Edward Dmytryk filmt
Pinewood-studio's
m
de
De raadselachtige verdwijning
Hoe kiezen wij nu een goede voeding?
Mgr. Breton, DE BLIJMOEDIGE
Vior de filmcamera
Steunpilaar van het
katholicisme in Japan
door BRAM VERSCHOOR
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1948
FILMKRANT NEDERLAND'
PAGINA
De Pinewood-studio's van de Rank-organisatie, waar Edward Dmytryk
zijn film „Obsession" zal draaien.
DE WAARDE VAN VOEDINGS
MIDDELEN
ILOU BANDY JUBILEERT
beschermende waarde
voedingsmiddelen met
beschermende waarde
voedingsmiddelen zonder
ft
- (mop
die!
Er komt een toenemend aantal
Katholieke films van goede
kwaliteit, waarvoor geen
afzetgebied kan worden
gevonden
Edward Dmytryk ,de man, die „Cross
fire" (Kruisverhoor), een film over
het anti-semitisme maakte, Is Maandag
j.l. in Engeland begonnen met het
draaien van een film, nadat hij door
Hollywood was ontslagen en op de
zwarte lijst geplaatst.
De Britse filmmagnaat J. Arthur Rank,
die zich daarvan niets aantrekt, steunt
de onafhankelijke producent, die met
Dmytryk samenwerkt.
Hollywood heeft, zoals wij indertijd
heüben gemeld, Dmytryk tegelijk met
negen andere Amerikaanse producenten,
regisseurs en scenarioschrijvers op straat
gezet, omdat zij weigerden antwoord te
geven op de standaardvraag van het
Comité van on-Amerikaamse Activiteit:
„Zijt gij communist 7"
De filmproducent Nat Bransten haal
de Dmytryk naar Engeland om de regie
te voeren van de fiilm „Obsession", een
komische „thriller." Hollywood bewoog
hemel en aarde om Dmytryk het wer
ken ook in Engeland onmogelijk te ma
ken. Het ontzegde ruimte in. zyn Engelse
studio's aan iedere maatschappij, welke
Dmytryk in dienst nam. Bovendien ver
zekerde het, dat zijn film n /it in Ame
rika zou worden vertoond.
Drie maanden lang zijn Dmytryk en
Bransten bezig geweest om voor hun
film acteurs, een studio en een maat
schappij te vinden, welke bereid zou zijn
de film te distribueren. i
Gedurende het afgelopen week-eind
heeft mr. Rank er in toegestemd voor
Obsession" ruimte ter beschikking te
stellen in zijn Pinewood-Studio's. Hij
zal de fiilm ook distribueren en haar in
zijn bioscopen in Engeland vertonen.
„Met de politieke opvattingen van een
man", aldus mr. Rank ,,heb ik niets te
maken."
Bronsten, de producent, verklaarde op
zijn beurt: „De voorwaarden van mr.
Rank zijn buitengewoon gunstig^ We
kunnen op staande voet beginnen."
Op 40-jarige leeftijd was Edward Dmy
tryk een van Hollywood's beste regis
seurs. Hij maakte „Crossfire" in 22 da
gen voor- een bedrag van minder dan
1.200.000 gulden. De film bracht 6.000.000
op en verwierf de „Humanitarian Award"
een onderscheiding wegens de mense
lijkheid van haa ronderwerp, terwijl zij
in ons land het praedicaat Film van de
Maand verkreeg.
Onder de naam „Filmkrant Nederland"
is een stichting in het leven geroepen,
welke zich ten doel stelt korte cultureel
waardevolle filmprogramma s te verto
nen in een speciaal gebouwde rijdende
filmzaal.
Deze rijdende filmzaal, waarschijnlijk
uniek in wereld, is gemonteerd op een
speciale DAF-constructie uit Eindhoven.
De wagen is 12 meter lang. Aangezien
zowel de voor- als achterwielen draai
baar 'zijn gemaakt, een constructie, welke
nog niet in ons land is gemaakt, komt
de bestuurbaarheid van het voertuig
overeen met die van een normale aan
hangwagen van 6 meter lengte.
De z.g. zelfdragende carosserie, welke
van betrekkelijk lichte constructie is,
is met het oog op geluid, warmte en
koude dubbelwandig gebouwd met daar
tussen isolerend materiaal. Alle afme
tingen van de wagen zijn de maxi
mum toelaatbare: lengte 12 meter, breed
te 2.50 meter, hoogte 3.50 meter. Een
auto van dergelijke afmetingen is nog
niet eerder in ons land gebouwd.
De projectie vindt plaats door middel
van twee moderne geluids-smalfilm-pro-
jectoren van 16 mm, welke uit Engeland
zijn geïnjporteerd en welke staan opge
steld in een aparte fiimcabine.
De electriciteit moet van het plaatse
lijke sterkstroomnet worden betrokken.
De verwarming geschiedt electrisch en
wordt automatisch geregeld. In de zaal
en in de cabine zijn ventilatoren opge
steld, welke de lucht in de gehele ruim
te in enkele minuten kunnen verversen.
Een bijzonder snufje is een koker ter
grootte van het projectiedoek, welke
2 meter naar buiten kan worden gescho
ven gedur.ende de voorstellingen. Daar
door wordt ruimte gewonnen, zodat 60
bezoekers in de „filmzaal" Kunnen plaats
nemen. De voorste zitplaatsen zijn twee
meter van het doek verwijderd en laten
een behoorlijke waarneming van het
filmbeeld toe.
Een ander snufje is, dat de wagen ge
durende de voorstellingen van de wiel-
druk wordt ontlast door het omlaag-
draaien van vier draadspilsteunen, welke
onmiddellijk aoher de wielen zijn gemon
teerd. Dank zij deze steunen kon de
wagen, welke in totaal 8.500 kg. weegt,
met luchtbanden worden uitgerust.
De filmwagen zal niet willekeurig van
plaats tot plaats gaan rijden, doch iedere
week één dag of twee dagen in de vol
gende steden op een vaste plaats worden
gestationneerd: Alphen a.d. Rijn, Vlaar-
dingen, Schiedam. Rotterdam en Gouda-
S V
De studenten van de Londense univer
siteit, die van plan waren om een afbeel
ding van de Amerikaanse komiek Danny
Kaye (bekend uit films als „Wonderman"
en „De Kampioen Melkboer") op Guy
Fawkes-avond te verbranden, verander
den van besluit na protesten van de bond
van Britse variété-altisten.
Om te tonen, dat zij hem heus geen
kwaad hart toedroegen, zonden de studs
aan Kaye het volgende telegram: „Our
love for you is burning true Tonight
it will consume you But havé no fear:
the idea here Is nothing but to boost
you". (Onze genegenheid jegens jou is
brandend heet en zal je vannacht verte
ren. Wees echter niet bang, want we wil
len alleen maar reclame voor je maken).
In optocht trokken de studenten naar
het voorplein van de universiteit, waar zij
het lichaam van de afbeelding verbrand
den. Het hoofd evenwel, vervaardigd van
papier-maché door studenten van Henry
Moore, de beeldhouwer, werd door hen
bewaard als mascotte-
Dit compromis stelde de federatie van
Britse Variété-artisten tevreden, die eerst
had betoogd, dat het „verbranden" van
Danny Kaye „een belediging was voor
het beroep vui variété-artist in het alge
meen".
De Schotse aceur Alastalr Sim („This
Man in Paris"', „Hue and Cry", „Green
for Danger") staat met de studenten op
een heel wat betere voet. De studenten
van de universltei van Edinburgh hebben
hem namelijk tot rector gekozen. Hij
kreeg 2.078 stemmen tegen 802, die wer
den uitgebracht op mr. Harold Macmil-
lan, conservatief lagerhuislid voor Brom
ley. De 48-jarige acteur was onafhanke
lijk candidaat en zijn aanhangers domi
neerden de hele verkiezingscampagne.
Iedere student, die ervan verdacht werd,
een aamhanger te zijn van Macmillan,
werd begroet met emmers water, zakken
meel, vuurwerk en rotte vis, als hij een
poging deed de stembus te naderen.
Alastair Sim is lector in de welspre
kendheid geweest aan het Church of
Scotland New College te Edinburgh in
1924.
De weleerw- heer J. A. V. öurke, se
cretaris van het Britse Katholieke Film
genootschap, heeft de katholieke zaken
mensen in. Engeland opgeroepen, zich
aaneen te sluiten en zich toe te leggen
op filmexploitatie, zodat een keten van
bioscopen katholieke en andere goede
films, vooral Europese, zal kunnen ver
tonen.
„Er is een toenemend aantal katho
lieke films van goede kwaliteit, waar
voor geen afzetgebied kan worden ge
vonden door gebrek aan bioscopen,
welke ze willen vertonen", aldus Bur
ke. „Ofschoon in Ierland het totale
aantal katholieken geringer is dan in
sommige andere landen, worden daar
katholieke films vertoond, omdat er een
katholiek publiek en een katholieke
bedrijfsleiding in de bioscopen is".
De heren in Hollywood zijn op het
ogenblik bezig de laatste haren uit hun
spaarzaam begroeide schedels te trekken,
omdat ze Margaret Truman geen voorde
lig contract als zangeres hebben gegeven.
Nu de uitslag van de presidentsverkie
zingen bekend is, vraagt ze het dubbele.
Barbara Ann Scott, de Canadese we
reldkampioene sehoonrijden op de schaats
bij de Olympische Spelen, zal met Kerst
mis op Broadway haar debuut maken
als „prof' tegen een bescheiden somme
tje van 25.000 gulden per week.
Een nieuw bewijs, hoezeer deze spor
tieve Spelen de sportieve geest stimu
leren. Hoe lang zal het nu nog duren eer
we Barbara Ann op het witte doek zien
verschijnen? Jammer dat de Engelse film
„Scott of the Antarctic" al klaar is, anders
had ze als diens vrouw kunnen .fungeren.
Maar misschien maakt Hollywood er ooit
nog wel eens een Amerikaanse versie
van.
Herinnert u zich Lassie, de wonderhond
-uit de film „Lassie komt terug", welke
thans in ons land rouleert? Lassie, of
liever haar baas, heeft een contract ge
sloten met een filmmaatschappij in Holly-
wood, waarin is vastgelegd, dat Lassie
een gereserveerde eerste klasse coupé
krijgt tijdens alle treinreizen, die ze voor
de film moet maken.
Leal Riefenstahl, Hitler's favoriete ci-
neaste en filmactrice, is door een hof van
onderzoek te Villingen „zuiver" ver
klaard van betrekkin-gen met de nazi-
party Haar bekende film „Olympiade
1936"3 is volgens het hof „onder dwang
gemaakt".
Minder bekend, maar bijzonder mooi
is haar film „Das Blaue Licht (Het
Blauwe Licht) naar een legende uit de
Tiroolse bergen. Deze prachtige film is
vóór de oorlog gedurende slechts enkele
dagen in een Nederlandse bioscoop ver
toond- Toen ontstonden er moeilijkheden
over de auteursrechten van de muziek.
Er volgde een proces, de film werd uit
roulatie genomen en is sindsdien met
meer in ons land vertoond.
Leni Riefenstahl, wier films werden
vertoond in Hitler's privé-bioscoop, ver
blijft thans met haar echtgenoot, een
voormalig officier, te Koeningsfeld, in het
Zwarte Woud-
Greta Garbo zal opnieuw op het witte
doek verschijnen in een film over het
leven van Georges Sand.
De Franse Bisschop Mgr. Albert Bre
ton, die nu reeds 43 jaar in Japan werkt,
kan terecht beschouwd worden als een
steunpilaar van het katholicisme in dit
land, waar hij alom geëerd wordt. Dezer
dagen erkende ook de Franse regering
zijn verdiensten door hem de versierselen
van het Legioen van Eer te doen uitrei
ken. Een wel zeer internationaal gezel
schap was hiervan te Yokusaka getuige:
een muziekcorps van de Amerikaanse
marine speelde de Marseillaise, terwijl de
leden van de Franse ambassade, Ameri
kaanse autoriteiten, de Apostolische Dele-
gaat in Japan alsmede de inheemse bis
schop van Fukuoka en vertegenwoordigers
van de missiegenootschappen toekeken.
De persoonlijkheid van Mgr. Breton, die
een sterk humoristische inslag heeft, als
mede zijn langdurige ondervinding heb
ben ertoe geleid, dat de geallieerde be
zettingsautoriteiten evenals de kerkelijke
en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders
in Japan ten zeerste op zijn medewerking
zijn gesteld. Wat hij, ook sinds het eind
van de oorlog, gepresteerd heeft voor het
algemeen welzijn en de volksgezondheid
is van onschatbare waarde voor het her
stel van zijn tweede vaderland. Yokosuka.
dat sedert 1945 het brandpunt van zün
activiteit is, wordt door de Amerikaanse
experts geprezen als een modelgemeen
schap. Hier stichtte Mgr. Breton o. m. het
St. Josephshospitaal met 10 dokters, 35
verpleegsters, 25 leerlingverpleegsters en
12 nonnen, van wie een de doctorsgraad
in de medicijnen heeft. Tezamen met ka
pitein John Owsley, Amerikaans officier
van gezondheid, heeft hij hier, in de on
middellijke nabijheid van de wereldsteden
Tokio en Yokohama, het gezondheids
wezen opgevoerd tot een peil, dat in Ja
pan onbekend was. Zijn bekendheid met
de Japanse mentaliteit was onmisbaar bij
het overkomen van het heersend bijgeloof
ten aanzien van zijn desbetreffend pro
gramma. Een hindernis was, dat een Ja
panner, die in het ziekenhuis werd op
genomen, zijn hele gezin meevoerde! De
echtgenote bracht dan haar draagbaar for
nuisje mee, teneinde voor haar man te
koken; vanzelfsprekend kon zij haar kin
deren daarbij niet in de steek laten. Thans
zijn in de meeste grote ziekenhuizen cen
trale keukens gevestigd en worden de
patiënten er bediend door het verplegend
personeel.
Sinds Mgr. Breton, die thans 66 jaar is,
in 1905 Japan betrad, heeft hij de Kerk
zien groeien van een „zwevend" missie
orgaan tot een steeds krachtiger en sta
biel element in het nationale leven. In
lsfèl werd hij benoemd tot bisschop van
Fukuoka. Toen in 1941 de Japanse rege
ring slechts Japanners in dergelijke func
ties wenste, moest hij zijn zetel opgeven
(welke thans wordt ingenomen door Mgr.
Dominicus Fukahori). Doch hij bleef zijn
opvolger van advies dienen tot hij als
„gevaarlijk" door de autoriteiten werd ge
ïnterneerd. Zij lieten hem na vier maan
den weer vrij, omdat volgens Mgr.
Breton de Japanners niet langer tegen
zijn voortdurend gezang konden! Over zijn
humor en scherpe geest weten ook de
Amerikaanse autoriteiten te vertellen.
Vlak na de oorlog, toen in heel Japan
geen verf te krijgen was, merkte genoem
de kapitein Owsley, dat de ziekenzalen
In het St. Josephshospitaal blinkend wit
geschilderd waren. „Waar ter wereld hebt
U deze verf gevonden?" vroeg hij aan
de Bisschop. „Niet in deze wereld", ant
woordde Mgr. Breton, „die verf komt
recht uit de Hemel!" Een paar dagen later
ontdekte de kapitein, dat het sous-terrain
van het ziekenhuis niet was opgeschil
derd. Mgr. Breton zei hem, dat er geen
verf meer te krijgen was. „Wat is er dan
met de Hemel gebeurd?" vroeg Owsley.
„Daar hebben wij het contact mee ver
loren", aldus de Bisschop. En momenteel
weten de autoriteiten nog niet, waar de
Bisschop zijn verf haalde.
Het Voorlichtingsbureau van de Voe
dingsraad meldt:
De prijsverhoging van enkele belang
rijke levensmiddelen (straks van kolen)
maakt bet in mie-ni-g gezin noodzakelijk,
d-e uitgaven voor h-et dagelijks levenson
derhoud nog eens nauwkeurig te bezien.
Van nature heeft over net algemeen
een huisvrouw al sterk het gevoel, dait die
gezondheid van haar gezin 't laatste is,
wiat in het gedrang mag komen. Hoe het
inkomen met h-et oog hierop het b-est be
steed kan worden, is een kwestie die
ieder gezin voor zichzelf moet opl-ossen,
da-ar immers overal de omstandigheden
anders zijn. Voor hert kiezen van een
juiste voeding in verband met de gezond
heid is het «echter noodzakelijk dat men
enig inzicht heeft in de waarde van de
voedingsmiddelen.
Wij hebben dagelijks een aantal stoffen
nodig:
'Om het lichaam in stand te houden en
bet (bij kinderen) te doen groeien: om
alle levensverrichtingen in het lichaam
goed te laten verlopen; om h-et lichaam
op temperatuur te houden en het ar
beidsvermogen te leveren. Wij noemen
deze stoffen de voedingsstoffen. Er zijn
levensmiddelen, die zeer veel voedings
stoffen bevatten, welke nodig zijn voor
de groei en h-et in stand houden van het
lichaam. Wij noemen deze „Voedingsmid-
dle-len mot hoge beschermende waarde".
Er zijn ook levensmiddelen, die een
kleiner aantal of een kleinere hoeveel
heid van deze voedingsstoffen bevatten.
Is het t-och nog een belangrijke hoeveel
heid dam noemen wij hen „Voedingsmid
del-en m-et beschermende waarde".
Tenslotte kennen wij nog producten, die
slechts één voedingsstof bevatten; deze
worden genoemd „Voedingsmiddelen zon
der beschermende waarde".
Een voeding is wi-
Vandaag is het dertig jaar geleden dat
Lou Bandy te Rotterdam voor het eerst
op de planken kwam. Bij deze gelegen
heid wordt in Tuschinski een feestvoor-
stelling gegeven waarbij de populaire
neer zii dagelijks een bepaa-l-de hoeveel-
hSd „Voedingsmiddelen met hoge be-
schermemde waarde" <m „Voedingsmidde
len met beschermende waarde' oevat.
Het is dan verder van minder belang of
mipn 7:P nog aanvult met „Voedingsmidde
len met weinig beschermende waarde" of
mj_t Voedingsmiddelen zonder bescher
mende waarde", hoewel natuurlijk /de
Voedingsmiddelen met weinig bescher
mende waarde" altijd nog te verkiezen
zijn boven die zonder beschermende
waande
In onderstaande lijst zijn die voedings
middelen volgens hun waarde opgegeven
met de hoeveelheden, dae men er dage
lijks van behoort te gebruiken. Van d-e
gedistribueerde artikelen zijn de rant
soenen opgegev-en.
VOEDINGSMIDDELEN met hoge
Melk of melkproducten: volwassenen
a liter; kinderen liter; kaas;
volwassenen: rants.; kinderen; rants,
ei- volwassenen: rantsoen; kinderen:
rantsoen- groenten; blad-: volwassenen
350 400 gf kinderen; 300 a 350 g; andere
groenten; volwassenen: 250 gf. kinderen:
200 a 250 g; rauwe groenten: volwasse
nen; 125 g; kinderen: 75 100 g; vruch
ten: volwa^enen en kinderen: indien
mogelijk.
Vlees: (ook lams. en paardenvlees):
volwassenen en kinderen: rantsoen; of
vis (alle zeevis alle zoetwatervis): vol
wassenen: 250 g; kinderen; 150 5 200
of mosselen (zonder schelp): idem; of
100 gj
BESCHERMENDE WAARDE
Suiker, jam, snoepgoed, gebak.
Wij zien uit deze lijst, dat wij moeten,
zorgen, dat er dagelijks: melk, melkge-
rechten of melkproducten zoals yoghurt,
karnemelk en hangop en verder kaas,
giroenten en zo mogelijk vruchten in de
voeding moeten voorkomen, omdat deze
artikelen een hoge beschermende waarde
hebben.
De groenten dienen zoveel mogelijk af
gewisseld te worden. Wanneer zij duur
zijn is het verstandig ze rauw te gebrui.
ken', omdat wij dan met minder kunnen
volstaan.
Verder behoort het rantsoen boter of
gevitamineerde margarine gebruikt te
worden en tevens vlees of vis of peul
vruchten.
Alle vleessoorten d-us ook 'f paarden
vlees en alle vissoorten, dus ook de zoet
watervis, hebben ongeveer dezelfde be
schermende waarde. Dit mogen diegenen
bedenken, bij wie de keuze afhangt van
de prijs van het artikel.
Naast de voedingsmiddelen met hoge
beschermende waarde en met bescher
mende waarde kunnen naar verkiezing
gebruikt worden: aardappelen, bruin-
brood, witbrood, havermout, gort, ver
micelli, stroop suiker, jam en vele an
dere artikelen
Het is voor de gezondheid van weinig
belang, welke andere producten men
kiest mits afwisseling in de keuze van
deize producten aangebracht wordt. Prijs
en smaak zullen in hoofdzaak de keuze
moeten bepalen
Wij moeten echter goed in het oog
houden, dat de voedingsmiddelen zonder
beschermende waarde" voor de gezond
heid van het minste belang zijn. Het zijn:
suiker, jam, stroop, zoete boterhambeleg
sels, snoepgoed, gebak.
revue kmniek en liedjeszanger gehuldigd garnalen
■7*1 wnrHpn Dp baten van deze avond i kinderen. 75 a 100 g, of P^yrucn
zól worden. De baten van deze avond
zijn voor het Kankerfonds.
volwassenen: 200 g; kinderen 100 200 g
©583
OOG
Ons Roman
3QGQQOOOOQQQOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOOOOOOGOGOOOGGOCOOQOQOOOGGGOOOOOOOGOOOQOQOOOOGGGOGG0GSOGOGOGOOQOOOOGQGGÓ
KORTE INHOUD VAN HET VOOR- 1
AFGAANDE:
De detective Arie Arends krijgt uit
Arnhem van een zekere heer K. van
Bemmelen een briefje, waarin hem
dringend verzocht wordt om een onder
houd. 's Avonds leest hij in de krant,
dat de heer van Bemmelen spoorloos
verdwenen is. Samen met de schrijver
van het verhaal begeeft Arends zich
naar Arnhem. Hij verneemt daar van
de huishoudster van van Bemmelen,
dat laatstgenoemde ongehuwd was en
zich in zekere welstand verheugen
mocht, vooral omdat hij vaak erfenis
sen kreeg. Tevens verneemt hij, dat
een neef, Ferdinand van Bemmelen, de
Zondag tevoor plotseling gestorven is
Arends en zijn vriend gaan een be
zoek brengen aan de dokter van de
oude heer van Bemmelen, in de hoop.
van hem bizonderheden te vernemen.
Maar de dokter komt zelfs niet thuis
om te eten en blijkt op mysterieuze
manier met zijn auto te zijn veronge
lukt. De twee vrienden gaan hem in
het ziekenhuis bezoeken. De dokter
vertelt, dat hij door een onbekende was
uitgenodigd om naar een bepaalde weg
te komen. Daar gebeurde het ongeluk
De beide vrienden gaan naar de
plaats des onheils. Na het wrak te
hebben bekeken, begint Arends samen
met zijn vriend de band van het rech
tervoorwiel los te maken, waarin een
revolverkogel gevonden wordt. Men
heeft dus blijkbaar dr. Meertens uit de
weg willen ruimen. De grote vraag is:
waarom?
Ook Waldhof, de boekhouder van het
Effectenkantoor van Bemmelen, krijgt
een bezoek van de detective. Hij ver
telt, dat zijn overleden patroon wel
eens zaken deed met de verdwenen oude
heer van Bemmelen. Er was een apart
dossier voor deze transacties, maar dit
was spoorloos verdwenen.
Het volgende bezoek geldt een broer
van de vermiste, n.l. de heer Hans van
Bemmelen in Den Haag, die niet veel
verheffends over neef Ferdinand ver
telt.
De beide vrienden gaan weer naar
Arnhem om mevrouw Groenewegen,
de huishoudster van de vermiste, te
gaan ondervragen. Daar op een her
haaldelijk gebel niet wordt opengedaan,
drin-gen de vrienden het huis binnen.
Zij vinden het lijk van de huishoudster
die vermoord werd.
Bij onderzoek van het bureau van de
vermiste, wordt een brief van Hans van
Bemmelen gevonden, waarin deze zijn
broer om geld vroeg.
9)
Je kan gelijk hebben. Je hebt wel
vaker gelijk, zei ik. Maar wat denk je
van duizend gulden honorarium voor een
bundel overdrukken?.
De indruk van een fantast te zijr
maakte de man toch niet, verontschuldig
de A. A- zich; Al is een dergelijk bedrag
ongetwijfeld uit de lucht gegrepen. Ook
ligt trouwens in de overdreven eerlijke
toon van de brief iets dat er op wijst,
dat hij zijn broer probeert te bezwende
len. Een zekere onnozelheid spreekt daar
uit. En het was geen onnozele, die hier
de hand in het veel ernstiger spel had
Brammetje.
Dat is een zaak, die zeker is, citeer
de ik een auteur, die A. A. destijds gaar
ne las.
Hij keek me schuins omhoog eens gui
tig aan.
Waterverf?, vroeg hij.
Dat zeg ik niet.
Nee, maar je denkt het wellicht.
Ik had, in alle voorgaande avonturen
nooit reden gevonden, het oordeel van
mijn vrier.d als onjuist te kwalifiseren
en dus deed ik dit ook nu niet, al hield
ik toch stilletjes die Haagse broer in ge
dachten als een mogelijk direct of zijde
lings schuldige. Ik gaf echter geen ant
woord; ik keek toe, terwijl A. A. de vol
gende brieven uit de couverts haalde. Het
waren er drie. De eerste: een uitnodiging
voor een «intiem feestje ter gelegenheid
van een zakenjubileum, gedateerd drie
maanden terug. De tweede: een verzoek
om inlichtingen omtrent een zekere
Jansje Tersteeg, die zich had aangebo
den als dienstbode. De derde, huurach
terstand. Deze laatste eveneens van al
oudere datum.
Het Is niet veel, constateerde Ik.
Het is niets, verklaarde A. A.
Behalve die brief van Hans.
Het klonk gerekt, als over Iets onbe
duidends.
Jammer, dat van Bemmelen geen
schrijfmachine gebruikte, dan zouden
er misschien doorslagen van zijn brie
ven zijn. Het antwoord aan zijn broer
kan heel wat belangwekkender zijn dan
diens schrijven.
Dus tóch?, vroeg ik, vaag triomfan
telijk-
Niet om het effect daarvan op de
broer, Bram, doch om de gemoedstoestand
van de schrijver.
De boreauvakjes en laden leverden ver
der niets op. Er was een grote verzame
ling ongesorteerde postzegels, wat wees
op bijzondere spaarzaamheid; evenals
een doosje met elastiekjes, zoals men
gen komen in Nederland behalve in goed
kope detectiveromans, niet voor, stellig
niet van volwassenen. Chèqueboekjes be
waart men doorgaans in een bureau,
vooral wanneer daar nog zoveel plaat3
In is.
Tegen de wand stond een oude, eiken
houten kast, een kussenkast, met een
enorme sleutel- De aanwezigheid van d e
sleutel maakte het uiterst onwaarschijn
lijk, dat de door A. A. gezochte beschei
den in die kast zouden zijn geborgen. Ik
zag aan de uitdrukking van Arie's ge
zicht, dat hij daar niets van betekenis
hoopte te vinden en om mijzelf zekerheid
te verschaffen, opende ik de zware deur.
Allemachtig, ontviel me: Dit is iets
voor jou, Arie.
Hij stond traag op en kwam naar mij
toe. Een prachtige collectie sigaren stond
er in de kast, verder niets.
Hij schijnt te hebben gerekend op
schaarste, constateerde mijn vriend. Een
zorgzaam man, en een zuinig man is
onze verdwenen heer van Bemmel. Je
krijgt er trek van.
Ik gebaarde hem, alsof ik hem een keus
wilde laten doen uit een voorraad die
mij toebehoorde, doch hij wimpelde af.
Xk ben gewend aan deze, zei hij, een
Pantertje uit een doosje nemend. Je
krijgt niet de indruk, dat er hier naar
iets gezocht is, Bram.
Je krijgt geen andere indruk dan
van een volkomen normaal vertrek, ant
woordde ik.
We zullen nog eens met Hans gaan
praten. Maar voorlopig gaan we naar de
slaapkamer.
We bezochten niet alleen de slaapka
mer van van Bemmelen, doch alle andere
vertrekken bovendien. Echter zonder re
sultaat.
Aan de wastafel liet A. A. mij, over
bodig dunkt me, opmerken. dat van
Bemmelen Gilletmesjes gebruikte om
zich te scheren. Arie had de mogelijkheid
dus niet uitgesloten geacht, dat mevr.
Groenewegen niet met voorbedachte rade
vermoord werd. Hij wilde dus blijkbaar
het bezoek van de misdadiger niet toe
«chrijven aan de noodzaak de huishoud
ster uit de weg te ruimen, doch aan de
behoefte iets te komen zoeken, waarbij
hij de huishoudster te bed zou hebben
gevonden en haar, om ontdekking te
voorkomen, zou hebben vermoord.
Even vóór middernacht verlieten wij,
naar ik meende: niets wijzer, het huis.
om nog tijdig een hotel te kunnen vin
den.
zoek had uiteengezet, waarbij hij uiter
aard hoofdzakelijk over haar broer Ka-
rel gesproken had, zei ze: Ja, ik heb
in de krant dat berichtje wel gelezen
en natuurlijk heeft het mij aangegrepen.
Ik heb zelfs op punt gestaan naar Arn
hem te gaan en er te zien, of ik iets
zou kunnen doen. Maar wat moest ik
doen? Karei en ik, we zijn zo van elkaar
vervreemd, dat ik er bijna aan twijfel,
of ik hem nog zou herkennen. Het is ze
ker vijf tot zes jaar geleden, dat ik hem
voor het laatst ontmoette.
Onenigheid?, informeerde A.A.
O neen, volstrekt niet. Maar ik
heb mijn eigen gezin en Karei is niet
iemand, die je naloopt. Dat is altijd zo
geweest. Zag je hem, dan was er geen
wolkje aan de lucht, doch was 1®.met
elkaar, dan leek het alsof hij je
een kasboek, zei A.A. En een bankboek
heeft hij natuurlijk ook, afgezien nog van
giroboekjes, die hij zeker had, want hij
heeft een gironummer. Die dingen sleur
je niet overal mee naar toe.
Tenzij je van plan bent, een poos
weg te blijven, antwoordde ik. Dan zou
broer Hans gelijk krijgen.
Mijn opmerking negerend, hernam A.
A.: En een ander dan de rekeninghouder
heeft er totaal niets aan, tenzij die reke
ninghouder ontvoerd werd en er losgeld
van hem wordt verlengd, Maar ontvoerin-
HOOFDSTUK XIII
De familie Zwart
De volgende dag bracht ons naar De
venter, naar de zuster van Karei en
die om pakjes in de winkels krijgt. j Hanr'mevrouw""Zwart/ wier echtgenoot
Er moet toch ergens zoiets zijn als» j -jw»n nnd voor-
praktiserend advocaat was. Een oud voor
naam huis aan een gracht. Een gedeelte
van de parterre was in gebruik als kan
toor. doch had een aparte ingang, Wij
vervoegden ons aan het woonhuis.
Mevrouw Zwart geboren Sophie van
Bemmelen, bleek een vriendelijke dame
van tegen de vijftig jaar. Ze toonde zich
dadelijk bereid ons te ontvangen en ons
alle mogelijke inlichtingen te verstrek
ken. Later begreep ik, dat dit niet veel
van haar gevergd was, want ze kon ons
slechts zeer weinig vertellen.
Toen A. A, haar het doel van ons ba-
volkomen vergeten was. We hadden dan
ook niet veel gemeen. Ik houd van ge
zellig, huiselijk leven. Ik heb trouwens
mijn gezin, nietwaar? Terwijl Karei altijd
op zichzelf is aangewezen, vroeger ook
al. Hij past zich zo moelijk aan.
Een zijner vrienden vertelde me toch.
dat hij regelmatig gezelschapzocm
Zeker, waneer dit niet te ver te v
den is. Tot vóór zes jaar kwam h j
nog wed eens een enkele J.®erJ? L
venter en ik geloof, dat
Hans - in Den Haag - tofhedentoe
zo nu en dan bezoekt. Maar D-even e is
Den Haag niet. Hier heeft mets an
ders te zoeken dan mij en dat schijnt hem
niet voldoende te trekken. La:ngiamer-
hand is onze omgang zo verslapt, dat ten
slotte zelfs met verjaardagen niet meer
werd geschreven. Wie dit het eerst na
liet, zou ik niet kunnen zeggen. Het is
best mogelijk, dat ik hier evenveel schuld
heb als Karei. Het enige, wat ik over
hem hoorde, vernam ik van mijn broer
Hans die sporadisch wel eens komt
logeren.
Schrijft uw broer Hans u wel?
Nooit! Zelfs niet wanneer hij wil
overkomen. Hij weet wel, dat er hier
altijd iemand thuis is en dat er altijd een
kamer voor hem beschikbaar is. Ja, niet
speciaal voor hem natuurlijk, maar óók
voor nem.
Jammer, dat de familieband soms
zo kan verslappen, merkte A.A. min-
zaam-spijtig glimlachend op.
Dat vind ik ook. Per saldo
heb je toch een gemeenschappelijke
jeugd gehad en wanneer Hans hier is,
balen we ook wel herinneringen op.
Maar het dagelijkse leven, mijnheerIk
heb vier kinderen. En men zegt wel, ais
die opgroeien krij# je het er minder
druk mee, ben je er minder door gebon
den, maar ik merk da-ar niet veel van.
Ik zou bijna zeggen: integendeel. Elk
jaar brengt weer nieuwe problemen en
je kunt daar de ktaderen niet mee alléén
laten, je deelt ze, je bent er van ver
vuld. Daar komt nog bij, dat mijn man
er volstrekt niets voor voelt, bij Karei
te gaan logeren. Bij een vrijgezel, zegt
hij, voel je je altijd spelbreker. En hij
heeft gelijk. Maar hebt u nieuws over
mijn broer? Och, hoe kan ik dat vragen?
U 'komt er voor bij mij".
Wij weten niets van hem, antwoord
de A. A.: En wanneer hij zó eenzelvig
geleefd heeft, als u veronderstelt, zou lk
vrezen, dat ik nooit iets over hem hoor
Uw broer in Den Haag is er van over
tuigd, dat de verdwenene vandaag of
morgen doodleuk terug zal komen, met
een heel eenvoudige verklaring van zijn
afwezigheid.
Uitgesloten is dat zeker niet, her
nam mevrouw Zwart: Hij heeft ons vroe
ger al eens ongferust gemaakt, toen we
nog allemaal thuis waren. Dat vergeten
we nooit Toon was hij zonder vader oi
moeder iets te zeggen, kalm een paar
weken naar Parijs gegaan. Wat een angst
onze ouders toen hebben uitgestaan! Zo
iets blijft je altijd bij. Het is dus begrij
pelijk, dat Hans nu weer zo iets van
Karei denkt en eerlijk gezegd, ja, ik was
ongerust toen ik dat bericht in de krant
gelezen had, maar daarna heb ik werke
lijk niet aanhoudend meer aan mijn broer
gedacht. Een teken, dat die herinnering
ook in mij de verwachting heeft gewekt,
dat hij wel weer op zijn pootjes tereent
komt.
Naar Parijs? vroeg A. A.: Heeft uw
broer daar bepaalde relaties?
Waar u zoudt kunnen informeren
bedoelt u?
Mevrouw Zwart glimlachte, d0CJ?
glimlachte bij vrijwel elk woord, dat ze
Spr_!kIk ken ze niet, als hij ze heeft. Maar
Karei heeft voor Frankrijk een bepaald
ZWlk U hex,t in zo lange tijd niets van
hem gehoord, dus weet u ook met, hoe
hij er finantieel voorstond?
Inderdaad, weten doe ik het niet.
Doch ik kan 'me niet voorstellen, dat
het Karei anders dan goed zou gaan. Hij
was de handigste van ons drieën, hij
heeft nooit anders dan fortuinlijk zaken
gedaan en met de belegging van zijn
winst liet hij zich niet voor de gek hou
den, Hij ging niet over één nacht ijs.
Zes jaar geleden bezat hij een aardig
vermogen,
Het is geen onbescheidenheid - als
ik u vraag, of u weet, hoe groot dat ver
mogen was. zei A. A.
Toen stellig drie vierhonderddui
zend gulden. Dat moet, als hij niet zéér
sterk veranderd is. sindsdien nog aan
merkelijk zijn toegenomen. Want al had
hij een zwak voor Parijs, hij leefde zeer
economisch.
Dit zwak voor Parijs deed me de heer
van Bemmelen zien in een nieuw licht.
Het bracht me de uit de band gesleten
Franse dictionnaire in het schrijfbureau
voor de geest en het vertekende de be-
zëdigde oudere heer tot een stille bon
vivant Dat hij daarbij uitgesproken
economisch leefde, dus paal en perk zou
stellen aan het rondstrooien van zijn
geld, maakte hem in mijn ogen nog meer
tot een gewilde prooi voor iemand, die
het op zijn geld zou hebben gemunt
A. A. ging hierop, al vermoedde ik,
dat hij eveneens iets.in die zin over
wogen had, niét verder in.
En uw neef Ferdinand?, vroeg hij.
Mevrouw Zwart trok de wenkbrauwen
op. Ze begreep de overgang niet en
moest haar gedachten opeens omstellen
op geheel ander terrein.
- U noch uw broer uit Den Haag zijn
op zijn begrafenis geweest al hebt u
beiden daarvoor een uitnodiging gekre
gen, verduidelijkte mijn vriend
Ik persoonlijk? Ja, natuurlijk ik
ook, maar die was toch meer gericht :ot
mijn man en mij. Mijn man heeft werke
lijk niet veel tijd en h'i voelde er niets
voor. een dag uit te breken terwille van
Ferdinand. Toen ben ik ook maar thuis
gebleven.
Het' schijnt, dat uw neef niet erg
gezien was in de familie?
Dat was hij stellig niet. En dat was
zijn eigen schuld. Bij mijn man heeft hij
het verbruid, toen hij een paar jaar ge
leden nogal., laat ik zeggen: onbehoor
lijk sterk aandrong op een, ik geloof op
een zekere belangengemeenschap. Het
juiste weet ik er niet van, ik bemoei
me nooit met de zakelijke handelingen
van mijn man, maar zoiets was het denk
ik. In die tijd richtte Ferdinand, naar
hij zei, een effectenkantoor op en het
schijnt, dat hij daaraan de naam van
mijn man, als meester in de rechten, wil
de verbinden. In elk geval wilde hij, dat
wij hem kapitaal ter beschikking zouden
stellen, door zijn bemiddeling effecten
zouden kopen of zo. Toen mijn man dit
afsloeg, werd hij op het laatst tamelijk
grof en uit de houding van mijn man
leidde ik af, dat er een nogal ernstige
onenigheid is geweest. Na die tijd he -
ben we nooit meer iets van hem 8®
oók niet, of hij zo'n kantoor had o
geopend heeft. Trouwens vóórg die tijd
zagen k^d van een jong:
ofschoon hij G igncffl no£?a1
gestorven broer en hij m zijn jeuga nogal
door ons werd verwend.
De manier, waarop ook uw broer in
Den Haag over deze neef spreekt, doet
Ferdinand nu niet bepaald kennen als
een favoriet van de familie, merkte A. A.
droogjes op: Maar dat is heel verklaar
baar, wanneer men het wantrouwen
hoort, dat in uw twijfel of hij ooit zulk
een effectenkantoor bezeten heeft, ligt.
O, maar Ferdinand was niet te ver
trouwen. Het is Hans en mij altijd eeh
raadsel gebleven, waarom Karei hem zo
de hand boven het hoofd hield.
Zou dit verklSard kunnen worden,
doordat zij gemeenschappelijk zaken dre
ven, die, eh, minder oirbaar waren?
Karei en Ferdinand? Daar hoeft u
geen moment aan te denken. Karei ging
steeds recht door zee.
Ferdinand niet blijkbaar.
Neen, inderdaad, dat moet, wanneer
die twee omgang gehouden hebben tot
nu toe, een voortdurende reden tot erger
nis van mijn broer geweest zijn. De enige
mogelijke reden moet zijn, dat mijn
broer, die Ferdinand verscheidene jaren
in huis heeft gehad en nogwel zonder
toezicht van een vrouw, van een moeder,
zich nog altijd verantwoordelijk voelde
voor wat onze neef deed.
In dergelijke gevallen gaat de kruik
zolang te water, tot ze breekt, meende
A ,A„ op een toon, die mij de situatie
opeens weer geheel anders deed zien. Dat
ik zijn verzwegen bedoeling juist begreep,
bleek uit het vervolg van het gesprek:
Maar uw broer zou, zoals zijn vriend
dokter Meertens zeide, geen vlieg kwaad
doen.
De wenkbrauwen van mevrouw Zwart
ging wederom opwaarts. Haar goedige
gezicht kreeg er een ietwat stuipige uit
drukking door; ze begreep in het minst
de plotselinge overgang van mijn vriend
niet. En toch: lag het niet voor de hand
dat men, nu de zaken zó stonden, de ver
dwenen «heer .van Bemmelen althans lich
telijk verdacht, zelf daarna te zijn onder
gedoken?
Die vriend heeft gelijk,^ hernam
ze, na een poosje: „Al is het ook niet let
terlijk. Want Karei had vroeger een vrij
grote collectie vlinders, die hij zelf ge
vangen en opgeprikt had. Later, nadat er
eerst een hele tijd geen nieuwe waren
bijgekomen, heeft hij de hele boel wegge
geven".
Ze vroeg niet wat mijn vriend tot zijn
herhaling van des dokters verklaring
bracht. Ze kon trouwens niet voelen, dat
het een insinuatie was, want ze moest er
van overtuigd zijn, dat Ferdinand een
natuurlijke dood gestorven was.
Als het, mogelijk is, zou ik graag
ook nog nog even mijnheer Zwart iets
vragen, hernam A. A„ terwijl hij opstond,
om afscheid te nemen.
Mevrouw Zwart beduidde hem, dat hij
weer olaats moest nemen.
Als u een minuut of tien wacht,
komt hij koffie drinken. Maar laat ik u
'n kop koffie laten brengen! En excuseert
u mij dan een ogenblik; zo dadelijk ko
men de kinderen thuis.
Ze liet ons alleen. Even daarna bracht
een dienstmeisje koffie, waarna we
wederom samen in het vertrek bleven.
We schieten al een aardig stuk op,
zei ik niet zonder ironie.
We mogen niet klagen, Bram.
H-et klonk geméénd. Ofschoon mevrouw
Zwart ons toch eigenlijk niets nieuws
verteld had. Ik zei dit, i,na
Behalve dat het er hoe langer hoe
meer op gaat lijken, &*t onze neef Ferdi
nand misschien wel nlet d® doodstraf
verdiend heeft, maar dan toch genoeg op
ziin kerfstok had, om door niemand te
worden betreurd. En wat denk je van een
man, die geen vlieg kwaad kan doen, doch
vlinders opprikt? Vlinders opprikken heb
ik mijn leven lang een der wreedste ge
noegens gevonden, die je bedenken kunt.
Het effectenkantoor van Ferdinand is
bovendien niet op bepaald degelijke ba
sis gegrondvest, dunkt me. Ik ben be
nieuwd, of de advocaat daar iets naders
over wil uitlaten.
Er verliepen nog enige minuten vóór
de heer des huizes, blijkbaar door zijn
vrouw reeds ingelicht, de kamer binnen
kwam. Hij was een kleine, enigszins ge
zette, doch zeer beweeglijk man.
Geen seconde bleef hij in volkomen
rust. Alles aan hem verried een enorme
vitaliteit Ik zag hem direct als een
huisvader, die beurtelings met zijn kin
deren stoeit en hen helpt bij hun huis
werk. De jovialiteit van zijn ronde ge
zicht gaf mij deze indruk, terwijl zijn
scherpe oogopslag, eigenaardig bij don
kere ogen, hem als jurist dedf herken
nen. Hij moest de hem opgedragen zaken
met grote toewijding behartigen, zonder
zich evenwel door een cliënt om de tuin
te laten leiden,
Heren, waarmee kan ik u van dienst
zijn? Het spijt me, maar ik moet u al
aanstonds mededelen, dat ik zeer weinig
tijd voor u beschikbaar heb. Mijn vrouw
heeft me terloops ingelicht, zodat u een
uitvoerige uitleg bespaard kan zijn.
Direct ter zake dus, antwoordde A.
A. Wel, ik wilde graag van u weten,
hoe u denkt over mijnheer van Bem
melen.
Ik dacht, dat u mij iets vragen zou
over Karei. Van hem weet ik zo goed
als Biets. Van Ferdinand zeer weinig.
Waren zijn zaken in de knoei?
Ik verwachtte al, dat U daarop het
eerst zou zinspelen, zei A. A. Uw
ervaringen met hem zijn van dien aard,
dat het woord „knoeien nu niet be
paald toevallig door u gebruikt wordt?
Hij was een knoeier eerste klas. En
dat niet alleen: hij was daarbij onbehou
wen genoeg om pertinent vol te houden,
dat je hem bij zijn knoeierij moest hel
pen. Uit het feit, dat ik er u naar vraag,
blijkt overigens, dat ik absoluut niet met
zijn zaken op de hoogte ben. Ik heb
mezelf enige jaren geleden beloofd, dat
ik hem niet meer zou ontmoeten. Dat
blijkt nu uit te komen, zonder dat ik
hem uit de weg behoef te gaan.
Mevrouw heeft ons verteld, dat hij
u indertijd bij zijn kantoor wilde inte
resseren en U verklaarde dat hij perti
nent wilde, dat u mee zou knoeien. Kunt
u ons mededelen, welke voorstellen hij
u deed?
Hij wilde nagenoeg zonder dekking,
op gevestigde namen een effectenhandel
beginnen. Wanneer hij niemand gevon
den heeft, die deelgenoot werd en hij er
niettemin in geslaagd is iets dergelijks
op te zetten, 'moet hij geraffineerd ge
manipuleerd hebben.
Is het niet mogelijk, dat uw zwager
stil vennoot is geworden?
Karei is geen idioot. Ook geen
schurk. Nu ja, Karei behoefde daarvoor
geen schurk te zijn, want hij kon dek
king genoeg geven. Maar ik zei het al:
hij is geen idioot.
Toch deed hij zaken met Ferdinand.
Weet u dat zeker?
We wisten het, doch uitsluitend uit
de mond van het Manusje-van-alles.
(Wordt vervolgd).
I