Drie honderd jaar Onderwij s- geschiedenis Zomerse nagerechten V jeugdige lezerskring Freekde getemde dnjtkop hoe zit dat? Kinder- bezoekl Drie rode strepen oor onze GEBEDENBOEKJE ANG Gezellige uren OP EEN INDISCH AVONTUUR L zullen ze leven Het spelletje fcAJERDAG 26 JUM 19Ï8 PAGINA Bij Ket derde eeuwfeest van het College te Weert voor de kleuters FRIS EN LICHT MOPPENTROMMEL onder de lamp ©OOO0O0OOOOOOOOOO0C ©OOOGOOOOOOOQOOOOOOOOOOGOO OOM LUUK. Door GERT HARTENAU—TH1EL Het Bisschoppelijk College te Weert herdenkt dit jaar het derde eeuwfeest van zijn bestaan. Men wilde bij deze ge legenheid een gedenkboek uitgeven en men verzocht de bekende Weerter Min derbroeder Pater Cunibertus Sloots zich met het samenstellen daarvan te willen belasten*). Een betere keuze had men niet kunnen doen. Niet alleen als jarenlange inwoner van Weert is deze goed op de hoogte van de locale geschiedenis, maar als archiva ris van de Nederlandse Provincie der Minderbroeders heeft deze hoogst begaaf de kloosterling een uitgebreide kennis verworven, niet alleen van de archieven zijner Orde en Provincie, maar ook van Rijks- en locale archieven en van alle uitgaven op historisch gebied. Van die kennis getuigen zijne verschil lende publicatiën en niet hst minst de verleden jaar verschenen' uitvoerige. Tijk gedocumenteerde geschiedenis van Statie en klooster der Minderbroeders te Leiden ter dankbare herdenking van hun 500 jarig verblijf in deze stad, een werk dat door iedere onpartijdige geschiedkenner met de hoogste lof is begroet. Dat men geen betere keuze had kunnen doen, daarvan legt het hier aangekondigd lijvig geschrift een welsprekend getuige nis af. Dit kloeke werk, dat ogenschijnlijk de locale historie van een bekende onder wijsinrichting behandelt, is op zulk een brede basis geplaatst, dat het feitelijk een algemene geschiedenis is geworden van het middelbare en het voorbereidend ho ger onderwijs in de laatste drie eeuwen. En daar de school afwisselend heeft be hoord onder het Zuiden en het Noorden, maken wij tevens kennis met een ontwik keling in de wetgeving van deze beide. Daardoor is het tevens gekomen, dat de schrijver een ontzaglijke massa bron nen en literatuur heeft moeten doorwer ken. Hij vermeldt die bij het begin van het belangrijke boek en tevens onder het trefwoord, waarin deze bronnen en literatuur in de honderdtallen aanteke ningen voorkomen. Dat Is zeer practisch, daar men nu bij het gebruikelijke aan gehaalde werk niet telkens behoeft terug te bladeren maar met een oog opslag een geciteerd archiefstuk of boek voorop kan vinden. Alleen deze lange liist van documenten en boekwerken be wijst reeds, wat een haast onbeperkte hoeveelheid materiaal hier verwerkt is. Zoals wij reeds zeiden is in dit boek geheel de onderwiisgeschiedenis ver werkt. Dat gebeurt alreeds in die hoofd stukken, die het verloop van de geschie denis dezer instelling verhalen. Speciaal daarvoor zijn' van belang de hoofdstuk ken: De Latijnse school 1648-1789: de on dergang van het College: het College in de Franse tijd; het onderwijs in de Noor delijke provinciën 1795-1815: het College onder Nederlands bewind 1815-1830; on der Belgisch bewind 1830-1839; opnieuw en voorgoed onder Nederlands bewind. Maar daarnaast zijn verschillende-hoofd stukken, die meer speciale onderdelen belichten. We denken dan aan subsidie regelingen en ondersteuningen, zoals die in de hoofdstukken voorkomen, over bouwgeschiedenis en materiële zorgen, aan de ontwikkeling van leerprogramma en lesrooster, aan de vereiste bevoegd heden voor de leraren, de macht van de Raad van Bestuur enz. Zeer gewichtig is het hoofdstuk over het karakter van de school, waarbij in historische belichting het onderwijs in al ziin geledingen de aandacht van de schrij ver vraagt. Ook uit opvoedkundig oogpunt is dit boek bijzonder interessant. In zijn hoofdstuk ken: godsdienstige vorming, orde en tucht, studie en vaccntie, algemene ontwikke ling, sport en ontspanning krijgen we een vrij volledig beeld van allerlei opvoé- dingskwesties in de loop van de eeuwen en een schets van de hedendaagse toe stand. Het keurig uitgegeven boek heeft tal rijke reproducties en sluit met een zorg vuldig bewerkt register. Geen boek bestaat, naar ons weten, in de Nederlanden, dat zo volledig en met een apparaat van duizenden gegevens het middelbaar en voorbereidend hoger on derwijs behandelt. De knappe schrijver is er bovendien in geslaagd deze dorre materie veelal in duidelijke en goed lees bare stijl te verwerken. Daardoor wordt het echter geen leesboek, maar een zwaar studieboek, dat representatief is en van zeer blijvende waarde zal blijken. Voor de geschiedenis van het Katholiek onderwijs is het duurzaam en van verregaande be tekenis. Elke leraar aan inrichtingen van middelbaar en hoger ónderwijs kan hiér veel opdoen over het onderwijs zelf en de opvoeding. En allen, die op het ogen blik de ogen gericht houden op de ver nieuwing en verbetering, kunnen hier de kostelijke lessen vinden, die een hoogst- belangwekkende geschiedenis geeft. Wii aarzelen dan Pok niet te verklaren, dat deze bijzondere vrucht van noeste en taaie arbeid in de wetenschappelijke lite ratuur van onze dagen een ereplaats zal innemen. Behalve een woord van hulde' aan de uitgever voor het keurig ver zorgde boek, aan het bestuur van het College, dat zulk een kostbare uitgave heeft bekostigd, een woord van hulde en dank aan de kundige samensteller van dit Gedenkboek, die zich hierdoor een speciale naam op onderwijsgebied heeft verworven. Mogen talrijk velen aan het Gedenk boek de belangstelling tonen, welke het ten volle verdient. Pater DALMATIUS VAN HEEL, O.F.M. N.a.v. Pater Cunibertus Sloots OFM. Haga Mariana, Bisschoppelijk College Weert 1648—1948. 300 jaren onderwijs- geschiedenis. Een even sierlijk als stevig uitgevoerd gebedenboekje voor de allerkleinsten is onder de titel „Mijn Je-zu-ke" bij de N. V. Etablissementen Brepols te Turn hout van de pers gekomen. Sprekende pentekeningen van Manna RoelofsSaai man illustreren de uitstekend in de kindertoon gehouden versjes van Willy van der Eerden. Bij het volgen van de H. Mis in haar voornaamste onderdelen hebben wij de Prefatie node gemist en hadden we de handwassing na de Offerande, de gedachtenis der over ledenen na de Consecratie verwacht. Overigens een zeer bruikbaar boekske, dat gelukkig alle zoetelijkheid vermijdt. Hoe zorfterser het weer, hoe beter ook frisse, lichte nagerechten in plaats van de dikke pap of warme pannekoeken, die 's winters op 't menu staan, ons bevallen zullen. Nu er meer melk en ook karnemelk verkrijgbaar is, wordt het bedenken van afwisselende „toetjes" heel wat gemak kelijker. Laten we daarbij in dit seizoen ook zoveel mogelijk van het verse fruit profiteren; het is, door zijn rijkdom aan vitaminen, zo'n kostelijk voedsel! Boven dien leent het zich prachtig om verwerkt te worden tot een kleurig en smakelijk dessert; denk alleen maar eens aan een eenvoudige beschuit met aardbeien of bessen! In de volgende recepten voor vier per sonen doen wij U nog een paar ideeën voor lichte „zomertoetjes" aan de hand. Karnemelkvla 1 liter karnemelk, 50 gr. (5 eetlepels) maïzena of custardpoeder, suiker naar smaak. Het custardpoeder of de maïzena aan mengen met wat karnemelk. De rest van de karnemelk toevoegen en het geheel onder steeds roeren aan de kook brengen en even laten doorkoken. Dan de suiker toevoegen en de vla koud laten worden. Yoghurt met aardbeienmoes liter yoghurt, 500 g aardbeien, 3 be schuiten, suiker. De aardbeien wassen, van de steeltjes ontdoen en door een paardenharen zeef tot moes wrijven. Het moes onder in een schaal doen en hierop de fijngekruimelde beschuiten strooien met wat suiker. Hier overheen de met suiker gladge- klopte yoghurt gieten en het geheel gar neren met wat achtergehouden aard beien Koedgroedvla 8 dl vruchtensap (van bessen, frambo zen, aardbeien e.a.), 2 dl water. 120 g (1V4 kopje) griesmeel, 60 g (4 eetlepels) sui ker, zout. Het water aan de kook brengen en het griesmeel, vermengd met de suiker en een snufje zout, er al roerende in strooien. De massa 5 minuten doorkoken! Van het vuur af al kloppende het vruch tensap toevoegen. Zolang kloppen tot de massa luchtig, enigszins schuimend en koud is geworden. De vla in een schaal overdoen en dan direct opdienen. Maizenavla met bessen 1 liter melk, 50 g (5 eetlepels) maï zena, 50 g (2 eetlepels) suiker, 500 g rode bessen. De melk aan de kook brengen en bin den met de aangemengde maïzena en de suiker. De vla onder roeren laten afkoe len, zodat er geen vlies gevormd wordt. De bessen wassen, rissen en er wat sui ker doorheen strooien. In een schaal af wisselend een laag bessen en een laag vla leggen, zodat de bovenste laag uiO vla bestaat. De vla garneren met wat rade bessen. Havermoutkockjes of -koek fï> g (ruim 1 kopje) havermout, 2% dl water of melk, 85 g (9(4 eetlepel) bloem, zout, boter of margarine. Tie havermout plm 1 uur in het water of de melk weken en met bloem en zout vermengen. In de koekenpan de boter of de margarine verwarmen. Het deeg in de pan uitstrijken tot één koek of er koekjes van vormen. De koek of koekjes aan beide zijden, niet te vlug, bruin bakken. Bruin® basterdsuiker, vruchten moes of stroop bij de koekjes geven. Men kan ze zowel warm als koud opdienen. (Uit: Voorlichtingsbureau van de Voe,. dingsraad). Nu wordt het stil op de zaal. Hoe laat zou het zijn, vast el 10 uur, want het is al donker buiten. De eerste dag in het tehuis is om. Freek Bosma moet er even van zuch ten. De kennismaking is anders bar mee gevallen. Toen hij hier vanmorgen bin nenstapte, had hij een illusie van alle maal brave jongetjes, maar die kan hij nu wel laten schieten. Gek eigenlijk, dat hij nu altijd hier blijft. Het lijkt hier best uit te houden. Alleen moet je na tuurlijk even wennen. Maar Woensdagmiddag mag hij een paar uurtjes naar huis. Met lijn 14 en 8 is hij er zo. Zouden ze thuis u ook aan hem denken? Hij heeft Vader vanmor gen beloofd go d zijn best te doen en aan die belofte zal hij zich houden, 't Is hier eigenlijk veel leuker dan op een kostschool. Kijk, nu trapt Kees in het andere bedtpnaast hem zijn deken weg. Een onverstaanbaar gemompel. Dan weer stilte. Alleen het geluid van rustig adem halende jongens. Voorzichtig gaat Freek overeind in zijn bed zitten: Hij kan niet slapen. Dat gebeurt hem anders nooit. Zou 't erg lang durqn, voordat er een nacht om is? Komt daar iemand? Ja. de deur gaat open. Broeder overste knikt hem vrien delijk toe. „Zo'n eerste avond is alles nog vreemd hè? Dat gaat gauw. genoeg over hoor. Volgende week snurk je als een os. Ver trouwelijk blijft de broeder aan het voeteneinde staan. „Ja" glimlacht Freek en och. hij kan In één klap heb ik deze week alle jari gen te pakken. Het zijn er maar drie en alle drie op Dinsdag. De gelukkigen zijn Bram H.. die 9 jaar wordt, Frans V. legt er een jaartje op en Arnold G. (het is heus waar) nog een jaar op Frans z'n leeftijd. Omdat we in een keer klaar zijn met z'n allen extra hard deze keer! Keesje stond 's avonds met. zijn vader aan het strand en keek vol verbazing naar het draaiende vuurtorenlicht. „Pap" zei hij tenslotte „wat een geduld heeft die man daarboven. Het licht is nu al 23 maal uitgedraaid en telkens steekt hij het weer aan". Onderwijzer: „Ik was mij, jij wast je, hij wast zich. Welke tijd is dat, Karei?" Karei: „Zaterdagavond, meneer!,, Miesje valt uit het raam van de le eta ge en belandt in de tuin, midden in een bloemperk. Ze blijft huilend liggen. Moeder komt aangelopen: „Hemeltje lief. Heb -je je bezeerd bij het vallen, schatje"? „Nee, mams" snikt Miesje „bij het vallen niet. Wel bij het aankomen!" het niet helpen, dat ae tranen in zijn ogen springen. Even, heel even snikt hij het uit. Met een woest geba r veegt hij over zijn ogen. De broeder hoeft toch niet te weten, dat hij zo naar huis ver langt. ouBgbnahencfLPdtlVb6 straeek sa „t Is hier heel prettig, Freek, dat zul je wel ondervinden en over een paar dagen mag je immers even gat.n kijken, hoe ze het thuis maken. Iedereen, die hier pas is, vindt het erg moeilijk, maar het prettigste is, dat. ze nu niet meer weg willen. Dat zeg jij straks ook. En zo moet het ook. Dat bewijst, dat we elkaar goed verstaan. Wij zijn hier om jullie te helpen later goede mensen te worden. Omdat er thuis zoveel bij jullie zijn en je moeder ziek ligt, daarom ben jij nu hier. Wat denk je, zouden we goede vrienden kunnen worden?" Freek kan alleen maar stilletjes knik ken. O, hij weet het best, dat hij thuis' niet makkelijk is geweest, dat bij met zijn dolle driftbuien Moeder al zoveel verdriet gedaan heeft. Hij wii zo graag het goede, maar het duiveltje in hem steekt zo vaak zijn kop op en dan is het moeilijk "echten. „Je hebt je opgegeven als keeper bij ons voetbal-elftal? Tjonge, we hebben er juist een nodig. Houdt de goaitjes van de tegenpartij boven de lat hoor. Jij bokst liet hier best voor elkaar kerel. Maar ik zou nu maar fijn gaan slapen. Het is morgen weer vroeg dag. Wel te rusten Freek en.... kop omhoog hoor." Met een handzwaai verlaat' de overste de slaapzaal. Freek hoort, hoe zijn voet stappen zich verwijderen en gaat dan ge hoorzaam. liggen. Toch leuk, ,dat de overste nog even kwam kijken. Nu is hij gelijk die nare dikke keel kwfjt. Lekker zacht bed wel. Grappig, dat hij dat morgen zelf op moet maken. Wat zal Moeuer daar wel van zeggen? Hij weet feitelijk niet eens. hoe hij dat doen moet, maar Kees zal 't hem wel leren. Kees lijkt hem wel. Wat moet hij nu toëh geeuwen en zijn hoofd wordt zo zwaar. Hè. nu eens lek ker omdraaien en dan maar knorren. Geen twee teilen later is Freek in net land der dromen. Als broeder-overste zijn laatste ronde doet. blijft hij even bij het bed van de „nieuwe" staan. Daar ligt hij nu, de „baas" van 13, die thuis het hele gezin op zijn kop zat. Een driftkop eerste klas, maar die hier wel zal. kalmeren. Die hier onder zijn leiding zal opgroeien tot een volwaardig mens, tot zegen van zijn ouders. Want daarvoor zijn ze hier. deze „moeilijke" kinderen. 25 onderge bracht in 3 grote huizen, één complex vormend. Bij ondervinding weet hij. hoe dank baar ze later de-Stichting zullen zijn. "lat is dan ook de opzet van alles. Met Gods hulp hen tot die mensen te maken, die onmisbaar zijn voor kerk en maat schappij. M. WOERDENBAGCH-SENS. v Wel. scherpzinnigen, dat viel toch zeker niet mee verleden week! 1 rook. 2 een cirkel, 3 bij de naad, 4 spotvogel, 5 de te legraaf. We gaan verder met: 1 Ik kan arm en rijk maken, geluk of gevaren brengen. Maar wanneer ik ont vlucht, is ieder weer de oude. Wie ben ik? 2 Wie mij niet kent. klaagt altijd. Wie. mij heeft, verdrijft me spoedig. 3 Ik. zeg je niet, wat ik zeggen wil. Wat ik je zeg. zeg ik alleen, om je te laten zeg gen, wat ik niet zeggen kan. 4 Mijn naam is 2xR. 2xE en 2xD en van achter naar voren gelijk. Als er iets is, wat altijd verslonden wordt, is het wel een boek over een kost school. Wel, bij de Uitgeverij „de Sleutel" Antwerpen-Haarlein, verscheen een fon kelnieuw verhaal over een modern kost school ,,'t. Kenson Instituut", door W. Brugmans. De school mag dan modern zijn, kwajongensstreken wordejj altijd uit gehaald en sport-, toneel- en wandelavon- turen komen ook in dit. boek ween, voor. De prijs van het boek. dat geschikt is voefr jongens van 14 a 15 jaar, bedraagt 3.50. Broer zit heel parmant aan tafel en z'n makker, Hek de hond, zit vol ongeduld te wachten, vlak bij 't baasje, op de grond. „Broertje, eet toch eens wat vlugger!" zegt zijn moeder keer op keer. Broertje heeft geen trek in eten, rpaar het hondje des te meer! Broer zit met zijn brood te spelen, kijk, daar valt wat op de grond! 't Ts een stukje brood met suiker, „Hap! Da s fijn!", zegt Hek, de hond. Broer klapt juichend in z'n handjes. Ha, dat is 'n grappig spel. telkens laat de guit wat vallen en de hond bevalt dat wel! Daar komt. Moeder uit de keuken. En ze blijft verwonderd staan. Heb je alles opgegeten? „Nou, dat heb je vlug gedaan". „Nog een bot'ram, moes", roept, broertje. „Zo", vraagt moe „heb je zo'n trek?' „Nee hoor, moesje" "zegt rfe deugniet, „maar ik speel zo leuk met. Hek,,- Lenie K. (11 Het is weer wat lelijker weer geweest en dus hebben de zaken deze week weer wat beter gedraaid. Maar...-ik ben wat blijven missen en dat zijn de raadseltjes. Nu staat een raadseltjes-bankroet, voor de deur en gevolg is. dat ik voor de vol gende week geen nieuwe heb! Ra, ra, hoe zit dat? Wie helpt, er nu eens vlug om volgende week voor de dag té ko men, zoals het hoort? Rudi W. (7 j.), wel, je zult je nogal hebben geamuseerd, niet? Ik ben be nieuwd, hoe het je in de diergaarde is gegaan. Pech jong, de twee raadsels heb ik al eens gehad! Dat rapport van je is dik in orde hoor, alleen orde en netheid, hè? Doe je er wat tegen? Mieke S j), geheimzinnig, maar leuk hoor! Alleen, zou ik toch erg graag je adres en leeftijd willen weten. Ik zal er niet over praten, hand erop! Zeg. die zusjes, sleep ze erbij, hoor! Mis. ik ben geen onderwijzer. En die dame, die in de courant schrijft, is mijn vrouw niet. Ook al mis! Tot heel gauw? Riet 8- (12 j.), om eerlijk te zijn ken ik die schrijver van „Karei Kwiek" niet bij zijn naam. Ik heb 'm wel eens een paar keer gezien, een jonge, leuke man. Na tuurlijk een kou gevat, d'e je nu weer kwijt bent. Je begrijpt wel, da} ik vol spanning op die lange briefover den Briel wacht. Doe je best! Lenie K. (11 j.)dat noem ik nog eens je best' doen. Bedankt hoor en je versje kon gelijk al mee, fijn hè? Doorgaan zo met je rapportwerk, dan kom je er met vlag en wimpel. Dat zal best een leuk schrift worden. Je moet er heel zuinig op zijn, dan heb je er later heel veel aan! Fia, K. (8 j.), nou zeg. dat is t?ch wel een prachtig feest geweest. Mooie ca deautjes hè, van je zusjes en broertje. Dat versje van je is welkom hoor! Vol gende week moet je maar eens extra goed kijken. In welke klas zit je nu feitelijk al? Riek de L. (11 j.)wat je me daar hebt geschreven, is echt helemaal nieuw voor me. Dat moet je eens goed voor me uit zoeken. Hoor ik het dan van je ook waarom het zo is? Verder heb ik in geen maanden iet» van Truus gehoord. Je moet eens vragen, waar haar briefjes blijven. Doe je het? Joke T. (13 j.)dat is ook al weer een poosje terug, maar goed, dat je als zoenoffertje wat moppen meebrengt Zo, zo, dus de ronde is er de oorzaak van geweest. Nu, Joke, maak het weer gauw goed met regelmatig te gaan schrijven en vriendinnetjes voor me'te win nen! Wim A. (11 j.), ik vind het helemaal niet raar, dat, je zolang niet geschreven hebt, want dat komt meer voor. Ook dat dan rouwmoedig beterschap wordt beloofd. Als ik eens langs het voetbal veld kom, zal ik naar je kijken, maar hoe zie er feitelijk precies uit? Mies A. (9 j.)fijn. dat jij je broer weer op het goede pad hebt gebracht. Bedankt ook voor je mopje, het is erg leuk. Nou zeg, als jij op school altijd zo werkt, zal je wel haantje de voorste zijn. Denk om do laatste, zware loodjes, hoor! Ja, wees maar gerust, de nieuwe puzzle is weer voor allemaal. Zo, ik zet weer een grote streep onder het hoekje voor deze week. Nu ben ik nieuwsgierig, wie me de meeste raad sels stuurt. Niet meer dan 50 tegelijk hoor! ©OOGQGGOQGGOGQGGOGOOGGGGOGGOGOOOGGGGOGGGGGGGGGGGGGGGGGGCaGGQGGGGOGGGGGOGGGGGGGGGOGOGGGOGOGGGGOGGg Ons Romanbijvoegsel >0OOOOOOQOOOOO©OQOQOOOOOOQOGQQQQOOOOQOQQOOOOGOOOOOC©QOOOOOOOOGOQOOOOOOOOOOOOOO0OOQQQQQÖOOOOOQQOOOOOOOOOOOG<i INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: De kapitein en commandant van de gewapende politie in het district Bila (Sumatra's Oostkust) is bevriend met de fakir Si Malaga, een mohammedaan, die reeds herhaaldelijk merkwaardige staaltjes van speurders-capaciteiten heeft vertoond. Si Malaga zegt óp een avond, onheil te voorvoelen: „Ik zie drie vlammende, bloedige strepen. De dood rijdt door bos en nacht". Later zegt hij, dat hij in een droom beeld de vriend van de kapitein 'n planter die Friedrich von König is ge heten met een kris doorstoken dood in het oerwoud zag liggen. Inderdaad wordt König later ver moord in het bos gevonden. Enkele dagen daarna krijgt de com mandant bericht, dat een met kostbare edelstenen bezette kist, waarin „de tul band van de profeet" bewaard werd, uit een moskee gestolen was. Op de plaats waar de kist gestaan had, was een stuk papier met drie rode strepen neergelegd. De commandant gaat op onderzoek uit en ondervraagt een Chinese koop man, die de dieven met de kist het bos in had zien vluchten. Een aantal Chinese kooplieden, ver dacht van medeplichtigheid, wordt ge arresteerd. Later wordt de kist leeg teruggevonden. De inlandse bevolking neemt een drei gende houding aan, zodra de gevanga- nen het dorp binnen worden gebrac.it. De radja brengt met zijn gevolg een bezoek aan de politie-commandant om hem te danken voor zijn optreden tegen de schenders van het Mohammedaanse heiligdom. De radja zegt, dat hij de ge vangenen onder de vreselijkste marte lingen ter dood zal brengen. 5) Ik drukte op de tafelschel en een ogen blik later liet Sodikromo de priester bin nen Hij ooog diep met gekruiste armen en trad daarn- schier geruisloos naderbij. Wel, Si Timbo, wat heb je ons mee te delen? De priester boog wederom; zijn donker gelaat leek als uit steen gehouwen en getuigde van diepe ernst. Ik heb, antwoordde hij: voor de toean commandant gebeden. Onwillekeurig moest ik lachen om de plechtige toon, waarop dit te mijner ken nis werd gebracht. Luitenant Karsten keek de onwelkome bezoeker enigszins verbaasd aan. Hopelijk meent Mohammed het goed met me, niettegenstaande ik een ongelo vige ben, zei ik zo ernstig mogelijk: Ik moet eerlijk toegeven, dat ik wel wat hulp kan gebruiken! De toean commandant strijdt voor ons. Alle officieren en soldaten hebben hun leven veil voor het heiligdom der ge lovigen; zij vervolgen de moskeeschenders «n zuilen hen straffen, Er verscheen een boy. die ons verfris sende dranken bracht. Wij deden ons bei den hieraan te goed en toen de bediende weer geruisloos vertrokken was, zei ik de draad van het gesprek weer opnemend: Ja. Si Timbo, dat is ons beroep. Wij moe ten ledereen vervolgen, die de wetten van het land overtreedt. Maar is dat alles wat je op het hart hebt? Timbo schudde ontkennend fcet hoofd. Niet alles, toean commandant! Wij hebben de heilige kist met de kostbare edelgesteenten teruggekregen en daar voor zijn we u dankbaar. Maar de heili ge schritrollen vonden we er niet in en evenmin hier liet hij zich op zijn knie- en vallen en beroerde drie maal de grond met zijn voorhoofd «evenmin de tul band van de profeet, het heiligste reli- quie van onze moskee, die geluk en zegen brengt..Hij wond zich meer en meer op en zijn stem sloeg over. toen hij zijn jammerklacht besloot met de woorden: Hoort ge, toean commandant, de heilige tulband.is gestolen! Luitenant Karsten, een halfbloed, die zich in stilte' zat te ergeren over dit door zijn fanatisme ir gegeven optreden van de priester, hield het niet langer uit. Ach wat, zeihij ongeduldig en enigszins ondoordacht; de dieven heb ben die oude lap natuurlijk niet kun nen. gebruiken en hem ergens wegge gooid. v Hevig verontwaardigd sprong de priester overeind. Toean luitenant, riep hij, bevend van woede: Ik heb achting voor u in het hart, maar mijn toorn zal mij u tot vijand maken, als u de heilige tul band met een oude lap vergelijkt! Nou, nou, Si Timbo, trachtte ik hem te kalmeren: wind je maar met op. De toean luitenant heeft het zo niet gemeend. Weet je dan niet, dat hij eveneens zijn leven heeft gewaagd om de tulband terug te vinden? Maar de bevig vertoornde geestelijke luisterde niet eens naar mijn woorden Hij wachtte slechts tot ik had uitge sproken en vervolgde daarna op de zelfde irriterende toon: Vergeet toch niet toean luitenant, dat slechts uw vader een ongelovige eon Christen was, maar uw moeder een dochter van onze stam, eep gelovige: zij heeft de heilige tulband, die u een oude lap noemt, aan beden! Karsten werd plotseling rood van kwaadheid en hij moest zich met ge weld beheersen om de man tegenover hem niet naar de keel te vliegen. Si Timbo .riep hij dreigend: ik verbied je, een dergelijke toon tegen mij aan te slaan! Zich daarop tot mii wendend: Kapi tein, ik verzoek u mij tegen dergelijke onbeschaamde opmerkingen te vrij- waren! .Het was een moeilijk geval. Het viel niet te ontkennen, dat Karsten zich op ongepaste wijze over iets, wat de pries ter heilig was, had uitgelaten, maar aan de andere kant was de toon van de moefti ook vrij brutaal. Ons prestige alleen reeds dwong me partij voor Kar sten te kiezen. Si Timbo, zei ik dus streng: hoe durf je het te wagen, hier zo op te treden? Verontwaardiging en toorn dwon gen mij daartoe, toean commandant en dan vraag ik u als man tegenover man: sprak ik onwaarheid? Het aanmatigend optreden van do priester begon nu ook mij te vervelen. Deze Heden bezorgden ons een hoop last en in plaats van zich erkentelijk le tonen voor onze hulp, kwamen zij bo vendien nog met verwijten. Si Timbo, zei ik, nu zelf ook nijdig, de toean luitenant heeft geen onwaar heid gesproken en jij evenmin, maar die brutale toon wens ik niet te horen! Als jullie de tulband van de profeet als je grootste heiligdom beschouwen, heb je ook de plicht hem goed te be waren en er zelf vdbr te zorgen, dat hij niet gestolen wordt! Jullie slaperig heid is ten slotte oorzaak geworden, dat hier een opstand is uitgebroken waardoor reeds bloed is vergoten en enige lieden achter de tralies zijn ge zet. Zelfs het leven van de radjah is er mede door in gevaar gebracht. Jullie zijn niets meer of minder dan een stel luie varkens, die de profeet slechts dan lief hebben, als hij jullie een gemakke lijk en zorgeloos leventje schenkt. Maar je bent bij elkaar te stom en te gemak, zuchtig om behoorlijk je plicht te doen en het heiligste wat je is toevertrouwd zorgvuldig te bewaken. En als dan eens door anderen van die slapheid gebruik wordt gemaakt, weten jujie niets be ters te doen dan een grote mond op te zetten en je tot de ongelovigen, tot de politie te wenden, die er dan maar weer voor moet zorgen, dat de zaak te recht komt. Of daarbij het leven van tientallen mensen in de waagschaal wordt gesteld, is minder als jullie maar niet te kort komen! Maar ik waarschuw jou en je collega's nu voor het laatst, Si Timbo;* als er nog éénmaal heiligdommen uit de moskee worden gestolen, laat ik alle moefties arreste ren en opsluiten. Misschien dat je het dan eens zult leren. Goed begrepen? Ontzet staarde de priester mij aan. Toean commandant! riep hij ver schrikt. De man' was zichtbaar onder de in druk van mijn reprimande, hoewel de ze stellig niet ten volle gemotiveerd was, maar het kwam er nu in de eerste plaats op aan, ook tegenover deze he ren, die maar al te zeer geneigd wa ren bij het reiken*van een vinger de gehele hand te nemen, ons prestige te handhaven. En van jou, Si Timno. persoonlijk verlang ik, dat je onmiddellijk de toean luitenant je excuses aanbiedt, besloot ik derhalve, zijn opmerking negerend. Hij liet. zich zonder een ogenblik te aar zelen. weer op de grond Wallen. Ik zal doen, wat u wenst, klonk het deemoedig en zich daarop tot Karsten wendend, vervolgde hij: Vergeef me toean luitenant, als mijn tong andere woorden sprak dan mijn hart mij ingaf! Karsten maakte een afwerende bewe ging en stond op. 't Is al goed. Ga maar! zei hij, keerde hem de rug toe en stak een sigaret op. Vragend en onderdanig keek de moefti mij aan; daarna stond hij aarzelend op en sloop naar de deur. Daar bleef hij beslui teloos staan. Wil jc nog wat?, vroeg ik, daar hij bleef zwijgen. Hij zuchtte. Toean commandant., de tulband van de profeet.en fle heilige schriftrollen? De andere moefties zullen er naar vragen. Als het volk wat kalmer geworden is zal ik er nog eens in het berenhol naar laten zoeken. Saja, toean commandant. Wc zullen dan nog eens naar de reliquiën zoeken. Sa- haja! Hij kruiste de armen over elkaar, boog diep en deemoedig en verliet het vertrek. IX Buiten roffelde een trommel; men hoor de dreunende soldatenpassen en het ge kletter van wapens. Ik liep naar het raam en keek naar buiten. Bij het licht van *en groot aantal fakkels liet luitenant Van Trassen de inmiddels gelande soldaten halt maken en de geweren aan rotten zet ten. Daarna ging hij het gerechtsgebouw binnen en een ogenblik later stond hij te genover me. Twee officieren, zes onderofficieren en vier-enderlig man uit Medan en Ka- loendang present, kapitein! Twee officieren? Wie zijn dat? Luitenant Lefcbre en luitenant Van Beek, kapitein! De beide genoemden traden daarop eveneens binnen en er volgde een har telijke begroeting, daar wij op onze, vaak vrij eenzame posten, elkaar zo weinig zagen, dat het steeds een genoegen was, wanneer de dienst ons weet eens samen bracht. Na een verfrissende dronk, waaraan wij allen behoefte hadden, namen we om de tafel plaats om te beraadslagen. Op een vel papier schetste ik in een paar vluch tige krabbels de residentie van de radja met de voornaamste straten on pleinen, welke het eerst voor bezetting in aanmer king kwamen. Juist toen we het er vrijwel over eens waren op welke punten de beschikbare manschappen dienden te worden gecon centreerd. trad Sodikromo binnen met de boodschap, dat de kapitein en de luitenant der Chinezen gehoor verzochten. Het is hier de plaats met betrekking tot deze zonen van „het hemelse rijk", die eigelijk ten onrechte een militaire titel dragen, iets meer mee te delen. Zij zijn in werkelijkheid ambtenaren van het con sulaat, employe's van de Chinese consul- generaal. In geheel Indië en vooral in die streken waar zich plantages bevinden, heeft de Chinese regering ten behoeve Van de wer kende koelies ambtenaren aangesteld, die ondergeschikt zijn aan de consul-generaal en de Chinese gezant. Tn kleine plaatsen en districten heeft reeds een „luitenant" vrij veel macht, terwijl een „kapitein" on geveer dezelfde functie bekleedt als een consul. Deze regeringsambtenaren verschijnen vaak geheel onaangemeld op de verschil lende plantages, waar zij dan de loonstaten der koelies controleren en zich van even* tuele klachten over de werkgevers op de hoogte stellen. Zij treden dan als bemidde laar op of dienen, wanneer hiermee geen rèsultaat wordt bereikt, een klacht in bij de regering. Hun optreden is over het al gemeen vrij aanmatigend en hun eeuwig queruleren is voor de Indische ambtenaren een bron van voortdurende ergenis. Hier aan is echter weinig te veranderen, want tenslotte heeft elke buitenlandse mogend heid het recht haar onderdanen hulp en bijstand te verlenen. De „kapitein" der Chinezen was geves tigd in Laboe en Batoe, eveneens de stand plaats van de Nederlandsch-Indische con troleur terwijl de „luitenant" der Chinezen in Negri Lama zijn'tenten had opgeslagen. Daar beide heren herhaaldelijk met klachten bij de politie kwamen, gebeurde het meer dan eens, dat ik noodgedwongen met hen moest samenwerken. Vooral de luitenant" viel ons schier onophoudelijk lastig met alle mogelijke futiliteiten, waar van hij dan een cause célêbre trachtte te maken. Door velerlei ervaringen wijs ge worden, weigerde ik echter meestal aan hun verzoek om in te grijpen gevolg te geven en vaak ook verwees ik hen naar de controleur. Daar deze laatste echter veel op reis was en zijn ambtenaren zich eenvoudig niet lieten zien, werden ontel bare klachten der Chinezen op de lange baan geschoven om later te worden ver geten. Over het algemeen was de verstandhou ding dus niet zo heel prettig. Gewoonlijk zag ik hen liever gaan dan komen, maar in dit geval was hun bezoek, ondanks iet vooruitzicht, dat ik hen niet gemakkelijk kwijt zou raken, mij' toch niet geheel on welkom, omdat ik er een mogelijkheid in zag. zonder strijd en nodeloos bloedver-, gieten, de rust en orde in Negri Lama te herstellen. Wij groepeerden ons dus opnieuw rond de tafel, welke in allerijl werd opgeruimd en zetten ons gelaat in een zo plechtig mogelijke plooi, zodat de Chinezen een van ernst doortrokken college tegenover zich vonden, toen Sodikromo met een zwaai beide deuren voor hen opende. Hoffelijk verhieven we ons van onze plaatsen. Ik trad het tweetal tegemoet en stak hun de hand toe, die zij grijn zend en onophoudelijk buigend, schud den. Nadat ook de andere officieren op deze wijze waren begroet, namen zij, daartoe uitgenodigd, aan de grote tafel, plaats. Beiden waren zij gekleed in de ge bruikelijke witte tropenkleding, waarop het onderscheidingsteken van hun rang was aangebracht. Hun glad geschoren schedel, van welks midden de keurig ge vlochten staart afhing, geleek een biljart bal. Beide heren, zowel de „kapitein' een dikke, ietwat sluwe glurende man van middelbare leeftijd, als zijn onder geschikte, de magere, tanige „luitenant bewaarden een diep stilzwijgen. Zij ver wachtten van mij, dat ik de bespreking zou openen en het leek mij verkieslijk het min of meer pijnlijke stilzwijgen zo spoedig mogelijk te verbreken. Ik wendde mii dus rechtstreeks tot hen en zei zo plechtig mogelijk: „Mag ik de herw v«r. zoeken, het doel van hun bezoek mee te delen U zult in ons opmerkzame toe hoorders vinden, maar daar onze tijd uiteraard beperkt is, moet ik de heren ambtenaren wel vriendelijk verzoeken, hun bezwaren in zo beknopt mogelijke vorm kenbaar te maken." De Chinezen rezen statig overeind en maakten een buiging. Zeer gaarne, toean commandant, ant woordde de kapitein eerbiedig: U komt met dit verzoek ook aan onze wensen tegemoet, omdat het gebeurde veel woor den overbodig maakt m slechts zo spoe dig mogelijk een practisëhe oplossing eist. Naar onze mening. Pardon, viel ik hem in de rede: met alle respect voor uw mening, moet ik er toch op aandringen, dat we ons tot de feiten bepalen Goed. toean kapitein, knikte de Chi nees: een feit is het dus. dat uit de moskee een kostbare cassette, welke islamitische reliquiën bevatte, ontvreemd is. De daarover heersende verontwaardi ging beperkt zich niet tot de Mohamme danen, maar wordt in Chlnees-boedhis- tische kringen gedeeld, vooral wel daar om, omdat u zonder enig bewijs geachte en vredelievende Chinese onderdanen als de daders van dit misdrij'f hebt laten arresteren. Wederom zag ik me genoodzaakt hem te interrumperen, want deze beschuldi ging was, na hetgeen er gebeurd was, wel zeer misplaatst. Ik moet u dringend verzoeken u van elke critiek op mijn ambtelijk ingrijpen te onthouden. Ik ben niet in dienst van de Chinese, maar van de Nederlandsch- Indische regering Een ogenblik wierpen de beide Aziaten mij uit hun spleetogen een boosaardige blik toe. maar met de merkwaardige zelfbeheersing, hun ras eigen, trokken zij reeds de volgende seconde hun geel gelaat in een onderworpen plooi. De ka pitein griinsde minzaam en boog opnieuw alsof ik heb een compliment had gemaakt. Ik heb mij geenszins willen verstou ten critiek te oefenen op het beleid van de toean commandant.... Integendeel, ik constateer slechts feiten, zoals meneer de commandant dié van mij verlangde. Want een feit is het toch, dat een aantal onschuldige Chinese handelaren in arrest is gesteld. Als gevolmachtigde van mijn regering moet ik tegen deze handelwijze protesteren en ik verzoek u daarom vriendelijk onmiddellijk hun invrijheid stelling to willen bevorderen Tal van onderhandelingen als deze hadden mij in de loop der jaren geleerd mijn ziel in lijdzaamheid te bezitten. Hoewel het me enige moeite kostte, slaagde ik er toch in althans uiterlijk volkomen kalm te blijven. Het spijt me, op dit verzoek afwij zend te moeten beschikken", zei ik der halve rustig en een levendig hoofdknik ken der andere officieren bewees, dat dezen er allen net zo over dachten. Met het zelfde recht, vervolgde ik: zoudt u eveneens de vrijlating kunnen verlangen van de Chinese kerkrovers, die wij eerst na een moeilijke achter volging en een bloedige strijd hebben kunnen arresteren. De beide Chinezen keken elkaar ver legen aan. Daarover, antwoordde tenslotte wat aarzelend de oudste van de twee: wilde ik straks spreken. Want het schijnt in derdaad, dat zij zich aan strafbare han delingen hebben schuldig gemaakt. Ach kom kon luitenant Trassen zich niet weerhouden lachend op te mer ken: Neemt u mij niet kwalijk, kapitein, dat ik mij er tussen meng, maar een dergelijke loyale bekentenis van de Chi nese heren ambtenaren is wel zo iets buitengewoons, dat wel geen enkele Europeaan aan de Oostkust daarover zijn lachen zou kunnen bedwingen. De aldus bespotte grijnsde kwaadaar dig, slikte een paar maal en zei: Toean luitenant, ik doe slechts mijn plicht! Natuurlijk, kapitein, knikte ik. hem kwasi bijvallend toe: en daarom wil ik u dan ook wel ambtshalve toevertrou wen, dat de gearresteerde rovers slechts handlangers zijn van dc voorlopig in hechtenis genomen juweliers Ah riepen dc beide zonen van het hemelse rijk als uit één mond: dat is een zeer gewaagde beschuldiging Dreigend kruisten zich onze blikken Jazei ik gedecideerd: maar ik zou haar niet uiten, als ik geen bewij zen had En daarom spijt het me, niet aan uw verzoek te kunnen voldoen. Ik kan en mag deze lieren niet vrijlaten; integendeel, zij zullen dezer dagen ter beschikking worden gesteld van c,e justi tie te Batavia. Enige ogenblikken fluisterden de bei de ambtenaren opgewonden met elkaar. Daar het gesprek echter in het Chinees werd gevoerd, verstond ik geen woord, Eindelijk richtte de kapitein zich weer tot. mij. waarbij hij met een spottend lachje opmerkte: Neemt u mij niet kwa lijk, toean commandant, als ik er voor waarschuw, dat. U zich op een verkeerd spoor bevindt .want in de eerste plaats hebben juweliers niet de minste belang stelling voor kerkelijke reliquieën, zoals deze waardeloze tulband; en in de twee de plaats heeft men, naar ons ter ore is gekomen, in de cassette een aanwij zing gevonden tegen de werkelijke dader, namelijk een briefje.... met drie rode strepen. Dat is, dunkt me, toch wel het beste bewijs, dat niet de juweliers, maar een of andere Visjnoeiet de dader is Mogelijk, gaf ik schouderophalend toe: Het onderzoek 'zal dat wel aan het licht brengen. Maar in ieder geval heb ben wij thans reeds vastgesteld, dat een of andere wraakzuchtige Visjnoeitische priester, die. zoals u terecht opmerkt, zijn visitekaartje heeft achtergelaten, sa menwerking gezocht cn gevonden met de Chinese juweliers. Het was hem slechts om de Islamitische heiligdommen, nl. de tulband cn de schriftrollen, te doen. maar de juweliers heeft hij schadeloos gesteld door aan hen de cassette over te laten, welke met een groot aantal waardevolle edelgesteenten was bezet. En naar ik voorts uit de besti? bron heb vernomen, koesterden uw landgenoten het voorne men, dege juwelen in Sirrgapore mis schien ook "Penang te verkopen of, in dien dit niet mogelijk zou blijken, naar China te verschepen. U ziet, dat we uit stekend zijn ingelicht. De dikke consulaatsambtenaar beet zich van woede op de lippen. Opnieuw wendde hij zich in een opgewonden fluistertoon tot zijn metgezel en de vluch tige blikken, welke het tweetal ons van tijd tot tijd toewierp, getuigden waarlijk niet van bijster vriendschappelijke ge- voelens. Na een poosje, waarin zij bei-* den niet veel verder schenen te zijn ge komen, richtte de „kapitein" wederom het woord tot ons. Zijn toon was vrij onhebbelijk, toen hij opmerkte: Natuur lijk zult u uw beschuldigingen ook kun nen bewijzen. Van onze kant zullen wij dat althans moeten eisen 1 De geërgerde gebaren der andere of- ficieren bewezen, dat dit aanmatigend optreden der Chinezen niet alleen mij begon te vervelen. Het werd tijd er «en eind aan te maken. U kunt er van op aan, antwoordde ik, nu ook geprikkeld: dat het bij de behandeling van de strafzaak tegen deze arrestanten niet aan bewijzen zal ont breken en ik twijfel er niet aan. of men zal u t.z.t. gaarne in. de gelegenheid pel len daarvan kennis te nemen. Voor het overige geloof ik, dat we dan nu het onderhoud als geëindigd kunnen be schouwen. Enigen van ons stonden van de tafel op. ten bewijze, dat wij op verdere on derhandelingen geen prijs stelden, maar deze afwijzende houding scheen de he ren toch wel even te verontrusten. De „kapitein" hief althans bezwerend zijn hand op en zei ernstig: Meneer de commandant, in verband met de ernst van de toestand cn vooral ook om de opwinding onder de Chinese bevolking weg te nemen, ^ou ik willen voorstellen de in hechtenis genomen kooplieden tegen een behoorlijke cautie vrij te laten. Het split antwoordde ik: maar daarover heb ik niet te beslissen. Met een dergelijk verzoek zult u zich tot da bevoegde instantie, in dit geval de coir- troleur. moeten wenden. Ach. wees de ander af: u weet hoe moeilijk de controleur te bereiken is, vooral op het ogenblik, nu ht.i zich op een dienstreis bevindt. Er zouden zeker drie dagen mee heengaan. Intussen breekt hiér een burgeroorlog uit, waarvan de gevolgen niet te overz.ien zijn. Die vele soldaten daarbuiten zijn toch waarschijn lijk niet hierheen gekomen om rustig toe te zien, hoe men elkaar te lijf gaat? Zolang de Chinese bevolking zich rustig gedraagt, zal er voor ons inder daad niet v el meer te doen' zijn aan rustig toe te zien. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4