Mgr. dr. H. A. Poels overleden Gong Slagen EEN PRIESTER DIE IN HEERLEN 'N STANDBEELD VERDIEND Onze kippen nog achter het ministeriële gaas BLOEMENCORSO in Amsterdam SOMBERE ACHTERGROND VAN DE JAARBEURS Schuman kan weer naar huis DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN Trouwe vrienden aan het sterfbed Leider en werker Waar blijven de eieren Een pracht stunt van kwekerij en handel De verhouding tussen import en export zeer ongunstig Drie crises in zes weken 70ste JAARGANG WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1948 Na. 30718 Gisterenavond tussen kwart voor negen en negen uur is in liet missiehuis van de Medische Missiezusters te Imstenrade Mgr. dr. H. A. Poels overleden. Mgr. Poels, wiens gezondheids toestand de laatste maanden steeds achteruitgaande was, kreeg Zater dag j.l. een zeer ernstige inzinking die in de loop van de Dinsdag middag tot onmiddellijk stervens gevaar toenam. Nog gisterenmiddag kwamen enkele trouwe vrienden van Mgr. Poels aan het sterfbed, die de overledene nog herkende. Onder hen bevond zich Z.H. Bxe. Mgr. Dr. G. Lemmens, Bisschop van Roermond, de hoofdaalmoeze nier Roncken, Pater Jacobs, Pater Remigius Die ter en en de heer Jan Maenen. Juist heden zou het 57 jaar ge leden zijn, dat de overledene tot priester werd gewijd. met kop en schouders hoven omgeving Wetenschappelijk man Sociaal iverker Geestelijk leider Prinsesjes opgetogen (Van onze redacteur). Studenten brachten groet aan Prinses Margaret EEN EI OP DE BONNENLIJST ZIE IK TE ZWART DE KANTOREN zijn gevestigd te Rotterdam, Kortenaerstraat 1, telefoon 25270; te Schiedam, Broersvest 8, telefoon 68804. Giro-nummer 9095 ten name van „De Maasbode- Stichting" Rotterdam. De abonnementsprijs bedraagt 3.45 per kwar taal, 1.15 per maand, 30 ct. per week. Directeur: J. KUIJPERS. Hoofdredactie: Prof. Dr. ST. TESSER O.P. LEO J. M. HAZELZET. Algemeen Redacteur: H. A. PAALVAST. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT DE ADVERTENTIE-PRIJS op gewone kolom breedte bedraagt 15 ct. per millimeter hoogte. Ingezonden Mededelingen op redactionele kolom breedte 30 ct. per millimeter hoogte. Contract-tarieven te gen gereduceerde prijs op aanvrage bij de administratie of bij de adverten- tie-bureaux verkrijgbaar. KAMPIOENEN tot 20 woorden 1.Ieder woord meer 5 ct. Maximum 50 woorden. Uitslui ten bij vooruitbetaling. CVan onze Limburgse redacteur). Nu is de grote Limburger van ops heengegaan. Dr. Poels is niet meer. Katholiek Nederland verliest in hem een man, wiens betekenis te vergelijken valt met die van Schaepman enAriëns, Met hem ontvalt ons een vroom en onbaatzuchtig priester, een man met een buitengewoon scherpzinnig ver stand en gevoelig hart en een geeste lijk leider van formaat, die de rich, ting van onze sociale ontwikkeling tientallen van jaren heeft bepaald, In de tachtig lange jaren die God hem °P deze wereld geschonken heeft, heeft Poels een rusteloos leven geleid, waarin hij de rijkdom van zijn gaven voor het geestelijk en maatschappelijk welzijn van zijn medemensen heeft uitgebuit. waaThi?11,^ „bru Cht hij door te Venray, Tot »rLI6'?"1 ,1868 geboren was. Tot vpr hiti+rT i00° geooren was. sen als tn onH stonden de Poel en ondernemende zaken- P Jonge Henri echter tot het priesterschap zf studies te Rolduc, Roermond ware? zo schitterend, dat de Bisschop hem na zijn priesterwijding, die hii 9 b„ 1891 t, Maastricht SS* vS??; universiteit van Leuven bestemde, waar hij Schriftuur moest gaan volgem Een kapelaansbenoeming in een Maastrichtse volksbuurt zou hem liever zijn geweest maar daar werd natuurlijk niet naar gevraagd. Poels pakte zijn boeken bij elkaar en vertrok naar de plaats van zijn bestemming, waar hij zich in de colleges van prof. van Hoonacker door zijn intelligentie zozeer onderscheidde, dat deze beroemde hoogleraar verklaarde, nooit zo'n scherpzinnig student onder zijn gehoor te hebben gehad. Na zijn promotie op het proefschrift Examen critique de l'histotre du Sanc- tuaire de l'Arche, waarin hij zleh ff' verweerde tegen de opvat'tingen, Leidse School, doceerde de jonge - gedurende twee jaar Schriftuur aa Scholasticaat der Missionarissen van net H. Hart te Borgerhout bij Antwerpen, ttij schreef verder een tweetal wetenschap Pelijke werkjes, getiteld: „De oorsprong van de Pentateuch" en „Critiek en Tra ditie of de Bijbel der Roomschen Schaepman was over het eerste boekje zo te spreken, dat hij aan zijn studenten van Rijsenburg verklaarde in lange tijd niet meer zo'n bloemrijk en pittig proza gelezen te hebben. In Rome had zijn naam zo'n goede klank gekregen, dat Paus Leo XIII hem tot lid van de Pau selijke Bijbelcommissie benoemde. Na vijf jaar kapelaan in Venlo te zijn geweest, aanvaardde hij in het jaar 1904 de eervolle benoeming tot profes sor in de Schriftuurwetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Washing ton. Iedere zomer stak hij trouw d< Atlantische Oceaan over om in Limburg op vacantie te gaan. Daar zag hij hoe de kolenmijnen zich steeds uitbreidden; hij hoorde er over de moeilijkheden, die de huisvesting van talrijke nieuwe ar beidskrachten met zich meebracht overwoog de gevaren, welke de in dustriële ontwikkeling voor de ongerep te bevolking van Zuid-Limburg opleverde Na zes jaar was bij hem de overtuiging gerijpt, dat zijn roeping niet op weten schappelijk gebied, maar op maatschap pelijk terrein lag en daarom stelde hij zijn bisschop voor de hoogleraarstoga maar voor goed op te bergen. Monseig neur had er geen bezwaar tegen, dat hij in Amerika ontslag nam en benoem de hem in 1910 tot Rector van Welten. een dorp onder de rook van Heerlen, waar de zielzorg destijds geen zware eisen stelde, zodat hij tijd in overvloed had om zich met sociale kwesties bezig De jaren van zijn eerste Odyssee wa ren voorbij. De tweede zou dertig jaar later aanvangen, toen hij in 1940 voor zijn gezondheid in België verbleef. Daar moest hij in de maand Mei voor de bin nenrukkende Duitsers de vlucht nemen: hij week naar het onbezet gebied van Frankrijk uit en wist later veilig naar Zwitserland te ontkomen, waar hij tot na de oorlog is gebleven. Tussen beide omzwervingen in valt da belangrijkste periode van zijn leven, die hij in het hart van de mijnstreek heeft doorgebracht, waar hij de geestelijke leider en vader van de arbeiders is geweest. Zijn invloed was zo groot, dat men hem wel eens de ongekroonde ko ning van Limburg heeft genoemd. Poels was er diep van overtuigd, dat een bloeiend godsdienstig leven een zekere maatschappelijke welstand als onontbeerlijke voedingsbodem veronder stelt. De eerste hervormingen, die hij ondernam, waren dan ook niet direct van godsdienstige, maar van economische aard' v°ornaamste vraagstuk waar aan hij de eerste jaren zijn zorgen ge wijd heeft, was dat der huisvesting. ïn 1911 richtte hij de Woningbouwmaat- ■schappij „Ons Limburg" op, een sociale instelling, die door de bouw van duizen den uitstekende en smaakvolle woningen het vraagstuk der huisvesting in de loop der jaren afdoende heeft opgelost. Sta tistieken hebben bewezen, dat de ar beiders nergens in Nederland zulke mooie, gezonde en practische ééngezins woningen hebben als in de mijnstreek. De Duitsers, immer overtuigd, dat het nergens ter wereld beter kan zijn dan „bei uns", keken er hun ogen op uit en toen na vier jaar de Amerikanen kwa men, konden zij niet geloven, dat in al die vriendelijke huizen met mooie tuin tjes er voor, eenvoudige mijnwerkers woonden. Toch kwam er heel wat wat zakelijk beleid aqn te pas om het zo voor elkaar te krijgen. Want een bouwvereniging, die slechts de sociale bedoeling heeft de werkman een ruime woning te geven tegen een huurprijs, welke aan zijn weekloon is aangepast, moet over flinke kapitaal-reserves beschikken. Hier heeft Poels een oplossing voor gevonden, wel ke alleen maar uitgedacht kon worden door iemand, die van huis uit een flinke dosis handelsgeest had meegekregen. Hij begreep, dat hij zijn doel slechts op grote schaal verwezenlijken kon, wanneer de woningcomplexen op goedkope grond werden gezet. Daarom richtte hij twee jaar later de N.V. Bouwgrondmaatschap pij „Tijdig" op, welke in heel Zuid- Limburg „tijdig" gronden moest aanko pen. Het is bekend, dat deze instelling met haar aan- en verkopen zo voordelig geboerd heeft, dat ze de benodigde gron den niet alleen voordelig in haar bezit kreeg, maar ze meermalen met winst van de hand kon doen, wanneer ze door ves tiging van nieuwe mijnzetels enz. in waarde meer dan verdubbeld waren; met het gewonnen kapitaal konden dan weer nieuwe huizen worden gezet. Ieder gezin een eigen woning en geen vreemden in huis: dat was zijn beginsel. Van het kostgangerssysteem met zijn na sleep van morele verwording wilde hij natuurlijk niets weten en daarom richtte hij voor ongehuwde arbeiders Gezellen- huizen op, waar ze een behoorlijke ka mer en keuken vonden. En dan was er nog een categorie waarover zijn goede hart zich ontfermde, de zwervers, die met veters en vuurmakers langs de' hui zen leurden. Ook hen zag hij liever in een fatsoenlijk kosthuis dan in een ver dacht logement ondergebracht en daarom gaf hij hun met behulp van een wel doener een gebouw, dat een naam droeg, die aan duidelijkheid niets te wensen overliet: Het Goede Kosthuis. Zo was Ftoels: een door en door sociaal voelend priester, die voor de stoffelijke verbetering van zijn mensen alles over had. Zijn rijke erfenis gaf hij er voor weg. De arbeiders hielden van hem; zij volgden hem trouw en wisten, dat zij in moeilijke omstandigheden op hun hoofd aalmoezenier konden rekenen. Voerde hij het woord, dan hingen zij aan zijn lippen, wat hij te zeggen had, was altijd belangrijk. Hij was een schitterend rede naar, die zijn taal als een meester ver zorgde, maar nooit een blad voor zijn mond nam, waarvoor de beroemde Nood kistrede van 1917 een welsprekend be wijs vormt. Tegen liberalisme, kapitalis me, marxisme, nationaal-socialisme en communisme, kortom tegen alle „ismen" die het Katholicisme trachtten weg te dringen uit de harten der mensen, ver weerde hij zich met scherpzinnigheid, felheid en verbetenheid, die zijn figuur iets martiaals gaven. Daarmede heeft hij gelukkig bereikt, dat de mijnstreek zo wel onder- als bovengronds zwart is ge bleven en niet rood is geworden! Hij wist. dat hij op zijn arbeiders reke nen kon. Toen ik hem twintig jaar gele den op een meeting te Sittard hoorde spreken, riep hij uit: „Nergens rust het Kruis van Jesus Christus zo veilig als in de armen van onze arbeiders!" Deze woorden zijn me bijgebleven alsof ik ze gisteren pas gehoord heb. Als Poels zo iets zei, was het geen holle fraze; hij sprak er zijn eerlijkeVovertuiging mee uit; hij wist wat zijn mannen waard wa ren, omdat hij hen in de standorganisa- satie zelf gevormd had. In hun Commu niqué van 1916 hebben de Bisschoppen de opvatting, die hij met Henri Hermans verdedigde, als juist bevestigd. Daarom zal zijn naam altijd aan de standsorgani saties verbonden blijven, waarin katho lieken tot lekenapostelen gevormd wor den, die alle gebieden met de ware christelijke geest moeten doordringen. De hele winter door liet hij overal vergaderingen houden waarop goede sprekers sociale en godsdienstige vraag stukken voor zijn arbeiders op bevatte lijke wijze behandelden. Iedere Zaterdag verzamelde hij in Heerlen zijn mannen voor een gemoedelijke praatavond om zich heen. En in de eerste dagen van Augustus werd jaarlijks te Rolduc de Sociale Studieweek gehouden, waarheen ministers, hoogleraren en sociale werkers gingen om zich enige dagen te verdiepen in de voornaamste vraagstukken van de dag. Poels was er met hart en ziel van doordrongen, dat de blijde boodschap het enige stelsel is, dat in staat mag worden geacht de mensen voor tijd en eeuwig heid gelukkig te maken. In deze over tuiging heeft hij aangetoond, dat de na tuur niet zonder de bovennatuur kan; dat er naast boortorens en mijnschachten kerktorens moeten oprijzen; dat de mens zonder God niet tevreden kan leven en dat ook in de eeuw van de techniek het Christendom een allesbeheersende factor H. M. Koningin Juliana heeft Dinsdagavond, vergezeld van Z. K. H. Prins Bernhard, het gala-concert in het Concertgebouw bijgewoond. Ook de Koninklijke gasten waren aanwezig. Van links naar rechts: Prinses Martha van Noorwegen, Prins Jan van Luxemburg, Prinses Margaret Rose van Engeland, Kroonprins Gustaaf van Zweden, Koningin-Moeder Elizabeth van België, H. M. Koningin JulianaZ. K. H. Prins Bernhard en Prins Olav van Noorivegen. blijft, die niet straffeloos kan worden uitgeschakeld. Onze mijnstreek mag aan de gehele wereld ten voorbeeld worden gesteld. Want terwijl industrie en ongeloof in alle fabriekscentra hand in hand gaan, bleef de Limburgse bevolking onder de rook onzer kolenmijnen gehecht aan de Kerk. Daardoor is zijn werk van geheel enige betekenis in de wereld. Deze grote man, die met kop en schou der boven zijn omgeving uitstak en met de visie van een profeet zijn tijd ver vooruit was, heeft het mogelijk gemaakt, dat de bevolking van de mijnstreek aan Koning Christus trouw gebleven is; dat in dat mooie land de kerken 's Zondags stampvol zijn; dat er overal scholen staan, die over gebrek aan kinderen geen klagen hebben; dat verreweg de meeste mijnwerkers het godsdienstig en zedelijk verval buiten hun keurige woningen hebben gehouden. Dat is de betekenis van deze man, van wie zijn bisschop ver klaarde: „Wie aan Poels raakt, raakt aan mij!" In Heerlen komt hem een standbeeld toe. Maar onvergankelijker dan een monument van brons is de vlam van de eeuwige liefde, die onder zijn machtige invloed in talrijke onsterfelijke zielen brandende gebleven is. Er heerst sinds lang enige beroering in de pluimveehouderswereld. Men be grijpt daar helemaal niet waarom de Minister van Landbouw nog zo halsstar rig vasthoudt aan al die beperkende be palingen rond de kippenhouderij. Wil onze pluimveestapel nog een be tekenende bron van inkomsten voor onze landbouwbedrijven blijven uitmaken, dan zal Nederland als voorheen grote hoeveelheden eieren moeten gaan expor teren. Kan ons land dat niet, dan kan het zijn kippen als inkomstenbron van betekenis wel afschrijven. De binnen landse afname is immers niet zó groot, dat zelfs de huidige grootte van de pluim- veestapel verantwoord is. Maar om op grote schaal te exporteren, zullen onze pluimveehouders goedkoper moeten pro duceren en zij kunnen dit doen, wanneer minister Mansholt de beperkende bepa lingen laat schieten, omdat men dan bij een uitgebreide pluimveestapel per een heid product lagere productiekosten zal verkrijgen. Slechts één bezwaar zal er dan nog overblijven. Immers, wanneer de pluim veestapel zonder meer zal worden vrijge geven, loopt men kans, dat de grote landbouwbedrijven die evengoed zonder kippen kunnen bestaan, zich een groot aantal kippen zullen aanmeten, waar, door het kleine bedrijf in de knel zal komen. Ook zullen dan de zogenaamde kippenfarms weer als paddestoelen uit de grond verrijzen. Daarom zullen er vooralsnog maatregelen moeten blijven kuikentoewijzing die het kleine be drijf het eerste van deze uitbreiding zul len doen profiteren. Ook wat de eierhandel en eierdistri- butie betreft, deze kunnen zonder be zwaar worden vrijgelaten. De eierpro- ductie zal in de komende periode groot genoeg zijn om aan de binnenlandse vraag te voldoen zonder dat de consu mentenprijs zal stijgen. Nu de zaken zo staan begrijpen we niet, waar onze eieren blijven. Opnieuw was gisterenmiddag de Dam het centrum van een feestelijke, fleu rige demonstratie. De kwekers en bloe menhandelaren van Aalsmeer, Rijns burg en Amsterdam lieten met een prachtig bloemencorso hun Koningin zien, tot wat zij in staat zijn. Méér dan honderd met bloemen en planten getooide personen- en vracht auto's trokken voorbij het paleis, waar de Koningin met de drie oudste prinses jes veel genoegen beleefden van dit schouwspel. Van de wagens uit wordt ge zwaaid en steeds weer antwoorden de ko ningin en haar dochtertjes: Beatrix vol spanning kijkend, Irène moeder vragend naar bijzonderheden en de kleine Mar griet in sprakeloze bewondering. Af en toe hangt Irène moeder om de hals om haar iets te vragen, terwijl Beatrix zelfs eenmaal naar binnen holt om de nurse er bij te halen. Het is een aardig en onge dwongen schouwspel waarvan het pu bliek met volle teugen geniet. En onderwijl trekken de wagens maar voorbij, een ongekende pracht van kleur en vorm torsend, prachtige grote toeven van anjers of van rozen in de meest tere kleuren, kronen in alle variaties en kleuren. De Dam is weer volgelopen. Waar blij ven die mensen toch steeds vandaan ko men? Want niet alleen de Dam is vol. al de straten rondom zijn weer gevuld met een grote menigte. En als het konink lijk gezin op het balcon komt barst het gejuich en gejubel weer los en heft men het „Oranje boven, leve de Juliaan" weer aan. Prins George van Griekenland en prins Aschwin dineerden voor het gala concert gisteravond op het Dampaleis; de Scandinavische vorstelijke gasten en erf-groothertog Jan van Luxemburg ge bruikten het diner in de grote eetzaal van het Amstelhotel en Prinses Marga ret dineerde ditmaal op haar eigen ka mer. Nauwelijks was voor Prinses Margaret de soep opgediend, of plotseling weer klonk op het water van de Amstel een luid hoorngeschal. De prinses spoedde zich naar het venster en zag een twaalf tal studenten, staande in twee aan elkan der gekoppelde motorbootjes, aan haar apartement voorbijvaren, luide de trom pet stekend en zwaaiend. Het was een groet der studenten met hun fraaie witte pluimen op de chacots, die Prinses Mar garet daags te voren bij het paleis had geïnspecteerd. Enthousiast wuifde de prinses terug en de studenten, aangemoe digd door dit succes, maakten rechtsom keert en voeren nogmaals met hoornge schal aan het raam van de prinses voor bij. Weer hnderbrak prinses Margaret haar diner en weer verscheen zij voor het venster van haar kamer in het Am stelhotel .Bijna nog enthousiaster dan de eerste maal zwaaide zij de studenten toe. In het Amstel Hotel te Amsterdam poseerden de twaalf koninklijke gasten bij de inhuldigingsplechtigheden van Koningin Juliana. lste rij: Gravin Athlone, Kroonprinses Martha van Noorwegen, Kroon prinses Louise van Zweden, Prinses Margaret Rose, Prinses Margarete van Denemarken 2de rij: Prins Aschivin, Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden, Kroon prins Olav van Noorivegen, Erf groothertog Jan van Luxemburg. 3de rij: Graaf van Athlone, Kroonprins Axel van Denemarken, Prins George van Griekenland. (Van onze Utrechtse redacteur) Somber ziet de economische achter grond, waartegen thans de Jaarbeurs te Utrecht gehouden wordt, er uit en de directeur, mr. J. Milius heeft naar het illustre voorbeeld van de grote Churchill, die er allerminst van hield de dingen mooier te doen schijnen dan zy in werkelijkheid zijn, ons nuchter en eerlijk de harde realiteit voor ogen gehouden. Men heeft dit reeds in een deel van onze vorige edities kunnen lezen, doch het is zeker van belang enkele punten uit deze voortreffelijke rede nader te beschouwen. Allereerst dah over de zeer ongunsti ge positie van onze betalingsbalans, die een belangrijk gat vertoont, voral in de dollarsector. In ideologisch, sociaal, economisch en financieel opzicht verschilt de huidige wereld immers maar weinig van «en die in oorlog is gewikkeld. Een ernstig en weinig bemoedigend woord, dat zeker tot de conclusie moet leiden, zoals de heer Miliïis die gaf. dat alle pogingen tot vergroting van de spaarzin en de pro ductieve ambities bij de jongere gene ratie volkomen illusoir zijn, zolang er gebrek aan vertrouwen in de toekomst blijft. Zijn wij door de toestand in, het alge meen na de oorlog diep teleurgesteld en kwamen wij op velerlei terrein cultu reel zowel als econom. met onze verwach tingen bedrogen uit, wij hoorden thans onomwonden verklaren, dat de onmid dellijk na de oorlog allerwegen gepropa geerde politiek van „export ordie" meer en meer is vastgelopen. Toenemende in dustrialisatie van de kopende landen en uitbreiding van het aantal bilaterale ver dragen versperren de weg naar een ge zonde ontwikkeling en het liquidatie proces van de oorlog wordt daardoor in belangrijke mate vertraagd- Ziet men de Nederlandse handelsbalans, dan blijkt de verhouding tussen import en export ge durende de eerste 6 maanden van 1948 zeer ongunstig. De import bedroeg n.l, 436 millioen gulden, terwijl de export slechts 240 milioen gulden bedroeg en derhalve 196 millioen gulden van de im port niet door export werd gedekt. De verkopersmarkt raakt verzadigd en meer en meer gaan de kopers bepalen, welke producten kunnen worden afgezet, Dergelijke moeilijkheden doen zich b.v. bij de textielindustrie voor. Ook m Bel gië zijn deze moeilijkheden reeds gere zen, waar zich ondanks het gunstige sei zoen een stijgende werkloosheid manifes teert. Van 4 tot 10 Juli 1948 werden hier gemiddeld per dag 68.600 volledig en ruim 52.000 gedeeltelijk of toevallig werklozen geregistreerd, hetwelk een stijging van 11.000 met de week daar voor betekent. De verhoging van dit werkloosheidscijfer werd vooral aange troffen in de groepen textiel, bouwbe drijf en landbouw. Het aantal gebeel werklozen in Neder land bedroeg per 31 Juli ongeveer 22.000 en slaat dus vooralsnog een vrij goed fi guur. De bittere toon des heren Milius, toen hij het had over het uitblijven van de toestemming der regering om de bouw plannen te verwezenlijken, laat zich. ge zien de toenemende internationale be tekenis van de Jaarbeurs begrijpen. Te meer als men hoort, dat in de twee jaren die inmiddels ongebruikt zijn gebleven, de kosten voor de bouw enige millioenen guldens gestegen zijn- Wat nu het beeld van de Jaarbeurs zelf betreft, bij onze eerste rondwande ling hebben wij reeds kunnen constate ren, dat dit er zeer aantrekkelijk uit ziet. Op de bonnenlijst v&n a.s. Donderdag komt een bon voor alle leeftijdsgroepen voor, die recht geeft op het kopen van een ei. Deze eieren zullen op vele plaat sen niet aanstonds voorhanden zijn, aam gezien de bevoorradig van de handel in hoofdzaak in de eerste dagen van de volgende week zal geschieden en wel met koelhuiseieren, waarvan de prijs 2 cent hoger is dan die van verse eieren, tengevolge van de kosten van opslag en extra bewerking. „Overal ter wereld spreekt men over het opvoeren van de productie als enig middel om de levensstandaard te verhogen en ten bate van de export. Allemaal loffelijk onder deze omstan digheden, maar zullen over 5 of 6 jaar drastische maatregelen worden geno men om de productie te verlagen? Zal de P.B.O. tegen die tijd sterk genoeg zijn, om eventueel een 5-urige werkdag in te voeren, als blijkt dat bij een 8-urige overproductie ontstaat en tengevolge daarvan grote werk loosheid? Bij mij rijst alweer het bange voorgevoel, dat ik over enkele jaren moet gaan stempelen. De werk loosheid zal weer moeten worden op gelost als zij er eenmaal is. Ik volg de aansporing tot productiviteit, maar zo'n beetje met het gevoel, waar mede ik in Duitsland massagraven moest maken vanwege de luchtbombar- dementen_ Kan er dan van arbeids vreugde 'nog sprake zijn? Zie ik het misschien te zwart in?" Tot zover het eerste gedeelte van een brief van een inzender. Want er zijn nog meer meningen en vragen bij ons gedeponeerd, waarop we een volgende maal nog hopen terug te komen. Het vergaat deze .verker als an deren voor en met hem. Ondanks het feit van onderproductie, hetwelk toegegeven wordt, beklemt de angst voor de gesel der werkloosheid alweer vele harten. Schijver wijst nog op een voorbeeld in eigen omgeving terzake van een snelle bouw van bin nenschepen. Zes en twintig schepen per jaar. Waar moet dat over zes jaar naar toe? Het is allen bekend, dat er reeds een commissie werkzaam is, die de voor uitzichten op werkloosheid reeds onder de loupe neemt. Inzender heeft echter volkomen gelijk, wanneer hij door zijn vragen sugge reert: Er moet iets gebeuren. Er moe ten zekerheden komen. Een goed geleide productie. Niet nu jagen en over 5 jaar zeggen: Ga thans maar weer naar huis. En al komt dan volgens Drees het z.g. stempelen niet terug, het gedoemd zijn tot werkloos toezien blijft fataal. Een antwoord dat min of meer af doende is, is in enkele regels en zelfs in een rapport van 200 bladzijden niet te geven. We zijn op de eerste plaats in handen der Goddelijke Voorzienigheid. Daar naast hebben we als volk en als volke ren een gemeenschap op te bouwen. Daarvoor zijn nodig: planning, veel ver stand, nog veel meer overleg, nationaal en internationaal (Benelux!), regelin gen, voorlichting, richting geven met zoveel mogelijk uitsluiting van het_ ver derfelijke zuiver winstbejag en het over mensen heenlopende egoïsme en met zoveel mogelijk sociale zekerheid voor individu en gezin. Men begrijpt, dat met deze enkele volzinnen de zaak niet „rond" is. Zeker is, dat een vakorganisatie met volwaardige leden in de goede richting vooral in haar toekomstige taak, die we in deze hoek al meer hebben aan geduid, een stuk kan meewerken. Zie ik het misschien te zwart in? vroeg de inzender in zijn brief. We zou den er geen volmondig ja op durven zeggen. Tegelijk voegen we er echter aan toe: Preek geen wanhoopstexnming, maar werk mee en houd vast aan ge zonde en goed voorbereide plannen- HENK VAN DER MAZE- Verschillende hoge buitenlandse gasten waren gisteren aanwezig op een lunch aan de Canadese ambassade te Den Haag. Prinses Margaret Rose in een opgetvekt gesprek met mevrouw Dupuy, de echtgenote van de Canadese ambassadeur. (Telefonisch van onze Parijse correspondent). Voor de derde keer in zes weken heeft Frankrijk een ministeriële crisis. Het was voorzien dat dit tweede gou- vemement-Schuman geen lang leven beschoren zou zijn, maar dat het, na twee dagen bewind, onmiddellijk bij zijn verschijnen voor de assemblée nationale zou worden weggezonden, had toch niemand verwacht. Met 395 tegen 289 stemmen weigerde de as semblee haar vertrouwen aan het tweede kabinet-Schuman. Schumans ernstige waarschuwing: „Als wij niet de ernst van dit ogenblik inzien, dan weet ik niet, waar wij naar toe gaan", werd in de wind geslagen. De R.P.S. en de rechterzijde stemden tegen onder het voorwendsel, dat „men de politiek van Reynaud losliet" en de communisten, „omdat men deze politiek trouw bleef". Geen dezer partijen wilde de heer Schuman ook maar de gelegenheid ge ven, mede te delen, welke maatregelen zijn regering wilde nemen, om het land uit zijn moeilijkheden te redden. President Auriol is gisteravond in al lerijl uit Rambouillet teruggekomen en ving hedenochtend om 9 uur zijn be sprekingen aan. Herriot heeft gisteravond laat te ken nen gegeven, zijn ontslag te nemen als president van het uitvoerend comité der radicale partij, omdat veel radicalen te gen de regering hebben gestemd. Men spreekt er van, nu een „ministerie van nationale redding" samen te stellen, maar hoe dit mogelijk zal zijn met deze assemblée ziet niemand. Ontbinding, de enige oplossing, zou natuurlijk uiterst gevaarlijk zijn en wil men ten koste van alles nog vermijden. Deze crisis is veel ernstiger dan de vorige. De tijd dringt, de afgrond gaapt, maar de partijen den ken slechts aan eigen belang, niet aan dat van het vaderland. Vandaag is gedeeltelijk staking door de C.G.T. gedecreteerd in sommige ge meentelijke diensten, maar de metro en autobussen rijden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 1