NIEUWE DAGERAAD JULIANA VAN STOLBERG DE PRINSES IS IN ONS MIDDEN" GEËERDE FIGUUR IN ORANJEHUIS NOOIT ZAG MEN ZOVEEL VLAGGEN ALS TIJDENS DIT BEZOEK UStaTOG Sfpfgföffeft T?33 M door prof. dr. R. Post, hoogleraar te Nijmegen. Toen in 1909 de eerstgeborene dochter van koningin Wilhelmina de naam prinses Juliana ontving, hebben velen misschien een gevoel van verwonde ring niet kunnen onderdrukken. De naam Willem met zijn afgeleide vormen was immers bij de regerende personen door een twee eeuwen lang gebruik zozeer ingeburgerd, dat de eerste gedachte wel naar een Wilhelmina 11 moest uitgaan. Toch was de naam Juliana in het Oranjehuis in ere, omdat de moeder van Willem I, prins van Oranje, Juliana heette, n.l. Juliana van Stolberg, een dochter van een der kleine Duitse vorsten, de stand, waaruit ook-Willem I als Nassauer voortkwam. Kort na haar huwelijk poseerde prinses Juliana voor de fotograaf en' verraste het land met dit fraaie staatsieportret. Dat ick doch vroom mach blijven U dienaer talier stondt. door dr. P. Kasteel, oud-gouverneur van Curaqao. Het was meer dan ongewoon: de prinses der Nederlanden alleen op bezoek in een der overzeese delen van het Koninkrijk, komende van een vreemd land, in een Nederlands vliegtuig, over de territoriale wateren begeleid door een buitenlands escorte, op eigen grond begroet door het Wilhelmus, verwelkomd tegelijk door Curagaonaars, Europese Nederlanders en ver tegenwoordigers der grote republiek, die bij de ontvangst mede aanwezig waren met het recht, dat vrienden, helpers in de nood, toekomt. Domine, salvam fac Reginam nostram1 Julianam. De grote dag is aangebroken7 Januari 1937. De koets staat gereed vóór het versierde paleis. „Leve het bruidspaar" zo klinkt het alom In de registers van de Burgerlijke Stand te 's-Gravenhage staat het huwelijk van Juliana, prinses van Oranje-Nassau, met Bernhard, prins van Lippe-Biestetfeld, ingeschreven. Het gelukkige paar verlaat het stadhuis. De prinselijke bruidsstoet passeert de Gevangenpoort. De duizendkoppige me nigte ziet een ongeëvenaard schouwspel zich voltrekken. De solddten, stram in de houdingpresenteren het geweer. Nu treedt heel het volk van Nederland voor het Aanschijn des Heren, ten geleide Van Juliana, de nieuwe Oranje-vorstin tot de troon harer vaderen. Met uitbundig eer betoon, waartoe uit alle geledingen der be volking prominenten zich opmaken, en luis terrijk hofceremonieel, overeenkomstig de eerbiedwaardige traditie en in de staatsie kledij van vervlogen eeuwen, zal zij plechtig worden ingehuldigd als de hoge gebiedster van het Koninkrijk, toegejuicht en bejubeld door de opgetogen schare van haar onder danen. Niet alleen zullen wij allen, zoveeJ Nederlanders wij zijn, dank zij de moderne communicatiemiddelen getuigen kunnen we zen van dit nieuwe hoogtepunt in ons volks bestaan; ook van buiten onze landsgrenzen is de belangstelling voor het gewichtige ge beuren groot; en tekenend mag het heten dat het juist de jonge bloei van de vorstenhui zen is, die de ons omringende naties bij deze grootse ceremonie komt vertegenwoordigen. Wederom gaat de band, geslagen om Oranje en Nederland, worden vernieuwd. Minder nochtans door een protocolaire bekrachtiging van het constitutionele voorschrift betreffen de het erfelijke koningschap, dan wel door de eensgezinde uiting van de volkswil gericht op bestendiging van het verbond, dat de eeuwen trotseert. Wii hebben prinses Juliana nooit anders cezien dan als de toekomstige gezagsdraag- ster over het rijksgebied, door Gods genade voorbestemd om eenmaal Wilhelmina op te volgen. Van stonde af is zij de oogappel ge weest van ons volk, dat haar eerste levens- naren met zijn stage belangstelling omringde, hartelijk meeleefde met de voorspoedige groei der koningsdochter, die, nauwelijks tot volle wasdom gekomen zich reeds voorbe reidde op de verheven taak die haar wachtte, zij het in de ongedwongen figuur ener zor- genloze studente aan de aloude Alma Mater, waaraan Willem van Oranje zijn naam ver- b°£e' meesten onzer, in diep respect voor ons koningshuis opgevoed, stonden er aanvanke lijk wat onwennig tegenover, maar begroetten al spoedig wat op een koerswijziging van hogerhand scheen te duiden met instem ming. En als de lijn blijkbaar wordt door getrokken, de jong-verloofde en de aan staande moeder zonder enige omslag elke radio-luisteraar deelgenoot maakt van haar hartsgeheimen, groeit de algemene sympathie voor deze ongekunstelde vertrouwelijkheid,, dit zich plaatsen midden in de sfeer van de dagelijkse levensgang der bevolking. Die tot nü ongekende aanpassing trad nog sterker naar de voorgrond, toen de opvoeding der prinsesjes aan de orde kwam en deze, zonder rtieer naar school gezonden, zich leerden thuis voelen in een milieu dat voorheen voor koningskinderen gesloten placht te blijven. En de levenshouding der doorluchte ouders conformeerde zich aan deze opvatting geheel Alleen reeds daardoor hebben prinses Juliana en prins Bemhard stormenderhand het hart van ons volk voor zich gewonnen. Het zou te ver voeren, wilden we hier gaan belichten de talloze facetten der veel zijdige werkzaamheid ten bate van onze volksgemeenschap door het prinselijk paar in verstreken jaren ondernomen. Zijn aandeel in het moeizaam herstel was buitengewoon groot en geen terrein, maatschappelijk of cultureel, bleef aan de staag ontplooide hulp actie vreemd. Wij willen hier slechts her inneren aan de veelomvattende taak, die de prinses heeft vervuld als voorzitster van het Ned. Rode Kruis, welks stuwende kracht zij een lange reeks van jaren geweest is en waarvan zij node afscheid moet hebben genomen, nu hogere plichten haar riepen. Het behoeft nochtans geen betoog, dat de vervulling dier plichten moeilijk ruimte laat voor andere bemoeienis, van hoe groot ge wicht deze ook zij. Niet alleen omdat zij de gehele mens zullen vragen, maar ook dewijl haar aard en karakter de waarneming van bedoelde functies schijnen uit te sluiten. Want wel ongewoon zwaar is de taak, die de jonge koningin wacht. Zij neemt de roer pen van het Schip van Staat over uit de hand harer moeder op een ogenblik, dat een woelige zee om de kiel barnt, opgezweept door van alle zijden aanrukkende storm vlagen. Men moet ver teruggaan in de ge schiedenis van ons vaderland wil men een periode kunnen aanwijzen waarin groter moeilijkheden van vele aard dc landsregering voor zwaardere verantwoordelijkheid stelden. Heel ons volksbestaan worstelt nog met de druk, die de vijf bezettingsjaren er op gelegd hebben als van een loodzware last, waaronder wij schier niet uit kunnen komen. Geestelijke en economische ontreddering gaan nog steeds hand in hand in dit ver armde, onder zware last gebukte en van zijn natuurlijke hulpbronnen voor 'n goed deel afgesneden land; en al viel ook oi> menig terrein verlichting en verbetering aan te wijzen, met het op gang komen van ejiigszins normale welvaart wil het nog altijd niet vlotten. Van de grond af moet het bewoonbare huis, dat Nederland eens was, weer worden opgetrokken. Niet op de ftatste plaats wordt het herstel van onze stoffelijke voorspoed geremd door de rukwinden, die uit Indonesië overwaaien. Ook daar is gelukkig vooruitgang te boeken en als de voortekenen niet bedriegen, zal het definitief tot stand komen van het grond wettelijk substraat van de nieuwe Rijkscon structie aan een stimuleren van het groei proces bevorderlijk zijn; maar dit neemt niet weg, dat de moeilijke geboorte zware eisen stelt aan ons volk, waarbij vergeleken de op. haar beurt ook al tegenwerkende pólitieke controverse, die een scherpe schei dingslijn trok tussen goede bedoelingen ter weerszijden, eigenlijk niet veel gewicht in de schaal legde. Moge deze controverse althans in haar eerste vorm, nu de koninklijke hand tekening de beslissing van de overgrote meerderheid der Staten-Generaal heeft be krachtigd, welhaast tot het verleden behoren. En dan gewaagden wij nog niet eens van de sombere internationale perspectieven, waaronder de regering van koningin Juliana aanvangt. Sinds het noodweer uit het Oosten opstak, nu tien jaren geleden, is de wereld niet tot rust gekomen en nog altijd zien wij uit die zelfde hemelstreek telkens de drei ging aanvaren, waardoor de' lankmoedigste pogingen om een gewapende vrede te hand haven tot mislukking schijnen gedoemd. Ongetwijfeld zijn ook hier lichtpunten aan te wijzen, die alle liggen op de lijn ener hechtere aaneensluiting in federatief ver band tussen de volksgemeenschappen en van inniger samenwerking op economisch terrein. Het starre souvereiniteitsbegrip verbleekt; naijver en zelfzucht pogen ook in de omgang der naties plaats te maken voor een streyen hét algemeen belang te dienen. Toch moet men helaas toegeven, dat de donkere par tijen in het wereldbeeld sterk overheersen, zodat zelfs optimisten vrezén moéten, dat de samenbundeling der krachten door gruwe lijke noodzaak allereerst gaat gericht wor den op niéuw gewéld. Hoe angstiger intussen het verschiet voor ons land, des te meer dankbaar moeten wfl de Bestuurder der volkeren zljri, dat juist Ou in do Oranje-estafetteloop door de Haar naam erfde in 1909 prinses Juliana, die Maandag als koningin Juliana de Neder landse troon bestijgt. Vandaar, dat onze gé- dachten een ogenblik teruggaan naar de moeder van prins Willem, de Vader des Vaderlands, en haar in de eer betrekken, gewoon als wij zijn moeder en kind te ver binden. Juliana van Stolberg was niet een vrouw van uitzonderlijk politieke betekenis, die een stempel op haar tijd heeft gedrukt, of lang durig een groot land heeft bestuurd, zoals de Engelse geschiedenis kent in koningin Elisabeth of Victoria. Ook trok de tragiek van haar leven niet de aandacht van historici of tijdgenoten, zoals b.v. bij Maria Stuart, of Marie Antoinette geschiedde. Of schoon van grafelijke stand, Was Juliana van Stolberg een gewone vrouw. Maar zij was groot als moeder, en daarbij vroom, en ver dient aldus onze hoogachting. Zij was moeder bij uitstek, ten eerste door haar groot aantal kinderen. Op zeer jeug dige leeftijd, als meisje van ruim 17 jaren, getrouwd met graaf Philips van Hanau (1523), gaf zij binnen zes jaren vijf kinde ren aan haar man (15241529). In 1929 weduwe geworden, huwde zij twee jaar later met de veel oudere Willem de Rijke, graaf van Nassau-Dillenburg, en dit tweede huwe lijk werd gezegend met twaalf kinderen. Op twee na, een zoon uit het eerste en een dochtertje uit het tweede huwelijk, wer den deze kinderen allen groot, en onder vonden allen achtereenvolgens en ten dele gezamenlijk de moederlijke zorgen van Juliana, want ook de kinderen uit het eerste huwelijk gingen mee naar de nieuwe woon plaats Dillenburg, waar deze konden spelen ook nog met een dochter uit Willem's eerste huwelijk. Zulk een huishouding is in de moderne tijd ongewoon, maar was toen een vrij veel voorkomend verschijnsel. De zonen en doch ters plantten ook volgens Bijbelse opvattingen het geslacht voort, zodat Juliana 160 kinde ren en kleinkinderen in leven heeft gezien, van wie ruim honderd uit de Nassause stam. Zij was moeder door haar zorg voor het groeiend gezin. Zij gaf haar tijd aan de op voeding, niet slechts van haar eigen kinde ren, maar ook aan die van verschillende kleinkinderen, die op Dillenburg kwamen wonen, of hun toevlucht moesten zoeken. Dillenburg werd een school, niet slechts voor de kinderen van het Nassause geslacht, maar ook voor die van verwanten en naburige families. Met zorg zag zij haar kinderen het leven ingaan, steunde hen dan zoveel mogelijk door schriftelijk en mondeling contact, be kommerde zich over hun geestelijk en tijde lijk welzijn, zocht graag een vrouw voor haar zonen, of een man voor haar dochters, en sprak bij elk op handen zijnde huwelijk een woordje mee. Zij organiseerde de doop- en trouwfeesten, en hield dan gaarne beraad over familie-aangelegenheden. In moeilijke dagen nam zij haar kinderen met familie en gevolg in Dillenburg op, zoals Willem van Oranje in de jaren 15671572, toen hij. ge zocht door Alva, alles op het spel zette. Zij droeg daarbij blijde de gevolgen: ver panding van kostbare bezittingen, het op geven van de weelde, het aanvaarden van soberheid, armoede en schulden. Met welk een spanning doorleefde zij daarna als moe der de schokkende gebeurtenissen van de Nederlandse geschiedenis: de invallen van haar zonen in 1568, die van de Geuzen in 1572, de strijd om Holland, waarbij Willem de grote rol speelde, de Pacificatie van Gent, de Unie van Utrecht; de strijd, waarin zij haar zonen zag sneuvelen, graaf Adolf in Heiligerlee. Lodewijk en Hendrik op de Mokerhei. Telkens spoorde zij dan haar kin deren aan te volharden en te vertrouwen op God. Zo leefde zij in spanning voort tot 1580, en kon dus als gelukkige moeder ster ven, omdat de zaken in de Nederlanden een gunstige keer hadden genomen. Zij was vroom. Ofschoon door haar katho lieke moeder in de katholieke practijk opge voed en getrouwd met een katholiek man, heeft zij toch in de kerkstrijd spoedig voor het nieuwe partij gekozen, waarschijnlijk nog voordat zij trouwde met Willem de Rijke, die veel langer aarzelde, en een ongevaar lijk neutraal standpunt koos. Juliana was dus eigenlijk niet „een der onzen", zoals da uitdrukking luidt. Het was echter moeilijk in die bewogen eeuw, toen religieuse revo luties in Duitsland alles omver schenen te werpen, de juiste koers te houden, de waar de van de Kerk te zien en de waarheid van de belijdenis te ortderkennen. Mag zij in dwaling hebben verkeerd, haar leven was geheel op God gericht. Haar brie ven spreken met ontzag en geloof van God, van de H. Drievuldigheid en van Gods Woord. Zij bidt veel voor haar kinderen en spoort dezen tot bidden aan. Zich gelaten onderwerpend aan Gods wil, neemt zij te vreden aan, al wat haar overkomt, nvei- tuigd, dat wat God doet, wel gedaan is. Dit is de ware, door Christus geleerde vroomheid, die zij ook aan Willem I zal hebben ge leerd in diens kinderjaren; zodat de dichter hem later in de mond kon leggen: Zo kwam prinses Juliana In de laatste dagen van Februari aan in Curacao. Het was 1944. De oorlog woedde nog volop; koningin en kabinet oefenden het regeerbeleid uit te Londen; de prinses verbleef met de kinderen in Canada. Vandaar kwam zij naar Curacao. Geen prinsesjes, geen hofhouding; het vlieg tuig van de K.L.M. voerde de prinselijke standaard; de particulier secretaris, mr. W. van Tets met diens echtgenote, vergezelden de prinses. Het was een oorlogsbezoek. Curacao was ook in oorlog. Weliswaar was op dat tijdstip de Caraïbische Zee practisch gezuiverd van vijandelijke duikboten, die met •name onmiddellijk na de intrede van Amerika in de oorlog, teisterend onder de daar druk varende schepen hadden huis ge houden, maar voortdurende waakzaamheid bleef geboden. Olie- en olieproductenvervoer maakte de haven van Curacao van buiten gewoon strategisch gewicht voor de oorlog voering in Azië en Europa. Die haven kon kunstmatig worden afge sloten en ging open volgens een bepaald systeem, zodat duikboten er niet in konden doordringen, terwijl de verduisteringsfasen zich aanpasten bij het convooi-stelsel, dat alleen duidelijk was voor degenen, die op geheime kaarten de scheepsbewegingen van vriend en vijand konden volgen. Er was Nederlandse marine ook mari niers, al verdwenen die geleidelijk om elders mede te werken aan de hernieuwing van dit korps er was een vrijwillige burger wacht, er was de als „schutterij" gedoopte Curacaose militie, waarbij ook Nederlanders en een tijdlang uit Zuid-Afrika opgeroepen Nederlanders dienden, alsmede in Curacao verblijvende Surinamers, terwijl daarnaast Amerikaanse zee-, land- en luchtmacht strijdkrachten aanwezig waren. De toenmalige staatsinrichting légde het opperbevel in de handen van de gouver neur, die uiteindelijk verantwoordelijk bleef voor de veiligheid van het gehele staatsdeel: het tactisch bevel was toevertrouwd aan een Amerikaanse schout bij nacht, die de titel voerde „Commander all Forces Aruba Curacao" en als chef van staf een Neder lands vlag- of hoofdofficier der marine naast zich had. Het systeem werkte uitstekend, zoals ook de prinses waarnam, die de goede samenwerking tussen Amerikanen, Britten en Nederlanders evenzeer openlijk prees als die tussen staten en bestuur. Er was distributie en prijsregeling en eeuwen een jonge kracht komt aangetreden om de taak van haar roemrijk voorgeslacht over te nemen en dat die taak andermaal aan een zachte vrouwenhand wordt toever trouwd. Als in de pas afgesloten periode mo gen daarop de hoop en het vertrouwen onzer natie gevestigd blijven voor een regiment, dat kloekheid aan vrouwelijke tact paart. Haar vastberaden opgang in deze feU bewogen tijd naar de Troon der Nederlanden vergezelle onze eenparige bede in al-oude kerkelijke trant: deviezentoezicht en uiteraard werd met grote belangstelling gevolgd al wat in Nederland en Indië geschiedde, al was het alleen reeds omdat zovelen op deze eilanden er hun be trekkingen hadden. In die omstandigheden kwam de prinses. Enige tijd daarvoor was prins Bernhard haar reeds voorafgegaan; zijn activiteit dreef hem, waar hij meende goed te kunnen doen naast zijn werk in Londen bij de koningin. Aruba en Curacao waren de prins dankbaar voor zijn komst, zijn warme belangstelling voor volk en landschap en met name voor zijn aankondiging, dat nu ook spoedig de prinses komen zou. „De prinses is in ons midden", meldden de extra-stempels naast de Curacaose postzegels op alle uitgaande stukken. Niet slechts Curacao, ook Aruba, Bonaire en het ver af gelegen St. Maarten zagen de hoge bezoek ster, wier wens het was met zoveel mogelijk personen kennis te maken en zoveel mogelijk te zien. Daarin voorzag het program, dat de prinses onvermoeid afwerkte. Er kwamen nog hooggewaardeerde bezoeken bij in de hoofdsteden van Venezuela en San Domingo, waar de prinses de grootkruisen der beide republieken ontving. De oorlogsomstandigheden drukten uiter aard haar stempel op die bezoeken; de prinses zou het niet anders hebben gewild en een ieder begreep en waardeerde die wens. Maar die beperking verhinderde niet, dat alom de geestdrift los sloeg met een warmte, welke aan de uitingen van aan hankelijkheid vormen gaf, die volkomen pasten in de Curacaose sfeer, waarin de prinses zich spoedig thuis gevoelde. Nooit' hebben de eilanden zoveel vlaggen gezien als tijdens dit bezoek. Niemand be greep, waar die -allemaal zo gauw vandaan kwamen. Nooit ook zag men zoveel juichen de kinderen; bij een aubade voor de prinses was er geen plaatsje meer vrij op de binnen plaats van het gouvernementshuis, waar de prinses logeerde. En nooit- zag men een demonstratie als welke voor de. prinses werd gehouden, noch een avondvoorstelling, waar aan zovelen medewerkten. Om maar te zwij gen van de recepties en de toeloop bij elk bezoek. Erf zo was -het op alle eilanden, die de prinses bezocht. Het was de eerste maal, dat een prinses uit het vorstenhuis een bezoek bracht en aan niemand scheen de betekenis van dit bezoek in die omstandigheden te ontgaan. Het was als de ontmoeting van oude bekenden; zij mochten elkaar dan nimmer hebben gezien; zij begrepen elkaar onmiddellijk. De beste bode, die Nederland zenden kon was de prinses, met haar hartelijke eenvoud en lieve belangstelling met name voor de vele vreemdelingen, meestal afkomstig uit repu blieken, die met verbazing kennis maakten met de genegenheid tussen de bevolking van 'in het westelijk halfrond gelegen eilanden en de van zo ver gekomen troonopvolgster uit het oude Nederland, op dat ogenblik door de vijand bezet, maar- blijkbaar, niet twijfe lend aan de uiteindelijke overwinning, waar over de prinses met zoveel zekerheid ge waagde, telkens als de gelegenheid zich maar voordeed. De correspondenten uit Venezuela, zo goed als de Amerikanen, die „baloney" spoediger 'doorzien dan men denkt, voelden dat dit alles echt was; zij kwamen onder de indruk van de waardige eenvoud van de prinses, op wier aanwezigheid de inheemse bevolking overal zo gevoelig en spontaan reageerde Die reactie bleek uit de versierde straten en winkels niet alleen, maar evengoed uit de versierde huizen van rijk en arm, uit kleden, die werden uitgespreid over de weg, uit bloemen en geschenken, die overal werden aangeboden. Elk bezoek slaagde en er waren veel be zoeken: gestichten, hospitalen, zeemanshui zen, scholen, schepen, kazernes, organisaties, comité's, de radio alles had de belang stelling van de prinses, die tegen geen moeite opzag, zoals haar lange rondritten in de brandende zon over de terreinen der reus achtige olie-raffinaderijen wel bewezen. Het was haar stille hulde aan de velen, die daar aan het thuisfront werkten voor de over winning. De giften stroomden werkelijk toe tot grote verrassing van de prinses zelf, giften voor door de oorlog getroffenen, waarmede zij zo verheugd was, giften ook voor de kinderen in het verre Canada, die tenminste even met moeder in het warme Curacao per telefoon konden spreken. De giften kwa men werkelijk van arm en rijk, van jong en oud, van eigen en vreemde ingezetenen. En de prinses vond telkens haar goede woorden. Zowel voor de radio als op recep ties, zowel tot de staten als bij intieme samenkomsten. Zo ging het op Curacao, zo ging het op Aruba, zo ging het op Bonaire en St. Maarten. En er waren uitstekende vertolkers van de algemene gevoelens. De rustige statenvoorzitter Sprockel en de voor de olie-gemeenschap met ontroering spre kende directeur Noorduijn en in de feest- vergadering de geestdriftige heer Rustige en op Scherpenheuvel de grijze frater Radulfus Hermus, die op zó gelukkige en fijne wijze herinnerde aan de vriendschap tussen wijlen aartsbisschop Zwijsen en koning Willem II en de daaruit orftstane aanhankelijkheid van de geestelijke zonen van de eerste en de leden van het Oranjehuis.... Elk eiland toonde zijn vreugde op eigen wijze en overal was die vreugde echt. En overal won de prinses de harten. Tot het afscheid kwam op het prinses Juliana-vliegveld op St. Maarten in de vroege Vochtend. Het was stil op -het altijd Stille eiland; slechts het ruisen van de zee vlak bij was hoorbaar. En een samen gezongen Wilhelmus was het eenvoudige afscheid aan de eenvoudjge prinses, die bij allen een onvergetelijke indruk achterliet. „Natuurlijk", zal men misschien zeggen. Moge het „natuurlijk" blijven. De koningin, die de troon bestijgt, keni Aruba, Bonaire, Curacao en St. Maarten, voorzover dit in ëen .kort maar toch zeer intensief bezoek mogelijk is en velen kennen hun koningin. Niet van aanzien alleen, want honderden hebben haar persoonlijk de hand kunnen drukken en hoevelen hebben niet een ogenblik met hahr kunnen spreken? De inscriptie op een der Oranje-monumen ten te Willemstad verkondigt fier: „Curacao en Nederland zijn één". Moge deze eenheid onder een gezegend be wind van koningin Juliana, die haar als prinses door eigen aanschouwing ervoer en die zij door haar bezoek versterkte, blij- ven bestaan, met name voor het staatsdeel Curacao zelf, dat onder Nederlandse vlag en onder het bewind van de koningen en koninginnen uit het Huis van Oranje werd, wat het voor ieder tijdens het bezoek van de prinses zo duidelijk waarneembaar was, zelfs in oorlogstijd: bloeiend, vrij en daar om gelukkig.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 6