Leger en regeringsjubileum
V
jeugdige lezerskring
Kinder-
bezoek
hoe zit dat?
Drie rode strepen
Het huwelijk van prinses Anna
oor onze
Een dajypere PL A A G G EES T
ANG
OP
EEN INDISCH AVONTUUR
Harde plicht werd
verzuimd
Import van kersen uit
België
zullen ze leven
2ATEKDAG 12 JtJNÏ I94S
PAGINA
Demonstraties in verschil-
1 lende plaatsen van 't land
HET GOOI BINNEN TIEN
JAAR TBC-VRIJ!
Hele bevolking wordt doorgelicht
BEDEVAART DERDEBRDE
VAN ST. FRANCISCUS
TREIN OP LUCHTBANDEN
De Kerk week niet van Habr
beginsel
VERRADERS AANSLAG
BEVOLKINGSREGISTER
BERECHT
DE „KAIMANA" OVER
GEDRAGEN
PATER DR. CAEC. HUIGENS
©OOOOQOOOOOOOOOOOO0'
MOPPENTROMMEL
-
Voor GERT HARTEN A UTHIEL
Even vriéndelijk begroette ik zijn ge
volg, in het bijzonder zijn beide ministers
Tjitro en Soko, waarna ik de heren voor
ging naar de kajuit, waar we het ons ge
makkelijk maakten. Hoewel een deel van
het. gevolg aan dek was gebleven, daar de
kleine kajuit niet voor een groot, gezel
schap was ingericht, vulden ook de wei-
nige mensen, die er nu vertoefden, o.w.
de vorst, diens ministers en twee prinsen,
de bekrompen ruimte reeds geheel, zodat
de atmosfeer al spoedig veel te wen»''
overliet.
.qj,
"ir "i" 'li Jt
In het kader van de medewerking
der Koninklijke Landmacht aan de
herdenking van het regeringsjubileum
van H. M. de Koningin zullen in de
komende weken in verschillende delen
van Nederland legerdemonstraties
worden gehouden.
In het ressort van het eerste militaire
gewest zal op 19 Juni ■».s. te 15 uur op de
Craailosche heide te Hilversum tussen
het Sint Janskerkhof en de Craailosche
Brug, een legeroefening voor het pu
bliek gehouden worden. Daarbij zal een
aanval op een verdedigd steunpunt ge
demonstreerd worden door een bataljon
Infanterie ondersteund doo» pantser
wagens, tanks en artillerie, terwijl ook
vliegtuigen aan de demonstratie zullen
deelnemen.
In het tweede militaire gewest is de
gemeente Rijssen (O.) als plaats voor
een leger-demonstratie uitgekozen in
verband met de herdenking van het
700-jarig bestaan van deze plaats.
Daar zal op 28 Juli te 14 uur op de be
kende Koningsbelt een legeroefening
worden gehouden, waarbij verschillende
hoge militaire auto" 'tc:ten worden ver
wacht.
Deze demonstratie zal worden voor
afgegaan door een op 27 Juli te hou
den gemotoriseerde mars door een groot
aantal plaatsen in de Gelderse Achter
hoek en in Twenthe. Tijdens 'ere mars
zullen de deelnemende troepen defileren
te Winterswijk en te Er schede.
Bij de leger-demonstratie op de Ko-
aingsbelt te Rijssen zal men een aanval
kunnen zien van infanterie-eenheden op
een verdedigde stelling. Bij gunstig
weer zal ook de luchtmacht aan de oefe
ning deelnemen en o.m. een demonstra
tie in „droppen" geven.
Op 18 Juni zal, zoals reeds door ons
gemeld, door de bevelhebber in het der
de militaire gewest een mars met défilé
worden georganiseerd in Z. Limburg.
Aan dit défilé nemen verschillende on
derdelen van de Koninklijke Landmacht
deel, waaronder Infanterie, et,en zon
der terrein-auto's, veldartillerie, luoht-
Ook ln het Gooi gaat men op groot
scheepse wijze de t.b.c. bestrijden door
middel van het Amerikaanse Phllips-
apparaat, waarmede het mogelijk is 150
180 mensen per uur door te lichten. Op
deze wijze kan men' de „aanleg" in het
allereerste stadium bestrijden en de ge
vreesde ziekte geheel uitroeien. Men wil
alle inwoners van het Gooi met dit ver
plaatsbare toestel onderzoeken. Binnen
tien jaar kan dan het Gooi t.b.c.-vrij zijn.'
Van de benodigde f 100.000 is reeds een
aanzienlijk deel bijeen.
Vrijdagnacht is een. door de Francis
caanse Derde Orde georganiseerde bede
vaart, waaraan ongeveer 60 personen,
voornamelijk afkomstig uit de provin
cie Limburg, deelnemen .yanuit Roosen
daal naar Rome en Assisië Vertrokken,
lï de Eeuwige Stad zullen zij o.m. door
de Paus en de generaal der Minderbroe
ders in audiëntie ontvangen worden.
doelartillerie, pantserdoelartillerie en
pantserwagens. Eenheden van de lucht
strijdkrachten zullen zich tijdens het dé
filé boven de colonne bevinden.
In totaal bedrai.gt et aantal deelne
mers ongeveer 1200. In Sittard, Heer
len en Kerkrade wordt doo. de autori
teiten gedefileerd en wel te 10.15 resp.
12 en 15 uur.
Ook de Noordelijke provincies krij
gen haar aandeel in de legerdemonstra
ties. Het ligt in het voornemen van het
vierde militaire gewest in zijn 'gebied
een mars te doen houden op 30 Juni, 1
en 2 Juli a.s. door een geheel gemoto
riseerde colonne, bestaande uit infante
rie- en artillerieonderdelen, gelegerd in
bovengenoemd gewest. Deze mars leidt
door Friesland, Groningen en Drenthe,
met uitgangspunt Steenwijk.
Mgr. Mathias Brans, apostolisch vi
caris van Medan, die ruim een jaar
in Nederland heeft doorgebracht na
zijn bevrijding uit de Japanse con
centratiekampen, hoopt Dinsdag 22
Juni zich in ie schepen op de „Oran
je" voor vertrek naar zijn missiege
bied.
Op de laatste bijeenkomst te Washing,
ton van de gedelegeerden van 15 landen,
leden van de studiegroep voor rubber-
vraagstukken, heeft M. Michanz, vice-
president van het „Institut Francais du
Caoutchouc" onthuld, dat de S.N.F.C.
(de Franse Spoorwegen), in Frankrijk
drie wagenstellen' van ieder ze$ wagens
welke op luchtbanden lopen, laat bou
wen, bestemd voor de lijn Parijs-Straats
burg.
Van deze drie treinstellen zal er één
uitgevoerd worden in roestvrij metaal,
het tweede in gewoon staal en het derde
in een lichte alliage.
De wielen van de wagens, voorzien
van luchtbanden, welke tot een spanning
van 9 kg. zijn opgepompt, hebben een
driemaal zo grote adhesie op rails als de
ijzeren wielen. Hierdoor wordt een gro
tere acceleratie en remcapaciteit verkre
gen.
Niet van luchtbanden voorzien is dé
eleetrische Diesellocomotief,
Met een gemiddelde snelheid van 100
k,m. per uur zal deze „rubbertrein" ge
heel geluidloos de reizigers vervoeren.
Ingaande October zullen deze treinen
in gebruik genomen worden.
Een ontluikende liefde tussen twee
vorstenkinderen is een gegeven, dat als
een sprookje op de menselijke verbeel
ding werkt. Aan belangstelling voor
zo'n idylle bestaat doorgaans geen ge
brek. In de meeste artikelen, die aan het
gelukkige paar worden gewijd, valt door
gaans zelfs de neiging te bespeuren om
de personen in kwestie enigermate te
idealiseren.
In de afgelopen Week stonden' ex-
koning Michaël van Roemenië en prinses
Anna de Bourbon—Parma in Met middel
punt der wereldbelangstelling. Het tra
gisch lot van deze jonge vorst, die door
de druk van Moskou van zijn troon werd
gestoten, heeft de algemene sympathie
voor zijn persoon en zijn lgfuid ongetwij
feld verhoogd. Maanden achtereen is er
in pers, film en radio volop aandacht 9an
deze „sprookjeskinderen" besteed en
vooral de bruid is inmiddels zo populair
geworden, dat zij overal gemoedelijk
„Nan" wordt genoemd.
Aanvankelijk waren zij van plan een
gemengd huwelijk te sluiten. Om gemo
tiveerde redenen was de Heilige Vader
genegen dispensatie te verlenen doch
slechts op de noodzakelijke voorwaarde,
dat de ex-koning, die tot de Grieks-
orthodoxe kerk behoort, beloofde, dat
zijn kinderen een katholieke opvoeding
zouden ontvangen.
Michaël heeft daartoe niet willen be
sluiten. Toen hij weigerde, mocht zijn
bruid hem haar woord niet meer geven.
Zij moest haar verloving verbreken. Dit
was haar plicht en deze plicht was hard.
Zeer hard zelfs. Maar er kunnen in het
leven ogenblikken zijn, waarop men zich
de woorden van de Goddelijke Zalig
maker herinneren moet, die ons waar
schuwde: „Zo iemand tot Mij komt, en
zijn vader niet haat, zijn moeder, zijn
vrouw en zijn kinderen, zijn broers en
zusters, ja .zelfs zijn eigen leven, hij kan
Mijn leerling niet zijn" (Luc. 14, 26).
Deze verplichting is de jeugdige prin
ses te zwaar gevallen; zij 'deed, wat zij
nooit had mogen doen: zij zette haar zin
door. „Nan trouwt toch", lazen we ergens
in een courant Neen, Nan trouwde niet.
Zij is nog steeds niet getrouwd, al heeft
er volgens de dagbladen van de week te
Athene een huwelijksplechtigheid plaats
gehad. Aan de geldige voorwaarden is
niet voldaan. Deze verbintenis is niet
voor de pastoor aangegaan, want als zo
danig mag de schismatieke aartsbisschop
Damaskinos, die het pauselijk oppergezag
niet erkent, niet beschouwd worden. Daar
volgt dus uit, dat dit beweerde huwelijk
als bittere vrucht practisch een concu
binaat heeft voortgebracht, dat in wezen
een zondige samenleving is en niets
anders. Door haar misstap heeft de on
gelukkige prinses zich een banvonnis op
de hals gehaald en zich van de gemeen
schap der gelovigen' uitgesloten. Zo is
het sprookje helaas in een tragedie ver
anderd.
Het is goed zich deze treurige waar
beden bewust te blijven. In een land als
het onze, waar het gemengde huwelijk
een der grootste rampen is, die de Katho
lieke Kerk teisteren, raken zelfs vrome
getrouwen onwillekeurig met valse be
grippen van moderne dwalingen besmet.
Zij weten de zaken niet zuiver meer te
onderscheiden en spreken en schrijven
over huwelijken, waar deze eenvoudig
niet bestaan.
Er is nog een andere les, die we uit
deze trieste historie kunnen trekken.
Eens heeft St. Jan de Doper moedig en
onverschrokken een koning op zijn wan
gedrag gewezen. Ook thans heeft de
grijze Opperherder zich door de luister
van beroemde geslachten niet laten im
poneren en wat Hij van al zijn onder
danen zou vragen, eiste Hij ook van deze
prinses. Toen zij niet wilde, week de H.
Vader niet. Wanneer het over beginselen
gaat, weet de Kerk van geen wijken.
Jaren geleden heeft een geruchtmakend
boek wel eens anders geïnsinueerd. De
afgelopen week heeft weer eens bewe
zen, hoe vals deze strekking was.
De Belgische kersenoogst,' die i ets
vroeger valt dan in ons land en er even
als deze dit jaar goed voorstaat, is be
gonnen en vindt sinds enige dagen een
deel van zijn afzet in ons land.
Het vorige jaar deden zich bij deze
import aanvankelijk,,veel gevallen voor
van deviezensmokkel, ten gevolge waar
van de Belgische kersen hier te lande
bleken te kunnen worden verkocht tegen
zeer lage prijzen, die zelfs onder de bij
import gefactureerde lagen.
Óm dit kwaad tegen te kunnen gaan,
zijn maatregelen getroffen, die Neder-
laijd in staat stellen 4e Belgisch* markt,
prijzen dagelijks te controleren. Op grond
van op deze wijze verkregen gegevens
wordt de z.g. „dagprijs" bepaald, d,i- de
prijs per kg., die Ned. importeurs in Bel
gië mogen besteden. Door deze dagprijzen
nauwkeurig vast te stellen, zijn de kan
sen der importeurs, de persen voor lager
prijzen te bemachtigen dan zij aan de
grens met hun facturen verantwoorden,
goeddeels geblokkeerd.
Het Amsterdams B. G. heeft gister
morgen de twee hoofddaders bij het
verraad van de aanslag op het bevol
kingsregister te Amsterdam, de 46-ja-
rige P. Th. T., voormalig N.S.B.-elgenaar
van een confectie-atelier en zijn onder
geschikte, de 36-jarige A. v. d. L„ resp.
tot levenslange en 15 jaar gevangenis
straf veroordeeld. Tegen ,T. was de
doodstraf geëist, doch,' zo bleek uit de
sententie, beide verdachten zijn aan deze
zwaarste straf ontkomen, doordat zij ge
durende de zittingen hardnekkig de schuld
op elkaar schoven, waardoor .het initia
tief tot het verraad bij geen van beiden
bewezen kon worden geacht. Beiden
kregen het recht op cassatie.
Het door de Machinefabriek
Scheepswerf van P. Smit Jr. N.V. te Rot
terdam gebouwde enkelschroef motorschip
„Kaimana" werd dezer dagen door het
Directoraat-Generaal van Scheepvaart
overgenomen. De opdracht voor de bouw
van dit schip werd aan de werf ver
strekt in 1945.
De technische bijzonderheden zijn de
navolgende: grootste lengte 84.26 m„
breedte 13.10 m„ holte tot hoofddek 5.84
m.. holte tot tentdek 8.18 m., diepgang
4.52 m., waterverplaatsing 3600 ton,
draagvermogen 1850 ton, bruto register
tonnen 2150 ton, netto register tonnen
1550 ton.
De voortstuwing geschiedt door middel
van een enkelwerkende 2-taktmotor,
systeem Sulzer, met trunkzuigers. 5 cy
linders. direct omkeerbaar, ontwikkelen
de 1300 A.P.K. bij 195 toeren per minuut.
Deze motor is gebouwd door „De Schel
de" te Vlissingen.
Het schip is ingericht voor het ver
voer van 12 passagiers eerste klasse. 12
passagiers tweede klasse, 20 passagiers
derde klasse en circa 900 dek-passagiers.
Bij K.B is pater dr. 'Caec. Huigens,
O.F.M., directeur van de Kerkmuziek-
school te Utrecht, bevorderd tot officier
in de Orde van Oranje-Nassau.
Ing. 20 Mei J.l. is aan de gep. hoofd
officier M.S.D. Ie kl tit. J Verschoor
de titulaire rang van schout, bij nacht
van de Marine-stoomvaartdienst ver
leend.
Als je je oogjes maar heel stijf dicht
houdt, dan branden ze niet zo.. Moeder
heeft de overgordijnen ook al een beet
je dichtgedaan, want het licht doet zo'n
zeer. Grappig, dat je nu helemaal vol
rode vlekjes zit. Mazelen, zei dokter.
Bart zei, dat haar jieltje nu ook vol
rode vlekjes zat. maar die weet er lek
ker niets van. Zijn eigen zieltje zal .wel
vol met zwarte vlekjes zitten, want hij
is altijd heel erg stout.
Margreetje houdt veel van baar grote
broer maar hij moet Ineke, haar liefste
vriendinnetje, niet zo plagen en aan haar
kattestaarten trekken. Daar zijn ze niet
voOr*en ze heeft er altijd zulke mooie
linten in.
Straks zal ze wel even komen, als de
L
Zachtjes aan ,dan«breekt het lijntje
niet is deze week het parool. Maar Zon
dag zijn er toch maar liefst drie tege
lijk en wel GER T. (12 jaar), JOKE W.
(io jaar) en SJAAN K. jaar).
Donderdag hebben we als jarige GRé
VAN E. (13 jaar) en Zaterdag sluit
KAREL VAN R. (12 jaar) het kleine
rijtje. Voor allen natuurlijk het gebrui
kelijke proficiat.
school uit is. Bij hen thuis hebben ze
allemaal ai mazelen gehad.
Wat zouden ze nu op school doen? Re
kenen of tekenen? Allebei leuk, vooral
tekenen, daar is Margreetje dol op. Toch
wel fijn, als je dat zo mooi kan. Later
wordt zij vast tckenares, ja, dat heet
eigenlijk wel anders, zo'n moeilijk woord.
Gaat ze fijn tekeningen maken in leuke
kinderboeken. Jongensboeken, meisjes
boeken, sprookjesboeken. Allemaal mooie
boeken.Oei, daar wordt gebeld, zou
dat Ineke al zijn? Stemmen, die nader
bij komen. Moeder, die zegt: „Hier ligt
ons mazelen-patienlje. Kom U maar
verder".
Och, wat leuk, dat is die mevrouw, die
nog maar pas naast hen woont en waar
ze een paar keer boodschappen voor ge
daan heeft.
„Dag Margreetje. Ik miste je ai een
paar dagen en toen vertelde Bart me
vanmorgen, dat je ziek was.^ Ik heb wat
kersen meegebracht, zou je die lusten?"
„Fijn, lacht Margreetje, wat reuze van
U. En de kersen 'zijn nog zo duur".
„Voor zieken niet hoor. Eet jij ze maar
fijn op. Ik kom je eigenlijk vertellen
dat je zo'n reuze broer hebt. Weet je, dat
hij zo juist een heel klein- jongetje uit
de vaart heeft gehaald en nu op 't po
litiebureau zit. Vader is droge kleren
gaan brengen, 't Kindje was al helemaal
blauw, maar het gaat nu goed. Als Bart
er nu ook maar niets van krijgt".
Bart. Stralend ziet Margreetje haar
Moeder aan. Gisteren heeft hij nog zo'n
standje gehad, omdat hij de fietsband
van Oom Dick leeg had laten lopen en
Vader hem net snapte en nu heeft hij
©OOOOOOfSOOQQOOOOOQOQOOOOOO
"Wel, je ziet zeker wel, wat er deze
week aan ons hoekje ontbreekt. Geen
versje! En dat is jullie eigen schuld,
want de voorraad is op. Wie doet er
nog eens zijn best?
Verder zijn er deze week weer wei
nig briefjes. Ik vind bet niet aardig, dat
jullie me zo in de steek laten. Maar
daarom ook een extra bedankje voor de
getrouwen ,die 'door dik en dun schrij
ven. Fijn hoor. aan zulke lezertjes heb
je tenminste iets.
TRUUS V. <11 j). ba, ba, dat ver
haaltje holdl me gewoo^ uit mijn slaap,
zo nieuwsgierig ben ik er naar. Ja, je
adres heb ik keurig netjes op epn
kaartje staaij, maar of er van visite
veel zal komen? Dus ook over de bede
vaart houd ik nog een verhaal tegoed?
BRAM B: (10 j.)netjes hoor, me zo
maar te vergeten. Enfin, je geheugen is
nu tenminste weer opgefrist! Bn dat
van Willy? Je brief- was keurig, Bram,
net of ik ook op da boot ben geweestv
Hoe gaat het anders op school?
KOOSJF. L- <9 .i.l, wel kerel, eerlijk
gezegd viel je brief me een bpetje te
gen. Ik moest twee keer kijken, om een
keer iets te zien! Volgende keer /en
langere brief, hoor! Dan nog gefelici
teerd met de verjaardag van je vader.
Wat heb 'je hem voor cadeau gegeven?
MIES v. R. (13 J.T, dat arme paard,
met drie kinderen op zijn nek, rug na
tuurlijk. Je vader was toch zeker in de
buurt, om een oogje in het zeil te hou
den? Van je vriendinnetjes ken ik er
een nog niet. Vind je niet, dat daar iets
aan gedaan moet worden?
HANNY T. (13 j.), hartelijk bedankt
voor je moppen. Je ziet ze wel ver
schijnen. En dan kijk iik natuurlijk vol
belangstelling uit naar je raadsels. Hoe
veel? Nou, laten we zeggen, niet meer
dan 250Ve^j plezier natuurlijk met
Wim's verjaardag.
LEO T. (14 j.), welkom in ons krin-
getje en direct al bedankt voor je erg
leuke brief. Ik heb er nooit bezwaar te
gen, wanneer iemand geregeld wil
schrijven. Misschien zien we elkaar
dan nog wel eens in de treinAls je
precies schrijft hoe je er uitziet, zal ik
naar je uitkijken.
JEANNE B. (11 j.), de laatste zin in
je brief begrijp ik niet erg goed. Waar
om doe je het dan? Ais je een beetje
ijverig bent, heb je er vanzelf al geen
moeite meer mee. Kom. tanden op el
kaar, Jeanne ,dan zul je eens wat zien!
Schrijf je eens hoe het ermee staat?
Met. deze 7 briefjes is de bus helemaal
gelicht. Alleen nog even een bedankje
voor Joke, Hansje, Victor en Maeke D„
die me zo'n leuke kaart stuurden. Laat
een van jullie eens schrijven!
OOM LUUK.
een klein kindje gered. Margreetje rilt
even. Stel je voor, dat het kindje toch
verdronken was of Bart.
„Komt hij gauw thuis. Bart?" Als ant
woord wordt er gebeld.
Er is ineens een geroezemoes van
stemmen. Bart. die heel verlegen ls en
alle lof afweert. „Ik kón niet ander»
Moeder en ik ben zo blij, dat ik 't gedaan
heb, al was 't water ook ijskoud. Maar
ik heb een heerlijk glas port op Mar-
greet gedronken, nét echt.
Eenblond en een heel donker hoofd
buigen zich de volgende dag over een
berichtje in dé krant. Bart, die op slag
beroemd geworden is. Margreetje is
toch zo verschrikkelijk trots op hem. Ais
ze met Bart, als ze weer beter is, naar
Keesje gaat kijken, die door héar Bart
gered is, dan weet ze, dat Bart later al
tijd aan dit kleine kereltje zal moeten
denken. Telkens als hij op zijn horloge,
kijkt, het geschenk van de dankbare
ouders van het jongetje.
M. WOERDENBAGCH—SENö.
Meester: .Waarom kom je te laat.
Jan?"
Jan: „De klok stond sfil, meester,"
Meester: „En jij, Piet?"
Piet. „Te laat geroepen, Meester".
Meester: „En fjiaas?"
Klaas: „Wij hadden ons verslapen.
Meester".
Meester: Jün Kobus?"
Kotous (half schreiend): „Ze hebben
alles ai gezegd ,ik weet niet meer, mees
ter
Pietje: „Zijn de negertjes arm?"
Micntje: „Nou. Pietje, ze kunnen niet
eens zeep kopen om zich te wassen
Kijk 'ns hoe zwart ze zien".
Jan (terwijl hij met een ernstig ge
zicht naar de gloeiende bout van een
loodgieter kijkt): „Als ik een dubbeltje
krijg, lik ik er aar»".
„Dat wil ik zien", zegt de loodgieter.
Jan krijgt een dubbeltje, likt er aan
en is verdwenen.
Kinderwerk hè, verleden week! Maar
toShenfin, kijk zelf maar: 1. de
tafel, 2. de koe, 3. een herenhoed, 4.
msal-tijdën; 5. ge-weten.
Rustig gaan we door met de „gemak
kelijke" raadsels.
1. Welke wijzers kan geen uurwerk
maker gebruiken?
2. Welk lood is lichter dan lood?
3. Welke wijzers zijn niet op de klok
te vinden?
worde^egerte,uk„ed?balken k"n hUiS
Sir - m, -—(ÉÉÜfcëi»
B. Wie heeft een voet zonder tenen?
OQOOOOOGGOOGOOOGOOGOGGOOOOGOGGOOOOGOOGOGOOOGOGGGGGQglOGGXIOOOGQQOÓQOOOOQOOGOOGGGOGOOOOOOOOOOGOOOQOOGQQQ©©©®1
Ons Romanbijvoegsel
hoofd en verblindde onzs ogen. Ik steunde
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
De kapitein en commandant van de
gewapende politie tn het district Bila
(Sumatra's Oostkust) is bevriend met
de fakir Si Malaga, een mohammedaan,
die reeds herhaaldelijk merkwaardige
staaltjes van speurders-capaciteiten
heeft vertoond.
Si Malaga zegt op een avond, onheil
te voorvoelen: „Ik zie drie vlammende,
bloedige strepen. De dood rijdt door bos
en nacht".
Later zegt hij, dat hij in een droom
beeld de vriend van de kapitein P
planter die Friedrich von König is ge
heten met een kris doorstoken dood
in het oerwoud zag liggen.
Inderdaad wordt König later ver
moord in het bos gevonden.
Enkele dagen daarna krijgt de com
mandant bericht, dat een met kostbare
edelstenen bezette kist, waarin „de tul
band vin -de profeet," bewaard werd,
uit een moskee gestolen was. Op de
plaats waar de kist gestaan had, was
een stuk papier met drie rode strepen
neergelegd.
De commandant gaat op onderzoek
uit en ondervraagt een Chinese koop
man, die de dieven met de kist het
bos in had zien vluchten.
3).
Ik hoorde 'n pa^r Chinezen zeggen,
dat de kist in het berenhol het veiligst
zou zijn. Daar zou niemand hem zoeken.
Bovendien zou het zeer gevaarlijk zijn
om daar heen te gaan, want vijftien ge
wapende koelies bewaken de kist en
schieten iedereen neer, die het zou wagen
hen te naderen. Ik kan u zeggen, heer,
het .zijn uitgezochte, wilde kerels, die
voor' geen moord terugdeinzen.
DaV zullen we moeten ervaren,
Tscher.
Saja, maar als de toean comman
dant het werkelijk ervaart en als hij door
een verdwaalde kogel wordt getroffen,
dan kan de toeancommandant mij niet
beschermen endan zullen de Chine
zen me vermoorden! O, heer, ga niet zelf!,
smeekte hij angstig. Stuur uw soldaten,
bescherm meenen vertel alstu
blieft niemand, dat ik het was, die alles
verraden heeft!
En waarom heb je alles verraden,
Tscher?
De man aarzelde een ogenblik met zijn
Bntwoord; daarna zei hij bijna fluisterend:
Omdat de anderen me niet gevraagd hen
ben om mee te doen. Ik krijg nietsen
de anderen zullen samen de winst delen
Toean commandant, ik ben een eerlijk
man,- ik deel met iedereen. Waarom zij
dan niet met mij?
Innerlijk moest ik lachen om deze op
rechte bekentenis, die de zonderlinge op
vatting van eerlijkheid van deze Chinese
koopman wel in een zeer duidelijk licht
stelde, maar ik begreep, dat het au raak
was zijn hebzucht nog te doen toenemen
Je hebt gelijk, Tscher, ging ik der
halve op zijn opmerking in: Nu zul jij
de enige zijn, die wint, want jij krijgt nu
van de radja een hoge beloning en de an
deren zullen naar Batavia worden ge
bracht, waar zij ongetwijfeld zeer streng
zullen worden gestraft.
Een triomfantelijke blik uit zijn spleet
ogen bewees, dat ik juist getipt had.
O, heerdan zullen de andere Ju
weliers hier geen zaken meer kunnen
doen. Wat zal ik dan rijk worden!
Dat hoop ik voor je, Tscher!, knikte
ik hem toe: Maar voorlopig zal ik je nog
in arrest moeten houden, evenals je
slechte vrienden en wel zolans» tot ik de
heilige kist weer in.mijn bezit heb.
Ik floot en beval de binnentredende
soldaat, de gevangene weg te leiden.
Mijn adjudant diende de conmmandant
van het detachement gewapende politie
te Negri Lama, luitenant Karsten. aan.
Onmiddellijk daarop trad deze officier
binnen en nadat hij rapport had uitge
bracht, wijdde ik hem in de gebeurtenis
sen van de laatste uren in. Gezamenlijk
beraadslaagden wij daarop, wat ons ver
der te doen stond,
Hoeveel man kan je voor de expe
ditie beschikbaar stellen, Karsten?
Dat is moeilijk te zeggen, kapitein,
antwoordde hij bedenkelijk: Het is hari-
bajaran vandaag en dat maakt extra toe
zicht in de plaats noodzakelijk. Mijn men
sen hebben de handen vol om de orde te
bewaren. Maar ik denk toch wel, dat ik
vijf man zal kunnen vrij maken.
Ietwat teleurgesteld keek ik hem aan.
Hmdat-is niet veel! Er moeten
vijftien goed bewapende koelies in het
berenhol huizen. En wie weet, of die op
gave wel juist is. Het zou me mets ver
wonderen, ais het er nog meer zijn. Ik
heb in totaal slechts zes man meege
bracht, mijn adjudant meegerekend. Voor
de omsingeling van het buitengewoon
moeilijk terrein lijken me dertien mensen
wel wat heel weinig. Het gevaar is lang
niet denkbeeldig, dat er 'n paar.van ons
door de bandieten worden neergelegd,
want je kunt er van op aan, dat ze daar
een goéde dekking hebben. Maar hoe zit
dat, kunnen we van de lijfwacht van de
radja niet een paar mensen krijgen?
De luitenant lachte verachtelijk.
'Och, wat, kapitein, daar is er geen
een bij, waar je behoorlijk mee-voor de
dag kunt komen. Het zijn stuk voor stuk
operette-soldaten, die je meer in de weg
lopen, dan dat je er enig nut van hebt.
Hm!
Geërgerd stak ik een sigaret op en na
denkend blies ik de rookwolken tegen het
lage plafond: Ja, dan zuilen we ons alleen
moeten helpen, besloot ik na kort overleg.
Breng je mensen zo spoedig mogelijk hier
en zorg voor goede bewapening; over een
half uur breken we op.
De officier salueerde. In orde, kapitein!
Daarna keerde hij zich om en verliet
haastig het vertrek.
Met militaire stiptheid marcheerden we
een half uur later af. Wij vermeden de
hoofdweg, maar maakten, teneinde zo
weinig mogelijk opzien te baren, gebruik
van zijwegen, welke aan de rand der resi
dentie door het bos leidden. De voorhoede
werd gevormd door twee beproefde sol
dalen. die ver vooraan liepen en tot taak
hadden, het terrein te verkennen en naar
enigszins begaanbare wegen te zoeken
want om op goed geiuk door struikgewas
en moerassen te dringen, leek ons te ge
vaarlijk. Op deze voorhoede volgden mijn
adjudant met twee soldaten en tenslotte
de luitenant, ik en zes man. Zo trokken
we zwijgend het gevaarlijkste deel van
onze expeditie tegemoet.
De zon zweefde als een vuurbal aan de
donkerblauwe hemel, maar hier in het
vochtig warme, schemerachtige bos wa
ren wij beschermd tegen haar verzengen
de stralen. We liepen over een pad, dat
onmiskenbaar pas korte tijd geleden ge
baand moest zijn, want de voetafdrukken
waren vers en de platgetrapte grashalmen
hadden zich nog slechts gedeeltelijk weer
opgericht. Mijn adjudant kroop als een
Indiaan over de grond; geen enkel spoor,
hoe klein en onduidelijk ook. ontging de
scherpe blik van zijn spiedende, donkere
ogen.
Zo waren we ongeveer egn uur dwars
door het oerwoud getrokken, toen de on
derofficier plotseling als een kat overeind
sprong, de voorhoede voorbij rende en in
een dichte bananenstruik verdween. Kort
daarop hoorden wij een gesmoorde kreet
en een rochelend geluid, gevolgd door de
val van een mens. Zo snel als het moei
lijke terrein dit' toeliet, snelden wij in
de richting vanwaar het geluid kwam en
daar vonden we op de grond.het lijk
van een koelie met doorgesneden keel.
De onderofficier kwam juist overeind en
veegde het bloedige mes aan een lap
schoon.
Hij lachte grinimig.
Dat was een vooruitgeschoven post
van de bandieten, toean commandant! Ik
moest hem beletten te schreeuwen, anders
zouden we de kerels zo op onze nek heb
ben gehad! Daar, <fean commandant, is
het berenhol!.
Hij wees in de richting van een dicht
begroeid, heuvelachtig terrein.
Weliswaar kon ik in de zee van blade
ren geen hol onderscheiden, maar ik ver
liet me geheel op deze bekwame gids en
liet halt maken om te overleggen, hoe wij
het moeilijke terrein met de weinige
mensen waarover we beschikten, het best
zouden kunnen omsingelen. Dat was op
zichzelf een zeer moeilijke taak, omdat
de situatie voor experimenten te gevaar
lijk was en de kleinste fout ons het leven
zou kunnên kosten.
Nog had ik niet tot een besluit kunnen
komen, toen uit het struikgewas een man
van de voorhoede opdook en ons een te
ken gaf, langzaam, voorwaarts te sluipen.
Wij brachten oqze gewzren in de aanslag,
legden ons plat op de grond en kropen
voetje voor voetje, elk geruis zorgvuldig
vermijdend, vooruit.
Het was een zeer onaangenaam karwei,
waarbij we onze handen en gelaat open
reten aan venijnige dorens en met onze
kleren aan takken, struiken en luchtwor
tels bleven hangen. Vliegen, muskieten
en andere insecten kwelden ons en hel
zweet liep ons in stralen langs het voor
van inspanning.
Nu lagen we niet ver van de ingang van
het hol. Het was een open tei rem na
tuurlijk met bosbedekking waarop we
tenslotte aangeland, waren. Geruisloos
slopen we naderbij. i.
Het hoofd en daarna ook hel. boven
lichaam van een koelie Kwamen voor
zichtig boven de rand van het hpl uit.
Spiedend, als een slak. die gedeeltelijk
uit haar huis is gekropen, gluurde hij m
't rond en zijn hand omklemde kramp
achtig een geweer. Wij durfden nauwe
lijks adem te halen en lagen onbeweeglijk
achter onze dekking.
Daar.... Als een panter op zijn bult,
sprong een van mijn manschappen, slechts
met een mes gewapend, varï achteren op
de koelie toe. Een huiveringwekkende
doodskreet en db bandiet viel als een tak
op de grond.
Deze kreet van de overvallene was
echter tevens het signaal voor de strijd.
Een kluwen van bruine Wv?n wrong zich
door de opening van het bol, woeste kre
ten weerklonken, schoten knalden, men
sen rolden in doodsstrijd of m een hevig
gevecht gewikkeld over de grond en in
het stille bos werden al deze angstwek
kende geluiden honderdvoudig weer-
Ksstst.
Een reus van een kerel had zich boven
op me geworpen en als vastgebeten rol
den we tezamen door de modder. Met in
spanning van al mijn krachten trachtte
ik m'n hand vrij te maken om mijn mes
te kunnen trekken, maar mijn tegenstan
der omklemde mijn lichaam als een sta
len schroef en ik had beide handen nodig
om de kerel te beletten, met rijn tanden
bij mijn keel te komen. Zijn bezweet, ver
wrongen gezicht was slechts enkele centi
meters van het mijne verwijderd en steu
nend en hijgend worstelde ik om hem
van mij af te schudden.
Eindelijk gelukte het me, althans een
arm uit zijn ijzeren greep vrij te maken.
Gillend van woede probeerde hij mij weer
in zijn macht te krijgen, maar het volgen
de ogetlblik viel hij krachteloos ter zijde,
want een van mijn mannen, die te hulp
was gesneld, had hem zijn mes tussen de
ribben gestoken. Slap vielen zijn ij; er-
sterke armen langs zijn lichaam en nog
geheel buiten adem van insjjanning
sprong ik overeind.
Ook de anderen bleken goéd werk te
hebben verricht. Rond het hol lagen de
rovers gedood of zwaar geboeid. Wij had
den zonder verliezen gezegevierd. Welis
waar was niemand er geheel ongedeerd
afgekomen, maar de verwondingen waren
gelukkig niet van ernstige aard.
Nadat we ons in een waterplas wat had
den gereinigd, verschaften we ons toegang
tot het berenhol om naar de gestolen
schatten te zoeken. Een fakkel, die we
hadden meegebracht, werd ontstoken en
daarmee belichtten we alle hoeden «"en
gaten van het hol, dat jaren geleden wel
licht een grimmige Maleise beer tot
schuilplaats bad gediend, doch nu met
hetzelfde doel door smokkelaars en ander
gespuis werd gebruikt.
Weldra vónden wij nu ook de uit de
moskee ontvreemde kist. Zij was zorg
vuldig verstopt in een nis van boom
wortels en met aarde en takken bedekt.
Het was een zware zwarte kist, welke
nauwelijks door één man kon worden ge
dragen, maar toen wij haar naar buiten
hadden gebracht, ontdekten wij tot onze
niet geringe schrik, <iat het deksel was
open gebroken en het meest waardevolle
stuk de groene tulband van de profeet
verdwenen was. Ook de edelstenen,
welke op kundige wijze waren aange
bracht, bleken met beitel en hamer te
zijn bewerkt. De dieven hadden kennelijk
getracht, deze kostbaarheden te verwij
deren, naar hef. scheen echter zonder re
sultaat. Waarschijnlijk hadden wij hen
bij dit, werk gestoord, maar hoe verheu
gend dit. op zichzelf ook mocht zijn, wel
zeer pijnlijk bleef het, dat wij de groene
tulband niet vermochten te ontdekken.
Noodgedwongen moesten we tenslotte het
zoeken staken, daar het tijd werd om agn
de terugtocht te denken.
Het. bleek echter al spoedig, dat wij
daarbij voor gfote moeilijkheden zouden
komen te staan. De gevangenen, die een
nauwlettend toezicht; vereisten, toonden
zich weerspannig en trachtten zich her
haaldelijk, wanneer het terrein daartoe
een geschikte gelegenheid bood, uit de
voeten te maken. Slechts met grote moeite
slaagden wij er in, deze ontvluchtings
pogingen te verijdelen en de weerspan-
"'Sen zij het soms wat hardhandig
tot doorlopen te bewegen.
De hoofdtroep, onder leiding van mijn
adjudant, was ons tenslotte ver voor; ik
volgde met luitenant Karsten en twee
soldaten op grote afstand. Wij baanden
ons een weg door het kreupelhout, over
doornen en ijzersterke lianen dwars door
poelen en moerassen en wij slaakten een
zucht van verlichting, toen wij eindelijk
weer vaste grond onder de voeten voel
den.
Het wqs een open plek, waar de zon
onbelemmerd kon doordringen, zodat de
grond gescheurd was van droogte, 'n Paar
enorme bomen waren hier blijkbaar als
slachtoffer van de rrtuurelemenlen geval
len en daaromheen lagen takken, blade
ren en wat. groen. De plek noodde tot
rusten en wij, achterblijvers, besloten hiei
wat van de vermoeienissen te bekomen
en nieuwe krachten te verzamelen.
Spoedig waren we het eens over een
geschikte plaats'en diés wikkelden we ons
in onze muskietnetten en strekten ons
behaaglijk uit.
Ik had het me gemakkelijk gemaakt op
een hoop droge bladeren, waar ik heerlijk
in weg zonk. Merkwaardig: mijn rustbed
veerde als een springmatras! Als ik mij
er op bewoog, werd ik door een tegen
druk weer omhoog geheven en dat spel
letje beviel me zo goed, dat ik het enige
malen herhaalde. Tenslotte echter kreeg
mijn vermoeidheid toch de overhand en
viel ik in een diepe, droomloze slaap,
Hoe lang ik geslapen had, kon ik met
zeggen. Misschien was het een half uur,
misschien slechts 'n paar minuten, maar
hoe het zij, plotseling voelde ik mij door
een onzichbare macht omhoog geheven en
het volgende ogenblik lag ik naast de
bladerhoop. Ik sperde mijn ogen wijd
open van verbazing, staarde slaapdronken
naar mijn voormalige rustplaats en tot
mijn grote ontzetting ontwaarde ik eens
klaps een grote tijgerslang, die zich traag
en blazend uit de bladerhoop bevrijdde
Waarschijnlijk was hét dier daarin ge
kropen voor een siësta, waarin ik het
door mijn lichaamsgewicht gestoord had
Zijn kop en hals bewogen zich roeiend
en sissend voorwaarts, terwijl het zijn
ongeveer vijf meter lange lichaam met
schokken en rukken meesleepte. Het mid
delste deel van het slangenlijf was stprk
gezwollen en toonde de omtrekken van
een klein hert, dat het reptiel kort te
voren moest hebben verslonden.
Dat w.as dus mijn elastische springma
tras, waarop ik mij zo behaaglijk voelde!
Nu, ik kon van geluk spreken, dat het
beest hulpeloos was, want anders zou ik
waarschijnlijk al niet meer tot het land
der levenden hebben behpord.
Ook de luitenant en de beide soldaten
Waren verschrikt van hun ligplaatsen opT
gesprongen en snelden toe. Het. walgelijke
diet" draaide nog steeds sissend en boos
aardig blazend met zijn kop in 't, rond. om
plotseling woedend naar een hem al te
dicht naderende soldaat te happen. Het
was een allerzotst gezicht, hoe het daarbij
zijn door de buit sterk gezwollen lichaam
achter zich aan sleepte, terwijl zijn staart
Zich in alle mogelijke bochten wrpng.
Nochtans vermocht, de aangevallen sol
daat zich slechts door snel en handig opzij
te springen in veiligheid te stellen.
Met een welgericht schot maakte ten
slotte luitenant Karsten een einde aan de
onverkwikkelijke scène. De beweeglijke
slangenkop wentelde zich stuiptrekkend
door de half verrotte bladeren en na een
korte doodsstrijd lag het geweldige dier
uitgestrekt voor ons. Het mat 5.70 meter
en had een gele kleur met enige rijen
donkerbruine vlekken. De soldaten sne
den het reptiel open, haalden er een reeds
half verteerde dwergree uit en ontdeden
de slang van haar fraaie, kostbare huid.
®e rest lieten we over aan de vliegen, die
zich onmiddellijk in grote zwermen op
het aas neerlieten.
Wij echter trokken verder en begonnen
opnieuw de strijd met doornen, lianen en
rpoeras. Maar ditmaal was het geluk met
ons, want spoedig vonden we een althans
enigszins begaanbaar pad, waarlangs we
verder zonder noemenswaardige hinder
nissen de residentie van de radja bereik
ten.
VI
In Negri Lama was alles in opstand.
Reeds lang voor ons was de onderofficier
met het transport, gevangenen aangeko
men en dit zeldzame schouwspel had
honderden Chinezen en inlanders op de
been gebracht.
Het gevolg hiervan was, dat ook wij
met veel tam-tam werden ontvangen. Een
grote menigte vergezelde ons joelend en
schreeuwend naar het gerechtsgebouw en
de gevangenis, waarin- de bandieten wa
ren opgesloten. Hier bezetten zij luidruch
tig en hevig met elkaar twistend het open
plein en de omliggende straten. Chinese,
Maleise en Javaanse scheldwoorden en
bedreigingen vlogen over én weer.
De Mohammedanen stonden in een
grote groep bijeen en tegenover hen de
Chinezen, die in verwensingen en drêige-
menten niet voor hen onderdeden. Er
heerste een -uiterst vijandige stemming en
er was maar weinig voor nodig, om hel
tot een massale vechtpartij te 'laten ko
men.
Het gevaar van ernstige ongeregeld
heden inziende, gaf ik de soldaten bevel,
de menigte zo nodig' rne.t geweld uiteen
te drijven en daar men voor vermaningen
!??eer v!tI?aar bleek, moesten al spoe
dig gummistok en sabel er aan te pas
komen om de orde te herstellen.
tenslotte brachten wij het zover, dat
net plein ontruimd werd, maar op een
veilige afstand verzamelden de kempha
nen zich telkehs weer opnieuw en begon
het schelden en dreigen-van voren af aan
Rij de ingang van het gerechtsgebouw
werden wij ontvangen door de onderof
ficier, die ons mededeelde, dat het trans
port vlot verlopen was en de gevangenen
veilig waren opgeborgen. Nadat de dienst
was geregeld, begaf ik mij met enige
manschappen aan boord van het stoom
bootje om me wat te verfrissen. In een
schoon wit pak voelde ik me pa een
verkwikkend bad en een stevige maaltijd
een ander mens en ik stond juist op hel
punt om me nu ook nog wat rust te gun
nen, toen mij een bezoek van de radja
werd aangekondigd.
Zuchtend stond ik op om de vorst tege
moet te gaan en hem te begroeten, maar
toen ik aan dek kwam, stond de radja
reeds op de loopplank onder een omvang
rijk zonnescherm en omgeven door de
edelen van zijn rijk. Hij lachte en wenkte
allerminzaamst en schreed daarna waar
dig over de loopplank tot op het dek. waar
ik hem eerbiedig begroette en hartelijk
welkom heette.
Reeds sinds lang verbond mij een op
rechte vriendschap met deze kleine, don
kere en bijna kogelronde inlandse vorst.
Ik was enige malen in de gelegenheid ge
weest, hem een dienst, te bewijzen en dat
scheen hij nooit te zullen vergeten.
Ik liet koffie en sigaretten serverei-
weldra slurpte en smookte het gezelscN
nat het aan dek te horen en te zien v -
Hoe verstikkender en ondragelijker 'he
Lu ^enl> des behaaglijker schenen
de bruine gasten zich echter te gaan voe
len.
Eindelijk begon de vorst met een ver
klaring van zijn bezoek.
„Toean kapitein, ik ben u zeer er
kentelijk, dat u onmiddellijk aan mijn
verzoek gevolg hebt gegeven en hierheen
bent gekomen.
Q, oi, vielen zijn ministers hem bij:
de toean commandant is direct gekomen!
o, o,r.
De radja knikte trots: Saja, saja, direct!
En dc toean kapitein heeft reeds een
strijd achter de rug. Hij kuchte astmatisch
en heeft honderd doden en driehon
derd gevangenen gemaakt!
Verrast sprongen de ministers en de
prinsen van hun zetels op.
O, o,i, schalden hun stemmen door het
lage vercrete: hondefd doden en.... drie
honderd gevangenen O o
INaepktLeenua.fwerende beweging,
en tien Vo. ziJn naar vijl doden
Moor «eva»Senen! Meer niet!
dfze mededeling scheep eerst
echt hun bewondering op te wekken ■-
zo,veel? O, o!. Zoveel?!
"~En de toean commandant heeft de
bandieten overwonnen, vervolgde de rad
ia- De bandieten, die de heiligdommen
uit de Moskee hebben, de kist met de tul
band van de proleet.
Allen schudden verontwaardigd hei
hoofd, alsof zij voor het eerst van de dief
stal hoorden.
O, q, de groene tulband van de pro
feet! Allah is groot en heeft de rovers
gestraft door de hand van eenvan
een ongelovige...; van eensaja
van een giaur!
Doch deze uitlating bleek niet naar da
zin van de vorst. Geërgerd sprong hij op:
De toean commandant is mijn vriend,
riep hij, naar adem, snakkend: Hjj heeft
gestreden voor ons heiligdom, voor Mo
hammed. Allah zal hem zegenen! Saja!
Ja, Hoogheid, antwoordde ik: de cas
sette heb ik teruggebracht en de rovers
gedood of gevangen genomen, maar.
de tulband van de profeet;s verdwe
nen! De cassette is door de dieven met
geweld opengebroken en het kostbare re-
liquiede tulband.... gestolen! Er lag
slechts een stukje papier in, waarop drie
rode strepen waren getekend.
-Ah!, bracht een der ministers, buiten
zichïelf van woede, er met moeite uit:
Ah...; Visjnoeieten en Boedhisten heb
ben zich tegen Mohammed verbonden!
Drie rode strepen...1. Ah!. Ah!
Een kreet van verontwaardiging volg-
de op deze woorden. Ailen vlogen van
hun stoelen overeind er zelfs de dikke
vorst kreunde en hijgde van woede en
verontwaardiging.
Wij zullen de gevangenen laten op
hangen, schreeuwde hij met een van haat
verwrongen gezicht. W,j zullen de rovers
?,,s. voed5el voor de ktokodillen werpen!
Wij zullen alle Chinezm, alle Boedhisten
laten geeselen, hun eijendommen confis-
ceren en al deze vreemdelingen van mijn
land op gruwelijke wijze folteren! Saja!
Dat zullen wij!
Dat zullen wij! Dat zullen wij!, rie
pen de ministers en prinsen als uit één
mond, terwijl zij dreigend hun v mat er-
balden.
(Wordt vervolgd)
i