Inwoning die nu eens
KARAKTERS IN HOUT
De achtergrond van de Chinese
Tragedie
Douglas SuDC-3
Reclame
In de
Brandaris
ftaSsiïsa
Tragedie der Indische gerepatrieerden
J
De „Democratische Liga" hielp de
communisten
Hans Petri vertelt
van zijn poppen
De taak der marine
a
Magelang tegen..
Heerenveen
Dakota" in New Look
Maakt
voor Uw zaak
TERSCHELLING
JVat men met twee zoute haringen
Cranberry-sap en een kop Centaulis kan bereiken
^OENSDAGM SEPTEMBER 1949
PAGINA 4
(Van onze speciale verslaggever).
Sinds Japan capituleerde en het ook in Indonesië weer officieel
„vrede" werd, arriveerden in ons land niet minder dan 125.000
repatriërenden. Van al degenen, die mager en grauw na al de
ellende .van internering of krijgsgevangenschap, dikwijls berooid
of in het onzekere omtrent hun bezittingen, de Nederlandse loop
plank afkwamen, betrad inderdaad een groot gedeelte weer in
letterlijke zin vaderlandse bodem, was opnieuw „in patria". Een
veel grotere groep van hen was echter tevoren nog nooit in
Nederland geweest, of had dit land lang geleden voorgoed ver
laten. 70 Procent der repatriërenden, een 88.000 man dus, bestond
namelijk uit Indo-Europeanen of „in Indië gewortelden."
Indolent
V..
Douglas Super DC-3" tijdens zijn eerste proefvlucht
èen
glaasje
(Van onze correspondent)
I Burgemeester Anker kwam hele
Men zal zich afvragen, waar in Neder
land al deze merendeels door de tragische
ontwikkeling der laatste jaren „ontheem
den" een nieuw heem gevonden hebben,
en of deze repatriërenden hier ook werke
lijk een nieuw „patria" aantroffen. Het
verrassende is nu. dat niet zozeer het
Westen en zelfs niet de stad der „Indies
gasten", Den Haag, in deze een antwoord
kunnen geven. Weliswaar zitten de ge-
repatrieerden verspreid over het hele
land, maar dat de deskundigen ons
speciaal naar.,.. Friesland zouden sturen
om te zien „hoe het moet" hadden wij
nauwelijks verwacht.
En toch is het een feit, dat het Noor
den niet minder dan 14.000 dezer mensen
heeft opgenomen en dat van de drie
Noordelijke provincies Friesland veruit
de kroon spant. En niet alleen in getals
verhoudingen!
Daar was dat Indies vrouwtje in
Heerenveen, wier man nog bij het KNIL
in Indië diende, terwijl zij na de oorlog
onmiddellijk naar Nederland was gerepa
trieerd met twee kinderen, die nu 20 en
14 jaar oud zijn. De kinderen op school
maakten het ondanks achterstand door
internering uitstekend en zij zelf was met
haar twee kamertjes en klein primitief
keukentje zeer tevreden. Ze had altijd
in Magelang gewoond, natuurlijk wèl in
een eigen huis en natuurlijk wèl met
een paar baboes en een djongos, maar het
ging haar hier goed. En toen de hoofdbe
woonster, ver over de zeventig en wat
hulpbehoevend, al dat bezoek naar boven
zag trekken, dacht ze, dat men „haar
inwoning" kwam weghalen. De mensen
van „Nederland helpt Indië" vonden haar
even laterhuilend en volkomen over
stuur beneden.
Bij alle gezinnen, welke wij bezochten,
hingen foto's aan de muur: een grote witte
verandah, een paar palmbomen, wat kleine
kinderen in witte jurken op dure hobbel
paarden, een baby, gedragen in de brede
moederlijke armen van een baboe, een
martiale KNIL-korporaal met gro-te
krijgshaftige knevels, een vader in zijn
„pakkiean-deftig", vaak nog met de witte
toetoepjas temidden van zijn gezin en
alleen al op die foto's kon men zien, dat
dit in de Indische samenleving toch de
kleine middenstand was geweest, die aan
comfort en middelen zéker niet onderdeed
voor de middenstand hier, in vele op
zichten zelfs een tamelijk gemakkelijk
leven had.
Daar was die ouwe, getaande en totaal
versleten „Opa", die drie en dertig jaar
weg geweest was en met dat typische
pathos van sommige Indies gasten be
weerde „planter" geweest te zijn, maar in
werkelijkheid ook dèèr wel niet zover
boven de kampong zal hebben geleefd:
een man, die 't met zijn pensioentje zonder
al te veel soesah wel zou hebben gerooid
tot zijn dood, maar nu eigenlijk toch niet
veel initiatief meer toonde, zowat van
alles knutselde, een beetje achterna ge
zeten moest worden. Hij woonde met zijn
gezin en zijn Indies vrouwtje ergens in
een combinatie slaap-, eet-, zit-, ontvang
en werkkamer, had nog een keukentje eri
nog een heel klein beetje andere woon
ruimte, moest via een trap buiten naar
het pladak deze apartementen bereiken.
„Och, leer je wel in berustenzei
hij, en tot een der mensen van „Nederland
maal van Schiermonnikoog naar
Leeuwarden om ons te vertellen
over zijn gerepatrieerden. Tien ge-
finnen wonen daar in de zomer-
bungalows van Noorderlingen, die
grotendeels zonder moeilijkheden
hun vacantieverblijven op Schier
monnikoog afstonden! De kleine
eilandgemeenschap nam deze nieu
we bruine eilanders zónder wrij
vingen op en dankt aan een van
hen een nieuwe patat-frites-
zaak. Ook het hoofd van de open
bare school aldaar is een gerepa
trieerde en een ander heeft „als
tegenprestatie tegenover de gast
vrije gemeenschap" het baantje van
controleur derplaatselijke be
lastingen aanvoord. (proost!).
„Och, en in het begin hoorde je
bij e'en voetbalwedstrijd nog wel
eens „Hup Sukarno!" roepen, maar
ik mag wel zeggen, dat ze nu vol
komen geacclimatiseerd zijn
Hup Schiermonnikoog!
helpt Indië": „Kunt u me geen vijf-en-
twintig gulden voorschieten?"
Hij moest nog maar een weekje wachten,
vond „Nederland Helpt Indië", maar,
„och, je helpt zo'n man maar weer
wordt nooit meer iets: veel te indolent..
Bij Balk ligt het gezinsoord „Wylde-
merk". Gezinsoord is een euphemisme
voor een kamp, en in de barakken daar
leven vijf gerepatrieerde gezinnen, waar
men eigenlijk nergens meer raad mee
weet: de vele bruine kindertjes krioelen
er tussen wat blonde speelkameraadjes,
wier ouders ook door geen enkele ge
meente kunnen worden ondergebracht,
nadat zij werden geëvacueerd uit de
grensstrook van Drente.
Daar was een korporaal-ziekenverpleger
bij van het KNIL, die 26 jaar in Indië
geweest was; zijn Menadonese vrouw ver
stond nu een klein beetje „Chollans", had
tevoren nop eens de hulp van de Stichting
ingeroepen, omdat ze nooit biechten kon.
Toen had de deken van Leeuwarden maar
een op verlof zijnde missionaris naar haar
toegestuurd, die Maleis verstond.
„Alsmaar verkassenzei de vader,
,ook niet alles, en met zes kinderen rond'
komen van dat schijntje pensioen is nog
veel moeilijkerEn dit kamp...., de
kinderen leren er verschrikkelijke dingen'
Hij kon niet meer werken, was invalide
narr hij beweerde. Maar van reizen V-0d
hij nogal en soms was ie wel eens zoek.
Inderdaad heeft de Stichting met som
migen nogal eens „moeite" en vonden
sommige „hoofdbewoonsters" het ook
niet direct een sinecure.
Maar kom nou in het Westen eens
èrgens aan met een gezin van dertien
kinderen, veertiende op komst! En
probeer, wanneer dezen dan weer terugge
keerd zijn naar Indië, probeer dan daarna
nog eens aan te komen met een ander
gezin van acht kinderen en het negende
op komst!
Dergelijke dingen maakt men in Fries
land mee en de dame, die de prachtige
State in Dronrjjp bijna helemaal afstond
voor deze gezinnen, wilde bovendien nog
van geen bevallingen in het ziekenhuis
horen: „Het vorige kindje van de Timorese
politieman was in Dronrijp op de State
geboren dit keer zou het met de baby van
de Indische jongen ook weer zo gaan, en
zij zou wel een verpleegster nemen!"
Of zoek in Hólland eens naar iemand
als die herenboer van een der grootste
boerderijen uit Friesland, die de kinderen
van een bij hem ingekwartierde Indische
dame op zijn kosten liet studeren en
bovendien een van de jongens nog op het
rechte pad hield!
Het waren na een excursie langs al deze
en vele andere gevallen uit een weldadig
goede praetijk gèèn Friezen, die 's avonds
de theoretische zijde van dit probleem
behandelden, anders had men aan chau
vinisme kunnen denken, maar al begonnen
zij met op te merken, dat het Westen
uiteraard het meest van de oorlog geleden
had en daardoor met een nóg nijpender
woningsituatie worstelde, toch., schaam
den wij ons voor dit Westen, toen wij
hoorden van de 2500 gerepatrieerde
gezinnen, die alleen in Friesland woonden.
Hiervan waren er slechts zegge en
schrijve 23 na vordering van woonruimte
gehuisvest. De rest deed dit allemaal
vrijwillig.
Ongeveer 20.000 gezinnen waren door
de Stichting „Nederland helpt Indië" weg
wijs gemaakt in hun nieuwe vaderland,
hadden ofwel van deze Stichting of van
de Dienst voor Maatschappelijke Zorg en
de „Pelita" in enigerlei vorm hulp ge
kregen. En nog steeds staan deze openbare
lichamen klaar om alle gerepatrieerden te
helpen bij moeilijkheden van welke aard
ook.
Maar een defintieve oplossing voor dn
probleem kunnen ook zij meestal niet
verschaffen. "De toestand der oudere Indo-
Europeanen hier te lande is wanhopig']
verklaarde men ons. Meestal kunnen zij
zich niet meer aanpassen aan ons Westers
werktempo, hebben zij, ingesteld op het
pensioentje en een rustige oude dag in
Indië, zelf niet meer de energie, noch de
durf om hier iets aan te pakken. Zij willen
liefst geen soesah meer en het gevaar is
groot, dat zij verpauperen, ondanks de
steun, die de Stichting hun geeft.
Bovendien is zelfs in het zo weldadig
gastvrij Friesland, waar de mensen volgens
de Commissaris der Koningin, (die óók
geen Fries is!) „een zeer groot warm
hartig verantwoordelijkheidsgevoel heb
ben" en er ook tegen .normale inwoning"
haast niet geprotesteerd wordt, bijna een
definitief verzadigingspunt bereikt. Dit
zelfde geldt voor de rest van Nederland,
maar het zal bij deze 125.00" gerepatrieer
den niet blijven.
Tot nu toe is er echter geen enkele
defintieve oplossing gevonden. Het Neder
landse volk kan als zodanig nauwelijks
meer doen dan zolang mogelijk het voor
beeld dezer Friese gastvrijheid volgen, èn
de „Stichting Nederland helpt Indië"
steunen, die van de particuliere giften (8
milljoen gulden) tot nu toe een waarde
van 5.5 millioen naar Indonesië zelf ver
scheepte en de rest besteedde aan mensen,
die hier door de nood gedwongen een
ver en vreemd nieuw vaderland proberen
te vinden.
Let op de naam: „Nederland helpt
Indië"! 1
Enige onlangs door Hans Petri gesneden koppen. V.l.n.r. Beer Gynt, de Groene Vrouw uit „Peer Gynt", Cenodoxus en de proloogzegster
uit „Marieken"
Japan
winning
heeft de communistische over- j Bedding des Vaderlands een „Federatie
m China indirect bespoedigd.
Toen de Jappen Mandsjoerije binnenvie
len laaide het patriottisme bij de Chine
zen fel cp. Men droomde van een herstel
der sedert 1927 verbroken nationale een
heid.
De burgeroorlog tussen de Kuomin-
tang en de communisten belemmerde
echter dieze eensgezindheid. Tsjang Kai
Sjek meende dat het communistische ge
vaar eerst bezworen moest worden voor
dat men met succes de Japanners kon
bestrijden. De bevolking voelde echter
meer voor een direct optreden tegen le
Japanse agressie. Onder leiding van link
se elementen organiseerde men buiten de
regering om allerwegen anti-Japanse ver
enigingen. Naarmate de Japanse opmars
vorderde en Nanking bleef dralen nam
de verontwaardiging van de bevolking
toe. Toen het in 1935 bleek, dat Japan
van zins was Noord-Chir af te scheiden
vonden er grote patriottische betogingen
plaats van arbeiders en studenten. De re
gering verklaarde echter in Sjanghai een
Anti-Japanse Vereniging tot Redding des
Vaderlands" voor onwettig! Eind Mei
1935 stichtten evenwel studenten en af
gevaardigden van 50 Verenigingen tot
(Van onze luchtvaart-medewerker)
Toen de New Look zijn intrede deed, veranderden de dames prompt
al haar japonnen, meestal door er eenvoudig een stuk tussen te
zetten. Het lijkt thans wel alsof deze simpele verjongingskuur, de
wereldbekende vliegtuigconstructeur Donald Douglas er toe ge
ïnspireerd heeft een soortgelijke operatie op de DC-3, beter
bekend onder de naam „Dakota" toe te passen.
De Douglas DC-3 dateert uit 1936
Sindsdien, zijn er van deze machine lu.bba
stuks gebouwd; waarvan er nu nog een
goede 5000 in gebruik zijn. De Dakota
heeft zich in zijn lange staat van dienst
doen kennen als een buitengewoon veilig
en betrouwbaar vliegtuig.
Helaas is de DC-3 thans nog maar een
kort leven beschoren, aangezien in 1953
nieuwe technische voorschriften van
kracht worden waaraan deze oude getrou
we niet meer kan voldoen.
Douglas is echter niet van zins om
met zijn DC-3 zo maar het veld te rui
men. De Douglasfabrieken zijn dan ook
voor de dag gekomen met een Dakota
in „New Look", omdat ook dit toestel
langer is gemaakt dan zijn voorganger.
Douglas deed hetzelfde wat zovele da
mes deden. Hij nam een Dakota-romp
en plakte er een stuk van een meter
tussen. Op deze wijze bleek het moge
lijk om bijna tweemaal zoveel passa
giers te vervoeren, n.l. 30 tot 40, al
naar gelang de wens van de eigenaar:
Doch niet alleen de romp onderging 'n
verbouwing, ook werden andere motoren
gemonteerd die het toestel een snelheids
winst van ruim 65 km per uur verlenen,
zodat de machine thans vliegt met een
snelheid van ruim 435 km per uur. Ook
veugels en staartvlakken werden ver
anderd, terwijl de motorgondels nu zo
danig zijn uitgevoerd dat het landings
gestel er volkomen in kan worden inge
trokken.
Deze modernisering is de machine op
alle gebied ten goede gekomen, zodat een
toestel verkregen is, dat aan de nieuw
te stellen eisen van luchtwaardigheid
kan voldoen.
Al deze veranderingen zijn op elke be
staande Dakota aan te brengen en de
hierbij afgebeelde „Super DC-3" vloog
een jaar geleden nóg als Dakota rond.
Nu moet men echter niet van de ver
onderstelling uitgaan dat deze verbou
wing weinig kostbaar zal zijn; integen
deel is hiermede altijd nog een bedrag
van om èn nabij de 400.000 gulden ge-
Dit, weliswaar grote bedrag, is echter
toch nog aanzienlijk lager dan de aan
schaf van een geheel meuwvbegtuig.
zodat het mes, voor de maatschappijen
eigenlijk aan twee kanten snijdt. Irnme s
ware de „Super DC-3" met ontwikkeld,
dan zouden de maatschappijen al haar
oude DC-3 toestellen voor sloop moeten
verkopen en voor de hoge kosten van
nieuw materiaal worden geplaatst, v eie
kleine chartermaatschappijen zouden
hieraan onherroepelijk te gronde gaan.
Thans biedt Douglas uitkomst door er
voor te zorgen dat hur bestaand mate
riaal nog verscheidene jaren mee kan.
v -
van Verenigingen tot Redding des Vader
lands".
Deze federatie wees in een manifest op
de bloedige verliezen aan Chinese levens
en spoorde aan tot een krachtig verzet
tegen de Jappen. Men eiste staking van
de burgeroorlog, vrijlating van politieke
gevangenen en riep alle Chinezen op tot
vorming van een „Volksfront voor de
Redding des Vaderlands".
De Nanking-regering ging, op instiga
tie van Japan, over tot de arrestatie van
vooraanstaande leiders. Een storm van
verontwaardiging raasde door geheel
China.
De vijfde anti-communistische expedi
tie verjoeg de communisten in 1934 naar
Sjanst in Noord China. Naar aanleiding
van de besluiten der Komintern in Mos
kou vaardigde de communistische rege
ring een manifest uit, waarin zij aan
spoorde tot fel verzet tegen Japan om
China te bevrijden. 31 Augustus '35 be
pleitten de communisten een „coalitie
regering" voor de nationale verdediging.
Dit handig manoeuvreren met de pa
triottische gevoelens wekte de sympathie
van vele Chinezen. Met Japan trachtten
echter de communisten ook de Nanking-
regering te verzwakken. Tsjang Kai Sjek
bleef vasthouden aan zijn parool: Eerst
de communisten, dan de Jappen. Hij or
ganiseerde eind 1936 een nieuwe verdel
gingsoorlog tegen de communisten, maar
werd door Chiang Bsueh Liang (die aan
het hoofd der Mandsjoerijse troepen de
campagne moest leiden) gearresteerd!
Deze troepen waren communistisch ba-
invloed en weigerden tegen landgenoten
te vechten. Ze wilden Mandsjoerije op de
Jappen veroveren en dan. terug naar hun
haardsteden.
Door communistische bemiddeling werd
Tsjang Kai Sjek echter vrijgelaten, ver
moedelijk onder beding van staking van
de burgeroorlog en eenheidsfront tegen
Japan. Inderdaad werden de vijandelijk
heden tegen Japan op 7 Juli 1937 ge
opend. Na een korte goede samenwerking
brak e.r echter weer strijd uit zodra een
evenwichtstoestand tegen Japan was be
reikt aan het front. In 1941 vernietigden
de Centrale troepen de achterhoede van
het communistische „nieuwe Vierde Le
ger". Ook de verhoudingen tot de min
derheidspartijen verslechterden toen in 't
voorjaar 1941 alle miet-Kuomintar.g
Jeugdorganisaties werden ontbonden.
De kleine partijen, die een nieuwe bur
geroorlog en verzwakking vreesden van
het verzet tegen Japan, stichtten Maart
1941 een nieuwe partij „De Chinese Liga
van Democratische Politieke Groepen".
Deze Liga was nationalistisch gezind,
niet communistisch en zelfs de Kuom'u-
tang goed gezind. Zij wenste bovenal tus
sen de communisten en nationalisten te
bemiddelen tot samengebundeld verzet
tegen Japan. Toen de Jappen in herfst en
winter 1944 vrij-China in twee delen
splitsten deed de Liga voorstellen de
communisten en Kuomintangtroepen ge
lijkelijk te bewapenen en samen, te smel
ten tot een coalitie-regering. Tsjang Kai
Sjek weigerde. Uit reactie ontstonden
er oproerige betogingen en stakingen. De
Liga hield op dat kritiek moment een
congres èn besloot aan Kuomintangers en
communisten haar rijen open te stellen
als zij haar program onderschreven. Men
wilde zo Tsjang onder druk plaatsen. De
naam van de partij werd nu veranderd
in Chinese Democratische Liga".
Behalve voortzetting van het verzet te
gen Japan stond de Liga de vorming van
een democratische coalitie, een nieuwe
economische orde en hervorming op on
derwijsgebied voor.
De Federatie van Verenigingen tot
Redding des Vaderlands" waarin ve°l
communisten schuilden, trad openhjk to
de nieuwe Liga toe. Van onafhankelijk,
groep werd ze zo tot een semi-communi. -
tische organisatie!
Na de capitulatie van Japa.. belegde die
Liga eén congres op 1 Oetober 1945 in
Chunking tot bestrijding van bet gevaar
van een nieuwe burgeroorlog en tot in
stelling van een onafhankelijke, vrije, de
mocratische Chinese staat. Men stond
volkssouvereiniteit voor, evenredigheid
van bezit, nationalisatie van mijnen en
waterwegen en gemeenschappelijk bezit
van banken, verkeersmiddelen, bossen en
ondernemingen van monopolistische
aard.
In November 1945 werd de samenwer
king tussen de Liga en de communisten
reeds zeer innig. Men kwam overeen sa
men de programma's van de communisti
sche „bevrijde" gebieden uit te voeren,
terwijl de communisten hun maandelijk
se bijdragen aan de Liga gingen verho
gen. 27 September 1947 deelde de voor
zitter van een Liga-congres in. Singapore
mede, dat de Liga de omverwerping van
de dictatuur in China voorstond en ge
negen was samen te wenken met de Chi
nese Communistische Partij en de demo
cratische elementen in de Kuomintang!
In het licht van deze gegevens verwon
deren wij' ons minder over de nederlaag
der Kuomintang. De communisten neb-
ben zich voor bet volk omkranst met da
eer der nationale bevrijding terwijl het
aan Tsjang Kai Sjek niet gelukte de De
mocratische Liga aan, zich te. binden. Af
gezien van conruptie en gemis aan daad
werkelijke sociale verbetering in het
Kuomintanggebied hadden de communis
ten met behulp van de grote middenpar
tij propagandistisch de burgeroorlog
reeds gewonnen!
Dr. A. v. d. Wey, O.Carm.
(Van onze redacteur)
Het poppenspel is zo oud alaf®
mensheid. In verre tijden is er m
schien een eenzaam man gewe
een dromer, wiens liefde onbea
woord bleef. In stille azuren
sneed hij in hout de beelten s
zijn geliefde en toen zijn
klaar was, mijmerde hij en spia
tegen de pop. En de pop "tot hem,
want ze bleek een wezen te zijn
met een geheel eigen leven, men
selijker dan de mens. De man was
getroost en het poppenspel geboren.
Het begon zijn reis door de gehele
wereld en door alle tijden.
't Is. in de goede betekenis van het
woord een volkskunst, die ver boven
het Jan Klaassen-spel uitsteekt en
waaraan zeer hoge eisen worden ge
steld: er moeten mooie, artistieke pop
pen z«n, die 'n karakter uitbeelden; de
keuze van het te spelen stuk moet ver
antwoord zijn en de speler moet over
een goede voordracht en fraaie stem
beschikken.
We bepalen ons tot de poppen en
gaan hierover een praatje maken met
de jonge Dordtse beeldhouwer Hans
Petri, die de laatste tijd sterk de aan
dacht heeft getrokken met zijn prach
tige poppen welke door Henk Zouten
dijk gebruikt worden voor het poppen
theater „In den vroeden zotscap".
Hans Petri is juist bezig met het snij
den van een kop: de vrek uit Hooft's
„Warenar" Onder het gesprek gaat hij
door met zijn werk en steek na steek
groeit uit dit blokje perenhout het ge
zicht van de gierigheid: dunne, gesloten
lippen, een scherpe neus en loerende
oogjes, half toegeknepen. Men «et. dat
deze vrek in gedachten aan het tellen
is, dat hij zint op nieuwe woekerwin
sten en dat hij deze genadeloos zal bin
nenhalen.
„Er is van het snijden eigenlijk niets
te vertellen", zegt Petri, alsof 't de ge
woonste zaak van de wereld is: ,,Ik leef
me in de gemoedstoestand van de uit
te beelden figuur in en snijd de kop,
zoals ik die in mijn verbeelding zie.
Een pop moet een eigen karakter
hebben, want ze mag geen verstarring
vertonen als ze in het licht bewogen
wordt. Ze heeft geen mimiek,, maar deze
beperking wordt opgevangen doordat
de goede pop meer dan één gezicht kan
hebben. Te vaak word* de fout ge
maakt, dat de poppenspeler de pop
hanteert als een klein mensje, dat alles
kan: drinken, eten, slapen, pianospelen.
In 't poppenspel is echter de suggestie
belangrijker dan de nabootsing. Zoekt
men de expressie binnen de beperkin
gen, die het poppenspel oplegt, dan zal
de toeschouwer vergeten me1> een pop
te doen te hebben.
Daarom houdt Henk Zoutendijk zijn
spel terecht heel sober en gebruikt hij
haast geen decor en attributen. Hij laat
een pop bijv. drinken zonder beker en
de toeschouwer vraagt zich niet af „hoe
dat eigenlijk kan". Bij gebruik van dit
attribuut zou de aandacht direct geves
tigd worden op het popperige van het
bekertje. Poppenspel is geen „klein to
neeltje", maar een zelfstandige kunst
vorm. Dat wordt wel eens vergeten.
Ik heb in totaal een vijftigtal poppen
voor Henk Zoutendijk gesneden, o.a.
voor „Peer Gynt", „Mariken van Nieu-
meghen" en „Cenodoxus". Die voor
„Warenar" zijn bestemd voor het nieu
we repertoire".
Petri haalt een album met prachtige
foto's van zijn poppen.
„Bekijkt u deze twee foto's van de
zelfde pop eens. Door andere belichting
is bij een onbetekenende wijziging van
de houding de gelaatsuitdrukking heel
verschillend. Een knappe bespeler kan
de aandacht dus lang geboeid houden,
met uiterst eenvoudige middelen, zoals
belichting. Maar die moeten dan na
tuurlijk goed woorden aangewend en
uitgebuit. Er zijn monologen van een
kwartier lang, wa.arbij slechts één Dop
zichtbaar is, die met heel sobere geba
ren en bewegingen toch voortdurend
boeien blijft".
„En kleedt u de poppen ook zelf?"
„Meestal wel. Ook dat moet met zorg
gebeuren. Iedere pop moet die kleding
hebben, die bij haar karakter en waar
digheid past. Eveneens: zonder over
drijving, want de uitbeelding van het
karakter van een kop moet als het ware
met „faire" middelen bereikt worden".
Hans Petri laat nog andere foto's van
zijn poppen zien: een droomwereldje
van Hans Andersen, de sprookjesvertel
ler, die dol was op het poppenspel. Ze
zijn betoverend voor ieder, die nog ge
noeg van het kind in zich heeft om in
poppen te geloven. Men kan zich voor
stellen, dat laatst bij een uitvoering een
jongen plots opsprong en spontaan een
veer van de kop van een kobold rukte.
Henk Zoutendijk had namelijk verteld
van een prinses, die betoverd was ea
slechts bevrijd kon worden met het af
rukken van de veer. De jongen was cr
zó in, dat hij de prinses een handje wil
de helpen. En de betovering was ver
brokende betovering die in de zaal
heerste.
Een richtingaanwijzer is géén toover-
«afhij vertelt alleen, wat graag
wilt doen op den weg hij geeft u geen
bijzonderen voorrang Ook als u „het pijltje"
hebt uitgestoken, moet u blijven opletten,
of gij uw richtingverandering wel veilig
kunt volvoeren (En lalt het ding
daarna niet noodeloos uitstaandat is
•nuitstaanbaar en gevairlijk
In de gevel van een der oude karakteristieke gebouwtjes op
Terschelling staat een steen, die herinnert aan de koene zeevaarder
Willem Barendsz, die op dit eiland werd geboren en op Nova Zembla
stierf. Terschelling is trots op deze ondernemende zeeman,
Terschelling is trots op de zee en trots op zijn zeevaartschool, die
1 Januari a.s. 75 jaar bestaat en waar duizenden eilandbewoners
zijn opgeleid en de start genomen hebben voor hun avontuurlijke
tochten over alle wereldzeeën. Zij hebben luister bijgezet om
onsterfelijke naam, die het volk van Neder landende
Terschelling door de eeuwen heen als zeevaarders hebbe
nauwd. Wel gaan er nog vele ^erschel-
linaers naar zee en Imke Klein, zoon Van
het eiland zal straks het commando gaan
weren over de drijvende traanfabriek
Willem Barendsz, maar de bevolking zag
zich cenoodzaakt, om te zien naar an
dere middelen van bestaan. Velen vin-
den dat nog wel in de visserij, anderen
werken bii Staatsbosbeheer en bij de
Rijkswaterstaat of ze vinden een niet al
te breed bestaan op de boerderijen van
Oost-Terschelling.
En dan ïs er het toerisme, waar Ter
schelling de vruchten van plukt. In 1948
telde men er 55.000 zomergasten, tegen
60.000 het jaar daarvoor, die kwamen ge
nieten van het zeer uitgebreide duinen
complex, de fraaie bossen en de brede
stranden. Met zijn oppervlakte van 70 bij
35 K.M. is Terschelling een der grootste
Slechts 3600 inwoners telt dit eiland,
maar de naam Terschelling is een be
kende en graag gehoorde klank gewor
den in de internationale zeevaart, Want
in welke zeehaven ter wereld ge ook
rr.oogt komen, overal zult ge er de man
nen van Terschelling aantreffen. En
welk kind in Nederland zal nimmer ge
hoord hebben van de Brandaris, die zich
reeds eeuwenlang hoog boven het eiland
verheft, en met zijn driftig licht de nacht
doorpriemt als een geweldig signaal
voor schepen, die zich in storm en ontu
aan Hollands gevaarlijke kustep een weg
naar de haven bevechten.
Met de ondergang van de Noordzee
serij en de liquidatie van het loodsïlk,.e.
heeft Terschelling zware klappen g
gen en daarmee is het perspectiex
de opgeschoten eilandbewoners
ver-
(Van een medewerker)
Een samenloop van omstandigheden
zoals nimmer in de geschiedenis van
ons vaderland optrad heeft in deze
jaren na de tweede wereldoorlog onze
landsverdediging tot een der belang
rijkste problemen in het leven van ons
volk gemaakt.
Waarmee gelijke tred houdt het feit,
dat de bedragen, die momenteel op de
Staatsbegroting zijn uitgetrókken voor
de militaire uitgaven, niet slechts in
hun absolute hoogte doch ook procen
tueel alles overtreffen, wat wij tot dus
verre ooit aan de defensie fen koste
hebben gelegd. Het Nederlandse volk
brengt dat offer en de vele persoonlijke
offers, die de wederopbouw van het mi
litaire apparaat vergt weliswaar met
pijn, maar in het algemeen toch over
tuigd van de noodzakelijkheid om alle
beschikbare krachten voor de bescher
ming van onze hoogste goederen in te
zetten.
Hoe nu die beschikbare krachten
moeten worden verdeeld tussen de on
derscheidene organen, tussen de wa
pens, waaraan de bescherming van net
vaderland wordt toevertrouwd, dat is
een kwestie van utiliteit.
Gedurende de jaren van de Duitse
bezetting kon men bij een groot aantal
Nederlanders een zekere voorkeur voor
de Marine waarnemen. Deze voorkeur
werd echter in hoofdzaak door gevoels
overwegingen bepaald. Daar was te
leurstelling debet aan over de weinig
schitterende rol, die het leger in do
Meidagen van 1940 had gespeeld. Leed
vermaak over de strategische water
vrees van de Duitsers. Bewondering
voor de prestaties van de eenheden der
Koninklijke Marine in Rotterdam en
aan de Afsluitdijk. Nationale trots over
de hardnekkigheid, waarmee
logs- en bewapende koop J
pen de zeeën bleven bev®
de naam van Nederland bij de geal
lieerden hoog hielden.
De Nederlander echter is een te
nuchter mens om zich door■zulke ge
voelsoverweging te laten leiden bij het
beantwoorden van g welke
waarde in het geheel van de landsver
dediging aan een wapen als de marine
moet worden toegekend. Daarover be
slist het verstand, met het hart; de
strategie, niet de sympaüaie.
Wil men een antwoord geven op de
vraag of de marine in het verdedigings-
bestel van ons land, zoals dat na de
laatste oorlog wordt gevormd, voldoen
de aan zijn trek komt dan wel te veel
of mogelijk te weinig aandacht krijgt,
dan moet men beginnen met zich te
realiseren.welk nut men in geval van
een nieuw gewapend conflict van de
Marine mag verwachten.
Om dat nut te kunnen peilen dient
men zich eerst duidelijk de specifieke
taak van dit wapen voor oger. te halen.
Deze taak is zeer eenvoudig te for
muleren. Zij bestaat uit de bescherming
der overzeese verbindingslijnen van
lgad- tot en met landingsplaats.
Van deze taakomschrijving moet men
uitgaan wil men de waarde van de
Marine peilen; deze waarde is even
redig aan de waarde, welke men aan
het intact houden der overzeese verbin
dingen toekent.
Zolang het beeld van de toekomstige
oorlog vermoedelijk dat zal zijn van een
poging, van landzijde ondernomen, om
de Westelijke democratieën op zijn
minst op een smallere strook langs de
zee samen te persen, een poging, die ai-
leen door aanvoer èn van voedsel èn
van oorlogsmateriaal èn van manschap-
gekeerd, zo
pen overzee kan worden
lang zijn de overzeese verbindingslij
nen voor de bescherming van Neder
land en van heel West-Europa van
vitale betekenis.
Dit ontkennen is redeneren tegen be
ter weten in. Redeneren tegen de er
weren u Nederlander in de
we nis' gebracht en de bedreiging met
afsnijden vormde de nachtmerrie
van het Engelse volk en zijn regering.
Zomjer twijfel hebben de troepen in
Rusland, in Afrika, in Italië en aan het
Westelijk front de Duitse capitulatie
tenslotte afgedwongen. Deze taark
echter hadden zij onmogelijk kunnen
volbrengen wanneer de overzeese ver
bindingslijnen naar Moermansk, naar
de monden van de Euphraat en de
Tigris, naar Engeland, naar de Afri
kaanse kust, naar Sicilië en tenslotte
naar het invasiegebied in Europa niet
behoorlijk hadden gefunctionneerd.
Dit goed functionneren was in d"®
oorlog evenzeer als in die van 1914
1918 een conditio sine qua non voor
de overwinning, omdat alleen overzee
de stroom van oorlogsbenodigdhedsn
kon worden aangevoerd naar de plaat
sen, waar zij bij het treffen met do
vijand konden worden ingezet.
Het ziet er niet naar uit, dat het m
een eventuele toekomstige oorlog an
ders zal zijn. Ware de wereld één aan
eengesloten blok vast land, dan zou het
anders zijn; zolang echter de continen
ten der aarde door zeeën worden ge
scheiden en zolang over die zeeën heen
zowel vijandschappen als bondgenoot
schappen bestaan, blijven in een grote
oorlog de overzeese verbindingen van
levensbelang.
Dus ook de taak der Marine.
der Waddeneilanden. Het is er prachtig,
de natuur is er ruig, al mist het eiland
de intieme sfeer, de stille schoonheid van
Vlieland en Schiermonnikoog.
Aan het eind van de Torenstraat ver
rijst de oude en stoere Brandaris, het
enige Middeleeuwse bouwsel in 't dorpje
West-Terschelling. De eilanders zijn trots
op deze reus uit een grijs verleden, en
vaak tijdens de bezetting, hebben zij
grimmige blikken naar boven geworpen,
toen zij zagen dat de Duitsers hun „toer"
bezetten, zijn machtig licht doofden en
zij hebben met smart de geruchten ver
nomen, dat de vervaarlijke reus, die daar
eeuwen had gestaan „tot waarschouwinge
aller seevarenden, die God behoede", zou
worden opgeblazen. Het is gelukkig niet
gebeurd.
De Brandaris heeft in. zijn veelbewo
gen bestaan, de vijfjarige oorlog over
leefd en de brand van 1666. De toren
is 54 meter hoog en van het platform af
heeft men een onvergetelijk gezicht op
de golvende duinen, de blauwe zee, de
dorpen en buurtschappen, de wei- en
bouwlanden. De toren heeft een electrisch
bliksemlicht ter sterkte van 3.600.000
kaars, hetwelk bij helder weer op een
afstand van 36 K.M. zichtbaar is. Op de
derde verdieping is een vogel-museum
ingericht. De meeste van de daar opge
zette vogels vonden tijdens de voor- en
najaarstrek hun einde bij de vuurtoren,
in de tijd, dat de vogelrekken nog niet
waren aangebracht en de vlakken van
de toren nog niet werden verlicht. Na
dien is het aantal slachtoffers aanzien
lijk minder geworden.
In het havendorpje West-Terschelling
treft men een merkwaai-dige industrie
aan. Daar worden nl. matten gemaakt.
Deze industrie is voortgekomen uit een
cursus in het splitsen en knopen, dia
lange jaren geleden werd geopend dooi
de oud-zeeman Klaas Knop. Zijn be
doeling was, om jongens die van de
lagere school kwamen, in hun vrije tijd
nuttig en aangenaam bezig te houden. Er
bleek zoveel belangstelling voor te be
staan, dat Knop zich weldra genood
zaakt zag, de assistentie in. te roepen van
andere oud'-zeelieden. Na verloop van
tijd leverde de cursus zelfs leraren op
en er werd een examen ingesteld
Enige jaren geleden nam ïr. J. J. Siezen
het initiatief de kennis en de bekwaam
heid van een aantal gediplomeerde
cursisten productief te maken. Daartoe
stichtte hij de instelling „Zeemanshand-
werk", een instituut, waarin tal van
kunstzinnige voorwerpen worden ge
maakt, o.a. kleden in verschillende
kleuren.
Bij de aanplantingen van het Staats
bosbeheer vindt men o.a. tal van loof-
houtsoorten, zoals de Amerikaanse eik,
Oostenrijkse en Amerikaanse dennen,
zeer hoge sparren, populieren etc. De z.g.
stuifkuilen vormen ernstige moeilijk
heden bij de aanplanting. In de zomer
kan daarin een echt woes ijnkhmaat
heersen waarbij de bodem witheet is en
plantenzaden er niet kunnen ontkiemen,
soms eerst na zeer lange tij'd. De zand
zegge, een plant met lange taaie wortels,
die zich in alle richtingen in de bodem
vastzetten, verrichten pionierswerk voor
de andere planten.
Hier en daar op het eiland treft men
de bekende Cranberry, een cultuurplant,
van welks bessen een heerlijke jam kan
worden bereid. Voor de oorlog was Enge
land daar een belangrijk afnemer van.
De drank uit deze bessen moet buiten
gewoon gezond zijn. Oude Terschellingevs
beweren zelfs, dat degene, die gezond
wil blijven of'worden, elke dag een glas
Cranberry-sap, een kop Centaulis een
soort thee van gedroogd duizendgulden-
kruid en twee zóute haringen moet
innemen. Of het waar is wie zal het
zeggen. Schaadt het met, helpen doet
het misschien ook niet. maar het is
aardig om te geloven in elk geval.
Evenals de andere Waddeneilanden,
bezit ook Terschelling een merkwaardige
flora en fauna, die het toerisme overigens
niet onbelangrijk hebben bevorderd. Be
halve tal van vogelsoorten treft men er,
wat de flora betreft, b.v. orchideèn. Zij
groeien vooral langs de randen van de
"alleien en bereiken vaak de grootte van
een hyacinth. Het is een indrukwekkend
gezicht deze brede zomen van forse,
rijkbloéiende orchideën, die mede de
roem vormen van dit fraaie eiland.