Gustaaf V van Zweden jubileert
8
Het lijden
Zeereis met de Dood
Feest van Maria's Onbevlekte
Ontvangenis,
der Katholieken in de Oekraine
r
December
IS
*A
ZATERDAG 6 DECEMBER 1947
PAGINA 4
VEERTIG JAREN ONGE
KROONDE KONING
Mr. G., sportbeoefenaar
ZIEKE SOLDATEN HADDEN
„PAKJESDAG"
Eeuwen lang was Maria, om het ongebroken
mysterie van haar zuiverheid, dat bloeien
kon zonder door een mens te zijn aangeraakt,
een stralende verrukking voor de kinderen
der mensen. Zij wisten goed, dat de zonde hen had beschadigd
in hun denken en in hun streven, maar zij wisten zich ook
kinderen van God, Die de zonde had veranderd in een gelukkige
schuld.
Zij zagen in Maria oneindig veel meer dan een voor alle be
smetting gevrijwaarde exceptie, dan een gave, maar onherhaal
bare uitkomst van Gods onbegrijpelijk spel, die slechts met
vrome weemoed vereerd kan worden. Zij zagen in haar uitver
kiezing Gods oorspronkelijk plan met hun eigen gehavend
bestaan volkomen zuiver gereflecteerd, en zij geloofden in de
Kracht Die alles nieuw maakt.
Maar de eeuwen zijn vergaan, en de mensen zijn veranderd.
De werkelijkheid van God echter, Die alle jeugd verblijdt en
bestendigt, is in dit vermoeide Westen, dat geen kinderlijkheid en
geen verrukking kent, geen andere dan zij altijd was en altijd
zijn' zal. In die werkelijkheid is Maria's maagdelijk beschikbaar
zijn voor God nog even actueel als het ooit geweest is. En de
bedoeling die de Schepper heeft met ieder mensenleven dat er
ooit is geweest, dat op dit eigen ogenblik 't onophoudelijk sterven
aan zich in vervulling ziet gaan, en dat er ooit zal zijn tot aan
het einde van de tijd Gods intentie met ieder mensenleven
vindt in Maria's overgave zijn heldere en onbegrijpelijke
formule.
Want niets is belangrijk in het leven van de mens, in het
feestelijkste niet en in het verkommerde niet dan de mate,
waarin het bruidelijk heeft gewacht op God. Het kan door vele
zonden gehavend zijn, het kan door vele gehechtheden zijn élan
verloren hebben, het blijft het teken van Gods uitverkiezing
dragen in het nooit stervend verlangen naar een vervulling die
de aarde niet geven kan, en in zijn nooit te naderen eenzaamheid
Daar is geen ellende zo diep, of het verlangen naar bevrijding
is gebleven. Daar is geen overgave zo roekeloos, of er is in de ziel
een ongerept geheim, dat onbereikbaar is voor de tederste om
helzing en het eerbiedigst begrijpen. In dit geheim zijn alle
mensen eenzaam, omdat God het voor Zichzelf bewaard heeft,
omdat God het heeft bestemd tot woning van het Woord, Dat in
iedere mensenziel wil geboren worden.
IN TE.
j
PRIESTERS WORDEN
UITGEROEID
TOESLAG VOOR GEP. WEST-
INDISCHE MILITAIREN
VLIEGTUIGEN-FOUT ONTDEKT
door Jerry Froscher
Vorstenjuibilea zjjn zeldzaam in bet
Europa van na 1918. De eerste wereld
oorlog heeft veel tronen omver gewor
pen, de tweede vergrootte het aantal
koningen in ballingschap nog aanzien
lijk. Zelfs de monarchistische gedachte
scheen zwaar te hebben geleden, en
maakte veelal plaats voor het republi
keinse ideaal; maar de werkelijkheid
was, dat, waar koningen, keizers of
tsaren moesten gaan, dictators hun ze
tels innamen, niet in het belang van
hun volk, en nog minder in het belang
van de wereldvrede.
Maar Maandag a.s. viert een echte
koning een herdenkingsfeest. De 8ste
December is het veertig jaar geleden,
dat de nu bijna negentigjarige koning
Gustaaf V van Zweden de troon be
klom. Al is hfl ook steeds ongekroonde
koning gebleven; want zijn democrati
sche instelling, zij het ook op de con
servatieve vleugel, weerhield hem van
een grootse kroningsplechtigheid.
Veertig jaar koning; bijna negentig
jaar; de oudste koning, die de moderne
wereld kent. Hij heeft koningin Victoria
en koning Edward VII van Engeland
ontmoet; hij heeft met Disraëli gespro
ken en Bismarck gekend. Persoonlijk
maakte hij kennis met de tsaren
Alexander III en Nicolaas II van Rus
land; hij ontving keizer Frans Joseph
in diens glorietijd en Wilhelm II van
Duitsland. Hij ontmoette ook de Führer
van het Derde Rijk, HitierEn deze
verliet rood van toorn de zaal, nadat
de koning hem, tijdens een dramatische
lunch in de Zweedse legatie te Berlijn
in 1933, onomwonden had verteld, wat
hij van de jodenvervolging dacht, en
hem voor de internationale gevolgen
van zijn politiek had gewaarschuwd-
Wie op vijftigjarige leeftijd koning
wordt, heeft reeds een mensenleven
achter de rug. Veertig jaren bestuur
van een koninkrijk zijn een nieuw men
senleven. In die negentig jaar heeft de
wereld een revolutie doorgemaakt, in
een versneld tempo. De arbeidende
mens heeft zijn volle betekenis in de
politieke weegschaal geworpen; socia
lisme en bolschewisme hebben velen
veroverd; in een deel der wereld heeft
de democratie haar macht gegrondvest,
in een ander deel de hardste dictatuur.
Twee wereldoorlogen lichtten onze klei
ne aarde uit haar evenwicht, en op het
ogenblik ziet men slechts ruïnes en
chaos op elk gebied; leeft de mensheid
In angst voor de apocalyptische ver
schrikking, welke zij in het verschiet
ziet.
Natuurlijk hebben al deze geweldige
gebeurtenissen Zweden niet onberoerd
gelaten; maar het is een democratische,
een constitutionele monarchie geble
ven, ook onder het socialistische re
giem. Maar vooral, Zweden kon in bei
de gevallen buiten de oorlog blijven,
hoezeer het meermalen door Hitier
werd bedreigd.
In een constitutionele staat is het
altijd moeilijk de juiste plaats te bepa
len, welke de vorst in de politiek in
neemt. De verantwoordelijkheid voor
elke regeerdaad berust bij het kabinet;
de vorst staat boven de partijen, en ook
boven elke mislukking en elk falen. Maar
als hij een krachtige en wijze persoon
lijkheid is met grote kennis van zaken
en een brede ervaring, kan hij een ge
weldige invloed ten goede uitoefenen.
Dan is hij allerminst een figurant, lou
ter een symbool.
Koning Gustaaf heeft verscheidene ma
len, doordat hij sprak „als menr" zoals
hij zelf zeide, richting gegeven aan de
politiek; bijv. in Februari 1914, toen hij
door een rede het liberale kabinet ten
val bracht. En in 1920 trad, zonder dat
er een revolutie was geweest, een lou
ter socialistisch ministerie op met
Hjalmar Branting, die eens 's konings
schoolmakker op de openbare lagere
school was gewéest, ils premier.
De samenwerking tussen de koning
en zjjn sindsdien meestal socialistische
ministeries is zodanig geweest, dat een
socialistische premier verklaarde, dat
koning Gustaaf „op merkwaardige wij
ze de monarchie heeft gerehabiliteerd".
En het socialistisch partij-orgaan
schreef bjj gelegenheid van een vroe
gere herdenking: „De Zwedei. zjjn een
voudig dol op hun koning, zij verlaten
zich op zjjn wijsheid en ervaring in poli.
tieke zaken. Zjj weten, hoe buitenge
woon goed en vlot hjj samenwerkt met
de vertegenwoordigers van het volk in
de regering en in de commissie voor
buitenlandse aangelegenheden. Zjj hou
den ook van ,,mr. G." om zjjn sportivi
teit, zjjn liefde voor het leven in dg
open lucht, zijn eenvoudig leven". Als
er stille critiek die is er steeds
op koning Gustaaf werd uitgeoefend,
komt deze zeker niet op de eerste
plaats uit de linkse hoek, maar veeleer
van ter rechterzijde, waar men hem
gaarne meer had gezien als de centrale
figuur van Zwedens politieke leven.
Bijna even bekend als kotning is „mr.
G." als sportbeoefenaar, heel bijzonder
als vooi treffelijk tennisspeler. Helaas
heeft de grjjze, maar nog steeds rijzige
vorst in de lente van dit jaar de sport
moeten opgeven; de ouderdom, de ge
zegende ouderdom van negentig jaar
stelt zjjn onverbiddelijke eisen; maar
nooit zal hjj, zelfs nu, de wekelijkse
kroonraad verzuimen, of de commissie
van buitenlandse zaken. Daar ligt zjjn
grote taak, al 'Snoet hjj veel van zjjn
representatieve plichten aan de kroon
prins overlaten.
Zweden viert Maandag op grootse
wjjze feest. Het viert het jubilé van een
alom beminde koning, die veertig jaar
over de belangen van volk en land heeft
gewaakt, op een wjjze, welke eerbied
en bewondering van de gehele wereld
afdwingt.
Een Utrechtse dame, die onbekend
wil blijven, kwam anderhalf jaar gele
den in contact met inwonende mili
tairen van het hospitaal „Oog in
Al" bjj Utrecht. Zjj besloot toen hei
St. Nicolaasfeest voor hen wat op te
vrolijken. Zjj trok het land door, be-
zocht fabrikanten en kon tenslotte
300 pakketten uitreiken.
Gesterkt door de ondervonden hulp.
ging de dame, die de verzorging var,
haar actie geheel uit eigen middelen
bekostigt, in Sept. j.l. opnieuw haai
relaties van het vorig jaar af en hel
resultaat was dit keer overweldigend.
Met de door fabrikanten afgestane le
derwaren. snoepgoed, zilveren siera
den, vulpennen, schoenen, zeep, as
bakken en nog tal van andere artike
len konden niet minder dan 874 grote
dozen gevuld worden.
Deze geschenken zjjn Vrijdagmiddag
door aalmoezenier of veldprediker uit
gereikt aan de zieke soldaten in de
hospitalen te Utrecht, Amersfoort en
in de herstellingsoorden te Doom en
Amerongen.
<C> De instelling van de commissie-
bakkerjjbedrjjven kan binnen enkele
dagen worden tegemoet gezien.
Koning Gustaaf V van Zweden
r te. - - - -
Op de Reichskanzler Platz (vroeger de Adolf Hider Platz) wordt tussen de doorgeblazen huizen in opdracht
van het Engels militair bestuur een grote fontein gebouwd door civiele Duitse gevangenen.
gevangenen.
Uit betrouwbare bron wordt aan het
K. N. P. meegedeeld, dat alleen in de
Sub-Karpatische Oekraine (vroeger deel
van Tsjechoslowakije) de liquidatie der
Grieks-Katholieke Kerk nog niet beëin
digd is. Op verschillende plaatsen in dit
gebied mogen nl. de Oekrainse priesters
nu en dan de H. Mis celebreren. Toch
wordt er op gewezen, dat ook hier wel
dra de Russisch-Orthodoxe Kerk van
Moskou haar plaats zal innemen. Reed;
werden jonge en actieve priesters aanger
houden en weggevoerd, voornamelijk de
monniken van Sint Basilius, wier kloos
ter te Mukacevo reeds met Russisch-
Orthodoxe monniken werd bezet.
Anderzijds wordt gemeld dat de Pools-
Oekrainse Katholieke Aartsbisschop van
Lwow (Lemberg), Jozef Slipyj, die tot 8
jaar dwangarbeid werd veroordeeld,
thans te Jenisoïsk (Siberië) in een fa
briek arbeidt. Zijn gezondheidstoestand
is onrustwekkend. De andere Oekrainse
Katholieke bisschoppen zijn geïnterneerd
in de gevangenis van Kiev. evenals de
provinciaal der monniken van Sint Ba
silius, pater W. Hradyuk.
Veel somberder nog is het lot van de
secuiiere clerus in de Poolse Oekraine
De priesters, die weigerden tot de Rus
sisch-Orthodoxe Kerk over te gaan, wer
den in de concentratiekampen voor
„weerspannige" priesters geïnterneerd,
o.a. in die van Horodok en Sambir.
Voor de geestelijken der kloosters wer
den speciale kampen ingericht te Law-
rew en te Krechew (West-Oekraine),
waar de behandeling der priesters zeer
slecht is, zelfs oude en zieke geestelij
ken worden er gefolterd.
De katholieke kerken in de Poolse
Oekraine zijn grotendeels gesloten, m dé
grote centra blijven er sommige open als
„propagandabewijs" voor de vreemdelin
gen. Meestal betreft het kerken, die thans
door de Orthodoxen worden gebruikt,
daar de Grieks-Katholieke kerk in de
Oekraine door de Sovjet-Russen is ver
boden. Zelfs de Orthodoxe priesters moe
ten de tekst van hun preken onderwer
pen aan de censuur der Sovjet-autoritei
ten, en het is hun verboden buiten de
kerkelijke diensten betrekkingen te on
derhouden met hun gelovigen. Tenslotte
wordt er op gewezen, dat het volstrekt
verboden is de kinderen godsdienston
derricht te geven voor bun achttiende
Jaar.
De minister van overzeese gebieds
delen deelt mede dat een alg. maatre
gel van bestuur, strekkende aan gep.
Westindische militairen een duurte,
toeslag en kindertoeslag toe te kennen,
in een ver gevorderd stadium van voor
bereiding verkeert. De duurtetoeslag
zal bedragen ten hoogste 25 pet. met
een maximum van 42,50 per maand,
terwjjl voor de minimale pensioenen
daaraan een minimum is verbonden
van 25 per maand. De kindertoelage
zal bedragen voor ongehuwde kinderen
beneden 21 jaar 3 pet. van het maan
delijks pensioen, met een minimum van
f 7,50 en een maximum van 17,50 per
kind per maand.
De oorzaak van de branden aan boord
van de Amerikaanse DC-6 vliegtuigen,
welke tengevolge hebben gehad, dat on
langs voor meer dan 80 van deze machi
nes 'n startverbod is uitgevaardigd, is een
te grote aanvoer van benzine voor het
verwarmingsstelsel der cabine, aldus
A.P.
Een commissie, samengesteld uit verte
genwoordigers van regering en industrie,
is tot deze conclusie gekomen na een
onderzoek met betrekking tot de wijzi
gingen. die in de machines behoorden te
worden aangebracht, aleer zij wederom
zouden mogen starten.
cvnrynrOT<qQQOOOO0O0O00®®®g>g><^00000OO003O<^^
Ons Romanbijvoegsel
)ÖOOOOOGOQOGQOeK3OOOOOOOOOOOGGXi)OOOGOO0OOOGOOOOOÖOOGtOOOOGOOOOOOOOOOOOOOOGOOOOOGO0OOGOGOGOGaDGTOOOOOOOOQO(^oÖ
Chapin zijn hut weer, om zich naar het
dek te begeven. Het regende nog, maar
de wind was afgenomen. Voorzichtig
Taylor Chapin ontwaakte door h-
geluid van een harde slag en het g
rinkel van vallend glas. Hij gmg
zitten. Zijn bonzend hoofd deed hem
vreselijk pijn, doch desondanks drong
tot hem door. dat hjj zich op zee te»-
vond. Hjj voelde de gestadige beweging
van het schip en hoorde het lawaai van
de woelige golven.
Het was donker en daarom duurd
het enige minuten, vóór hjj hier zó aan
gewend was, dat hjj iets kon onder
scheiden. Tot zijn grote verbazing stel
de hij vast, dat hjj op een bed lag, ten
volle gekleed. Hjj keek verwonderd
rond en zag, dat zjjn verblijfplaats een
kleine vierkante kamer was, waarin hj)
zich geheel alleen bevond.
Buiten woedde er een storm. De
regen kletterde op het dek en tegen de
ijzeren wanden. De wind huilde, met
krachtige vlagen, die de golven op
zwiepten, waardoor het schip hevig slin
gerde. Weer hoorde hij een slag, maar
hjj kon niet bepalen, wat er gebeurde.
Hjj stond van bed op en nu was het,
of hjj de grond onder zjjn voeten verlo
ren had. Onzeker wankelde hij voor
waarts, de wanden afzoekend naar een
lichtschakelaar, die hjj tenslotte inder
daad vond. Er brandde nu aan het pla
fond een heldere lamp en Chapin kon
zjjn onbekend verbljjf eens nader bekij
ken.
Wederom verbaasde hij zich: de ka
mer was groter dan hjj verwacht had
en ze was werkelijk luxueus gemeubi
leerd.
Hij ging op een stoel zitten en nam
zjjn gepijnigd hoofd tussen de beide
handen, pogend zich te herinneren, op
welke manier hjj aan boord van deze
boot was geraakt en wat voor 'n boot
het eigenljjk was.
In ieder geval, was hjj niet vrijwillig
aan boord gegaan. Wat was er precies
gebeurd, vlak voor hjj het bewustzijn
verloor? Zijn nog half verdoofd hoofd
liet hem niet toe, helder te denken en
hij liet het achterover rusten op de
rand van zijn leunstoel
Eindeljjk kwamen er hem enige beel
den voor de geest: het roezemoezerige
leven en beweeg van een café. Chapin
probeerde uit deze verwarde beelden
een conclusie te trekken. Waarschijnlijk
was hij dus het laatst n een café ge
weest. Maar waar? En waarom? En
hoe kwam hjj daarvandaan op deze boot
verhuisd, zonder dat hjj daar iets van
gemerkt had?
Romaine! Nu herinnerde hjj het zich
plotseling weer. Hjj was met een vriend
waren ze samen 'n paar borrels gaan
drinken in Romaine. De politie was er
binnengevallen en er waren wanorde
lijkheden geweest, toen iemand in dron
kenschap een stoel opnam, om er de
politie mee te lijf te gaan. Zou de man
hem, per ongeluk, een klap op het hoofd
hebben gegeven, waardoor hij het be
wustzijn verloor? Chapin trachtte zich
de situatie geheel in te denken, maar
hjj kon zich de details niet meer herin
neren.
Goed, zjjn bewusteloosheid was hier
mee misschien verklaard, maar niet het
feit dat hij zich momenteel 0p een
boot bevond, de hemel wist hoever van
het vaste land verwijderd. Een grapje,
dat een van zjjn vrienden zich had ver
oorloofd? Neen, hjj was per slot geen
mllonnars-zoontje en andere redenen
om hem te ontvoeren bestonden er al
evenmin.
Taylor Chapin was een jongeman van
achter in de twintig. Hjj had zich be
kendheid verworven als kunstredacteur
van het Giant-weekblad en was in alle
kringen een graag geziene figuur. Vij
anden had hjj. voorzover hij wist, met
althans geen, die hem een slag op het
hoofd zouden geven, om hem daarna
aan boord van een zeebootje te slepen
Hjj ging weer rechtop zitten. Zpn kle
ren waren wat in de war geraakt en hy
bracht ze weer in orde.
Wat stond hem nu te doen Waeh
ten op /e dingen, die zouden volgen, of
handelend optreden? Hjj voelde zich nu
iets beter en besloot, op onderzoekings
tocht uit te gaan. Hij stond op en be
woog zich nog onvast op de benen
staand, door de kamer heen.
Ja, eerst zou hjj de hut zelf aan een
grondig onderzoek onderwerpen. Hjj
trok de laden van een tafel en linnen
kast open, maar die waren leeg. Ver
volgens ging hij in de badkamer een
kijkje nemen, doch ook daar was niets
bijzonders te ontdekken. Alleen zag hij
op een handdoek met rode letters de
naam Carmen geborduurd staan. Hier
uit maakte hij de gevolgtrekking, dat
hij zich aan boord van een p a r ti c u-
1 i e r jacht bevond. Nauwkeurig ging
hij na, wie van zijn vrienden een zee
waardig jacht bezat. Niet een. De mo
gelijkheid bestond, dat hij voor een an
der was aangezien en dat zijn „ontvoe
ring" enkel het resultaat was van een
vergissing. Het verwonderde hem, of
de deur op slot zou zijn. Met een forse
ruk trok hjj haar openopgesloten
bleek hij dus niet te zijn.
Hjj ging naar buiten. Koude, wind
en regen vielen, alsof ze op hem ge
wacht hadden, op hem aan en hij moest
kracht te kunnen verzetten. Woedende,
zwarte golven beukten tegen de wan
den van het schip en overspoelden schui
mend het dek. Na enige weifeling sloot
Chapin de deur weer, besluitend, met zjjn
onderzoek op dek te wachten tot het
daglicht.
Weer in zjjn hut gekomen, bemerkte
hjj een deur, die hem bij zjjn eerste on
derzoek ontgaan was. Hjj opende haar:
een kleine kast, waarin op de grond
een grote leren koffer stond. Hjj nam
stapte hjj langs de railing over het dek
Hjj voelde zioh iets beter, maar hele
maal vast op z'n benen stond hij nog
niet.
Hij telde op het dek zeven deuren.
Terwjjl hjj deze passeerde, trachtte hij
een voor een de knop om te draaien,
maar de eerste vjjf waren afgesloten.
De zesde deur vloog echter open en
Chapin keek in een prachtig ingerichte
hem op: een zwaar ding! Er hing «n,^ binnentreden, toen
label aan, waarop een naam geschre-1 «trokken AwL een
naar het - theater geweest en daarna even bljjven stilstaan ora zich tegen hun
ven was. Hjj las hem. Hjj staarde ver
schrikt voor zich uit, wiste zweet van
het voorhoofd en liet zich ontdaan in
een stoel neer vallen. Nogmaals las hjj
de naam, vrezend aan zinsbegoocheling
te ljjden. Hjj streek met zjjn hand over
de label heen, als om zich ervan te ver
zekeren, dat het ding werkeïjjk be
stond.
Ja, er stond zijn eigen naam op, ge
schreven in een fors en duideljjk hand
schrift. Vergissing was dus onmogeljjk.
Nu, dacht hjj, als dat mjj dan door een
onbekende gever is cadeau gedaan, heb
ik vanzelfsprekend het recht, de kof
fer te openen en te kijken wat de ia-
houd is.
Die nieuwe veren van het slot spron
gen klikkend open en Chapin zag een
stel eerste klas kledingstukken en toi
letbenodigdheden
Hjj nam er een prachtig overhemd
uit en bekeek het aandachtig. Het was
splinternieuw en in de boord stond
z'n naam geborduurd. Nu werd de
zaak dus nog gekker, want nu hij zjjn
naam tot tweemaal toe in deze hut ge
vonden had, wees alles erop, dat het
inderdaad speciaal om hem te doen was.
Een vooropgezet plan, dus. Maar wat
voor plan?
Hjj nam een colbert uit de koffer en
paste het: het zat hem als gegoten. Zo,
dus zijn onbekende gastheer moest
iemand zjjn, die hem bijzonder goed
kende en zelfs zjjn maat van kleding on
feilbaar had kunnen vaststellen. Hjj had
geen halve 'maatregelen genomen, doch
alles zorgvuldig voorbereid, want het
borduursel van de monogrammen wees
allerminst op haastwerk, doch was
zorgvuldig afgewerkt. Ook de keuze
van de kledingstukken kwam geheel
met die van Chapin overeen. Onder
minder geheimzinnige omstandigheden
zou Chapin deze geschenken met vreug
de hebben aanvaard, maar nu maakte
hij zich toch wel zorgen.
Hij strekte zich uit op bed en trachtte
alle gebeurtenissen te ordenen en met
de ontdekking van de koffer in ver
band te brengen. Alle mogelijkheden
overwoog hij, de een na de ander ver
werpend. Niet één leek er logisch. Of
was hij, tengevolge van de slag op het
hoofd, nog niet in staat, zijn hersens
normaal te laten functionneren
Zodra het licht door de patrijspoort
de komst van de dag meldde, verliet
zijn aandacht werd getrokken door een
geluid.
Op het voordek zag hjj twee matro
zen aan het werk. Hij liep in hun rich
ting en vroeg hun iets. De mannen
schonken hem echter niet de minste
aandacht en werkten door, alsof ze hem
niet gehoord hadden. Chapin fronste de
wenkbrauwen". Wilden die brutale ke
rels niet naar hem luisteren? Hjj klom
een klein trapje af en stond, na enkele
passen, vlak Voor de mannen.
Waat gaat deze boot heen?,
vroeg hjj.
De mannen keken op en staarden
hem aan, alsof ze een geestesverschij-
ning hadden. Daarna begon er een in 'n
onverstaanbaar taaltje wat te brabbe
len. Chapin was vaak in vreemde lan-
dên geweest en hjj had met heel wat
talen kennis gemaakt, maar dit koeter
waals kon hij niet thuis brengen. De
matroos begreep dat blijkbaar, en pro
beerde met drukke bewegingen zijn be
doelingen duideljjk te maken, maar ook
deze maakten Chapin niets wijzer. Hij
herhaalde zjjn vraag en nu begonnen
allebei de mannen te praten, zodat Cha
pin zich boos omkeerde en wegging.
Hjj ontdekte op de brug een man, die
keurig gekleed was, waaruit Chapin de
conclusie trok, dat het de kapitein
moest zjjn. Die zou allicht Engels spre
ken en hem inlichtingen kunnen ver
strekken.
Hjj beklom het ijzeren trapje, dat naar
de brug leidde. De kapitein stond on
verschillig toe te zien, zonder de vreem
deling tegemoet te komen of te groe
ten. Chapin zei: Kapitein, waar is
de reis heen?
Ook de aangesprokene mompelde
iets onverstaanbaars, dat veel leek op
de taal van de beide matrozen. Hjj
haalde de schouders op en keek Chapin
min of meer spottend aan.
U wilt mjj toch niet wjjsmaken
dat u gl'n Engels spreekt?, viel Cha
pin op boze toon uit. Al dit geheimzin
nige gedoe maakte hem woedend. De
vent zag er uit als een Amerikaan en
het was dus niet aan te nemen, dat hij
zich niet verstaanbaar zou kunnen ma
ken.
Maai" de man tegenover hem ant
woordde ook niet op deze vraag. Hij be
gon. eVenals de matrozen zojuist, met
de handen geW ntaal te maken, maar
Chapin kon de bedoeling ervan zelfs
niet rar/ïn. Dat hij met duistere bedoe
lingen ontvoerd was en zich midden in
open zee bevond, was al erg genoeg,
maar dat de bemanning hem niet ver
staan kon en een onbekende taal spra
ken, dat was toch wel het toppunt. Hoe
moest hjj te weten komen, wat er eigen
ljjk aan de hand was?
Hjj mompelde een verwensing en ging
het trapje weer af naar het dek. Bijna
daar aangekomen, hoorde hjj een deur
openen. Zo snel hjj kon, liep hjj in de
rcihting van het geluid, hopend, er
iemand te vinden, waarmede hij zou
kunnen spreken. Maar nog vóór hjj kon
ontdekken, welke deur het geweest was,
werd deze alweer dichtgeslagen.
Op het achterdek zag hjj echter
iemand tegen de railing geleund staan.
Eerst aarzelde hjj, naar de man toe te
gaan. Mischien sprak die ook wel dat
koeterwaals van de kapitein en de ma
trozen, «n een derde comedie van ge
barenspel zou Chapin werkelijk niet
meer kunnen verdragen. Hjj wilde ver
der lopen, toen hij hoorde, hoe de man
in het Engels enige woorden kreunde
Lieve hemel, ik ben
Chapin vermoedde, dat de man zee
ziek was, maar in ieder geval sprak hjj
Engels. Zonder te aarzelen, ging hjj
naar de vreemdeling toe. Deze hoorde
hem niet aankomen. Hjj keek niet op,
bleef in gebukte houding staan en liep
daarna kreunend in de van zjjn
hut Juist vóór Chapin die bereikt had,
werd de deur dichtgeslagen.Een klik van
het sjot bewees, dat ze aan de binnen
kant was afgesloten en Chapin kon tot
zijn grote spijt dus me„ naar binnen.
Hjj klopte, maar kreeg geen ant
woord. Nogmaals probeerde hij t, met
hetzelfde resultaat. Het was werkelijk
om uit je y®1 te springen. De mensen,
die je bereiken kon, verstonden je niet
of deden althans alsof en als je
iemand zag. die wèl Engels sprak, dan
gooide die de deur voor je neus dicht.
Wie zou het geweest zjjn? Chapin had
het gezicht van de man niet goed ge
zien. Nu, er Was njgts aan te doen.
Vroeg of laat zou hij de man wel eens
te zien krijgen en dan zou ie niet meer
ontsnappen.
Toen hij 2ich enkele passen verwij
derd had, hoorde hjj wederom een ge-
-I
Hij zag een man op leef'ijd, die voorover gebogen stond, met een vaji angst
en pijn vertrokken gezicht.
kreun. Zonder twijfel was het afkom- wederom op de deur kloppen, toen hij
stig van de onbekende, die hjj zoëven in
een hut had zien verdwijnen, maar het
was nu veel heviger. Snel keerde hij
terug en ging voor de deur staan luis-
teren. Op de deur stond een I en Cha-
pin herinnerde zich, dat zjjn eigen on
vrijwillige verblijfplaats met een F ge
merkt was.
Er ging een minuut voorbij en toer
hield het gekreun op. Chapin wilde juisi
uit een andere richting als een echo
nog afschuwelijker kreten hoorde. D1
oren spitsend, ging hjj op het geluid af.
De kreten werden steeds wanhopiger
en Chapin, gekweld door boze voorge
voelens, rende zo hard hjj kon.
Voor de deur gekomen, waaruit het
geluid kwam, gooide hij deze zonder
te kloppen open. Nu hoorde hjj tussen
het kreunen door zwakjes de woorden:
Moord! Moord!
Er volgde nog één verscheurende
kreet en daarna klonk er nog slechts
zwak gemurmel.
Chapin was zó overdonderd, dat hjj
even was bljjven stilstaan. Maar nu
ging hij haastig de hut binnen. Hjj zag
een man op leeftijd, die voorover ge
bogen stond, met een van angst en pjjn
vertrokken gezicht. De handen had hij,
als om zich te beschermen, voor zijn
borst gevouwen. Juist toen Chapin
naast hem stond, viel de man voorover
op de grond.
Chapin kende de oude heer heel goed.
Het was Sidney Hart, uitgever en mil-
lionnair. Dank zjj zjjn bemoeiingen en
steun, had Chapin kunnen studeren en
zjjn huidige uitstekend betaalde betrek
king bemachtigd. Het Giant-weekblad,
waaraan Chapin verbonden was, be
hoorde tot het concern van Hart. Cha
pin was door hem ontdekt en voortge
holpen en daaruit was de gewoonte ont
staan, dat hjj de oude man met „oom"
aansprak, hiewel deze geen familie van
hem was.
Het kreunen was nu heel zwak ge
worden en zo nu en dan hoorde Cha
pin nog de woorden „moord, moord!"
fluisteren. Hjj boog zich voorover en
voelde de pols. Daarna lichtte hjj de
oogleden van Hart op en zag, dat de
ogen een vreemde en onnatuurlijke uit
drukking hadden.
IL
Oom Sidney, zei hjj zacht doch
dringend: Ik ben het, Taylor Chapin.
U herkent me toch wel Zeg eens, oom,
wat is er gebeurd? Wat mankeert u?
De oogleden van de oude man bewo
gen zich. Hjj deed een laatste poging,
te spreken, doch kon geen woord meer
over de lippen brengen. Toen voer er
een schok door zjjn lichaam, het hoofd
viel achterover en Chapin begreep, dat
zjjn oude vriend en beschermer dood
was.
Hjj knielde naast de dode neer, be
stormd door angstige vragen, maar hij
was niet in staat, iets van de afschu
welijke dood van Hart te begrjjpen.
Waarom had die onder zeer ver
dachte omstandigheden juist plaats
tjjdens een geheimzinnige zeereis? Wat
deed Sidney Hart eigenljjk op dit jacht?
Zou hijóók ontvoerd zijn? Maar
dan....l. kon het best zjjn, dat hij, Cha
pin zelf, ook op het punt stond ver
moord te worden.
Chapin trachtte de verschijnselen,
waaronder Hart was overleden, te rang
schikken en daaruit de conclusie te
trekken wat de dood kon hebben ver
oorzaakt. Waarschijnlijk was hjj ver
giftigd. Maar wie was de andere man,
rjie hij aan dek gezien had en die zich
ook al niet lekker scheen te voelen, zo
dat Chapin gedacht had, dat hij zee
ziek was Zou die.ook vergiftigd zijn
Zweet parelde op zjjn voorhoofd en
hjj fronste de wenkbrauwen. Ernstige
vermoedens bekropen hem. Hij was zo
zeer vervuld met zijn gedachten, dat hij
geen voetstappen had horen naderen
en enigszins schrok, toen hjj achter zicfl
plotseling een stem hoorde.
Wat doet u hier?, klonk het op
barse toon.
Chapin keek op en zag een onbeken
de jongeman voor zich staan. Hij wa
zwaar van gestalte en had rusteloz
ogen, die wantrouwig alles opnamen,
als beducht voor gevaar. Chapin wa
zozeer In de war gebracht, dat hiji ge
woorden vond en de jongeman herhe
de zijn vraag, eraan toevoegend,
spreekt toch zeker wel Engels:
(WordJt vervolgd).