Cu Itu li rno liti ek-Ind ustrial i sa t i e
Jeugdpolitiek
R
BIM
SCHEEPSRECHT
Benelux en West-Europesé Unie
Stokman over kabinetsformatie
De drie congres-
resoluties
Cultuur moet liet met speldengeld
van Assepoester doen
m
DRIEMAAL
Het onvermijdelijke
HET K.V.P.-CONGRES TE UTRECHT
De inspiratie van
Dr. Beel
C.G.D. naar Djokja?
ADIO
programma
en de
ontvoering
van
Sinterklaas
MAANDAG 13 DECEMBER 1948
PAGINA 5
(Van onze Utrechtse redacteur).
Na de sectie-vergaderingen Zaterdagmiddag, waarin drie hoogst
actuele vraagstukken werden behandeld en naar eeh woord
van de partijvoorzitter, de heer W. J, Andriessen de werkzaam
heden van het tweede congres van de K.V.P. culmineerden
i elders vindt de lezer van deze bijeenkomsten een verslag werd
de eerste dag besloten met opnieuw een plenaire vergadering,
die eveneens aan een zeer brandend vraagstuk gewijd was,
n.l. de samenwerking in het verband van Benelux en West-
Europese Unie. Voor deze vergadering, die ook werd bijgewoond
door minister mr. J. van Schaik en minister mr. E. Sassen, was
de belangstelling bijzonder groot. De besprekingen hadden een
artistieke omlijsting door een concert van het U.S.O. onder
leiding van Henk Spruit en het optreden van de voordrachts
kunstenaar Henk Schaer.
INZAKE INDONESIË: ACHTER
DE REGERING
Pater mag. dr. S. Stokman O.F.M.
tijdens zijn toespraak tot de
K.V.P.-congressisten.
Geen concentratie in grote
Steden
Essentiele rechten van ouders
en Kerk
Idealisme bij kath. werkgevers
Bij de behandeling van economische
en fiscale aangelegenheden wordt het
wel eens voorgesteld, alsof zich bij de
K.V.P. nóg altijd houdt vastgezt een
residu van Kapitalistische neigingen,
maar dan moet spr. één ding van het
Het cultureel beleid niet
gewijzigd
De ernstige Indonesische
situatie
Een afstraffing voor de
heer Schouten
IC.V.P.-CONGRES WENST
EEN JEUGDWET
Industrialisatie
IS
door ARTHUR LEAK
- /4o cnmaniiravlrmtf in V»o+ xi-orT-var»/-?
Met een luid applaus werd vooral Z.
Exc. A. F. de Schrijver, minister van
Staat en voorzitter van dc Belgische
Christelijke Volkspartij begroet, die een i
rede hield over de samenwerking in het
verband van Benelux.
de samenwerking in het verband van de
West-Europese Unie, nadat zo juist het
U.S.O. de Piet Hein Rhapsodie verklankt
-had. Zijn met gloed voorgedragen rede
handelde over de problemen van het
avondland van Europa van de tijd van
Karei de Grote af, toen het zich reeds
tegen het Oosten te verdedigen had tot
aan onze dagen, waarin het probleem van
Centraal Europa het centraal probleem
van Europa is en wij niet goed kunnen
inpolderen, als wij de dijk naar het Oos
ten verleggen.
Het is, moeilijk een dijk sterk te maken
als een van de vijf dijkgraven in het wa
terschap „de Verenigde Naties", door een
voortdurend „neen" in staat is er telkens
een gat in te maken.
Geschiedenis en betekenis van
de Benelux
Op de hem eigen wijze, levendig en
met het typische Vlaamse accent dat aan
zijn betoog zoveel kleur gaf, schetste
minister de Schrijver allereerst uitvoerig
de geschiedenis van de totstandkoming
van de Benelux, waarvoor een samenwer
king als tussen K.V.P. en C.V.P. het beste
cement levert. Spr. was onder de indruk
van de prachtige manifestatie, die de
K.V.P. door dit congres "levert, welke
voor de C.V.P. aanleiding zal zijn om ook
nieuwe banen in te slaan en zich organi
satorisch te verstevigen.
Spr. ging dan nader in op de draag
wijdte van de Benelux, waarvan een
karakteristiek is, dat zij evenals de Uno
.r, oorlogstijd geboren werd.
Wij staan nu ter bereiking Van een
economische unie, die 1 Januari 1950 zal
moeten ingaan, voor de lange stap van
een spoedige progressieve aanpassing, die
vele inspanningen zal vragen. Zulke in
spanningen en offers zijn echter verant
woord gezien de vele voordelen, die een
economische unie zal brengen.
Onze opvattingen worden verruimd,
politici en technici zullen voortaan moe
ten denken in termen van 18 k 19 mil-
lioen Europeanen. Door een gemeen
schappelijke opbouw zullen wij onze po
sitie op de wereldmarkt vergroten en de
Benelux zal dadelijk grote exportmoge
lijkheden opleveren.
In een prachtige peroratie deed spr.
uitkomen, dat de Luxemburgsche Chris
telijke Volkspartij, de K.V.P. en de CVP.
zich verbonden weten door een sterk ge
voel van saamhorigheid in de lage lan
den, hetzelfde geloof in de parlementaire
Wij moeten samenwerken om niet sa
men ten onder te gaan. De Westerse unie
is niet alleen economisch in het kader
van het Marshall-plan, maar ook militair
in het kader van het Atlantic-pact. Wij
moeten niet alleen klaar staan om ons te
verdedigen, als we aangevallen worden,
maar ook sterk worden door een econo
misch geheel te worden
Er moeten nog meer landen bij de Wes
terse unie. Italië en Oostenrijk voelen
dit reeds, maar ook Zwitserland m Scan
dinavië horen er bij. Uit welbegrepen
eigenbelang moeten wij inzien, dat ook
West-Duitsland hierin past.
De beweging van het federalisme wint
veld. De organisatie van Europa is ook
niet alleen een zaak van regeringen,
maar moet gedragen worden door de vol
ken. Wij als katholieken hebben daarbij
een zeer bijzondere taak, omdat wij weten,
dat de diepste kracht van het avondland
in het christendom ligt. Spr. eindigde met
zim gehoor als illuster voorbeeld in de
geestelijke strijd voor ogen te houden
onze kardinaal, de kardinaal van het ver
zet.
democratie en omdat zij dragers zijn van
een christelijke cultuur en katholieke be
schaving, om tenslotte aan te sporen hand
in hand het christelijk erf te verdedigen.
Het probleem van Centraal
Europa is het centraal pro-
bleem van Europa
„Nieuwe inbreuken op de souvereini-
teit van de staat, dat is het thema op mijn
rhapsodie", aldus het Tweede-Kamerlid,
de heer P. J. S. Serrarens, die. sprak over
De drie onderscheidene secties kwaJ
men tenslotte elk tot een resolutie,
waarvan wij hier een samenvatting ge
ven.
Ten aanzien van de cultuur zag men
de taak van de overheid in de eerste
plaats in de bescherming en bevorde
ring van de persoonlijke arbeid en van
de arbeid van particuliere lichamen.
De op zichzelf gewenste vormen van
samenwerking tussen de verschillende
levensrichtingen en de zelfstandigheid
van. deze laatste móeten onaangetast
blij ren-
Bij haar subsidiëring streve de over
heid naar versterking van centrale or
ganen. In alle landelijke organen en
commissies van overheidswege gevormd,
dienen de gewesten redelijk vertegen
woordigd te zijn.
De centrale overheid bevordere .met
inschakeling van daartoe geëigende ge
westelijke organen en van de provin
ciale overheid het provinciaal orkestwe
zen, spreiding van de beeldende kunst
over de provincie, vestiging van toneel
gezelschappen en het optreden van door
haar gesubsidieerde grote toneelgezel
schappen en orkesten in de provincie.
Verbetering van een plattelandscul-
tuurvoorziefting is wenselijk. De over
heid steune de activiteit van de. orga
nisaties, die de gezinscultuur* bevorde
ren,
Het volkshogeschoolwezen en de
daarmee Verwante instellingen, op eigen
geestelijke grondslag, dienen te worden
bevorderd. Alle zelfwerkzaamheid op
cultureel .gebied van het vo-lk in al zijn
geledingen dient, mede als verweer te
gen de culturele vervlakking door de
minderwaardige elementen van film en
radio met kracht te worden bevorderd.
De gevaren ^an vervlakking door de
bioscoop moeten zoveel mogelijk worden
tegengegaan;Op het gebied van lectuur
voorziening en de overheidszorg in dezen
(leeszaalwezen) gelde het scruvereini-
teitsbeginsel het onaantastbaar reent
op b.v. de katholieke openbare leeszaal
Intussen valt te overwegen met volkomen
vrijwilligheid der betrokken partijen of
een basis voor goedesamenwerking op
dit gebied kan worden gevonden met
volkomen beveiliging van de eigen zede
lijke en geestelijke waarden. Met betrek
king tot de winkelbibliotheken dienen
wettelijke maatregelen te worden geno
men teneinde de gevaren voor de góede
zedën en de cultuur in te perken.
Instelling van een staatssecretariaat
voor de aangelegenheden van- kunst en
cultuur verdient ernsitge overweging.
In de resolutie van de sectie Industria
lisatie zijn tal Van te nemen maatregelen
opgesomd, waarbij tegennatuurlijke ge
boortebeperking om godsdienstig-zedelij-
ke en voorts om sociale, economische en
culturele redenen met kracht wordt af
gewezen. Annexatie van Duits grondge
bied en medezeggenschap in het beheer
van het Ruhrgebied worden als pro-me.
morleposten voor de industrialisatie be-
ecnouwd.
Na het noemen van belemmeringen
voor het industrialisatie- en exportpro-
gramma wordt het van belang geacht de
internationale aandacht te vragen vöor
het Nederlandse bevolkings-, industriali
satie- en exportvraagstuk. De fienelux-
samenwerking is noodzakelijk. De alge
mene bezwaren tegen industrialisatie zijn
grotendeels inhaerent aan een onbeheerst
groeitempo en kunnen voor een belang
rijk deel worden opgevangen. Concentra
tie in de grote steden worde zo veel mo
gelijk tegengegaan. Bij planologische en
allerlei andere maatregelen om de in
dustrievestiging op de juiste plaats zo
veel mogelijk'te bevorderen moet met de
belangen van de landbouw rekening wor
den gehouden. Het is nodig te komen tot
een industrieplan als onderdeel van een
welvaartsplan met als een van de doel
einden het opheffen van de te grote re
gionale welvaartsverschillen.
In de resolutie sectie jeugdpolitiek
wordt erkend, dat de burgerlijke over
heid op het terrein van de jeugdvorming
een belangrijke taak heeft- De burger
lijke overheid moet echter in alle om
standigheden de essentiële rechten van
ouders en Kérk eerbiedigen.
Zij dient de voorwaarden te scheppen,
waardoor aan ouders en Kerk de vervul-
maaktVan hun taa'c mogelijk wordt ge-
Door doeltreffende maatregelen moet
zij de vorming van de jeugd beschermen
tegen voor deze vorming schadelijke in
vloeden op het terrein van het openbare
leven. Steun verlenen aan organisaties
van de vrije jeugdvoiming en organisa
ties en instellingen ten behoeve van de
ongeorganiseerde jeugd, fln beginsel de
zorg voor de verwaarloosde jeugd over
laten aan particuliere instellingen en
verenigingen, evenals de zorg voor de
..misdadige" jeugd. Met inachtneming
en op basis van het vorenstaande vraagt
het congres thans zeer nadrukkelijk aan
dacht voor maatregelen voor een gezon
dg ontplooiing van het gezin met. .name
bij de woningbouw, stedebouwkundige
voorzieningen met het oog op recreatie
gelegenheid voor de jeugd, krachtige
handhaving van de bestaande jeugdbe-
schermendemaatregelen en nadere wet
telijke maatregelen inzake bioscoop
dansgelegenheden, uitstallingen, affiches,
kamperen, jeugdherbergen, lectuurvoor
ziening e. d.
Tenslotte sprak het congres de wen
selijkheid uit van de' totstandkoming
van een jeugdwet, welke in haar bepa
lingen volledig rekening, houdt met de
ih deze resolutie gestelde eisen'.
De klokken riepen de gelovigen in de
Domstad tot de Hoogmis op, toen de
K.V.P.-congressisten zich na in de vev-
schillende parochiekerken 'n gelezen H.
Mis te hebben bijgewoond, weer naar
het Tivoli-gebouw spoedden, tot het
bijwonen van de laatste plenaire zit
ting. Autobussen brachten de afgevaar
digden. die in de omliggende dorpen
een onderdak hadden gevonden.
Thans gaven de ministers mr. YVijers
en mr. J. H. van Maarseveen, alsmede
de voorzitter van de Tweede Kamer,
dr. L. Kortenhorst blijk van belangstel
ling. De heer A. F. de Schrijver, voor
zitter van de C.V.P. was opnieuw aan
wezig, terwijl de voorzitter ook ver
welkomde de deken van Utrecht, de
Uoogeerw. heer A. Wiegerink.
Van Prof. Mr. C. P. M. Rorarae. die
zoals wij reeds Zaterdagavond meldden,
door eèn lichte ongesteldheid verhinderd
was het congres bij te wonen, was een
telegram ontvangen.
Een telegram van eerbied, hulde en
aanhankelijkheid werd verzonden aan
H. M. Koningin Juliana en Z. Em. Johan
nes Kardinaal de Jong.
Nadat de partijsecretaris, dr. L. Albe-
ring de resoluties van de sectie-vergade
ringen had voorgelezen, waarover in dj
eerstvolgende vergadering van het par
tijbestuur zal worden beraadslaagd om
deze vervolgens aan de Partijraad voor
te leggen, bracht pater Magister dr, S.
Stokman O.F.M. inplaats van Prof. Rom-
me verslag uit ovér het parlementaire
werk in de afgelopen periode.
Het- parlementaire iverk in 1948
Pater Stokman verklaarde allereerst,
waarom de kath. fractie bij de 'kabinets
formatie niet de lijn van 1946-1948, een
kabinet berustend op 2 partijen, heeft
doorgetrokken, in navolging van hetgeen
de fractie-voorzitter, prof. Romme reeds
deed op ;de jongste Partijraadsvergade
ring. Zoals men weet, was een 2/3 meer
derheid nodig, zowel voor aanvaarding
van de grondwet als het gehele Indone
sische beleid. Ook de voortzetting van
een progressieve sociaal-economische po
litiek, speciaal ten aanzien van het wets
voorstel voor de p.b.o., maakte een basis
verbreding noodzakelijk.
Een andere vraag was, hoe de kath.
fractie een kabinet zonder kath. minister
president kon aanvaarden en waarom
medewerking in constructieve zin is toe
gezegd, zij het ook met het nodige voor
behoud.
Het program, dat minister Drees heeft
ontvouwd, is geïnspireerd door het pro
gram, dat door minister Beel in het eer
ste stadium van de formatie aan de frac
ties is voorgelegd. Er kwam ook een serie
punten in voor, die onze instemming
konden hebben. Het program van het
kabinet-Drees-van Schaik is terecht ge
karakteriseerd als vooruitstrevend in
christelijke geest.
Spr. ontkent, dat de fractie de benoe
ming van dr. Beel tot opvolger van dr.
van Mook heeft geëist, gelijk meer
malen is beweerd
Hulde aan dr, Beel
Het kabinet heeft hem uitverkoren
voor de hoge post, die hij thans be
kleedt. En daarover verheugen wij ons,
aldus pater Stokman, hartgrondig. In
dien het door ons juist geachte beleid
belichaamd is in een bekwaam karak
tervol man als dr. Beel en de critiek
zich op die persoon werpt om zijn po
litiek fundament te doen wankelen, dan
is het voor ons een behoefte 'en ook een
'plicht om hem hulde te brengen voor
zijn beleid, waardering uit te spreken
voor de persoonlijke offers, die hij
daarvoor moest brengen en hem Gods
zegen af te bidden voor zijn persoon,
zijn gezin en zijn grootse taak.
De algemene economische situatie van
ons land is, zoals minister van den Brink
verklaarde,-zorgelijk en slechter dan ve
len willen geloven. Spr. gaf een op
somming van de maatregelen, die nodig
zijn voor ons land om ,.op de been" te
blijven, ook als na enkele jaren de Mars
hall-hulp zal ophouden. Een en ander
betekent,, dat wij de ioon- en prijspoli
tiek voorshands nog niet kunnen missen,
voorgl om de exportmogelijkheden open
te houden.
hart. en wel het ruime begrip in prin
cipiële organisaties van onze kath.
werkgevers, die het initiatief hebben
genomen voor een extra kinderbijslag
aan de grote gezinnen. Het parlemen
taire werk voor de belangen van de
grote gezinnen wordt aanmerkelijk ge
steund door het idealisme der katho
lieke werkgevers, (applaus).
Pater Stokman bespreekt nog eens de
brief van het Episcopaat van 9 Mei, die
begrijpelijkerwijs voornamelijk gezien en
geïnterpreteerd moet worden in verband
met de staatkundige eenheid van de ka
tholieken en waarin de grote taak van
de K.V.P. duidelijk getekend is.
T.z.t. zal de geschiedschrijver van het
na-oorlogse Nederland hulde brengen aan
het kabinet-Beel en het kabinet-Drees-
van Schaik, in welke kabinetten de ka
tholieke invloed zo diep en degelijk was
en is ingesneden.
Ook hier heeft de staat een taak van
algemene leiding. Door de vervanging
van minister Gielen door minister Rutten
is het beleid niet gewijzigd. De voor
standers van staatsbemoeiing hebben zich
evenzeer gerealiseerd, dat niet de Staat
zelf èn rechtstreeks de drager èn bren
ger kan -wezen van de cultuur.
Naar aanleiding van de aansporing
van prof. v. d. Leeuw tot de katholie
ken en protestanten om eindelijk eens
hun schutten en omheiningen van eigen
organisaties af te breken, wijst pater
Stokman er nadrukkelijk op, dat wij de
christelijke waarheid niet anders kun
nen uitdragen dan in haar geheel en
de christelijke zeden niet anders kun
nen zien dan als absolute en onvoor
waardelijke normen.
In zijn slotwoord wees de partijvoor
zitter, de heer W. J. Andriessen op de
ernstige Indonesische situatie, zoals uit
het communiqué van de regering duide
lijk blijkt. De regering heeft uit de fei
ten belangrijke consequenties menen te
moeten trekken. Het is uitgesloten om
met de republiek tot overeenstemming
te geraken en voortzetting van de dis
cussies heeft geen zin, zolang de repu
bliek haar standpunt niet radicaal wij
zigt. Het staat bij spr. vast. dat een grote
mate van lankmoedigheid tegenover de
renubliek is betracht. Laat ons yolk,
aldus de heer Andriessen, m dit moei
lijke en ernstige uur in grote eenstem
migheid achter de regering staan en haar
de nodige wijsheid toebidden.
Een ernstige afstraffing aan het adres
van de heer Schouten (A.R.) had de
heer Andriessen voor het laatst bewaard,
naar aanleiding van diens uitlatingen op
een persconferentie in Scheveningen. De
heer Schouten sprak over een gevaar
van Rome en het verleggen door de
K.V.P. van haar principiële actie naar
een machtsactie. Er zou volgens de heer
Schouten weinig toe nodig zijn om het
anti-papisme tot leven te" brengen. Wij
laten, aldus de heer Andriessen, een
uiterst principieel geluid horen. Onze
principiële actie ligt niet uitsluitend op
spiritueel terrein, maar ook bij de maat
schappelijke hervormingen. Wij betreu
ren het, dat de heer Schouten onze actie
niet begrijpt, maar dat zal ons er niet
van afhouden. Daarvoor ligt er te veel
apostolaat in besloten. Zij, die menen het
op anti-papisme te moeten aansturen,
zullen ons tegenover zich vinden.
Nadat de heer Matser als tweede voor
zitter de heer Andriessen voor zijn lei
ding had dank gezegd, werd het congres
met het zingen van het Wilhelmus be
sloten.
Hedenochtend zijn Cochran, Darmase-
tiawan en Soepomo per vliegtuig naar
Djokja vertrokken. Volgens een republi
keins woordvoerder te Batavia gaan zij
besprekingen voeren over het vertrek
van de C. v. G. D. naar Djokja, waar zij,
zoals» gemeld, een drietal weken zou gaan
doorbrengen. De woordvoerder zeide, dat
dg definitieve beslissing over het vertrek
heden zou vallen.
De Zaterdagmiddag had het KV.P...
congres geheel gereserveerd voor de
drie sectie-vergaderingen, resp. over Na
tionale Cultuurpolitiek," Industrialisatie
en Actieve Jeugdpolitiek.
Eerstgenoemde sectie.vergadering werd
gepresideerd door oud-minister dr. Jos.
Gielen en bijgewoond door minister prof.
dr. .Rutten.
Het onderwerp werd Ingeleid door
Bernard Verhoeven, die voorop stelde,
dat er weinig vertrouwen in cultuurpo
litiek is en men het probleem niet ziet-.
Het is tragisch dal de cultuur een pro.
bleem moet zijn. Wanneer er geen cul
tuur is, komt het probleem van de cul
tuur voor de dag. Het meest tragisch is,
wgnneer men zelfs dit probleem niet
meer ziet.
In het kader van de gehele budgetaire
positie moet de cultuur het doen met het
speldengeld vgn. Assepoester. Het gaat er
bij de actieve cultuurpolitiek om iets van
de universele mens te verdedigen, al is
het maar in zijn vrije tijd.
Bernard Verhoeven ging dan nader in
op de kernpunten, de centrale beginse
len van een nationale cultuurpolitiek,
'zoals hij die in zijn brochure, had neer
gelegd: de solidaritei, de subsidiariteit
en de souvereiniteit
Bij de discussie kwam de wenselijk
heid naar voren om ook het gezin als
'factor bij de nationale -cultuurpolitiek in
te voëren, terwijl besloten werd het
radio-aspect aan het bestuur van de
KVP voor te' leggen.
Omtrent de industrialisatie bracht drs,
Zeegers, die zich in de belangstelling
van de1 Excellenties v. d. Brink en De
Schrijver mocht verheugen, een uitvoè-
rige uiteenzetting van zijn brochure,
waarna niet minder dan 22 personen
zich opgaven om aan het debat' deel te
nemen.
Vooral het zuiver economisch aspect
van de industrialisatie, te weten de eeo-
nomisch.technische zijde en de econo
mische rentabiliteit hadden blijkbaar
sterk de aandacht getrokken, terwijl van
de zjjde der plattelanders de these, dat
de grote stad niet die nadelen zou ge
ven, welke men er in het algemeen aan
toeschrijft, of dat de provincies haar be
volkingsoverschot toch niet zullen kun
nen vasthouden, sterk aan critiek werd
blootgesteld.
Uitvoerig werden de debaters door drs.
Zeegers beantwoord, waarna een kleine
commissie werd benoemd om de reso
lutie aan een nader onderzoek te onder
werpen. Enigszins gewijzigd werd deze
resolutie in de plenaire vergadering van
Zondag aangenomen.
Actieve jeugdpolitiek
In de Sectie Actieve Jeugdpolitiek was
mr. R. Höppener de inleider. Hij ont
wikkelde uitgaande van de vraag, wat
in deze materie de overheid dient te
doen. de stelling, dat deze de voorwaar
den heeft te scheppen, waardoor aan
ouders en Kerk de taak der opvoeding
wordt mogelijk gemaakt, ook in het al
gemeen welzijn. Deze voorwaarden zijn
negatieve en positieve, nl. de bescher
ming der jeugd tegen bedervende invloe
den en de bevordering van de vorming
der jeugd. Als negatieve voorwaarden
noemde de inleider de handhaving der
bestaande voorschriften en het geven van
noodzakelijke nieuwe voorschriften ten
aanzien van bioscopen (keuring spaciaal
voor de jeugd), cafébezoek, kamperen,
lectuur om slechts enkele van de vele on
derwerpen te noemen, waarover de zorg
van de overheid zich heeft uit te strek
ken. Als positieve taak stelde de inleider
het verlenen van steun aan het gezin
door de overheid. Hierbij behandelde hij
de besteding van de vrije tijd, de steun
aan particuliere organisaties die zich
bezig houden met de jeugdbeweging, en
voorts wat de overheid via de wetge
ving heeft te doen voor de ongeorgani
seerde, de verwaarloosde en de z.g.
„misdadige jeugd".
En toen kwam in de debatten daarna
de jeugdsectie los. Twintig enthousiaste
sprekers, die problemen aansneden als de
zo hoog noodzakelijke woningbouw voor
jonge mensen, lie een gezin willen
stichten, de jeugdige politieke delinquen
ten, het instellen van een nationale
jeugdraad met verordenende bevoegd
heid en de beroepskeuze.
De inleider vatte al deze punten, waar
onder de jeugdige hartekreten om wo
ningbouw, nauwkeurig samen om dit
alles in zijn juiste proporties neer te leg
gen in een resolutie, welke in de verga,
dering van Zondagmorgen aan de Par
tijraad werd aangeboden
DINSDAG 14 DECEMBER.
HILVERSUM I (301 M.) A.V.R.O. 7.00
Nieuws, gram.; 10.15 „The Romancers!.';
10.50 V d. kleuters; 11.00 R.V.U.; 11.30
„De Wekker"; 12.00 Lyra-trio; 12.33 Me
lodie en rhythme; 13.00 Nieuws; 13.20
„The Skymasters"; 13.50 Gram.; 14.00
Knipcursus; 14.30 „Die Meistersmger
von Nürnberg"; 16.30 „Gershwin-cock-
tail"; 16.40 „De schoolbel"; 17.00 Kin
derzang; 17^30 Gram.; 17.45 R.V.D 13.00
Nieuws; 18.15 Jiano; 18.30 Ned. strijdkr.;
19.00 Radio-strip; 19.15 Vergeelde parti
turen; 19.45 R.V.D.; 20.00 Nieuws; 20.15
Bonte Trein; 21.35 Gram-; 22.15 Buit.
overz,; 22.30 Kamermuziek; 23.00'Nieuws,
gramofoon,
HILVERSUM II (415 M.) K.R.O. 7.00
Nieuws, gram., morgengebed (9.00 Licht-
*.4
23. De Sint werd dwars over de kano gelegd, zodat hij
juist in evenwicht was, en zo ging het snel door de Amster
damse grachten naar de buitenkant van de stad, waar de
boot weer zou worden teruggebracht. De eigenaar van de
boten- echter, had ontdekt dat één van zijn kano's'was ver
dwenen en hij keek juist spiedend in de verte, toen de ont
voerders terugkwamen met hun heilige buit. „Zo gemakke
lijk gaat dat niet, heren" riep de botenverhuurder dreigend.
„Het isjnaar een Sinterklaasgrapje" zei Wollie, die al meen
de, dat nu alles verloren was. „Grapje of geen grapje" ant
woordde. de verhuurder. „U heeft zonder mijn permissie één
van mijn boten anderhalf uur gehuurd. Dat wordt één gulden
vijftig voor de boet en één gulden vijftig voor de permissie,
dat is samen drie. Wilt U maar betalen? De Erge zuchtte van
verlichting. Hier is drie gulden en- twee cent omdat ik van-
daag een goede bui h-eb". En hij betaalde de botenverhuurder,
die blijkbaar geen nieuwsgierig man bleek.
baken; 10.00 V. d. kleuters; 10.15 „Mas
kerade"; 10.30 Schoolradio; 11.30 Le
zing); 12.03 Lurichconc. (Amusements
ork.); 13.00 Nieuws; 13.25 Zang, piano;
13.45 Lezing; 14.00 Reger-Bruekner-
eyclus; 14.30 „Onder Ons".; 15.00 School
radio; 15.30 Ork. Paul Whiteman (gr);
16.00 „De Zonnebloem" en Ziekenlof;
17.00 V. d. jeugd; 17.15 Gram.; 17 30
Wigwamfelicitaties; 17.45 Ens. Magyar
Janos; 18.10 Sport; 18.20 Gram.; 18-30
R.V.U.; 19.00 Nieuws; 19.15 Zang en
orgel (19.30 „Dit is leven"); 20.05 ,.De
gewone man"; 20.12 „Carmen".; 22.35
West-Europ. comment.; 22-45 Avondge
bed; 23.00 Nieuws; 23.15 Utrechts Stede
lijk Orkest,
RADÏODISTRIBUTIE III: 7.00 VI. Br.:
nws., 7.15gram., 7.30 kron., 7.40 gymn.,
7.50 gram-, 8.00 nws., 8.15 Eng. H.S.: re
vue ork., 8.50 „Lift up your hearts", 8.55
weer, 9.00 nws., 9 15 miniatuur ork., 10.00
Eng. L.P.: nws., 10.10 gram., 11.00 v. d.
sold., 11.15 parlem., 11.30 miniatuur ork.,
12.00 VI. Br.: gram., 12.30 weer, 12.32 om-
roepork., 13.00 nws., 13.15 gram., 14.00
operamuz., 15.00 Eng. H.S.: „Music Hall",
15.10 Northern Örch., 16.00 Eng. L. P.: Ens.
Mayeri, 16.30 Ens. Lucraft, 17.00 Koot
wijk: Batavia, 18.00 Fr. Br.: v. d. sold.,
18.30 VI. Br.: v. d. sold., 19.00 Beromün-
ster: liederen, 19.25 mededelingen, 19.30
VI. Br,; gram., 19.50 Fr. Br.: nws., 20.00 VI.
Br.: volksliederen, 20.15 Sot'tens: piano,
20.30 Eng. L.P.: verz. pr., 21.00 „Much bin
ding in the Marsh", 21.30 Fr. Br.: opera
muz. v. Berlioz., 22.00 VI. Br.: nws., 22.15
jazz,- 22.?0 gram., 22.50 nws., 22.55 gram.,
23.00 Eng L.P.: nws., 23.15 Silvester.
RADIODISTRIBUTIE IV: 7.00 Fr. Br.:
nws., 7.10 gram., 7.15 div., 7.30 Eng. H.S.:
orgel, 7.55 weer, 8.00 Fr. Br.: nws., 8.10
gram., 9.00 VI. Br.: nws., 9.05 conc., 10.00
Eng. H.S.: bas en hobo, 10.55 orgel, 11.30
„Music while you work", 12.00 Eng. L.P.:
voordr., 12.15 orgel, 12.45 „Middag in Pa
rijs", 13.15 ork. v. Bournemouth, 14.15 ork.
ij/instone, 15.00 v. d. vrouw, 16.40 Eng.
H.S.: voordr., 17.00 Fr. Br.: ber. en interv.,
17.10 v. d. zieken, 17.45 Eng. L.P.: Welsh
Orch., 18.30 mil. ork., 19.15 ork. Cazabon,
19.45 Beromünster: actual, 20.00 liederen,
20.15 conc., 22.00 Eng. L.P.: gram., 22.30
diversen.
24).
Hij zette de motor aan en reed met het
snikkende meisje naar villa „De merel",
Whar juist mevrouw Ligthart een tweede
gesprek had met van Bfte, Dit gesprek
was heel wat bewogener dan het eerste,
maar bewonderenswaardig was de sterke
flinke houding, waarmee mevrouw Ligt.
hart de onheilsberichten in ontvangst
nam.
XVI
De politiedokter vroeg aan de agent,
die n-og steeds im de gang op orders van
zijn chef liep te wadhten, of dokter Melle
nog aanwezig was. De man wees, zonder
iets te zeggen, naar de deur van de huis
kamer.
Dokter Melle was nog diep onder de
indruk van zijn verrassende ontdekking
van het schilderijtje van Otto Richter,
de gevreesde officier van de Sichertheits-
dienst. Hij schrok uit zijn overpeinzingen
op, toen zijn collega Vriesland binnen
trad.
En?, vroeg hij, toen hij zag wie het
was: Hebben jullie al iets ontdekt?
Inderdaad, antwoordde Vriesland:
Ik ben te weten gekomen, dat er waar
schijnlijk tussen het vertrek van de
dienstbode en de tweede komst van het
onbekende mannetje nóg iemand bij de
notaris is geweest.
Dokter Melle keek verrast op.
Hoe weeit je dat?
De huishoudster meent, dat ze kort
na het vertrek van de dienstbode de bui
ten-deur hoord-e dichtslaan, hgel zacht en
voorzichtig. Zeker weet ik natuurlijk nog
niets, maar ik acht het mogelijk, dat, toen
het meisje het huis verliet, iemand is
binnengeslopen, de notaris* om het léven
heeft gebracht en bijna onhoorbaar het
huis weer heeft verlaten. Het kan natuur
lijk zijn, dat de huishoudster in haar op
gewondenheid zich maar iets heeft wijs
gemaakt, maareerlijk gezegd geloof
ik dat niet. Dit zaakje bevalt me niet,
Melle. Ik geloof, dat hier heel wat meèr
achter zit dan we wel denken.
Heb je enig idee van een motief?,
wilde Melle. weten.
Neen, dat niet. Maar ik acht diefstal
of zo, uitgesloten. Ook de erfeniskwestie
kan volgens mijn mening buiten beschou
wing blijven. Wraak zou kunnen, maar.
ik geloof eerlijk gezegd, tot het motief
in een heel andere richting gezocht zal
moeten worden.
Verklaar, je eens wat nader, Vries
land. nodigde Melle uit.
Tja, ik kan nog niet alles vertellen.
De zaak is me trouwens ook nog niet he
lemaal duidelijk, lang niet zelfs. Maar
ik begin zo langzamerhand -te vrezen, dat
er een politiek tintje aan zit. i
Dat was juist wat dokter Melle had
willen horen. Hij zelf had immers ook
al iij die richting naar een motief ge
zocht, na het doekje van Otto Richter
te hebben ontdekt.
Komeens mee, Vriesland, zei hij
geheimzinnig. De politiedokter wist niet
wat z'n collega van hem wilde, maar hij
volgde hem naar de kamerhoek, waar
Melle bleef stilstaan voor een klein schil
derijtje dat op een onopvallende plaats
hing. Hij vatte niet de bedoeling van het
veelbetekenende gebaar, waarmede Melle
op dit doekje wees. Vragend keek hij
hem aan.
Weet je, wie dat geschilderd heeft,
Vriesland?
De politiedo-kter wist, dat Melle een
liefhebber van schilderijen was, maar dat
de man hier en onder deze omstandighe
den zijn-liefhebberij ging botvieren, vond
hij bijzonder vreemd.
Neen, dat weet ik niet, antwoordde
hij onverschillig.
Kijk eens goed. Herinner je je niet,
dergelijk werk wel. eens afgebeeld te
hebben gezien in een krant?
Vriesland dacht, dat Melle een enthou
siaste lofprijzing voor dit kunststuk ver
langde. Hij vond het moderne werkje
helemaal niet mooi, doch om z'n collega
tevreden te stellen forceerde hij een wei
nig overtuigend: Hum, 'n mooi ding,
geloof ik. Maar ik heb er niet zoveel ver
stand van.
Mooi of niet mooi, dat doet er in
dit geval niets toe, orakelde Melle: Het
is belangrijk.
Kan zijin, antwoordde Vriesland:
Maar voor mij is op het ogenblik de
zaak met de notaris veel belangrijker.
-Ik bedoel juist, dat dit schilderij
belangrijk is in verband met deze zaak,
legde Melle uit: Tenminste, het feit dat
het hier in deze kamer hangt is belang
rijk.
Nu begreep de politiedokter er hele
maal niets, meer van. Melle zag dat én
vervolgde: Heb je wel eens gehoord,
Vriesland, dat het hoofd van onze Sicher-
heitsdienst in zijn vrije tijd schilderijen
maakt?
Je bedoelt Otto Richter? Ja, dat heb
ik wel eens gehoord. Maarje wilt
toch niet zeggen dat....
Melle knikte triomfantelijk.
Kijk maar eens naar de signatuur.
Vriesland boog zich voorover en keek
aandachtig. Inderdaad kon hij uit de vaag
geschilderde letters de naam van de ge-
vreCsd-e Duitse officier lezen.
Maar hoe heb je dat ontdekt?, riep
hij uit.
Ach, je 'weet dat ik een beetje ver
stand heb van schilderijen. Ik was hier
alleen in de kamer achtergebleven en
ging dus alles wat er aan de rriuur hing
bekijken. Plotseling ontdekte ik dit din
getje en ik herkende het direct. Je ziei
maar. Vriesland dat een beetje verstand
van kunst de politie best van pas zou
kunnen komen.
Hoe zou van Nievelt aan dit schil
derijtje zijn gekomen?
Dat heb ik me vanzelfsprekend ook
a^ afgevraagd, antwoordde Melle: Voor
zover ik weet, verkocht Richter zijn
doeikjes niet. Bovendien blijkt uit wat
er overigens hier in de kamer hangt,
overduidelijk, dat de smaak van de no
taris niet de moderne richting uitging en
vermoedelijk was hij dus ongevoelig voor
deze wijze van schilderen. Desondanks
heeft hij het doekje een plaats in zijn
kamer gegeven, waaruit men zou kunnen
afleiden, dat hij het niet durfde wegber
gen. Ten opzichte van wie moest hij het
fatsoenshalve een plaats, geven? Ten op
zichte van de schenker? Maar welke fat
soenlijke Nederlanders zou een doekje
van Richter cadeau doen? Neen, volgens
mij is het enige juiste antwoord, dat van
Nievelt het schilderij een plaats gaf om
dat hij de maker van het stuk tevreden
wilde stellen. Dus: er moet contact heb
ben bestaan tussen Otto Richter en de no
ta-ris. sterker: Richter moet wel eens hier
op bezoek zijn geweest en er waren nóg
meer bezoeken te verwachten, anders
had van Nievelt het doekje wel weer uit
zijn kamer kunnen verwijderen.
Vriesland was werkelijk overdonderd
door deze mededelingen, hoewel ze ge
heel zijn eigen gedachtengang bevestig
den.
Maarde notaris liep toch kans,
dat anderen het hier in de kamer zouden
opmerken?
Neen, die kans was er niet of ze
was uiterst gering. De notaris ontving
hier vrijwel nimmer bezoek. Zakenge-
sprek-ken handelde hij altijd af m zijn
werkkamer en privé-bezoeken had hij
zo goed als niet. De dienstbodes hadden
uiteraard geen benul van schilderkunst,
dus voor hen behoefde de notaris niet
bang te zijn. (Wordt vervolgd).
Z. Exc. <3r. Beel heeft eenmaal een
waar woord gesproken wij menen,
dat het was in de dagen, die vooraf
gingen aan het politiële ingrijpen van
onze troepen in Indonesië. Hij zeide:
„Er komt een ogenblik dat lankmoedig
heid opho.udt een deugd te zijn".
Dit woord zou tot motto hebben kun
nen dienen van het communiqué, dat de
Nederlandse regering in de loop van.de
vorige week tot de Commissie van
Goede Diensten heeft gericht en dat
Zaterdagmiddag vlak voordat de kran
ten sloten, is openbaar gemaakt.
In dit communiqué deélt, gelijk be
kend, de Nederlandse regering mede,
dat zij geen vertrouwen meer heeft
noch in informele, noch in formele
besprekingen; zelfs niet indien deze
laatste zouden gehouden worden met
medewerking van de Commissie van
Goede Diensten en dat zij besloten heeft
buiten de republiek om over te gaan tot
de instelling van een interim-regering.
Men kan niet zeggen, dat ie regering
dit besluit a bout portant heeft gerfomen
of dat het onder invloed van onbe
heerste opwellingen van ongeduld tot
stand kwam. Zij heeft haar tribuut aan
deugden als geduld en lankmoedigheid
ruimschoots gebracht. Velen zullen
zelfs zeggen dat zij al te lankmoedig is
geweest.
Het zou vruchteloos zijn en van
weinig burgerzin getuigen, indien wij
in de omstandigheden waarin onze
regering op het ogenblik verkeert, over
dit laatste zouden gaan redetwisten. Wij
doen het beste de moed te waarderen,
waarmede zij, niettegenstaande de
consequenties die aan de besluiten, in
dit communiqué uitgedrukt, vastzitten,
is opgetreden en haar in de moeilijke
tijden, die zij wellicht tegemoet gaat,
van harte te steunen. Die consequenties
van het regeringsbesluit zullen zeker
zeer zwaar gewogen hebben in'het
beraad, dat in de ministerraad na de
terugkeer van de ministeriële delegatie
gehouden is.
Het is immers zelfs voor de buiten
staander klaar, dat die besluiten ons.
voor Zeer onaangename situaties kun
nen plaatsen, zowel in Indonesië als op
het gebied der internationale verhou
dingen.
Het is zeker, dat de republiek uiterst
fel zal reageren en wel volgens gewoon
te met eèn verhoogd aantal infiltraties
en een nog gruwelijker terreur dan
voorheen tegen allen, die aan onze zijde
van de demarcatielijn met de Neder
landers samenwerken. Mag men de be
richten geloven, dan zouden reeds enige
tijd geleden instructies zijn uitgegaan
aan de gewapende benden, die vanuit
republikeins gebied opereren, en in het
algemeen aan allen, die op republi
keinse hand zijn, om vanaf de eerste
Januari een ware hel te ontketenen in
de onder Nederlands gezag staande ge
bieden. Een en ander zou onvermijde
lijk voefen tot een hervatting van de
politiële actie. Mén kan zich zelfs af
vragen of de Nederlandse regering niet
al tevoren daartoe zal moeten pverguan,
gezien de onrustbarende toestanden, die
er op Java reeds nu heersen.
Een andere (fonsequentie die de rege
ring bij het uitvaardigen van haar nota
onder de ogen heeft moeten zien, is de
reactie van de federalisten, waarmede
de Nederlandse regering enkele maan
den geleden tot overeenstemming is
gekomen.
Men hoede er zich voor te denken,
dat deze laatsten in de zaken die met
het conflict tussen de Nederlanders en
de republiek samenhangen, „vanzelf
sprekend" aan onze kant staan. Min of
meer is de republiek voor vele federa
listen de grote voorvechtster van de
vrijheid én heeft de strijd die zij voert
hun sympathie. Bovendien zal bij velen
onder hen de vrees voor een toe
komstige wraak van de kant der repu
blikeinen een rol van betekenis spelen.
Het is dan ook op het ogenblik moei
lijk te zeggen, hoe de federale negara's
wij denken hier vooral aan Oost-
Indonesië en West-Java zullen reage
ren op de loop, die de gebeurtenissen
nu hebben genomen. Wij weten alleen,
dat de federalisten nogal innig hij het
overleg met de republiek zijn betrokken
geweest en dit wettigt misschien de
veronderstelling dat zij, die getuigen
zijn geweest van de eerlijke pogingen
van Nederland, om tot een vergelijk te
komen en dus kunnen weten waar de
oorzaak van de mislukking te zoeken is,
zullen instemmen met de nieuwe ont
wikkeling in het Indonesisch beleid der
Nederlanders. Men zou overigens een
bevestiging van deze veronderstelling
kunnen zien in het feit, dat de Neder
landse regering met zoveel zekerheid
spreekt van de spoedige instelling van
een Interim-bestuur zonder de repu
bliek.
Een derde consequentie van het be
sluit dat het kabinet heeft genomen is,
dat hieraan vrijwel zeker ongunstige
repercussies op internationaal niveau
verbonden zijn. Het is wel bekend, dat
wij de internationale wind, op zijn
zachtst uitgedrukt, niet mee hebben.
Wij hebben ever de oorzaken van deze
baisse onzer papieren op dit punt, te
dezer plaatse al herhaaldelijk gespró
ken. Deze oorzaken doen trouwens op
dit moment wéinig ter zake; het feit
ligt er.
Het is dus noodzakelijk rekening te
houden met ongunstige internationale
reacties. Het is te verwachten, dat
Amerika zich zelfs zeer ontstemd zal
tonen. De betreffende autoriteiten daar
hebben een visie op vraagstukken als
zich hier voordoen, die geheel verschilt
van die der Nederlanders. Zij denken
in geheel andere begrippen over Zuid-
Oost-Azië in het algemeen en Indonesië
in het bijzonder, als ons, volk dat sinds
eeuwen zich verdiept heeft in de Indo
nesische verhoudingen. Wat er van zij,
het zal wel niemand verwonderen, in
dien het Indonesische vraagstuk bin
nen zeer korte tijd weer op de. agenda
van de Veiligheidsraad staat.
Toch is er een lichtpunt, waaraan
men de hoop zou kunnen vasthechten,
dat er iets in de houding van Amerika
aan het veranderen is. Wij bedoelen
het feit, dat Amerika in de Economische
raad voor Azië en het Verre Oosten
tegen de toelating van de republiek in
deze commissie heeft gestemd. Maar
één zwaluw maakt ook hier nog geen
lente
Ons besluit uit de boven gegeven
praemissen is wel het volgende' Dat
de regering met deze consequenties
voor ogen niettemin heeft besloten tot
dehouding, die zij nu aangenomen
heeft, is er wel een bewijs voo^, dat
Zij geen .ander middel heeft gezien dan
dit om te voldoen aan de eisen, die
haar besef van verantwoordelijkheid,
haar eer en geweten haar stellen. Er
was voor haar geen keus meer. Haar
beslissing is waarlijk een besluit tot het
onvermijdelijke geweest. Het strekt de
overheid tot eer dit zij ftogmRals
onderstreept dat zij deze beslissing
heeft durven nemen.