OVERWELDIGENDE HULD
IN DE HOOFDSTAD
Een verantwoordelijkheid
bijna te zwaar"
Een
Koningin neemt
afscheid
Blijd
e mcomste
jlL
Minister-president bij de troonswisseling
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
70ste JAARGANG
WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1948
No., 20712
1?
Koningin Wilhelmina is naar Amsterdam gekomen. In de
hoofdstad des rijks wilde zij het gouden jubileum vieren van
haar regering. Zij kwam er ook om de Kroon over te geven aan
haar Dochter en tenslotte om als Koningin afscheid te nemen
van het volk van Nederland. En dit volk is in een stroom uit
stad en dorp naar Amsterdam getrokken om van dit alles ge
tuige te wezen en om ondubbelzinnig te doen blijken van zijn
liefde en dankbaarheid voor de jubilerende Vorstin en niet min
der voor de nieuwe Koningin.
Zo werd Amsterdam in deze dagen het hart van Nederland.
Het begon Maandagmiddag met de luisterrijke intocht van de
Kojiingin.
Door een zijvenster van het paleis
mag prinses Marijke op de arm
van een hofdame het festijn mee
maken
Begroeting door burgemeester
d'Ailly
H. M. de Koningin en het prinselijk gezin op het balcon van het paleis na de intocht van Hare
Majesteit in de hoofdstad
Glorieuze intocht
Op de Dam
Na beëindiging van het Jubileumspel „in Neerlands tuin" in het Olympisch Stadion xoerd de kroon, het
symbool van de eenheid des volks, door de stad naar de Dam gedragen. Hier passeert de stoet de
Clerqstraat
Bij de grootse jubileum-manifestatie in het Olympisch Stadion
te Amsterdam heeft H. M. de Koningin voor de microfoon het
volgend roerend woord van dank en afscheid gesproken tot het
Nederlandse volk
AUBADE OP DE DAM
19.000 man zingen
Hare Majesteit toe
De aankomst der Kon. familie aan het Stadion ter bijwoning van de
Jubileum-manifestatie. H. M. begroet de opgestelde erewacht, be
staande uit oud-adelborsten en kadetten, die bij de inhuldiging van
H. M. Koningin Wilhelmina in 1898 dienst deden als erewacht bij
de pergola.
Maandagmiddag, 30 Augustus
Eén minuut te vroeg, om 17.01 uur,
stoomde Maandagmiddag de kon. trein de
glazen overkapping van het Amstelstation
binnen en kwam langs het tweede per
ron tot stilstand. Terwijl strak en kortaf
de commando's klonken en de ere-com-
pagnie van de Marine het geweer presen
teerde, hieven de mannen van de Mari
nierskapel de geweldig blinkende hoorns
rond de schouders, zetten de blaasinstru.
menten aan de mond en onder de tonen
van het Wilhelmus" betrad II.M. Ko
ningin Wilhelmina voor het laatst als
Koningin de bodem van de hoofdstad.
Bij het station stond het zwart van de
mensen, maar rondom het kleine plant
soen vlak voor de stationsuitgang had
men slechts de vaandeldragers van tien.
tallen Amsterdamse verenigingen en het
mannenkoor van Fred Roeske een plaats
gegeven, terwijl links langs de hele trot,
toirband de allerkleinste Amsterdammer,
tjes, de kinderen uit de wees- en kleuter
huizen, de rijweg afzoomden met een
kleurigheid van wit en oranje en rood-
wit-blauw.
Een kleine groep genodigden stond in
het gedempte namiddaglicht onder de
glazen overkapping en voorts 'n klein
leger fotografen en de journalisten.
Hare Majesteit betrad vlug. door nie
mand geholpen, het perron. Zij was ge
kleed in een lange donkerpaarse mantel
van velours chiffon, een grijze toque met
een grijze veer en in de arm, waaraan
Zij een grijze slangenleren tas droeg, een
bouquet oranje bloemen.
Men kan de Koningin nu honderd
kereit van nabij hebben zien aankomen,
het blijft toch telkens weer indrukwek
kend. En deze begroeting dit voelde
iedereen was méér dan dat. Amster
dam mocht als hoofdstad voor het laatst
Nederland vertegenwoordigen tegenover
zijn Koningin.
Burgemeester d'Ailly, die op Haar
toeschreed, werd direct zo ongedwongen
en zo belangstellend verheugd door Haar
begroet, daarna mevrouw d'AillyFritz
en haar dochtertje Olga, dat paarse
orchideeën aanbood, de andere autoritei.
ten en vervolgens de ere-compagnie van
de luit. ter zee le klasse baron de Vos
van Steenwijk.
„Als burgemeester van de hoofdstad
des rijks", zei burgemeester d'Ailly even
later in de stationshal, die tot een tuin
van groen en bloemen was herschapen,
„heet ik U welkom bij Uw bezoek, dat
ditmaal zulk een bijzonder karakter
draagt. Meer dan ooit heeft de hoofdstad,
met inachtneming van de door U uitge
sproken wen$ van soberheid, zich getooid.
Een vreugdetooi ter ere van Uw gouden
jubileum als onze Vorstin, een extra-
vreugdetooi omdat Uw dochter over
enkele dagen, vereenkomstig Uw wens,
Uw taak als onze Vorstin zal overnemen"
Burgemeester d'Ailly spreekt van haar
regeringsperiode, van de liefde, die het
vaderland Haar toedraagt, van de band
tussen Oranje en Nederland en de wijding
die dit regeringsjubileum krijgt, nu het
'evens het einde van een periode bete
kent. En tenslotte van de weemoed om
een scheiding, die aanstaande is.
H.M, de Koningin antwoordde hierop:
Mijnbeer de Burgemeester,
Ik dank U voor de woorden tot mij
gesproken; het verheugt mij, dat ik
in de hoofdstad des rijks, in het hart
van ons land, mijn jubileum mag
vieren. Amsterdam zal voor mij
steeds zijn de stad, waar het volks
verzet tegen de overweldiger het
eerst als een vlam naar buiten sloeg,
de stad, die was; heldhaftig, stand
vastig, barmhartig.
Het zal mij dan ook een groot ge
noegen zijn onder de regering van
Koningin Juliana nog vele malen in
uw stad te vertoeven en te genieten
van het schone en goede, dat zij te
bieden heeft.
Dat Amsterdam moge groeien en
bloeien.
Buiten stonden duizenden en duizen
den, een mensenmassa tot tegen de grijze
flatblokken van de Transvaalbuurt. Buiten
zong het mannenkoor onder leiding van
Fred Roeske een indrukwekkend meer
stemmig „Wilhelmus".
De Koningin staat eenzaam onder de
luifel van het stationsgebouw en luis.
tert. Men zingt Haar toe Men zingt
Haar het Wilhelmus toe, het lied der
Oranjes. Zjj staat daar en Haar ogen
gaan over de duizenden wachtende
mensen heen. Zij is ontroerd; Zjj glim
lacht, maar moet twee-, driemaal slik.
ken. Op dit ogenblik gaan vijftig jaren
langs Haar heen, komen de herinne
ringen, de duizenden zorgen van een
gouden regeringsjubileum bij Haar
terug,
..Mijn Schilt en de Betrouwen sijt Gij
0 God mijn Heer".
van de grootste Oranjetelgen
u stert ten aanschouwe van Haar hele
0 k naar dit lied van strijd en gods
vertrouwen.
Fred Roeske was er helemaal ontdaan
y5fr' h.ij ®ven later °P verzoek van
^xru naar vore£1 m°est komen:
„Wilt U vragen of Meneer Roeske nog
even hier komt?" De Koningin wist nog,
dat hij ook bij de inhuldiging in 1898 op
de Dam de aubade gedirigeerd had en
vroeg hem niet alleen Haar dank over te
brengen aan de zangers, maar tevens of
hij ook Dinsdag weer zou dirigeren.
Even later vertrok de stoet, omringd
door donderende motoren van de mili
taire politie in de richting van een jui
chende stad vol oranje en feestelijke
vlaggen. Duizend weeskinderen strooiden
bloemen voor de auto van de Koningin.
Om tien minuten over half zes begon
de Koningin, voorafgegaan door politie,
hoofdcommissaris Kaasjager en burge
meester d'Ailly in hun auto's en zes
rijen marechaussee op de motor, in haar
slanke limousine Haar glorieuze intocht
in Amsterdam Luide toegejuicht door
het publiek dat af en toe buiten zich
zelf was van enthousiasme en met alles
wat maar een rood-wit-blauwe of oranje
kleur had, zwaaide, reed H. M. minzaam
wuivend en glimlachend langzaam door
de feestelijk versierde straten. De mili
tairen en matrozen stonden stram en pre
senteerden het geweer en sloegen aan.
Rolletjes serpentine daalden naar bene
den. De Koningin lachte, boog en wuifde
de hele rit lang.
Ook de Dam was al vroeg volgelopen.
Het middenterrein was met touwen af
gezet en daarachter verdrongen zich de
mensen. Om even half vier arriveerde
een grote auto met H. K. H. Prinses
Juliana en haar vier dochtertjes. Er ging
een luid hoera op en de Prinses hief de
kleine Marijke omhoog om haar aan de
mensen te laten zien. Later werd het
publiek weer afgeleid door de bewegin
gen vhn de erewachten, die gevormd
werden door corpsen ,.an de studenten
weerbaarheid uit Amsterdam, Leiden en
Utrecht. Verder rukte daarna het staf
muziekcorps van de politie op. Even
over half vijf reed opnieuw een auto
voor het Paleis, waaruit ditmaal Prins
Bernhard stapte. Hij inspecteerde de ere
wacht en dankte voor de hem gebrachte
De ministei-president, de heer W
Drees, heeft gisterenmiddag in het na
tionale programma over beide Neder
landse zenders een rede uitgesproken
gewijd aan het regeringsjubileum en het
heengaan van Koningin Wilhelmina.
Het regeringsjubileum en het komende
afscheid beide, zo zeide de heer Drees
o.m., doen de gedachten teruggaan over
heel het lange tijdperk van haar rege
ring, maar zeer in het bijzonder over
de latere jaren, waarin Koningin en
vojk zo zwaar werden beproefd.
Wij weten nu voor welk een gans an
dere taak Koningin Wilhelmina gesteld
is geweest dan zich in de aanvang voor
de nog jonge Vorstin liet voorzien. We
reldoorlogen, crisissen en revoluties beo
ben tijdens haar bewind Europa, ja de
wereld uit haar voegen gelicht, staten
zijn weggevaagd, volkeren van hun vrij
heid beroofd, machtige dynastieën te
gronde gegaan. Nederland zelf was 5
jaar lang in' de macht van vreemde over
weldigers en ,in de overzeese gebiedsde
len liet de oorlog een nasleep van moei
lijkheden achter als waarvoor het Ko
ninkrijk nooit tevoren heeft gestaan.
Naar ons staatsrecht is voor alles waf
vanwege de Kroon geschiedt een minis
ter, niet de vorst of vorstin verantwoor
delijk, maar geen staatsrechtelijke bepa
ling, hoe juist en hoe waardevol ook,
kan de draagster der Kroon ontheffen
van het gevoel van verantwoordelijkheid
in hogere dan staatsrechtelijke zin voor
het lot van haar volk. Allerminst een
vorstin als Koningin Wilhelmina is. En
zo heeft zij in de halve eeuw van haar
bewind, dat in den beginne door de zon
van voorspoed werd beschenen, tenslotte
een verantwoordelijkheid te dragen ga
had, voor menselijk vermogen bijna te
zwaar.
Wij weten, dat haar gespannen mede
leven met het lijden van ons volk en
daarna met zijn moeizame worsteling
omhoog, diepe sporen heeft, nagelaten, die
de wens verklaarbaar maken aan net
einde van deze halve eeuw, na de docr
heel het volk gewenste viering van haa-
jubileum, de periode van haar bewind
af te sluiten en zich terug te trekker
in een rust, die aan vorsten pleegt te
zijn ontzegd. Maar wij weten ook, dat
zii in deze stormachtig bewogen tijd
zich getoond heeft een van de grote
Oranje-vorsten, die wanneer alles m
gevaar was of verloren scheen, moed en
v ertrouwen in de toekomst wisten te
doen herleven en die .in de strijd voor
land en vrijheid vrees noch weifeling
kenden.
De Kroon, die nieuwe glans heeft ge
wonnen in de wijze, waarop zij door
Koningin Wilhelmina werd gedragen, zal
bij de wording van nieuwe verhoudin
gen tussen de delen van het Koninkrijk.
Nederland, Indonesië, Suriname en de
Ned. Antillen, nieuwe verhoudingen,
waarin een synthese zal moeten worden
gevonden van zelfstandigheid en samen
werking op voet van gelijkheid, een
binding van zeer bijzondere betekenis
blijken te zijn.
Als straks Koningin Wilhelmina, na
een halve eeuw een lichtend voorbeeld
te zijn geweest van onbegrensde toewij
ding en hoge plichtvervulling, naar eigen
wens terugtreedt en weer als Prinses der
Nederlanden wil worden beschouwd, zui
len, zo eindigde de minister-president, de
heilwensen en zege-beden van tallozen
haar vergezellen, beden, dat nog een rijk
gezegerfde levensavond moge volgen,
waarin zij land en volk, ja gezegd mag
worden de landen en volkeren, die 011
der haar kroon waren verenigd en die
haar zo lief zijn. tezamen mag zien
opbloeien in een eindelijk weer wer
kelijk tot vrede terugkerende we're'd
Ook de luit. gouverneur-generaal van
Indonesië dr. H van Mook en de gou
verneurs van Suriname en de Ned
Antillen, dr. W Huender en ir. L Pe
ters. hebben gisteren voor de rari'o ae
sproken en daarbij getuigd van dank en
aanhankelijkheid.
hulde. Onderwijl groeide d® menigte
aan, overal zag men nu de mensen te
voorschijn komen, op daken, tegen
schoorstenen en natuurlijk echter alle ra
men van het ruime Damplein.
Een groot enthousiasme ging door de
menigte toen de kleine Prinsesjes zich
achter de vensters vertoonden. Naast el
kaar stonden Prinses Beatrix en Prinses
Irene te wuiven en de kleine Margriet
probeerde over de vensterbank heen te
kijken, men zag alleen haar handje be
wegen. Maar later kreeg zij zeker een
bankje, want toen was zij geheel zichtbaar
en zwaaide lustig mee. Toen werd Ma
rijke op de arm van de nurse voor het
raam gebracht en ging er een nieuwe
golf var jubel door de mensen. Vooral
toen het kleine Prinsesje allerlei vrolijke
bewegingen ging maken, de Handjes hoog
boven het hoofd klapte en maar knikte
en knikte .egen de menigte buiten. Zij
kraaide van pret, maar de mensen' had
den niét minder plezier.
Toen klonken commando's, de stafmu-
ziek en de erewachten sprongen in de
houding en de stoet reed onder daverend
gejuich van de menigte de Dam op.
Voorop de motorrijders, met het grom
mend geluid van de tientallen gelijkma
tige motoren.
Eindelijk is Zij er dan: de Koningin.
Het gejuich neemt toe, men zwaait en
springt, het is een orkaan van geluid
en beweging. H. M. stapt uit en in
specteert de erewacht en dan wendt
Zjj zich tot de enthousiaste menigte en
aanKt met lachend gezicht voor de
hulde en wuift en knikt. Het Prinselijk
gezin is inmiddels voor de ingang van
het Paleis gekomen en de Koningin
begroet hen hartelijk by het binnen
treden.
Even later gaan de balcondeuren open en
verschijnt H. M. en later het prinselijk
gezin op het balcon en weer klinkt een
luid en frenetiek gejuich, dat schier geen
einde wil nemen. En op het balcon wuift
en knikt men maar en lacht en de kleine
Prinsesjes zijn vrolijk en onbezorgd.
Maar dan gaat de Koninklijke familie
naar binnen en verspreidt de menigte
zich langzaam, erg langzaam, want niet
alleen het plein, maar ook alle omrin
gende straten waren volgelopen om deze
glorieuze aankomst mee te maken.
Ik dank alle aanwezigen voor hun tegenwoordigheid alhier op dit
ogenblik. Met vreugde begroet ik de vertegenwoordigers uit Indonesië,
Suriname en de Ned. Antillen, die hierheen zijn gekomen om mijn
jubileum te herdenken en de inhuldiging van mijn dochter bij te wonen.
Dat ik mij, vanwege mijn leeftijd, tot enkele uren feestbetoon, heb
moeten beperken, doet mij leed, maar ik geef allen, die ik niet kan
ontmoeten, de verzekering, dat ik met hun herdenking meeleef en met
ware belangstelling volg al hetgeen zij hebben ondernomen om mijn
jubileum te vieren.
In het bijzonder waardeer ik daarbij het streven om niet alleen een
feest te vieren zonder meer, maar om dingen tot stand te brengen van
blijvende waarde voor onze toekomst. Een kleine vergoeding voor het
geen mij ontgaat is, dat ik thans door de microfoon tot u kan spreken
en zo in persoonlijke aanraking met u kan zijn.
Ik zal u niet vermoeien met een opsomming van al wat geschiedde in
deze vijftig jaren, slechts wil ik een enkel woord zeggen over hef alles
beheersende gebeuren van de jongste tijd, de oorlog, het verzet hier
en in Indonesië, onze vrijheidsstrijd.
In het bijzonder richt, ik een woord tot allen, die in die strijd, op welke
wijze ook, hebben medegestreden. Ik wend mij tot hen, die nog dage
lijks hun offer brengen in het leed, dat zij hebben te dragen. Ik gedenk
de duizenden die hun leven hebben gegeven. En allen, de levenden en
hen die zijn, heengegaan dank ik voor hun vaderlandsliefde en voor
wat zij mij gegeven hebben in hun samenwerking.
Het is voor mij een vreugde te weten dat ook mijn beidé kinderen, ieder
op verschillende wijze, hun uiterste krachten hebben gegeven in de
grote strijd voor de bevrijding van het vaderland en met u allen mijn
actieve medewerkers zijn geweest. Zij kennen als gij het jongste ver
leden, als ikzelf hebben zij met u meegeleefd en begrijpen zij u.
Thans loopt dit tijdperk voor mij ten einde. De strijdende taak, die
wij allen tezamen gehad hebben, die wij zovele jaren tezamen hebben
vervuld, ga ik neerleggen.
Veel is er in de oorlogsjaren gedroomd en verwacht van de toekomst
Voor velen is de werkelijkheid na de bevrijding een teleurstelling
geworden.
Ik vertrouw dat gij sterk zult zijn en veel zult verwezenlijken van wat
toen als toekomstdromen in ons allen leefde en thans nog leeft.
Aan de vooravond van mijn troonsafstand bind ik u dit op het hart.
Met erkentelijkheid denk ik voorts aan velen, hetzij hoog of laag
geplaatst, die gedurende deze lange jaren mij bij het vervullen van
mijn taak hebben bijgestaan.
En thans gaan mijn gedachten terug naar het verre verleden, naar
mijn kinderjaren en de liefde van mijn onvergetelijke grijze vader.
Ik denk aan mijn moeder, aan wie ik zo onuitsprekelijk veel ver
schuldigd ben, aan haar, de wijze Regentes, die mij opvoedde en met
haar moederlijke ljefde en zorg omringde, aan haar, wier hart steeds
uitging naar de lijdenden in ons volk.
Ik denk aan mijn innigbetreurde man, die mij bij het vervullen van
mijn taak tot grote steun is geweest en wiens nagedachtenis bij ons
volk steeds in het teken zal staan van dienende liefde.
Nu wend ik mijn blik naar de naaste toekomst, naar de troonsbestijging
van mijn dochter.
Het is voor mij als moeder een aangrijpend ogenblik, nu mijn kind
een stap zet als deze. Zij aanvaardt haar taak in een moeilijke en
ingewikkelde tijd, een tijd die vraagt om sterke mensen.
Als vanzelf rijst nu voor mij op het beeld van onze stammoeder, wier
naam zij draagt. 1
Groot was het geloof. Groot waren de taaie volharding en offervaardig
heid. Groot het verstand, de bezieling en het moederlijk hart van
Juliana, de moeder van de Vader des Vaderlands.
Ik kan mijn dochter geen betere wens medegeven, dan dat zij, geheel
als kind van haar eigen tijd, bezieling moge putten uit deze lichtende
gestalte, voor wie als voor vele Nederlanders van vroeger en later
tijd geldt:
Ik heb de goede strijd gestreden.
Ik heb de loop geëindigd,
jk heb het geloof behouden.
De verjaardag van de jubilerende
Vorstin werd een blijde jubeldag. Een
stralende Oranjezon bescheen heel de
dag de feestende stad, die om negen uur
in stemming gebracht was door drie-en-
dertig saluutschoten van H. M.'s „Karei
Doorman" in de haven. Een half uur
later marcheerden drie duizend kinderen
uit de hoogste klassen van de lagere
school, die de Amsterdamse jeugd ver
tegenwoordigden bij de aubade, naar de
Dam. Allen hadden een plastic Oranje-
vlaggetje en zy waren onder leiding van
hun Zusters en Fraters en onderwijzers.
Later kwamen ook de volwassen zangers
en zangeressen aanmarcheren; het werd
een leger van ongeveer 19.000 deel
nemers Om half elf was ieder op zijn
plaats. Toen arriveerde ook de grijze
maar fieve Fred J. Roeske, de traditio
nele aubade-dirigent, die dat al doet van
het eerste jaar van H. M.'s regerings
periode af- De nu tachtig jarige musicus
gaf door de microfoon zijn instructies.
En onderwijl hield men zich bezig met
het kijken naar het oprukken van de
wacht, bestaande uit de muziek en een
detachement van de grenadiers, die met
trommels en paradebazuinen kwamen
aangemarcheerd. Ook de vijf muziek
corpsen, die de aubade zouden bege
leiden, hadden inmiddels hun plaats in
genomen.
Precies elf uur gingen de balcondeuren'
open en verscheen de Koningin, verge
zeld door de gehele Prinselijke familie,
op het balcon. En tegelijkertijd zette het
machtige koor het „Wilhelmus" in, waar
van het eerste en zevende couplet wer
den gezongen. Breed en zwaar, maar ook
stralend weerklonk de oude, prachi ge
melodie door de grote ruimte tussen de
gebouwen. En toen met een breed ge
baar Roeske het gezang liet beëindigen,
barstte een oorverdovend, laaiend juichen
op. De duizenden oranje-vlaggetjes
wuifden, het was een zee van woelig
oranje, het was eer. machtig, vreugde
vol, ontroerend geluid. De Koningin en
het Prinselijk gezin wuifden terug en
dankten en namen vervolgens met burge
meester d'Ailly plaats om de zanghuide
te aanhoren.
Achtereenvolgens zong men toen
..Dankt allen God den Heer", „Aan de
Koningin", een nieuw lied van Roeske,
„Vaderlands lied' en „Wij willen Hol
land houden".
Dan zette, gedragen en sonoor het slot
lied in: „Dat 's Heren zegen op U daal'.
Ontroerd en machtig, aangevuu-d d«or
de kleine, oude dirigent weerk or.k de
mooie melodie tussen de gotp hoee ge
bouwen, die gezamenlijk de ruimte als
van een machtige kathedraal vormen En
ontroerd dankte daarna de Kmiren
voor deze mooie, zinrijke hulde Maar het
juichen en wuiven hield aan Op het
balcon stond men nu weer, de Koningin
wuivend en lachend, naast Haar de kleine
Margriet, daarnaast Prinses Juliana met
de kleine Marijke op de arm, daarnaast
Irene en Beatrix en er achter Prins
Bernhard.
Lang duurde deze enthousiaste hulde,
maar tenslotte trok de Koninklijke
familie zich in het Paleis terug.
DE KANTOREN zijn gevestigd te Rotterdam,
Kortenaerstraat 1, telefoon 25270; te Schiedam,
Broersvest 8, telefoon 68804.
Giro-nummer 9U95 ten name van „De Maasbode-
Stichting" Rotterdam.
De abonnementsprijs bedraagt 1 3.45 per kwartaal
1.15 per maand, 1 0.30 per week.
Directeur: J KU1JPERS.
Hoofdredactie: Prof. Dr. ST. TESSER O.P.
LEO J. M. HAZELZET.
Algemeen Redacteur: H. A. PAALVAST.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
DE ADVERTENTIE-PRIJS op gewone kolom
breedte bedraagt 15 ets. per millimeter hoogte.
Ingezoftden Mededelingen op redactionele kolom
breedte 30 ets. per millimeter hoogte.
Contract-tarieven tegen gereduceerde prijs op
aanvrage bij de Administratie verkrijgbaar.
KAMPIOENEN tot 20 woorden 1 L—Ieder woord
meer 5 ets. Maximum 50 woorden. Uitsluitend bij
vooruitbetaling.