KATOEN dit
jaar favoriet
ER IS SOEP.... EN SOEP
I
.Drie rode strepen
1
EEN INDISCH AVONTUUR
fSTEEDAC 19 JUNI IMS
PAGINA 4
If
EXTRA TREINEN
Zachtgele mantel met zwart
streepje, zwarte lakceintuur. Mo
del Carven, .foto Moussempes.
GEURIG EN LICHT IN DE
ZOMER
KIEZERS DIE VERHUISD
ZIJN
OMWENTELING EN" PEUL-
VRUCHTENCULTUUR?
HARINGRECEPTEN
De vissers te Gloucester Massachusettshebben onder elkaar gelden ingezameld voor een uit cederhout vervaar
digd Mariabeeld, dat onder de titel van O. L. Vrouw van de goede reis boven het altaar van hun kerk zal worden
geplaatst. Op de foto ziet men het moment, dat het beeld in plechtige processie door de vissers naar de kerk
wordt gedragen.
^^^^^QQQQ^^^^QQ^O^QGQQQQ^OQQGOGGOGOOOGGOGGOGQGGGjGCiiGOQGGQGeooOOGOOOOGOOOoeoooGOOOOOOGooQGOoooGOGOGOOf:
Door GERT HARTENAU—TH1EL
vn
zucht van verlichting, toen hij de vele
Wordt vervolgd
Nooit heeft de Parijs couture zo'n uit
gebreide collectie van zomerjurken-voor
de-stad gecreëerd als dit seizoen. Nog
slechts enige jaren geleden werden in
Parijs het meest pied de poule of prince
de Galles mantelcostumes gedragen met
witte overhemdsblouses. De echte zomer
jurken werden voor de vacantie bewaard.
Dit kwam voornamelijk omdat de Pari-
sienne niet van het idee af kon stappen
dat in de stad lichte kleren niet thuis
horen. Dat men donker blauwe of wit en
zwart geruiten tailleurs in Parijs als de
ideale zomerdracht beschouwde werd stel
lig wel wat beïnvloed door het feit, dat
licht goed telkens gestoomd moet worden.
Alleen vreemdelingen droegen lichte kle
ren en ondervonden met schrik hoe gauw
ze vuil werden. Wasbare stoffen, zoals
katoen en linnen werd nu eenmaal niet
in de stad gedragen.
Maar sinds de oorlog zijn ons zoveel
namaak stoffen opgedrongen dat, toen dit
jaar het katoen, echt katoen, te vinden
was, dit door iedereen met vreugde werd
begroet. In een ogenblik had deze simpe
le stof een rang veroverd die het nooit
bezeten had, eenvoudig door het feit, dat
we allen de rayon- en houtwolstoffen beu
zijn. Een echte stof van vroeger al is
het „maar" katoen geeft ons de illusie,
dat tenminste iets van vroeger weer te
rugkomt.
Zodoende heeft iedere Parisienne zich
een katoenen japonnetje aangeschaft, dat
door snit of klein détail toch kennelijk
ontworpen werd om in de stad gedragen
te worden. Blauw, groen, zacht cyclamen
of geranium, bijna alle Jjnten zijn mode.
De haute-couture lanceerde katoenen
toiletten in allerlei soorten. Voor de stad
zowel deux pieces als enkele japonnen.
Voor het strand hele ensembles bestaande
uit badpak in- één stuk; bolero en korte
rok voor overdag en lange wijde rok om
's avonds in het Casino te dragen. Effen
of gebloemd, men ziet het beide. De pas
teltinten zijn minder zacht dan in de
voorjaarscollecties en het lelijke onflat-
teuse mosterdgroen is gelukkig, practisch
verdwenen.
Meer succes dan de new-look, die we al
te veel gezien hebben, heeft de klassieke
deux-pièces, waarvan de rok natuurlijk
ook tot op 30 c.m. van de grond hangt.
De new-look wordt minder wijd op de
heupen en ook de rok verliest beduidend
van zijn overdreven wijdte.
Is dan ook de bewering, dat nog dit
jaar de nieuwe lijn van afhangende schou
ders, ronde heupen en wijde rokken haar
einde zal beleven, zo heel ongeloofwaar
dig? Waarschijnlijk is in ieder geval wel,
dat de lange wijde rok, die-er vijf jaar
over deed om de modewereld definitief
te veroveren en tot het huidige suces- te
komen, geen vijf jaar nodig zal hebben om
weer uit de mode te raken.
DINY K-W.
In verband met de Olympische Dag
in het Stadion te Amsterdam op Zondag
a.s., zullen onderstaande extra tremen
rijden:
Rotterdam D.P vertrek 9.13Den Haag
H.S.LeidenHaarlemAmsterdam C.S.
aan 10.30.
Rotterdam vertrek 10.11Schiedam
DelftDen HaagLeidenHaarlem
Amsterdam C.S. 11.38.*
S. vertrek 18.23Haarlem
HaagDelftSchiedam
aankomst 19.46.
S. vertrek 19.00Haarlem
HaagDelftSchiedam
aankomst 20.24.
S. vertrek 19.24Haarlem
HaagDelft—Schiedam
aankomst 20.49.
S vertrek 22.59Haarlem
HaagDelftSchiedam
aankomst 0.25.
Amsterdam C.
LeidenDen
Rotterdam D.P.
Amsterdam C.
—Leiden—Den
Rotterdam D.P.
Amsterdam C.
—LeidenDen
Rotterdam D.P.
Amsterdam C
LeidenDen
Rotterdam D.P.
Het Voorlichtingsbureau van de Voe
dingsraad meldt:
Soep is altijd een dankbaar onderdeel
van de maaltijd, althans wanneer ze haar
naam met ere draagt! Ze kan zich in
heel verschillende gecjaanten vertonen:
is stevig en warm in de winter, geurig
en licht in de zomer. Ze wekt bij zieken
en gezonden de eetlust op.
Met goede smaak en wat fantasie valt
er ook van de meest uiteenlopende in
grediënten een lekkere soep te koken!
Om te beginnen zijn er al vele mogelijk
heden voor het vocht dat als grondstof
voor de soep gebruikt wordt; men heeft
de keuze uit: water, vlees- en visbouillon,
het nat van verschillende groenten, melk,
peulvruchtenwat.er; zelfs vruchtensap
treft men in sommige landen in de soep
recepten aan!
Ook in bindmiddelen is heel wat va
riatie: van aardappelmeel, bloem, haver
mout, gort en vermicelli, tot aardappelen,
peulvruchten en brood. Daarbij kunnen
vulsels van groenten, kaas, vlees, aller
hande kruiden, vis of paddestoelen de
smaak en dikte van de soep op vele ma
nieren variëren.
Niet altijd wordt eraan gedacht, dat de
soep moet passen bij de rest van het me
nu, zowel wat smaak en consistentie, als
wat kleur betreft. Bij een stevige stamp
pot past geen voedzame, dikke soep als
voorgerecht en evenmin geve men, wan
neer dikke soep het hoofdgerecht vormt,
pap of vla na, omdat dit het volume van
de maaltijd veel te groot maakt. Wanneer
u zich een menu voorstelt van tomaten
soep, bietensla en turfjes met bessensap
toe, dan zal u ten eerste opvallen, dat dit
maal wel wat eentonig van kleur is; maar
bovendien zijn al deze spijzen zuur! Be
ter kiest men bij dit menu een zacht sma
kende, lichtgekleurde soep.
Het huidige vleesrantsoen laat in 't al
gemeen niet toe om, zoals vroeger, echte
vleesbouillon te trekken; ten hoogste
kunnen we eens bouillon maken van
beentjes, met een klein beetje vlees. Maar
dat maakt het nog niet onmogelijk om
een smakelijke soep te koken. Wat heb
ben sommige groenten niet een geurig
en opwekkend aroma (denkt u maar eens
aan de steeds bekender wordende lavas,
aan selderij, jonge spinazie en bloem
kool!) Iedere lepel van zo'n groenten-
nat-soep gaat u beter smaken! Bewaar
daaróm uw groentennat, bind het de ene
keer met bloem, de andere keer met gort-
of havermout; meng er eens wat geraspte
kaas of een scheutje melk door, werk
met tuinkruiden en gedroogde kruiden,
zoals foelie, peper, tijm en laurierblad.
en u kunt een ontelbaar aantal ver
schillende soepen maken.
Als voorbeeld volgen hier enkele recep
ten. Meer kunt u er vinden in ons vouw
blad. „Er zjjn soepen en soepen" 3 cent
te bestellen bij het Voorlichtingsbureau
van de Voedingsraad, Koninginnegracht
42. 's-Gravenhage (giro 363(^1).
Hier volgen enkele recepten voor 4
personen.
Bloemkoolsoep met garnalen
1 Liter water of verdund bloemkool-
nat, liter melk, I kleine bloemkool
of stukjes overgeschoten bloemkool, 150
g. garnalen, 400 g aardappelen, boter of
margarine, zout, peterselie, kervel.
Het bloemkoolnat aan de kook brengen
en hierin de in kleine blokjes gesneden
aardappel en de in stukjes verdeelde
verse bloemkool met wat zout gaar ko
ken. Kooktijd pl.m. 25 minuten; bij ge
bruik van een restje gekookte bloem
kool, dit met de melk toevoegen. De
soep nog even doorkoken. Vlak voor het
opdienen het klontje boter of margarine,
de garnalen, de fijngehakte peterselie of
kervel door de soep mengen.
Tomatensoep met kaas
Liter water of bouillon, a 1 kg.
soeptoma'ten, een uitje, 35 g. (4 eetlepels)
bloem, boter of margarine, melk, zou?
geraspte kaas.
De tomaten wassen en in stukjes snij
den. Het uitje schillen, wassen en fijn-
snipperen. Dé stukjes tomaat en ui in wat
boter of margarine enige minuten bakken.
Hierna hot vocht toevoegen en alles sa
men gaar koken. Kooktijd pl.m. 10 minu
ten. De soep zeven, vervolgens weer aar.
de kook brengen, binden met de aange
mengde bloem en afmaken met een
scheut melk, wat zout en geraspte kaas
(of deze laatste er aan tafel bij presen
teren).
Komkommersoep
Liter water, liter melk, 4 kom
kommers, kerrie, 3 bouillonblokjes, aard
appelmeel, boter of margarine, 1 thee
lepel zout, peterselie.
De komkommer in blokjes snijden,
schillen en in de boter of margarine, met
wat kerrie en zout, in pl.m. 20 minuten
gaar smoren. De komkommer op enkele
stukjes na fijnwrijven of liever nog door
een zeef wrijven. Het water, de melK
en de bouillonblokjes aan het moes toe
voegen, de soep weer aan de kook bren
gen en binden met wat aangemengd
aardappelmeel of bloem. De overgehou
den stukjes komkommer en wat fijnge
hakte peterselie door de soep roeren (en
er naar verkiezing nog een klein schutje
azijn aan toevoegen). Deze soep wordt
voedzamer, wanneer men er wat gaar
gekookte witte bonen doorroert. In plaats
van peterselie kan men ook venkel aan
de soep toevoegen. De komkommer wordt
dan zonder kerrie gesmoord.
Het secretariaat van de K.V.P. maakt
de kiezers er op opmerkzaam dat, indien
zij na 31 December 1947 verhuisd zijn,
zij zijn blijven staan op de kiezerslijst
van de gemeente, waar zij op 31 Decem
ber 1947 stonden ingeschreven. Zij ont
vangen dan ook een oproep om te stem
men in die gemeente. Willen zij in hun
tegenwoordige gemeente hun stem uit
brengen, dan moeten zij hiervan vóór 24
Juni aangifte doen ter secretarie van een
gemeente. Het is een kleine moeite, maar
het is de moeite waard. Uw stem mag niet
verloren gaan.
Zaadtelers, kwekers en handelaars
waren dezer dagen tegenwoordig bij de
zomervergadering van de peulvruchten
studiecombinatie te Groningen.
Tijdens deze bijeenkomst deelde tr. O.
J. Cleveringa, rijkslandbouwconsulent in
Gelderland mee, dat een omwenteling in
de peulvruchtencultuur aanstaande was.
Hij zeide, dat bestuiving en besproeiing
absoluut overbodig was; in het begin
heeft dit nog wel enig effect, maar op
de duur wordt de grond gedood. Hij
noemde slechts d:e grond geschikt voor
leulvrucWncultuur, welke met organi-
che meststoffen bewerkt is. Een uitvoe
rig rapport is reeds naar het departe
ment van landbouw verzonden.
Het Voorlichtingsbureau van de Voe-
dingsraad schrijft ons:
Nu is de malse maatjesharing op zijn
best. Dat is de beroemde Hollandse
nieuwe, waarop de vissersvloot m Mei,
na een glorieuze vlaggetjesdag en uit
vaart, de jacht opent; de haring, waar
van reeds enkele vaatjes aan de Konin
gin en het Prinselijk ëezin. zijn aange
boden en waarvoor aan karretjes en
viswinkels de rood-wit-blauwe vlaggen
worden uitgestoken.
Vroeger werd die nieuwe haring door
de liefhebbers nog reikhalzender tege-
moetgezien dan nu, want toen had men,
na de verse haring (vooral als pan
haring gebruikt) en de ijle haring in
het najaar, die gewoonlijk werd gema
rineerd, geen haring meer geproefd.
Terwijl men nu het hele jaar genieten
kan van de koelhuismaatjes; dat zijn
nieuwe haringen, die in hun rijpste tijd
zijn opgeslagen.
Maar al is de koelhuisharing ook uit
stekend, het bijzondere aroma van de
nieuwe maatjes wint het van haar nog.
Haring is een bijzonder goed voe
dingsmiddel, omdat ze veel vet, veel
eiwitten en mineralen bevat, licht ver
teerbaar is en bovendien nog dezelfde
goede eigenschappen heeft als lever
traan, door haar rijkdom aan de vita
minen A en D. Onze voorouders hadden
het dus niet zo ver mis, als ze zeiden:
„Haring in het land,
Dokters aan de kant!"
Kent u het kunstje om een schoon
gemaakte haring, bij zijn staart gepakt,
om te gooien, met één beweging in
tweeën te scheuren en zo door het keel
gat te laten glijden?
Zo «smaakt ze heerlijk, maar er zijn
nog tal van andere manieren om ze te
genieten: b.v. ontgraat en in stukjes
gesneden op de boterham of op toast
met boter, met enkele schijfjes kom
kommer erbij.
Voor een diner legt men de filets
van nieuwe haring, gegarneerd met
takjes peterselie> wel op stukjes ijs, als
hors d'oeuvre. Kinderen wennen gemak
kelijker aan de smaak, wanneer zij de
haring aan stukjes gesneden en bedekt
met wat mayonnaise of tomaten-ketchup
op hun boterham krijgen.
Ons Romanbijvoegsel
X5OOOGOGOOOOOQQOGOOOOOOOOOOOeX3OGOOOOOGOOOOOOOOOQQOeOOG>QOOOOOOOOOOOQOOQOOOOOO0OOOGOGOOOOOGOOGO0GOQQOC)OOOQOOÖ
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
De kapitein en commandant van de
gewapende politie in het district Bila
(Sumatra's Oostkust) is bevriend met
de fakir Si Malaga, een mohammedaan,
die reeds herhaaldelijk merkwaardige
staaltjes van speurders-capaciteiten
heeft vertoond.
Si Malaga zegt op een avond, onheil
te voorvoelen: „Ik zie drie vlammende,
bloedige strepen. De dood rijdt door bos
en nacht".
Later zegt hij, dat hij in een droom
beeld de vriend van de kapitein 'n
planter die Friedrich von König is ge
heten met een kris doorstoken dood
in het oerwoud zag liggen.
Inderdaad wordt König later ver
moord in het bos gevonden.
Enkele dagen daarna krijgt de com
mandant bericht, dat een met kostbare
edelstenen bezette kist, waarin „de tul
band van de profeet" bewaard werd,
uit een moskee' gestolen was. Op de
plaats waar de kist gestaan had, was
een stuk papier met drie rode strepen
neergelegd.
De commandant gaat op onderzoek
uit en ondervraagt een Chinese koop
man, die de dieven met de kist het
hos in had zien vluchten.
4).
En buiten vóór de kajuit plantte zich
de kreet voort: Weg met de Chinezen, die
dieven en schenders! Weg! Weg'
Toen de storm wat bedaard was, zei ik
vriendelijk, maar beslist: Hoogheid,
alle gruwelen, die u daar opnoemt, mogen
met worden uitgevoerd! U mag een grote
groep onschuldigen niet het slachtoffer
laten worden van een door enkelen ge
pleegd misdrijf!
Mijn woorden schenen indruk te ma
ken. Allen staarden mij althans onthutst
aan.
Wat! ,mag ik dat niet?, riep de vorst
en met een min of meer komisch vertoon
van waardigheid liet hij er op volgen: Ik
de heerser van mijn land, zou ik geen
brutale rovers mogen bestraffen?
Ik schudde het hoofd.
Neen, Hoogheid! U moogt slechts
straffen opleggen aan uw eigen onder
danen en dan nog slechts voor kleine ver
grijpen. Alle vreemdelingen echter en
de Chinezen zijn eveneens vreemdelingen
vallen onder de strafwet der Neder
lands-Indische regering. Voor uw land,
voor het district Bila, ben ik aangesteld
ter bescherming van de openbare veilig
heid, maar onder naleving van de wetten
van mijn land. U weet, Hoogheid, dat ik
U, behalve hartelijke gevoelens van
vriendschap, alle achting toedraag, maar
juist daarom moet ik u vriendelijk ver
zoeken, mij niet in moeilijkheden te bren-
Sen en mijn taak nóg zwaarder te maken
an zij reeds is.
De Maleiers bogen deemoedig het
hoofd en het was, of plotseling een
gware last op hun schouders rustte, Zij
voelden hun machteloosheid en beseften,
dat er een hogere macht was, die van
de wet, waaraan ook zij zich hadden te
onderwerpen.
De radja hulde zich in dikke rook
wolken, met» bevende vingers bracht hij
zijn kopje naar de mond en nadat hij
het aarzelend had leeggedronken, vroeg
hij, thans echter op veel bedeesder toon:
En.... hoe wilt u ons dan helpen,
toean commandant De gelovigen ko
men in opstand, zij zoeken naar wapens.
Ook de Chinezen verenigen zich en zoe
ken naar kruit en lood. Mijn volk wenst
wraak te nemen ik kan het niet te
genhouden Toean kapitein, hoe denkt
u mijn residentie voor een burgeroorlog
te bewaren?
Deze vraag had ik mij uiteraard zelf
reeds eerder gesteld, want ik kende de
inlanders en wist, dat niets hen meer
kan opwinden dan een vergrijp tegen
hun heiligdommen. Ongetwijfeld waren
ernstige ongeregeldheden geenszins uit-
'gesloten en met het oog op dit gevaar
had ik dan ook reeds door luitenant
Karsten en mijn adjudant Sodikromo
telefonisch om versterking laten verzoe
ken.
Het was louter toeval, dat juist op dit
ogenblik, nu het hele gezelschap gespan
nen op mijn antwoord wachtte, op de
stille Bilarivier het plassende geluid van
roeispanen hoorbaar werd, een zeker te
ken, dat de ontboden hulptroepen na
derden.
Ik wendde mij dus met wat meer ver
trouwen tot de radja en zei: Uw
vraag is volkomen gerechtvaardigd en
Uw zorg niet minder. Hoogheid. Hoort
u dat geluid van naderende boten? Dat
is mijn antwoordKijkt naar buiten,
daar door dat vensterDe fakkels, die
u daar ziet, zijn slechts de voorboden
van verdere versterkingen. Ik kan u me
dedelen, dat hier morgen zestig goed
bewapende officieren en manschappen
voor de orde zullen waken. Zij zullen
de wettige heerser beschermen en streng
tegen alle excessen optreden. Laat u dus
alles gerust aan mij over
De radja was van zijn stoel opgespron
gen en zijn voorbeeld werd onmiddellijk
door de andere leden van het, gezelschap
gevolgd. Allen drongen naar buiten om
getuigen te zijn van de aankomst der
boten.
AhAhriep de vorst, verrukt op
vaartuigen wijzend: Wij zullen ,de
Boedhisten overwinnen
En zijn gevolg echode: Ah! Ah!
Wij zullen overwinnen
Krampachtig omklemde de dikke po
tentaat mijn arm en hijgend ging zijn
adem.
O, oDie mooie soldatenWat een
mooie soldaten
O, o!, herhaalde zijn gevolg: Wat
een mooie soldaten
Bij de aanlegsteiger wemelde het van
inlanders, Chinezen, vrouwen en kinde
ren, die nieuwsgierig samenkliUen, maar
de wacht drong hen achteruit om ruimte
te maken voor de landende soldaten. De
walmende fakkels hulden de omgeving
in dichte rookwolken en de gloeiende
wind deed een regen van vonken en roet-
vlokken op de hoofden neerdalen. Proes
tend en lachend week de nienigte ach
teruit.
Weldra waren de manschappen ont
scheept en nu stonden zij op de steiger,
keurig-in het gelid en het geweer bij de
voet. Luitenant van Trassen, die aan het
hoofd van de troep stond, trok zijn sabel.
Kort en hard klonk zijn commando en
als uit steen gehouwen stonden de fer
me kerels met gepresenteerd geweer.
Roffelend klonk de trommel en wij schre
den langzaam langs de kleine troep.
PrachtigPrachtigriep de radja
enthousiast.
Prachtig! Prachtig!, vielen de leden
van zijn gevolg hem bij.
Op mijn wenk liet luitenant van Tras
sen de mannen het geweer bij de voet
nemen en daarna begaven wij ons aan
dek, waar Van Trassen rapport uitbracht:
Een officier, vier onderofficieren,
een tamboer en dertig man present,
kapitein
Wij schudden elkaar de hand, maar
de omvang van zijn troep verontrustte
mij enigszins.
Je hebt de plantage toch niet geheel
zonder toezicht gelaten vroeg ik be
zorgd, maar Van Trassen stelde me spoe
dig gerust.
Neen, ik heb maar twintig man van
mijn district meegenomen. Onderweg
zijn we tien man van Soeka Radja te
gengekomen. Onze plantage is voldoende
bewaakt. Het commando heb ik aan de
onderofficier Sokario overgedragen.
Goed.
Medan en Koloendang hebben zich
telefonisch met me in verbinding gesteld,
vervolgde Van Trassen: Zij zenden sa
men tegen de veertig man, die wel spoe
dig hier zullen zijn.
Ik knikte voldaan, gespte mijn .sabel
om en begaf me naar de steiger, terwijl
Van Trassen zich saluerend tot de radja
wendde en ook diens gevolg begroette?
Tabé, toean luitenant, piepte de
vorst, terwijl hij Van Trassen hartelijk
de hand schudde: Ada bajik (Gaat het
goed
Van Trassen boog glimlachend.
Bajik, Hoogheid. Hopenlijk mag ik bij
U hetzelfde verwachten.
De radja knikte enigszins bedenkelijk.
Ja, ja, aat gaat wel. Ik ben alleen
wat ontdaan door de vreselijke dingen,
die gebeurd zijn en... die misschien nog t
kunnen gebeuren! Stel u voor... de
heilige tulband is gestolen en verdwenen!
Als op bevel jammerde natuurlijk ook
onmiddellijk het gevolg: De heilige
tulband van de profeet is gestolen
Nou nou, Hoogheid, we zullen hem
wel terugvindenmeende Van Trassen
hem te moeten geruststellen.
Allah zegene u voor die woorden
AJlah moge u zegenen en de profeet
uw geest verlichtenherhaalde op be
drukte toon het gevolg.
De vorst knikte zuchtend. Dat moge
hijDat moge hijEn weet u, toean
luitenant, een priester der Visjnoeieten
sluipt in rnijn land rond. SajaDeze
hyena verbindt zich met de Boedhisten
tegen Mohammed, zet de Chinezen tegen
ons op en ontketent zo de revolutieIk,
den denk maar eens aan mijn vele
edelgesteenten zullen misschien door
die verschrikkelijke orang-koelies beroofd
wordenen ik, de radja, de vorst
van dit land, door de bandieten gemo-
lestreerd, misschien zelfs wel gevangen
genomenOO
Dat zal nief gebeuren, Toenggoe
stelde de luitenant hem gerust: Verlaat
u zich maar op de vele soldaten, die
voor u, uw macht en uw bezittingen
bereid zijn bun leven te offeren.
Het gevolg, dat alweer op het punt
stonjl in een of- andere jeremiade uit te
barsten, zweeg en ook de radja boog toe
stemmend het hoofd: ..Saja, saja....
maar ook uw soldaten zijn vreemdelin
gen in mijn land, zij zijn Hindoes, mis
schien.... evenals die duivelspriester,
Visjnoeieten, die de Mohammedanen
vervo'lgen.
Onze soldaten zijn volkomen be
trouwbaar, Hoogheid. Zij doen hun plicht
en houden geen rekening met de gods
dienstige gezindheid van hun tegenstan
ders.
De radja kreeg geen gelegenheid
eventuele verdere bezwaren kenbaar te
maken, want'het was tijd om op te bre
ken. Ik gaf Van Trassen opdracht, met
vijf man op de steiger achter te blijven
om de aankomst der anderen af te wach
ten, met wie hij zich dan naar het -ge
rechtsgebouw zou begeven.
Ik zelf, zo besloot ik: ga met de
andere manschappen daar heen en bege
leid de toenggoe naar zijn paleis.
Vooral deze laatste mededeling scheen
bij de radja bijzonde'r in de smaak te
vallen. Hij inviteerde onmiddellijk alle
officieren in zijn paleis hun intrek te
nemen en daar de nodige gastvrijheid
te genieten, maar tot mijn spijt kon ik
op dit vriendelijke aanbod niet ingaan.
Als de bevolking zich rustig houdt,
Hoogheid, zullen wij gaarne van uw
gastvrijheid gebruik maken, beloofde ik
hem: Voorlopig echter zullen we ons in
het gerechtsgebouw moeten installeren,
maar ik hoop, dat dit, mede dank zij
uw medewerking, slechts voor korte
tijd zal zijn.
Het was inmiddels zes uur geworden;
de dag had plaats gemaakt voor de don
kere tropennacht, waarin slechts de
maan, de sikkel van de profeet, een
vaal licht verspreidde.
De radja omklemde angstig mijn arm
en zuchtte duidelijk hoorbaar; o, die
boze, slechte Chinezen
Aan het hoofd van de troep marcheer
de de tamboer en een onderofficier.
Daarachter «volgde een colonne van tien
man, de radja, zijn ministers," de jonge
prinsen en de overige leden van het ge
volg, bij welk gezelschap ik me had aan
gesloten en dat geflankeerd werd door
fakkeldragers en tenslotte als dekking
nog vijftien man. Allen hadden het ge
weer aan de schouder en enigen van hen
droegen fakkels, die in de heersende
duisternis een fantastisch licht verspreid
den.
Aangelokt door het geroffel van de
trommel stroomde het volk van alle kan
ten toe; men verdrong zich aan beide
zijden van de straat of liet zich bij het
naderen van de heerser eerbiedig op de
grond vallen.
Op de achtergrond doken honend
grijnzende Chinezengezichten op, Ma-
leise en Chinese kinderen stoven
schreeuwend opzij of renden voor de
stoet uit. Een verstikkende atmosfeer
dreef ons het zweet uit de poriën en
aangelokt door het schrille licht van de
fakkels zwermden wolken muskieten en
vliegen om ons heen.
Aaa-rrriii-aatii! Aaa-xrriii-aatii!
Maakt plaats voor de politie! brulde
aan het hoofd van de troep de ander
officier, en dof en dreigend roffelde de
trommel.
Boenoen (dood aan) Toenggoe be
sar! Boenoen, toean commandant!
schreeuwde en joelde het volk.
Boedha en Visjnoe vernietigde hen
met vuur en bliksem! krijsten in slecht
Maleis Chinese stemmen in de duis
ternis.
r Binatang! Andjing! huilde in felle
woede het volk daartegen in. Vuile,
bruine handen balden zich tot vuisten,
bedreigingen en scheldwoorden werden
de verspreide Chinezen naar het hoofd
geslingerd en het zag er naar uit, dat
de opnieuw oplaaiende woede der Ma
imers en Batakkers eindelijk tot uitbar
sting zou komen.
De soldaten namen hun geweren van
de schouder en de dreigende, alles over
treffende kreet „Aaa-rrriii-aattii
Maakt plaats voor de politie! hield de
menigte in bedwang.
De kleine, dikke radja scheen hevig
onder de indruk van het tumult. Be
vend .van opwinding omklemde hij mijn
arm en telkens weer klonk zijn drin
gend verzoek: „Ah, toean kapitein, ver
nietig die Chinese honden!
Voorlopig had ik echter genoeg met
mezelf en mijn troep te doen. De situa
tie begon thans bepaald dreigend te
worden en als een zware last voelde ik
mijn verantwoordelijkheid voor het
welzijn van de radja. Eerst moest de
vorst in veiligheid worden gesteld; pas
daarna kon er aan worden gedacht
enige orde te scheppen.
Het was, alsof de ons in het duister
begeleidende Chinezen mijn gedachten
hadden geraden, want plotseling maak
ten ook zij zich weer bemerkbaar en
dreigend klonk het: „Toendoeng!
Toendocng sarna commandant! (Dood
aan de commandant). Toendoeng! Toen
doeng sama oppas! (Jaag de politie weg).
Hierop trad een stilte in als voor een
storm of een hevig onweer. Maar dit
duurde slechts enige seconden, want,
tot het uiterste geprikkeld, brachten de
soldaten hun geweren in de aanslag en
het. zou waarschijnlijk tot een salvo zijn
gekomen, wanneer het me niet op het
laatste ogenblik gelukt was hen met de
nodige dreigementen tot de orde te roe
pen. Ik begreep echter, dat het mij niet
lang meer gegeven zou zijn de discipline
te handhaven, want de zenuwen waren
tot het uiterste gespannen. De Maleiers
raasden en tierden; de goedmoedigheid'
van deze gewoonlijk zo vreedzame na
tuurkinderen had plaats gemaakt voor n
intense woede en een wraakgierigheid,
die geen grenzen kende. Alles in hen
riep en schreeuwde om vergelding en
de situatie werd dan ook elke minuut
ernstiger. Latten en palen werden van
de langs de weg staande schuttingen
gebroken, jonge bomen uit de grond ge
trokken, messen, ijzeren staven en stuk
ken .gereedschap werden dreigend om-
hoog geheven en daarbij tierde en joel
de t fanatieke volkje, dat h( rer en zien
verging, Tot de Chinezen er genoeg van
kregen en blijkbaar hun minderheid
beseffende geleidelijk 'n goed heen
komen zochten in de duisternis, waar zij
door de Mohammedanen werden achter
volgd. Steeds verder klonk het woeste
geschreeuw tot de bende tenslotte bui
ten gehoorafstand was.
Nu vernam men nog 'slechts het doffe
geroffel van de trommel er de mono
tone waarschuwingskreet van de ser
geant.
Aaa-ririi-aattii! Aaa-rrriii-aatti!
klonk het 'en wij volgden hem op de
voet, Zo «nel en zo «tram militair ging
het nu, dat de kleine radja met zijn ge
volg moeite had ons bij te houden,
maar met enigeinspanning slaagde hij
er toch in, in ons midden te blijven, zo
dat we onze taak van beschermers tot
het eind konden volhouden.
Wij passeerden straten en pleinen,
waar anders dag en nacht kooplieden
goochelaars en andere neringdoenden
de scepter zwaaiden; deze avond leek
echter alles uitgestorven. De Chinezen
hadden hun toko's gesloten, de bonte
lampions en overige lichtbronnen waren
gedoofd en deze ongewone stilte was zo
mogelijk nog onheilspellender dan het
oorverdovende lawaai, waarvan wij nog
kort tevoren het middelpunt hadden ge
vormd. Slechts af en toe zagen we. 'n
paar inlanders, die fluisterend met el
kaar van gedachten wisselden of schuw
en angstig naar het doffe geluid van de
trommel luisterden.
Eindelijk bereikten we het paleis van
de radja, dat eigenlijk niet veel anders
was dan een grote bungalow, welke hel
verlicht te midden van een uitgestrek
te en welverzorgde tuin lag. Het ge
heel ook de bijgebouwen was om
geven door een hoge, sterke schutting
van latwerk en bij de gesloten poort
waakte de lijfwacht van de vorst, be
staande uit inlanders in schilderachtige
klederdrachten en voorzien van lansen
en dergelijke voorwereldlijke- wapenen.
Een piket gewapende politie, dat onder
luitenant Karsten door de residentie
patrouilleerde en ons juist tegemoet
kwam, vormde voor deze zonderling
toegeruste en niet bijster gevaarlijk uit
ziende lijfwacht weer een bescherming
op zichzelf. Zij sloten zich bij ons aan
en gezamenlijk vervolgden wij onze
tocht door de pofrt, welke bij het nade
ren van de radja met zijn gevolg werd
geopend.
Bij het afscheid herhaalde de vorst
nog eens dringend zijn invitatie toch bij
hem zijn intrek te nemen, hetgeen wij
echter met dezelfde nadruk moesten
weigeren, omdat de toestand ter plaatse
nu eenmaal geen gelegenheid gaf tot
een genoeglijk samenzijn. Tenslotte
nam hij genoegen met mijn plechtige
belofte, dat wij borg bleven voor zijn
persoonlijke vrijheid en die van al zijn
huisgenoten en dat wij, zodra de om
standigheden dat toelieten, gaarne van
zijn gastvrijheid gebruik zouden maken.
Slechts half gerustgesteld, schreed hij,
na mij nog eenmaal de hand te heb
ben gedrukt, met zijn gevolg naar de
ingang van zijn paleis. Een lauwe wind
dreef de rook der walmende fakkels
achter hem aan.
VIII.
Met spoed marcheerden we gezamen
lijk naar het gerechtsgebouw. Luitenant
Karsten sloot zich met zijn patrouille
bij ons aan, want het was nu zaak, zo
snel mogelijk krijgsraad te houden en
te overleggen wat ons te doen stond.
Ook op deze* terugtocht bleef het nog
rustig. Het flakkerende schijnsel der
fakkels belichtte slechts weinige inlan
ders, die ons zwijgend lieten passeren
en het „Aaa-rriii-aattii' van de ser
geant, dat het hol klinkende tromgerof
fel vergezelde, werd door geen bedrei
gingen en scheldwoorden van Chine
zen en Maleiers beantwoord.
De wetenschap, dat wij de radja ge
zond en wel hadden afgeleverd, was een
pak van mijn hart, maar ondanks alle
thans schijnbaar heersende rust was ik
blij, toen we het gerechtshof naderden,
want het zou fataal kunnen worden,
wanneer thans niet spoedig wed inge
grepen.
Voorlopig vormde dit gerechtsge
bouw ons hoofdkwartier. Ik liet de
manschappen inrukken en daarna be
gaf ik mij met luitenant Karsten naar
binnen, Sodikromo kwam ons reeds te
gemoet om ons mee te delen, dat alles
in orde was. Ook hij slaakte echter een
soldaten in de voortuin zag en zijn
ogen fonkelden van blijdschap en strijd
lust, toen ik hem meedeelde, dat weldra
nog de aankomst van luitenant van
Trassen met veertig man tegemoet kon
worden gezien.
Toean commandant, zei hij verge
noegd, daarmee kunnen wij het gehele
land veroveren!
Ik schudde bedenkelijk het hoofd.
Nou, nou, de Chinezen zijn niet bang
en vasthoudend. We zullen er de han
den vol aan b ebben.
De orang-koelies hebben geen vuur
wapens, toean commandant; zij kennen
slechts de strijd van man tegen man.
Dat is zo, moest ik toegeven, maar
de meesten schieten met vergiftige pij
len, waarbij reeds 'n schampschot dode
lijk kan zijn.
De man gaf het echter niet op. Het
zelden voorkomende feit met zoveel
mensen bijeen te zijn, scheen hem een
geweldig vertrouwen in de kracht van
ons troepje te schenken.
Saja, toean commandant, maar toch
zullen we Hen wel klein krijgen!
Ik hoop het, Sodikromo, maar hoe
staat het met de gewonden? Heb je
hen laten verbinden?
Saja, toean commandant!
Ik wens niet, dat die Chinese koop
lieden met de gevangen genomen ban
dieten bij elkaar worden opgesloten.
'Zorg er voor, dat za gescheiden blijven
Is gebeurd, toean commandant' De
Chinezen zitten in het arrestantenlokaal
dëeltnk°eheS m de C6llen voor veroor-
-T&ta' t^dikr0mo' Anders nog iets?
ter Si TimKo commandant! De pries-
spreken buiten en wenst u te
oeenhfitnieUWe storing was miJ op dit
v?ri* zeer onwelkom, maar er zat niet
i anuers op dan de man te ontvangen,
x hem binnen- Sodikromo, maar
vraag tevens een boy wat spuitwater en
cognac te brengen.
De adjudant salueerde en verliet het
vertrek.
Een genoeglijke hari- bajaran van
daag!, meende luitenant Karsten, terwijl
by met een zucht de sigaret opstak, die
ik hem had aangeboden: En het verve-
lendste is wel, dat het einde voorlopig nog
niet te zien is!
Tja, dergelijke karweitjes kunnen
lang duren, moest ik toegeven: Als we die
Hindoepriester te pakken konden krijgen,
was het gauw gebeurd. Maar tot dusver
hebben we geen ander aanknopingspunt s
dan dat simpele visitekaartje met drie
rode strepen. Zie jij kans, hem daarop in
handen te krijgen?
Karsten schudde moedeloos het hoofd.
Nee kapitein, ik weet uit. ervaring,
dat dit soort lieden vrijwel onvindbaar is!
Het is merkwaardig, vooral als je bedenkt,
dat hij waarschijnlijk de gehele opstand
hier heeft, geo-gamseerd.
Natuurlijk is dat uitsluitend zijn werk!
De plan te, Konig heeft hij laten vermoor
den, diens Chinese huishoudster heeft hij
ontvoerd, hier heeft hij de Boedhisten te
gen de Mohammedanen opgezet 'en ten
slotte is het hem nog gelukt die rovers-
ÜL Ta?" *emak' voor de kostbare
kist met de reliquieën!' Bovendien is net
de vraag of we daarmee aan het eind zijn
van zijn zondenregister! Wie weet, wat
ai nog meer in zijn schild voert!
i*maar wist, waar hij zich op het
ogenblik ongeveer ophoudt....?
Zou de fakir, Si Margaga....?
Ja, zonder de hulp van Si Margaga
zullen Wc e. helemaal wel niet komen
Vermoedelijk is hij hem reeds op he'
spoor, maar zeker weet ik dat natuurlijk
ook niet. Margaga komt en verdwijn1
zonder zich aan of af te melden. Maar vs
neem aan, dat hij, een bepaald spoor volg'
Enfin, laten we eerst maar eens horen
wat Si Timbo te vertellen heeft.