Cor
ACTEUR in het goud
in
v. d. Lugt-Melsert 50 jaar
aan het toneel
De hogèschool Van het ballet
43?
7.'°
Het geheim van de elf slagen
mm
m
Kunstvaria
door Raymond Knotts
PAGINA 4
NEL OOSTHOUT
BELGISCHE ACTEURS NAAR
ONS LAND
Eerste optreden Sadlers Wells Ballet
Eindelijk weer
eens een ballet in
de klassieke zin
van het woord,
'n Dansgroep die
niet alleen meent
de problemen van
de danskunst on
der de knie te
hebben, maar die
in 't geheel geen
problemen stelt
en alleen genot
schenkt.
-
ïmm
im
Zuiver wollen.
TWEED
geheel *>p zijde
2©mer-vetc
in^ichte tinten
geheel op zijde
ours
„THE DUENNA" WORDT NIET
OPGEVOERD
STUDENTENGESCHENK VOOR
KONINGEN
«ew, teaaddc het Jicht hii de trap üm
tot sust uil te tam taweasgfc 4
■- -nm?
(Wordt vervolg'
kssk wt Lom}b% bloosde.
De toneeljubflea zijn in dit jongste
Speelseizoen aan de orde van de dag. De
populaire Fle Carelsen vierde zo pas haar
veertigjarig jubileum vlak daarop ge
volgd door een gelijk festün voor Louis
v. Gasteren. En de zestigjarige Heintje
spelen bij zijn zwager en zijn oudere
zuster Adriaan en Mien v. d. Horstv. d.
Lugt Melsert, de beide gfote krachten
van de „Nederlandsche Tooneelvereeni-
ging" .aldaar.
Zijn eerste optreden ten tonele was In
„de liggende os" hij zelf is altijd een
hard zwoegende trekosj gebleven zijn
eerste rol van betekenis was Barendje in
Heyermans' „Op hoop van zegen."
In 1905 keert hij naar zijn vaderstad
terug en komt bij het Rotterdamsch Too-
neelgezelschap, toen in de, nog joyeuse
dagen van een Else Mauhs, Marie van
EysdenVink, AJida Tartaud-r—Klein en
de eveneens nog jeugdige Mien Duymaer
van Twist. Hij speelde er al dadelijk op
merkelijk grote rollen. Wie van de ou
deren herinnert zich o.a. niet zijn gevoe-
in Fabricius' „Eenzaam".
Cor v. d Lugt werd de gevierde jeune
premier, het idool van alle jonge leden
der vele Rotterdamse dilettant-toneelge
zelschappen, die hem trachtten na'te spe
len en te imiteren.
In 1914 liet hij zich door Eduard Var
kade verlokken zich onder diens leiding
aan te sluiten bij de Haghespelers, die
toen het Theater Verkade aan de Heren
gracht gingen bespelen^ Eduard Verkade
echter Het zijn Haagse gezelschap weldra
in de steek om zich in Engeland aan zijn
geHefde Shakespeare-studiën te gaan wij
den. Zijn jonge gezelschap bleef hopeloos
verweesd achter. Toen durfde de ener
gieke Cor v. d. Lugt Melsert 't aan zich-
Cor v. d, Lugt-Melsert
Davids schijnt voorlopig nor niet uit
gejubeld
Nu is 't a.s. Maandag 15 Maart de dag,
cat por v. d. Lugt Melsert zich precies
vijftig jaar geleden aan de toneelkunst
ging wijden. Er zijn er in onze toneelwe
reld verscheidenen, die de naam v.d. Lugt
Melsert voëren, maar zeker is, dat wie
deze naam uitspreekt, leest of hoort, toch
In de eerste plaats denkt aan hem, die
thans vijftig jaren achtereen ons toneel
heeft gediend..., Cor van der Lugt Mel
sert.
Cor v. d. Lugt Melsert, die als een
imicum in onze toneelwereld de even
fceldzame als benijdenswaardige quali-
teiten in zich heeft weten te verenigen
van meesterlijk acteur, knap en bezielend
regisseur en last not least een voorbeel
dig directeur en financieel administra
teur. Wat deze laatste qualitelt betreft,
betekent dit het zeldzaam feit, dat iedère
onder zijn directie ressorterende acteur
steeds op de hem toegezegde gage on
verkort heeft kunnen rekenen, ook zon
der dat het betreffende gezelschap sub
sidies van rijk en gemeente in het ver
schiet werden gesteld. Ook onder dit
opzicht hebben de meeste toneelkunste
naars aanleiding om Cor v. d. Lugt dank
baar te zijn.
Wij herinneren ons niet, dat Cor v. d.
Lugt Melsert in zijn lange toneelleven
«igenlijk ooit een jubileum heeft gevierd.
Maar daar staat tegenover, dat bijna
iedere première, elke nieuwe creatie
door hem uitgebracht, altijd een toneel-
feest is geworden.
Zo één dan heeft Cor v. d. Lugt Mel
sert in zijn leven succes gehad. Rotter
dammer van geboorte 4 Juli 1882
ging hij op 15 Maart 1898 naar Amster
dam om de Toneelschool te volgen, en
had tegelijk de gunstigste en welkome
gelegenheid om ook werkelijk te kunnen
zelf aan het hoofd te stellen van Ver-
kade's verlaten troepje, en richtte in 1917
't „Hofstad-Tooneel" op, dat hij vier en
twintig jaar lang met steeds stijgend suc
ces zou leiden. Cor v. d. Lugt. Melsert en
zijn echtgenote, Annie van Ees, werden
de favorieten van het Haagse toneellie-
vend publiek.
V.d. Lugt Melsert debuteerde in 1917
met zijn Hofstad-Tooneel in de kleine
Princesse-schouwburg met Nico v. Such-
telen's „Tuin der Droomen". Men heeft
de toneeldirécties ten onzent steeds ver
wéten, dat zij geen stukken van Neder
landse auteurs voor het voetUcht brach
ten. Cor v. d. Lugt Melsert echter kan
dit verwijt niet treffen; hij heeft gedu
rende zijn lange directeurschap niet min
der dan 134 Nederlandse stukken ten to
nele gebracht.
.In 1924 werd hij door de gemeente Den
Haag benoemd tot vaste bespeler van de
Koninklijke Schouwburg. Maar onderwijl
kwam het Rotterdamsche Tooneelgezel-
schap hopeloos in nood te verkeren; als
lige creatie van Willem van Bijlevoorde laatste redder werd toen Cor v. d. Lugt
Melsert naar Rotterdam geroepen, waar
hij de combinatie stichtte „Rotterdams-
Hofstad-Tooneel".
In diezelfde geest werd in 1938 Cor v.
d. Lugt Melsert door de gemeente Am
sterdam aangezocht de vaste bespeler en
leider van de Stadsschouwburg te wor
den. Hij was in de volle glorie van zijn
artistenleven, en de hoge onderscheiding
was verlokkeUjk, maar zijn trouwe vrien
den zuchtten zorgelijk ,,que va-t-il faire
dans cette galère.'" Naar Amsterdam,
waar de grote Willem Royaards was be
zweken, en ook de gevierde Eduard Ver
kade 't hopeloos had moeten opgeven.
Naar Amsterdam. Heeft Cor v. d. Lugt
ook daar ervaren, dat het „Huis der
vreugden" dat de schouwburg en de
toneelwereld symboliseert ook naast
de vreugde der successen het spel der
klein-menselijke intriges bergt. Jammer
dat hij op zijn Amsterdams programma
nooit de reprise heeft gezet van zijn on
vergefelijke karakterrol van „de man die
de klappen krijgt''.
Nu staat hy nog te midden van een
klein troepje, maar dat misschien juist
door de zwakke krachten een bijzonder
reUef geeft aan de grote toneelfiguur, die
Cor v. d. Lugt Melsert heet
p. HYACINTH HERMANS
Een van de grootste Amerikaanse dm-
pressariaten heeft de Nederlandse voor
dracht-kunstenares, Hel Oosthout aan
geboden een wereldtournee voor haar te
organiseren met haar „solo-performan
ces". Opgetreden zou worden in de V.
S., Brazilië, Argentinië, Uruguay, Chili,
Peru, Australië en Zuid-Afrika.
Nel Oosthout zou dan drie jaar door
de Engels sprekende landen van het
westelijk halfrond op tournee gaan. Het
zou een zelfde tournee worden als die
welke dit impressariaat enige jaren ge
leden voor Ruth Draper samenstelde.
Nel Oosthout heeft het voorstel in be
raad genomen.
In het kader van het Belgisch^Neder
lands cultuur-accoord zal de „Théatre
National de Belgique" in April een aan
tal voorstellingen van „Les quatre fils
Aymon" (De vier Heemskinderen) in
Nederland komen geven.
De voorstellingen zijn: 13 April te
Utrecht (Stadsschouwburg), 14 April te
Amsterdam (Stadsschouwburg), 16 April
te Den Haag (Kon. Schouwburg).
Is het 't belangrijk
ste dat de technische
uitvoering volmaakt
is of dat het een
zekere gevoelswe
reld vertegenwoor
digt Men zal op
pervlakkig gemak
kelijk toi 't tweede
komen, maar voor
hen zal deze ballet
uitvoering een des
illusie zijn.
De techniek van het
öallet is eerst na
jaren van studie en
oefening aan te le
ren. Daarnaast komt Sadler'» Wells Ballet in Nederl. Anne Negus in „Les Sylphides"
de choreografie, doch ook hiervoor
schijnt men in Engeland over een groot
aantal scheppende figuren te beschik
ken.
Hoeveel de uitvoering van het Sadler's
Wells Eftllet ons ook te zeggen heeft
gehad, dat zij onze gevoelswei-eld steeds
in beroering heeft gebracht kunnen wij
niet beweren. Hét is alles van een al
te koele schoonheid.
Het door hen gebrachte program be
stond uit één klassiek en twee Engelse
balletten. Merkwaardig dat in Engeland
niet alleen een technisch welhaast vol
maakt ballet bestaat, maar ook een gran
diose school van choreografen.
„The Rake's Progress", gezien 10 jaar
geleden of nu, betekent een geweldige
technische winst. Nog voor die tijd ont
wikkelde de leidster van dit ballet,
Ninette de Valois, het ontwerp van dit
aangrijpende dansverhaal, dat Engels is
tot in ieder begrip dat het wil uitbeelden
Harold Turner en Julia Faron vervul
len in dit grandioze dansdrama op onna
volgbare wijze de hoofdrol.
Een ander, eveneens moeilijk te over
treffen Engels ballet is „Miracle in the
Gorbals", daterend uit 1944. Dit in de ach
terbuurten van Glasgow zich afspelend
mysterie wordt ontzaglijk boeiend ge
bracht.
Merkwaardig is dat net publiek ?ich
meer aangetrokken voelt tot het klassieke
ballet, zoals „The blue bird", een pas dé
deux op muziek van Tschaikowski en
Variations Symphoniques" naar César
Franck, zo niet de indrukwekkendste, dan
toch de. belangwekkendste uitvoering van
deze avond.
Een prachtige mooie strakke mise-en-
scène op een klaar schema in een uitvoe
ring zo subliem dat hier niets meer te
wensen valt.
Al met al een zeer bijzondere avond
die het overweldigend applaus van het
Amsterdamse publiek waard was.
Zoals reeds eerder werd bericht, lag
het in de bedoeling van de Nederlandsche
Opera, gedurende het festival der „Inter
national society for contemporary music"
in Juni a.s. Roberto Gerhard's „The
Duenna" op te voeren.
Thans is echter gebleken, dat het
orkestmateriaal niet op tijd gereed zal
zijn. zodat Gerhard's werk niet zal
kunnen wórden opgevoerd.
Het internationaal muziekconcours,
dat 23 April te Hillegom wordt ge
houden, zal geopend worden door de
Commissaris van de Koningin in Z.-
Holland, mr. L. A. Kesper.
- De eerste prijs voor het beste Ne
derlandse ex-ïibris, gemaakt in 1947,
werd door de Ned. Ex-libris Kring
toegekend aan Paih Rueter. De twee
de prijs was voor Dirk van Gelder.
Morgen zal het gezelschap Comedia,
terug van een 'succesvolle tournee
door België, te Haarlem de honderd
ste opvoering geven van „Glazen
speelgoed".
De studentencorpsen in Nederland
bieden H. M. de Koningin bij Haar
regeringsjubileum een origineel geschenk,
aan. Na overleg met verschillende instan
ties, hebben zij besloten de volledige her-
beplanting op zich te nemen van de
fraaie historische wallen van Sluis. Het
geld is bijeen en het werk wordt door de
studenten zelf uitgevoerd.
De eerste groep 'éan vijftig man begint
er 22 Maart mee onder leiding van de
Ned. Heide Mij.
wNs Romanbijvoegsel
XDOOÓOOOOOOOOQOOOOOOQOOQOOOOOCXXDCXDOOOOOOOOO^
Inhoud van het voorafgaande:
Ebenezer Carnahan ew zjjn neef
Ephiriam Lattimer vestigden zich in
1851 in Freeburg en bouwden daar vlak
naast elkaar drie grote huizen. Vol
gens de legende, die in de familie van
geslacht op geslacht werd overgeleverd,
bevond zich in het huis van de Lat-
timers een familiespook, dat zijn aan
wezigheid kenbaar maakte door elf
slagen te geven op «en metalen voor
werp. Het laatst, waren deze slagen
in 1861 gehoord door de oude kapitein
Lattimer.
In 1921 was kapitein Jim Carnahan,
een kleinzoon van kapitein Lattimer, te
gast bjj zijn tante, mrs. Lattimer. die
ernstig ziek was. Op een heerlijke mil
de Octoberavond zat hij aan tafel met
Aggie, de huishoüdster, miss Hancock,
een verpleegster, en Josephine Gaines,
een jeugdvriendin van Jim. Zij is
verloofd geweest met de enige zoon
van Jnrs Lattimer, Lee, die op jeugdi
ge leeftijd na een onaangenaam geschil
met de regering hij was dienstwei
geraar, aldus vertelde Jim tegen de
verpleegster in 'n rivier verdronken
zou zijn.
Het gezelschap werd plotseling opge
schrikt door het geluid van elf heldere
doordringende slagen. Het familie-
spook kondigde na zestig jaar zijn aan-
wezigheid weer eens aan! Even later
herhaalde het geluid zich Iedereen
hield zich, na de schrik van de ver
rassing, kalm, behalve Aggie, de huis
houdster.
Jim vroeg aan de verpleegster, die
reeds drie weken hier aanwezig was,
of ze het geluid al eens eerder gehoord
had, maar ze antwoordde ontkennend.
Jim twijfelde er echter aan of ze de
waarheid sprak.
's' Nachts hoorde Jim de elf slagen
weer, maar nu klonken ze luguber en
onheilspellend. De angstkreet van een
vrouw doorscheurde even later de stil
te van het huis.
Jim ging op onderzoek, maar werd
met een flinke klap op het achterhoofd
neergeveld. Toen hij weer bij kennis
kwam, 'hoorde hii, dat de verpleegster
de angstkreet geuit had omdat ze een
spook had gezien.
4.
De verpleegster scheen niet erg op haar
gemak. Ze stamelde: Ik..eh be
grijp er niets van. Er was niemand an
ders 'dan ikzelf enhet spook.
Moét ik daaruit concluderen, dat u
mij die slag heeft toegediend? Neen toch
reker?. vroeg Jim -alm.
Maar maar dat is toch dwaasheid,
dat meent u toch niet, kapitein? Ikik.
Natuurlijk meen ik het niet, beaamde
Jim: Maar wèl meen ik, dat er behalve
hetspook en - nóg iemand op de gang
moet zijn geweest. U moogt blij zijn, miss
Hancock, dat het tweede spook geen
slag heeft toegebracht.. Maar vertel me
u uit de kamer van tante Sarah kwam
om naar beneden te gaan?
Neen, antwoordde miss Hancock:
Dat zei,ik zojuist al. Het licht was uit
Eén minuut van tevoren was ik nog op
de gang geweest en toen brandde het nog.
Weet u ook, wie het kan hébben uit
gedaan?
Neen. Ik zou zeggen, dat ieder
van de bewoners van het huis dat kan
hebben ged? n, zei de verpleegster. Ze
keek daarbij Josephine aan, wier kamer
op dezelfde gang lag. Josephine zag in
deze blik een beschuldiging en min of
meer gepikeerd vroeg ze: U wilt toch
niet zeggen, dat ik het licht heb uitge
draaid?
Geen denken aan, antwoordde miss
Hancock: Maar ik wilde hiermede alleen
te kennen ge-en, dat het uitgaan van het
licht geen bewijs is, dat er behalve ik
en....het spook nog een derde op de
gang aanwezig was.
Jim vreesde, dat het meningsverschil
tussen de beide vrouwen op een hoog
gaande ruzie zou uitlopen en daarom on
derbrak hij haar.
Zeg Aggie, zou je me niet een kopje
koffie kunnen bezorgen? En misschien
heeft miss Hancock een aspirientje voor
me? Mijn hoofd doet geweldig pijn.
Jim slaagde er in, hiermede de kwestie
tussen de verpleegster en Josephine tot
een einde te brengen. Maar nauwelijks
had Aggie hem een kopje koffie inge
schonken, of ze trok zich met Josephine
terug op de kamer van laatsgenoemde.
Miss Hancock ging ter.ug naar de zie
kenkamer en trachtte ot> de divan een
dutje te doen.
Toen Jim gegeten had, bracht hij zijn
kopje en bordje naar de keuken en be
klom daarna de trap om terug te gaan
naar zijn slaapkamer. Halfweg bleef hij
echter stilstaan. Bijna vlak boven zijn
hoofd zag hij zeer zwakke uitstraling van
een lichtje. Het was nauwelijks waar
neembaar, maar Jim's scherpe ogen za
gen het duidelijk: een klein streepje licht,
dat door een kier van het plafond glansde.
Jim berekende, in welke kamer van de
tweede verdieping dat licht wel kon zijn
en hij kwam tot. de conclusie, dat het de
kamer naast die van Aggie was, dus de
kamer, die op slot was en volgens de
verklaring van de huishoudster al sinds
jaren niet meer gebruikt werd.
John nam zijn revolver weer in de hand
en sloop zo zacht hij kon ook de tweede
trap op. Hij mompelde een verwensing,
toen de treden onder het zware gewicht
kraakten.
Ziezo, daar was hij op dë tweede ver
dieping. Hij hgd verwacht, dat 't licht on
der de drempel van de deur zou uitstra
len, maar teleurgesteld bemerkte hij.
dat dat niet het geval was. Het was vol
slagen donker in de gang, geen vinger
breed lieht was er te bespeuren.
Haast onhoorbaar kroop hij verder, in
de richting van de geheimzinnige kamer,
die zijn aandacht zozeer gespannen hield.
Hij legde het oor tegen het paneel van
de deur 'en luisterde gespannen .Maar er
wa» met» to boron, otuuuu-Verguto hg
zich? Hoorde hij aan de andere kant van
de deur niet iemand adem halen? Hij
had de merkwaardigé indruk, dat aan de
andere kant van het paneel ook iemand
stond te luisteren, met het oor tegen het
hout gedrukt, niet meer dan 'n centimeter
van Jim verwijderd.
Jim vroeg zich- af wat hij doen moest.
Hij kon toch hier niet blijven staan. Hij
besloot, de knop van de deur om te
draaien. Half én half verwachtte hij, dat
de deur nu wel zou open gaan, maar dat
gebeurde niet. Daaruit besloot hij, dat
de wens de vader van de gedachte was
geweest en dat hij zich maar had wijs
gemaakt, iemand te hebben horen ademen.
Ik gelóóf, dat ik ook zover ben, dat
ik spoken ga zien of horen, mompelde
hij met zelfverwijt. Hij stond op en keer
de terug naar zijn kamer, zich voorne
mend zich niet te laten infecteren door
het dwaze spookverhaal van zuster Han
cock.
De geheimzinnige kamer was dan ook
geheel uit zijn gedachten verbannen toen
Jim zich te rusten" begaf. Maar wat hij
wakend vermocht te bereiken, onthield
de slaap hem: hij droomde van de kamer.
Daarna droomde hij, dat hij de gong
slagen weer hoorde en plotseling ont
waakte hij.
De dag stond op aanbreken en ziin ka
mer was gevuld met een grijsachtig licht.
Nu eerst drong tot hem door, de
gongslagen niet in droom te hebben ge
hoord. Neen, daar klonken ze nog, lang
zaam, regelmatig en doordringend.
Jim sprong zonder zich te bedenken op
en rende de gang in. Bij de afgesloten*
kamer gekomen, legde hij zijn oor weer
tegen het paneel te luisteren. Hij hield
de adem in. Neen, het geluid van de gong
slagen kwam in ieder geval niet uit deze
kamer, want ze klonken tot hiér nog ge
dempter door dan in Jhn's kamer.
Met een zucht van teleurstelling ging
hij weer overeind staan. Waar zouden in
's hemelsnaam de geheimzinnige slagen
dan wel vandaan komen?
Ook Josephine- was blijkbaar opge
schrikt door de nieuwe manifestatie van
het familiespook. Zodra ze Jim zag, liep
ze op hem toe. Jim dacht half en half, dat
het meisje bang was en zijn bescherming
zocht. Hij was dan ook niet weinig ver
wonderd, toen eerder het tegendeel
bleek.
Trek je van die gongslagen niets aan,
Jim, zei ze op kalme toon: Ga liever te
rug naar bed om wat te rusten. Je hebt
een nare nacht achter de rug. En dan
die klap op .1- hoofd! Ik zou het niet erg
prettfg vinden, als je tijdens je korte
verblijf bij ons zièk zou worden. Toe,
ga rustig slapen.
VI -
De volgende dag omstreeks half elf
kreeg kapitein Jim Carnahan een onver
wachte bezoeker. Hij werd op zijn kamer
gewaarschuwd, d^t er in de bibliotheek
een heer op hem wachtte, die hem graag
even wilde spreken. Jim ging naar (je
bibliotheek en trof daar een man aan,
die hij nog nimmer had gezien.
Mijn naam is Livingstone Forsythe,
zei de man: Ik heb het huis gekocht, dat
grenst aan dit. Het is een heerlijk oud
huis, kapitein, en iedere dag opnieuw
feliciteer ik mij ermee, dat u zo vriende
lijk was het aan mij te verkopen. Ik kan
ine eigenlijk niet voorsteilen, hoe u erbij
Nu, dat is gauw genoeg uitgelegd,
antwoordde Jim vriendelijk: Mijn ouders
zijn gestorven en het zou voor mij wel
heel erg omslachtig zijn, alleen in dit
grote huis te gaan wonen. Bovendien
ben ik sinds jaren in het leger en dus
heel weinig hier. Waarom zou ik het huis
nog langer leeg laten staan nu er iemand
bleek te zijn, die het graag wilde kopen?
Hij vertelde niet, dat hij blij was, goed
en wel van bet huis af te zijn. Weliswaar
had hij er een gelukkige jeugd in door
gebracht, maar overigens bond hem niets
aan het gebouw en hield hy meer van
lichte, moderne woningen.
Toen zijn makelaar hem bericht had,
dat een zekere mr. Forsythe een man,
dia schatrijk moest zijn! hét wilde ko
pen, had Jim bijna een gat in de lucht
gesprongen van blijdschap. HU had het
gevoel, dat hiermede de laatste draad
werd afgesneden die hem bond aan' het
verleden in Freeburg, dafafgezien van
zUn jeugd niet erg prettig was ge
weest Hij had dan ook onmiddellijk aan
zijn makelaar geseind, dat het huis tegen
elke prijs verkocht moest worden. En hij
was voornemens, nimmermeer een voet
in Freeburg te zullen zetten.
Maar toen Josephine hem mededeelde,
dat tante Sarah ernstig ziek was en er
stervensgevaar aanwezig was, had hU dit
voornemen opgegeven en was, voor de
allerlaatste maal van zijn leven, toch
nog naar Freeburg gegaan.
De nieuwe bewoner had blijkbaar van
de aanwezigheid van de vorige eigenaar
van het huis gehoord "en hij maakte van
deze gelegenheid gebruik om zich aan
hem voor te stellen en hem nog wel te
danken voor de verkoop.
Mr.. Forsythe was 'n man van 'n jaar of
veertig, slank gebouwd, hoewel hy de
indruk wekte heel krachtig ie zijn. Hij
was keurig gekleed in een lichtgrijs cos-
tuum en had een lorgnet op, door hetwelk
zijn grijze ogen koel en agressief de man
tegenover zich aankeken.
Jim had horen begeren, dat mr. For
sythe een self-made man was en zijn rijk
dom met hard werken bijeen gegaard had.
Onwillekeurig moest Jim bedenken, dat
deze man zonder twUfel genadeloos daar-
bU tewerk was gegaan. Zijn koele, haast
hardvochtige ogen bewezen dat. Een mun,
die om zijn doel te bereiken desnoods
over lijken ging en zich in geen geval
zou bedenken om büvoorbeeld kleine
spaarders te ruïneren om er zelf voordeel
by te behalen.
U heeft zich zeker wel afgevraagd,
waarom ik me juist in Freeburg wilde
vestigen?, ging Forsythe verder.
Inderdaad heb ik me dat afge
vraagd. beaamde Jim.
Nu, dat zal ik u dan vertellen. De
reden is heel, heel erg simpel, 'n Half
jaar geleden maakte ik met mijn auto
een vacantietochtje door deze streek.
Heel toevallig kwam ik voorbij deze hui
zen. Ik was enthousiast over de prachtige
omgeving, hetis hier zo rustig. En- toen
ik deze drie mooie huizen zag. had ik
geen moment rust meer. Heel mijn leven
heb ik ernaar verlangd buiten te wonen,
maar nog nooit was ik een huis tegenge
komen, dat met mijn wensen overeen
stemde. Maar nU ontdekte ik er plotse
ling niet minder dan drie. Ogenblikkelijk
nam ik het besluit: „Daar wil ik wonen"
en zodra ik terug was in New York stel
de ik -me in verbinding met uw makelaar
en nu, de rest weet u zelf wel, kapi
tein.
Aggie haalde een sleutel uit de zak van
haar schort en overhandigde hem aan
John.
Je bent een volhouder, hoor!, zei ze:
Enfin, je bent nooit anders geweest. Als
je iets in je hoofd had, moest het altijd
gebeuren.
Jim holde naar boven. Eerst ging hij
even naar zijn eigen kamer om z'n re
volver te halen en met dit wapen in de
hand ging hij op de deur toe. Met een
kloppend 'hart draaide hij de sleutel on»
en wierp de deur open.
Het was donker in de kamer. De gor
dijnen waren gesloten. John stapte bin
nen, zocht even naar het knopje van het
electrisch licht en draaide dat om.
De kamer was gemeubileerd, maar er
lag geen geleed op de grond en geen ma
tras in het bed. Met de revolver nog in
de hand onderzocht Jim de kasten,
maar ook daar was niets te zien. Even
schrok hij van een stem achter zich, maar
het was Aggie, die hem vroeg: En
heb je al iets gevonden, jim?
Ze stond in de deuropening en om
haar mond speelde een triomfantelijk
lachje.
Neen, antwoordde Jim: Ik heb niets
gevonden. Maar ik zoek nu naarstof.
Als deze kamer zo lang niet gebruikt is,
zou ze toch een waar stofnest moeten
zijn.
'Maar er was nergens stof te vinden.
De gordijnen waren weliswaar oud, maar
er was geen vuiltje in te ontdekken.
Vreemd; Heel vreemd, mompelde
JInj Nergens is een spoor van stof te
vinden, niet op de meubelen, niet op.de
vloêr, nergens! Zelfs de spiegel glanst,
alsof hij iedere dag gepoetst wordt. Leg
me eens uit, Aggie! Hebben de kabouters
de kamer misschien bijgehouden?
I Dat niet. Maar ik heb vanmorgen
vooi* kabouter gespeeld! Ik wilde niet,
dat je in een vuile bende terecht kwam
en daarom ben ik al heel vroeg aan de
schoonmaak geg-an. Het waS een karwei,
hoor, dat verzeker ik je! Je hebt me met
je eigenwijsheid lelijk werk bezorgd.
Jim staarde de huishoudster verbluft
aan.
Zo, zo!, zei hij: En je hebt zeker
ook die nieuwe gloeilamp in die lampe
kap aangebracht?
Ehgloeilamp? Ja, natuurlijk heb
ik dat gedaan, antwoordde Aggie, na enige
verwarring te hebben getoond.
VII
Jim liep op een deur toe en probeerde
de knop om te draaien.
Dat is de deur naar mijn kamer, ver
klaarde Aggie koeltjes: Vanzelfsprekend
is die gesloten.
Dat begrijp ik, antwoordde Jim: Nu,
ik heb het gezien. We zullen nu maar
■naar het dorp gaan.
Hij ging naar de garage en stapte in de
prachtige grote auto van zijn tante. Hij
-wist, dat de oude dame de wagen alijd
zelf bestuurd; had en met een brok in zijn
keel vroeg hij zich af, of ze ooit nog
wel eens zou kunnen
Aggie nam plaats achter in de wagen,
terwijl .Josephine naast hem kwam zitten.
Toen de auto over de rustige landweg
reed, verbrak Aggie plotseling het stil
zwegen.
Ik mag die miss Hancock niet erg,
zei ze zonder enige aanleiding.
Hoe kom je daar nu plotseling bij?,
vroeg Jim verwonderd: Is zij geen goede
verpleegster?
Dat wel. Of.... liever gezegd: h
getuigschriften warén, wat dat be'
werkelijk uitstekend. Als leek ku>
dat zelf natuurlijk niet goed vaststc
Dr. Strathers heeft haar uit Chicago 1
komen.
Nu, wat heb je dan tégen 1
Aggie?
Wel, ik had de indruk, dat ze g
renavond niet alles vertelde nadat
een slag op je hoofd gekregen had.
Ennog meer bezwaren?
Jim knikte en mr. Forsythe vervolgde:
Ik heb getracht ook het huis van mrs.
Lattimer te kopen. Mijn zoon zal name
lijk binnenkort gaan trouwen en ik zou
hem geen schoner cadeau kunnen geven
dan het huis van mrs. Lattimer. HU heeft
de aard van zijn vader, ziet u, en zou
het even prettig vinden als ik, om hier te
wonen.
Woont u hier alleen?, vroeg Jim.
Neen, mijn vader woont by mij in.
U begrüpt, hoe prettig het zou zijn-ge
weest, als ook mijn zoon vlak naast
ons had kunnen wonen. Maar mrs. Lat
timer wil het huis niet verkopen. Jam
mert Wat zou ik gelukkig zijn geweest,
als ik mijn hele fsmilie in deze twee
huizen bUeen had.
Ja' dat zou zeker het geval zijn.
Maar aan de andere kant moogt u zich
gelukkig pryzen, dat u uw vader nog bU
u heeft. Die van mij is al sinds jaren dood.
vreselük!, zei mr. Forsythe, zonder
dat zijn ogen verzwakt werden floor wer
kelijk medeleven: En u is nog zoveel
jonger dan ik! Mijn vader is weliswaar
oud en zwak, maar ik voel me toch wer-
kelyk gelukkig, aem nog by me te heb
ben. We hebben hem met een draagbaar
uit Maine hierheen moeten laten bren
gen. U begrUpt, dat dat enige sensatie
gewekt heeft in Freeburg. Een ambulan
ce is iets, dat de bewoners van dit dorp
niet dagelUks zien. De mensen zijn
nieuwsgierig, nietwaar, en dus hadden we
veel bekUks.
Zo, kwam uw vader uit Maine?,
vroeg Jim belangstellend: Myn grootva
der kwam ook uit Maine. HU en mr. Lat
timer hebben hier die drie grote huizen
laten bouwen. a
Merkwaardig! Merkwaardig! Ik denk
haast, dat vader uw grootvader dan wel
moet hebben gekend. Hij heeft zijn leven
lang in Maine gewoond.
Durfde u het aan, een oude en zwak
ke man over te plaatsen? U weet, dat dat
vaak de dood betekent van die oudjes,
die dan helemaal uit hun gewone doen
zyn.
O, maar „...eh....mijn vader was
niet zo ontzettend gehecht aan Maine.
En bovendien is hier het klimaat gezon
der voor hem. Het is hier warmer,
Dat betwijfel ik, antwoordde Jim:
Ik geloof niet, dat het klimaat veel ver
schil uitmaakt.
Toch wel, verzekerde mr. Forsythe
met klem: en dan....ehhier is het
veel kalmer en stiller voor hem dan in
Maine. Ik ben er zeker van, dat hy zich
heel spoedig thuis zal voelen.
Er werd geklopt en de verpleegster
kwam binnen. Toen ze zag, dat Jim een
bezoeker had, verontschuldigde ze zich.
Vergeef me, kapitein, ik wist niet,
dat u bezoek had.
Ze keek mr. Forsythe aan en Jim zag,
dat ze bloosde. De bezoeker staarde naar
het meisje, alsof hij er zich over ver
baasde, een zo charmant wezentje in een
zo somber huis aan te treffen.
Jim stelde het meisje aan de bezoeker
voor. Miss Hancock stamelde verlegen
een groet. Daarna bracht ze Jim de mede
deling over, waarvoor ze gekomen was
en trok zich weer terug. Mr- Forsythe
volgde haar met zijn ogen. Het meisje had
blykbaar nogal indruk op hem gemaakt.
Hy nam afscheid van Jim, zeggend, dat
hij op spoedig herstel van mrs. Lattimer
hooptê, opdat hij alsnog pogingen kon
ondernemen, de oude dame tot verkoop
van haar huis te bewegen.
Nauwelijks had Jim de bezoeker uit
gelaten, of Aggie kwam naar hem toe
en vroeg of hy haar met 'de auto van zijn
-tante even naar het dorp wilde brengen,
waar ze 'n paar boodschappen moest doen.
Woensdag is altijd myn KPec*?-le
voor boodschappen, legde ze uit: We zul
len Josephine ook meenemen- Terwijl ik
winkel, kunnen jullie een klein tochtje
maken door de omgeving. Dat zal jullie
allebei goed doen.
Jim antwoordde, dat hy graag aan
Aggie's wensen wilde voldoen. - Maar,
voegde hy hieraan toe: allereerst zou ik
graag dè sleutel hebben van de afgeslo
ten kamer. Heb je hem al gevonden?