OVERWELDIGENDE HULD IN DE HOOFDSTAD Een verantwoordelijkheid bijna te zwaar" Een Koningin neemt afscheid Blijd e mcomste jlL Minister-president bij de troonswisseling DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN 70ste JAARGANG WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1948 No., 20712 1? Koningin Wilhelmina is naar Amsterdam gekomen. In de hoofdstad des rijks wilde zij het gouden jubileum vieren van haar regering. Zij kwam er ook om de Kroon over te geven aan haar Dochter en tenslotte om als Koningin afscheid te nemen van het volk van Nederland. En dit volk is in een stroom uit stad en dorp naar Amsterdam getrokken om van dit alles ge tuige te wezen en om ondubbelzinnig te doen blijken van zijn liefde en dankbaarheid voor de jubilerende Vorstin en niet min der voor de nieuwe Koningin. Zo werd Amsterdam in deze dagen het hart van Nederland. Het begon Maandagmiddag met de luisterrijke intocht van de Kojiingin. Door een zijvenster van het paleis mag prinses Marijke op de arm van een hofdame het festijn mee maken Begroeting door burgemeester d'Ailly H. M. de Koningin en het prinselijk gezin op het balcon van het paleis na de intocht van Hare Majesteit in de hoofdstad Glorieuze intocht Op de Dam Na beëindiging van het Jubileumspel „in Neerlands tuin" in het Olympisch Stadion xoerd de kroon, het symbool van de eenheid des volks, door de stad naar de Dam gedragen. Hier passeert de stoet de Clerqstraat Bij de grootse jubileum-manifestatie in het Olympisch Stadion te Amsterdam heeft H. M. de Koningin voor de microfoon het volgend roerend woord van dank en afscheid gesproken tot het Nederlandse volk AUBADE OP DE DAM 19.000 man zingen Hare Majesteit toe De aankomst der Kon. familie aan het Stadion ter bijwoning van de Jubileum-manifestatie. H. M. begroet de opgestelde erewacht, be staande uit oud-adelborsten en kadetten, die bij de inhuldiging van H. M. Koningin Wilhelmina in 1898 dienst deden als erewacht bij de pergola. Maandagmiddag, 30 Augustus Eén minuut te vroeg, om 17.01 uur, stoomde Maandagmiddag de kon. trein de glazen overkapping van het Amstelstation binnen en kwam langs het tweede per ron tot stilstand. Terwijl strak en kortaf de commando's klonken en de ere-com- pagnie van de Marine het geweer presen teerde, hieven de mannen van de Mari nierskapel de geweldig blinkende hoorns rond de schouders, zetten de blaasinstru. menten aan de mond en onder de tonen van het Wilhelmus" betrad II.M. Ko ningin Wilhelmina voor het laatst als Koningin de bodem van de hoofdstad. Bij het station stond het zwart van de mensen, maar rondom het kleine plant soen vlak voor de stationsuitgang had men slechts de vaandeldragers van tien. tallen Amsterdamse verenigingen en het mannenkoor van Fred Roeske een plaats gegeven, terwijl links langs de hele trot, toirband de allerkleinste Amsterdammer, tjes, de kinderen uit de wees- en kleuter huizen, de rijweg afzoomden met een kleurigheid van wit en oranje en rood- wit-blauw. Een kleine groep genodigden stond in het gedempte namiddaglicht onder de glazen overkapping en voorts 'n klein leger fotografen en de journalisten. Hare Majesteit betrad vlug. door nie mand geholpen, het perron. Zij was ge kleed in een lange donkerpaarse mantel van velours chiffon, een grijze toque met een grijze veer en in de arm, waaraan Zij een grijze slangenleren tas droeg, een bouquet oranje bloemen. Men kan de Koningin nu honderd kereit van nabij hebben zien aankomen, het blijft toch telkens weer indrukwek kend. En deze begroeting dit voelde iedereen was méér dan dat. Amster dam mocht als hoofdstad voor het laatst Nederland vertegenwoordigen tegenover zijn Koningin. Burgemeester d'Ailly, die op Haar toeschreed, werd direct zo ongedwongen en zo belangstellend verheugd door Haar begroet, daarna mevrouw d'AillyFritz en haar dochtertje Olga, dat paarse orchideeën aanbood, de andere autoritei. ten en vervolgens de ere-compagnie van de luit. ter zee le klasse baron de Vos van Steenwijk. „Als burgemeester van de hoofdstad des rijks", zei burgemeester d'Ailly even later in de stationshal, die tot een tuin van groen en bloemen was herschapen, „heet ik U welkom bij Uw bezoek, dat ditmaal zulk een bijzonder karakter draagt. Meer dan ooit heeft de hoofdstad, met inachtneming van de door U uitge sproken wen$ van soberheid, zich getooid. Een vreugdetooi ter ere van Uw gouden jubileum als onze Vorstin, een extra- vreugdetooi omdat Uw dochter over enkele dagen, vereenkomstig Uw wens, Uw taak als onze Vorstin zal overnemen" Burgemeester d'Ailly spreekt van haar regeringsperiode, van de liefde, die het vaderland Haar toedraagt, van de band tussen Oranje en Nederland en de wijding die dit regeringsjubileum krijgt, nu het 'evens het einde van een periode bete kent. En tenslotte van de weemoed om een scheiding, die aanstaande is. H.M, de Koningin antwoordde hierop: Mijnbeer de Burgemeester, Ik dank U voor de woorden tot mij gesproken; het verheugt mij, dat ik in de hoofdstad des rijks, in het hart van ons land, mijn jubileum mag vieren. Amsterdam zal voor mij steeds zijn de stad, waar het volks verzet tegen de overweldiger het eerst als een vlam naar buiten sloeg, de stad, die was; heldhaftig, stand vastig, barmhartig. Het zal mij dan ook een groot ge noegen zijn onder de regering van Koningin Juliana nog vele malen in uw stad te vertoeven en te genieten van het schone en goede, dat zij te bieden heeft. Dat Amsterdam moge groeien en bloeien. Buiten stonden duizenden en duizen den, een mensenmassa tot tegen de grijze flatblokken van de Transvaalbuurt. Buiten zong het mannenkoor onder leiding van Fred Roeske een indrukwekkend meer stemmig „Wilhelmus". De Koningin staat eenzaam onder de luifel van het stationsgebouw en luis. tert. Men zingt Haar toe Men zingt Haar het Wilhelmus toe, het lied der Oranjes. Zjj staat daar en Haar ogen gaan over de duizenden wachtende mensen heen. Zij is ontroerd; Zjj glim lacht, maar moet twee-, driemaal slik. ken. Op dit ogenblik gaan vijftig jaren langs Haar heen, komen de herinne ringen, de duizenden zorgen van een gouden regeringsjubileum bij Haar terug, ..Mijn Schilt en de Betrouwen sijt Gij 0 God mijn Heer". van de grootste Oranjetelgen u stert ten aanschouwe van Haar hele 0 k naar dit lied van strijd en gods vertrouwen. Fred Roeske was er helemaal ontdaan y5fr' h.ij ®ven later °P verzoek van ^xru naar vore£1 m°est komen: „Wilt U vragen of Meneer Roeske nog even hier komt?" De Koningin wist nog, dat hij ook bij de inhuldiging in 1898 op de Dam de aubade gedirigeerd had en vroeg hem niet alleen Haar dank over te brengen aan de zangers, maar tevens of hij ook Dinsdag weer zou dirigeren. Even later vertrok de stoet, omringd door donderende motoren van de mili taire politie in de richting van een jui chende stad vol oranje en feestelijke vlaggen. Duizend weeskinderen strooiden bloemen voor de auto van de Koningin. Om tien minuten over half zes begon de Koningin, voorafgegaan door politie, hoofdcommissaris Kaasjager en burge meester d'Ailly in hun auto's en zes rijen marechaussee op de motor, in haar slanke limousine Haar glorieuze intocht in Amsterdam Luide toegejuicht door het publiek dat af en toe buiten zich zelf was van enthousiasme en met alles wat maar een rood-wit-blauwe of oranje kleur had, zwaaide, reed H. M. minzaam wuivend en glimlachend langzaam door de feestelijk versierde straten. De mili tairen en matrozen stonden stram en pre senteerden het geweer en sloegen aan. Rolletjes serpentine daalden naar bene den. De Koningin lachte, boog en wuifde de hele rit lang. Ook de Dam was al vroeg volgelopen. Het middenterrein was met touwen af gezet en daarachter verdrongen zich de mensen. Om even half vier arriveerde een grote auto met H. K. H. Prinses Juliana en haar vier dochtertjes. Er ging een luid hoera op en de Prinses hief de kleine Marijke omhoog om haar aan de mensen te laten zien. Later werd het publiek weer afgeleid door de bewegin gen vhn de erewachten, die gevormd werden door corpsen ,.an de studenten weerbaarheid uit Amsterdam, Leiden en Utrecht. Verder rukte daarna het staf muziekcorps van de politie op. Even over half vijf reed opnieuw een auto voor het Paleis, waaruit ditmaal Prins Bernhard stapte. Hij inspecteerde de ere wacht en dankte voor de hem gebrachte De ministei-president, de heer W Drees, heeft gisterenmiddag in het na tionale programma over beide Neder landse zenders een rede uitgesproken gewijd aan het regeringsjubileum en het heengaan van Koningin Wilhelmina. Het regeringsjubileum en het komende afscheid beide, zo zeide de heer Drees o.m., doen de gedachten teruggaan over heel het lange tijdperk van haar rege ring, maar zeer in het bijzonder over de latere jaren, waarin Koningin en vojk zo zwaar werden beproefd. Wij weten nu voor welk een gans an dere taak Koningin Wilhelmina gesteld is geweest dan zich in de aanvang voor de nog jonge Vorstin liet voorzien. We reldoorlogen, crisissen en revoluties beo ben tijdens haar bewind Europa, ja de wereld uit haar voegen gelicht, staten zijn weggevaagd, volkeren van hun vrij heid beroofd, machtige dynastieën te gronde gegaan. Nederland zelf was 5 jaar lang in' de macht van vreemde over weldigers en ,in de overzeese gebiedsde len liet de oorlog een nasleep van moei lijkheden achter als waarvoor het Ko ninkrijk nooit tevoren heeft gestaan. Naar ons staatsrecht is voor alles waf vanwege de Kroon geschiedt een minis ter, niet de vorst of vorstin verantwoor delijk, maar geen staatsrechtelijke bepa ling, hoe juist en hoe waardevol ook, kan de draagster der Kroon ontheffen van het gevoel van verantwoordelijkheid in hogere dan staatsrechtelijke zin voor het lot van haar volk. Allerminst een vorstin als Koningin Wilhelmina is. En zo heeft zij in de halve eeuw van haar bewind, dat in den beginne door de zon van voorspoed werd beschenen, tenslotte een verantwoordelijkheid te dragen ga had, voor menselijk vermogen bijna te zwaar. Wij weten, dat haar gespannen mede leven met het lijden van ons volk en daarna met zijn moeizame worsteling omhoog, diepe sporen heeft, nagelaten, die de wens verklaarbaar maken aan net einde van deze halve eeuw, na de docr heel het volk gewenste viering van haa- jubileum, de periode van haar bewind af te sluiten en zich terug te trekker in een rust, die aan vorsten pleegt te zijn ontzegd. Maar wij weten ook, dat zii in deze stormachtig bewogen tijd zich getoond heeft een van de grote Oranje-vorsten, die wanneer alles m gevaar was of verloren scheen, moed en v ertrouwen in de toekomst wisten te doen herleven en die .in de strijd voor land en vrijheid vrees noch weifeling kenden. De Kroon, die nieuwe glans heeft ge wonnen in de wijze, waarop zij door Koningin Wilhelmina werd gedragen, zal bij de wording van nieuwe verhoudin gen tussen de delen van het Koninkrijk. Nederland, Indonesië, Suriname en de Ned. Antillen, nieuwe verhoudingen, waarin een synthese zal moeten worden gevonden van zelfstandigheid en samen werking op voet van gelijkheid, een binding van zeer bijzondere betekenis blijken te zijn. Als straks Koningin Wilhelmina, na een halve eeuw een lichtend voorbeeld te zijn geweest van onbegrensde toewij ding en hoge plichtvervulling, naar eigen wens terugtreedt en weer als Prinses der Nederlanden wil worden beschouwd, zui len, zo eindigde de minister-president, de heilwensen en zege-beden van tallozen haar vergezellen, beden, dat nog een rijk gezegerfde levensavond moge volgen, waarin zij land en volk, ja gezegd mag worden de landen en volkeren, die 011 der haar kroon waren verenigd en die haar zo lief zijn. tezamen mag zien opbloeien in een eindelijk weer wer kelijk tot vrede terugkerende we're'd Ook de luit. gouverneur-generaal van Indonesië dr. H van Mook en de gou verneurs van Suriname en de Ned Antillen, dr. W Huender en ir. L Pe ters. hebben gisteren voor de rari'o ae sproken en daarbij getuigd van dank en aanhankelijkheid. hulde. Onderwijl groeide d® menigte aan, overal zag men nu de mensen te voorschijn komen, op daken, tegen schoorstenen en natuurlijk echter alle ra men van het ruime Damplein. Een groot enthousiasme ging door de menigte toen de kleine Prinsesjes zich achter de vensters vertoonden. Naast el kaar stonden Prinses Beatrix en Prinses Irene te wuiven en de kleine Margriet probeerde over de vensterbank heen te kijken, men zag alleen haar handje be wegen. Maar later kreeg zij zeker een bankje, want toen was zij geheel zichtbaar en zwaaide lustig mee. Toen werd Ma rijke op de arm van de nurse voor het raam gebracht en ging er een nieuwe golf var jubel door de mensen. Vooral toen het kleine Prinsesje allerlei vrolijke bewegingen ging maken, de Handjes hoog boven het hoofd klapte en maar knikte en knikte .egen de menigte buiten. Zij kraaide van pret, maar de mensen' had den niét minder plezier. Toen klonken commando's, de stafmu- ziek en de erewachten sprongen in de houding en de stoet reed onder daverend gejuich van de menigte de Dam op. Voorop de motorrijders, met het grom mend geluid van de tientallen gelijkma tige motoren. Eindelijk is Zij er dan: de Koningin. Het gejuich neemt toe, men zwaait en springt, het is een orkaan van geluid en beweging. H. M. stapt uit en in specteert de erewacht en dan wendt Zjj zich tot de enthousiaste menigte en aanKt met lachend gezicht voor de hulde en wuift en knikt. Het Prinselijk gezin is inmiddels voor de ingang van het Paleis gekomen en de Koningin begroet hen hartelijk by het binnen treden. Even later gaan de balcondeuren open en verschijnt H. M. en later het prinselijk gezin op het balcon en weer klinkt een luid en frenetiek gejuich, dat schier geen einde wil nemen. En op het balcon wuift en knikt men maar en lacht en de kleine Prinsesjes zijn vrolijk en onbezorgd. Maar dan gaat de Koninklijke familie naar binnen en verspreidt de menigte zich langzaam, erg langzaam, want niet alleen het plein, maar ook alle omrin gende straten waren volgelopen om deze glorieuze aankomst mee te maken. Ik dank alle aanwezigen voor hun tegenwoordigheid alhier op dit ogenblik. Met vreugde begroet ik de vertegenwoordigers uit Indonesië, Suriname en de Ned. Antillen, die hierheen zijn gekomen om mijn jubileum te herdenken en de inhuldiging van mijn dochter bij te wonen. Dat ik mij, vanwege mijn leeftijd, tot enkele uren feestbetoon, heb moeten beperken, doet mij leed, maar ik geef allen, die ik niet kan ontmoeten, de verzekering, dat ik met hun herdenking meeleef en met ware belangstelling volg al hetgeen zij hebben ondernomen om mijn jubileum te vieren. In het bijzonder waardeer ik daarbij het streven om niet alleen een feest te vieren zonder meer, maar om dingen tot stand te brengen van blijvende waarde voor onze toekomst. Een kleine vergoeding voor het geen mij ontgaat is, dat ik thans door de microfoon tot u kan spreken en zo in persoonlijke aanraking met u kan zijn. Ik zal u niet vermoeien met een opsomming van al wat geschiedde in deze vijftig jaren, slechts wil ik een enkel woord zeggen over hef alles beheersende gebeuren van de jongste tijd, de oorlog, het verzet hier en in Indonesië, onze vrijheidsstrijd. In het bijzonder richt, ik een woord tot allen, die in die strijd, op welke wijze ook, hebben medegestreden. Ik wend mij tot hen, die nog dage lijks hun offer brengen in het leed, dat zij hebben te dragen. Ik gedenk de duizenden die hun leven hebben gegeven. En allen, de levenden en hen die zijn, heengegaan dank ik voor hun vaderlandsliefde en voor wat zij mij gegeven hebben in hun samenwerking. Het is voor mij een vreugde te weten dat ook mijn beidé kinderen, ieder op verschillende wijze, hun uiterste krachten hebben gegeven in de grote strijd voor de bevrijding van het vaderland en met u allen mijn actieve medewerkers zijn geweest. Zij kennen als gij het jongste ver leden, als ikzelf hebben zij met u meegeleefd en begrijpen zij u. Thans loopt dit tijdperk voor mij ten einde. De strijdende taak, die wij allen tezamen gehad hebben, die wij zovele jaren tezamen hebben vervuld, ga ik neerleggen. Veel is er in de oorlogsjaren gedroomd en verwacht van de toekomst Voor velen is de werkelijkheid na de bevrijding een teleurstelling geworden. Ik vertrouw dat gij sterk zult zijn en veel zult verwezenlijken van wat toen als toekomstdromen in ons allen leefde en thans nog leeft. Aan de vooravond van mijn troonsafstand bind ik u dit op het hart. Met erkentelijkheid denk ik voorts aan velen, hetzij hoog of laag geplaatst, die gedurende deze lange jaren mij bij het vervullen van mijn taak hebben bijgestaan. En thans gaan mijn gedachten terug naar het verre verleden, naar mijn kinderjaren en de liefde van mijn onvergetelijke grijze vader. Ik denk aan mijn moeder, aan wie ik zo onuitsprekelijk veel ver schuldigd ben, aan haar, de wijze Regentes, die mij opvoedde en met haar moederlijke ljefde en zorg omringde, aan haar, wier hart steeds uitging naar de lijdenden in ons volk. Ik denk aan mijn innigbetreurde man, die mij bij het vervullen van mijn taak tot grote steun is geweest en wiens nagedachtenis bij ons volk steeds in het teken zal staan van dienende liefde. Nu wend ik mijn blik naar de naaste toekomst, naar de troonsbestijging van mijn dochter. Het is voor mij als moeder een aangrijpend ogenblik, nu mijn kind een stap zet als deze. Zij aanvaardt haar taak in een moeilijke en ingewikkelde tijd, een tijd die vraagt om sterke mensen. Als vanzelf rijst nu voor mij op het beeld van onze stammoeder, wier naam zij draagt. 1 Groot was het geloof. Groot waren de taaie volharding en offervaardig heid. Groot het verstand, de bezieling en het moederlijk hart van Juliana, de moeder van de Vader des Vaderlands. Ik kan mijn dochter geen betere wens medegeven, dan dat zij, geheel als kind van haar eigen tijd, bezieling moge putten uit deze lichtende gestalte, voor wie als voor vele Nederlanders van vroeger en later tijd geldt: Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop geëindigd, jk heb het geloof behouden. De verjaardag van de jubilerende Vorstin werd een blijde jubeldag. Een stralende Oranjezon bescheen heel de dag de feestende stad, die om negen uur in stemming gebracht was door drie-en- dertig saluutschoten van H. M.'s „Karei Doorman" in de haven. Een half uur later marcheerden drie duizend kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school, die de Amsterdamse jeugd ver tegenwoordigden bij de aubade, naar de Dam. Allen hadden een plastic Oranje- vlaggetje en zy waren onder leiding van hun Zusters en Fraters en onderwijzers. Later kwamen ook de volwassen zangers en zangeressen aanmarcheren; het werd een leger van ongeveer 19.000 deel nemers Om half elf was ieder op zijn plaats. Toen arriveerde ook de grijze maar fieve Fred J. Roeske, de traditio nele aubade-dirigent, die dat al doet van het eerste jaar van H. M.'s regerings periode af- De nu tachtig jarige musicus gaf door de microfoon zijn instructies. En onderwijl hield men zich bezig met het kijken naar het oprukken van de wacht, bestaande uit de muziek en een detachement van de grenadiers, die met trommels en paradebazuinen kwamen aangemarcheerd. Ook de vijf muziek corpsen, die de aubade zouden bege leiden, hadden inmiddels hun plaats in genomen. Precies elf uur gingen de balcondeuren' open en verscheen de Koningin, verge zeld door de gehele Prinselijke familie, op het balcon. En tegelijkertijd zette het machtige koor het „Wilhelmus" in, waar van het eerste en zevende couplet wer den gezongen. Breed en zwaar, maar ook stralend weerklonk de oude, prachi ge melodie door de grote ruimte tussen de gebouwen. En toen met een breed ge baar Roeske het gezang liet beëindigen, barstte een oorverdovend, laaiend juichen op. De duizenden oranje-vlaggetjes wuifden, het was een zee van woelig oranje, het was eer. machtig, vreugde vol, ontroerend geluid. De Koningin en het Prinselijk gezin wuifden terug en dankten en namen vervolgens met burge meester d'Ailly plaats om de zanghuide te aanhoren. Achtereenvolgens zong men toen ..Dankt allen God den Heer", „Aan de Koningin", een nieuw lied van Roeske, „Vaderlands lied' en „Wij willen Hol land houden". Dan zette, gedragen en sonoor het slot lied in: „Dat 's Heren zegen op U daal'. Ontroerd en machtig, aangevuu-d d«or de kleine, oude dirigent weerk or.k de mooie melodie tussen de gotp hoee ge bouwen, die gezamenlijk de ruimte als van een machtige kathedraal vormen En ontroerd dankte daarna de Kmiren voor deze mooie, zinrijke hulde Maar het juichen en wuiven hield aan Op het balcon stond men nu weer, de Koningin wuivend en lachend, naast Haar de kleine Margriet, daarnaast Prinses Juliana met de kleine Marijke op de arm, daarnaast Irene en Beatrix en er achter Prins Bernhard. Lang duurde deze enthousiaste hulde, maar tenslotte trok de Koninklijke familie zich in het Paleis terug. DE KANTOREN zijn gevestigd te Rotterdam, Kortenaerstraat 1, telefoon 25270; te Schiedam, Broersvest 8, telefoon 68804. Giro-nummer 9U95 ten name van „De Maasbode- Stichting" Rotterdam. De abonnementsprijs bedraagt 1 3.45 per kwartaal 1.15 per maand, 1 0.30 per week. Directeur: J KU1JPERS. Hoofdredactie: Prof. Dr. ST. TESSER O.P. LEO J. M. HAZELZET. Algemeen Redacteur: H. A. PAALVAST. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT DE ADVERTENTIE-PRIJS op gewone kolom breedte bedraagt 15 ets. per millimeter hoogte. Ingezoftden Mededelingen op redactionele kolom breedte 30 ets. per millimeter hoogte. Contract-tarieven tegen gereduceerde prijs op aanvrage bij de Administratie verkrijgbaar. KAMPIOENEN tot 20 woorden 1 L—Ieder woord meer 5 ets. Maximum 50 woorden. Uitsluitend bij vooruitbetaling.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 1