Bestrijding aardappelmoeheid Tweemaal bekroonde film DAE wereld De Mosselen-tijd is er weer! De raadselachtige verdwijning vm 5®UPLJÏlÏ^ THE FUGITIVE Naar Graham Greeners The Power and the Glory Verplichte vriichtivisseling Zigeuners pleegden roofmoord door BRAM VERSCHOOR ZATERDAG 20 NOVEMBER 1333 PAGINA i DAMRUBRIEK vm, WA 99 Naar „The Power and the Glory", een boek van Graham Greene over de vervolging van de Katholieke Kerk in Mexico in de jaren 1920-'30, heeft de Amerikaanse regisseur John Ford onder de titel „The Fugitive" een film gemaakt, welke op het filmfestival in Venetië tweemaal werd bekroond: met de eer ste internationale prijs voor haar dramatische en plastische kwaliteiten en met de grote prijs van het Office Catholique International du Cinéma wegens haar morele waarde. EET ZE EENS „VERSTOPT" Het koken Het bakken van mosselen Verstopte mosselen Mosselen-hachè joooooooooooëöoöSöoooo^ die hij altijd uttergt onbetrouwbaar CAB® correspondentie te richten aan: H. J, y. d. BROEK, Nwe. Binnenweg 46, Rotterdam C.) No. «83 C19 November 1948). PROBLEEM No>2128. C. A. v. d. VELDEN, Delft. Ie plaatsing. Zwart: 7/10, 13 15, '18, 27, 31. Wit: 20. 24. 28/9, $8. 40. 47/8. PROBLEEM No. 2129. C. A. y. d. VELDEN. Delft. Ie plaatsing. Zwart: 4, 9. 10, 12, 14 16, 18. i Wit; 19. 21, 23/5, 29, 32. 38, 42, PROBLEEM No. 2130 C. A. v. d. VELDEN, Delft. Zwart6, 8, 14, 17, 19, 22/4, 28, 41. Wit 11, 26. 30. 33/4. 38/40, 42. 50. PROBLEEM No. 2131 C. A. v. d. VELDEN, Delft. Zwart2/4, 11, 13/4, 19. 25, 28. Wit 12. 21. 24, 30, 34/5, 37/9, 41. Oplossingen binnen drie weken ln te zenden. PROBLEEM No. 2097 (No. 871, 27 Mei 1948) Stand zwart 25, dam op 22. Wit10, dammen op 2 en 34. Op dit probleem moeten wij nogmaals te rugkomen. De heer C. v. d. Linde, Rotter dam, was het met de gegeven oplossing niet eens. Wit 104, zwart 22—33, wit 4—15, zwart 3344 (terugtrekken naar 6 verliest met 15— 33, naar 47 met 34—29) wit 2-^jO, zwart 44— 50, wit 1529, zwart 5028. Als wit nu 30 35 speelt, zwart 2810 (het enige veld, dat tot remise leidt). Op wit 3445, zwart 1015 en winst voor wit is uitgesloten. Dit eindspel heeft ons veel hoofdbrekens gekost. Wij konden de winst niet ontdekken, evenmin enkele prominente eindspelkenners. Ten slotte moest de auteur uitkomst bren gen en deze bekende, dat ook hij de winst uit de opgegeven voortzetting niet kon vin den. Derhalve als probleem uitgeschakeld, toch zeer leerrijk voor onze eindspelbeoefe naars. De heer C. v. d. Linde ontvangt een prijs als enige oplosser, die de remise ontdekte. OPLOSSINGEN. PROBLEEM No. 2123 (Jan Scheyen) Zwart 7, 14, 17, 19, 21/2, 25, 30, 35. Wit; 23, 28, 31/4, 39 41, 45. Wit: 31-27, 41-37, 32-27 78:48, 33:2 (ZW. 14- 19) 2:24. 34-30. 48:39. PROBLEEM No. 2124 (Jan Scheyen) Zwart7/10. 17, 20/1, 35. Wit 19,23, 26, 29, 32, 39, 40, 43. Wit 29-24 (zw. 20:18 gedw.) 19—14, l4;l (ZW. 33-39 gedw.) 1:5, 32-27, 5:37, 26:37. OPLOSSERS. Wegens plaatsgebrek volgende week. Van de problemen No. 2119/22 nog goede oplossingen ontvangen van J. W. Prein, Schiedam. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend tot bestrijding van de aardappelmoeheid. Het beoogt, de over heid de bevoegdheden te geven, welke zij nodig heeft, om het gevaar af te wenden, dat in de vorm van deze nieuwe ziekte bij onvoldoende preventieve maatregelen onze agrarische export en onze voedsel voorziening bedreigt. Hoewel het in de bedoeling ligt, ter wille van de belanghebbenden, in ge bieden waar dit nodig is een soepele overgangstijd in acht te nemen, zodat de wettelijke maatregelen in 1949 nog slechts gedeeltelijk tot uitvoering zullen worden gebracht, biedt de voorgestelde regeling toch alle mogelijkheden tot doeltreffend ingrijpen, Voorgesteld wordt de vracht-wisseling ta.v. do aardappelteelt verplicht te stel len en slechts eens in -de drie jaar aard- anpelverbouw toe te staan. Dit geldt voor alle gronden, ook die, waar geen aard appelmoeheid kon worden geconstateerd. Voor de moeilijk te controleren zeer kleine oppervlakten, zoals volkstuinen, Is een iets afwijkende regeling voorgesteld, met dien verstande, dat op deze kleine percelen Jaarlijks niet meer dan 1/3 van de totale oppervlakte met aardappelen mag worden beteeld, waarmee ook een vruchtwisseling wordt beoogd. De teelt van aardappelen en tomaten ep reeds besmette terreinen zal voor lopig geheel moeten worden gestaakt, ten einde de desbetreffende grond de nodige rast te gunnen. Volgens het wetsontwerp zal het dan ook verboden zijn aardappelen en toma ten te telen in of op met aardappelmoe1 heid besmette gebieden, terreinen of be drijven, welke door de minister van Land bouw. Visserij en Voedselvoorziening zullen worden aangewezen. Onder dit teeltverbod voor besmette gebieden kunnen ook vallen andere ge wassen, welke doordat zij niet grondvrij vervoerd kunnen worden eveneens cys ten in de aanhangende grond zouden kunnen vervoeren en op deze wijze ae besmetting zouden kunnen verbreiden Tot extra bescherming van de export is voorts bepaald, dat de teelt van aard appelen en tomaten ook verboden kan worden in overwegend voor de export werkende gebieden, derhalve ook zonder dat er aardappelmoeheid is aangetoond. Tenslotte kan de minister o.m. last geven, dat, indien aardappelmoeheid wordt aangetoond in de grond waarop een gewas wordt geteeld, dat gevaar kan opleveren voor de vermeerdering van het aardappel-aaltje dit gewas vóór een be paalde datum zal worden geoogst, waarna het vervolgens door de plantenziekten- kundige dienst onschadelijk gemaakt zal worden. Het een en ander kan geschieden met schadeloosstelling van de eigenaar van het gewas. Gedurende het eerste jaar na het la werking treden van de wet, zal de na druk vallen op de voorlichting van de bevolking en op het op grote schaal De- vorderen van het grondmonsteronderzoek, teneinde alle reeds aanwezige gevallen van aardappelmoeheid hier te lande te kunnen signaleren. Op alle reeds be smette terreinen zal de aardappelverbouw in ieder geval echter reeds direct ver boden worden. 5» Dolores del Rio en Henry Fonda als de vervolgde priester in de tweevoudig bekroonde R.K.O.-film ,.The Fugitive" van John Ford. Het is moeilijk over zulk een dubbel onderscheiden film een objectief oor deel te vellen. Hetgeen nog moeilijker wordt, als men tevoren Graham Gree ne's boek heeft gelezen. Feitelijk zou een criticus, wil'hij een volkomen on bevooroordeelde critiek leveren op een film, welke naar een boek is vervaar digd, het oorspronkelijke werk niet moeten hebben gelezen. Graham Greene is een schrijver bij de gratil Gods en „The Power and the Glory" is een van zijn beste, meest doorwrochte werken. Is 't dan te ver wonderen, dat de criticus, die het boek heeft gelezen, met toenemende verontwaardiging constateert, dat van dit gevoelige, plastische en zo psy chologisch zuiver geschreven werk niets anders is overgebleven dan alleen het gegeven: een priester in een totalitaire staat, die aan de hem achtervolgende politie poogt te ont snappen, maar die tenslotte een ze kere dood tegemoet gaat, omdat een mens zijn geestelijke bijstand nodig heeft? Dat een waarheidsgetrouwe verfil ming van Graham Greene's werk onmogelijk is, Zij toegegeven, maar dan ware het beter geweest, iedere poging daartoe na te laten. Hollywood, in de gedaante van re gisseur John Ford en scenarioschrij ver Dudley Nichols, heeft niet slechts de draad van het verhaal, maar zelfs de essentie ervan geweld aangedaan. De hele film is niets anders gewor den dan een gewild-dramatisch sym bool van het conflict tussen individu en staat, tussen christendom en tota litair bestuur, een symbool, waaraan iedere levende werkelijkheid is ont trokken. Maar zelfs als men geheel over het hoofd ziet, dat de film iets te maken heeft met „The Power and the Glory",' valt er in deze film, helaas, maar zeer weinig te waarderen. De pries ter in de film, gespeeld door Henry Fonda (blijkbaar omdat er met het oog op de Amerikaanse cassa in elk geval een Hollywood-ster in de film moest meedoen) is een figuur, die uit een gebrandschilderd kerkraam lijkt te zijn gestapt en die dat de hele film door niet kan vergeten. Hij is een uit de toon vallende, onbedui dende man, geholpen, gesteund en zelfs gedreven door zijn godvruchtige kudde, een man, wiens heldhaftig einde geen verklaring vindt in zijn voorafgaande gedragingen. Dolores del Rio met haar fijn gevormde, be nige gelaat, ziet er aldoor lief, maar onwezenlijk uit. Pedro Armendariz als de luitenant van politie, is even dilettantisch wreed voor zijn landge noten als voor de gehate priesters. De regie van John Ford is volko men berekend op het spectaculaire. Zijn vrome peons die in het boek van Gfeene de priester slechts schoorvoetend ontvangen heten de filmpriester in processie welkom, waarbij zélfs de brandende waskaar sen niet ontbreken, terwijl iedere schaduw zonder mankeren de vorm van een kruis aanneemt. Hij laat de politie op indrukwekkende en opwin dende wijze, maar zonder aanneme lijke reden op edele rossen ronddra ven en ensceneert en passant tussen haar en een wegens moord gezochte gangster een gevecht volgens de beste cowboy-tradities. Zijn priester ver keert in gegoede kringen, die onder begeleiding van de guitaar liedjes zingen, en een fonkelnieuwe stool plus een bijna-nieuw zwart costuum verstoren wredelijk de illusie van een man, die jarenlang door de politie van de ene naar de andere schuilplaats is gejaagd. Tenslotte is er de ergerlijke Nederlandse tekst, die spreekt van „de eerste communie afnemen" en van „avondmaalswijn" in plaats van miswijn. Daarentegen is de fotografie in „The Fugitive" overweldigend mooi, maar dat is niet zozeer de verdienste van Ford dan wel van Gabriel Fu- gueroa, de Mexicaanse cameraman, die o.a. ook „Maria Candelaria" foto grafeerde. Een trage montage, ge voegd bij Dudley Nichols' vrij onsa menhangend scenario, is echter oor zaak dat deze magnifieke beelden reeks eerder doet denken aan een pinacotheek dan aan een film. De enige verdienste van „The Fu gitive" is, dat zij laat zien, dat de priester nog altijd Gods instrument is om Zijn genade aan de mensen mede te delen en hun vergiffenis van zon den te schenken en dat vervolging noch verguizing, marteling, noch dood de mensen ervan kunnen terughou den de glorie Gods te verkondigen. Maar we betwijfelen, of deze verdien stelijke inhoud voldoende is, een on verantwoorde vorm te vergoeden en een dubbele onderscheiding op een Festival te rechtvaardigen. F. Gisteren stonden voor de Amster damse rechtbank terecht de twee zigeu ners A. en W„ die tegen Maart van dit jaar met een smidshamer en een sten gun de 71-jarige antiquair Koldijk te Bussuro van het leven hebben beroofd, waarna zij in diens woning diefstal hadden se pleegd In deze zaak werden 10 getuigen gehoord, doch desondanks kwam er wei nig licht. De ene zigeuner gaf de ander de schuld. Er kwam niet vast te staan, wie de doodslag gepleegd had. De officier van justitie vond de bewijs voering van de doodslag zeer moeilijk te leveren, doch de diefstal met geweldple ging kwam overtuigend vast te staan. Hu achtte de schuld van heide - verdachten even groot en eiste de maximum straf van 15 jaar. Uitspraak Vrijdag 3 December. Professor Wetallus, de wereldberoemd» pyroloog uit Emmer Compascuum, schrij'ft ons: „De ontdekking van een geheel nieuw soort kolen, welke elk vuur onmidddei- lijk uitdooft, wordt door brandweerlie den over de gehele wereld druk be sproken. Indien een voldoende voorraad van de kolen onder alle brandweren wordt ge distribueerd, kunnen de ouderwetse slan. gen en water worden afgeschaft, welke trouwens toch al ongeschikt waren om jongenshoofden tussen bekspijlen of kat. ten uit hoge bomen te halen. De nieuwe kolensoort zou ook bijzon der van pas komen in bosrijke streken, waar bossen hout worden verbrand, om ongewenste branden in bossen te doven". Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad meldt: De mosselentijd is weer aangebroken! Liefhebbers kunnen hun hart ophalen en men behoeft niet speciaal een Zeeuw te zijn om een hart te hebben, dat voor mosselen sneller klopt! Ook dege nen. die de mossel nog niet kennen of er wat huiverig voor zijn, kunnen lief hebbers worden. Hun raden wij aan: be gin eens, met ze „verstopt" te eten, zo als dat in de laatste twee recepten staat aangegeven; misschien wordt het een aangename verrassing voor u! Vindt u ze lekker, bak ze dan ook eens. En bent u er helemaal aan gewend, richt dan een geKoókte mosselen-festijn aan, zoals de echte mosseleneters dat doen. Wij raden u het gebruik van mosselen niet alleen aan, omdat ze zo lekker sma ken, maar ook, omdat ze zo voedzaam zijn. In lVs ons mosselenvlees (dat is 1 ¥2 kg. mosselen in de schelp) komt evenveel eiwit voor als in 1 ons vlees Bovendien be\tatten zij vitaminen, vooral vitamine A, hetgeen 'van belang is, om dat juist in de winter melk en boter arm zijn aan deze onmisbare voedings stof en weinig groenten ons dit vitamine dan kunnen leveren. Tenslotte zijn mosselen nog rijk aan kalk-, fosfor- en ijzerzouten. die vooral voor het nog groeiende kinderlichaam van waarde zijn. Leer daarom uw kin deren al jong mosselen eten het zal hun ten goede komen! Ook omdat da mosselen een der goedkoopste eiwitbro'n- nen vormen, waarover wij beschikken kunnen. Wat mosselenvergiftiging betreft: mits u zorgt, dat er zich In de uitgezochte schelpen geen dode dieren bevinden, is de kans hierop vrijwel uitgesloten Hoe kunnen wij weten, of een mossel dood is? Een gezonde, levende mossel houdt zijn schelp met zijn spieren krampachtig gesloten, als men probeert, die van elkan der te schuiven. Ook die, welke open gesperd zijn, maar zich bij aanraking snel sluiten, zijn goed. Maar de exem plaren, die open blijven of zich zeer traag sluiten, moeten verwijderd worden Ook moet men nog letten op 'de zoge naamde slijkmosselen, waarvan de schelp gevuld is met slijk, inpiaats van met een mossel. Deze zijn te herkennen aan hun gewicht. Heeft men de mosselen zo uitgezocht, dan verwijdere men de „spinsels" (door trekken of met een mesje) en borstelt de schelpen schoon. Vervolgens zet men ze weg in ruim water met zout (30 g. per liter), waarin ze zich kunnen schoon - spoelen. De mosselen opzetten met zo weinig water, dat net genoeg is om de panbo dem tegen droogkoken te beschermen. De mosselen laten zelf water los, zodra zij boven het vuur komen en in dat wa ter moeten zij gekookt worden. Wan neer ze driemaal „overgekookt" zijn. dat is na 10 a 15 minuten, zijn ze gaar. Men rekent 1 a IV2 kg. mosselen per persoon. Aan tafel haalt men één voor één de mosselen uit de schelp en doopt ze naar verkiezing nog in een sausje van peper, mosterd en azijn- De gekookte mosselen uit de schelp halen, ze laten uitlekken, even door bloem wentelen en dan snel in de koe kenpan in een weinig boter, olie of mar garine bakken. Men kan enige gesnip perde uien meebakken. Dit gerecnt smaakt zeer goed bij hutspot, rode kool. bietjes en andere wintergerechten- 200 g. gekookte uit de schelp gehaalde mosselen, wat water en bloem, olie o£ margarine, prikkers of witte lucifers. De mosselen bij drie tegelijk op een prikker of afgeslepen lucifer steken. Een papje maken van water en bloem, zo dik, dat het op de bovenkant van een lepel blijft liggen. De mosselen door het papje halen en ze vervolgens door paneermeel wentelen. Een klein panne tje olie of margarine heet maken ert hierin de mosselen bruin bakken. Dit gerecht kan ook dienst doen als hartig hapje op een gezellige avond. 300 g. gekookte mosselen, wat boter of margarine, 1 ui, 50 g. (bijna 6 eetlepels) bloem, liter water, Vs bouillonblokje, 2 kruidnagels, 2 laurierbladeren, 2 eet lepels azijn, wat zout. De ui snipperen en in de boter of mar garine fruiten. De bloem toevoegen en onder roeren de massa lichtbruin laten worden- Onder voortdurend roeren de bouillon, de azijn en de kruiden toevoe gen. De saus laten doorkoken en de mos selen hier enige tijd lji stoven. Voor het opdienen de kruiden verwijderen. Ons Romanbijvoegsel Karei dus, als hij iets wenste te bezitten geen rekening gehouden met zijn tedere gevoelens. Een zakenma die stellig ge^n idioot is, echter -toch een aanzienlijke som KORTE INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE: De detective Arle Arends krygt uit Arnhem van een zekere heer K. van Beminden een briefje, waarin hem dringend verzocht wordt om een onder houd. 's Avonds leest hij in de krant, dat de heer van Bemmelen spoorloos verdwenen is. Samen met de schrijver van het verhaal begeeft Arends zich nagr Arnhem. Hij verneemt daar van de huishoudster van van Bemmelen, dat laatstgenoemde ongehuwd was en zièh in zekere welstand verheugen mocht, vooral omdat hy vaak erferns- sen kreeg. Tevens verneemt hy, dat een neef, Ferdinand van Bemmelen, de Zondag tevoor plotsding gestorven is. Arends en zijn vriend gaan een be- coek brengen aan de dokter van de oude heer van Bemmelen, in de hoop. van hem bizonderhedeD te vernemen. Maar de dokter komt zelfs niet thuis om te eten en blijkt op mysterieuze manier met zijn auto te zijn veronge lukt De twee vrienden gaan hein in het ziekenhuis bezoeken. De dokter vertelt, dat hij door een onbekende was uitgenodigd om naar een bepaalde weg te komen. Daar gebeurde het ongeluk. - De beide vrienden gaan naar de plaats des oriheils. Na het wrak te hebben bekeken, begint Arends samen met zijn vriend de band van het rech tervoorwiel los te maken, waarin een revolverkogel gevonden wordt. Men heeft dus blijkbaar dr. Meertens uit de weg willen ruimen. De grote vraag is: waarom? Ook Waldhof, de boekhouder van het Effectenkantoor van Bemmelen, krijgt een bezoek van de detective. Hij ver telt, dat zijn overleden patroon wel eens zaken deed met de verdwenen oude heer van Bemmelen. Er was een apart dossier voor deze transacties, maar dit was spoorloos verdwenen. Het volgende bezoek geldt een broer van de vermiste, n.1. de heer Hans van Bemmelen in Den Haag, die niet veel verheffends over neef Ferdinand 'ver telt- De beide vrienden gaan weer naar Arnhem om mevrouw Groenewegen, de huishoudster van de vermiste, te gaan ondervragen. Daar op een her haaldelijk gebel niet wordt opengedaan, dringen de vrienden het huis binnen. Zij vinden het lijk van de huishoudster die vermoord werd. Bij onderzoek van het bureau van de vermiste, wordt een brief van Hans van Bemmelen gevonden, waarin deze zijn broer om geld vroeg. Tenslotte wordt een bezoek ge bracht aan de familie de Zwart in Deventer. Mevrouw de Zwart is een zuster van Hans en Karei van Bem melen. Vooral de heer de Zwart is met erg te spreken oyer neef Ferdinand, geacht had. 10. Ik heb geen reden, de desbetreffen. de verklaring in twijfel te trekken, al waren er geen bepaalde gegevens voor te vinden. Dan zou ik toch beginnen met te twijfelen, zei mijnheer Zwart zeer be slist. Voor zover ik Karei ken. heeft hij, 'volkomen bona fide, buitengewoon voordelig zaken gedaan en al kan de fortuin een heel stuk meewerken, je moet in elk geval beschikken over een scherp inzicht. Maar we hebben Karei in zeker vijf, zes jaar niet gezien, dus over de laatste jaren mag ik niet oor delen. Hij zou dus al heel erg veranderd moeten zijn, wilde men hem er in kun nen laten vliegen! Ik kan het me eenvoudig niet voor stellen. - Dan dank ik u voor uw inlichtingen mijnheer Zwart. We zullen uw tijd niet langer in 'beslag nemen. We stonden op en de heer des huizes geleidde ons naar de deur. In het portaal vroeg hij: Waarom verricht u die onderzoekingen, als ik vragen mag? Mijn vrouw zei me, dat u mijn zwager wilde opzoeken, maar u informeert speciaal naar mijn neef. Of liever, naar de neef van mijn vrouw. - Over uw zwager zou u mij, dat wist ik reeds door mevrouw, niets kunnen mededelen; mét uw neef hebt u eens onprettige zaken gehad, verklaarde A. A, Ja, maar Uw neef is niet geheel» normaal ge storven, vergeet u dat niet. Niet normaal? herhaalde mijnheer Zwart verbaasd. Wist u dit niet? Hij heeft, naar het schijnt, een te grote dosis slaappoeders ingenomen, bewust of onbewust. Ik weet niet, wat ik daarvan denken móet.... Uit een ander vertrek kwam het ge luid van verschillende stemmen. Er werd gezellig gekibbeld. Terwijl mijn heer Zwart met ons sprak, luisterde hij daarnaar. Hij vroeg niet verder, wilde stellig naar de huiselijke kring HOOFDSTUK X£V Theorie. overzicht willen hebben waaruit je iets vast kon grijpen, antwoordde ik. Je kunt de bijzonderheden noteren, Bram. Beginnen we bij het begin: Fer dinand sterft. Ik nam mijn notitieboekje in de hand, leunde behaaglijk in de kussens, probe rend te schrijven. A A. praatte echter zo ononderbroken, dat ik zonder behoorlijke steun de punten, die hij later van mij zou verlangen, niet kon noteren. Ik klapte het tafeltje onder het middenraampje dus omhoog en stelde mezelf in de houding van een secretaris. Ferdinand ligt, zei ik. Wat weten we nu van hem? Dat hij door zijn neef de schavuit, iaat beleggen. Het is mogelijk, dat hij zich voor de op- „voeding van de knaap verantwoordelijk 'heeft gevoeld en nu, nu er van die neef niets terecht kwam, zijn eigen geweten sust, door met zijdelingse hulp te voor komen, dat de roekeloze hals over kop in het verderf stort. Het is echter ook mogelijk, dat hij zelf van zijn tegemoet komingen plotseling genoeg heeft gekre gen en in een bevlieging van walging, van woede, van vrees voor de toekomst, VV dt WOICU W C LLL4 vau UOUi u t kort vó6r zijn dood, eep vrij grote som öen einde aan de situatie "«eft gemaakt- Het zou meer tijd nemen, de spoor kaartjes te'lezen, die we als gevolg van deze geschiedenis genomen hebben, dan om te vertellen wat we eigenlijk aan gaande de dader weten, zei ik in de trein. Allicht. We weten eigenlijk alleen, dat hij zowel met een mes als met een geweer kan omgaan. Maar van de lui, die de geschiedenis vormen, kunnen we zo veel noteren, dat je aasn die spoorkaartjes heel wat te kort komt. Wil je de proef op de som? We hebben niets beters te doen en bovendien: ik zou eindelijk wel eens een van zijn oom Karei im ontvangst heeft genomen, waarover hij, naar alle waar schijnlijkheid, op korte termijn verant woording zou moeten afleggen. Verder weten we dat zijn dood hetzij moord het zij zelfmoord, hls oorzaak heeft, in elk geval: niet natuurlijk is geweest. Die dood komt dus zeer onverwachts, doch niettegenstaande dit, treurt er niemand om hem en is er ogenschijnlijk ook ie mand van geschrokken. Zijn vrouw? wierp ik tegen. Was ud+ haar doen, doch weldra in zoverre zichzelf meester, dat ze de zake i van haar man kon overdoen. Verkopen, Bram! Dus heeft de ontsteltenis haar niet zó van streek gemaakt, dat ze het nadeel niet zoveel mogelijk trachtte te beperken. Kapot van narigheid was ze inder daad niet, erkende ik: Maar er lagen dan ook verschillende dagen tussen het sterf geval en ons bezoek. Ferdinand was iemand, die voor op lichterij niet terugschrok, die stellig ook tot fraude in staat moet zijn geweest. Mo gelijk bestond er een of andere belangen gemeenschap tussen hem en zijn oom Karei- Lijkt het je waarschijnlijk, dat hij de hand aamzichzelf sloeg omdat hij geen kans meer zag, uit het jaren geleden reeds begonnen geknoei te komen? Wanneer er verder niets gebeurd was, ja. Nu niet. Want waarom zou dan die zelfmoord zo mooi samen vallen met die aanslagen en met de verdwijning van zijn oom? Het is inderdaad logischer, dat er verband bestaat en dat dus geen zelf moord, doch moord gepleegd werd. Ne men we dit aan, dan weet onze onbekende vriend niet slechts met geweer en mes, doch tevens met vergif om te gaan. Het komt mij voor, dat je zonder be wijzen aanneemt, dat Ferdinand indertijd zijn zaak op heel losse schroeven heeft gezet. Maai' misschien had hij een ven noot?, merkte ik op. W.anneer er een vennoot was ge weest, zou dan Waldhof daar niet over gesproken nebben? En wat meer zegt: zou dan mevrouw van Bemmelen zo zelf standig hebben gehandeld bij de verkoop van de onderneming? Dit klonk aannemelijk genoeg. Ik maakte in die zin een aantekening. Wat weten we dan van de oom, die verdween? Een bezadigd heer, die ech ter van Parijs houdt en vroegeT vlinders prikte, evenwel geen vlieg kwaad zou doen. Een vlieg is ook niet iets, wat je kan wensen te bezitten. Vroeger heeft Wie vroeger vlinders doodde met een speld, kan later vergif toedienen aan ie mand, die hy toch zel* "iet ziet sterven. Edoch, Bram, dan zou hy dit vergif op goed geluk tussen de slaapmiddelen ge mengd moeten hebben en daarbij het risico hebben gelopen, dat een ander het innam. Dit klopt niet erg met het over leg, dat een zakenman doorgaans eigen is Hoe dan ook, de dag, volgende op die, waarop de neef «sterft aan vergiftiging, verdwijnt de oom, zonder enig spoor ach ter te laten. Zelfs uit zijn huis, uit zijn kamer, is alles wat enige aanwijzing zou kunnen geven, verdwenen. Alle beschei den moet hij hebben meegenomen of zijn naderhand weggehaald. Hoewel dit laatste niet is uitgesloten, moet men het toch zeer onwaarschijnlijk achten, aangezien er nergens een spoor van enige verwarring is, geen enkel te ken dat er op wijst, dat een onbekende ergens naar heeft gezocht. Intussen staat wèl vast, dat er een week later iemand in zijn huis een bezoek heeft afgelegd, want toen werd zijn huishoudster ver moord op schandalige manier. Deze huis houdster werd uit de weg geruimd omdat ze tevéél was. Niets werd bij haar gesto- nel en indien de bezoeker elders in het huis zocht, werd hij niet door haar ge stoord of betrapt, want ze lag in bed, ze sliep, toen de moordenaar haar kamer binnenkwam, ja, zelfs op het ogenblik, dat hij zich voor de moord over haar boog. Dan hebben we verder een dokter, een "vriend van de verdwenen Karei, op wie een aanslag wordt gepleegd, die, indien het slachtoff er om het leven gekomen zou zijn, het hele geval op een ongeluk zou hebben doen lijken. Deze aanslag vindt plaats vóór de moord op de huishoudster. Alsof de dader toen nog meende, zich met gecamoufleerde misdaden te kunnen be druipen. We kunnen wel als zeker aan nemen, dat op ons geschoten werd, omdat we ontdekten, dat het ongeluk geen on geluk, doch opzet was. Door onze ontdek king immers verviel voor de dader.het nut van de camouflage. De dokter weet in de -verste verte niet, wie er op hem geschoten kan hebben. Hij heeft de laat ste dag vóór de verdwijning van van Bemmelen, zijn vriend nog bezocht, weet echter niets van een door die vriend aan mij juist die dag geschreven brief, waarin dringend mijn raad wordt gevraagd, zon der te vermelden, waarover. Karei van Bemmelen, nog steeds niet teruggekeerd, is zeer rijk. Indien hij zou zijn omgekomen, zal nadat zijn dood is vastgesteld, zijn bezit vervallen aan z'n naaste familieleden met uitsondering ver moedelijk van een paar legaten aan de huishoudster en misschien de dokter. Zijn geforceerde dood zou een verhaaste erfe niskwestie worden. De begunstigers ech ter zullen zijn nalatenschap niet kunnen bemachtigen, vóór hij inderdaad iets na gelaten heeft, dat wil zeggen: niet vóór zijn dood vaststaat. Gaat het om de erfe nis, dan is het waarschijnlijk, dat men de dood niet zal kunnen vaststellen, vóór alle mededingers van de dader uitgescha keld. zijn, doch in dit geval zou de dader een erfgenaam moeten zijn. We kennen het testament van Karei v. Bemmelen .niet en we hebben geen kans, het te leren kennen. Vermoeden kunnen we, dat er, behalve de reeds gesneuvelden, nog in voorkomen: broer Hans, zuster Sophie Zwart en dokter Meertens, bovendien, in de rechten van Ferdinand tredend, me vrouw van Bemmelen. Ik geloof niet, dat we een van deze vier als een monster-in- stilte mogen beschouwen, maar aangezien geloof alleen niet voldoende is om een misdaad op te helderen, mogen we hen toch ook niet alle vier bij voorbaat vrij pleiten, tenzij ze niet tot die misdaad in staat kunnen geweest zijn. Dokter Meertens viel zelf bijna als slachtoffer van een aanslag. Van die aan slag is echter niemand getuige Is het mogelijk, dat hij die. zelf heeft gespeeld om zich van alle ver- denking te bevrijden? We zouden het on geluk dan geheel moeten recontrueren en nogmaals op de plaats een onderzoek in stellen. De dokter lijkt me schrander ge noeg voor zulk een camouflage. Kan Mevrouw van Bemmelen haar man om het leven gebracht hebben? Ja, ze is zelfs de enige, die gemakkelijk in de ge legenheid geweest moet zijn, een slaap middel te vervangen door een stevige do sis vergif. Kan zij haar oom ontvoerd heb ben? Dat wordt onwaarschijnlijker. Kan zij hein hebben vermoord? Natuurlijk. Doch waar heeft zij dan het lijk gelaten? Tegen deze beide gevolgtrekkingen, die buitengewoon vaag en onzeker zijn spreekt iets, dat ongetwijfeld met de ge schiedenis in het nauwste verband staat en dat door geen van beiden kan zijn gedaan: de aanslag, op ons gepleegd toen We het huis van Waldhof wilden verla ten. De dokter werd namelijk op dat ogenblik in het ziekenhuis verpleegd en mevrouw van Bemmelen was thuis, zoals uit mijn telefoontje is gebleken. Broer Hans, in Den Haag. die ln geld nood verkeert, wil ons doen geloven, dat hij van een terugkeer van zijn broer zeker is. Hij verzweeg ons, dat hij nog pas aan Karei geschreven had, dus ook, dat hij al of niet een antwoord van deze moet hebben ontvangen. Hij moet echter zeer sterk helderziend zijn, om geweten te kunnen hebben, dat en wanneer wy bij de boekhouder van Ferdinand op be zoek zouden gaan en hem te verdenken van de aanslag op ons-is minstens vrij ge zocht. 'Wat voor mij evenwel vaststaat is, dat Hans er niet de man naar is, om iemand koelbloedig de hals af te snij den. zoals dat met. de huishoudster ge daan is. Indien hij al zo wreed zou kun nen zijn, dan zou'den de smetten van het bloed hem onpasselijk maken. Een zo gesoigneerd man höudt zoal niet zijn ziel dan toch zijn lichaam onbevlekt. Boven dien: waarom zou hij dan eerst aan zijn broer geschreven hebben En nogwel een bedelbrief .waaruit zijn geldnood spreekt Dit epistel is een te in het oog lopend trait d'union tussen eventuele roof en de criticus, dan het door de da •der van een zo geraffineerd misdrijf de politie in handen zou worden gespeeld. Mevrouw Zwart heeft een gelukkig gezin en sedert vijf a zes jaren reeds geen omgang meer met haar verdwenen broer. Een definitieve bevestiging van dit laatste zouden we echter uitsluitend van Karei, die er niet meer is, kunnen verkrijgen. Doch alles aan haar ver raadt een zo grote, innerlijke rust, dat we niet aan de waarheid van haar woorden kunnen twijfelen. Haar man. die natuurlijk eveneens bij een erfenis. die haqr toevalt, voordeel heeft, leeft evenals zijzelf te zeer in het gezin, dan dat hij het grote risico, zich in het onge luk te storten, zou nemen. Zeer zeker zou hij het niet zoeken. Zonder de De- venter-tak direct uit te sluiten, meen ik me er niet blind op te mogen staren. A. A. zweeg en rookte. Ik overzag mijn aantekeningen en trok een lip, om dat het zoveel was geworden, met zo weinig waaruit een oplossing van het raadsel zou kunnen worden samenge steld. Niet veel. Bram vroeg mijn vriend, Helemaal niets, antwoordde ik, al kan dit alles inderdaad niet op enige spoorkaartjes. Niet ontevreden zijn, beste Jongen, zei hij: Het is 'n veel te ingewikkelde geschiedenis, dan dat we nu al een slot beschouwing erover zouden kunnen geven. Dat komt, wel. Er zi.in anders meer misdaden, die nooit opgehelderd werden. Dat ligt niet aan die daden, dat ligt aan het geduld van hen, die er zich mee Dezig hebben gehouden. We kunnen van één ding wel zeker zijn. Wanneer van Bemmelen gevonden wordt en zijn testa ment geopend, dan zal er méér aan het licht komen. En wanneer hij terug komt van een reisje naar Frankrijk?, vroeg ik, niet zonder ironie. Dan zou ik erg graag eens met hem praten, want ik zit nog steeds zonder de opdracht, die hij mij geven wilde. Zodra hij terug komt, horen wy het trouwens, want zijn huis wordt nu, dank zij die moord op de huishoudster, door de politie in het oog gehouden. Dacht je dan, dat hij *yn terug komst zou verzwijgen? Deze gevolgtrekking lag voor de hand. nu Arie op de politie bleek te vertrou wen, om een spoedig bericht over de thuiskomst via de dagbladen te zullen bekomen. Indien hy iets uitstaande heeft met de dood van zijn neef, och, dan wéét ik het yog niet. Maar als hij nog leeft, vervalt die hele erfenis-theorie? Ben je er zo zeker van, dat het om de erfenis gaat?, vroeg Arie met een duister gezicht. Waarom zouden anders de erfgena men uit de weg worden geruimd? Ja, waarom? We moesten daar nu eens een nachtje over slapen, dunkt me, antwoordde m'n vriend glimlachend. HOOFDSTUK XV. Nogmaals broer Hans. Diezelfde avond nog reisden we naar Den Haag, omdat A. A. de criticus eens aan de tand wilde voelen over de brief, waarin hij zijn verdwenen broer om geld had gevraagd. Wij werden door de hospita ht zijn kamer gelaten, niet de toezegging, dat ze mijnheer zou waarschuwen. Wij hoorden haar op e enandere deur kloppen, een mannenstem vragen, wat er was, dan enig gemompel. Weldra voegde zich de heer Hans van Bemmelen, keurig verzorgd, bij ons. Hij was echter niet zo rustig als de vorige keer. Het spijt me. heren, begon hij dade lijk bij zijn binnenkomst: ik ben zeer ge presseerd. Over een half uur moet ik in de schouwburg zijn. Indien ik geweten had. dat u komen zou, zou ik liever een ander uur met u hebben afgesproken. Waarmee kan ik u van dienst zijn? Met een praatje, dat wellicht meer dan tien minuten, in beslag zal nemen, antwoordde A. A. O, maar tien minuten heb ik niet te verliezen. Dan zullen we werkelijk, tenminste, wanneer umij persé spreken wilt, een afspraak moeten maken. U ziet, ik sta gereed om weg te gaan. F,en belangrijke opvoering? Nou belangrijk! Dat hangt af hoe je er tegenover staat. Sonja Veraart speelt de Nora als gast en Sonja is een actrice, waar je rekening mee moet hou. den. Voor mij in elk geval belangrijk genoeg, om er bij te willen zijn. Voor de krant trouwens ook. En daarna? Dat zou een latertje worden. Wij kwamen tenslotte overeen, dat wij elkaar na afloop van de voorstelling in het cafe „Richard" tegenover de schouw, burg zouden ontmoeten. En omdat wij mets belangrijkers te doen hadden, voegden wij ons bij de talrijke bezoekers, die Sonja Veraart als gast wilden zien. Toneelvoorstellingen bespreken lijkt voor velen een aangename tijdpassering en men. beweert, dat iedereen dit wel gaarn doen wil, al was het alleen om da gratis toegang, die men er door tot zeer vl'le opvoeringen verkrijgt. Wie na dia voorstelling mijnheer van Bemmelen zoa hebben gesproken, zou echter een andera kijk op dit werk gekregen hebben. Onze tafelgenoot in het café „Richard" maakte beslist een ietwat kwijnende indruk, als. of hij oververmoeid was en elk woord hem moeite kostte. Dit maakte het ons niet gemakkelijk, de reactie op A. A.'s vragen duidelijk waar te nemen; van Bemmelen vond in zjjjn vermoeidheid een overtuigende verklaring voor de aar zeling, die zijn antwoorden vooraf ging en hem zoveel tijd deed winnen, dat zulk een antwoord geen enkele keer spontaan was. Ik vond dit vooral teleurstellend, omdat mijn vriend de criticus reeds tegen alle verdenking had gevrijwaard. Had hy dit niet gedaan, dan zou ik meer dan eens de overtuiging hebben gekregen, dat broer Hans iets wilde verbergen, Bij onze vorige ontmoeting, begon A. A„ nadat de kellnér ons tafeltje ver laten had: „heb ik u gevraagd naar bij zonderheden over uvj broer Karei IT vertelde, weinig omgang mét hem' te hebben en hem een poos niet te hebben ontmoet. Ook zonder ontmoeting kan men echter van Iemands positie op de hoogte blijven, wannteer men met hem correspondeert. Zou u me willen vertel len of er een briefwisseling tussen uw broer en u bestond?" Het antwoord kwam, zoals ik reeds zeide, met enige vertraging. Zeker, zeker, mijnheer Arends, ik zou u dat wel willen vertellen. Als dm bestond- Maar die bestond niet. Ik schrijf zóveel in mijn beroep, dat ik voor schrij ven gan verwanten vrijwel geen tijd vind.. Maar u schreef toch wel aan uw ^jroer? Jawel, zo nu en dan. En hij schreef u terug? - Natuurlijk. Karei is een secuur man. Hebt u kort vóór uw broer ver dween bericht van hem ontvangen? Het antwoord liet wederom even op zich wachten. Indien van Bemmelen niet zulk een vermoeide indruk zou hebben gemaakt, zou ik 'thans gemeend hebben, dat hij aarzelde, of neen, dat hij over woog. Dit kwam natuurlijk, doordat ik wist. dat er briefwisseling geweest was. We hadden immers de roep om hulp van Hans gelezen. Kort er voor? Neen. Een heel tijdje was het al geleden. Ofschoon Karei een accuraat niaa. was, hervatte A. A. En hij u dus zou hebben teruggeschreven, wanneer hy van u een brief ontvangen zou hebben". (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4