NIEUWE
DAGERAAD
JULIANA VAN STOLBERG
DE PRINSES IS IN ONS MIDDEN"
GEËERDE FIGUUR IN ORANJEHUIS
NOOIT ZAG MEN ZOVEEL VLAGGEN
ALS TIJDENS DIT BEZOEK
UStaTOG Sfpfgföffeft T?33
M
door prof. dr. R. Post, hoogleraar te Nijmegen.
Toen in 1909 de eerstgeborene dochter van koningin Wilhelmina de naam
prinses Juliana ontving, hebben velen misschien een gevoel van verwonde
ring niet kunnen onderdrukken. De naam Willem met zijn afgeleide vormen
was immers bij de regerende personen door een twee eeuwen lang gebruik
zozeer ingeburgerd, dat de eerste gedachte wel naar een Wilhelmina 11
moest uitgaan. Toch was de naam Juliana in het Oranjehuis in ere, omdat
de moeder van Willem I, prins van Oranje, Juliana heette, n.l. Juliana van
Stolberg, een dochter van een der kleine Duitse vorsten, de stand, waaruit
ook-Willem I als Nassauer voortkwam.
Kort na haar huwelijk poseerde prinses Juliana voor de fotograaf en' verraste
het land met dit fraaie staatsieportret.
Dat ick doch vroom mach blijven
U dienaer talier stondt.
door dr. P. Kasteel, oud-gouverneur van Curaqao.
Het was meer dan ongewoon: de prinses der Nederlanden alleen op bezoek
in een der overzeese delen van het Koninkrijk, komende van een vreemd
land, in een Nederlands vliegtuig, over de territoriale wateren begeleid
door een buitenlands escorte, op eigen grond begroet door het Wilhelmus,
verwelkomd tegelijk door Curagaonaars, Europese Nederlanders en ver
tegenwoordigers der grote republiek, die bij de ontvangst mede aanwezig
waren met het recht, dat vrienden, helpers in de nood, toekomt.
Domine, salvam fac Reginam nostram1
Julianam.
De grote dag is aangebroken7 Januari 1937. De koets staat gereed vóór het
versierde paleis. „Leve het bruidspaar" zo klinkt het alom
In de registers van de Burgerlijke Stand te 's-Gravenhage staat het huwelijk van
Juliana, prinses van Oranje-Nassau, met Bernhard, prins van Lippe-Biestetfeld,
ingeschreven. Het gelukkige paar verlaat het stadhuis.
De prinselijke bruidsstoet passeert de Gevangenpoort. De duizendkoppige me
nigte ziet een ongeëvenaard schouwspel zich voltrekken. De solddten, stram in
de houdingpresenteren het geweer.
Nu treedt heel het volk van Nederland
voor het Aanschijn des Heren, ten geleide
Van Juliana, de nieuwe Oranje-vorstin tot
de troon harer vaderen. Met uitbundig eer
betoon, waartoe uit alle geledingen der be
volking prominenten zich opmaken, en luis
terrijk hofceremonieel, overeenkomstig de
eerbiedwaardige traditie en in de staatsie
kledij van vervlogen eeuwen, zal zij plechtig
worden ingehuldigd als de hoge gebiedster
van het Koninkrijk, toegejuicht en bejubeld
door de opgetogen schare van haar onder
danen. Niet alleen zullen wij allen, zoveeJ
Nederlanders wij zijn, dank zij de moderne
communicatiemiddelen getuigen kunnen we
zen van dit nieuwe hoogtepunt in ons volks
bestaan; ook van buiten onze landsgrenzen
is de belangstelling voor het gewichtige ge
beuren groot; en tekenend mag het heten dat
het juist de jonge bloei van de vorstenhui
zen is, die de ons omringende naties bij deze
grootse ceremonie komt vertegenwoordigen.
Wederom gaat de band, geslagen om Oranje
en Nederland, worden vernieuwd. Minder
nochtans door een protocolaire bekrachtiging
van het constitutionele voorschrift betreffen
de het erfelijke koningschap, dan wel door
de eensgezinde uiting van de volkswil gericht
op bestendiging van het verbond, dat de
eeuwen trotseert.
Wii hebben prinses Juliana nooit anders
cezien dan als de toekomstige gezagsdraag-
ster over het rijksgebied, door Gods genade
voorbestemd om eenmaal Wilhelmina op te
volgen. Van stonde af is zij de oogappel ge
weest van ons volk, dat haar eerste levens-
naren met zijn stage belangstelling omringde,
hartelijk meeleefde met de voorspoedige
groei der koningsdochter, die, nauwelijks tot
volle wasdom gekomen zich reeds voorbe
reidde op de verheven taak die haar wachtte,
zij het in de ongedwongen figuur ener zor-
genloze studente aan de aloude Alma Mater,
waaraan Willem van Oranje zijn naam ver-
b°£e' meesten onzer, in diep respect voor ons
koningshuis opgevoed, stonden er aanvanke
lijk wat onwennig tegenover, maar begroetten
al spoedig wat op een koerswijziging van
hogerhand scheen te duiden met instem
ming. En als de lijn blijkbaar wordt door
getrokken, de jong-verloofde en de aan
staande moeder zonder enige omslag elke
radio-luisteraar deelgenoot maakt van haar
hartsgeheimen, groeit de algemene sympathie
voor deze ongekunstelde vertrouwelijkheid,,
dit zich plaatsen midden in de sfeer van de
dagelijkse levensgang der bevolking. Die tot
nü ongekende aanpassing trad nog sterker
naar de voorgrond, toen de opvoeding der
prinsesjes aan de orde kwam en deze, zonder
rtieer naar school gezonden, zich leerden
thuis voelen in een milieu dat voorheen voor
koningskinderen gesloten placht te blijven.
En de levenshouding der doorluchte ouders
conformeerde zich aan deze opvatting geheel
Alleen reeds daardoor hebben prinses Juliana
en prins Bemhard stormenderhand het hart
van ons volk voor zich gewonnen.
Het zou te ver voeren, wilden we hier
gaan belichten de talloze facetten der veel
zijdige werkzaamheid ten bate van onze
volksgemeenschap door het prinselijk paar
in verstreken jaren ondernomen. Zijn aandeel
in het moeizaam herstel was buitengewoon
groot en geen terrein, maatschappelijk of
cultureel, bleef aan de staag ontplooide hulp
actie vreemd. Wij willen hier slechts her
inneren aan de veelomvattende taak, die de
prinses heeft vervuld als voorzitster van het
Ned. Rode Kruis, welks stuwende kracht zij
een lange reeks van jaren geweest is en
waarvan zij node afscheid moet hebben
genomen, nu hogere plichten haar riepen.
Het behoeft nochtans geen betoog, dat de
vervulling dier plichten moeilijk ruimte laat
voor andere bemoeienis, van hoe groot ge
wicht deze ook zij. Niet alleen omdat zij de
gehele mens zullen vragen, maar ook dewijl
haar aard en karakter de waarneming van
bedoelde functies schijnen uit te sluiten.
Want wel ongewoon zwaar is de taak, die
de jonge koningin wacht. Zij neemt de roer
pen van het Schip van Staat over uit de hand
harer moeder op een ogenblik, dat een
woelige zee om de kiel barnt, opgezweept
door van alle zijden aanrukkende storm
vlagen. Men moet ver teruggaan in de ge
schiedenis van ons vaderland wil men een
periode kunnen aanwijzen waarin groter
moeilijkheden van vele aard dc landsregering
voor zwaardere verantwoordelijkheid stelden.
Heel ons volksbestaan worstelt nog met
de druk, die de vijf bezettingsjaren er op
gelegd hebben als van een loodzware last,
waaronder wij schier niet uit kunnen komen.
Geestelijke en economische ontreddering
gaan nog steeds hand in hand in dit ver
armde, onder zware last gebukte en van
zijn natuurlijke hulpbronnen voor 'n goed
deel afgesneden land; en al viel ook
oi> menig terrein verlichting en verbetering
aan te wijzen, met het op gang komen van
ejiigszins normale welvaart wil het nog altijd
niet vlotten. Van de grond af moet het
bewoonbare huis, dat Nederland eens was,
weer worden opgetrokken.
Niet op de ftatste plaats wordt het herstel
van onze stoffelijke voorspoed geremd door
de rukwinden, die uit Indonesië overwaaien.
Ook daar is gelukkig vooruitgang te boeken
en als de voortekenen niet bedriegen, zal
het definitief tot stand komen van het grond
wettelijk substraat van de nieuwe Rijkscon
structie aan een stimuleren van het groei
proces bevorderlijk zijn; maar dit neemt
niet weg, dat de moeilijke geboorte zware
eisen stelt aan ons volk, waarbij vergeleken
de op. haar beurt ook al tegenwerkende
pólitieke controverse, die een scherpe schei
dingslijn trok tussen goede bedoelingen ter
weerszijden, eigenlijk niet veel gewicht in de
schaal legde. Moge deze controverse althans
in haar eerste vorm, nu de koninklijke hand
tekening de beslissing van de overgrote
meerderheid der Staten-Generaal heeft be
krachtigd, welhaast tot het verleden behoren.
En dan gewaagden wij nog niet eens van
de sombere internationale perspectieven,
waaronder de regering van koningin Juliana
aanvangt. Sinds het noodweer uit het Oosten
opstak, nu tien jaren geleden, is de wereld
niet tot rust gekomen en nog altijd zien wij
uit die zelfde hemelstreek telkens de drei
ging aanvaren, waardoor de' lankmoedigste
pogingen om een gewapende vrede te hand
haven tot mislukking schijnen gedoemd.
Ongetwijfeld zijn ook hier lichtpunten aan
te wijzen, die alle liggen op de lijn ener
hechtere aaneensluiting in federatief ver
band tussen de volksgemeenschappen en van
inniger samenwerking op economisch terrein.
Het starre souvereiniteitsbegrip verbleekt;
naijver en zelfzucht pogen ook in de omgang
der naties plaats te maken voor een streyen
hét algemeen belang te dienen. Toch moet
men helaas toegeven, dat de donkere par
tijen in het wereldbeeld sterk overheersen,
zodat zelfs optimisten vrezén moéten, dat de
samenbundeling der krachten door gruwe
lijke noodzaak allereerst gaat gericht wor
den op niéuw gewéld.
Hoe angstiger intussen het verschiet voor
ons land, des te meer dankbaar moeten wfl
de Bestuurder der volkeren zljri, dat juist
Ou in do Oranje-estafetteloop door de
Haar naam erfde in 1909 prinses Juliana,
die Maandag als koningin Juliana de Neder
landse troon bestijgt. Vandaar, dat onze gé-
dachten een ogenblik teruggaan naar de
moeder van prins Willem, de Vader des
Vaderlands, en haar in de eer betrekken,
gewoon als wij zijn moeder en kind te ver
binden.
Juliana van Stolberg was niet een vrouw
van uitzonderlijk politieke betekenis, die een
stempel op haar tijd heeft gedrukt, of lang
durig een groot land heeft bestuurd, zoals
de Engelse geschiedenis kent in koningin
Elisabeth of Victoria. Ook trok de tragiek
van haar leven niet de aandacht van
historici of tijdgenoten, zoals b.v. bij Maria
Stuart, of Marie Antoinette geschiedde. Of
schoon van grafelijke stand, Was Juliana van
Stolberg een gewone vrouw. Maar zij was
groot als moeder, en daarbij vroom, en ver
dient aldus onze hoogachting.
Zij was moeder bij uitstek, ten eerste door
haar groot aantal kinderen. Op zeer jeug
dige leeftijd, als meisje van ruim 17 jaren,
getrouwd met graaf Philips van Hanau
(1523), gaf zij binnen zes jaren vijf kinde
ren aan haar man (15241529). In 1929
weduwe geworden, huwde zij twee jaar later
met de veel oudere Willem de Rijke, graaf
van Nassau-Dillenburg, en dit tweede huwe
lijk werd gezegend met twaalf kinderen.
Op twee na, een zoon uit het eerste en
een dochtertje uit het tweede huwelijk, wer
den deze kinderen allen groot, en onder
vonden allen achtereenvolgens en ten dele
gezamenlijk de moederlijke zorgen van
Juliana, want ook de kinderen uit het eerste
huwelijk gingen mee naar de nieuwe woon
plaats Dillenburg, waar deze konden spelen
ook nog met een dochter uit Willem's eerste
huwelijk.
Zulk een huishouding is in de moderne
tijd ongewoon, maar was toen een vrij veel
voorkomend verschijnsel. De zonen en doch
ters plantten ook volgens Bijbelse opvattingen
het geslacht voort, zodat Juliana 160 kinde
ren en kleinkinderen in leven heeft gezien,
van wie ruim honderd uit de Nassause
stam.
Zij was moeder door haar zorg voor het
groeiend gezin. Zij gaf haar tijd aan de op
voeding, niet slechts van haar eigen kinde
ren, maar ook aan die van verschillende
kleinkinderen, die op Dillenburg kwamen
wonen, of hun toevlucht moesten zoeken.
Dillenburg werd een school, niet slechts voor
de kinderen van het Nassause geslacht, maar
ook voor die van verwanten en naburige
families.
Met zorg zag zij haar kinderen het leven
ingaan, steunde hen dan zoveel mogelijk
door schriftelijk en mondeling contact, be
kommerde zich over hun geestelijk en tijde
lijk welzijn, zocht graag een vrouw voor haar
zonen, of een man voor haar dochters, en
sprak bij elk op handen zijnde huwelijk een
woordje mee. Zij organiseerde de doop- en
trouwfeesten, en hield dan gaarne beraad
over familie-aangelegenheden. In moeilijke
dagen nam zij haar kinderen met familie en
gevolg in Dillenburg op, zoals Willem van
Oranje in de jaren 15671572, toen hij. ge
zocht door Alva, alles op het spel zette.
Zij droeg daarbij blijde de gevolgen: ver
panding van kostbare bezittingen, het op
geven van de weelde, het aanvaarden van
soberheid, armoede en schulden. Met welk
een spanning doorleefde zij daarna als moe
der de schokkende gebeurtenissen van de
Nederlandse geschiedenis: de invallen van
haar zonen in 1568, die van de Geuzen in
1572, de strijd om Holland, waarbij Willem
de grote rol speelde, de Pacificatie van Gent,
de Unie van Utrecht; de strijd, waarin zij
haar zonen zag sneuvelen, graaf Adolf in
Heiligerlee. Lodewijk en Hendrik op de
Mokerhei. Telkens spoorde zij dan haar kin
deren aan te volharden en te vertrouwen op
God. Zo leefde zij in spanning voort tot
1580, en kon dus als gelukkige moeder ster
ven, omdat de zaken in de Nederlanden een
gunstige keer hadden genomen.
Zij was vroom. Ofschoon door haar katho
lieke moeder in de katholieke practijk opge
voed en getrouwd met een katholiek man,
heeft zij toch in de kerkstrijd spoedig voor
het nieuwe partij gekozen, waarschijnlijk nog
voordat zij trouwde met Willem de Rijke,
die veel langer aarzelde, en een ongevaar
lijk neutraal standpunt koos. Juliana was
dus eigenlijk niet „een der onzen", zoals da
uitdrukking luidt. Het was echter moeilijk
in die bewogen eeuw, toen religieuse revo
luties in Duitsland alles omver schenen te
werpen, de juiste koers te houden, de waar
de van de Kerk te zien en de waarheid van
de belijdenis te ortderkennen.
Mag zij in dwaling hebben verkeerd, haar
leven was geheel op God gericht. Haar brie
ven spreken met ontzag en geloof van God,
van de H. Drievuldigheid en van Gods
Woord. Zij bidt veel voor haar kinderen en
spoort dezen tot bidden aan. Zich gelaten
onderwerpend aan Gods wil, neemt zij te
vreden aan, al wat haar overkomt, nvei-
tuigd, dat wat God doet, wel gedaan is. Dit
is de ware, door Christus geleerde vroomheid,
die zij ook aan Willem I zal hebben ge
leerd in diens kinderjaren; zodat de dichter
hem later in de mond kon leggen:
Zo kwam prinses Juliana In de laatste
dagen van Februari aan in Curacao. Het was
1944. De oorlog woedde nog volop; koningin
en kabinet oefenden het regeerbeleid uit te
Londen; de prinses verbleef met de kinderen
in Canada. Vandaar kwam zij naar Curacao.
Geen prinsesjes, geen hofhouding; het vlieg
tuig van de K.L.M. voerde de prinselijke
standaard; de particulier secretaris, mr. W.
van Tets met diens echtgenote, vergezelden
de prinses. Het was een oorlogsbezoek.
Curacao was ook in oorlog. Weliswaar was
op dat tijdstip de Caraïbische Zee practisch
gezuiverd van vijandelijke duikboten, die met
•name onmiddellijk na de intrede van
Amerika in de oorlog, teisterend onder de
daar druk varende schepen hadden huis ge
houden, maar voortdurende waakzaamheid
bleef geboden. Olie- en olieproductenvervoer
maakte de haven van Curacao van buiten
gewoon strategisch gewicht voor de oorlog
voering in Azië en Europa.
Die haven kon kunstmatig worden afge
sloten en ging open volgens een bepaald
systeem, zodat duikboten er niet in konden
doordringen, terwijl de verduisteringsfasen
zich aanpasten bij het convooi-stelsel, dat
alleen duidelijk was voor degenen, die op
geheime kaarten de scheepsbewegingen van
vriend en vijand konden volgen.
Er was Nederlandse marine ook mari
niers, al verdwenen die geleidelijk om elders
mede te werken aan de hernieuwing van
dit korps er was een vrijwillige burger
wacht, er was de als „schutterij" gedoopte
Curacaose militie, waarbij ook Nederlanders
en een tijdlang uit Zuid-Afrika opgeroepen
Nederlanders dienden, alsmede in Curacao
verblijvende Surinamers, terwijl daarnaast
Amerikaanse zee-, land- en luchtmacht
strijdkrachten aanwezig waren.
De toenmalige staatsinrichting légde het
opperbevel in de handen van de gouver
neur, die uiteindelijk verantwoordelijk bleef
voor de veiligheid van het gehele staatsdeel:
het tactisch bevel was toevertrouwd aan een
Amerikaanse schout bij nacht, die de titel
voerde „Commander all Forces Aruba
Curacao" en als chef van staf een Neder
lands vlag- of hoofdofficier der marine naast
zich had. Het systeem werkte uitstekend,
zoals ook de prinses waarnam, die de goede
samenwerking tussen Amerikanen, Britten
en Nederlanders evenzeer openlijk prees als
die tussen staten en bestuur.
Er was distributie en prijsregeling en
eeuwen een jonge kracht komt aangetreden
om de taak van haar roemrijk voorgeslacht
over te nemen en dat die taak andermaal
aan een zachte vrouwenhand wordt toever
trouwd. Als in de pas afgesloten periode mo
gen daarop de hoop en het vertrouwen onzer
natie gevestigd blijven voor een regiment, dat
kloekheid aan vrouwelijke tact paart.
Haar vastberaden opgang in deze feU
bewogen tijd naar de Troon der Nederlanden
vergezelle onze eenparige bede in al-oude
kerkelijke trant:
deviezentoezicht en uiteraard werd met grote
belangstelling gevolgd al wat in Nederland
en Indië geschiedde, al was het alleen reeds
omdat zovelen op deze eilanden er hun be
trekkingen hadden.
In die omstandigheden kwam de prinses.
Enige tijd daarvoor was prins Bernhard haar
reeds voorafgegaan; zijn activiteit dreef hem,
waar hij meende goed te kunnen doen naast
zijn werk in Londen bij de koningin. Aruba
en Curacao waren de prins dankbaar voor
zijn komst, zijn warme belangstelling voor
volk en landschap en met name voor zijn
aankondiging, dat nu ook spoedig de prinses
komen zou.
„De prinses is in ons midden", meldden de
extra-stempels naast de Curacaose postzegels
op alle uitgaande stukken. Niet slechts
Curacao, ook Aruba, Bonaire en het ver af
gelegen St. Maarten zagen de hoge bezoek
ster, wier wens het was met zoveel mogelijk
personen kennis te maken en zoveel mogelijk
te zien. Daarin voorzag het program, dat de
prinses onvermoeid afwerkte. Er kwamen
nog hooggewaardeerde bezoeken bij in de
hoofdsteden van Venezuela en San Domingo,
waar de prinses de grootkruisen der beide
republieken ontving.
De oorlogsomstandigheden drukten uiter
aard haar stempel op die bezoeken; de
prinses zou het niet anders hebben gewild
en een ieder begreep en waardeerde die
wens. Maar die beperking verhinderde niet,
dat alom de geestdrift los sloeg met een
warmte, welke aan de uitingen van aan
hankelijkheid vormen gaf, die volkomen
pasten in de Curacaose sfeer, waarin de
prinses zich spoedig thuis gevoelde.
Nooit' hebben de eilanden zoveel vlaggen
gezien als tijdens dit bezoek. Niemand be
greep, waar die -allemaal zo gauw vandaan
kwamen. Nooit ook zag men zoveel juichen
de kinderen; bij een aubade voor de prinses
was er geen plaatsje meer vrij op de binnen
plaats van het gouvernementshuis, waar de
prinses logeerde. En nooit- zag men een
demonstratie als welke voor de. prinses werd
gehouden, noch een avondvoorstelling, waar
aan zovelen medewerkten. Om maar te zwij
gen van de recepties en de toeloop bij elk
bezoek. Erf zo was -het op alle eilanden, die
de prinses bezocht.
Het was de eerste maal, dat een prinses
uit het vorstenhuis een bezoek bracht en aan
niemand scheen de betekenis van dit bezoek
in die omstandigheden te ontgaan. Het was
als de ontmoeting van oude bekenden; zij
mochten elkaar dan nimmer hebben gezien;
zij begrepen elkaar onmiddellijk. De beste
bode, die Nederland zenden kon was de
prinses, met haar hartelijke eenvoud en lieve
belangstelling met name voor de vele
vreemdelingen, meestal afkomstig uit repu
blieken, die met verbazing kennis maakten
met de genegenheid tussen de bevolking van
'in het westelijk halfrond gelegen eilanden
en de van zo ver gekomen troonopvolgster
uit het oude Nederland, op dat ogenblik door
de vijand bezet, maar- blijkbaar, niet twijfe
lend aan de uiteindelijke overwinning, waar
over de prinses met zoveel zekerheid ge
waagde, telkens als de gelegenheid zich maar
voordeed.
De correspondenten uit Venezuela, zo goed
als de Amerikanen, die „baloney" spoediger
'doorzien dan men denkt, voelden dat dit
alles echt was; zij kwamen onder de indruk
van de waardige eenvoud van de prinses, op
wier aanwezigheid de inheemse bevolking
overal zo gevoelig en spontaan reageerde
Die reactie bleek uit de versierde straten en
winkels niet alleen, maar evengoed uit de
versierde huizen van rijk en arm, uit kleden,
die werden uitgespreid over de weg, uit
bloemen en geschenken, die overal werden
aangeboden.
Elk bezoek slaagde en er waren veel be
zoeken: gestichten, hospitalen, zeemanshui
zen, scholen, schepen, kazernes, organisaties,
comité's, de radio alles had de belang
stelling van de prinses, die tegen geen moeite
opzag, zoals haar lange rondritten in de
brandende zon over de terreinen der reus
achtige olie-raffinaderijen wel bewezen. Het
was haar stille hulde aan de velen, die daar
aan het thuisfront werkten voor de over
winning.
De giften stroomden werkelijk toe tot
grote verrassing van de prinses zelf, giften
voor door de oorlog getroffenen, waarmede
zij zo verheugd was, giften ook voor de
kinderen in het verre Canada, die tenminste
even met moeder in het warme Curacao
per telefoon konden spreken. De giften kwa
men werkelijk van arm en rijk, van jong en
oud, van eigen en vreemde ingezetenen.
En de prinses vond telkens haar goede
woorden. Zowel voor de radio als op recep
ties, zowel tot de staten als bij intieme
samenkomsten. Zo ging het op Curacao, zo
ging het op Aruba, zo ging het op Bonaire
en St. Maarten. En er waren uitstekende
vertolkers van de algemene gevoelens. De
rustige statenvoorzitter Sprockel en de voor
de olie-gemeenschap met ontroering spre
kende directeur Noorduijn en in de feest-
vergadering de geestdriftige heer Rustige en
op Scherpenheuvel de grijze frater Radulfus
Hermus, die op zó gelukkige en fijne wijze
herinnerde aan de vriendschap tussen wijlen
aartsbisschop Zwijsen en koning Willem II
en de daaruit orftstane aanhankelijkheid van
de geestelijke zonen van de eerste en de
leden van het Oranjehuis.... Elk eiland
toonde zijn vreugde op eigen wijze en overal
was die vreugde echt. En overal won de
prinses de harten.
Tot het afscheid kwam op het prinses
Juliana-vliegveld op St. Maarten in de vroege
Vochtend. Het was stil op -het altijd Stille
eiland; slechts het ruisen van de zee vlak
bij was hoorbaar. En een samen gezongen
Wilhelmus was het eenvoudige afscheid aan
de eenvoudjge prinses, die bij allen een
onvergetelijke indruk achterliet.
„Natuurlijk", zal men misschien zeggen.
Moge het „natuurlijk" blijven.
De koningin, die de troon bestijgt, keni
Aruba, Bonaire, Curacao en St. Maarten,
voorzover dit in ëen .kort maar toch zeer
intensief bezoek mogelijk is en velen kennen
hun koningin. Niet van aanzien alleen, want
honderden hebben haar persoonlijk de hand
kunnen drukken en hoevelen hebben niet
een ogenblik met hahr kunnen spreken?
De inscriptie op een der Oranje-monumen
ten te Willemstad verkondigt fier: „Curacao
en Nederland zijn één".
Moge deze eenheid onder een gezegend be
wind van koningin Juliana, die haar als
prinses door eigen aanschouwing ervoer
en die zij door haar bezoek versterkte, blij-
ven bestaan, met name voor het staatsdeel
Curacao zelf, dat onder Nederlandse vlag en
onder het bewind van de koningen en
koninginnen uit het Huis van Oranje werd,
wat het voor ieder tijdens het bezoek van
de prinses zo duidelijk waarneembaar was,
zelfs in oorlogstijd: bloeiend, vrij en daar
om gelukkig.