Cor ACTEUR in het goud in v. d. Lugt-Melsert 50 jaar aan het toneel De hogèschool Van het ballet 43? 7.'° Het geheim van de elf slagen mm m Kunstvaria door Raymond Knotts PAGINA 4 NEL OOSTHOUT BELGISCHE ACTEURS NAAR ONS LAND Eerste optreden Sadlers Wells Ballet Eindelijk weer eens een ballet in de klassieke zin van het woord, 'n Dansgroep die niet alleen meent de problemen van de danskunst on der de knie te hebben, maar die in 't geheel geen problemen stelt en alleen genot schenkt. - ïmm im Zuiver wollen. TWEED geheel *>p zijde 2©mer-vetc in^ichte tinten geheel op zijde ours „THE DUENNA" WORDT NIET OPGEVOERD STUDENTENGESCHENK VOOR KONINGEN «ew, teaaddc het Jicht hii de trap üm tot sust uil te tam taweasgfc 4 ■- -nm? (Wordt vervolg' kssk wt Lom}b% bloosde. De toneeljubflea zijn in dit jongste Speelseizoen aan de orde van de dag. De populaire Fle Carelsen vierde zo pas haar veertigjarig jubileum vlak daarop ge volgd door een gelijk festün voor Louis v. Gasteren. En de zestigjarige Heintje spelen bij zijn zwager en zijn oudere zuster Adriaan en Mien v. d. Horstv. d. Lugt Melsert, de beide gfote krachten van de „Nederlandsche Tooneelvereeni- ging" .aldaar. Zijn eerste optreden ten tonele was In „de liggende os" hij zelf is altijd een hard zwoegende trekosj gebleven zijn eerste rol van betekenis was Barendje in Heyermans' „Op hoop van zegen." In 1905 keert hij naar zijn vaderstad terug en komt bij het Rotterdamsch Too- neelgezelschap, toen in de, nog joyeuse dagen van een Else Mauhs, Marie van EysdenVink, AJida Tartaud-r—Klein en de eveneens nog jeugdige Mien Duymaer van Twist. Hij speelde er al dadelijk op merkelijk grote rollen. Wie van de ou deren herinnert zich o.a. niet zijn gevoe- in Fabricius' „Eenzaam". Cor v. d Lugt werd de gevierde jeune premier, het idool van alle jonge leden der vele Rotterdamse dilettant-toneelge zelschappen, die hem trachtten na'te spe len en te imiteren. In 1914 liet hij zich door Eduard Var kade verlokken zich onder diens leiding aan te sluiten bij de Haghespelers, die toen het Theater Verkade aan de Heren gracht gingen bespelen^ Eduard Verkade echter Het zijn Haagse gezelschap weldra in de steek om zich in Engeland aan zijn geHefde Shakespeare-studiën te gaan wij den. Zijn jonge gezelschap bleef hopeloos verweesd achter. Toen durfde de ener gieke Cor v. d. Lugt Melsert 't aan zich- Cor v. d, Lugt-Melsert Davids schijnt voorlopig nor niet uit gejubeld Nu is 't a.s. Maandag 15 Maart de dag, cat por v. d. Lugt Melsert zich precies vijftig jaar geleden aan de toneelkunst ging wijden. Er zijn er in onze toneelwe reld verscheidenen, die de naam v.d. Lugt Melsert voëren, maar zeker is, dat wie deze naam uitspreekt, leest of hoort, toch In de eerste plaats denkt aan hem, die thans vijftig jaren achtereen ons toneel heeft gediend..., Cor van der Lugt Mel sert. Cor v. d. Lugt Melsert, die als een imicum in onze toneelwereld de even fceldzame als benijdenswaardige quali- teiten in zich heeft weten te verenigen van meesterlijk acteur, knap en bezielend regisseur en last not least een voorbeel dig directeur en financieel administra teur. Wat deze laatste qualitelt betreft, betekent dit het zeldzaam feit, dat iedère onder zijn directie ressorterende acteur steeds op de hem toegezegde gage on verkort heeft kunnen rekenen, ook zon der dat het betreffende gezelschap sub sidies van rijk en gemeente in het ver schiet werden gesteld. Ook onder dit opzicht hebben de meeste toneelkunste naars aanleiding om Cor v. d. Lugt dank baar te zijn. Wij herinneren ons niet, dat Cor v. d. Lugt Melsert in zijn lange toneelleven «igenlijk ooit een jubileum heeft gevierd. Maar daar staat tegenover, dat bijna iedere première, elke nieuwe creatie door hem uitgebracht, altijd een toneel- feest is geworden. Zo één dan heeft Cor v. d. Lugt Mel sert in zijn leven succes gehad. Rotter dammer van geboorte 4 Juli 1882 ging hij op 15 Maart 1898 naar Amster dam om de Toneelschool te volgen, en had tegelijk de gunstigste en welkome gelegenheid om ook werkelijk te kunnen zelf aan het hoofd te stellen van Ver- kade's verlaten troepje, en richtte in 1917 't „Hofstad-Tooneel" op, dat hij vier en twintig jaar lang met steeds stijgend suc ces zou leiden. Cor v. d. Lugt. Melsert en zijn echtgenote, Annie van Ees, werden de favorieten van het Haagse toneellie- vend publiek. V.d. Lugt Melsert debuteerde in 1917 met zijn Hofstad-Tooneel in de kleine Princesse-schouwburg met Nico v. Such- telen's „Tuin der Droomen". Men heeft de toneeldirécties ten onzent steeds ver wéten, dat zij geen stukken van Neder landse auteurs voor het voetUcht brach ten. Cor v. d. Lugt Melsert echter kan dit verwijt niet treffen; hij heeft gedu rende zijn lange directeurschap niet min der dan 134 Nederlandse stukken ten to nele gebracht. .In 1924 werd hij door de gemeente Den Haag benoemd tot vaste bespeler van de Koninklijke Schouwburg. Maar onderwijl kwam het Rotterdamsche Tooneelgezel- schap hopeloos in nood te verkeren; als lige creatie van Willem van Bijlevoorde laatste redder werd toen Cor v. d. Lugt Melsert naar Rotterdam geroepen, waar hij de combinatie stichtte „Rotterdams- Hofstad-Tooneel". In diezelfde geest werd in 1938 Cor v. d. Lugt Melsert door de gemeente Am sterdam aangezocht de vaste bespeler en leider van de Stadsschouwburg te wor den. Hij was in de volle glorie van zijn artistenleven, en de hoge onderscheiding was verlokkeUjk, maar zijn trouwe vrien den zuchtten zorgelijk ,,que va-t-il faire dans cette galère.'" Naar Amsterdam, waar de grote Willem Royaards was be zweken, en ook de gevierde Eduard Ver kade 't hopeloos had moeten opgeven. Naar Amsterdam. Heeft Cor v. d. Lugt ook daar ervaren, dat het „Huis der vreugden" dat de schouwburg en de toneelwereld symboliseert ook naast de vreugde der successen het spel der klein-menselijke intriges bergt. Jammer dat hij op zijn Amsterdams programma nooit de reprise heeft gezet van zijn on vergefelijke karakterrol van „de man die de klappen krijgt''. Nu staat hy nog te midden van een klein troepje, maar dat misschien juist door de zwakke krachten een bijzonder reUef geeft aan de grote toneelfiguur, die Cor v. d. Lugt Melsert heet p. HYACINTH HERMANS Een van de grootste Amerikaanse dm- pressariaten heeft de Nederlandse voor dracht-kunstenares, Hel Oosthout aan geboden een wereldtournee voor haar te organiseren met haar „solo-performan ces". Opgetreden zou worden in de V. S., Brazilië, Argentinië, Uruguay, Chili, Peru, Australië en Zuid-Afrika. Nel Oosthout zou dan drie jaar door de Engels sprekende landen van het westelijk halfrond op tournee gaan. Het zou een zelfde tournee worden als die welke dit impressariaat enige jaren ge leden voor Ruth Draper samenstelde. Nel Oosthout heeft het voorstel in be raad genomen. In het kader van het Belgisch^Neder lands cultuur-accoord zal de „Théatre National de Belgique" in April een aan tal voorstellingen van „Les quatre fils Aymon" (De vier Heemskinderen) in Nederland komen geven. De voorstellingen zijn: 13 April te Utrecht (Stadsschouwburg), 14 April te Amsterdam (Stadsschouwburg), 16 April te Den Haag (Kon. Schouwburg). Is het 't belangrijk ste dat de technische uitvoering volmaakt is of dat het een zekere gevoelswe reld vertegenwoor digt Men zal op pervlakkig gemak kelijk toi 't tweede komen, maar voor hen zal deze ballet uitvoering een des illusie zijn. De techniek van het öallet is eerst na jaren van studie en oefening aan te le ren. Daarnaast komt Sadler'» Wells Ballet in Nederl. Anne Negus in „Les Sylphides" de choreografie, doch ook hiervoor schijnt men in Engeland over een groot aantal scheppende figuren te beschik ken. Hoeveel de uitvoering van het Sadler's Wells Eftllet ons ook te zeggen heeft gehad, dat zij onze gevoelswei-eld steeds in beroering heeft gebracht kunnen wij niet beweren. Hét is alles van een al te koele schoonheid. Het door hen gebrachte program be stond uit één klassiek en twee Engelse balletten. Merkwaardig dat in Engeland niet alleen een technisch welhaast vol maakt ballet bestaat, maar ook een gran diose school van choreografen. „The Rake's Progress", gezien 10 jaar geleden of nu, betekent een geweldige technische winst. Nog voor die tijd ont wikkelde de leidster van dit ballet, Ninette de Valois, het ontwerp van dit aangrijpende dansverhaal, dat Engels is tot in ieder begrip dat het wil uitbeelden Harold Turner en Julia Faron vervul len in dit grandioze dansdrama op onna volgbare wijze de hoofdrol. Een ander, eveneens moeilijk te over treffen Engels ballet is „Miracle in the Gorbals", daterend uit 1944. Dit in de ach terbuurten van Glasgow zich afspelend mysterie wordt ontzaglijk boeiend ge bracht. Merkwaardig is dat net publiek ?ich meer aangetrokken voelt tot het klassieke ballet, zoals „The blue bird", een pas dé deux op muziek van Tschaikowski en Variations Symphoniques" naar César Franck, zo niet de indrukwekkendste, dan toch de. belangwekkendste uitvoering van deze avond. Een prachtige mooie strakke mise-en- scène op een klaar schema in een uitvoe ring zo subliem dat hier niets meer te wensen valt. Al met al een zeer bijzondere avond die het overweldigend applaus van het Amsterdamse publiek waard was. Zoals reeds eerder werd bericht, lag het in de bedoeling van de Nederlandsche Opera, gedurende het festival der „Inter national society for contemporary music" in Juni a.s. Roberto Gerhard's „The Duenna" op te voeren. Thans is echter gebleken, dat het orkestmateriaal niet op tijd gereed zal zijn. zodat Gerhard's werk niet zal kunnen wórden opgevoerd. Het internationaal muziekconcours, dat 23 April te Hillegom wordt ge houden, zal geopend worden door de Commissaris van de Koningin in Z.- Holland, mr. L. A. Kesper. - De eerste prijs voor het beste Ne derlandse ex-ïibris, gemaakt in 1947, werd door de Ned. Ex-libris Kring toegekend aan Paih Rueter. De twee de prijs was voor Dirk van Gelder. Morgen zal het gezelschap Comedia, terug van een 'succesvolle tournee door België, te Haarlem de honderd ste opvoering geven van „Glazen speelgoed". De studentencorpsen in Nederland bieden H. M. de Koningin bij Haar regeringsjubileum een origineel geschenk, aan. Na overleg met verschillende instan ties, hebben zij besloten de volledige her- beplanting op zich te nemen van de fraaie historische wallen van Sluis. Het geld is bijeen en het werk wordt door de studenten zelf uitgevoerd. De eerste groep 'éan vijftig man begint er 22 Maart mee onder leiding van de Ned. Heide Mij. wNs Romanbijvoegsel XDOOÓOOOOOOOOQOOOOOOQOOQOOOOOCXXDCXDOOOOOOOOO^ Inhoud van het voorafgaande: Ebenezer Carnahan ew zjjn neef Ephiriam Lattimer vestigden zich in 1851 in Freeburg en bouwden daar vlak naast elkaar drie grote huizen. Vol gens de legende, die in de familie van geslacht op geslacht werd overgeleverd, bevond zich in het huis van de Lat- timers een familiespook, dat zijn aan wezigheid kenbaar maakte door elf slagen te geven op «en metalen voor werp. Het laatst, waren deze slagen in 1861 gehoord door de oude kapitein Lattimer. In 1921 was kapitein Jim Carnahan, een kleinzoon van kapitein Lattimer, te gast bjj zijn tante, mrs. Lattimer. die ernstig ziek was. Op een heerlijke mil de Octoberavond zat hij aan tafel met Aggie, de huishoüdster, miss Hancock, een verpleegster, en Josephine Gaines, een jeugdvriendin van Jim. Zij is verloofd geweest met de enige zoon van Jnrs Lattimer, Lee, die op jeugdi ge leeftijd na een onaangenaam geschil met de regering hij was dienstwei geraar, aldus vertelde Jim tegen de verpleegster in 'n rivier verdronken zou zijn. Het gezelschap werd plotseling opge schrikt door het geluid van elf heldere doordringende slagen. Het familie- spook kondigde na zestig jaar zijn aan- wezigheid weer eens aan! Even later herhaalde het geluid zich Iedereen hield zich, na de schrik van de ver rassing, kalm, behalve Aggie, de huis houdster. Jim vroeg aan de verpleegster, die reeds drie weken hier aanwezig was, of ze het geluid al eens eerder gehoord had, maar ze antwoordde ontkennend. Jim twijfelde er echter aan of ze de waarheid sprak. 's' Nachts hoorde Jim de elf slagen weer, maar nu klonken ze luguber en onheilspellend. De angstkreet van een vrouw doorscheurde even later de stil te van het huis. Jim ging op onderzoek, maar werd met een flinke klap op het achterhoofd neergeveld. Toen hij weer bij kennis kwam, 'hoorde hii, dat de verpleegster de angstkreet geuit had omdat ze een spook had gezien. 4. De verpleegster scheen niet erg op haar gemak. Ze stamelde: Ik..eh be grijp er niets van. Er was niemand an ders 'dan ikzelf enhet spook. Moét ik daaruit concluderen, dat u mij die slag heeft toegediend? Neen toch reker?. vroeg Jim -alm. Maar maar dat is toch dwaasheid, dat meent u toch niet, kapitein? Ikik. Natuurlijk meen ik het niet, beaamde Jim: Maar wèl meen ik, dat er behalve hetspook en - nóg iemand op de gang moet zijn geweest. U moogt blij zijn, miss Hancock, dat het tweede spook geen slag heeft toegebracht.. Maar vertel me u uit de kamer van tante Sarah kwam om naar beneden te gaan? Neen, antwoordde miss Hancock: Dat zei,ik zojuist al. Het licht was uit Eén minuut van tevoren was ik nog op de gang geweest en toen brandde het nog. Weet u ook, wie het kan hébben uit gedaan? Neen. Ik zou zeggen, dat ieder van de bewoners van het huis dat kan hebben ged? n, zei de verpleegster. Ze keek daarbij Josephine aan, wier kamer op dezelfde gang lag. Josephine zag in deze blik een beschuldiging en min of meer gepikeerd vroeg ze: U wilt toch niet zeggen, dat ik het licht heb uitge draaid? Geen denken aan, antwoordde miss Hancock: Maar ik wilde hiermede alleen te kennen ge-en, dat het uitgaan van het licht geen bewijs is, dat er behalve ik en....het spook nog een derde op de gang aanwezig was. Jim vreesde, dat het meningsverschil tussen de beide vrouwen op een hoog gaande ruzie zou uitlopen en daarom on derbrak hij haar. Zeg Aggie, zou je me niet een kopje koffie kunnen bezorgen? En misschien heeft miss Hancock een aspirientje voor me? Mijn hoofd doet geweldig pijn. Jim slaagde er in, hiermede de kwestie tussen de verpleegster en Josephine tot een einde te brengen. Maar nauwelijks had Aggie hem een kopje koffie inge schonken, of ze trok zich met Josephine terug op de kamer van laatsgenoemde. Miss Hancock ging ter.ug naar de zie kenkamer en trachtte ot> de divan een dutje te doen. Toen Jim gegeten had, bracht hij zijn kopje en bordje naar de keuken en be klom daarna de trap om terug te gaan naar zijn slaapkamer. Halfweg bleef hij echter stilstaan. Bijna vlak boven zijn hoofd zag hij zeer zwakke uitstraling van een lichtje. Het was nauwelijks waar neembaar, maar Jim's scherpe ogen za gen het duidelijk: een klein streepje licht, dat door een kier van het plafond glansde. Jim berekende, in welke kamer van de tweede verdieping dat licht wel kon zijn en hij kwam tot. de conclusie, dat het de kamer naast die van Aggie was, dus de kamer, die op slot was en volgens de verklaring van de huishoudster al sinds jaren niet meer gebruikt werd. John nam zijn revolver weer in de hand en sloop zo zacht hij kon ook de tweede trap op. Hij mompelde een verwensing, toen de treden onder het zware gewicht kraakten. Ziezo, daar was hij op dë tweede ver dieping. Hij hgd verwacht, dat 't licht on der de drempel van de deur zou uitstra len, maar teleurgesteld bemerkte hij. dat dat niet het geval was. Het was vol slagen donker in de gang, geen vinger breed lieht was er te bespeuren. Haast onhoorbaar kroop hij verder, in de richting van de geheimzinnige kamer, die zijn aandacht zozeer gespannen hield. Hij legde het oor tegen het paneel van de deur 'en luisterde gespannen .Maar er wa» met» to boron, otuuuu-Verguto hg zich? Hoorde hij aan de andere kant van de deur niet iemand adem halen? Hij had de merkwaardigé indruk, dat aan de andere kant van het paneel ook iemand stond te luisteren, met het oor tegen het hout gedrukt, niet meer dan 'n centimeter van Jim verwijderd. Jim vroeg zich- af wat hij doen moest. Hij kon toch hier niet blijven staan. Hij besloot, de knop van de deur om te draaien. Half én half verwachtte hij, dat de deur nu wel zou open gaan, maar dat gebeurde niet. Daaruit besloot hij, dat de wens de vader van de gedachte was geweest en dat hij zich maar had wijs gemaakt, iemand te hebben horen ademen. Ik gelóóf, dat ik ook zover ben, dat ik spoken ga zien of horen, mompelde hij met zelfverwijt. Hij stond op en keer de terug naar zijn kamer, zich voorne mend zich niet te laten infecteren door het dwaze spookverhaal van zuster Han cock. De geheimzinnige kamer was dan ook geheel uit zijn gedachten verbannen toen Jim zich te rusten" begaf. Maar wat hij wakend vermocht te bereiken, onthield de slaap hem: hij droomde van de kamer. Daarna droomde hij, dat hij de gong slagen weer hoorde en plotseling ont waakte hij. De dag stond op aanbreken en ziin ka mer was gevuld met een grijsachtig licht. Nu eerst drong tot hem door, de gongslagen niet in droom te hebben ge hoord. Neen, daar klonken ze nog, lang zaam, regelmatig en doordringend. Jim sprong zonder zich te bedenken op en rende de gang in. Bij de afgesloten* kamer gekomen, legde hij zijn oor weer tegen het paneel te luisteren. Hij hield de adem in. Neen, het geluid van de gong slagen kwam in ieder geval niet uit deze kamer, want ze klonken tot hiér nog ge dempter door dan in Jhn's kamer. Met een zucht van teleurstelling ging hij weer overeind staan. Waar zouden in 's hemelsnaam de geheimzinnige slagen dan wel vandaan komen? Ook Josephine- was blijkbaar opge schrikt door de nieuwe manifestatie van het familiespook. Zodra ze Jim zag, liep ze op hem toe. Jim dacht half en half, dat het meisje bang was en zijn bescherming zocht. Hij was dan ook niet weinig ver wonderd, toen eerder het tegendeel bleek. Trek je van die gongslagen niets aan, Jim, zei ze op kalme toon: Ga liever te rug naar bed om wat te rusten. Je hebt een nare nacht achter de rug. En dan die klap op .1- hoofd! Ik zou het niet erg prettfg vinden, als je tijdens je korte verblijf bij ons zièk zou worden. Toe, ga rustig slapen. VI - De volgende dag omstreeks half elf kreeg kapitein Jim Carnahan een onver wachte bezoeker. Hij werd op zijn kamer gewaarschuwd, d^t er in de bibliotheek een heer op hem wachtte, die hem graag even wilde spreken. Jim ging naar (je bibliotheek en trof daar een man aan, die hij nog nimmer had gezien. Mijn naam is Livingstone Forsythe, zei de man: Ik heb het huis gekocht, dat grenst aan dit. Het is een heerlijk oud huis, kapitein, en iedere dag opnieuw feliciteer ik mij ermee, dat u zo vriende lijk was het aan mij te verkopen. Ik kan ine eigenlijk niet voorsteilen, hoe u erbij Nu, dat is gauw genoeg uitgelegd, antwoordde Jim vriendelijk: Mijn ouders zijn gestorven en het zou voor mij wel heel erg omslachtig zijn, alleen in dit grote huis te gaan wonen. Bovendien ben ik sinds jaren in het leger en dus heel weinig hier. Waarom zou ik het huis nog langer leeg laten staan nu er iemand bleek te zijn, die het graag wilde kopen? Hij vertelde niet, dat hij blij was, goed en wel van bet huis af te zijn. Weliswaar had hij er een gelukkige jeugd in door gebracht, maar overigens bond hem niets aan het gebouw en hield hy meer van lichte, moderne woningen. Toen zijn makelaar hem bericht had, dat een zekere mr. Forsythe een man, dia schatrijk moest zijn! hét wilde ko pen, had Jim bijna een gat in de lucht gesprongen van blijdschap. HU had het gevoel, dat hiermede de laatste draad werd afgesneden die hem bond aan' het verleden in Freeburg, dafafgezien van zUn jeugd niet erg prettig was ge weest Hij had dan ook onmiddellijk aan zijn makelaar geseind, dat het huis tegen elke prijs verkocht moest worden. En hij was voornemens, nimmermeer een voet in Freeburg te zullen zetten. Maar toen Josephine hem mededeelde, dat tante Sarah ernstig ziek was en er stervensgevaar aanwezig was, had hU dit voornemen opgegeven en was, voor de allerlaatste maal van zijn leven, toch nog naar Freeburg gegaan. De nieuwe bewoner had blijkbaar van de aanwezigheid van de vorige eigenaar van het huis gehoord "en hij maakte van deze gelegenheid gebruik om zich aan hem voor te stellen en hem nog wel te danken voor de verkoop. Mr.. Forsythe was 'n man van 'n jaar of veertig, slank gebouwd, hoewel hy de indruk wekte heel krachtig ie zijn. Hij was keurig gekleed in een lichtgrijs cos- tuum en had een lorgnet op, door hetwelk zijn grijze ogen koel en agressief de man tegenover zich aankeken. Jim had horen begeren, dat mr. For sythe een self-made man was en zijn rijk dom met hard werken bijeen gegaard had. Onwillekeurig moest Jim bedenken, dat deze man zonder twUfel genadeloos daar- bU tewerk was gegaan. Zijn koele, haast hardvochtige ogen bewezen dat. Een mun, die om zijn doel te bereiken desnoods over lijken ging en zich in geen geval zou bedenken om büvoorbeeld kleine spaarders te ruïneren om er zelf voordeel by te behalen. U heeft zich zeker wel afgevraagd, waarom ik me juist in Freeburg wilde vestigen?, ging Forsythe verder. Inderdaad heb ik me dat afge vraagd. beaamde Jim. Nu, dat zal ik u dan vertellen. De reden is heel, heel erg simpel, 'n Half jaar geleden maakte ik met mijn auto een vacantietochtje door deze streek. Heel toevallig kwam ik voorbij deze hui zen. Ik was enthousiast over de prachtige omgeving, hetis hier zo rustig. En- toen ik deze drie mooie huizen zag. had ik geen moment rust meer. Heel mijn leven heb ik ernaar verlangd buiten te wonen, maar nog nooit was ik een huis tegenge komen, dat met mijn wensen overeen stemde. Maar nU ontdekte ik er plotse ling niet minder dan drie. Ogenblikkelijk nam ik het besluit: „Daar wil ik wonen" en zodra ik terug was in New York stel de ik -me in verbinding met uw makelaar en nu, de rest weet u zelf wel, kapi tein. Aggie haalde een sleutel uit de zak van haar schort en overhandigde hem aan John. Je bent een volhouder, hoor!, zei ze: Enfin, je bent nooit anders geweest. Als je iets in je hoofd had, moest het altijd gebeuren. Jim holde naar boven. Eerst ging hij even naar zijn eigen kamer om z'n re volver te halen en met dit wapen in de hand ging hij op de deur toe. Met een kloppend 'hart draaide hij de sleutel on» en wierp de deur open. Het was donker in de kamer. De gor dijnen waren gesloten. John stapte bin nen, zocht even naar het knopje van het electrisch licht en draaide dat om. De kamer was gemeubileerd, maar er lag geen geleed op de grond en geen ma tras in het bed. Met de revolver nog in de hand onderzocht Jim de kasten, maar ook daar was niets te zien. Even schrok hij van een stem achter zich, maar het was Aggie, die hem vroeg: En heb je al iets gevonden, jim? Ze stond in de deuropening en om haar mond speelde een triomfantelijk lachje. Neen, antwoordde Jim: Ik heb niets gevonden. Maar ik zoek nu naarstof. Als deze kamer zo lang niet gebruikt is, zou ze toch een waar stofnest moeten zijn. 'Maar er was nergens stof te vinden. De gordijnen waren weliswaar oud, maar er was geen vuiltje in te ontdekken. Vreemd; Heel vreemd, mompelde JInj Nergens is een spoor van stof te vinden, niet op de meubelen, niet op.de vloêr, nergens! Zelfs de spiegel glanst, alsof hij iedere dag gepoetst wordt. Leg me eens uit, Aggie! Hebben de kabouters de kamer misschien bijgehouden? I Dat niet. Maar ik heb vanmorgen vooi* kabouter gespeeld! Ik wilde niet, dat je in een vuile bende terecht kwam en daarom ben ik al heel vroeg aan de schoonmaak geg-an. Het waS een karwei, hoor, dat verzeker ik je! Je hebt me met je eigenwijsheid lelijk werk bezorgd. Jim staarde de huishoudster verbluft aan. Zo, zo!, zei hij: En je hebt zeker ook die nieuwe gloeilamp in die lampe kap aangebracht? Ehgloeilamp? Ja, natuurlijk heb ik dat gedaan, antwoordde Aggie, na enige verwarring te hebben getoond. VII Jim liep op een deur toe en probeerde de knop om te draaien. Dat is de deur naar mijn kamer, ver klaarde Aggie koeltjes: Vanzelfsprekend is die gesloten. Dat begrijp ik, antwoordde Jim: Nu, ik heb het gezien. We zullen nu maar ■naar het dorp gaan. Hij ging naar de garage en stapte in de prachtige grote auto van zijn tante. Hij -wist, dat de oude dame de wagen alijd zelf bestuurd; had en met een brok in zijn keel vroeg hij zich af, of ze ooit nog wel eens zou kunnen Aggie nam plaats achter in de wagen, terwijl .Josephine naast hem kwam zitten. Toen de auto over de rustige landweg reed, verbrak Aggie plotseling het stil zwegen. Ik mag die miss Hancock niet erg, zei ze zonder enige aanleiding. Hoe kom je daar nu plotseling bij?, vroeg Jim verwonderd: Is zij geen goede verpleegster? Dat wel. Of.... liever gezegd: h getuigschriften warén, wat dat be' werkelijk uitstekend. Als leek ku> dat zelf natuurlijk niet goed vaststc Dr. Strathers heeft haar uit Chicago 1 komen. Nu, wat heb je dan tégen 1 Aggie? Wel, ik had de indruk, dat ze g renavond niet alles vertelde nadat een slag op je hoofd gekregen had. Ennog meer bezwaren? Jim knikte en mr. Forsythe vervolgde: Ik heb getracht ook het huis van mrs. Lattimer te kopen. Mijn zoon zal name lijk binnenkort gaan trouwen en ik zou hem geen schoner cadeau kunnen geven dan het huis van mrs. Lattimer. HU heeft de aard van zijn vader, ziet u, en zou het even prettig vinden als ik, om hier te wonen. Woont u hier alleen?, vroeg Jim. Neen, mijn vader woont by mij in. U begrüpt, hoe prettig het zou zijn-ge weest, als ook mijn zoon vlak naast ons had kunnen wonen. Maar mrs. Lat timer wil het huis niet verkopen. Jam mert Wat zou ik gelukkig zijn geweest, als ik mijn hele fsmilie in deze twee huizen bUeen had. Ja' dat zou zeker het geval zijn. Maar aan de andere kant moogt u zich gelukkig pryzen, dat u uw vader nog bU u heeft. Die van mij is al sinds jaren dood. vreselük!, zei mr. Forsythe, zonder dat zijn ogen verzwakt werden floor wer kelijk medeleven: En u is nog zoveel jonger dan ik! Mijn vader is weliswaar oud en zwak, maar ik voel me toch wer- kelyk gelukkig, aem nog by me te heb ben. We hebben hem met een draagbaar uit Maine hierheen moeten laten bren gen. U begrUpt, dat dat enige sensatie gewekt heeft in Freeburg. Een ambulan ce is iets, dat de bewoners van dit dorp niet dagelUks zien. De mensen zijn nieuwsgierig, nietwaar, en dus hadden we veel bekUks. Zo, kwam uw vader uit Maine?, vroeg Jim belangstellend: Myn grootva der kwam ook uit Maine. HU en mr. Lat timer hebben hier die drie grote huizen laten bouwen. a Merkwaardig! Merkwaardig! Ik denk haast, dat vader uw grootvader dan wel moet hebben gekend. Hij heeft zijn leven lang in Maine gewoond. Durfde u het aan, een oude en zwak ke man over te plaatsen? U weet, dat dat vaak de dood betekent van die oudjes, die dan helemaal uit hun gewone doen zyn. O, maar „...eh....mijn vader was niet zo ontzettend gehecht aan Maine. En bovendien is hier het klimaat gezon der voor hem. Het is hier warmer, Dat betwijfel ik, antwoordde Jim: Ik geloof niet, dat het klimaat veel ver schil uitmaakt. Toch wel, verzekerde mr. Forsythe met klem: en dan....ehhier is het veel kalmer en stiller voor hem dan in Maine. Ik ben er zeker van, dat hy zich heel spoedig thuis zal voelen. Er werd geklopt en de verpleegster kwam binnen. Toen ze zag, dat Jim een bezoeker had, verontschuldigde ze zich. Vergeef me, kapitein, ik wist niet, dat u bezoek had. Ze keek mr. Forsythe aan en Jim zag, dat ze bloosde. De bezoeker staarde naar het meisje, alsof hij er zich over ver baasde, een zo charmant wezentje in een zo somber huis aan te treffen. Jim stelde het meisje aan de bezoeker voor. Miss Hancock stamelde verlegen een groet. Daarna bracht ze Jim de mede deling over, waarvoor ze gekomen was en trok zich weer terug. Mr- Forsythe volgde haar met zijn ogen. Het meisje had blykbaar nogal indruk op hem gemaakt. Hy nam afscheid van Jim, zeggend, dat hij op spoedig herstel van mrs. Lattimer hooptê, opdat hij alsnog pogingen kon ondernemen, de oude dame tot verkoop van haar huis te bewegen. Nauwelijks had Jim de bezoeker uit gelaten, of Aggie kwam naar hem toe en vroeg of hy haar met 'de auto van zijn -tante even naar het dorp wilde brengen, waar ze 'n paar boodschappen moest doen. Woensdag is altijd myn KPec*?-le voor boodschappen, legde ze uit: We zul len Josephine ook meenemen- Terwijl ik winkel, kunnen jullie een klein tochtje maken door de omgeving. Dat zal jullie allebei goed doen. Jim antwoordde, dat hy graag aan Aggie's wensen wilde voldoen. - Maar, voegde hy hieraan toe: allereerst zou ik graag dè sleutel hebben van de afgeslo ten kamer. Heb je hem al gevonden?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4