JONAS, HET SOLDAATJE
V
jeugdige lezerskring
hoe zit dat?
°P Kinder-
bezoek
Drie rode strepen
ass r««" vxarli
HET PARADIJS DER VROUWEN
oor onze
Films over de lVest
Gezellige uren
EEN INDISCH AVONTUUR
ANG
L zullen ze leven
onder de lamp
SATCRILAG S JUNI IMS
PAGINA 4
j In het RAI-gehouw is alles
voor ,,haar" bijeen
HET CONFLICT IN
„BLOEMBOLLEN
CULTUUR"
Afdeling Lisse contra de
anti-saneerders
WINTERFLORA 1949 TE
HAARLEM
NIEUWE SCHEEPVAARTLIJN
OP NOORD-AMERIKA
DR. P. KASTEEL
Gezant in Chili
GEEN VERLIEZEN IN INDONESIë
Een kans die voortreffelijk
werd benut
Het materiaal, dat een Neder
landse film-expeditie uit onze
West meebracht en waarover
wij indertijd reeds waarderend
schreven, is thans tot negen
korte films bewerkt.
Dat materiaal was prachtig, maar
daaruit korte en toch boeiende
rolprenten te maken is echter niet
zo volkomen geslaagd. Ieder
der films brengt een zeer interes
sant en leerrijk overzicht van wat
over het onderwerp te vertellen is.
MOPPENTROMMEL
Het kleine
©O0OOO0O0OO0OOO0O0O0O0
OOOOOOO0OGOO0OOOOO0OOOOOOO
Door GERT HARTEN AUTH1EL
(Wcrdt vervolgd)
Wan onze Amsterdamse redacteur).
Ja, eindelek dan zUn de vrouwen
in het R.A.I.-gebouw in hun element.
Eerst was er een expositie voor ieder
een, want de Amstel-Flora, die bracht
wat „leeft en groeit", werd door heel
het huisgezin besnuffeld en genoten.
Maar toen de echte" E.A.I. kwam,
van de auto's, ja toen was mijnheer
in de wolken en zwierf er dagen rond.
Ach, laat hij zich nu niet boos maken
als „zij" eens enige uren kwijt raakt
in dit paradijs van moederlijke, vrou
welijke en huiselijke geneugten, dat
heel burgerlijk „Damesbeurs" heet.
Men zij vooraf gewaarschuwd, men
hoeft dit keer nog geen tas mee te ne
men voor alles wat er wel van afvalt.
Voor het eerst na de oorlog een „Da
mesbeurs".
Zeker, u krijgt een koekje, een kopje thee
(heel goed zelfs, van het „theebureau"),
een kleine tube „perziken-crême" (voot
zo'n heel zachte huid) en meer van der
gelijke hedendaagse dingen.
We kunnen er veel grapjes over ma
ken wat er te koop is en wat niet, wal
wel „zwart" zal zijn en wat niet. Maar
alles wat op deze eerst na-oorlogse „Da
mesbeurs" te zien is, is te verkrijgen.
Laten wij nu eens met het gevaar
lijkste beginnen: de mode. Een mode
firma houdt verscheiden 'malen per dag
een show en kondigt daarbij aan, dat wat
er te zien is, de volgende dag gekocht
kan worden in het winkelpand. Nu is dit
geen modepraatje, maar als eerzaam huis
vader hebben wij ons terloops voldoende
van de „new look" op de hoogte gesteld,
om er om financiële redenen gladweg
„tegen" te zijn. Niet echter hier, want
wat hier vertoond wordt is niet alleen
zeer mooi, maar ook zeer goedkoop. Hoe
het mogelijk is weten wij niet, maar het
staat in de catalogus en wij hebben de
voortreffelijke collectie aan onze ver
bijsterde ogen zien voorbij trekken.
Geen overkokende melk meer
Nog verbijsterder en misschien nog
gemelijker hebben wij staan te kijken
naar een soort apparaat dat het ,.melk-
overkoken" voorkomt. Dit soort toestel
gaat bellen tegen de tijd dat de melk (of
de soep) meent over de rand te moeten
gaan en komt het eenmaal zover, dan
belt dat ding maar aan, tot het afgelo
pen is met de veer van dat ding welte
verstaan).
Het is natuurlijk niet alles rozengeur
en manenschijn, ook niet op de „Dames-
beurs", ook hier heersen de zo gevreesde
„lampekap-orgiën", ook hier zijn uitwas-
pen van andere aard, maar alles bijeen
kan de vrouw er menig goed uur door
brengen en daar gaat het tenslotte om.
Zij kan er de mooiste, maar ook de le
lijkste meubelen zien en hetzelfde con
btateren op het gebied van gordijnen,
keukengerij, vooral slaapkameraankle
ding en zoveel' meer. Maar alles bij el
kaar is het maar weer eens zo'n kleine,
en toch heel grote prestatie van het
Nederlandse bedrijfsleven om dat alles
bij elkaar te brengen en te lijmen.
Er is nog vertier ook. Van een groepje
idoedelzakkende Schotse Jongedames, „The
Dagenham Girl Pipers Band".
Maar er is, ter afwisseling, ook de
kleine, jonge en toch al zo grote Niber-
co, geboren Nico van Berkel, wereld
kampioen goochelen. Hij heeft een stukje
papier, dames en daarmee tovert hij U
een wereld voor, niet omdat dat stukje
papier zulk een waarde heeft, maar om
dat hij er zoveel mee weet te doen. Het
is natuurlijk een illusie, maar hoeveel
illusies komen tegenwoordig niet uit
stukjes papier die geld waard zijn? En
om nu weer tot de zaak te komen, wie
zullen de „Damesbeurs" het meest be
zoeken, vrouwen of mannen......?
Na het bekend worden van de uitge
broken ernstige gezagscrisis in het
hoofdbestuur van de Alg- Ver. voor
Bloembollencultuur, waarbij de anti-
saneerders een weinig fraaie rol heoben
gespeeld, is de afd. Lisse van de Alg.
Vereniging in vergadering bijeen geweest
waar men met kracht en nadruk van zijn
misnoegen blijk heeft gegeven ten op
zichte van de houding van: de antisa
neerders in het hoofdbestuur. Niet ont
kend kon worden, dat de alg, vergade
ring in October met een meerderheid,
doch tegen advies van het hoofdbestuur
besloten had om de regering te verzoe
ken de maatregelen af te schaffen, doch
daarentegen moest tevenS erkend wor
den, dat op de bijeenkomst van 22 Dec.
met' grote meerderheid de motie-Bever
wijk was aanvaard, waarin het hoofdbe
stuur werd opgedragen, om zolang als
de maatregelen blijven bestaan, daaraan
medewerking te verlenen en invloed te
blijven uitoefenen op de algemene gang
van zaken.
De afdeling acht, het derhalve
laatbaar, dat enkele leden van het hoofd
bestuur thans op eigen gelegenheid die
medewerking gaan afwijzen en zij ver
zoekt de bondsvoorzitter dringend, zijn
functie te willen blijven waarnemen, en
evenzo de andere zeven hoofdbestuurs
leden.
De afd. Lisse laat thans een rondschrij
ven bij alle afdelingen circuleren, om in
stemming te betuigen met het door haar
genomen besluit en zal al die ingekomen
adhaesie-betuigingen aan de bondsvoor
zitter toezenden, teneinde het verzoek
meer kracht te kunnen bijzetten.
De Algemene Vereniging voor Bloem
bollencultuur heeft besloten om een
grootse bloemenexpositie te gaan organi
seren het volgend jaar van Vrijdag 25
Februari t.m. 5 Maart 1949 in het Kre-
lagehuis te Haarlem.
Aan het departement van Economische
Zaken zal om erkenning worden ver
zocht van deze „Winterflora 1949". Men
zal prijsvragen uitschrijven zowel voor
firma's, als voor afdelingen en voor be
paalde collecties. Vijf ereprijzen in geld
en twintig gouden medailles zullen o.a.
worden toegekend door internationaal
samengestelde jury's. Uit de jongere vak
genoten zal onder leiding van ervaren
mannen een tentoonstelling worden sa
mengesteld, die onder de algemene lei
ding" van de heer H. J. Voors zal werken
Een nieuwe dienst onder de naam „Me
yer Line" zal door de firma P. Meyer te
Oslo worden ingesteld tussen Rotterdam,
Antwerpen, Bremen en Hamburg en de
voornaamste havens aan de Oostkust van
Noord Amerika.
De eerste afvaart van Noord Amerika
zal begin Juli plaats hebben met het m.s.
„Havmann". Te zijner tijd zal de dienst
worden uitgebreid met nieuwe motor
schepen welke thans nog in aanbouw zijn.
Ais agente te Rotterdam treedt op de
firma Hudig en Veder.
Naar wij thans vernemen, kan het als
vaststaande worden aangenomen, dat de
tegenwoordige gouverneur van Curasao,
dr P. Kasteel, na zijn aftreden deze zo
mer zal worden benoemd tot gezant ln
Chili.
De regering maakt bekend, dat ln de
afgelopen week ln Indonesië geen ver
liezen zijn gerapporteerd.
Men is met begrip voor alle moeilijk
heden en beperkingen tewerk gegaan en
men heeft de mogelijkheden ten volle
uitgebuit. Nemen wij een voorbeeld:
een der films geeft 'n beeld van 't Suri
naamse oerwoud. Men begint met lucht
opnamen van deze oneindige wouden,
dan vertelt men iets van de menselijke
en dierlijke bewoners van het woud,
men laat het leven zien, maar ook de
schoonheden en tenslotte de verschrik
kingen van deze geweldige natuur. De
rustige stem van de commentator wordt
afgewisseld door voortreffelijke, zeer
beeldende muziek. De tekst is helder,
duidelijk, boeiend én sober, maar toch,
als het moet, bewogen. Eri dat alles op
300 meter film. Een knappe team-pres
tatie.
Deze negen films geven de Neder
landse bioscoop-directies een opgelegde
kanj om in haar voor-programm.a s een
goede korte film uit eigen land te
draaien, die nu eens niet met gezucht
en gefluit ontvangen zal worden. De
serie is ook prachtig voor een cursus
over de West en alles bij elkaar is het
voor ons allen goed, eens iets meer te
weten over dit gebiedsdeel. Gelukkig,
dat deze kans nu eens geheel geslaagd
is; o'ok het buitenland zal voor dit ma
teriaal zeker belangstelling hebben, een
succes dus voor de opdrachtgevers en
uitvoerders.
De expeditie stond onder leidin0 van
de heer L. J. A. van Dijk, het camera
werk werd verzorgd door P. Buis. De
muziek werd geschreven door Max
Vredenburg en zeer goed uitgevoerd
door 20 leden van het Residentie-Orkest.
De draaiboeken, commentaren en de
montage waren van jhr. J. J. van Raab
van Cansteln. De teks werd uitgespro
ken door de voortreffelijke stemmen van
Polygoon-Prof iltl, welke maatschappij
met haar prachtige technische uitrusting
het geheel verzorgd".
Het is nu wel duidelijk, gezien onze
journaals, de Walvisvaart-film en nu
deze film weer ,dat de kracht van onze
fllmery voorlopig op het gebied van de
actuele reportage ligt. men nu eens
bedenken, dat het beter is goed werk te
leveren op klein gebied, dan slecht werk j
op groot gebied. v. Sp.
Amper gluurde de zon door 'n kiertje
van de gordijnen of Wim stond met
een sprong naast zijn bedje. Ziezo, ein
delijk was hij dan jarig. Zeven hele ja
ren, hij voelde zich al een kerel van je
welste .Vervelend, dat Pap en Mam al
tijd zo laat opstonden, want nu moest
hij nog een hele tijd wachten op zijn
cadeautjes. Wat zou het zijn?
Ja, wacht nou 'ns rustig boven, terwijl
je weet, dat beneden je verjaardag
cadeautjes klaar staan. Wim was niet zo
sterk en dus wipte hij vlug zijn kamertje
uit en liep hij zachtjes de trap af. Zo,
nu de kamer in en
„Zo, jarige Wim", grinnikte zijn va
der hem toe, terwijl Mam zich ne/ om
draaide, „kon je het niet langer uithou
den in je bed. Nou dan, gefeliciteerd!
Ho, ho, even naar je Moeder toei^Zo,
kijk nu maar eens in de kast daar
Dat was aan geen dovemansoren ge
zegd en Wim kon de knop haast niet
omgedraaid krijgen van de zenuwen.
Hups, daar krakte de deur open en
„Oeit, hè. Wat 'n stapel", jubelde hij.
Ha. daar was die fijne bal en daar dat
prentenboek, snoep en schoentjes, een
leuk petje en de mondharmonica, waar
om hij al maanden had gezeurd. O wat
leuk, van Opa en Oma een kaart. Ja,
wel aardig, maar die soldaatjes waren
er toch niet bij. Zeker te duur.
Heel netjes bedankte hij zijn Vader
en Moeder, en dezen, die hun spruit wel
kenden, hadden direct in de. gaten, dat
er iets niet in orde was. „Wat is er,
knul? Niet naar je zin?" vroeg Vader.
„O ja, fijn hoor", haastte Wim zich,
..alles is vreselijk leuk en fijn. Maar eh
die soldaatjes waren natuurlijk te
duur hè?"
„Nee maar. Moeder", verbaasde Vader
zich. „heb ie dat nou vergeten. Geef die
jongen todh die doos met. soldaatjes. In
de kast braenop staan ze". „Ach, plaag
geest", lachte Moeder, „hier hoor Wim.
Daar zijn ze!"
Lieve help, het leek wel of er een
jonge olifant, was losgebroken. Wim
danste en joelde zo hard. dat zijn broer
tje en zijn twee zusjes boven wakker
schrokken en heel slaperig naar beneden
kwamen. Wim zat al midden op de
grond en brulde van kwaadheid, toen
Sjef haast op het schildwachthuisje
trapte.
Kijk 'ns even. Daar lag er een klaar
om te schieten en daar salueerde er een.
Die generaal, hoog op zijn paard, stak
boven alles uit en er was er zelfs een,
die sprong. „Breng ze naar de kazerne,
jong" zei Vader. „Rap naar de kinder
mis. Vanmiddag heb je -vrij ert dan ^kun
je spelen, dat het een lieve lust is."
De morgen duurde wel lang. maar ein
delijk was het dan toch middag. Gauw
eten en dan met de kostbare doos sol
daatjes de tuin in, lekker in het zon
netje spelen. Zo, achter het gras gn in
kuiltjes en dan maar gillen. Dat gillen
ging best, alleen jammer, dat de sol
daatjes geen vin bewogen.
Wacht 'ns, hij maakte er gewoon een
marine bij. Vlug haalde hij zijn klomp
zeilschip al in het rleviertje achter de
tuin. Aan het touwtje liet Wim het een
heel stuk met de golfjes meedrijven.
Het ging heerlijk en Wim gaf vol pret
een rukje aan het touw, om de klomp
wat harder te laten hobbelen.
En intussen stond het soldaatje, hele
maal niet op zijn gemak rond te kijken.
Brr, in die doos was het prettiger, hij
kreeg hier gewoon een natte voet. Help,
plons,, en Wim's rukje was zo hard, dal
de soldaat zonder zeebenen over de rai
ling viel. Steeds dieper zonk hij, tot
een kanjer van een vis ineens kwam
aangeschoten, een slok.en Jonas .zat
in de maag. Brr, wat benauwd was het
daar binnen en donker, je zag gewoon
geen hand voor je ogen.
Jonas hoopte gauw weer weg te kun
nen komen, maar dagen gingen voorbij
en steeds bleef hij in de maag van de
vis. Die gevoelde zich ook niet zo 'goea
met dat lastige soldaatje, maar ja, noe
moest hij van hem af komen. En een
honger kreeg hij. Het leek wel of die
soldaat al zijn wormen opat.
O wacht 'ns. Kijk ééns wat «en kan
jer van een pier. Daar zou bij eens gauw
een dooie pier van maken. Slik, glub,
zo die was binnen. Help. help toch, want
daar ging hij, O hemel, hij was er inge-
lopén. Het was vast een visser, die hem
nu ophaalde.
Of het een visser was en die glunder-
déj toen de kanjer van een vis naar bo-
Nog steeds druk van de week, want
10 paar ogen gluren vandaag vast en
zeker in de verjaardagkalender. Om te
beginnen morgen: FRITS DE K. (12
jaar); WIM v. R. (10 jaar): RLOON v.
D. (11 jaar) en "FRANK B. (10 jaar.)
Maandag heeft THEA H. (14 jaar) alls
vreugde voor zich alleen, evenals NET
TY v. D. (13 jaar) op Dinsdag, Woens
dag is bet dan weer delen voor MAft-
GOTJE K. (9 jaar) en NELLEKE v. L.
(5 jaar). RTA V. (9 jaar) heeft Donder
dag vrij baan en Zaterdag sluit JAN H.
<12 jaar) ln alle eenzaamheid de rij.
Voor alle jubilarisjes en jublUre.les na-1
tuurlijk een stevige papieren knuist.
ven kwam. Vlug van de haak nemen
en.... He, wat zat er in die vis? Iets
hards voelde hij in het kronkelende vis-
senlijf. Gauw kijken, wat het was. Kits.
rats, met een paar sneden was de vis
gedood en de buik opengesneden,
„Oh, mijn soldaatje" jubelde een jon
gen, die al die tijd achter de visser bad
staan kijken. Vlug roffelde Wim net
verhaal af en nog vlugger holde hjj vro
lijk met zijn schat naar huis terug. Heel
dikwijls nog deed hij het verhaal in
guren en kleuren, maar nooit meer heeft
hij een marine gemaakt.
„Hoeveel reizen maakte de ontdek
kingsreiziger Cook?"
,Drie, mijnheer."
„Heel goed. En op welk van die reizen
werd hij gedood?"
„Luistert nu eens goed kinderen. Een
geest is een wezen zonder lichaam.
Waarom lach je nu, Henk"
„Omdat het zo'n raar gezicht moet
zijn, meneer, Zit het hoofd dan op de
bénen?"
Heer: „Zo mannetje. Wat zou je vader
wel zeggen, als hij je zou zien roken?"
Kleine jongen: „Nou, niets leuks, want
het is een van zijn sigaren."
Kleine waterdruppel»
Itleine Itorrelzond
vormen wijde zeeën
en het vaste land.
Kleine, kleine fouten
worden langzaam groot,
geven soms het harte
de genadestoot.
Kleine liefdediensten
en een vriend'lijk ivoord,
maken van deez' aarde
Vaak een hemels oord.'
RIKA (13 j.)
Was er iemand, die alle raadsels van
verleden week goed heeft opgelost?
Kijk maar: 1- de kleinste vissen, 2. als
de' honden hem bijten. 3. hand-schoenen,
4. rivier, 5. op de landkaart.
Om even bij te komen deze week
weer wat gemakkelijke raadsels.
1 Wiè heeft poten en kan met lopen?
2. Wat is het beste aan een koeiekop?
3. Welk artikel heeft de meeste af
nemers?
4. Welke tijden zijn het, prettigst?
5. Welk weten heeft iedereen?
Verschillende uitgevers hebben weer
een portie boeken gestuurd en dus kun
nen we weer even vooruit. Allereerst
een boekje voor de kleineren en dan
speciaal voor kinderen, die hun eerste
H. Communie gaan doen of pas hebben
gedaan. Het is de vijfde druk van „Mijn
vriendje en ik", geschreven door W. v.
Lieshout en met heel aardige plaatjes
van Fr. v. Noorden. Dit speciale kerk
boekje zal met zijn rijmpjes voor veel
communicantjes een heel aardig ge
schenk zijn. Het verscheen bij J. H. v.
Wees Jr. te Utrecht en de prijs is ƒ1.75-
Voor oudere jongens van ca. 14 jaar
verscheen het stevige boek „Jacht op
Don Antonio" van P. Joh. Zonruiter
met luchtige pentekeningen van Hein
Kray. Jongens, die zoveel hebben ge
hoord van de illegaliteit, der afgelopen
.iaren. zullen ongetwijfeld met spanning
lezen, hoe vriend Maarten zijn leven
waagde in de illegaliteit van Willem van
Oranje tegen de Spanjaarden. Het boek
is aldus een historisch jongensverhaal
met een aantrekkelijke spanning. Ver
schenen bij de Uitgeverij Born te Asten,
Prijs ƒ4.90.
Eerst ga ik even een partijtje moppe
ren weggeven. Er zijn nl. in totaal maar
8 briefjes binnengekomen en dat is na
tuurlijk veel en veel te weinig. Ook
waren er geen nieuwelingen bij en dat
is wel gek, want wanneer er een prijs-
pu'zzle is geweest, weten heel wat kinde
ren de brievenbus te vinden. Zotl dat
misschien alleen maar om de „heb" zijn?
Foei toch, om' me dan nu in de steek te
laten.
Punt twee is vandaag een verzOek van
een vriendinnetje. Ze schrijft: .„Ik heb
U al zo dikwijls een verhaaltje willen
Sturen, maar dan ben ik er een aan het
maken en dan kan ik het ineens niet
meer. Het gaat over: (volgt een ver
haaltje, dat natuurlijk niet. af is). Oom
Luuk, kunt U er nu niets óver vertellen.'
Nou, dat kan ik en dus ga ik binnenkort
vertellen op bestelling 1 Zijn er meer
vriendjes of vriendinnetjes, die wel iets
weten maar het echt niet kunnen schrij
ven Stuur maar op en je verhaaltje
komt in de krant
Nu de brievenbus even lichten.
PLONI H. (8 j.), ik zou me maar niet
ongerust maken "over die tandjes. Mis
schien krijgt ze er nu wel een hoop tege
lijk. dan heeft ze niet iedere keer pijn
in haar mondje Ik deel je dus maar met
je Tante. Schrijf haar maar dikwijls, dan
ben ik ook niet slecht af
JOKE G. (13 j.), bedankt voor die lol
lige moppen, alleen de laatste hebben
we al eens gehad. En natuurlijk hier een
zetje voor Toos „Waar blijf je zolang,
Toos? Bang voor me?" Maar Joke, jij
moet ook een oogje in het zeil houden,
hoor! De aanhoudster wint
BEPP1E B. (8 j.), als ik het goed heb,
is dat feest een waar feest geweest. Leuk
hoor, vooral omdat jullie met dat dansje
zó fijn hebt meegedaan. Je had zeker
wel knap wat slaap hè? Natuurlijk nog
hartelijk bedankt voor je raadsels. No. 2
is al oud, hoor
JOHAN D. <10 j.), nou, kerel, jouw
verjaardag is ook niet mis geweest. Die
hond en de kat zijn me ook/ grapjassen,
zegIk maak me over jouw overgaan
echt niet bang, duR die vacantia zal wel
in órde komen. Heb JU voor mij geduimd,
Johsn? Dan doe ik het voor jou!
KOOS C. (8 .1), wat een pech van dié
jongen. Maar eerlijk gezegd, kun je die
grapjes ook veel beter niet uithalen. Mis
schien is het 't bestp hem een leesboek
te sturen, denk je niet Als hü me eens
schrijftHij heeft er nu t(jd genoeg voor.
MIA A. j.), na 3 brieven weet ik nog
steeds niet, wanneer je geboren bent.
Denk er om, je verjaardag komt zo in
de verdrukking, hoor! Nee. die gids ken
ik niet, maar dat zegt natuurlijk niets.
Hoor ik gauw iets Over die uitvoering?
HANNY DE G. (13 j.), ik kan haast
niet geloven, wat je geschreven hebt.
Vijf tienen en zes negens, ik vind het
maar kolossaal goed. Ben jij zo'n bolle
boos op school? En wat ga je binnen
kort doen. als je van school afkomt?
JEANNY B. (11 j.), heel dikwijls heb ik
el gedacht als ik de naam las: „Zou dat
nou familie van Jesnny zijn?". Leuk. dat
ik het nu weet, want als ik hem nu weer
zie. zal ik eens mét hem praten (over
jou!). Nee, schrik maar niet, ik zal ham
niet opstoken!
WILLY v. d. H. (10 j.), op het nippertje
gaat, het nog, om je te feliciteren, want
de bus was al gelicht. Ben je al wakker
van het. feest en al uitgekeken op Je ca-
deaux? Zeg. je moet nog wel even pre-
eies jé adres schrijven, want door de re
gen was dat ultgevlekt.
Nu. luitjes, ik berg da postzak weer op.
Eens kijken, of hij volgende week zwaar
der is!
1 V
Ons Roman
Maar ik was aan zijn herhaaldelijk
verdwijnen en op onverwachte ogenblik
ken weer opduiken zo gewend geraakt,
dat ik me er niet bijster ongerust over
maakte, te minder, omdat ik reden had
te vermoeden, dat hij bepaalde sporpn
van de hoofddader ontdekt had en deze
thans vervolgde.
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
D« kapitein en commandant van de
gewapende politie in Jiet district Bila
(Sumatra's Oostkust) is bevriend met
de fakir Si Malaga, een mohammedaan,
die reeds herhaaldelijk merkwaardige
staaltjes van speurders-capaciteiten
heeft vertoond.
Si Malaga zegt op een avond, onheil
te voorvoelen: „Ik zie drie vlammende,
bloedige strepen. De dood rijdt door bos
en nacht".
Later zegt hij, dat h(j in een droom
beeld de vriend van de kapitein een
planter die Friedrich von Köni» is ge
heten met een kris doorstoken dood
in het oerwoud zag liggen.
Ogenblikkelijk neemt de kapitein
maatregelen om ln het bos te gaan on
derzoeken, of het droombeeld .van de
fakir bewaarheid was.
Hij haasten zich de houten trap af en
Ik volgde hem, door zijn wil gedreven.
Buiten aan de hoofdweg, voor de tuin
van mijn woning, stonden de soldaten
met rokende fakkels en steigerende, on
rustige paarden. De faklt trok een dër
soldaten diens fakkel uit de hand, slin
gerde zich zeldzaam gemakkelijk in het
zadel van een der dieren en galoppeerde
ver voor ons uit het donkere bos in, langs
smalle, glibberige paden dwars door het
oerwoud.
Na een rit van nog geen half uur
Sprongen we, op een teken van de fakir,
van onze paarden en worstelden ons ver
der te voet door het struikgewas, lianen
en woekerplanten, langs nauwelijks be
gaanbare paden naar een moerassig, laag
gelegen terrein, waar we de vervallen
hut van een of andere inlalnder omsin
gelden. Daarna rukten we langzaam voor
uit, de geweren in de aanslag.
Maar de laffe kerels daarbinnen, die
misschien nog kort te voren, bij de ver
deling der waardevolle voorwerpen van
hun, op zo verraderlijke wijze vermoord
slachtoffer, elkaar in de haren waren
gevlogen, kropen nu al spoedig bevend
van angst en om hun leven bedelend,
vanzelf uit de hut te voorschijn. Zonder
enige tegenstand te bieden, lieten zij
zich gevangen nemen en boeien, terwijl
de fakir hen als een hevig vertoornde
rechter met vlammende blikken opnam.
Trillend van woede baldp hij zijn vuisten
hen vervloekend in naam van Allah, in
naam van de profeet in naam van het
Indische volk! Woede en wraak,
maar ook edele verontwaardiging en
schaamte klonken in zijn woorden en hij,
Si Margaga, die voor elk schepsel slechts
liefde en vergiffenis kende, 1 imkerde
nu naar vergelding en naar een gruwelij
ke marteldood van de boosdoeners.
Huiveringwekkend, zeldzaam sinister
was dat all®» en bet afschuwelijke ta
fereel: de donkere nacht, de wildernis,
de laaiende fakkels, de soldaten, de ge
boeide misdadigers en, dit alle» nog over-
Ill.
treffend: de fanatieke dienaar van Allah
zullen mij ten eeuwigen dage bijblijven.
Onwillekeurig drong zich de vraag aan
mij op: Wie ben Je, Si Margaga?
Ben je slechts een mens, verklaar me
dan hoe het mogelijk is uit de verte mis
daden te zien en te vervolgen? Zeg me
hoe het mogelijk Is, dat je hier, ln een
ok Jou volkomen vreemde omgeving,
doelbewust, langs de kortste weg de moor
denaars vin&t en dat deze zich zonder
enige strijd, zonder een poging tot ont
vluchten aan je overgeven?
Maar de fakir, die mij deze gedachte
van het voorhoofd scheen te lezen en
voor wie, naar het mij voorkwam,
trouwens niets verborgen bleef, schudde
slechts bedroefd het hoofd en zei zacht:
„Allah heeft mij de macht gegeven,
maar desondanks ben ik een mens,
gelijk allen. Want ziet, heer, die daar,
die geboeid op de grond liggen, zijn
slechts de helpers van een duivel.
Zolang ik dat beestmens niet vinden
en vernietigen kan, zijn al mijn daden
nutteloos. Maar, heer, ik draag het
bevel van de profeet in me, hij zal mij
de nodige kracht en het verstand ge
ven. Rode 'strepen tekenen de weg,
die de voet van de moordenaar heeft
betreden".
Wat? Rode strepen? Zoek, Mar
gaga' Tracht dit ondier voor mij te
vinden en ik zal je rijkelijk belonen!
Weldra vonden wij nu ook mijn ar
me vriend König, gruwelijk verminkt,
een Maleise kris stak hein
hart, precies zoals de fakir my het
enige uren te voren had geschilderd.
Nadat wij het stoffelijk overschot naar
de plantage Briton Turu hadden over
gebracht, zocht ik m de wong
van Friedrich Kömg tevergeefs naar
nagelaten aanwijzingen; behalve eni^e
onbelangrijke papieren vond ik mei*,
dat op de een of andere manier opne
dering kon verschaffen omtrent hem
zelf of zijn familiebetrekkingen. Er
bleef mij daarom niet veel anders over
dan de waardevolle voorwerpen, die we
de gevangenen weer afgenomen hadden,
in zijn schrijfbureau te bergen, deuren
en vensters met het gebruiklijke ambte
lijke zegel te sluiten en de leiding van
de plantage voorlopig over te dragen
aan de oudste assistent.
De vier bedienden van mijn, door
moordenaarshand om het leven ge
brachte vriend, verrieden hun opdracht
gever de man met de drie rode strepen,
niet en derhalve werden zij voorlopig
alln aan de justitie te Batavia overge
leverd. Nadat ik mij ook van deze taak
had gekweten, keerde de fakir, die mij
vergezeld had, mee terug naar Bila. Tij
dens de reis was hij zeer zwijgzaam en
ln aichzelf gekeerd, msar nauwelijks
waren we in mijn woning aangekomen,
of hij verdween plotseling zonder afscheid
te nemen en zonder enig motief voor dit
overhaaste vertrek op te geven.
Het was hari-bajaran, een rustdag,
waarop in de ochtenduren aan de ar
beiders der plantages, d.w.z. aan de
Chinese koelies, Maleiers, Javanen enz.,
Ionen en voorschotten worden uitge*
keerd. De hari-bajaran is derhalve een
feestdag, waarop men zich tevens aan
allerlei genoegens pleegt over te geven,
voor zover die althans op een eenzame
plantag diep in het oerwoud en ver van
de brandpunten der beschaving, kunnen
worden geboden.
De uitbetaling der lonen geschiedt
niet, zoals in Europa, elke Zaterdag,
maar uitsluitend op de eerste en ds
vijftiende van elke maand. Op de
andere dagen wordt gewerkt. Het spreekt
dus vanzelf, dat een hari-barajan mei
alleen in verband met de distributie van
klinkende munt met verlangen tegemoet
wordt gezien, maar ook vanwege zijn
arbeidsvrijheid, die elkeen, hetzij em
ployé of arbeider, dringend nodig heeft
om zich te ontspannen en nieuwe krach
ten te vergaren.
Ook ik lag dientengevolge reeds in
de vroege ochtend lang uitgestrekt in
mijn geliefde ligstoel op de voorgale
rij. De grote jalouzieën, welke de ge
hele galerij aan de straatzijde afslo
ten, had ik laten ophalen, waardoor ik
een vrij uitzicht had op de, in volle
bloemenpracht prijkende tuin, de vrij
drukke hoofdweg, de kazerne, de paar
den- en olifantenstallen en de aardig
aangelegde, kleine rivierhaven.
De houten trap, welke toegang gaf
tot de voorgalerij, kraakte en een ogen
blik later stond mijn adjudant in stram-
militaire houding voor me. Geergerd
hulde ik mezelf in een dichte wolk si
garenrook, want dezè onverwachte sto
ring kwam me al zeer ongelegen. Wan
neer mijn adjudant zelf verscheen, kon
ik er van op aan, dat hij iets belangrijks
had mede te delen.
Apa loe maoe?, vroeg ik eindelijk.
Toean commandant., meldde hij: de
moefti Si Timbo is uit Negri Lama geko
men. Hij heeft een soerat (brief) bij zich,
sama toean commandant.
Waarom geeft de moefti jou die
brief niet?
pe brief is van Radja Buso, toean
commandant. Hij heeft opdracht, de
brief dc toean zelf te overhandigen, oi
Timbo zegt, het is een belangrijke brief.
Sai" zo, zo, zuchte ik nadenkend: Een
helanartike brief? Nu, laat hem dan
maar hier komen, Sodikromo. Ik zal eens
met de man praten.
Saja, toean commandant!
Een ogenblik, ..ik heb nog iels. Heb
jè nog niets van dc fakir gehoord?
Tida apa! (Niets).
Merkwaardig. Ik ook met. Sodikro
mo.
De onderofficier haalde zijn schouders
op. Margaga is een tovenaar, heer. Hij
komt en gaat, is nergens en toch overal.
Saja! Maar zijn plannen zijn meestal
goed!
Ik knikte. Ja, dat is zo. de
moefti maar hier komen, SoaikromQ._
De adjudant salueerde, t»i*ecJ^s
omkeert en haastte zich naar de ka-
in grote plooien hangend pnestergewaaa
„I f «„uiinen. Dè man was
hem wat groter schijnen-
me bepaald onsympathiek en zijn e
rende, onrustige hlik waarschuwde me
op mijn hoede te zijn. Zijn enigszins
opdringerig optreden was al evenmin
in staat wat minzamer
op te wekken, maar aan de andere kant
moest ik toegeven, dat Dij etwijfeld
tot de belangrijkste Mohammedaanse
geesteliiken behoorde en zijn snel begrip
en energie ,om nog maar te zwijgen van
zijn fanatisme, hem ver boven zijn ras
genoten deden uitateken.
Wel, Si Timbo, begon ik op zo vrien
delijk mogelijke toon: Het moet wel iets
heel belangrijks zijn, als de vorst speciaal
jou heeft uitgekozen. Heb je een brief
voor me?
De moefti boog wederom diep en eer-
b'saia, toean commandant! Ik breng
een brief van Toenggoe Buso. De grote
Toenggoe zei: De toean commandant is
mijn vriend, hij zal me raden en hel-
E Met deze woorden overhandigde de
moefti mij het schrijven van de radja.
Ik opende het met het vorstelijk zegel
gesloten couvert en las:
De Radja van Bila en Negri Lama
aan de commandant der gewapende
politie van Bila, toean besar Hartenau.
Allah zegene mijn vrienden en in
het bijzonder u, commandant, die ik
hoog acht. De profeet moge u be
schermen als een gelovige! Si Tim
bo brengt u op mijn bevel deze brief
met mijn groeten U zoudt mij, uw
vriend, een grote eer bewijzen, ais u,
kapitein, de priester zoudt willen be
velen te spreken, om u mijn wensen
persoonlijk kenbaar te maken. Ik
hoop, dat Allah u de nodige wijsheid
zal schenken om de weg te vinden,
veel leed in vreugde te doen verkeren.
Beneh-Buso ten Mehar-Selar
Radja da Bila, Negri Lama.
Langzaam vouwde ik de brief samen
en keek de priester aan.
Welnu, Si Timbo, spreek! Vertel me
wat de radja je heeft opgedragen om mij
te berichten!
De afgezant boog toestemmend, ma»r
wees intussen op mijn bedienden, die
bij de deur stonden en verzocht op fluis
terende toon: Wees dan zo goed. toean
commandant, uw bedienden te beyelen
ons alleen te laten. Wat ik u heb mee
te delen, is slechts voor uw oor bestemd.
Ik knikte en op mijn wenk verlieten
de djongos de galerij.
De moefti luisterde naar het. weg
stervende geluid van hun voetklappen;
daarna richtte hij zich op en zijn stem
klonk nu plotseling als het rollen van
de donder, toen hij zei: Toean comman
dant! Het eigendom van de profeet is
gestolen!
Verschrikt sprong ik op.
Wat, het heiligdom van jullie be
dehuis?
Saja, Heer! Ons heiligdom met da
tulband van d» prcleet i» verdwenen
De tulband van de profeet uit- de grote
moskee Mesdschid al Haram in Mokka,
die we honderd jaren, gewijd hebben,
is ons door rovers ontnomen. Allah's
toorn moge hen treffen
Waar werd de tulpand bewaard
In een grote kist, heer, die door
gelovigen gesneden en met. kostbare edel
stenen bezet is. En in deze kist lagen
in zij-dé gehuld geschriften en bevestigin
gen van de kalif naast de groene tulband
van de profeet,. Alles was goed bewaard
en werd met zorg bewaakt
Een beroerde geschiedenismom
pelde ik, ontstemd de voorgalèrij op en.
neer lopend. Tenslotte wendde ik me
weer 'lot dc priester, die ik streng in de
van verontwaardiging fonkelende Ogen
keek: Si Timbo, vroeg ik: heb je
verdenking tegen iemand
Op het donkere gelaat van de priester
verscheen een lelijke, van haat vervulde
grijns.
«4 Verdenking? O, toean commandant,
geen gelovige zal deze dingen immers
anders dan in het gebed beroere\. De
rover is ëen vreemdeling, een ongelovige!
Hem hebben niet aleen de kostbare edel
stenen aangetrokken, maar ook grim
mige vijandschap tegen Mohammed heb
ben hem tot zijn daad gebracht.
Dat begrijp ik niet. Hoe kom Je op
dat vérmoeaen
Heer ik vond op de plaats, waar
de heilige kist stond, een stuk papier,
dat. door een gewone kris doorboord, vast
aan het hout, was bevestigd. En op dat
papier stond het heilige teken van de
Hindoes: drie rode strepen
Wat?, riép ik verrast: Drié verticale
rode strepen?
Hij knikte.
Saja, toean commandant, drie rOde
strepen, het striidteken van de Hindoes.
Eèn ogenblik duizelde het mij. Ik dacht
aan mijn vermoorde vriend, die dit ver
vloekte teken in de dood had «rdreven,
aan de fakir Si Margaga, die
een spoor volgde; aan al het onheü. d
•deze geheimzinnige onbekende nog zon
Hsunnen aanrichten en ik begreep,
hier met de grootste gestrengheid moest
worden opgetreden. „i„smde
En jij denkt, dat die vermalcdiide
hindoe ook de kostbare kist van de P
feet heeft gestolen? vijjh,
Ja, toean commandant. Een
noeiet zoekt geen edel8M ^aêt H1)
slechts bevrediging voor JW1 bondcn.
-heeft zich met de ,Bo?^tast*?er hebzucht
met Chinese kooplieden w»kken en wier
hij heeft weten op te wekse
leider hij geweest is
'UK mo«fflljkheiaas vele Chinezen
Negri Lama zijn ---
en S maar de grote toenggoe
z~t: - De'kapitcmvan Bila is slimmer
enDe1Jradjaebeef"t'n8emakkelijk praten,
dacht ik, maar het leek me verstandiger
dit voor me te houden en ik bepaalde
rae derhalve tot een neutraal antwoord:
We zullen zien!
Vervolgens ging ik naar de balustrade
om de wacht voor de kazerne te roepen.
F.en ogenblik later kwam mijn adjudant
aangelopen.
Sodikromo, riep ik hem toe: laat
onmiddellijk de boot onder stoom bren
gen; ik moet naar Negri Lama'.
De onderofficier salueerde: Saja,
toean commandant'.
Jij en vijf man met geweren zullen
me vergezellen Begrepen?
Saja, toean commandant! antwoord
de de man, terwijl hij naar de kazerne
terugsnelde.
En jij, wendde ik me tot de priester,
mag me eveneens op mijn schip verge-
Hij meakte een diepe buiging. Een be
vredigd lachje gleed over zijn bruin ge
laat.
Saja toean command ast!
Nadat ik nog enige aanwijmngen had
gegeven voor dê eerstvolgende dagen,
trok Ik lïiiin uniform aan eri gespte mijn
sabel om. Daarna nam ik nog haastig een.
verfrissende dronk en enige minuten la.
ter stond ik bij de landingsbrug.
Het stoomboot e blies dikke rookwol
ken in de cgnalblauwe lucht en de volop
gestookte ketels zoemden en aisten hun
eigen melödiê.
De reeds aanwezige manschappen sa
lueerden en klommen aan boord. Ik gaf
opdracht de Nederlands-Indische dienst-
viag te hi,jsen en toen deze in een lichte
bries aan de achtersteven wapperde, wer
den de machines in werking gesteld, de
sirene liet een doordringend geloei ho
ren. de schroef sloeg het water van de
rivier tot golven en de boot zette zich
in beweging.
Meedogenloos wierp de zon haar ver
zengende stralen op onze hoofden en
ondanks het zonnezeil was de hitte on
draaglijk. Met flinke snelheid schoot het
schip over het spiegelgladde
herhaaldelijk wisselende landschappen
trókken aan ons oog voorbij.
Reusachtige mangroven, teakeiken.
berken, palmen en rottang wisselden af
met de moerassige, gele oevers van de
Bila-rivier, waarop krokodillen rich in
de zon koesterden en in hun levenloze
houding de indruk maakten ven gevelde
boomstammen.
De rivier liep als een mooie, brede
straat dwars door het oerwoud naar de
residentie van de Maleise vorst en zo
was deze tocht, ondanks de hitte, ong
twijfeld Interessant.
Nochtans bleef mijn stemmme hent en
peil, omdat ik nu eenmaal nietKon ver
kroppen, dat men mij ook deze han ba-
ïaran ais reeds zo vaak tevoren weer
grondig had bedorven.
Na een-uur bereikten we de residèntie
van de radja. Met opzèt had ik, teneinde
niet onnodig' opzien te wekken, mijn
komst niet telefonsch aangekondigd en
zo kon het gebeuren, dat ik bij de lan
dingsbrug niemand anders vond dan eèn
paar leeglopers, die hier gewoonlijk de
dag plachten door te brengen.
Gevolgd door de priester, mijn bedien
den en de soldaten, ging ik aan wal en
onder leiding van eerstgenoemde begaf
ik mij onmiddellijk naar de tokovan
een der markantste vertegenwoordigers
der kooplieden uit het hemelse rijk, de
Chinees Khung Ho.
Toen ik hem het doel van mlin bezoek
meedeelde, wierp hij zich onmiddellijk
voorover op de grond, onder vele dure
eden zijn onschuld betuigend. Ik deelde
hem echter mede, dat hij zó lang voor
de wandaden van zijn landgenoten zou
moeten boeten tot de eigenlijke daders
waren gearresteerd. Op mijn wenk
namen twee soldaten hem in hun mid
den en twee Chinezen, die op zijn ge
krijs kwamen toesnellen, ondergingen
hetzelfde lot.
Natuurlijk verspreidde het bericht van
dc arrestatie van de rijke Chinese koop
man zich als een lopend vuurtje door de
omgeving en toen wij naar buiten tra
den! hadden wij dan cok waarlijk met
over gebrek aan belangstelling te klagen.
Vooral de Mohammedaanse bevolking
toonde zich zeer opgewonden en nam een
zo dreigende houding tegen de geares
teerden aan. dat wij alle moeite hadden,
de opringende menigte op een be v -
lijk® afstand te houden en tenslotte zelfs
uiteen te drijven.
In de-loop van de oohtend stelden wij
voorts nog vier Chinese juweliers in ar-
rest en dit gehele gezelschap bet ik over-
brengen naar het. gerechtsgebouw, waar
ik hen onmiddellijk aan een langdurig
verhoor onderwierp.
Het bleek echter al «poedig, dat er
noch in het goede, noch in het kwade
iet» met de meaien te beginnen wu, Z.u
lieten geen woerd l«i en toonden tiah
verontwaardigd alio! hun het grootste
onrecht waa aangedaan. Ten einde raad.
dacht ik er reeda over, het verhoor t*
beëindigen en de gearresteerden ln vrij.
held te stellen, toen een hunner zich
plotseling liet ontvsllen, dat de werke
lijke dieven zich waarschijnlijk niet. eens
meer in Negri Lana zouden ophouden,
daar zij reeds de vorige avond naar het
berenhol hadden willen vluchten.
Miin belangstelling waa weer opge
wekt, De Overige kooplieden schenen
hevig geschrokken te zijn. want zij over
laadden de verrader met eèn stortvloed
van Chtnese scheldwoorden, waarvan ik
er helaas geen enkele verstond. De man
begreep, dat hii zich vergaloppeerd had
en al miin aandringen ten spijt, was er
mijn aandringen ten spijt, was er
geen woord meer uit hem te krijgen.
Ik liet derhalve de andere gevangenen,
wegleiden en bleef met deze ene juwelier
die zijn mond voorbij had gepraat, alleen
achter. Schuw keèk hg de
en toen de deur zich achter hen sloot,
slaakte hij een zucht van verlichting
Nochtans oordeelde hij het verstandig
in ziin zwijgende houding te volharden.
Hü gluurde me met ziin «i^togcn,
slechts van terzijde aan en apeflde ver-
lègWKmaaKcher. begon ik: zou JO
niet vertellen, wat je vart de
k weet? yt" zbn "'f 'onder elkaar.
Wanneer 1e altes eerlijk opbiecht, kan Je
„.sn behoortilke belóning rekenen!
De Ohdnees zweeg en staarde peinzend
naar de grond. Eindelijk bracht hii er
met enige moeite uit: Toean comman
dant, wie zal mij tegen de wraak der
anderen beschermen? U bent Euro
peaan en u kent ons niet, Chinezen, zjil
zullen me vermoorden.... als Ik spreek.
Khung Ho ls machtig!
flf zal desondanks wel weten M
beschermen. Tacher. Ja kunt ma vartrou-
WDe juwelier wierp nog eens een schuwe
blik om zich heen. alsof hij er zich van
wilde overtuigen, ht we
waren. Daarna trad hu dicht op mij toe
Toean commandant. De Chlneien be
geren de heiligdommen der Mohammeda
nen niet. Slechts de Hindoepriester wil-
de die!
De Hindoepriester? vroeg ik ver-
r#- Saja, toean. De Hindoepriester, de
man met de drie rode
voorhoofd. Hij zei, dathij de m«(t
haat én zich wilde
slpchts uit wraak. De heiligdommen even
wel Hagen in een stevige wonderkist. d»
met kostbare edelstenen bezet is. Ik schat
de waarde van de juwelen op meer dan
één millioen gulden. De Chinese juwe
liers weten veel van de zeldzame pracht
van deze stenen te vertellen. Een paar
dagen geleden heb ik enige handelaars,
die erover sprakèn. beluisterd. "De Hin-
doepriester zal er hen wel toe hebben
aangezet, de kist te stelen om haar daar
na naar China te kunnen brengen.
Wie heeft de kist nu gestolen, Tscher?
De Hindoepriester met dé drie rode stre
pen of.... de juweliers?
Dé Chinees haalde zijn schouder* op.
Wie hem gestolen heeft of wie de
aanvoerder was, weet ik ook niet, maar
ik kan u wel vertellen, dat ik gisteravond
vijftien zwaar bewapende koelies heb ge
zien, die de kist, in een dekén gewkkeld,
tussen zich in droegen. De man, de hen
aanvoerde, droeg een masker. Zij kwa
men allen uit de achterdeur van de Mos
kee. spoedden zich langs mijn winkel en
verdwenen in het bos.
En hoe weet je, dat ze wonder-
klst droegen en van plin wuen in het
berenhol te vluchten?