„Dit zullen wij nooit vergeten'
Kris kras door Oranjeland
A
Oranje-cocktail
GRANDIOOS JUBILEUMSPEL IN
HET STADION
1
Duizend ruiters vergezelden
de kroon
in de Stormhoek
m
m
mm
Geestelijkenprofessorenm ilitairen
verpleegsters als dragers
en
pagina s
Prinsesjes mochten laat
naar bed
WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1948
Men kon aan de overkant hoog tegen de blauwe lucht dp de
mast van de ranke Marathontoren de Nederlandse vlag haast
horen wapperen in de lichte zomei bries, toen de geweldige
luidsprekerstemmen aan de bijna zestigduizend mensen in de
enorme stadionkuip meedeelden„Thans zal spreken Hare
Majesteit Koningin Wilhelmina.
Een ogenblik was de stilte nog dieper. Toen klonk in die immense
ruimte voor al die duizenden en nog eens duizenden zeer duide
lijk verstaanbaar een vrouwenstem, de stem van onze jarige
Koningin, en met ons luisterde heel Nederland, aan de radio
luisterden de overzeese gebieden, hoorden millioenen Neder
landers haar „laatste" koninklijke boodschap.
„Ik dank alle aanwezigen voor hun tegenwoordigheid alhier op
dit ogenblik. Met vreugde begroet ik de vertegenwoordigers van
Indonesië, Suriname eii de Antillen...."
Tijdens de jubileum-manifestatie. De Overzeese gebiedsdelen brengen hulde aan H. M. de Koningin
en aan de Kroon
De. thuisrit der Koningin
DE MIJNSTREEK BAADT
IN LICHT
HET VREUGDEVUUR TE
UITHUIZERMEEDEN
SERVET OF TAFELLAKEN
(Van een speciale verslaggever)
Katwijk, 31 Augustus
Kris kras door Oranjeland, feestvierend Oranjeland! Door
steden en dorpen, maar ook door gehuchten en vlekken, die men
niet op de landkaart vindt, doch waar men zich vandaag „thuis"
voelde: al stonden er maar twee huizen, ze waren versierd met
onze driekleur of met oranje. Overal zagen we vlaggen en
wimpels, overal waren versieringen aangebracht. Overal mar
cheerden muziekkorpsen rond en zagen we optochten van kin
deren, getooid met sjerp en strikken. Ze zongen blijde liederen
en voerden bloemen en vlaggen mee. Ja, het was overal eender:
Nederland vierde één groot familiefeest.
Hoe Amsterdam feest viert. Het Damrak, anders een drukke ver
keersweg, gemetamorphoseerd in een marktstraat met stalletjes van
feestartikelen en eetwaren
Ter gelegenheid van Koninginnedag werd te Rotterdam de traditio
nele wielerwedstrijden gehouden, n.l. de Ronde van Feijenoord, die
'vele betalende, doch ook vele clandestiene toeschouwers trok,
Er was vuurwerk
Deze momenten van diep en ademloos
luisteren in zomers Amsterdamse
stadion naar de eenvoudige sobere ko
ninklijke woorden waren indrukwekken
der dan haar romantische intocht in de
open calèche, waren ontroerender dan de
meest ontroerende ogenblikken in net
jubileumspel dat volgde.
Zij sprak zoals waarschijnlijk alle moe
ders op een dergelijke hoogtedag spre
ken zouden: over haar eigen grijze va
der, haar moeder, haar innig betreurde
man en over haar dochter. Zij sprak
over de dingen, waarvan zij deze dag
vol was en toen daarna het koor het
„Wilt heden nu treden" aanhief, wist
iedereen binnen onze landgrenzen, wis
ten speciaal wij in het stadion: „Dit zul
len wij nooit vergeten, deze woorden
zullen blijven voortleven".
Het stadion had Dinsdagmiddag iets ge
dempts. Wel klaterde hoog en ijl in de
enorme zomerse ruimte net feestelijk
geluid van duizenden die zich een plaats
zochten op de tribunes; wel waren de
amphiteatervakken practisch alle volge
lopen met lichte zomers gekleede men
sen, maar geen enkele maal kwam men
helemaal los van de lichte weemoed om
de aanstaande scheiding. Dit is een feest
waarvan men het slot al weet en op het
einde van dit feest zal men afscheid moe
ten nemen.
Een opgewónde klatering van applaus
joeg in gelijk tempo met de vier prach
tige zwarte paarden voor de open caie-
che langs de Wanden toen Hare Majes
teit iets voer twee uur samen met Haar
koninklijke kinderen geleund tegen het
karmozijnrood van de binhenbekleding
der koets, het stadion binnen kwatn rij
den Een koets vol zomerse lichte pas
teltinten van de Prities en de Prinsesjes
en naast onze toekomstige Vorstin het
diepere blauw waarin de Koningin zelf
gekleed was. Prins Bernhard was in
admiraalsuniform.
Deze hele intocht had de romantiek
van een koningssprookje: de kleurig
heid der palfreniers, het rood en goud,
de witte rijbroeken de driftige paarden
van de politiè-erewacht, de gala-unifor
men der hoge gastenEn dit alles
onder een heldere zomerse lichte lucht
en met een achtergrond van kleurig
„graniet" der duizenden en duizenden
mensen in de tribune-vakken.
Het schetterend zilver van begroetings
bazuinen klonk door de luidsprekers en
toen Tsjaikowski's fanfare wegebde sprak
de prachtige, gedragen stem van de zeg
gen
„Majesteit, nu gij weer m ons midden
zijt. welkom, welkom in de tuin van
Nederland" en opende daarna de jubile-
umspel-manifestaHe, waarnaar twee uur
lang een heel stadion geboeid heeft zit
ten kijken.
Een spel van kleur en beweging, soms
iets te statisch, soms iets te massaal en ai
te zeer uit op massa-effecten, maar na
een proloog, die mede door de brokkelig
heid van de te sterke thematische af
wisseling in de begeleidende muziek,
wellicht iets korter had gekund, toch
een spel, dat zonder meer boeiend te
noemen was en vele hoogtepunten kende
van sterke ontroering. Een strakke regie,
die practisch nergens haperde, het voor
treffelijke stemmenmateriaal der spre
kers, een tekst, die een enkele maal,
doch slechts zelden, iets te lyrisch, iets
te overdadig van beeld was. Maar de
vendelzwaaiers die met hun kleurige
vlaggen de eindeloze intocht der elf pro
vinciën openden achter de diepe trom
men de schutterijkoningen en zilverdra
gers aan, brachten al meteen de sfeer
en romantiek der allegoriën op de grote
ov3lcn grasmat en kregen een tekst mee,
die monumentaal was van beeldspraak.
Brabant had de eer deze manifestatie
te openen en daar waren al de gilden
met klinkende namen als een lange lita
nie van alle Brabantse Heiligen. De gil-
dentijd herleeft en achter de wapperende
vurige vleugels van kleurig vlaggendoek,
dte uitwaaifren over het middenterrein
komen de elf provinciën binnen in een
lange stoet, elke groep in folkloristische
klederdracht.
Een rijk en trots verleden van schut
terijen uit Limburg en rijke Friese boe
ren van kanten wit der Brabantse pof
fers en de vrolijke klompendans der
Markeloërs.Tiet blauw en grijs der Sche-
veningse schoudermantels en de stijve
schoudervlerken der Zeeuwse ei andbe.
woners, Marken en Volendam, UAers,
Drenthen en Spakenburgers en Alkmaar-
se kaasdragers, Buaschoters en Barne
velders en nauwelijks hebben zij zich in
een grote cirkel opgesteld rondom het
grasveld, of van onder de eretribune
ingang kómen de vertegenwoordigers
van Suriname en de Antillen, mannen
en vrouwen in nationaal costuum, de
vrouwen dragend op het hoofd de gaven
van het land, de papaya en de kallebas,
de rijstaren en de schalen djeroeksj en
opnieuw klonk en sterker nog het ap
plaus op. want uit de grote Marathon
poort schreden de matrozen aan, tor
send het geweldige gouden gevaarte van
de kroon met de enorme rood fluwelen,
met hermelijnwit afgezette staatsiemanteJ
de kroon symbool van bet koningschap,
het stralend goud van de hemel, het blin
kend goud van de vrijheid.
Het wordt lente om Neerlands kroon.
De kinderen uit tientallen kindertehuizen
dansen jujphend de tuin irr; kleuters
autopetten, hoepelen, spelen krijgertje en
haasje over, zwermen met honderden
kleurig uit over het enorme grastapijt,
gaan schommelen in een van de twee
parken die aan weerszijden van het mid.
denterrein klaterende fonteinen en koele
vijvers omringen, acteren zo natuurlijk
dat er een paar ruzie krijgen omdat er
een het ballonnetje van zijn vriendje de
lucht in laat gaan; staren met open
monden naar de honderden duiven die
midden op, dit lentefeest, worden los
gelaten en plotseling wanneer de muziek
rijper en gedragener van- toon wordt, gaat
deze lente, symbool voor de eerste rege
ringsperiode van Hare Majesteit, over
in een zomer van grote rijke beloften.
Nederland is niet alleen het land der
typische plattelands klederdrachten, der
romantische folklore op Klompen en in
wijde Volendammer broeken. Marsmuziek
davert op en daar komt Nederlands be
drijfsleven in een veelvoud van facetten
met klinkende namen, die ver over onze
grenzen bekendheid genieten. Daar komt
de KLIM., compleet met gezagvoerders
en grondpersoneel en stewardessen; daar
komen de mannen van het spoor met
stationschefs en achter hun rode petten
en signaalplak lopen conducteurs en
machinisten Daar komen de mannen
van 4e stoomvaartmaatschappij „Neder,
land",' de kerels van Werkspoor, Stork,
de posterijen. Fokker, H.K.I., Kwatt.a,
Unox, Bata, confectieindustrie, dok- en
scheepsbouw Bruynzeel, Philips. B.P.M.,
het uniforme zwarte vierkant van onze
kranige rijkspolitie, onze mijnwerkers, de
diamantslijpers, arbeidsdelegaties van
Delftse fabrieken, de C. B. Ouderzorg, de
Ridder en Co., de Karei één, de mensen
Van Hulstkamp en de glasblazers en zij
allen hebben hun eigen attributen bij
zich en het geheel is zo aardig dat men
ogen te kort komt bij dit beweeglijke on
gedwongen défilé, waarbij zich nu hon.
derden en nog eens honderden hebben
verspreid op het middenterrein, een
sterke en beschermende ring van wel
vaart en volkskracht om de onbezorgde
jeugd.
Geen geluk is echter zo diep als het
geluk, dat gelouterd is door rouw en
rampen. De Genestets bekende gedicht
over het land van mest en mist kondigt de
herfststormen aan en op het leegge.
stroomde middenveld komt ernsti.g en
donker een rouwgroep van Nederlandse
vrouwen, die met zwart floers de kroon
bedekken, de vijf kroonloze jaren, waarin
alle grote doden uit de vijftigjarige rege
ringsperiode worden herdacht. De vlag
gen treuren halfstok maar na het ont.
roerende „Ecce quomodo moritur" neemt
de spreker in 'n ademloos luisterend toe.
kijkend stadion het verhaal weer op.
Daar komt de marine, daar komt de
iand. en luchtmacht en onder straffe
commando's marcheren zij naar de kroon
en onthullen weer haar vroegere luister,
een luister waaromheen zich gans Neder,
land. schaart, honderden en honderden
mensen in de winter van hun leven. En
daarachter de dragers van 't geloof, theo
logische studenten, universiteits-studen-
t<*i, zendelingen, missionarissen, geeste
lijken en vertegenwoordigers van tien
tallen orden en congregaties
Om hen heen het middenveld staat
over vol komen dan de ruiters der
slotapotheose naar binnen gedraafd, dui
zend ruiters uit het hele land onder
klaroen-geschal met wapperende wim
pels aan hun lansen, duizend maal vier
trappelende vurige paardehoeven en
nauwelijks zijn de laatste vermanende
Een ongekend en hups escorte van dui
zend landelijke ruiters, rood-wit-blauwt
vaantjes aan de stijgbeugels, heeft de
symbolische kroon en staatsiemantel op
hun weg van het stadion naar de Dam
begeleid na het einde van het jubileum-
spel.
Het was een prachtige stoet. Voorop
grote groepen verkenners, dan een ere
wacht van ruiters met jockeypet en 'oran
jesjerp, daarna de kroon, die met de mail -
tel door telkens wisselende groepen uit
de bevolking werd gedragen en daarach
ter de duizend.
En langs de weg dikke, dikke rijen van
mensen, die de stoet wilden zien langs
trekken. Nu kieeg men eerst recht een
indruk hoeveel mensen in de stad wa
ren, zo geweldig was de menigte langs
de weg, die de Kon. familie op de thuis
rit zou volgen en langs de zoveel langa
re route van de kroondraging.
Vertegenwoordigers van de Nederland
se jeugd droegen de kroon uit het stadion
naar de St. Agneskerk aan de Amstel-
veenseweg, waar zij werd overgenomen
door de geestelijkheid van de stad. Bij de
wisseling van de dragers zong een koor:
„Gelukkig is het land". En zo ging het bij
iedere wisseling: op het Valeriusplein
waar verpleegsters de draagsters wer
den, op het Emmaplein, waar een waar
dige stoet van hoogleraren in toga de
verpleegsters aflosten; de Willemspark
weg, waar vertegenwoordigers van het
leger de kroon overnamen. Steeds zong
een koor een toepasselijk Nederlands lied
uit Valerius Gedenckclanck of uit po
pulairder bundels. En verder ging lie1
dan weer door van Baerlestraat, Constan-
tin Huijgensstraat, Bilderdijkstraat, Ro
zengracht. Raadhuisstraat naar de Dam
en de professoren werden afgewisseld
door leden van vloot en luchtmacht, le
den van de U.V.V., kunstenaars, geuni-,
formeerde ambtenaren, manijen van de
koopvaardij. Tenslotte werd de kroon in
handen gegeven van een deputatie van
de illegaliteit, die haar naar de Dam zou
brengen.
Zeer langzaam en plechtig trok deze
stoet met het 150 kg. wegende gevaarte
door de straten en het was half acht eer
men aan het einddoel arriveerde. Om die
duizend paarden zo lang en in dit tempo
in bedwang te houden, dat was al een
prestatie op zich zelf.
Op de Dam had de menigte, die de te
rugkeer van de Koningin had meegemaakt
zich omgekeerd om nu de komst van de
kroon af te wachten. Bij de plaats, waar
het monumentale stuk deze week zal
blijven liggen, stonden enige muziek
corpsen opgesteld. Er was een ruim carré
vrijgehouden, maar daarachter ver
drong zich de reusachtige menigte. Onde;
diepe stilte werd het symbool van ons ko
ningschap op zijn plaats neergezet. Toen
klonk het Wilhelmus, waarna de deei-
nemers aan deze zinrijke tocht langs het
monument defileerden. En duizend, prach
tige paarden dansten in hun ingÓhduden
gang, duizend berijders dansten mee en de
duizend vaandels woeien in de wind. een
bewegende .zee vdn rood-wit-bla'uw. een
eenheid in veelheid, ook een symbool en
hoe mooi was dit.
woorden .uit Hare Majesteits rede om
eendracht en nog eens eendracht in deze
tijd van geweld en gevaar verklonken,
of. met een laatste hartelijk applaus en
hoerageroep mochten bijna zestigduizend
mensen aan het slot van een indrukwek
kende middag afscheid van Haar nemen.
Terwijl de Kroon het stadion werd uit
gedragen verliet ook de Koninklijke
familie haar plaatsen om zich paleis-
waarts te begeven. Voor het stadion for
meerde zich weer de kleurige stoet van
ruiters en daarachter namen de Koningin,
het prinselijk paar en de drie prinsesjes,
allen nog zichtbaar onder de indruk van
het imposante spel, onder de aanhou
dende ovaties van de opeengepakte men
senmassa plaats in de calèches. En dan
gaat het voort de stad in, waar de poli
tie handen te kort komt om de toeschou
wers op de trottoirs te houden. Op de
kruispunten van de straten zijn lange
rijen trams komen stil te staan en in
haar overmoed klom de jeugd daar bo
venop, hing zelfs aan de beugels.
In lichte draf gaat het door Zuid via
Stadionweg, Apollolaan en Van Baerle
straat naar het Leidseplein. In de Leid
stestxaat zwenkt, de stoet de Herengracnt
op. Belangstellend kijken de prinsesjes
naar de overvolle vaartuigen, die in de
gracht liggen en waar luid geschreeuwd
wordt. Glimlachend en vriendelijk dan
kend voor <le spontaan gebrachte hulde
komt men op de Dam aan, waar het een
golvende mensenzee is, zover het oog
reikt. De Rode-Kruis mannen en de zus
ters moeten steeds handelend optrecfen om
de door de warmte bevangenen weer wal
op te knappen. Een orkaan van enthou
siasme. waaraan bijna geen einde komr.
breekt los, wanneer het rijtuig van Hare
Majesteit voorrijdt.
Prins Bemhard stijgt het eerst uit om
daarna H. M. te helpen. Als de vorstelijke
personen zijn uitgestegen zet de enthou
siaste menigte het Wilhelmus in, Prins
Bernhard begeeft zich naar de leiders
van de ruiter-equipes en geleidt hen naar
II. M. die zich geruime tijd met hen on
derhoudt.
Wanneer tenslotte de menigte nogmaals
het Wilhelmus aanheft, springt en danst
de kleine Margriet dat het een lieve lust
is, zij klapt van vreugd in de handjes,
wat het enthousiasme slechts kan doen
stijgen. De koninklijke familie begeeft
zich dan naar binnen. Maar de massa
blijft juichen in de hoop, dat de vorstin
zich nog eens zal vertonen en ja.daar
slaat een gejubel los; heel de koninkjijüe
familie vertoont zich aan het publiek.
dat niet meer te houden is, want nu is
ook Marijke van de partij. De kleine
rust op de armen van prinses Juliana,
die de fijne handjes laat wuiven naar de
opeengepakte menigte, die niet meer
weet hoe haar enthousiasme te uiten.
Lachend wuivend en vriendelijk dankend
verwijdert zich dan de Kon. familie en
een prachtige manifestatie van trouw en
aanhankelijkheid behoort weer tot het
verleden.
In de mijnstreek hadden Maandag- en
Dinsdagavond grote volksverhui zangen
plaats. Duizenden zwermden met bussen,
auto's en fietsen naar Heerlen, Bruns-
sum, Geleen en de andere mijncentra
om overal de unieke illuminaties te be
wonderen.
De mijnen, die met hun lange rijen
lampjes langs de steenbergen en-hun
vlammende blustorens op de cokesfabrie
ken er ook in hun gewone doen reeds
min of meer geïllumineerd uitzien Dieden
deze week een fantastische aanblik De
schachten zijn versierd met grote kronen
en emblemen, die kilometers ver zicht
baar zijn. Op de toppen van de steen
bergen wapperen vlaggen, welke
verlicht worden door schijnwerpers
De ingangen van alle mijnen zijn ver
sierd met grote bogen, waarin bonderden
lampjes branden. De hoofdgebouwen
baden in een zee van licht. Dagrnaast
heeft men nog talrijke andere versie
ringen aangebracht. In het park voor de
staatsmijn Hendrik staat een in lampjes
uitgevoerd gouden koets en op de
staatsmijn Wilhelmina prijkt een groot
schip van staat. De cokesfabriek van
staatsmijn Emma is omringd door gas-
flambouwen. Zo beeft men voor elke
mijn een originele decoratie uitgedacht.
Fantastisch doen bij dat alles de
stoomwolken van de koeltorens aan. die
door het uitstralende licht van beneden
in Oranje-wolken veranderd worden.
Boven alles steekt de „lange Jan", de
schoorsteen van de Oranje-Nassau I te
Heerlen uit, die drie banden van rood,
wit en blauw tientallen meters de lucht
in steekt.
Uiteraard heeft men ook hier, zoals
overal elders in het land, de steden en
dorpen rijkelijk versierd en geïllumi
neerd. Wat dat betreft is men wel bet
best voor de dag gekomen in Brunssum,
waar men rond een oude bruinkool
vijver, die midden in het dorp ligt. een
sprookjesachtig park heeft aangelegd.
In Geleen heeft men het marktplein in
een grote lusthof veranderd; een enorm
toneeldccor, dat men daar heeft gebouwd
reikt tot boven het dak van het raadhuis
Ook op het Corriovallumplein in Heerlen
prijkt een groot toneelpoduim. dat onder
meer gebruikt wordt voor „tableaux
vivants". De meest typische aanblik
biedt wel de Nieuwstraat in Kerkrade.
waar 's avonds aan de ene kant van
de straat de in schijnwerperlicht gehulde
schacht van de Domaniale mijn afsteekt
tegen de hemel, terwijl aan de artdere
kant achter de prikkeldraad plotseling
niets meer is te zien dan Duitse
duisternis.
Zoals men zich zal herinneren worden
er in verband met de komende plechtig
heden op de vier uiterste hoeken van net
Koninkrijk vreugdevuren ontstoken. Een
van deze vier punten heeft men in de
gemeente Uithuizermeeden geprojecteerd.
Op de avond van de zesde September zal
op het wad aan de zeedijk achter het
dorp Rodeschool tussen negen en elf uur
het vuur branden. Per radio zal van dit
gebeuren, waarbij een grote partij kool
zaadstro als brandstof zal dienen, een ver
slag worden uitgezonden.
Op de meest onverwachte ogenblikken
kunnen wijze vermaningen uit vroeger
jaren nog stof tot overpeinzingen geven.
Een van die vermaningen: „Kereltje, je
bent welifewaar al te groot voor een ser
vet, maar nog te klein voor tafellaken
speelde me dezer dagen door de geest
bij een gesprek op het achterbalcon van
een Haagse tramwagen.
Zo tussen „Twee overstapjes" en „Drie
knippen" door, kaartten de conducteur
en ondergetekende nog wat na over de
heffing op de fooien en de staking. Wel
de conducteur was eerlijk. Hij zei: „Ziet
U. .misschien zijn we wel stom geweer'
Tenslotte, zijn we even ver, als toen w
begonnen en bovendien hebben we. n
ja ...."„Een rood bij wagentje getri,
ken. nietwaar?" „Net zo U zegt; we z
voor een rood karretje gespannen"
De klassieke opmerking, dat zelt'.
nis de weg naar verbetering is. wi
echter onverwacht olie op het vu
„O ja. dat is zo maar dan toch n
alleen voor ons nietwaar? Die bonds''
stuurders moesten ook eens begrijpt
dat ze zo maar niet over ons heen kun
nen lopen. Weet. je (de opwinding ver
drong het beleefde „U"l we zijn hier
met zeker 600 jonge conducteurs en wij
willen heus wel aanpakken, om niet in
alle eeuwigheid op een houtje te hoeven
bijten. Maar. ten slotte we zijn nog maar
jong en dan loop je altijd achterop, me
neer. Neem dat maar van me aan!"
Tja, in haar algemeenheid was zijn
verzuchting natuurlijk onjuist, maar een
kern van waarheid kan haar niet wor
den ontzegd. Komt het immers helaas
niet al te dikwijls voor, -dat jonge men
sen bij ouderen tevergeefs om inzicht
pleiten? Krijgen ze dan niet veel te vlug
de dooddoener, dat ze toch eigen orga
nisaties van jongeren hebben, een soort
bliksemafleider dus.
Vast staat inderdaad, dat in het H.T.M.-
conflict. de bliksem is .ngeslagen zonder
gebruik van die afleider te maken. Er
zijn oorzaken geweest, welke hadden
kunnen worden voorkomen. En een van
die oorzaken was wel. dat de bonden
iedere controle over de opgewarmde
jongeren hadden verloren. Natuurlijk
hiervoor dienen ook die jonge kerels
aansprakelijk te worden gesteld, omdat
het feit. dat ze zich hebben laten op-
va rmen, een bewijs is geweest, dat zij
politiek en sociaal niet geschoold waren.
Dit kan alleen zijn veroorzaakt door een
gebrek aan belangstelling, welk gebrek
thans een logische terugslag heeft gehad.
Maar door deze verklaring alleen zijn
we niet van deze zaak af. Veel, teveel
immers heeft er gemankeerd aan het
contact van de, ouderen met de jongeren.
Teveel zijn ze beschouwd als lastige duvels
als te grote servetten, maar te kleine
tafellakens. Deze opvatting nu treft men
nog te dikwijls aan in vele kringen en
het is deze opvatting, welke altijd stof
voor nieuwe conflicten in zich heeft.
Zolang dit het geval is, zullen er stuk
ken en brokken aan te pas moeten ko
men om het bewijs geleverd te krijgen,
dat jongeren minstens, ik herhaal min
stens. gelijkwaardige partners zijn. Uit
hun energie, enthousiasme, durf en le
venskracht is een laken te weven, dat
op de prachtigste tafel een sieraad zal
zijn. Aan wie de schuld, dat we nog niet
zover zijn?
ROERGANGER
Neen, toch is het niet helemaal waar,
dat het „overal" eender was. De feest
viering droeg in de verschillende plaat
sen al te zeer het eigen karakter van
de streek en in de versiering weerspie
gelde zich meestal de voornaamste vorm
van broodwinning. In de havenplaatsen
waren het vooral de versierde schepen,
die de aandacht opeisten. In vissersplaat
sen bleken net en harington prachtige
onderdelen voor versiering. Boerderijen
waren getooid met de vruchten van
het land en in de weiden waren er
koeien, die een oranjeband om de nais
droegen, maar er niet veel van snapten
en onwennig de kop heen en weer draa.
den om het lint af te schudden. In de
bollenstreek waren het vooral de bloe
men, die kleur en fleur gaven. Ja, over
al trof men iets eigens, ook vaak zo
als in Hoek van Holland en hier in
de kleding van oude vrouwtjes-met-
ouderwetse-kappen, die tussen de kleu
rige mensenmassa's het feest meevier
den van de Koningin, die zij in Dim
verre jeugd op de troon hebben zien
komen.
Bovenal was deze laatste zomer-konin
ginnedag een feest van licht. Het is.
alsof de Nederlanders in enkele dagen
de schade van vijf jaar „verduistering
willen inhalen. Maar de zon wilde voor
Prins Bernihard zal overal bij zijn- Men
maakte zich daarover ongerust, omdat in
het officiële programma steeds gespro
ken wordt van „Koningin Juliana zal een
rijtoer tnaken" enz. Maar haar echtge
noot zal haar steeds vergezellen, zowel
tijdens de rijtoeren, als bij alle manifes
taties.
F eestcontrasten
Een plechtige stoet van als deftige Mal
tezer ridders geklede ruiters trok over
de N.Z. Voorburgwal. De mooie oude
uniformen en de paarden glansden in de
zon. De politie te paard reed voorop, het
leek een plechtige stoet. En daarachter
zat een pierement,met een oude knol er
voor. De spullebaas liet zich lekker door
de paardenpolitie door de drukte bren
gen...
Een vredesduif uit IJilversruni
In Hilversum liet tijdens de feestelijk
heden de burgemeester een duif los, die
een huldeboodschap overbracht aan de
Koningin. Door eer Amsterdamse dui-
venliefhebbet werd het diertje opgevan
gen, waarna de boodschap ten paleize
werd overhandigd. Gelukwensen arrive
ren 'rouwéns in overstelpende hoeveel
heden.
Uit Axel kwamen estafettclopers, die
heel de nacht hadden doorgelopen <200
km. samen) om half 10 gistermorgen een
oorkonde met een bijzondere groet, der
Axelaren op het paleis aanbieden. Uit
Rotterdam kwam de 66-jarige heer Wuys-
ter. een bekend vierdaagse gast, naar de
Dam gewandeld, waar hem als waardering
een plaats voor het jubileumspel werd
aangeboden. Prompt maakte hij rechts
omkeert en tippelde naar het Stadion.
Bernhard en Hendrik
Ook een paar nieuwelingen kwamen er.
Een Amsterdamse moeder werd, uitgere
kend op Koninginnedag, verblijd met de
geboorte van twee flinke knapen. Ze he
ten nu Bern'hard en Hendrik. In Lunte-
ren zou men dit feit hebben kunnen in
luiden met een Wilhelminaklok. Die deed
de bevolking daar gisteren aan het ge
meentebestuur cadeau.
In Vlaardingen houdt men van lichter
klanken. Daar besloot de raad tot het
aanbrengen van een carillon van 42 klok
ken in de toren van de Grote Kerk als
•herinneringaan het regeringsjubilé.
Ballonvaart
Hemelwaarts blikten gisteren duizen
den Amsterdammers, toen van het Mu
seumplein de heer Boesman met ziin
luchtballon opsteeg: Het was voor het
eerst sinds .tien jaar, dat men zulks .zag
gebeuren- ,Met zijn twee passagiers is de
ballo.nvaarder na ongeveer 5, uur zwe
ven te omstreeks 7 uur veilig bij Den
Oever geland.
Uit de wijde wereld
Evenals uit talloze plaatsen in ons land
bereiken ons uit de overzeesche gebieds
delen berichten over enthousiaste feest
viering In de buitenlandse steden, waar
een Ned kolonie is gevestigd, bleef men
niet achter in betuiging van Oranjeliefde.
In Londen waren meer dan 1000 gasten
op de receptie bij onze ambassadeur. De
pers in het buitenland bracht artikelen
vol waardering voor Koningin en land
en staatshoofden en ministers zonden
warme gelukwensen.
De ambassadeur van China in Neder
land, dr. Chang Chien is door maarschalk
Tsjang Kai Sjek aangewezen als speciale
Chinese afgezant bij de inhuldigings
plechtigheden van koningin Juliana,
Delegaties van Overzee
Maandagavond.heeft H. M. de Koningin
ten paleize deputaties uit Indonesië Su
riname en de Ned. Antillen ontvangen.
Uit Ind'ë waren ook de minderheidsgroe
pen vertegenwoordigd. Verschillende ge
schenken werden daarbij aangeboden.
Voorts ontving H. M. een deputatie van
het leger in de Indische archipel Zij
bood de Koningin de geschenken aan van
het leger in de-archipel,, n.l. een zeer
fraaie kist, vervaardigd van' sonokeling.
waarvan het deksel is versierd met orna
menten gesneden uit pitten van de kana
rieboom In deze kist bevindt zich een
album met foto's van Indië na de oorlog
en van de verrichtinger, van h,et. leger.
Het omslag van dit album is me' goud
bestikt. Verder een fraai gesneden ronde
doos. eveneens van sonokeling met een
deksel, waarop een fraai Balinees vrou
wenbeeldje. In deze doos bevinden zich
vier vingerdoekringetjes met gebatikte
vingerdoekjes.
kunstverlichting niet onderdoen en toon
de, dat ze een echte goede Oranjezon is.
die haar taak kent. Buiten de territoriale
wateren hing een dichte nevel, die niet
optrok, als wilde de natuur het feest De
slist binnen de Nederlandse grenzen
houden. Toen de zon achter dit nevel-
gordijn ging zinken, werd ze tot een
grote oranje-vlek, die in een brede baan
op bet water weerspiegelde en steeds
kleiner werd.
Ja, overal had de feestviering een
eigen karakter In den Briel, dat kleine
oude stadje, waar de tijd tussen de wal
len als verstild is en bijna iedere straat
het décor voor een historisch spel zou
kunnen vormen, hangt huis aan huis de
vlag. De Duitsers hadden eens moeten
weten, .dat de Nederlanders nog zo
veel „textiel" in hun bezit hadden! Ter
wijl de mensen hun kleren oplapten tot
bet niet langer ging, werden de vlag
gen tóch goede japonstof! niet ver
knipt, maar zorgvuldig bewaard voor
„blijder dagen".
En zulk een blijde dag was het van
daag! Zelfs zij, die door dringend werk
verhinderd waren vrij te nemen, voel
den zich feestelijk gestemd. De mannen
van de baggermolen „Holland" mochten
hun noodzakelijk werk in de Nieuwe
Waterweg niet ontbreken. Maar hoog op
de ratelende molen wapperde de drie
kleur. ,.En wij halen vanavond de schade
wel in", riepen de mannen ons toe. zon
der enig gevoel van rancune jegens de
feestvierders op de wal.
We reden door het Westland. Mensen,
vlaggen, bloemen en liederen. In Hoek
van Holland stond een Engelse soldaat
bij de kampingang op wacht. „Geen feest
vandaag?" vroegen we hem. Neen, dat
niet, hoewel.... bij zichzelf toch wel
een beetje feestelijk gestemd voelde. Hij
had Koningin Wilhelmina in Londen vele
malen gezien. „Een bewonderenswaardi
ge vrouw", .zegt hij in een grappig
mengsel Engels en Duits, het laatste als
resultaat van twee jaar dienst in het
bezettingsleger. „En prinses Juliana, ja.
ook over haar hebben wij in Engeland
zoveel goeds gehoord. De Nederlanders
zullen een goede vorstin aan haar heb
ben". En hij knikte daarbij nadrukke
lijk. Heeft hij ook haar in Londen ge
zien? „Nein. 1 have not seen her, mijn-
héééér" antwoordde onze talenkenner.
In Scheveningen staan grote wind
wijzers langs de boulevard en de „dijk"
is bezaaid met kleurige ronde schijven
gelukkig geen vliegende! die aan
perken exotische bloemen doen denken
en ritselen op de lichte zeebries In de
Keizerstraat is een tunnel van visnet
ten gemaakt, met aan het begin en einde
een ereboog van tonnen.
Wassenaar De natuur heeft hier iets
symbolisch. Tussen het. frisse groen ziet
men het goud van afgevallen bladeren,
voorboder van de komende herfst. Het
groen van de hoop, van de belofte: het
komende koningschap: het prachtige,
diepe bruin van de herfst: het koning
schap, dat wij met weemoea en
dankbaarheid na vijftig jaar afgesloten
zien als een volbrachte levenstaak.
Het is intussen donker geworden en
nu lijkt Nederland een tot werkelijkheid
gewonden sprookje: de verlichtingen gaan
aan. In Zandvoort heeft men de echte,
ouderwetse lampioens uitverkoren, zij
het dan zonder de gevaarlijke kaarsen,
doch met electrische lampjes. Het is er
niet minder feeëriek door.
En nu het vuurwerk. We hebben een
vriend omgepraat, met zijn motorvlet een
eindje de zee op te gaan. Op het strsrid
nabij Katwijk horen we de stemmen van
duizenden mensen, als de sloep langzaam
het donker intuft. De zee is spiegelglad,
we deinen nauwelijks. „Het is ongevaar
lijk", zegt de vriend, „maar eigenlijk
zondigen we tegen de regels van de na
vigatie. Maar jaen hij laat in het
midden of hij bedoelt, dat het per slot
Koninginnedag is en dan iets buitenissigs
wei geoorloofd is, of: dat journalisten nu
toch eenmaal geen mensen zijn, vatbaar
voor redelijke argumenten.
Een zonderlinge gewaarwording! Vol
slagen duister om ons heen, terwijl we
aan de kust tot zelfs op verre afstand de
feestverlichting zien. Het water draagt
geluid naar ons toe, niet het geluid van
branding op het strand, maar van dui
zenden stemmen.
Als de spullenbaas van een circus wijst
de vriend ons naar de verlichting En
plotseling knettert het eerste stuk. Kleu
rige vonken tegen de hemel, die uiteen
spatten in waaiers! Bewonderende stem
men op het strand. En er volgt nu stuk
na stuk.
Ademloos zien we toe De nacht om
ons heen heeft iets indrukwekkends. Nau
welijks wiegen we heen en weer. Het
wordt kil en we slaan onze kraag op.
„Kom", zegt de vriend: „We gaan
weer terug"- Het is iets stiller geworden
en het tufffn van de motor klinkt luider.
Hoog in de lucht zien we een rood en wit
licht beurtelings opflikkeren. Een vlieg
tuig. „De piloot viert in z'n eentje feest".
Lacht de vriend.
Maar wij weten, dat de piloot na een
luchtreis wil „landen", evenals wij, na 'n
korte, maar fantastische „zeereis".
Onopvallend begaf het prinselijk gezin
zich gisterenavond naar het grootste
vuurwerk, dat Nederland ooit gezien
heeft op het zandterrein aan de Stadion
kade. En terwijl de tienduizenden daar aar
de rand van de hoofdstad onbewust van
de aanwezigheid der koninklijke gasten
met bewondering 't schitterende schouw
spel gadesloegen, uitten de drie prinses
jes kreten van bewondering bij de hoog
opstijgende vuurpijlen- Voor Beatrix,
Irene en Margriet vormde deze avond
een hoogtepunt van de feestviering
en bovendien mochten zij er laat voor op
blijven.
Het was ver na kinderbedtijd, toen zij
misschien een tikje vermoeid, maar nog
enthousiast pratend over de verblindende
vuurwerkwaterval, plaats namen in de
gereedstaande wagen, die met gezwinde
spoed terug reed naar het paleis aan de
Dam.