avonturen van Frederik FOKKELMAN Kleine modellen voor zeer'kort haar ADIO De Schuchtere PAGINA t WOENSDAG 16 FEBRUARI 1949 SPOEDOPERATIE IN VOLLE ZEE COMMUNISTISCH LID GED. STATEN NOORD-HOLLAND GEHANDHAAFD K.V.P.-motie verworpen OPIUMSMOKKEL VOOR DE REPUBLIEK VOOR HET VADERLAND GEVALLEN Ergerlijke toestanden EENDENEIEREN IN DE ROOMSOEZEN ZEEUWSCH-VLAAMSE TRAM BLIJFT GOEDEREN VERVOEREN SUIKERWERKEN VRIJ IN PRIJS WILMAN NEDERLA NDSE RA DIO-ROMAN 4 De scheepsarts van de „Veendam", de heer J. Koomen uit Den Haag, heeft tij dens de jongste overtocht van het schip, dat Maandagavond te Hoboken meerde, een succesvollestrijd gestreden om het leven van een der passagiers te redden. Deze passagier, de 25-jarige Schot D. F. Knox, werd onwel, toen het schip zich in volle zee bevond- De dakter consta teerde op 3 Februari, dat de patiënt een maagzweer had. Hij achtte onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk en voerde, terwijl het schip door de ruwe zee hevig slin gerde, een operatie uit, die drie en een half uur vergde en waarbij hij geassis teerd werd door een verpleegster, die een dergelijke operatie nog nimmer bij de hand had gehad. Later paste hij een bloedtransfusie op de patiënt toe. On danks de moeilijke omstandigheden slaagde do operatie, waarna dr. Koomen de behandeling gedurende de volgende dagen met penicilline en streptomycine voortzette. Hij bezat echter niet voldoen de van deze geneesmiddelen en aange zien de „Veendam" tengevolge van de storm niet in Hamilton op de Bermudas kon binnenlopen, vroeg hij per radio deze artikelen per sleepboot of eventu eel per vliegtuig aan te voeren. Zijn op roep leverde echter n\ets op. Gelukkig bleek een vrouwelijke passagier over een voorraad penicilline te beschikken, die zij ten behoeve van Knox afstond en die voldoende bleek om de patiënt door de kritieke periode heen te helpen, totdat hij tenslotte in Hamilton aan land kon worden gebracht en^ in een ziekenhuis opgenomen. In de gistermiddag gehouden vergade ring van de Prov. Staten van Noord- Holland kwam in behandeling een motie van leden van de KVP om te besluiten het. vertrouwen in het communistische lid van Ged. Staten, M. Harmsen, op te zeggen. De heer Groen (KVP) lichtte de motie toe en zeide het te betreuren, dat zij niet mede ondertekend was door andere fracties. Spr. betoogde, dat de gronden, waarop de motie is ingediend, dezelfde zijn als die, welke destijds gol den in de Amsterdamse gemeenteraad, toen het vertrouwen in de communisti sche wethouders werd opgezegd. Mi' A. de Roos (P.v.d.A.) was echter van me ning, dat de motie de grondslagen mist om aangenomen te worden. Zijh fractie stemde dan ook, evenals de leden van de CPN tegen de motie der KVP. die werd verworpen met 37 tegen 26 stemmen. De landrechter te Batavia veroordeel de de Chinese opiumsmokkelaar Sie Tek Soen uit Solo tot twee jaar en drie maan- den gevangenisstraf en 45.000 boete. Hem was ten laste gelegd, dat hij in Djokja 300 kilo opium van de republiek had opgekocht en naar Surabaja had ge transporteerd. Hiervan werden 240 kilo naar Batavia gesmokkeld en verkocht. De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indonesië zijn gerap porteerd: Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 21 Jan.: Sold. J. W. v. d. Beek uit Voorst. Gesn. 29 Jan.: Sergt. J. G. de Geus uit Rotterdam. Gesn. 1 Febr.: Korp. W. Vonk uit Berkel en Rodenrijs. Gesn. 4 Febr.: Sold. G. F. de Bruijn uit Gouda. Gesn. 6 Febr.: Huzaar S. van Berneveld uit Groenekan (gem. Maarteusdijk)sold. P. G. Boeijen uit Oss; korp. B. Bogaart uit Leer dam. Gesn. 7 Febr.; Sold. D. de Bruijn uit Boskoop: le luit. J. F. S. de Jongh uit Utrecht; wachtmeester R. Veenstra uit Zwaagwesteinde. Gesn. 8 Febr.: Sold. F. H. Klein Gunnewiek uit Lindveide (gera. Eibergen); sold. A. Koster u®r Axel; sold. J. G. Westerhuis ui"; 's-Gravenhage. Gesn. 9 Febr.: Sold. J. M. Blom uit Eindhoven. Gesn. 10 Febr.: Serg.-maj.-instr. P. J. Zijlstra uit Moercapelle. Van het K.N.I.L. zijn van 23 t/m 28 Januari 14 Indonesische sol daten, 1 korporaal en 1 sergeant gesneuveld. mijnharpt beschouwden deze ervaringen, toen zij zich in sovjet-Russische kampen bevon den, als herinnftingen van betrekkelijk paradijsachtige aard", aldus wordt ver der in het getuigenis van Margolin ver klaard. „Het rantsoen levensmiddelen van slavenarbeiders, die het zwaarste werk deden, bestond uit 500 gram brood, twee porties waterige soep en een kleine hoe veelheid pap- Hier werd een onbeteke nende hoeveelheid plantaardig vet bij gevoegd, terwijl op ongeregelde tijdstip pen onvoldoende hoeveelheden vl%es of vis werden verstrekt. Met gegevens betreffende het aantal sterfgevallen in ongeveer 10.000 kampen als basis, wordt het aantal slavenarbei ders, dat in sovjet-Russische kampen overlijdt, op honderdduizenden per jaar geschat. Tenslotte verklaarde mej. Sender nog, dat volgens het getuigenis van Margolin 10 pet. van de kampbewoners uit vrou wen bestond, die soms het werk van een man moesten verrichten. Christopher Mayhew, Brits staatsse cretaris van buitenlandse zaken, ver klaarde voorts in de economische en sociale raad, dat de „onmenselijke prac- tjjk" van slavenarbeid zich n3ar het Westen verbreidde „achter hamer en sikkel aan". Hij stelde de vraag, waar om die slavenarbeiderskampen zo „ge heim werden gehouden", wanneer, zo als de Sovjets beweren, er geen massale slavenarbeid bestaat, doch slechts een klein aantal „verbeteringskampen". Mayhew herinnerde eraan, dat hjj reeds op de laatste bijeenkomst van de algemene vergadering te Parijs een „gedeelte van het bewijsmateriaal voor Toni Sender, vertegenwoordigster van de „American Federation of Labour", één van de twee grote Amerikaanse vak verenigingen, legde gisteren aan de eco nomische en sociale raad der Verenigde Naties onder ede afgelegde getuigenissen vmn personen voor, die, naar zij mede deelde, uit kampen in de sovjet-unie waren ontvlucht, waar zij gedwongen waren tè werk gesteld. Mej. Sender verklaarde, dat de getui genissen van deze personen, die erin waren geslaagd „de hel van de kampen voor het verrichten van gedwongen arbeid" te ontvluchten, zodanige be schuldigingen bevatten, dat niemand deze verklaringen kan lezen, zonder ten diepste door gevoelens van afschuw en medelijden te worden bewogen. Ter staving van de betrouwbaarheid van deze verklaringen, vermeldde mej. Sender het feit, dat alle getuigen, al hoewel zij elkander niet kenden, de om standigheden, waaronder zij in de kam pen hadden geleefd, in gelijkluidende bewoordingen hebben beschreven. •«„Deze mensen werden in concentratie- kampën gevangen gehouden, nadat zij van hun gezinnen waren gescheiden en vervolgens gedeporteerd. Zij werden op de meest hardvochtige en vaak wrede wijze behandeld. Honger was voor hen een normaal aspect van het leven. Mil- lioenen worden gedwongen een leven te leiden, gespeend van elke menselijke waardigheid", verklaarde zij. Vervolgens gaf mej. Sender het getui genis weer van Julius Margolin, die, ten overstaan van de Amerikaanse consul te Tel Aviv, zijn bevindingen onder ede heeft medegedeeld. Margolin bevond zich in Polen, toen de oorlog uitbrak. Hij werd 19 Juni 1940 gearresteerd en, tezamen met 650 ande r-en, naar Noord-Rusland gezonden. Hij werd, wegens het niet in het bezit zijn van een sovjet-Russisch paspoort, tot vijf jaar dwangarbeid veroordeeld. „Na", aldus mej. Sender, „de namen en de ligging der kampen, waarin bij had gevangen gezeten, te hebben opge noemd, verklaarde Margolin, dat in een bepaald kamp, dat onder de naam „B. B. K." bekend stond, de minderheid uit moordenaars, dieven, oplichters en an dere misdadigers bestond De meerder heid was samengesteld uit politieke ge vangenen, die in twee categorieën uit eenvielen, namelijk personen, die be schuldigd waren van het bedrijven van sabotage, het oefenen van critiek op het bewind, het loven van het kapitalisme enz. en zij, die uitsluitend waren gear resteerd, omdat zij ervan verdacht wer den, dtf sovjet-Russische regering niet ■trouw en toegewijd te zijn toegedaan, zoals vroegere koelakken (boeren), per sonen van buitenlandse afkomst en familieleden van politieke gevangenen. Volgens Margolin moesten de bewoners van deze „gedwongen arbeidskampen" twee uur per dag meer werken, dan vrije sovj.et-Russische burgers. Eens in de tien dagen hadden zij een dag vrij. Lonen kregen de slavenarbeiders niet uitbetaald. Wel kon hun een geldelijke beloning worden uitgekeerd. „Doch dit was slechts een symbolische betaling, daar het geld, waarmede werd uitbe taald, in het geheel geen koopkracht bezat". De gevangenen woonden in primitieve houten barakken. In één vertrek waren ongeveer 100 slavenarbeiders onderge bracht. Zij sliepen op uit planken ver vaardigde bedden, die In twee rijen waren opgesteld. Op de meeste bedden lagen geen matrassen en ook dekens ont braken ais regel. Ruiten in de vensters waren gebroken. „Personen, die Poolse gevangenissen en het Duitse concentratiekamp te Dachau in 1937 hebben medegemaakt, In September 1946 heeft een Arnhemse banketbakker in roomsoezen eenden eieren verwerkt. Hierdoor waren de soezen met paratyphus-bacillen besmet met het gevolg, dat een honderdtal per sonen, de bakker zelf ook ziek werd. Een dochtertje van een van lijn knechts is zelfs overleden. Op formele gronden is de bakker des tijds door de kantonrechter vrijge sproken, nadat zes maanden gevangenis straf tegen hem was geëist. Gisteren diende de zaak in hoger be roep voor de Arnhemse rechtbank. De officier noemde de handelwijze van ver dachte grof onverantwoordelijk en zou gevangenisstraf hebben geëist, omdat hter feitelijk dood door schuld ten laste had moeten worden gelegd, ware het niet dat de zaak reeds zo'n lange tijd geleden was gebeurd. Hij eiste nu f 500.— boete sub sidiair twee maanden hechtenis. De raadsman, mr. De Kok was van oor deel, dat de kantonrechter verdachte zeer terecht had vrijgesproken. Het onderzoek van de keuringsdienst was n.l. niet op de juiste wijze geschied. Overigens was plei ter van mening, dat zijn cliënt reeds vol doende werd gestraft. Zijn zaak is- zes weken door de politie gesloten geweest, zelfs zijn bakkerswagens mochten niet op de weg komen en toen hij weer mocht openen, bleek zijn zaak verlopen. Uit spraak over 14 dagen. In bijna iedere collectie duiken toch ook weer de canotiers op. Deze flatteuze hoe den zijn of reusachtig groot, of hebben heel kleine randen: de bol is altijd nogal groot- Een enkele keer bestaat de gar nering uit bloemen, maar meestal uit wat lint of stro. Over het algemeen gebruikt men weinig bloemen. Een enkele paar- denbloem of distel was in alle collecties te vinden: rozen maar zelden, wei violet- tes de Parme of witte hyacinten, niet in tros maar de afzonderlijke bloemetjes naast elkaar. De hoeden zijn overal stemmiger dan ze in jaren geweest zijn; ze zijn gedistin geerd maar missen alle overmoed. Van de triomfantelijke hoofddeksels van een jaar of vijf geleden is geen spoor meer te vinden. DINY K.—W- De raad van commissarissen der Zeeuwsch-Vlaamse tramweg maatschap pij heeft gisteren besloten, dat de exploi tatie van de tram voor het goederenver voer voor 1949 gehandhaafd zal blijven. Dit is mogelijk gebleken door een tege moetkomend aanbod van de voornaamste verladers. Ook 't dagelijkse stukgoederenvervoer zal gehandhaafd blijven. Hij liep naar het buffet en sloot de ring in een lade Daar laat ik hem vannacht,zei hij en dan zullen we morgen wel verder zien. Frederik protesteerde. Dat gaat zó maar niet!, riep hij boos. Die ring is niet van U, Ik moet hem terug hebben. Daar komt niets van in. bromde (je waard. Hij is veel te gevaarlijk voor zo'n klein jongetje En hij keek zo drei gend naar Frederik, dat die stil in zijn stoel bleef zitten zonder verder nog iets te zeggen Boem! boem! boem!, bonsde opeens iemand op de deur. De waard verbleekte. 17. Midden uit de hoop kwam de benauwde stem van de waard, R.ed me, piepte hij. Vertel me hoe ik hier uit kom.... ik wilde, dat al die zakken maar verdwenen waren.... oh...- Hetzelfde ogenblik zat de waard met verkreukelde kleding midden op de grond van zijn gelagkamer. Van de zakken met goudstukken was niets meer te zien. De waard kreunde en krabbelde moeizaam overeind, terwijl hjj de ring van zijn vinger trok. Zo'n wensnng is niets voor mij, zei hij. Daar komt aileen maar narigheid van. Ik moet er eerst nog eens over nadenken, wat ik wensen zal. Met ingang van heden zijn, blijkens een publicatie in het voedselvoor' zieningsblad van gisteren, suikerwerken vrij in prijs, zodat thans alle soorten ver snaperingen niet meer aan een officiële prijsstelling zijn gebonden. MATH6NESSERPLE1N 29 - R OAM bood, kon Pat niet nalaten, hem nog tel kens te doen voelen, dat zij zich door zijn grove uitval diep gekrenkt achtte. Patricia Morris vergaf niet gemakkelijk een on recht haar persoontje aangedaan, want dat persoontje was in haar ogen zeer ge wichtig. Sheridan dicteerde het meisje enige za kenbrieven en vervolgens het telegram aan de New Yorkse artisten-agentuur. ,,'k Heb niet veel fiducie, dat het wat uithaalt", zei hij: „maar een drenkeling klampt zich aan een strohalm vast". Patricia antwoordde op stroeve toon: „Als u daarbij dan ook bedenkt, dat het niet meer dan een stróhalm is. Die heeft nog nooit gehouden. De Ameftkaanse radio-programma's zijn de laatste tijd niet veel zaaks. Het publiek klaagt daar even hard als het onze". ,,'t Publiek verlangt voor een schim metje add een jaar achtereen het neusje van dë zal-m. Wanneer de lui, die nu het hardst schreeuwen, acht dagen lang de programma"s kregen te verzorgen, ver- hpisdan ze, nog eer de week om zou zijn, linëa recta naar èen inrichting voor geesteszieken"- Miss Morris schokschouderde. „Staat te bezien. Allicht was er een zo snugger, zelf óp zoek naar een attractie te gaan. De meeste leiders van artisten- bureaux blijven echter op hun stoel zitten en vertrouwen, dat de succesnummers zich wel komen aanbieden. Of ze spelen leentjebuur. In sommige opzichten zijn die bureaux nuttig, dat geef ik toe „Al was het alleen om zelfingenomen I jongedames aan een boterham te helpen!" een rechterhand aan vertoornden ware. Niet, dat Sheridan het dienaangaande aan beloften liet ontbreken. Hij bleef alleen op het stuk van inlossen bijster vergeet achtig. Ralph verdiende vier pond in de week; volgens Sheridan's taxatie was hij driemaal zoveel waard. Dus voedde Arm strong gestadig de hoop, eindelijk ook loon naar werken te zullen ontvangen. 't Werd tijd, vond hij. Zijn moeder was gestorven, zijn broers en zusters waren getrouwd. Hij, die het allereerst in de race om liet bestaan was gestart, liep ge vaar als allerlaatste de eindstreep te pas seren. Dat verdroot hem. Vooral na de komst van Patricia Morris op Sheridan's bureau. In haar had hij onmiddellijk zijn ideaal van een vrouw gezien. Sindsdien snakte hij steeds heviger naar een flinke salarisverhoging. Het betekende, dat hij Pat vaker een lunch, een bescheiden diner, een bioscoop kon aanbieden. Hij moest oppassen- Patricia behoorde niet tot de meisjes, die onopgemerkt bleven. Er waren naar zijn zin reeds te veel ka pers op de kust. Patricia Morris schonk hem. bij het binnentreden van Sheridan's heiligdom een kameraadschappelijke glimlachde baas kreeg een ietwat genadig knikje. Met haar blocnote ging zij naast diens les senaar staan en wachtte zwijgend instruc ties af. waarbij zij een pruilmondje trok. Een paar dagen geleden had Sheridan haar afgeblaft voor oen fout, door hemzelf gemaakt, en hoewel hij in de loop van de morgen zijn verontschuldigingen aan vroeg leren kennen. Hij was voor dok ter in de wieg gelegd, 't ideaal van zijn vader, doch diens onverwachte dood maakte aan de illusie een eind. 1 Pen sioen, waarvan zijn moeder moest rond komen, was meer dan gescheiden en als oudste van vijf kinderen zag Ralph de noodzakelijkheid in, zo spoedig mogelijk de lasten van 't gezin te helpen verlich ten. Jammer genoeg begon hij zijn po gingen in een tijd dat duizenden, die anders 't gedrang op de arbeidsmarkt niet zouden hebben vergroot, van een zelfde streven vervuld waren, zonder er nochtans veel mee te bereiken- Nu en dan kreeg Ralph een tijdelijk baantje wanneer 't langer dan een paar maan den duurde, was 't al erg mooi. Tot de First Radio Artists Agency zich over hem ontfermde, dank zij zijn benijdens waardig gehoor voor muziek. Hij was er nu bijkans zes jaar en nad van de afwisselende werkkring lersri houden. Armstrong kon best opschieten met Douglas Sheridan, en Sheridan met hem; in de verschillende ups en downs van 't artistenbureau veel downs weinig ups hadden ze leren beseffen wat ze aan elkander hadden, 't Laatste jaar was er zelfs geen kwestie meer van afstand: ze tutoyeerden elkaar als vrien den, wat ze ook waren. Sheridan noemde Ralph Armstrong zijn rechterhand. Een onderscheiding, welke deze op haar volle waarde geschat zou hebben, indien er tevens het salaris van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1949 | | pagina 2