VERZAMELD PROZA
D\E
wereld
Afgesloten rijksmarkenbezit
van
C. C. S. CRONE
%t} f kju
HET
GESCHENK AAN
DE SULTAN
LICHT EN SCHADUW
'n Feestelijke trompet en 'n weemoedige blazer
VERPLICHTE AAN
GIFTE
door Francis Gerard
SATERDAG 22 NOVEMBER 1947
PAGINA 4
ZE HAD EEN VASTE PLAATS
DE „ORANJE" HEEFT
VERTRAGING
DE LERAREN EN DE
SALARISCOMMISSIE
BRADLEY VOLGT
EISENHOWER OP
vóór 1 Februari 1948
KERFTABAK WORDT
GOEDKOPER
Steun aan de inlandse teelt?
16.
Nu gaat alias ersat smetent Ans^
keu.
xxvin.
Er is nauwelijks een feestelij
ker voorwerp denkbaar dan
een schuiftrompet, een instru
ment dat gedachten wekt aan
klanken van vreugde, aan
feestelijkheid en uitgejubelde
hliiheid- Wanneer men dan
- ok 't stofomslag van Crone's
Prozabundel „De schuiftrom
pet", versierd met een bonte
prent van vlaggen en kinder
ballonnen, van rondzwaaiende
draaimolens en kermisdrukte.
beziet, zou deze kleurige vlag
gevormd door titel en illus
tratie een argeloos lezer kun
nen misleiden omtrent de la-
Wie beter toeziet, ontdekt in
de gelaatstrekken van de een
zame trompetblazer op de
voorgrond meer weemoed dan
de omgeving schijnt te recht
vaardigen- Zp gezien geeft
deze imslag de juiste weer
spie eltng van de inhoud van
het boek: een mozaïek waarin
geluk en hun\pr de achter
grond vormen van veel leed.
Crone is niet bepaald een vuilschrij
ver In deze amper 200 bladzijden om
vattende bundel is al het proza verza-
meld dat hij sedert zijn debuut in 1935
publiceerde. Geeft deze uiterlijke om
vang reeds een eerste vingerwijzing, dat
we te doen hebben met iemand, die niet
gemakkelijk tot publiceren overgaat, het
lezen van enkele bladzijden is voldoende
om de overtuiging te vestigen, dat deze
stemmingskunst inderdaad met de groot
ste zorgvuldigheid moet zijn aange
bracht; de benaming mozaiek werd dan
ook niet toevallig gekozen.
Nu we toch eenmaal een etiket op
Crone's werk hebben geplakt willen we
nog even verder op de vergelijking met
mozaiek ingaan, omdat deze term een
gevaar van misvatting inhoudt. Men zou
van oen litteraire mozaiekzetter namelijk
een artificieel product, vernuftig in el
kaar geknutseld maakwerk kunnen ver
wachten. Hiervan is echter bij Crone
geen sprake, geaffecteerdheid is aan zijn
proza volkomen vreemd; wat hij neer
schrijft is de zeer zuivere weerklank,
die het uiterlijk waargenomene in de
ziel wekt, en wanneer hier of daar korte
schetsen of sprookjes worden ingevoegd
die eigenlijk geheel op zichzelf staan
blijken deze steeds precies te passen om
het stemmingsbeeld de vereiste nuance
te geven.
In „Het feestelijk leven", het tweede
verhaal uit de bundel, is Eefje het doch
tertje van Buysman in de heerlijke da
gen voor het Sinterklaasfeest.
A. P- meldt uit Londen: De 73-ja-
rige mej. Sofia Ballard zat Don
derdag weer op haar vertrouwde, zij
het wat frisse plaatsje.. Met een ther
mosfles en een pakje boterhammen had
zy Woensdagavond haar stelling inge
nomen, halverwege tussen het Buc-
kingam Palace en de Admirality Arch
en aan een verslaggever medegedeeld,
dat zij sinds de begrafenis van koningin
Victoria in Januari negentien honderd
een alle koninklijke bruiloften, begra
fenissen, kroningsplechtigheden en
overwinningsparades vanaf dezelfde
plek had gadegeslagen.
„Ik kom voor mijn pleizier", zei ze,
„maar de meesten van mijn vrienden
denken, dat ik gek ben".
„Hoor ik daar geen paardenvoetjes,
zong Eefje. Vader meende ook zoiets.
Er kwam een lijkstoet aan. Nn kon ze
wel de andere kant uitkijken, maar ze
zag de begrafenisrijtuigen over de
keien van de Gansstraat hobbelen".
Illustratie uit „De schuiftrompet
Er zijn betere citaten uit deze bundel
te halen, maar weinig tonen m zo kort
bestek het steeds terugkerend motief in
Crone's werk: de hunkering naar geluk,
plotseling kapotgescheurd door het
meest schrijnende leed.
Hier gaat het slechts over het kleine
kinderleed, het onvervuld verlangen bij
de grote mensen, of het nu de eenzame
Tamme is in „Gymnasium en liefde" of
Buysman in „Het feestelijk leven", die
vrouw en dochtertje verliest en dan door
Utrechts straten doolt mijmerend over
vroeger geluk, de uiterst fijn getekende
Leentje uit „Muziek over het water" of
de uit zijn functie ontslagen Willem
Dunges, steeds is het de tegenstelling
tussen het vluchtige moment van geluk
en de wrede verstoring door dood of te
genslag die de schrijver treft.
Zelden ontmoetten we proza waarin
droom en harde werkelijkheid tot een
zo harmonische eenheid groeiden.
Slechts zou men wensen, dat de schrijver
eens een breder vlucht nam en een pro
zawerk van langer adem schreef. Echter
wanneer zich in de korte schets „De
schuiftrompet" bijna letterlijk dezelfde
situatie herhaalt die we in „Het feeste
lijk leven" aantreffen, dan bekruipt ons
het vermoeden dat, hoezeer het met het
„hart" van deze schrijver in orde is, er
aan zijn „longen" iets mankeert.
Het boekje wer-1 fraai uitgegeven, in
geleid door 's schrijvers mede-Utrechte
naar dr. P. H. Ritter en door de teke
naars Ickes en Thole, voortreffelijk geïl
lustreerd, al blijven beiden wel eens te
zeer op de begane grond om als de
ideale illustrators van dit „droom-
realisme" te kunnen worden beschouwd,
Wm. P.
C. C. S. Crone „De schuiftrompet", Uitg.
A. J. G. Strengholt, Amsterdam.
De redactie van „Die rare wereld",
die altijd trouw naar de ontwikkelende
en paedagogische uitzendingen van de
Nederlandse radio luistert, hoorde met
innige voldoening een jeugdige twee
ling, Jaap en Kees Oranje, er zich tij
dens een reportage over het huwelijk
van de Engelse prinses voor de micro
foon op beroemen, dat zij kampioen-
lifters waren, omdat zij sinds de be
vrijding van ons heropbouw-behoeven
de land gelegenheid en tijd hebben ge
had 25.000 kilometers gratis vervoer
bij elkaar te bedelen.
Tezamen met een Nederlandse juf
frouw, die haar be- en verwondering
uitsprak over de ordelijkheid en be
leefdheid van de Engelsen bij een der
gelijke drukte, gingen zij er voorts prat
op, dat zij, zonder lang wachten, in
de voorste rijen de huwelijksstoet had
den zien passeren. Zijn die ordelijkheid
en beleefdheid denk aan het gedrag
van vele Nederlanders bij zulke gele
genheden misschien het monopolie
van de Engelsen en hebben de Neder
landers in Londen daaraan hun goede
plaatsen te danken?
Hoe dat ook zij, de redactie van „Die
rare wereld" waardeert het bijzonder,
dat de Nederlandse radio aan al die
lift-wonderen de nodige publiciteit
heeft verleend. De Nederlandse onder
nemingslust kan niet genoeg worden
aangemoedigd, al is het ook op het stuk
van bedelen.
Het van Batavia naar Amsterdam
bestemde Ned. m.s. „Oranje", heeft
tijdens het ligplaats hemen in de haven
van Southampton, doordat van een der
sleepboten de tros brak, deze in de
schroef gekregen, met het gevolg, dat
het schip niet naar behoren kon
manoeuvreren en door de hevige wind
tegen de kade werd geduwd. Hierdoor
zijn enige platen van het schip be
schadigd. Een duiker is. bezig 'de tros
van de schroef te verwijderen.
Het schip zal niet eerder dan in de
nacht van Zaterdag op Zondag te
IJmuiden binnenkomen. De debarkatie
te Amsterdam geschiedt nu Zondag
morgen om 8 uur.
De secretaris van de kath. leraren
vereniging St. Bonaventura, tevens lid
van de salariscommissie, heeft de
minister-president en de minister van
Onderwijs, K. en W. een telegram ge
zonden, waarin hij vraagt, of de regering
door morele druk de leraren wil dwingen
de salariscommissie te verlaten. Daar
door zouden de besprekingen een ontijdig
einde vinden. Belangrijke onderdelen der
regeling, zoals de bezoldiging van gym
nastiekleraren de combinatie van betrek
kingen en de noodzakelijke overgangs
bepalingen zijn nog onvoldoende
besproken en ruggespraak met de
hoofdbesturen is nog niet mogelijk
geweest.
Generaal Omar Bradley is door pre
sident Truman benoemd tot opvolger
van generaal Dwight Eisenhower,
chef van de generale staf van het
Amerikaanse leger. Truman stelde
geen datum vast voor de overneming
van Eisenhower's taak door Bradley.
Generaal Bradley, die het bevel voer
de over het eerste Amerikaanse leger
en het 12de legercorps tijdens de veld
tocht in West-Europa en thans hoofd
is van de afdeling voor Amerikaanse
oud-strijders, zal op 1 December wor
den overgeplaatst naar het departe
ment voor het leger.
Te Nijmegen werd door de minister van Overzeese gebie dsdelen in de Prins Hendrikkazerne het K. N. I. L*
centrum in Nederland geopend. De vlag uiordt gehesen.
De inzending poppen van het Koninklijk Huis op de internationale
poppententoonstelling ten bate van de Stichting 1940- 45, te Maastricht
gehouden.
Toen tengevolge van de verordering
van de rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandse gebied de deviezen-
grens tussen Nederland en Duitsland,
alsmede practisch het gehele door dit
rijk geannexeerde gebied was opge
heven hebben diegenen, die in deze ge
bieden woonachtig of gevestigd waren,
tussen 31 Maart en 7 Mei 1945 op
grote schaal van deze omstandigheid
gebruik gemaakt, door hun bezit aan
rijksmarken onbelemmerd tegen gul
dens af te stoten en met deze guldens-
Nederlands vermogen te verwerven.
Van deze transacties moet bij de Ned.
Bank aangifte worden gedaan en wel
vóór 1 Febr. 1948.
Het Ned. vermogen, dat in de pe
riode zonder deviezengrens door inge
zetenen van het rijksmarkengebied (niet
vijanden) anders dan onder algemene
titel (b.v. erfopvolging)) werd verkre
gen, is ingevolge de op 8 Aug. 1947 in
het Staatsblad afgekondigde wet Her
stel vermogensovergang rijksmarken
gebied in eigendom op de staat der
Nederlanden overgegaan.
Aan de huidige bezitters van ver
mogen, dat ingevolge bedoelde wet aan
de staat der Nederlanden is vervallen,
zal een vergoeding worden toegekend
op basis van het percentage, dat de
staat der Nederlanden als schadever
goeding op reparatie-rekening zal ont
vangen.
Het beheer over het aan de staat
vervallen vermogen zal worden ge
voerd door het Ned. Beheersinstituut,
dat t.z.t. tevens de vergoeding zal re
gten.
Voor verdere bijzonderheden omtrent
de aangifte en voor het verkrijgen van
inlichtingen wende men zich tot oe
Ned. Bank, de deviezenbanken en de
effectenkantoren; tevens zij verwezen
naar de officiële publicatie, welke in
de dagbladen zal verschijnen.
De kerftabak-fabrikanten hebben be
sloten met ingang van 1 Januari a.s. de
prijs van hun producten met ruim
10 pet, te verlagen. Zij betreuren het dat
de tabak nog niet vrij komt, daar de
kleine fabrikanten met te grote voorra
den zitten en de voor hen bestemde toe
wijzingen niet eens kunnen accepteren.
Er is aan de minister verzocht aan aeze
onhoudbare toestand een einde te ma-
Wij vernemen voorts, dat het departe
ment van landbouw overweegt de in
landse teelt op een of and®"L
steunen, waarbij gedacht wordt aan de
oprichting van een coöperatieve verem-
ging van planters
IN TE LEVEREN BONNEN DOOR
DETAILLISTEN
voor de week van 23 tot en met
29 November 1947
BROOD: R-03 res. (16 rts.) R-06,
R-13 res. R-Ol, R-ll, R-21 brood (8 rts.)
en nieuwe bonnen. Rts.bin. 0-21 (4 rts.)
Coupure X 171.
BOTER: R-ll, R-21 boter (1 rts.)
Rts.bon G-31 (0,5 rts.) Aflossingweek
26 Oct.1 Nov.
MARGARINE/VET: R-01, R-02, H-22
boter (1 rts.) R-12 boter, rtsb. R-32
(0,5 rts.) Aflossingweek 26 Oct.1
Nov.
KAAS R-21 kaas 2 rts. Aflossing
week 26 Oct.—1 Nov. R-01 div., R-14
res. rtsb. R-36 (1 rts.)
VLEESWAREN R-02 vlees (4 rts.),
R-21 vlees (3 rts.) Aflossingweek 26
Oct.1 Nov. Detaillisten R-01, R-ll
vlees, R-12, R-22 vlees, R-03 vlees, rtsb.
0-51 (1 rts.)
VLEESWAREN (slagers) inst. 8000
id. inst. 8800. Vlees idem. Slagers cou
pures X 182, C 489, C 490.
TABAK. Coupures X 183. Aflossing
week 26 Oct.—1 Nov. Grossiers C 504,
C 505.
TEXTIEL Detaillisten. Toewijzingen
Distex MD 85, 101 t.m. 140 van VA, VB
VC VD VE 605 1 punt, B, C, D, E, F
van VA, VB, VC, VD, VE 605 5 punt
ten, 101 t.m. 200 van VF 605 1 punt,
A, B, C, D. E, F van VA 705 1 en 5
punten, C 82 1 en 10 punten, D 91 1 en
10 punten.
Van iedere kaart behoeven de bonnen
van gelijke waarde niet op afzonderlijke
opvlakvellen. Minimaal 200 punten: hoe
denzaken en kleine zaken minimaal 100,
daarboven veelvouden van 10.
Confectiebedrijven Confectionneurs.
Machtigingen confectie. Handelscoupu
res. Weverijen Handelscoupures, Con-
fectiecoupures.
Voor hen waarvoor deze week is aan
gewezen.
BRANDSTOFFEN Coupures B-, C-,
D-, E-verbruikers geen vervangingstoe
slag. Industriekolen. Brandst ffen TA
707, 74 BV, 75 BV, 76 BV, 77 BV 3 rts.,
TH 707, 74 BV, 76 BV 3 rts., WA 707,
le t.m. 12e periode lrts., WB 707, lo
t.m. 12e periode 5 rts., rantsoer.'bonnen
1 eenheid 1947/1948 1 rts.
CGOOOOQOQGQOOQQCOOGOOQGGGGOGGGGQGQQGGGOGGOOGGGGOOQOOGOGCDOGOQOGOGXDQOOOOOeOeGOOOGOOOGOO^GOGGOGQQQQQQGQGQQg
Ons Romanbijvoegsel
^ÖGGGOOOGOOGGOeXDQGGOGGOOGGGGGOQOOOOGOGGGGOOOOGGGGCOOGGGOOGGOGOOOOGGOOOOOGGOOGGGOGOGGOOOGGOOOOO^OOOOOOOOGÓ
Wat is er?, vroeg de man ver
schrikt. Maar hij had geen tijd, zich
af te vragen, wat er gebeurd was en
wat hem te doen stond, want Meredith
gaf hem een flinke stomp op zijn rech-
terkaak.
BfHOTJD VAN HET VOORAFGAANDE
Tndens een wandeling wordt de
oude toer Ambrose Pennyfeather door
een onbekende doodgeschoten.
Van dader en motief ontbreekt leder
SPG°raaf George Lanchester en zjjn
broer Yves zijn onder de mdruk
van het drama, dooh ex zgn
dien andere zorgejt: de volge?^?.r"
gen moet een snoer met zeer kostbare
stenen van smaragd worden ?e
bij de sultan van Sultmgu, die ieder
Jaar van de Engelse koning een
nieuwe steen erbij krijgt als teken van
vriendschap. Daar graaf Lanchester
wegens ziekte zelf het halssnoer niet
Ikan halen, gaat zijn broer Yves, ver
gezeld door John Meredith, die een
beroemd detective is.
Ze worden op onheuse wijze door
de sultan ontvangen en brengen
daarna het snoer naar de beroemde
juwelier, Jean Monachet, die consta
teert, dat de stenen vals zijn.
De sultan blijkt misleid te zijn
en het halssnoer aan oplichters te
hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn
nicht, Anne de Vassignac, die nog
steeds aanspraak doet gelden op de
troon van Sulungu.
Ook tegen de secretaresse van Lord
Lanchester, miss Norma Hailey, koes
tert Meredith verdenkingen In werke
lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey
te heten en in de kring van gravin
de Vassignac te hebben verkeerd.
Intussen heeft Philip Horton, een
medewerker van de gravin, 'n leeg
staand huis betrokken, dat grenst
aan het kerkhof waar mr. Penny
feather begraven ligt en waarvan 'n
zekere Huff beheerder is.
PrlnB Satsui, die ook in het com
plot betrokken is, draagt Huff op,
te zorgen, dat Meredith uit de weg
geruimd wordt. Deze aanslag mislukt
en Huff wordt later vermoord, getrof
fen door eenzelfde kogel als waar
mede mr. Pennyfeather gedood werd,
Anne de Vassignac verlaat Paul's
hotel om haar intrek te nemen bij
prins -Satsui, van waar ze met het
snoer naar Parijs hoopt te kunnen
vluchten.
Hij had een oude jas meegebracht en
spreidde die op de grond uit. De drie
mannen namen nu daarop plaats.
Ik begrijp nog niets van deze on
derneming, bekende Yves Lanchester:
Je houdt ons toch niet voor de gek,
zei hij: Het zal niet lang duren, of je
bent heerseres van Sulungu. Je zult
ontvangen worden door onze keizer,
die je zal steu- en en helpen tegen je
neef en eventuele andere vijanden, wie
dan ook. Je zult je kunnen veroorloven,
wat je hart maar begeert. Je zult rijk
zijn en machtig. O Anne, een schone
en grootse toekomst ligt voor je open
en ik zal daarvan getuige mogen zijn.
Ja, ja, fluisterde Anne, zonder
veel aandacht voor de pathetische ont
boezemingen van haar Japanse vriend.
Zij dacht blijkbaar aan andere dingen
en plotseling overviel Satsui het beang
stigende gevoel, dat triomf op dit mo
ment nog voorbarig was. Als er maar
geen kink in de kabel kwam
Het was donker; alleen de halve
maan scheen, zo nu en dan verduisterd
door roetzwarte wolken. De eeuwen
oude bomen, die de toegangsweg tot het
kerkhof bezoomden, ritselden onrustig,
als de wind door de bladeren voer. Drie
mannen wandelden over het pad: spook
achtige zwijgende schaduwen in deze
stille en verlaten mgeving.
Meredith liep voorop. Over zijn schou
der heen zei hij tegen Beef: - Kom
van het grint af. Op de weg hoef je
niet op je tenen te lopen eni onizepas
Dat zou ik maar doen, ja. Ik moet
plotseling naar Parijs, maar over en
kele dagen ben ik weer hier, zoals ik
al zei.
Prins Satsui ontving haar met een
glimlach.
sen zijn dan nóg minder hoorbaar dan
sluippassen die jij nu maakt.
Yves Lanchester volgde de b?lde
mannen op de hielen. Een beetje hui
verig bekeek hij de spookachtige om
geving, maar hij zei niets.
Sir John verbrak wederom het sur
zwijgen. Rustig merkte hij op.
geloof vast, dat ons tochtje succes zal
hebben.
Maar wat verwacht je dan e»gcn-
lflk te zien te krijgen, John?, vroeg
Yves.
Misschien wel niets, antwoordde
Meredith raadselachtig: maar dat wil
dan nog niet zeggen, dat onze tocht
geen succes had.
Dat begrijp ik niet. Als we niets
te zien zullen krijgen, wat doen we dan
eigenlijk hier?
We gaan juist controleren, Yves
of er niemand naar het kerkhof komt.
Zeg Beef, inspecteur Rainbird heeft
toch wel begrepen, wat hem te doen
staat, nietwaar? Heb je hem alles goed
uitgelegd
En of, mr. Meredith! Hij zal met
zijn mannen het huis omsingelen.
Goed, prees Meredith. Nu, dan
blijft voor ons niets anders over, dan
hier rustig te wachten. We zullen het
ons maar zo gemakkelijk mogelijk ma
John? Ik zou werkelijk
Hij brak zijn zin niet af, want duide
lijk hoorden ze nu voetstappen naderbij
komen. Het waren geen erg vaste voet
stappen en de onbekende man hief met
schorre stem een straatdeuntje aan.
Toen hij naderbij gekomen was en
over de muur van het kerkhof keek,
herkende Yves hem.
M'n hemel, riep hij uit: Het is
Whistlecraft, de smid. Hjj is weer eens
dronken.
Whistlecraft begon een octaaf hoger
en brak zijn lied plotseling af. Toen was
er een doffe plof.
Hij probeerde over het muurtje
heen te klimmen, en is op zijn hoofd
gevallen, zei Meredith.
De maan kwam op dit moment weer
tussen de wolken door en daardoor kon
den ze de donkere gedaante zien, die
probeerde weer op de been te komen.
Een enkele keer zakte hij weer in el
kaar, maar tenslotte lukte het hem
toch, overeind te blijven en met onvaste
passen wankelde hij verder.
Toen verscheen er een nieuwe acteur
op het toneel: een grote hond die haas
tig over het kerkhof liep, doch plotse
ling vlak bjj de muur van het kerkhof
bleef stil staan en de oren spitste.
Meredith keek aandachtig toe en tot
zijn schrik zag hij, hoe de hond over de
grond begon te snuffelen, en daarna de
aarde begon om te woelen.
Die vervloekte hond!, riep hij uit.
Wat is er toch aan de hand?,
vroeg Yves: Waarom maak je je boos
op die hond? Ik vind het geval werke
lijk komiek.
Meredith vroeg zich aarzelend af,
wat hem te doen stond. Maar Whistle
craft had nu ook de hond opgemerkt.
Hij staarde naar het beest, dat zonder
ophouden de aarde bleef omwoelen.
Zo, zo, oude jongen, lalde hij toen,
De hond keek op, de ogen pienter op
de vreemde man gericht. Maar daarna
ging hij verder met graven.
Goeie hond, braaf beestje, prees
Whistlecraft hikkend. Ja, waarom zou
ik je niet een beetje helpen?
Hij viel neer op de knieën en begon
met de handen te graven, terwijl de
hond zonder verdere onderbreking
voortging het met de poten te doen.
Kom mee, Beef, fluisterde Mere
dith, overeind springend: Neem jij de
hond voor je rekening, dan zal ik me
met Whistlecraft bezig houden
Yves bleef op zijn plaats zitten en
keek toe, hoe zijn beide metgezellen zo
zacht ze konden op de man en het dier
afgingen,
Hallo, zei Meredith hardop, terwijl
hij de niets vermoedende Whistlecraft
een flinke tik op de schouder gaf.
De hond gromde vervaarlijk naar Sir
John en daardoor kreeg Beef gelegen
heid, de oude jas over het beest heen
te gooien, die hij daarna als een bundel
samensloeg en vastbond, zodnt èr voor
de hond geen ontkomen meer mogelijk
was. Daarna legde hij het pakje bij de
muur neer en keerde terug naar Mere
dith, die over de bewusteloze smid ge
bogen stond. Samen pakten ze de man
op en droegen hem naar het uiteinde
van het kerkhof, waar ze hem acnter
een groene haag neerlegden.
Ziezo, die kan ons niet meer hin
deren, zei Meredith toen voldaan: Hij
zal heus wel weer bijkomen. Ik wist
geen andere manier, om hem hier snel
genoeg weg te krijgen.
De beide mannen gingen Yves weer
opzoeken, die met ingehouden adem had
toegezien naar de snelle en voor hem
volkomen onbegrijpelijke gebeurtenissen
Waarom liet je die man niet voort
gaan mert zijn spelletje?, vroeg hij: Ik
vond het werkelijk heel erg grappig,
John: die dronken Whistlecraft, die een
hond hielp om een kuil te graven.
Het lijkt mij het beste, Yves, ant
woordde Meredith: dat ik je de waar
heid maar vertel. De zaak zit zo: Ik
vrees, dat Whistlecraft en die hond niet
de enigen zijn die vannacht hier in de
buurt een gat graven. Ik ben er vrij
zeker van, dat er nog iemand bezig is
en die persoon zal ongetwijfeld intus
sen meer bereikt hebben, dan Whistle
craft met zijn kleine putje.
Philip Horton stond in de keuken van
Vine Cottage. Met zijn mouw wiste hij
zich zweet van voorhoofd en wangen,
De tegels oit de keuken waren opge
broken en vormden met de uitgegraven
aarde een flinke wal rond een diep gat
Rusteloos liep Horton de keuken op en
neer. Tenslotte keek hij achterdochtig
tussen de neergelaten gordijnen en nam
daarna een slok uit een fles whisky
De deuren van het huis waren zorg
vuldig gesloten. Het gat was bijna een
meter groot en plotseling verscheen er
een mannenhoofd bovenuit. Twee han
den grepen de rand beet en de man
trok zich omhoog. Hij was van onder
tot boven besmeurd met aarde.
En?, vroeg Horton.
We zijn er hoogstens nog 'n sen-
timeter of vijf van af, antwoordde de
man.
Dan ga ik dadelijk mee naar bene
den om evgn te kijken. Roep nu Jones
dan kan hij even uitblazen en een slok
je nemen.
De man boog zich over het gat en
riep zijn kameraad, die enkele seconde
later tevoorschijn kwam. Horton .vulde
drie kopjes met whisky en daarna nog
eens.
Hoe lang zou het graven nu nog
duren?, vroeg hij.
Een paar minuten, antwoorde de
laatst bijgekomene in Wales-dialect: Ik
heb in de mijnen gewerkt, dus
Maar we moeten voorzichtig zijn,
vermaande Horton: We moeten ieder
geluld vermijden, want je kunt nooit
weten! Neen, Jones, je moet niet wer
ken als in de kolenmijnen, liever lan-
zamer èn voorzichtiger.
Nou, dan duurt het nog 'n minuut
of twintig, was het antwoord.
Na een derde kopje van het sterke
goedje te hebben gedronken, dook Jones
weer in het gat, gevolgd door zijn ka
meraad, die Fielder heette. Horton ver
dween als derde.
In het gat stond een ijzeren trapje
en daarna volgde een brede tunnel. die
vakkundig was aangelegd, aan de zij
kanten en van boven gestut met hou
ten planken. Ze was ongeveer zes
lang en leidde rechtsstreeks in de ri
ting van het kerkhof. Aan h,e
ervan, waar de arbeid onderbroke
hing een brandende mijnwerkers p.
Horton had een grote rietenmand
bij zich, waaraan een lang e-
vestigd was. Deze mand wer or de
gravers telkens met de weggegraven
aarde gevuld, waarna Horton et zwa
re ding met het touw naar boven\trok,
om de aarde in de keuken te storten;
vervolgens liet hij. de le8e mand weer
omlaag zakken.
Hij zette haar nu achter m de tunnel
neer en bekeek de situatie. Jones n»1
zijn spa weer op en begon te wer
Laat me dus weten, als jf»
ver zijn, zei Horton, terwijl S
ging naar de keuken, om tel
er geroepen werd, de mand omhoog te
hijsen.
Het duurde niettwint'S minuten,
maar wel een half UUr, J d™es' sPa
het voorwerp, dat het doel van deze ge
heimzinnige graverij erelkt had.
Hij haastte zich, Horton teroepen, die
met een zucht van verlichting de tun
nel in kroop.
Gelukig weren mijn berekeningen
dus juist, zei Jones. niet om een prij
zend woord uit te l°kken. doch om een
extra beloning te bedingen.
ja ja? antwooidde Horton: dat
komt allemaal wel in orde. Eerst moet
alles zo snel mogelijk afgehandeld wor
den.
Ze verwijdden het gat en met inspan
ning van
alle krachten haalden' ze een
doodkist tevoorschijn, die van de oude
heer Pennyfeather.
Onze plicht is volbracht, zei Jones:
De rest moet u zelf maar opknappen
Ga je mee naar boven, Fielder?
Je kunt me toch wel even helpen
vroeg Horton haast smekend.
Neen, dank u wel. Dht karwijtje
komt voor uw rekening. Als straks al
les voorbij is, zullen wij de tunnel en
het gat weer dichten. Kom mee, Fielder.
Horton bleef alleen in de duistere tun
nel en bij het licht van de mijnwerkers
lamp, verrichtte hij zijn griezelig werk.
Hij liever dan ik, zei Fiedler boven
tegen zijn kameraad: Eerlijk gezegd
bevalt de hele geschiedenis me met erg.
Ik had er eigenlijk nooit aan moeten
beginnen, maar jij
Nou wordt het nog mooier, ant
woordde Jones boos: Wil je soms de
schuld op mij schuiven? Bovendien
ons werk is nu bijna afgelopen. Over
een paar dagen kunnen wij uit deze
streek verdwijnen met een portefeuille
vol geld; naar wat we ervoor gedaan
hebben, zal geen haan ™en.
Horton kwam naar boven. Hij had
een pakje in zijn hand
Eerlijk gezegd, heb ik van mijn
leven wel eens prettiger baantjes gehad,
zei hij: Maar gelukkig is de zaak nu
helemaal achter de rug. Help me nu
even de kist weer terugzetten.
Laat ons dat ding eens zien?,
vroeg Jones, alvorens aan Horton's ver
zoek te voldoen.
Horton vouwde het papier open en
bij het kunstlicht schitterden nu de hon
derd stenen van smaragd, die vele ja
ren de trots waren geweest van de heer
sers van Sulungu.
Fiedler en Jones staarden vol bewon
dering naar de duizendvoudige flonke
ring. Toen pakte Horton het sieraad in
een schone handdoek en bond er een
touwtje omheen. mk
Ik ea dit ding zo gauw mogelijk
naar de ftad brengen. Intussen moeten
jullie de tunnel en het gat weer dicht
maken.
(jg kis*
O ia, die zullen we eerst even te
rne zetten. Jullie hebben hier nog dagen
werk want alles moet weer precies
worden, z°als het geweest is. De tègels
moeten worden aangemetseld. Denk er
aan, we mogen niet één fout maken,
wa.nt dat kan ons noodlottig zijn; mij
zo goed als jullie.
Ze daalden weer af en tien minuten
later kwam Horton boven. Hij vouwde
de handdoek open en bekeek het snoer
nog eens. Daarna ging hij de trap op
naar de badkamer, teneinde zich te rei
nigen van aarde en zich te kleden voor
z'n bezoek (het grote, glorieuze be
zoek!) aan Anne de Vassignac-
Een uurtje later stapte hij in zijn auto
en reed weg in de richting van Londen.
Inspecteur Rainbird ging naar de drie
mannen, die nog op het kerkhof wa^^
Hij is zojuist naar Londen
trokken, vert®ldehe^ai^btwoordde Mere-
- Ik hoorde het, antw
aU,: „eten «-
Wat- Ja,nze zullen nu de gravers gevan
gen nemen.
Goed zo.
jj- ga zelf ook gauw naar Vine
Cottage. Misschien komt mijn aanwe
zigheid daar van pas.
Succes, riep Meredith de ijverige
man na.
Over de gehele weg naaf Londen wa-
ren politieposten Opgèsteld,' dié nauw
keurig de bewegingen van de auto van
Horton opnamen en aan de volgende
post doorgaven. Iedere kilometer, die
Horton met het Sulungese halssnoer
maakte, stond onder controle, zonder
dat hij er zelf maar enig idee van had.
Ongeveer twee kilometer achter hem
reden Meredith, Yves en Beef, die met
hun grote snelle wagen het kleine sport -
wagentje van Horton gemakkelijk had
den ingehaald. Horton stopte in Park
Lane vlak voor het huis, waar prins
Satsui en Anne de Vassignac verblijf
hielden.
vroeg, wat er aan de hand was, vroeg
hij miss Hailey te spreken.
Lady Angela Lanchester ging zelf
naar beneden toe om inspecteur Rain
bird. te woord te staan.
Goedenmorgen, inspecteur. Dit is
wel een heel vreemde tijd, om iemand
te spreken te vragen.
Dat geef ik u volmondig toe,
mevrouw. Maar het was heus niet nodig
geweest, dat u zelf naar beneden kwam.
Het gaat mij om miss Norma Hailey.
In wiens opdracht handelt u, in
specteur
Van Sir John Meredith. Hjj heeft
mij een briefje meegegeven, dat u de
reden van mijn nachtelijke bezoek uit
een zet.
Hij haalde uit zijn portefeuille een
met potlood volgeschreven velletje
papier. Angela Xianchester nam het aan
en la® het.
Beste Angela en George,
Willen jullie a.u.b. aan het verzoek
van Rainbird voldoen, want het ia
hoogst 'belangrijk. Ik kan jullie -de
verheugende mededeling doen, dat ik
binnen enkele uren de hand zal leg
gen op het Sulungese halssnoer.
Jullie behoeven nergens meer over in
de war te zitten. Alles komt in orde.
Hartelijke groeten van
JOHN.
Ongeveer een half uur, vóór Rainbird
de drie «vannen op-ihet kerkhof Horton's
vertrek was komen melden, had hij zich
begeven naar het kasteel, van Lord Ge
orge Lanchester. Hoewel het midder
nacht was, aarzelde hij niet, aan te bel
len en toen de diensbode hem verschrikt
Geweldig! riep Lady Lanchester
verheugd uit: Ik ga gauw mijn man
deze blijde tijding brengen. Wat een op
luchting voor ons!
Ze keerde zich om en wilde de trap
opvliegen, maar Rainbird riep haar
achterna: Ik ben heel erg blij,
mevrouw, dat de boodschap van John
Meredith u gelukkig maakt. Maar ik
moet u herinneren aan het doel van
mijn bezoek en zou graag miss Hailey
even spreken.
De vreugdevolle glimlach op het ge
laat van Lady Lanchester verdween.
Moet u haararresteren
vroeg ze.
Neen, mevrouw, daartoe heb ik
geen opdracht gehad. Ik moet haar ech
ter. vragen, of ze vrijwillig met mij mee
wil gaan.
Angela Lanchester knikte.
Stokes, zei ze toen tegen 't dienst
meisje: Klop even op de kamer van
Miss Hailey en vraag haar, beneden te
komen.
IXXX.
Fielder en Jones zaten in de keuken
van Vine Cottage samen te praten. Ze
hadden Horton horen wegrijden en von
den dat ze wel een beetje rost hadden
verdiend na de ingespannen en grieze
lige ondergrondse arbeid, die ze hadden
verricht.
Ik vraag me af, zei Fielder: wat
dat eigenlijk moet met dat snoer. Het
is wel een kostbaar ding, dat kun je
zó zien. Maar het zal nooit gedragen
kunnen worden en verkopen zal ook
niet gemakkelijk gaan, want iedereen
weet van de diefstal af.
Wat hebben w ij daarmee te ma
ken? vond z'n kameraad: Het geld, dat
wij krijgen, is goed en laat die Horton
dan maar blij zijn met z'n ha.lsketti-
Wij piepen er lekker tussen uit. I
eerder, hoe beter. Kom, laten we i
der gaan.
Ze namen een slok whisky en kro
de put weer in.
Plotseling scheen er een lichtst
in de tunnel. Fielder en Jones schr
ken. Ze zagen, dat het licht uit
keuken kwam. Iemand vroeg:
doen jullie daar? Spelen jullie sc
konijntje
^Wordst vervolgd).