VERZAMELD PROZA D\E wereld Afgesloten rijksmarkenbezit van C. C. S. CRONE %t} f kju HET GESCHENK AAN DE SULTAN LICHT EN SCHADUW 'n Feestelijke trompet en 'n weemoedige blazer VERPLICHTE AAN GIFTE door Francis Gerard SATERDAG 22 NOVEMBER 1947 PAGINA 4 ZE HAD EEN VASTE PLAATS DE „ORANJE" HEEFT VERTRAGING DE LERAREN EN DE SALARISCOMMISSIE BRADLEY VOLGT EISENHOWER OP vóór 1 Februari 1948 KERFTABAK WORDT GOEDKOPER Steun aan de inlandse teelt? 16. Nu gaat alias ersat smetent Ans^ keu. xxvin. Er is nauwelijks een feestelij ker voorwerp denkbaar dan een schuiftrompet, een instru ment dat gedachten wekt aan klanken van vreugde, aan feestelijkheid en uitgejubelde hliiheid- Wanneer men dan - ok 't stofomslag van Crone's Prozabundel „De schuiftrom pet", versierd met een bonte prent van vlaggen en kinder ballonnen, van rondzwaaiende draaimolens en kermisdrukte. beziet, zou deze kleurige vlag gevormd door titel en illus tratie een argeloos lezer kun nen misleiden omtrent de la- Wie beter toeziet, ontdekt in de gelaatstrekken van de een zame trompetblazer op de voorgrond meer weemoed dan de omgeving schijnt te recht vaardigen- Zp gezien geeft deze imslag de juiste weer spie eltng van de inhoud van het boek: een mozaïek waarin geluk en hun\pr de achter grond vormen van veel leed. Crone is niet bepaald een vuilschrij ver In deze amper 200 bladzijden om vattende bundel is al het proza verza- meld dat hij sedert zijn debuut in 1935 publiceerde. Geeft deze uiterlijke om vang reeds een eerste vingerwijzing, dat we te doen hebben met iemand, die niet gemakkelijk tot publiceren overgaat, het lezen van enkele bladzijden is voldoende om de overtuiging te vestigen, dat deze stemmingskunst inderdaad met de groot ste zorgvuldigheid moet zijn aange bracht; de benaming mozaiek werd dan ook niet toevallig gekozen. Nu we toch eenmaal een etiket op Crone's werk hebben geplakt willen we nog even verder op de vergelijking met mozaiek ingaan, omdat deze term een gevaar van misvatting inhoudt. Men zou van oen litteraire mozaiekzetter namelijk een artificieel product, vernuftig in el kaar geknutseld maakwerk kunnen ver wachten. Hiervan is echter bij Crone geen sprake, geaffecteerdheid is aan zijn proza volkomen vreemd; wat hij neer schrijft is de zeer zuivere weerklank, die het uiterlijk waargenomene in de ziel wekt, en wanneer hier of daar korte schetsen of sprookjes worden ingevoegd die eigenlijk geheel op zichzelf staan blijken deze steeds precies te passen om het stemmingsbeeld de vereiste nuance te geven. In „Het feestelijk leven", het tweede verhaal uit de bundel, is Eefje het doch tertje van Buysman in de heerlijke da gen voor het Sinterklaasfeest. A. P- meldt uit Londen: De 73-ja- rige mej. Sofia Ballard zat Don derdag weer op haar vertrouwde, zij het wat frisse plaatsje.. Met een ther mosfles en een pakje boterhammen had zy Woensdagavond haar stelling inge nomen, halverwege tussen het Buc- kingam Palace en de Admirality Arch en aan een verslaggever medegedeeld, dat zij sinds de begrafenis van koningin Victoria in Januari negentien honderd een alle koninklijke bruiloften, begra fenissen, kroningsplechtigheden en overwinningsparades vanaf dezelfde plek had gadegeslagen. „Ik kom voor mijn pleizier", zei ze, „maar de meesten van mijn vrienden denken, dat ik gek ben". „Hoor ik daar geen paardenvoetjes, zong Eefje. Vader meende ook zoiets. Er kwam een lijkstoet aan. Nn kon ze wel de andere kant uitkijken, maar ze zag de begrafenisrijtuigen over de keien van de Gansstraat hobbelen". Illustratie uit „De schuiftrompet Er zijn betere citaten uit deze bundel te halen, maar weinig tonen m zo kort bestek het steeds terugkerend motief in Crone's werk: de hunkering naar geluk, plotseling kapotgescheurd door het meest schrijnende leed. Hier gaat het slechts over het kleine kinderleed, het onvervuld verlangen bij de grote mensen, of het nu de eenzame Tamme is in „Gymnasium en liefde" of Buysman in „Het feestelijk leven", die vrouw en dochtertje verliest en dan door Utrechts straten doolt mijmerend over vroeger geluk, de uiterst fijn getekende Leentje uit „Muziek over het water" of de uit zijn functie ontslagen Willem Dunges, steeds is het de tegenstelling tussen het vluchtige moment van geluk en de wrede verstoring door dood of te genslag die de schrijver treft. Zelden ontmoetten we proza waarin droom en harde werkelijkheid tot een zo harmonische eenheid groeiden. Slechts zou men wensen, dat de schrijver eens een breder vlucht nam en een pro zawerk van langer adem schreef. Echter wanneer zich in de korte schets „De schuiftrompet" bijna letterlijk dezelfde situatie herhaalt die we in „Het feeste lijk leven" aantreffen, dan bekruipt ons het vermoeden dat, hoezeer het met het „hart" van deze schrijver in orde is, er aan zijn „longen" iets mankeert. Het boekje wer-1 fraai uitgegeven, in geleid door 's schrijvers mede-Utrechte naar dr. P. H. Ritter en door de teke naars Ickes en Thole, voortreffelijk geïl lustreerd, al blijven beiden wel eens te zeer op de begane grond om als de ideale illustrators van dit „droom- realisme" te kunnen worden beschouwd, Wm. P. C. C. S. Crone „De schuiftrompet", Uitg. A. J. G. Strengholt, Amsterdam. De redactie van „Die rare wereld", die altijd trouw naar de ontwikkelende en paedagogische uitzendingen van de Nederlandse radio luistert, hoorde met innige voldoening een jeugdige twee ling, Jaap en Kees Oranje, er zich tij dens een reportage over het huwelijk van de Engelse prinses voor de micro foon op beroemen, dat zij kampioen- lifters waren, omdat zij sinds de be vrijding van ons heropbouw-behoeven de land gelegenheid en tijd hebben ge had 25.000 kilometers gratis vervoer bij elkaar te bedelen. Tezamen met een Nederlandse juf frouw, die haar be- en verwondering uitsprak over de ordelijkheid en be leefdheid van de Engelsen bij een der gelijke drukte, gingen zij er voorts prat op, dat zij, zonder lang wachten, in de voorste rijen de huwelijksstoet had den zien passeren. Zijn die ordelijkheid en beleefdheid denk aan het gedrag van vele Nederlanders bij zulke gele genheden misschien het monopolie van de Engelsen en hebben de Neder landers in Londen daaraan hun goede plaatsen te danken? Hoe dat ook zij, de redactie van „Die rare wereld" waardeert het bijzonder, dat de Nederlandse radio aan al die lift-wonderen de nodige publiciteit heeft verleend. De Nederlandse onder nemingslust kan niet genoeg worden aangemoedigd, al is het ook op het stuk van bedelen. Het van Batavia naar Amsterdam bestemde Ned. m.s. „Oranje", heeft tijdens het ligplaats hemen in de haven van Southampton, doordat van een der sleepboten de tros brak, deze in de schroef gekregen, met het gevolg, dat het schip niet naar behoren kon manoeuvreren en door de hevige wind tegen de kade werd geduwd. Hierdoor zijn enige platen van het schip be schadigd. Een duiker is. bezig 'de tros van de schroef te verwijderen. Het schip zal niet eerder dan in de nacht van Zaterdag op Zondag te IJmuiden binnenkomen. De debarkatie te Amsterdam geschiedt nu Zondag morgen om 8 uur. De secretaris van de kath. leraren vereniging St. Bonaventura, tevens lid van de salariscommissie, heeft de minister-president en de minister van Onderwijs, K. en W. een telegram ge zonden, waarin hij vraagt, of de regering door morele druk de leraren wil dwingen de salariscommissie te verlaten. Daar door zouden de besprekingen een ontijdig einde vinden. Belangrijke onderdelen der regeling, zoals de bezoldiging van gym nastiekleraren de combinatie van betrek kingen en de noodzakelijke overgangs bepalingen zijn nog onvoldoende besproken en ruggespraak met de hoofdbesturen is nog niet mogelijk geweest. Generaal Omar Bradley is door pre sident Truman benoemd tot opvolger van generaal Dwight Eisenhower, chef van de generale staf van het Amerikaanse leger. Truman stelde geen datum vast voor de overneming van Eisenhower's taak door Bradley. Generaal Bradley, die het bevel voer de over het eerste Amerikaanse leger en het 12de legercorps tijdens de veld tocht in West-Europa en thans hoofd is van de afdeling voor Amerikaanse oud-strijders, zal op 1 December wor den overgeplaatst naar het departe ment voor het leger. Te Nijmegen werd door de minister van Overzeese gebie dsdelen in de Prins Hendrikkazerne het K. N. I. L* centrum in Nederland geopend. De vlag uiordt gehesen. De inzending poppen van het Koninklijk Huis op de internationale poppententoonstelling ten bate van de Stichting 1940- 45, te Maastricht gehouden. Toen tengevolge van de verordering van de rijkscommissaris voor het be zette Nederlandse gebied de deviezen- grens tussen Nederland en Duitsland, alsmede practisch het gehele door dit rijk geannexeerde gebied was opge heven hebben diegenen, die in deze ge bieden woonachtig of gevestigd waren, tussen 31 Maart en 7 Mei 1945 op grote schaal van deze omstandigheid gebruik gemaakt, door hun bezit aan rijksmarken onbelemmerd tegen gul dens af te stoten en met deze guldens- Nederlands vermogen te verwerven. Van deze transacties moet bij de Ned. Bank aangifte worden gedaan en wel vóór 1 Febr. 1948. Het Ned. vermogen, dat in de pe riode zonder deviezengrens door inge zetenen van het rijksmarkengebied (niet vijanden) anders dan onder algemene titel (b.v. erfopvolging)) werd verkre gen, is ingevolge de op 8 Aug. 1947 in het Staatsblad afgekondigde wet Her stel vermogensovergang rijksmarken gebied in eigendom op de staat der Nederlanden overgegaan. Aan de huidige bezitters van ver mogen, dat ingevolge bedoelde wet aan de staat der Nederlanden is vervallen, zal een vergoeding worden toegekend op basis van het percentage, dat de staat der Nederlanden als schadever goeding op reparatie-rekening zal ont vangen. Het beheer over het aan de staat vervallen vermogen zal worden ge voerd door het Ned. Beheersinstituut, dat t.z.t. tevens de vergoeding zal re gten. Voor verdere bijzonderheden omtrent de aangifte en voor het verkrijgen van inlichtingen wende men zich tot oe Ned. Bank, de deviezenbanken en de effectenkantoren; tevens zij verwezen naar de officiële publicatie, welke in de dagbladen zal verschijnen. De kerftabak-fabrikanten hebben be sloten met ingang van 1 Januari a.s. de prijs van hun producten met ruim 10 pet, te verlagen. Zij betreuren het dat de tabak nog niet vrij komt, daar de kleine fabrikanten met te grote voorra den zitten en de voor hen bestemde toe wijzingen niet eens kunnen accepteren. Er is aan de minister verzocht aan aeze onhoudbare toestand een einde te ma- Wij vernemen voorts, dat het departe ment van landbouw overweegt de in landse teelt op een of and®"L steunen, waarbij gedacht wordt aan de oprichting van een coöperatieve verem- ging van planters IN TE LEVEREN BONNEN DOOR DETAILLISTEN voor de week van 23 tot en met 29 November 1947 BROOD: R-03 res. (16 rts.) R-06, R-13 res. R-Ol, R-ll, R-21 brood (8 rts.) en nieuwe bonnen. Rts.bin. 0-21 (4 rts.) Coupure X 171. BOTER: R-ll, R-21 boter (1 rts.) Rts.bon G-31 (0,5 rts.) Aflossingweek 26 Oct.1 Nov. MARGARINE/VET: R-01, R-02, H-22 boter (1 rts.) R-12 boter, rtsb. R-32 (0,5 rts.) Aflossingweek 26 Oct.1 Nov. KAAS R-21 kaas 2 rts. Aflossing week 26 Oct.—1 Nov. R-01 div., R-14 res. rtsb. R-36 (1 rts.) VLEESWAREN R-02 vlees (4 rts.), R-21 vlees (3 rts.) Aflossingweek 26 Oct.1 Nov. Detaillisten R-01, R-ll vlees, R-12, R-22 vlees, R-03 vlees, rtsb. 0-51 (1 rts.) VLEESWAREN (slagers) inst. 8000 id. inst. 8800. Vlees idem. Slagers cou pures X 182, C 489, C 490. TABAK. Coupures X 183. Aflossing week 26 Oct.—1 Nov. Grossiers C 504, C 505. TEXTIEL Detaillisten. Toewijzingen Distex MD 85, 101 t.m. 140 van VA, VB VC VD VE 605 1 punt, B, C, D, E, F van VA, VB, VC, VD, VE 605 5 punt ten, 101 t.m. 200 van VF 605 1 punt, A, B, C, D. E, F van VA 705 1 en 5 punten, C 82 1 en 10 punten, D 91 1 en 10 punten. Van iedere kaart behoeven de bonnen van gelijke waarde niet op afzonderlijke opvlakvellen. Minimaal 200 punten: hoe denzaken en kleine zaken minimaal 100, daarboven veelvouden van 10. Confectiebedrijven Confectionneurs. Machtigingen confectie. Handelscoupu res. Weverijen Handelscoupures, Con- fectiecoupures. Voor hen waarvoor deze week is aan gewezen. BRANDSTOFFEN Coupures B-, C-, D-, E-verbruikers geen vervangingstoe slag. Industriekolen. Brandst ffen TA 707, 74 BV, 75 BV, 76 BV, 77 BV 3 rts., TH 707, 74 BV, 76 BV 3 rts., WA 707, le t.m. 12e periode lrts., WB 707, lo t.m. 12e periode 5 rts., rantsoer.'bonnen 1 eenheid 1947/1948 1 rts. CGOOOOQOQGQOOQQCOOGOOQGGGGOGGGGQGQQGGGOGGOOGGGGOOQOOGOGCDOGOQOGOGXDQOOOOOeOeGOOOGOOOGOO^GOGGOGQQQQQQGQGQQg Ons Romanbijvoegsel ^ÖGGGOOOGOOGGOeXDQGGOGGOOGGGGGOQOOOOGOGGGGOOOOGGGGCOOGGGOOGGOGOOOOGGOOOOOGGOOGGGOGOGGOOOGGOOOOO^OOOOOOOOGÓ Wat is er?, vroeg de man ver schrikt. Maar hij had geen tijd, zich af te vragen, wat er gebeurd was en wat hem te doen stond, want Meredith gaf hem een flinke stomp op zijn rech- terkaak. BfHOTJD VAN HET VOORAFGAANDE Tndens een wandeling wordt de oude toer Ambrose Pennyfeather door een onbekende doodgeschoten. Van dader en motief ontbreekt leder SPG°raaf George Lanchester en zjjn broer Yves zijn onder de mdruk van het drama, dooh ex zgn dien andere zorgejt: de volge?^?.r" gen moet een snoer met zeer kostbare stenen van smaragd worden ?e bij de sultan van Sultmgu, die ieder Jaar van de Engelse koning een nieuwe steen erbij krijgt als teken van vriendschap. Daar graaf Lanchester wegens ziekte zelf het halssnoer niet Ikan halen, gaat zijn broer Yves, ver gezeld door John Meredith, die een beroemd detective is. Ze worden op onheuse wijze door de sultan ontvangen en brengen daarna het snoer naar de beroemde juwelier, Jean Monachet, die consta teert, dat de stenen vals zijn. De sultan blijkt misleid te zijn en het halssnoer aan oplichters te hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn nicht, Anne de Vassignac, die nog steeds aanspraak doet gelden op de troon van Sulungu. Ook tegen de secretaresse van Lord Lanchester, miss Norma Hailey, koes tert Meredith verdenkingen In werke lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey te heten en in de kring van gravin de Vassignac te hebben verkeerd. Intussen heeft Philip Horton, een medewerker van de gravin, 'n leeg staand huis betrokken, dat grenst aan het kerkhof waar mr. Penny feather begraven ligt en waarvan 'n zekere Huff beheerder is. PrlnB Satsui, die ook in het com plot betrokken is, draagt Huff op, te zorgen, dat Meredith uit de weg geruimd wordt. Deze aanslag mislukt en Huff wordt later vermoord, getrof fen door eenzelfde kogel als waar mede mr. Pennyfeather gedood werd, Anne de Vassignac verlaat Paul's hotel om haar intrek te nemen bij prins -Satsui, van waar ze met het snoer naar Parijs hoopt te kunnen vluchten. Hij had een oude jas meegebracht en spreidde die op de grond uit. De drie mannen namen nu daarop plaats. Ik begrijp nog niets van deze on derneming, bekende Yves Lanchester: Je houdt ons toch niet voor de gek, zei hij: Het zal niet lang duren, of je bent heerseres van Sulungu. Je zult ontvangen worden door onze keizer, die je zal steu- en en helpen tegen je neef en eventuele andere vijanden, wie dan ook. Je zult je kunnen veroorloven, wat je hart maar begeert. Je zult rijk zijn en machtig. O Anne, een schone en grootse toekomst ligt voor je open en ik zal daarvan getuige mogen zijn. Ja, ja, fluisterde Anne, zonder veel aandacht voor de pathetische ont boezemingen van haar Japanse vriend. Zij dacht blijkbaar aan andere dingen en plotseling overviel Satsui het beang stigende gevoel, dat triomf op dit mo ment nog voorbarig was. Als er maar geen kink in de kabel kwam Het was donker; alleen de halve maan scheen, zo nu en dan verduisterd door roetzwarte wolken. De eeuwen oude bomen, die de toegangsweg tot het kerkhof bezoomden, ritselden onrustig, als de wind door de bladeren voer. Drie mannen wandelden over het pad: spook achtige zwijgende schaduwen in deze stille en verlaten mgeving. Meredith liep voorop. Over zijn schou der heen zei hij tegen Beef: - Kom van het grint af. Op de weg hoef je niet op je tenen te lopen eni onizepas Dat zou ik maar doen, ja. Ik moet plotseling naar Parijs, maar over en kele dagen ben ik weer hier, zoals ik al zei. Prins Satsui ontving haar met een glimlach. sen zijn dan nóg minder hoorbaar dan sluippassen die jij nu maakt. Yves Lanchester volgde de b?lde mannen op de hielen. Een beetje hui verig bekeek hij de spookachtige om geving, maar hij zei niets. Sir John verbrak wederom het sur zwijgen. Rustig merkte hij op. geloof vast, dat ons tochtje succes zal hebben. Maar wat verwacht je dan e»gcn- lflk te zien te krijgen, John?, vroeg Yves. Misschien wel niets, antwoordde Meredith raadselachtig: maar dat wil dan nog niet zeggen, dat onze tocht geen succes had. Dat begrijp ik niet. Als we niets te zien zullen krijgen, wat doen we dan eigenlijk hier? We gaan juist controleren, Yves of er niemand naar het kerkhof komt. Zeg Beef, inspecteur Rainbird heeft toch wel begrepen, wat hem te doen staat, nietwaar? Heb je hem alles goed uitgelegd En of, mr. Meredith! Hij zal met zijn mannen het huis omsingelen. Goed, prees Meredith. Nu, dan blijft voor ons niets anders over, dan hier rustig te wachten. We zullen het ons maar zo gemakkelijk mogelijk ma John? Ik zou werkelijk Hij brak zijn zin niet af, want duide lijk hoorden ze nu voetstappen naderbij komen. Het waren geen erg vaste voet stappen en de onbekende man hief met schorre stem een straatdeuntje aan. Toen hij naderbij gekomen was en over de muur van het kerkhof keek, herkende Yves hem. M'n hemel, riep hij uit: Het is Whistlecraft, de smid. Hjj is weer eens dronken. Whistlecraft begon een octaaf hoger en brak zijn lied plotseling af. Toen was er een doffe plof. Hij probeerde over het muurtje heen te klimmen, en is op zijn hoofd gevallen, zei Meredith. De maan kwam op dit moment weer tussen de wolken door en daardoor kon den ze de donkere gedaante zien, die probeerde weer op de been te komen. Een enkele keer zakte hij weer in el kaar, maar tenslotte lukte het hem toch, overeind te blijven en met onvaste passen wankelde hij verder. Toen verscheen er een nieuwe acteur op het toneel: een grote hond die haas tig over het kerkhof liep, doch plotse ling vlak bjj de muur van het kerkhof bleef stil staan en de oren spitste. Meredith keek aandachtig toe en tot zijn schrik zag hij, hoe de hond over de grond begon te snuffelen, en daarna de aarde begon om te woelen. Die vervloekte hond!, riep hij uit. Wat is er toch aan de hand?, vroeg Yves: Waarom maak je je boos op die hond? Ik vind het geval werke lijk komiek. Meredith vroeg zich aarzelend af, wat hem te doen stond. Maar Whistle craft had nu ook de hond opgemerkt. Hij staarde naar het beest, dat zonder ophouden de aarde bleef omwoelen. Zo, zo, oude jongen, lalde hij toen, De hond keek op, de ogen pienter op de vreemde man gericht. Maar daarna ging hij verder met graven. Goeie hond, braaf beestje, prees Whistlecraft hikkend. Ja, waarom zou ik je niet een beetje helpen? Hij viel neer op de knieën en begon met de handen te graven, terwijl de hond zonder verdere onderbreking voortging het met de poten te doen. Kom mee, Beef, fluisterde Mere dith, overeind springend: Neem jij de hond voor je rekening, dan zal ik me met Whistlecraft bezig houden Yves bleef op zijn plaats zitten en keek toe, hoe zijn beide metgezellen zo zacht ze konden op de man en het dier afgingen, Hallo, zei Meredith hardop, terwijl hij de niets vermoedende Whistlecraft een flinke tik op de schouder gaf. De hond gromde vervaarlijk naar Sir John en daardoor kreeg Beef gelegen heid, de oude jas over het beest heen te gooien, die hij daarna als een bundel samensloeg en vastbond, zodnt èr voor de hond geen ontkomen meer mogelijk was. Daarna legde hij het pakje bij de muur neer en keerde terug naar Mere dith, die over de bewusteloze smid ge bogen stond. Samen pakten ze de man op en droegen hem naar het uiteinde van het kerkhof, waar ze hem acnter een groene haag neerlegden. Ziezo, die kan ons niet meer hin deren, zei Meredith toen voldaan: Hij zal heus wel weer bijkomen. Ik wist geen andere manier, om hem hier snel genoeg weg te krijgen. De beide mannen gingen Yves weer opzoeken, die met ingehouden adem had toegezien naar de snelle en voor hem volkomen onbegrijpelijke gebeurtenissen Waarom liet je die man niet voort gaan mert zijn spelletje?, vroeg hij: Ik vond het werkelijk heel erg grappig, John: die dronken Whistlecraft, die een hond hielp om een kuil te graven. Het lijkt mij het beste, Yves, ant woordde Meredith: dat ik je de waar heid maar vertel. De zaak zit zo: Ik vrees, dat Whistlecraft en die hond niet de enigen zijn die vannacht hier in de buurt een gat graven. Ik ben er vrij zeker van, dat er nog iemand bezig is en die persoon zal ongetwijfeld intus sen meer bereikt hebben, dan Whistle craft met zijn kleine putje. Philip Horton stond in de keuken van Vine Cottage. Met zijn mouw wiste hij zich zweet van voorhoofd en wangen, De tegels oit de keuken waren opge broken en vormden met de uitgegraven aarde een flinke wal rond een diep gat Rusteloos liep Horton de keuken op en neer. Tenslotte keek hij achterdochtig tussen de neergelaten gordijnen en nam daarna een slok uit een fles whisky De deuren van het huis waren zorg vuldig gesloten. Het gat was bijna een meter groot en plotseling verscheen er een mannenhoofd bovenuit. Twee han den grepen de rand beet en de man trok zich omhoog. Hij was van onder tot boven besmeurd met aarde. En?, vroeg Horton. We zijn er hoogstens nog 'n sen- timeter of vijf van af, antwoordde de man. Dan ga ik dadelijk mee naar bene den om evgn te kijken. Roep nu Jones dan kan hij even uitblazen en een slok je nemen. De man boog zich over het gat en riep zijn kameraad, die enkele seconde later tevoorschijn kwam. Horton .vulde drie kopjes met whisky en daarna nog eens. Hoe lang zou het graven nu nog duren?, vroeg hij. Een paar minuten, antwoorde de laatst bijgekomene in Wales-dialect: Ik heb in de mijnen gewerkt, dus Maar we moeten voorzichtig zijn, vermaande Horton: We moeten ieder geluld vermijden, want je kunt nooit weten! Neen, Jones, je moet niet wer ken als in de kolenmijnen, liever lan- zamer èn voorzichtiger. Nou, dan duurt het nog 'n minuut of twintig, was het antwoord. Na een derde kopje van het sterke goedje te hebben gedronken, dook Jones weer in het gat, gevolgd door zijn ka meraad, die Fielder heette. Horton ver dween als derde. In het gat stond een ijzeren trapje en daarna volgde een brede tunnel. die vakkundig was aangelegd, aan de zij kanten en van boven gestut met hou ten planken. Ze was ongeveer zes lang en leidde rechtsstreeks in de ri ting van het kerkhof. Aan h,e ervan, waar de arbeid onderbroke hing een brandende mijnwerkers p. Horton had een grote rietenmand bij zich, waaraan een lang e- vestigd was. Deze mand wer or de gravers telkens met de weggegraven aarde gevuld, waarna Horton et zwa re ding met het touw naar boven\trok, om de aarde in de keuken te storten; vervolgens liet hij. de le8e mand weer omlaag zakken. Hij zette haar nu achter m de tunnel neer en bekeek de situatie. Jones n»1 zijn spa weer op en begon te wer Laat me dus weten, als jf» ver zijn, zei Horton, terwijl S ging naar de keuken, om tel er geroepen werd, de mand omhoog te hijsen. Het duurde niettwint'S minuten, maar wel een half UUr, J d™es' sPa het voorwerp, dat het doel van deze ge heimzinnige graverij erelkt had. Hij haastte zich, Horton teroepen, die met een zucht van verlichting de tun nel in kroop. Gelukig weren mijn berekeningen dus juist, zei Jones. niet om een prij zend woord uit te l°kken. doch om een extra beloning te bedingen. ja ja? antwooidde Horton: dat komt allemaal wel in orde. Eerst moet alles zo snel mogelijk afgehandeld wor den. Ze verwijdden het gat en met inspan ning van alle krachten haalden' ze een doodkist tevoorschijn, die van de oude heer Pennyfeather. Onze plicht is volbracht, zei Jones: De rest moet u zelf maar opknappen Ga je mee naar boven, Fielder? Je kunt me toch wel even helpen vroeg Horton haast smekend. Neen, dank u wel. Dht karwijtje komt voor uw rekening. Als straks al les voorbij is, zullen wij de tunnel en het gat weer dichten. Kom mee, Fielder. Horton bleef alleen in de duistere tun nel en bij het licht van de mijnwerkers lamp, verrichtte hij zijn griezelig werk. Hij liever dan ik, zei Fiedler boven tegen zijn kameraad: Eerlijk gezegd bevalt de hele geschiedenis me met erg. Ik had er eigenlijk nooit aan moeten beginnen, maar jij Nou wordt het nog mooier, ant woordde Jones boos: Wil je soms de schuld op mij schuiven? Bovendien ons werk is nu bijna afgelopen. Over een paar dagen kunnen wij uit deze streek verdwijnen met een portefeuille vol geld; naar wat we ervoor gedaan hebben, zal geen haan ™en. Horton kwam naar boven. Hij had een pakje in zijn hand Eerlijk gezegd, heb ik van mijn leven wel eens prettiger baantjes gehad, zei hij: Maar gelukkig is de zaak nu helemaal achter de rug. Help me nu even de kist weer terugzetten. Laat ons dat ding eens zien?, vroeg Jones, alvorens aan Horton's ver zoek te voldoen. Horton vouwde het papier open en bij het kunstlicht schitterden nu de hon derd stenen van smaragd, die vele ja ren de trots waren geweest van de heer sers van Sulungu. Fiedler en Jones staarden vol bewon dering naar de duizendvoudige flonke ring. Toen pakte Horton het sieraad in een schone handdoek en bond er een touwtje omheen. mk Ik ea dit ding zo gauw mogelijk naar de ftad brengen. Intussen moeten jullie de tunnel en het gat weer dicht maken. (jg kis* O ia, die zullen we eerst even te rne zetten. Jullie hebben hier nog dagen werk want alles moet weer precies worden, z°als het geweest is. De tègels moeten worden aangemetseld. Denk er aan, we mogen niet één fout maken, wa.nt dat kan ons noodlottig zijn; mij zo goed als jullie. Ze daalden weer af en tien minuten later kwam Horton boven. Hij vouwde de handdoek open en bekeek het snoer nog eens. Daarna ging hij de trap op naar de badkamer, teneinde zich te rei nigen van aarde en zich te kleden voor z'n bezoek (het grote, glorieuze be zoek!) aan Anne de Vassignac- Een uurtje later stapte hij in zijn auto en reed weg in de richting van Londen. Inspecteur Rainbird ging naar de drie mannen, die nog op het kerkhof wa^^ Hij is zojuist naar Londen trokken, vert®ldehe^ai^btwoordde Mere- - Ik hoorde het, antw aU,: „eten «- Wat- Ja,nze zullen nu de gravers gevan gen nemen. Goed zo. jj- ga zelf ook gauw naar Vine Cottage. Misschien komt mijn aanwe zigheid daar van pas. Succes, riep Meredith de ijverige man na. Over de gehele weg naaf Londen wa- ren politieposten Opgèsteld,' dié nauw keurig de bewegingen van de auto van Horton opnamen en aan de volgende post doorgaven. Iedere kilometer, die Horton met het Sulungese halssnoer maakte, stond onder controle, zonder dat hij er zelf maar enig idee van had. Ongeveer twee kilometer achter hem reden Meredith, Yves en Beef, die met hun grote snelle wagen het kleine sport - wagentje van Horton gemakkelijk had den ingehaald. Horton stopte in Park Lane vlak voor het huis, waar prins Satsui en Anne de Vassignac verblijf hielden. vroeg, wat er aan de hand was, vroeg hij miss Hailey te spreken. Lady Angela Lanchester ging zelf naar beneden toe om inspecteur Rain bird. te woord te staan. Goedenmorgen, inspecteur. Dit is wel een heel vreemde tijd, om iemand te spreken te vragen. Dat geef ik u volmondig toe, mevrouw. Maar het was heus niet nodig geweest, dat u zelf naar beneden kwam. Het gaat mij om miss Norma Hailey. In wiens opdracht handelt u, in specteur Van Sir John Meredith. Hjj heeft mij een briefje meegegeven, dat u de reden van mijn nachtelijke bezoek uit een zet. Hij haalde uit zijn portefeuille een met potlood volgeschreven velletje papier. Angela Xianchester nam het aan en la® het. Beste Angela en George, Willen jullie a.u.b. aan het verzoek van Rainbird voldoen, want het ia hoogst 'belangrijk. Ik kan jullie -de verheugende mededeling doen, dat ik binnen enkele uren de hand zal leg gen op het Sulungese halssnoer. Jullie behoeven nergens meer over in de war te zitten. Alles komt in orde. Hartelijke groeten van JOHN. Ongeveer een half uur, vóór Rainbird de drie «vannen op-ihet kerkhof Horton's vertrek was komen melden, had hij zich begeven naar het kasteel, van Lord Ge orge Lanchester. Hoewel het midder nacht was, aarzelde hij niet, aan te bel len en toen de diensbode hem verschrikt Geweldig! riep Lady Lanchester verheugd uit: Ik ga gauw mijn man deze blijde tijding brengen. Wat een op luchting voor ons! Ze keerde zich om en wilde de trap opvliegen, maar Rainbird riep haar achterna: Ik ben heel erg blij, mevrouw, dat de boodschap van John Meredith u gelukkig maakt. Maar ik moet u herinneren aan het doel van mijn bezoek en zou graag miss Hailey even spreken. De vreugdevolle glimlach op het ge laat van Lady Lanchester verdween. Moet u haararresteren vroeg ze. Neen, mevrouw, daartoe heb ik geen opdracht gehad. Ik moet haar ech ter. vragen, of ze vrijwillig met mij mee wil gaan. Angela Lanchester knikte. Stokes, zei ze toen tegen 't dienst meisje: Klop even op de kamer van Miss Hailey en vraag haar, beneden te komen. IXXX. Fielder en Jones zaten in de keuken van Vine Cottage samen te praten. Ze hadden Horton horen wegrijden en von den dat ze wel een beetje rost hadden verdiend na de ingespannen en grieze lige ondergrondse arbeid, die ze hadden verricht. Ik vraag me af, zei Fielder: wat dat eigenlijk moet met dat snoer. Het is wel een kostbaar ding, dat kun je zó zien. Maar het zal nooit gedragen kunnen worden en verkopen zal ook niet gemakkelijk gaan, want iedereen weet van de diefstal af. Wat hebben w ij daarmee te ma ken? vond z'n kameraad: Het geld, dat wij krijgen, is goed en laat die Horton dan maar blij zijn met z'n ha.lsketti- Wij piepen er lekker tussen uit. I eerder, hoe beter. Kom, laten we i der gaan. Ze namen een slok whisky en kro de put weer in. Plotseling scheen er een lichtst in de tunnel. Fielder en Jones schr ken. Ze zagen, dat het licht uit keuken kwam. Iemand vroeg: doen jullie daar? Spelen jullie sc konijntje ^Wordst vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6