvan Ties
van Polleke
13
Beeld uit de verfilming van Wuthering Heights'' door William W yler
terugkeer als eigenaar van Wuthering
Heights; zijn wraak op de dronken
Hindley; zijn schandelijke huwelijk met
de dwaze, maar knappe Isabella Linton
Geraldine Fitzgerald)zijn openlijke
verachting voor Edgar Linton, welke
culmineert in de tragedie van Cathy's
dood in de armen van haar jeugdliefde.
Daarna bepaalt de film zich tot de
waanzinnige dood van Heathcliff op
Penistone Crag, een slot, dat als een
anti-climax komt en dat gevoeglijk had
kunnen vervallen, tegelijk met de res
terende negentien hoofdstukken van
het boek, waarin Heathcliff zijn haat
uitstrekt tot de tweede generatie.
Dat. ondanks het goede spel en de
uitstekende regie de film niet geheel
voldoet aan de verwachtingen van hem,
die het boek heeft gelezen, bewijst op
nieuw de onmogelijkheid om een mees
terwerk der literatuur in filmbeelden
va?t te leggen zó, dat de door de auteur
getekende karakters gaaf blijven.
De uit Emily Brontë's verbeelding
ontsproten personen en hun gedragin
gen zijn, zoals wij reeds opmerkten,
verre van opwekkend en verheffend.
Niettemin is William Wyler er in ge
slaagd, de nodige objectiviteit ten op
zichte van zijn stof in acht te nemen.
Hij kiest geen partij en tracht geen
valse sympathie op te wekken voor een
teleurgestelde liefde, die in werkelijk
heid niets was dan de uit hartstocht
en waanzin geboren haat van een laffe,
kleinzielige egoist, zodat ten aanzien
van deze film evenmin als voor het
boek geen verder voorbehoud behoeft
te worden gemaakt dan voor volwasse
nen met enige levenservaring.
F.
„Wuthering Heights", de roman van Emily
Brontë, is een meesterwerk. Daarover zijn alle
critiei het eens. Toch is „Wuthering Heights"
wel het somberste en meest naargeestige brok
Engelse literatuur, dat wij ooit onder de ogen
hebben gehad. Toch is de intrige even roman
tisch (zU het origineler) als die van een
stuiversroman. Toch bevat deze prachtige
roman van onheilspellende haat en gefrus
treerde liefde geen greintje humor en komt
er nauwelijks een mens met gezond verstand
in voor.
Maar het verhaal de stormen over
de hei; de vondeling zo zwart als de
duivel; het spookachtige huis; de zelf
vernietigende haat; het niets ontziende
egoisme grijpt de lezer aan en sleept
hem onweerstaanbaar mee op zijn som
bere vloedgolf van wanhoop en smart.
Hetgeen bewijst, dat een geniale auteur
van vrijwel eik onderwerp een meester
werk kan maken.
Nuchter bezien is Heathcliff 'n schurk
en een ploert. Cathy is niet veel beter.
Maar de liefde, of juister, de schroeien
de vlam van. hartstocht in hun harten,
verleent ze waardigheid en zelfs een
zekere grootheid. Men voelt een in
stinctieve afkeer van hun- wreedheid en
hun verschrikkelijk egoisme,zoals men
afkeer heeft van Hamlet voor de wijze
waarop hij Ophelia behandelt, maar men
moet tocli erkennen, dat zij belangwek
kend zyn.
Dit wat betreft het werk van Emily
Brontë, omdat de sterke en zwakke zij
den van roman en schrijfster onvermij
delijk invloed uitoefenen op de hoedanig
heden van de film.
..Wuthering Heights" is door William
Wyler, die zich met unieke films als
„Dead End" en „Dodsworth" een der
beste regisseurs ter wereld toonde, reeds
vóór de oorlog verwerkt tot een film,
welke thans onder de titel „De Woeste
Emily Brontë
Hoogte" in ons land wordt vertoond.
De film volgt vrij nauwkeurig de eerste
vijftien hoofdstukken van het boek. Zi;
bliift een verhaal in een verhaal, vertelc
door Nellie Dean (Flora Robson). Wij
zien de aankomst van de 10-jarige
Heathcliff, de vijandschap van de jonge
Hindley en de vreemde zieleverwant-
schap tussen Heathcliff en .Cathy, wel
ke tot de uiteindelijke tragedie leidt.
Daarop nemen de volwassen acteurs
de rollen over. De film toont de verne
deringen .waaraan Heathcliff (Lawren
ce Olivier) van de zijde van Hindley
(Hugh Williams) blootstaat; het huwe
lijk van Cathy (Merle Oberon) met de
beschaafde Edgar Linton (David Niven)
hetwelk Heathcliff verdrijft om midde
len naar wraak te gaan zoeken; zijn
Een der meest belangrijke wereldproble
men in boeiende romanvorm: „ZOON
VAN AMERIKA" door Richard Wright,
de beroemde negerauteur, die met zijn
sensationeel boek thans de wereldpers en
de wereldopinie in beroering brengt. Deze
Cultuurserie-uitgave is voor zo ver de
voorraad strekt, nog verkrijgbaar bij Uw
boekhandelaar. Een herdruk is in voor
bereiding. Reel.
Het marionettentheater van Bert
Brugman viert morgen 1 November zijn
25 jarig bestaan. Ter gelegenheid hier
van heeft de heer Brugman voor het
seizoen 1947-48 enkele nieuwe poppen
spelen op het program o.a. „Don Juan",
en „Hoe Jan Plezier in de hemel ge
raakte". Op 2 Nov recipieert de heer
Brugman in zijn atelier te Blaricum,
Torenlaan 35.
Bichette. Mag ik meerijden...? Liftme-
moires. Geïllustreerd. Uitg. H. ten
Brink, Meppel 1947. Een tiental per
soonlijke liftmemoires van de schrijf
ster, uit de eerste maanden na de be
vrijding. Vlotte geïllustreerde schet
sen (IV).
Bordewijk, F.: Bij gaslicht. Vjjf novel
len, spelend in de romantische tijd
van het gaslicht. (IIHl).
Borstlap, A. Soldaten zonder uniform.
Uitg. Edecea, Hoorn 1947. Geïll.
Spannende roman over de illegaliteit.
De familie Demers speelt er de hoofd
rol in (IV-V).
Buck, Pearl. Paviljoen der vrouwen.
Uitg. W. Friesland 1947. Madame
Wu, een Chinese moeder van vier
zoons geeft haar man prijs „om zich
zelf te kunnen zyn"._ Boeiend ge
schreven maar nogal vrijmoedig
(II-III).
Jackson, Charles. Het verloren weekend
Uitg. Querido A'dam 1947. Belevenis
sen van een naar geest en lichaam
verdierlijkte dronkaard. Heidens
boekje dat de vrije wil volkomen ne
geert (II).
Schaaf, Nine van der. Een vrouw van
de Vlecke. Uitg. Kroonder Bussum
1947. Roman rond Saak, een vrouw
uit een Fries vlek. Veel misère vol
komen godsdienstloos milieu (III-IV)
Vuyk, Bep. Het hout van Bara. Uitg
de Haan, Utrecht '47. Door gezag
hebber Bouts mislukt het leven van
de familie Hillengs op Bara, zodat ze
naar Java moet vertreken. Een we
reld van jalouzietjes (IV-V).
I verboden; II streng voorbehoud; III
voorbehoud; IV volwassenen; IV-V rij
pere jeugd; V allen. Medegedeeld door
I.D.I.L., Tilburg.
NOORDZEE
sleeswuk-
hamburg
BREMEN
NEDER'SAKSEN
MEDE"
run-provincie
WEST FALEN
BADEN
wurtemMrq
beieren
TOTAAL
RUWSTA ALPRODUCTIE lOO.OÓÖ-ion
rsjrem
MtTsr-: m
If T T 1917
Tijdens het Nazi-bewind is in Duits
land de gehele oorlogsindustrie tot een
zeer grote hoogte opgevoerd. Kenmer
kend hiervoor zijn de productie-cijfers
van ruw staal. Zoals de productielijn in
de hierbij geplaatste kaart aangeeft, is
de in de jaren voor 1932 sterk afge
nomen staalproductie weer opgevoerd
tot in 1937 een peil werd bereikt, hoger
dan ooit te voren. De voorbereidingen
van Hitier, voordat hij de wereldoorlog
deed losbranden, waren dus in volle
gang.
Thans willen de geallieerden de
„Duitse vvapensmidse" weer afbreken.
Wie ooit beweerd heeft, dat het niet
moeilijk valt op Allerheiligen in de he
mel te komen, zonder het vagevuur aan
te doen, weet ik niet, maar ge kunt op
de dag van het laatste oordeel uw licht
gaan opsteken bij de Ties van Polleke,
in leven kastelein van de herberg „De
zatte Duivel", die aan deze dag zijn za
ligheid te danken heeft, want warempel,
hij had geen dag eerder moeten sterven,
die Ties, zo'n brave jongen is hij nu niet
altijd geweest!
Dat is trouwens moeilijk voor een
kastelein, die de hele dag temidden van
verleidelijke dranken leeft. Zoiets werkt
op de duur op uw keel, die dichtgroeit
van dorst.
Toen mijnheer pastoor eens des Zon
dags een sermoen afstak over de onma
tigheid, vooral wat de borrel betreft,
keek hij met donkere ogen naar de Ties,
of hij nog niet van zins was, zich te
bekeren en zijn zaak met die duivelse
naam te sluiten.
Daags daarna hield mijnheer pastoor
hem op straat staande met de vraag
of hij zijn sermoen had verstaan.
Ja, mijnheer pastoor, het was een
schoon sermoen, maar ik wed om tien
glaasjes, dat gij nog schoner zoudt spre
ken, wanneer ge bij mij tevoren een bor
rel hwam vatten! En bovendien moogt
ge blij zijn, dat uw gelovigen pas na de
Hoogmis van mijn edel vocht komen
proeven en niet ervoor!
Ja, ja, de Ties was niet vervaard voor
de herder der parochie en evenaardde
hem in welsprekendheid.
Toen lachte de pastoor en zeiTies,
ge zijt een olijkerd, maar ge zult veel
moeite hebben om in de hemel te ge ra
ken!
Och, mijnheer Pastoor, een herber
gier lijk ik is altijd geerne gezien in de
hemel. Bij het zien van mij, herinneren
de heiligen zich de schone uurtjes te
midden der aardse ellende'
Zo sprak de Ties en de pastoor ging
hoofdschuddend verder. Met zo ene was
geen goed garen te spinnen.
Nu is het een eigenaardige gewoonte
van magere Hein, dat hij juist een bij
zondere belangstelling aan de dag legt
voor lieden, die het niets op hem be
grepen hebben en zijn aanwezigheid
nauw vermoeden, laat staan zijn gezel
schap zoeken. Zo ene was de Ties van
Polleke, de herbergier van „De zatte
Duivel". De vrolijke Ties werd ziek,
zwaar ziek zelfs en geen borrel kon
hem» weer op de been helpen. Ten laat
ste werd het zo erg, dat mijnheer pas
toor er aan te pas moest komen. De
Ties bekeek hem met benauwde blik;
op dit moment was hij op diens aanwe
zigheid allerminst gesteld, doch de
pastoor maakte hem duidelijk, dat het
werkelijk bittere ernst was.
De kalender wees eind October aan en
de koude was al vinnig, de grote kas
tanjeboom voor Ties kamer stond moe
deloos gebukt in de schrale wind en
schudde zijn bladeren verdrietig af. Bij
het zien daarvan werd de Ties zo ang
stig, dat hij de pastoor vroeg zijn biecht
De cijfers van het aantal te demonteren
bedrijven, tonen aan, dat in het bijzon
der het industriegebied Rijnland-West- r
falen veel van haar productie-capaciteit te horen. Toen mj jn zondenlast had
zal inboeten. j afgewenteld, keek de pastoor hem eens
aan en zei: Ties, jongen, maak oe
niet ongerust, ge zult er wel niet zon
der vagevuur afkomen, want ge zijt ook
niet altijd even braaf geweest, maar het
is bijna Allerheiligen, vraag, of zy een
goed woordje voor oe doen!
Het was de vooravond van Allerhei
ligen, dat de Ties van Polleke uit „De
zatte Duivel" de grote reis aanvaardde
en hij deed het op zijn gemak.
Waarom zou ik me haasten, dacht
hij, ik heb de hele eeuwigheid de tijd
om boven te geraken!
Doch ten laatste kon hij zich niet
meer tegenhouden, hoe hoger hij kwam,
des te harder hij liep. Hij werd onweer
staanbaar aangetrokken. Na enige tijd
werd hij echter zo vermoeid en dorstig,
dat hij om zich heen keek, of hij geen
herberg zag om wat te bekomen.
Ik zou hier wel een filiaal van mijn
„zatte Duivel" kunnen oprichten, dacht
hij plots, geen concurrentie te duch
ten!
Eensklaps kwam daar een werkelijke
zatte duivel aanwaggelen, greep de van
schrik verstijvende Ties vast en sleurde
hem mee.
We hebben hier een pracht filiaal
van jouw kroegje, Ties, kom maar mee!
Hoe de arme Ties ook rukte, hy kon
zich niet bevrijden uit die duivelse greep
en liet zich tenslotte uitgeput voortsle
pen. Hij hoorde een werkelijk hels la
waai en door een raam zag hij een
schouwspel, dat hem de haren steil deed
staan'. Een grote troep duivels lag te
midden van loeiende vlammen aan grote
flessen te drinken, doch hoe zij ook dron
ken, hun dorst werd steeds feller en
brandde in hun binnenste nog bijtender
dan de vuurzee rondom hen. De Ties
stond te trillen op zijn benen en riep alle
heiligen te hulp, want het schoot hem
te binnen, wat de pastoor gezegd had.
De zatte duivel, die hem vasthield
liet hem plots los en stoof naar binnen,
zijn dorst werd te hevig en begerig
zette hjj een fles aan de mond.
Eindelijk drong het tot de versufte
Ties door, dat hij vrij was. Hij rende
weg, zo hard hij kon en dorst niet om te
zien. Daar schitterde in de verte de
hemelpoort, doch tevens hoorde hij ver
achter zich een hels lawaai, alle dui
vels schenen losgebroken om hun ont
vluchte prooi terug te halen.
De Ties rende voort en kwam hijgend
6n steunend bij de hemelpoort. Doch
hoe hij ook trok en duwde, geen bewe
ging was er in te krijgen. Hij zag een
bel, trok hard, doch er kwam geen ge
luid! Toen drong het tot hem door,
dat het'feest was in de hemel en dat
St. Petrus natuurlijk de bel had afgezet
om mee te kunnen doen. De Ties rekte
zich om door het kijkglaasje van St.
Petrus te loeren en zag, dat de heiligen
druk toebereidselen maakten voor hun
feest.
Eensklaps hoorde de Ties een gekrijs,
nu dicht achter hem en omkijkend zag
hij een troep duivels naderen, met vu
rige hooivorken gewapend. Vertwijfeld
rukte hij nogmaals aan deur en bel, doch
tevergeefs!
Daar flitste het door zijn brein, dat
de hemel toch ook achterdeurtjes moest
hebben, dat had hij tenminste de pastoor
wel eens horen beweren. Hij rende langs
de hemelmuren, op zoek naar zo'n ach
terdeurtje, maar intussen kwamen de
duivels steeds naderbij. Hij voelde hun
gloeiende adem in zyn nek. Het werd
steeds donkerder om hem heen, hij was
nu blijkbaar aan het andere einde van
de hemel. De Ties was dood op; hij zou
ineengezakt zijn en een zekere prooi der
op zijn hielen zittende duivels geworden
zijn, als hjj niet in een donkere hoek een
lichtje had gezien. Met de moed der
wanhoop stortte hjj zich voorwaarts en
bemerkte een raampje even boven de
grond. Hij trapte het in, en juist toen
een dertig duivelsklauwen naar hem
grepen, rolde hij door de opening naar
binnen en belandde midden in een grote
zaal, waar de heiligen in volle actie
waren. De Ties botste tegen een grote
ladder op, die in de zaal was geplaatst
en waar gelukkig niemand op stond.
Er viel een stilte en bevreemd keken
de heiligen de ongenode gast aan. Eens
klaps trad St. Petrus naar voren en
vroeg, waar hjj vandaan kwam, en of hjj
niet wist, dat er een voordeur was.
Doch toen de Ties sidderend zijn be
levenissen verhaalde, kek\ alle heili
gen glimlachend en knipogend naar St.
Petrus, die niet op zijn post was ge
weest.
Deze keek eens rond, begon toen ook
te lachen en sprak; Collega's, ik stel
voor deze Ties van Polleke binnen te
laten ter gelegenheid van ons aller feest.
Ondanks het feit, dat zijn herberg „De
zatte Duivel" genaamd is. Dat is hem
bijna duur te staan gekomen!
Alle heiligen klapten in hun handen
om hun instemming te betuigen en zo
werd de Ties van Polleke, in leven her
bergier van „De zatte Duivel" opgeno
men in het koor der zaligen. De Ties
dacht er nog dikwijls aan, dat hij toch
eigenljjk gemakkelijk, zonder vagevuur
in de hemel was geraakt op Allerhei
ligen.
Doch wie zegt, dat zijn benauwende
avonturen op weg naar de heerlijkheid
geen vorm van vagevuur zyn geweest?
V. T.
Knap schilderwerk of dronken
30OOO0OOOOOGOOOOO0GG0O0GGGGGOGGOGGGOOOGGQGG00GC%)0GOOGOOCOOOOG0GOGGOOO0OOOOG0GOGGGGOOGGOQQeOOOg>GQOGOG'
Ons Romanbijvoegsel
JGGOOOOOOOOOOOOOOQOooGOOGOGOOOOOOOOOOOOOOOQQOOOeQOCOOOOOOGOOOGGOOGOOGQGOOOOOOGOOOOGQOO^OOOOOOGGOGSGGOOOGOOÖ
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE
Tijdens een wandeling wordt de
oude heer Ambrose Pennyfeather door
een onbekende doodgeschoten.
Van dader en motief ontbreekt ieder
SPG°raaf George Lanchester en zijn
broer Yves zijn onder de mdruk
van het drama, doch er zlJn
dien andore zorgen: de volgende
igen moet een snoer met zeer Kos^®
stenen van smaragd worden ge
bij de sultan van Suiungu, die lener
jaar van de Engelse koning ee
nieuwe steen erbij krijgt als teken v n
vriendschap. Daar graaf Lancne
wegens ziekte zelf het halssnoer me
(kan halen, gaat zjjn broer Yves, ver
gezeld door John Meredith, die een
beroemd detective is.
Ze worden op onheuse wijze
door
de sultan ontvangen en brengen
daarna het snoer naar de beroemde
juwelier, Jean Monachet, die consta
teert, dat de stenen vals zijn.
De sultan bljjkt misleid te zijn
en het halssnoer aan oplichters te
hebben meegegeven. Hjj verdenkt zjjn
nicht, Anne de Vassignac, die nog
steeds aanspraak doet gelden op de
troon van Suiungu.
Ook tegen de secretaresse van Lord
Lanchester, miss Norma Hailey, koes
tert Meredith verdenkingen In werke
lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey
te heten en in de kring van gravin
de Vassignac te hebben verkeerd.
Intussep heeft Philip Horton, een
medewerker van de gravin, 'n leeg
staand huis betrokken, dat grenst
aan het kerkhof waar mr. Penny
feather begraven ligt en waarvan 'n
zekere Huff beheerder is.
Prins Satsui, die ook in het com
plot betrokken is, draagt Huff op,
te zorgen, dat Meredith uit de weg
geruimd wordt).
Huf draagt een bekende misdadiger
Simms geheten, op de aanslag te ple
gen, doch deze mislukt.
Enkele ogenblikken later stond
Simms, hevig ontdaan, tegenover John
Meredith en diens medewerker B.eef
De man kon zich nauwelijks overeind
houden en met een duw 'wierp Mere
dith hem in een fauteuil.
Wel, wel. begon Beef: Dat is ge
loof ik mijn oude vriend Harry Simms.
Hoe kom jtj hier in 's hemelsnaam in
de buurt, Harry Je hebt het niet erg
getroffen, vriendje. Heb je nog pijn
Valt nogal mee, bromde Simms.
Meredith vroeg: Vertel nu maar
eens op Simms. Wie heeft je ge
stuurd?
Sir John, vroeg de man timide:
zult u een goed woordje voor mij doen,
als ik u alles eerlijk vertel?
Dat weet Ik nog zo precies niet.
Ik ben niet meer bij de politie en ben
dus niet gerechtigd, dergelijke beloften
te doen. Ik zou zeggen, vertel me al
les en ik zal dan wel zien, wat ik voor
je bereiken kan. Maar let wel, ik be
loof je niets.
Dan weiger ik, iets te vertellen,
a°mMgde Simms koppig aan.
Meredith dacht even na. Hjj wilde zo
spoedig mogelijk met deze man klaar
zyn, want hij begreep heel goed, dat
die slechts in opdracht gehandeld had
en verder voor het onderzoek van geen
betekenis meer was. Maar zijn inlich
tingen omtrent de opdrachtgever, zou
den allicht tot het juiste spoor leiden...
Nu, in dat geval zit er niets an
ders op, dan je naar de gevangenis te
brengen, Simms. We zullen eerst even
bij de politie een arrestatie-bevel gaan
halen. Beef, ry de wagen even voor.
Dat was niet erg naar de zin van
de misdadiger en hg besloot de wijste
weg te kiezen.
Goed ik zal spreken, zei hfi- Ik
zal u alles vertellen. 1
Dat verwachtte ik wel. Juist men
sen, die al eens aan de verkeerde zyde
van de tralies gezeten hebben, weten
de verschrikking daarvan op de juiste
waarde te taxeren. Vooruit, vertel op!
Maar ik waarschuw je. probeer niet,
iets wijs te maken, want ik zal al
ie mededelingen nauwkeurig laten on
derzoeken, al zou ik daarvoor reizen
maken kris-kras door Engeland
heen Mocht achteraf blijken, dat je
Sen hebt, dan zul je nog met ja-
"gjtln.kd« «r
John, beloofde Simms kleintjes en hy
begon uitvoerig alles te ver
Philip Horton liep onrustig ln de
tuin van zijn nieuwe woning
len. Hij stak een sigaret op, maar ze
smaakte hem niet en hy %°°- f
over de heg heen, die het kerkho
zijn tuin scheidde. Zyn gedachten
ren in Paul's hotel in Londen en dij
Norma Hailey, die voor secretaresse
van Lord Lanchester speelde.
Het was een verduiveld lelijk zaakie,
waarmee hy zich, dank zy de handig
heid van Anne de Vassignac, had inge
laten. En dat Noïma niet voorzichtiger
was! Ondanks zijn verbod, had ze nog
tweemaal een bezoek aan hem gebracht.
Plotseling verscheen er in de deurope
ning van de keuken een vreemde ge
daante; 'n man, die bijzonder slank en
klein van stuk was. Op zijn gezicht pa
relde zweet, alsof hij ingespannen aan
het werk was geweest. Hij leunde
tegen de post van de deur.
Horton snelde haastig naar de man
toe, blykbaar bang, dat iemand anders
hem zou opmerken. In zeer plat dialect
vroeg de man: Ik hoop, mr. Horton
dat de richting, welke u heeft aange
geven, de juiste is, want anders doe ik
al myn werk voor niets.
Ik heb de berekeningen zo nauw
keurig mogelijk gemaakt, verzekerde
Horton: Maar je begrypt ook wel, dat
ik niet alles met een centimeter kon
uitmeten, want ik moest oppassen, dat
niemand my by het bepalen van de
kortste weg opmerkte. Daarom heb ik
voor een gedeelte moeten gissen, maar
ik ben er zeker van, dat ik dat heel
secuur gedaan heb.
Hum, kuchte de man: Het is 't
vreemdste baantje, dat ik ooit van myn
leven onderhanden heb gehad.
Horton negeerde deze opmerking en
zei: Denk aan wat ik je over dat
muurtje gezegd heb.
Dat zal ik doen, beloofde de man
en hy verdween weer in het huis.
XXIII
Horton hervatte weer zgn onrustige
wandeling in de tuin. Plotseling werd
hy door naderende voetstappen opge
schrikt. Er kwam iemand regelrecht op
hem af.
Wat heeft dat begon Horton,
maar toen hij de naderende man her
kende, kon hy een aanval van woede
nauwelyks onderdrukken.
Huff!, riep hy uit: (Kerel, wat
kom je hier doen? We hebben toch
afgesproken, dat je niet naar me toe
zou komen dan enkel als het volslagen
donker was! En dan nog alleen maar,
als het dringend noodzakelyk was.
Huff verdedigde zich met te zeggen:
Maar mfln bezoek is dringend nood
zakelyk, mr. Horton.
Nu, kom gauw mee naar binnen,
anders mocht iemand je nog zien.
Hy trok de man bij de arm mee naar
binnen.
Nu, wat is er?, vroeg Horton on
geduldig: Vertel op.
Ze hebben me in de gaten, mr.
Horton, zei Huff met hese stem.
Ki f» ex-°fficier staarde de man ver
bluft aan en kon geen woord uitbren
gen. Tenslotte vroeg hij: Wie heeft
je in de gaten?
Die John Meredith en zgn mede
helper.
Maar kerel, verte! dan toch eens,
wat je precies bedoelt. Wie heeft je nu
eigenlijk in de gaten? J
Wel, die verslaggever, die geen
verslaggever is.
M'n hemel!, riep Horton wanhopig
uit: Spreek toch niet in raadsels'. Bp.
gin nu eens met het begin en vertel me
nauwkeurig wat er gebeurd is.
Wel, de zaak zit zo. begon Huff, en
met veel uitweidingen vertelde hij, hoe
hij in een café in gesprek was geraakt
met een vreemdeling, die hem was voor
gesteld als een journalist, die Smith
heette, en die achteraf de voormalige
politieman Beef, de medewerker van
Meredith, bleek te zyn.
was. Bovendien vraag ik me af, wat jij, Was overduidelyk. Zou Huff misschien
als beheerder van het kerkhof, te ma- zijn veroordeling van destijds aan het
ken hebt met de nieuwe bewoner van werk van Meredith hebben geweten en
Vine Cottage. Ik moet je zeggen, dat je daarom uit wraak deze aanslag hebben
niet lang gewacht hebt met kennis te beraamd
maken met een in deze streek volsla- Meredith besprak een en ander met
gen onbekende. Beef, zijn trouwe medewerker.
Ik moetehik wildeEr kan natuurlijk sprake zijn van
brabbelde Huff verward. Hy wist geen wraak, zei hymaar aan de andere
woorden te vinden om een aanneme- kant is het wel heel vreemd, dat dit-
ïgke verklaring te geven en daarom maal ons spoor wederom naar Weyland
vond hij het 't wijste, zo spoedig moge- leidt, want, zoals je zelf ontdekt hebt,
lijk van het toneel te verdwijnen. Hij die Huff woont m dat dorp en is er be-
stamelde een „goeden avond" en ging heerder van de begraafplaats. Het kan
Hij besloot zyn verhaal met de woor- met snelle schreden heen. heel goed zpn dat Huff in contact staat
den: Ik ben er bang voor, mr. Hor- Yves Lanchester keek de man ver- met Anne de Vassignac en van haar op-
ton, dat ze het een of ander van me wonderd na. Hjj vroeg zich af, waarom dracht heeft gekregen, mij uit de weg
weten en dat ze me voortdurend achter- Huff zich zo vreemd gedragen had en te ruimen. Zelf durfde hij dat vermoe-
na zitten om bewyzen in handen te hij kon er niets aan doen, dat hij enige delyk niet te doen en daarom deed hij
achterdocht tegen hem ging koesteren, het karweitje aan Simms over, die op
£at ge ïed trouwens wel enige ervaring
Horton had intussen de zitkamer van had, zoals we weten
Vine Cottage, het huis, dat hy tydelijk Beef knikte doch zei niets
bewoonde, opgezocht en met gefronste In ieder geval kennen wé ln Wey-
Neen, heus niet, verzekerde Huff: I wenkbrauwen ging hy in een der land nu drie verschillende personen, die
Ik heb hem niets bijzonders verteld, op teuils zitten nadenken. en c°hnectie staan met de gravin de
mgn woord van eer. Huff was blijkbaar heel erg b l(ëuigi I Vassignaè. Allereerst onze vriend Huff;
NU waar wind je je dan eigenlijk dat vond Horton allerminst P dan Philip Horton, die het leegstaande
voor op' Er is d»n toch niets aan de want bange mensen waren meesia huis, dat aan het kerkhof grenst, heeft
hand'Neen, Huff, ik geloof, dat je iets vaarlijk, omdat ze in hun anfsLi£,e po. I gehuurd, en ten derde Norma Hailey of
- I,?bhTn ver-I Bailey. We heb
krggen.
Dwaasheid. Maar wat heb je eigen-
lyk tegen die Beef zoal verteld?, vroeg
Horton: Je heb zeker je mond voorbg
zitten praten?
voor me verbergt. Ik waarschuw je: dingen gingen doen en
hebben een stenografisch
vertel me nauwkeurig wat je gezegd Singen ondernamen om Z1C" derge. rapport van het telefoongesprek, dat
hebt Voor de dag ermee! denking te vrywaren. En jui indien Horton met de gravin voerde en waarin
Huff was iets minder positief, toen lijke Pogingen vielen de poi dg hij zeide, dat hij bezoek had gehad van
hg antwoordde; Ik eh heb die eenmaal achterdocht arldk en miss Hailey. Het is dus duidelijk, dat
niets bgzonders verteld. meest op. Ja, Huff waS gedig moge- die bij de zaak betrokken is. Ik zou zo
- - 'daarom moest Anne 20 zeggen, Beef, dat de cirkel zich zo lang-
lijk gewaarschuwd wordeging naar de zamerhand begint te sluiten. Wat denk
Horton sprong op en 6 I je ervan, als we eens een bezoek gin-
keuken. een telefooncel in &en brengen aan Weyland om met mr.
naKpel zacht klonk het Yves Lanchester een en ander te be-
11 '^9 TT...» rri-nf TVTl S.«W» h 1 Umnt Ui5 KJ,_
Hij staarde hulpeloos het vertrek
rond en ging toen voort: Eerlyk ge'
zegd, had ik 'n Paar borreltjes op
en misschien heb ik achteraf dus wèl
iets gezegd, wat ik me achteraf niet
Ik ga even
meer herinner. Die Beef heeft me maar Ipswich, riep hy en wicb Enkel om spreken Misschien weet hy nadere by-
1™rm antwoord:: Naai ,g dwaas- zonderheden af over Huff, want al we
even op te bellen toch ook ten we nu zeker, dat Horton in contact
heid, want er is staat met miss Hailey, van Huff is ons
jenever zitten voeren.
Zo, zo, hoonde Horton sarcastisch:
Je weet dus niet meer precies, wat je
die vent verteld hebt. Huff, je bent een
idioot, een stommeling!
Maar 'k geloof niet, dat
ik
Huff was geheel in verwarring en
wist niet meer, hoe hy zijn gedrag
moest proberen goed te praten.
Verdwijn nu zo snel mogelijk, ad
viseerde Horton: Ga terug naar je huis
en wacht daar maar af, wat er gebeu
ren gaat. Denk eraan dat ik je niet meer
in de omgeving van dit huis wil zien.
Ik heb ie voor het laatst gewaarschuwd,
Huff.
Dit laatste klonk dreigend en haastig
stond Huff op en verliet de kamer. Hij
liet het hoofd hangen en was in ang-
was niet in de stemming dat n08 niet bekend. Tussen twee haak
Maar Horton houden over dg 6 jeS) Beef) heb je> toen je simms aan
om een debat f hem genomen bes; de politie uitleverde, verzocht om strikte
en' daarom "beëindigde hy het gesprek
met zijn onzichtbare vnend met een
kort- 1- Als ik ^eg' dat lk "aar Ips
wich ga om op te bellen, dan doe ik
dat.
wandelde rond het schilderach-
geheimhouding van wat er gebeurd is
Dat kan voor ons van het grootste be
lang zgn, want niet één der medespelen
den in dit drama mag gealarmeerd wor
den en vluchten vóór de netten geheel
zgn toegehaald.
Ik heb inderdaad de politie om
dith de zaken, zoals ze er momenteel
voor stonden. Beiden waren ervan over
tuigd dat de ontknoping niet lang meer
op zich zou laten wachten. Er waren
reeds heel wat schakels, maar enkele
ontbraken nog en daarom konden ze
het geheel nog niet overzien.
Zonder twijfel staat de verdwgning-
van het halssnoer met de moord op
bare „r
hotel in Londen.
Anne de Vassignac nam de hoorn op
en luisterde naar de opgewonden woor
den van Horton. Daarna legde ze de
stige gedachten verzonken. Hy slofte hoorn neer, wendde zich tot prins Sab
voorwaarts, zonder zich te realiseren, suj en zei: Philip was aan de tele-
waar hy precies liep. foon. Hy vertelt., dat die vent van dat
Plotseling struikelde hy byna over kerkhof in Weyland bang is en daarom i
een klein hondje en bly zyn machteloze gevaarlijk wordt voor onze onderne- I "feather in verband "maar "ik zie
woede op een onschuldig beest te kun- fUg. Wat moeten we in dit geval doen. ^£0* In ieder geval' hTeft de op-
rten koelen, gaf hy het hondje een harde Nikkidrachtgever van Simms een zware ne-
schop. De terrier jankte en dat geluid De Japannees dacht even na, knikte geleden en mT met de mislukte
deed Huff plezier. Maar hij hoorde een toe„ en iep zonder iets te zeggen naar d«sla|. g en=t de mu
stem, waarschuwend en dreigend; ge- een bel toe, waarvan hij het knopje In-l^*-5 Jn P 'J n,
schBokken bleef hy stil staan en hief drukte. De Fransman, die wij reed:
het hoofd op. eerder hebben leren kennen en die doo.
Dat moet je nog eens een keer zi-jn vrienden Toto de kat genoemdlnt Lt ons de gemakke-
proberen, klonk het:: Ik zal je dan eens j werdj kwam binnen. De prins wees met L„kste man.er om de zaak in het
leren, een weerloos dier te mishandelen. een kort gebaar naar de gravm enjz brengen Vooral nu blijkt, dat
Huff herkende de eigenaar van_de|_ Madame de Vassignac heeft werk te oraigem
meer van
blunders gemaakt worden,
voor je
we niet met beroeps-misdadigers te ma-
-- Ik I ken hebben, heb ik er goede moed op,
De apache boog en zei bel®®fndati I dat er meer fouten zullen worden bc-
terrier en naar woordend zoekend, be
gon hij zich stuntelig te verontschul
digen:: Ach mijnheer Yves, ik I ben altijd gebeel tot uw ---- gaan en d{m zowel de moord Qp mr
wide niet hardvochtig zyn, maar vrouw. Pennyfeather als de verdwijning van
een beetj kSS5.'IkTeb ik Simms was dus bereid, alkop te het halssnoer zichzelf geheel oplossen
bied biechten en op die manier kwam John en wy zullen enkel maar hebben toe te
Koel antwoordde Yves Lanchester: - Meredith te weten, dat Huff recht- zien en op het juiste ogenblik
Je optreden heeft mg tenzeerste ver- streeks bij de moordaanslag op zyn te slaan,
wonderd, Huff. Ik dacht, dat jij wel leven betrokken was. Simms was met In Weyland aangekomen, reden ze
zachtmoediger en beheerster van aard meer dan een werktuig geweest, dat regelrecht naar het kasteel van. Loid
Lanchester. Zonder de bezoekers aan te/
dienen, bracht de huisknecht hen naar
de kamer, waar de graaf zijn vriend
Meredith hartelijk begroette. Lord Lan
chester lag nog steeds languit op een
rustbank, mët zijn rechterbeen omhoog.
Zyn broer Yves was toevallig by hem.
Mag ik enige hoop koesteren,
vroeg de graaf vol spanning: dat je me
goed nieuws komt brengen, John?
Meredith glimlachte. Ja en neen,
antwoordde hij: Ik kwam eigenhjk al
leen naar hier, om enige informaties in
te winnen.
Hij zag, hoe het gezicht van Lord
Lanchester betrok en haastig ging hij
verder: Maak je niet al te bezorgd,
George. Ik geloof heus, dat we de ont
knoping van de zaak steeds naderbij
komen, maar het is nog niet het aan
gewezen tijdstip, om definitieve mede
delingen te doen. Allereerst moeten mij
nog enkele details duidelijk worden en
over één daarvan wilde ik juist met
jullie spreken. Het gaat over een kerel,
die hier in het ziekenhuis werkt en te
vens beheerder van het kerkhof van
Weyland is. Hy heet Huff.
- Huff?, riep Yves verbaasd uit»
Grappig, dat je juist naar hem vraagt.
Ik zag hem gisterenavond uit een van
de landhuisjes hier in het dorp komen
en ik vond het zo vreemd, dat hij daar
een praatje gemaakt had met iemand,
die in deze streek volkomen onbekend
is en pas enkele dagen in
in Vine Cottage woont?, viel
Meredith hem in de rede: Vergeef me,
Yves, dat ik je onderbrak, maar zyn
mgn woorden juist of niet?
Yves staarde zijn vriend verwonderd
aan en stamelde: Ik geloof, dat jij
alles weet, John. Hoe speel je dat
eigenlijk klaar?
Meredith grinnikte en vertelde alles,
wat hy wist, behalve dan de geschiede
nis van de mysterieuze miss Hailey, de
secretaresse van Lord Lanchester.
Toen Sir John zyn verhaal beëindigd
had, merkte Yves op: Een interes
sante geschiedenis, John, maar eerlijk
gfZ<!^A 1S me de zaa^ nog even duister
als óór je ons dit alles vertelde. Ik zie
helemaal geen verband. En dan dat
dwaze versje!
Yves haalde de schouders op ed
zweeg.
Meredith vroeg hem: Heb je zin,
met mij mee te gaan om een bezoek te
brengen aan het ziekenhuis, Yves? Ik
veronderstel, dat je daar iedereen kent
en ik zou zo graag iets meer over die
Huff te weten komen, zonder dat het
hele ziekenhuis in rep en roer is en Huff
al gewaarschuwd en verdwenen is, vóór
we er aan toe zyn hem zelf te onder
vragen.
Tien minuten later zaten ze in de
kleine, heldere wachtkamer van het zie
kenhuis. De deur werd geopend, en eed
man van middelbare leeftijd trad bin
nen.
- Goeden dag, dokter, groette Yves'-
Het spijt my zeer, u te moeten lastig
vallen, maar later zal u wel blijken, da1
dit onderhoud noodzakelyk was. Mag i^
u even aan myn vrienden voorstellen7
Dokter Hewitt Sir John Meredith
mr. William Beef.
De mannen drukten elkaar de hai j
en Yves ging verder: Dokter Hewi j
is uw portier, Huff heet hy, ni? 1
waar? ook in de buurt?
Dokter Hewitt keek verbaasd op, to
de naam van Huff genoemd werd. 1
aarzelde en zei toen: Neen, hg is n' i
hier. Hy vroeg my een dag verlof, 0
enige privé-zaken te regelen.
(Wordt vervolgd)-