Inwoning die nu eens KARAKTERS IN HOUT De achtergrond van de Chinese Tragedie Douglas SuDC-3 Reclame In de Brandaris ftaSsiïsa Tragedie der Indische gerepatrieerden J De „Democratische Liga" hielp de communisten Hans Petri vertelt van zijn poppen De taak der marine a Magelang tegen.. Heerenveen Dakota" in New Look Maakt voor Uw zaak TERSCHELLING JVat men met twee zoute haringen Cranberry-sap en een kop Centaulis kan bereiken ^OENSDAGM SEPTEMBER 1949 PAGINA 4 (Van onze speciale verslaggever). Sinds Japan capituleerde en het ook in Indonesië weer officieel „vrede" werd, arriveerden in ons land niet minder dan 125.000 repatriërenden. Van al degenen, die mager en grauw na al de ellende .van internering of krijgsgevangenschap, dikwijls berooid of in het onzekere omtrent hun bezittingen, de Nederlandse loop plank afkwamen, betrad inderdaad een groot gedeelte weer in letterlijke zin vaderlandse bodem, was opnieuw „in patria". Een veel grotere groep van hen was echter tevoren nog nooit in Nederland geweest, of had dit land lang geleden voorgoed ver laten. 70 Procent der repatriërenden, een 88.000 man dus, bestond namelijk uit Indo-Europeanen of „in Indië gewortelden." Indolent V.. Douglas Super DC-3" tijdens zijn eerste proefvlucht èen glaasje (Van onze correspondent) I Burgemeester Anker kwam hele Men zal zich afvragen, waar in Neder land al deze merendeels door de tragische ontwikkeling der laatste jaren „ontheem den" een nieuw heem gevonden hebben, en of deze repatriërenden hier ook werke lijk een nieuw „patria" aantroffen. Het verrassende is nu. dat niet zozeer het Westen en zelfs niet de stad der „Indies gasten", Den Haag, in deze een antwoord kunnen geven. Weliswaar zitten de ge- repatrieerden verspreid over het hele land, maar dat de deskundigen ons speciaal naar.,.. Friesland zouden sturen om te zien „hoe het moet" hadden wij nauwelijks verwacht. En toch is het een feit, dat het Noor den niet minder dan 14.000 dezer mensen heeft opgenomen en dat van de drie Noordelijke provincies Friesland veruit de kroon spant. En niet alleen in getals verhoudingen! Daar was dat Indies vrouwtje in Heerenveen, wier man nog bij het KNIL in Indië diende, terwijl zij na de oorlog onmiddellijk naar Nederland was gerepa trieerd met twee kinderen, die nu 20 en 14 jaar oud zijn. De kinderen op school maakten het ondanks achterstand door internering uitstekend en zij zelf was met haar twee kamertjes en klein primitief keukentje zeer tevreden. Ze had altijd in Magelang gewoond, natuurlijk wèl in een eigen huis en natuurlijk wèl met een paar baboes en een djongos, maar het ging haar hier goed. En toen de hoofdbe woonster, ver over de zeventig en wat hulpbehoevend, al dat bezoek naar boven zag trekken, dacht ze, dat men „haar inwoning" kwam weghalen. De mensen van „Nederland helpt Indië" vonden haar even laterhuilend en volkomen over stuur beneden. Bij alle gezinnen, welke wij bezochten, hingen foto's aan de muur: een grote witte verandah, een paar palmbomen, wat kleine kinderen in witte jurken op dure hobbel paarden, een baby, gedragen in de brede moederlijke armen van een baboe, een martiale KNIL-korporaal met gro-te krijgshaftige knevels, een vader in zijn „pakkiean-deftig", vaak nog met de witte toetoepjas temidden van zijn gezin en alleen al op die foto's kon men zien, dat dit in de Indische samenleving toch de kleine middenstand was geweest, die aan comfort en middelen zéker niet onderdeed voor de middenstand hier, in vele op zichten zelfs een tamelijk gemakkelijk leven had. Daar was die ouwe, getaande en totaal versleten „Opa", die drie en dertig jaar weg geweest was en met dat typische pathos van sommige Indies gasten be weerde „planter" geweest te zijn, maar in werkelijkheid ook dèèr wel niet zover boven de kampong zal hebben geleefd: een man, die 't met zijn pensioentje zonder al te veel soesah wel zou hebben gerooid tot zijn dood, maar nu eigenlijk toch niet veel initiatief meer toonde, zowat van alles knutselde, een beetje achterna ge zeten moest worden. Hij woonde met zijn gezin en zijn Indies vrouwtje ergens in een combinatie slaap-, eet-, zit-, ontvang en werkkamer, had nog een keukentje eri nog een heel klein beetje andere woon ruimte, moest via een trap buiten naar het pladak deze apartementen bereiken. „Och, leer je wel in berustenzei hij, en tot een der mensen van „Nederland maal van Schiermonnikoog naar Leeuwarden om ons te vertellen over zijn gerepatrieerden. Tien ge- finnen wonen daar in de zomer- bungalows van Noorderlingen, die grotendeels zonder moeilijkheden hun vacantieverblijven op Schier monnikoog afstonden! De kleine eilandgemeenschap nam deze nieu we bruine eilanders zónder wrij vingen op en dankt aan een van hen een nieuwe patat-frites- zaak. Ook het hoofd van de open bare school aldaar is een gerepa trieerde en een ander heeft „als tegenprestatie tegenover de gast vrije gemeenschap" het baantje van controleur derplaatselijke be lastingen aanvoord. (proost!). „Och, en in het begin hoorde je bij e'en voetbalwedstrijd nog wel eens „Hup Sukarno!" roepen, maar ik mag wel zeggen, dat ze nu vol komen geacclimatiseerd zijn Hup Schiermonnikoog! helpt Indië": „Kunt u me geen vijf-en- twintig gulden voorschieten?" Hij moest nog maar een weekje wachten, vond „Nederland Helpt Indië", maar, „och, je helpt zo'n man maar weer wordt nooit meer iets: veel te indolent.. Bij Balk ligt het gezinsoord „Wylde- merk". Gezinsoord is een euphemisme voor een kamp, en in de barakken daar leven vijf gerepatrieerde gezinnen, waar men eigenlijk nergens meer raad mee weet: de vele bruine kindertjes krioelen er tussen wat blonde speelkameraadjes, wier ouders ook door geen enkele ge meente kunnen worden ondergebracht, nadat zij werden geëvacueerd uit de grensstrook van Drente. Daar was een korporaal-ziekenverpleger bij van het KNIL, die 26 jaar in Indië geweest was; zijn Menadonese vrouw ver stond nu een klein beetje „Chollans", had tevoren nop eens de hulp van de Stichting ingeroepen, omdat ze nooit biechten kon. Toen had de deken van Leeuwarden maar een op verlof zijnde missionaris naar haar toegestuurd, die Maleis verstond. „Alsmaar verkassenzei de vader, ,ook niet alles, en met zes kinderen rond' komen van dat schijntje pensioen is nog veel moeilijkerEn dit kamp...., de kinderen leren er verschrikkelijke dingen' Hij kon niet meer werken, was invalide narr hij beweerde. Maar van reizen V-0d hij nogal en soms was ie wel eens zoek. Inderdaad heeft de Stichting met som migen nogal eens „moeite" en vonden sommige „hoofdbewoonsters" het ook niet direct een sinecure. Maar kom nou in het Westen eens èrgens aan met een gezin van dertien kinderen, veertiende op komst! En probeer, wanneer dezen dan weer terugge keerd zijn naar Indië, probeer dan daarna nog eens aan te komen met een ander gezin van acht kinderen en het negende op komst! Dergelijke dingen maakt men in Fries land mee en de dame, die de prachtige State in Dronrjjp bijna helemaal afstond voor deze gezinnen, wilde bovendien nog van geen bevallingen in het ziekenhuis horen: „Het vorige kindje van de Timorese politieman was in Dronrijp op de State geboren dit keer zou het met de baby van de Indische jongen ook weer zo gaan, en zij zou wel een verpleegster nemen!" Of zoek in Hólland eens naar iemand als die herenboer van een der grootste boerderijen uit Friesland, die de kinderen van een bij hem ingekwartierde Indische dame op zijn kosten liet studeren en bovendien een van de jongens nog op het rechte pad hield! Het waren na een excursie langs al deze en vele andere gevallen uit een weldadig goede praetijk gèèn Friezen, die 's avonds de theoretische zijde van dit probleem behandelden, anders had men aan chau vinisme kunnen denken, maar al begonnen zij met op te merken, dat het Westen uiteraard het meest van de oorlog geleden had en daardoor met een nóg nijpender woningsituatie worstelde, toch., schaam den wij ons voor dit Westen, toen wij hoorden van de 2500 gerepatrieerde gezinnen, die alleen in Friesland woonden. Hiervan waren er slechts zegge en schrijve 23 na vordering van woonruimte gehuisvest. De rest deed dit allemaal vrijwillig. Ongeveer 20.000 gezinnen waren door de Stichting „Nederland helpt Indië" weg wijs gemaakt in hun nieuwe vaderland, hadden ofwel van deze Stichting of van de Dienst voor Maatschappelijke Zorg en de „Pelita" in enigerlei vorm hulp ge kregen. En nog steeds staan deze openbare lichamen klaar om alle gerepatrieerden te helpen bij moeilijkheden van welke aard ook. Maar een defintieve oplossing voor dn probleem kunnen ook zij meestal niet verschaffen. "De toestand der oudere Indo- Europeanen hier te lande is wanhopig'] verklaarde men ons. Meestal kunnen zij zich niet meer aanpassen aan ons Westers werktempo, hebben zij, ingesteld op het pensioentje en een rustige oude dag in Indië, zelf niet meer de energie, noch de durf om hier iets aan te pakken. Zij willen liefst geen soesah meer en het gevaar is groot, dat zij verpauperen, ondanks de steun, die de Stichting hun geeft. Bovendien is zelfs in het zo weldadig gastvrij Friesland, waar de mensen volgens de Commissaris der Koningin, (die óók geen Fries is!) „een zeer groot warm hartig verantwoordelijkheidsgevoel heb ben" en er ook tegen .normale inwoning" haast niet geprotesteerd wordt, bijna een definitief verzadigingspunt bereikt. Dit zelfde geldt voor de rest van Nederland, maar het zal bij deze 125.00" gerepatrieer den niet blijven. Tot nu toe is er echter geen enkele defintieve oplossing gevonden. Het Neder landse volk kan als zodanig nauwelijks meer doen dan zolang mogelijk het voor beeld dezer Friese gastvrijheid volgen, èn de „Stichting Nederland helpt Indië" steunen, die van de particuliere giften (8 milljoen gulden) tot nu toe een waarde van 5.5 millioen naar Indonesië zelf ver scheepte en de rest besteedde aan mensen, die hier door de nood gedwongen een ver en vreemd nieuw vaderland proberen te vinden. Let op de naam: „Nederland helpt Indië"! 1 Enige onlangs door Hans Petri gesneden koppen. V.l.n.r. Beer Gynt, de Groene Vrouw uit „Peer Gynt", Cenodoxus en de proloogzegster uit „Marieken" Japan winning heeft de communistische over- j Bedding des Vaderlands een „Federatie m China indirect bespoedigd. Toen de Jappen Mandsjoerije binnenvie len laaide het patriottisme bij de Chine zen fel cp. Men droomde van een herstel der sedert 1927 verbroken nationale een heid. De burgeroorlog tussen de Kuomin- tang en de communisten belemmerde echter dieze eensgezindheid. Tsjang Kai Sjek meende dat het communistische ge vaar eerst bezworen moest worden voor dat men met succes de Japanners kon bestrijden. De bevolking voelde echter meer voor een direct optreden tegen le Japanse agressie. Onder leiding van link se elementen organiseerde men buiten de regering om allerwegen anti-Japanse ver enigingen. Naarmate de Japanse opmars vorderde en Nanking bleef dralen nam de verontwaardiging van de bevolking toe. Toen het in 1935 bleek, dat Japan van zins was Noord-Chir af te scheiden vonden er grote patriottische betogingen plaats van arbeiders en studenten. De re gering verklaarde echter in Sjanghai een Anti-Japanse Vereniging tot Redding des Vaderlands" voor onwettig! Eind Mei 1935 stichtten evenwel studenten en af gevaardigden van 50 Verenigingen tot (Van onze luchtvaart-medewerker) Toen de New Look zijn intrede deed, veranderden de dames prompt al haar japonnen, meestal door er eenvoudig een stuk tussen te zetten. Het lijkt thans wel alsof deze simpele verjongingskuur, de wereldbekende vliegtuigconstructeur Donald Douglas er toe ge ïnspireerd heeft een soortgelijke operatie op de DC-3, beter bekend onder de naam „Dakota" toe te passen. De Douglas DC-3 dateert uit 1936 Sindsdien, zijn er van deze machine lu.bba stuks gebouwd; waarvan er nu nog een goede 5000 in gebruik zijn. De Dakota heeft zich in zijn lange staat van dienst doen kennen als een buitengewoon veilig en betrouwbaar vliegtuig. Helaas is de DC-3 thans nog maar een kort leven beschoren, aangezien in 1953 nieuwe technische voorschriften van kracht worden waaraan deze oude getrou we niet meer kan voldoen. Douglas is echter niet van zins om met zijn DC-3 zo maar het veld te rui men. De Douglasfabrieken zijn dan ook voor de dag gekomen met een Dakota in „New Look", omdat ook dit toestel langer is gemaakt dan zijn voorganger. Douglas deed hetzelfde wat zovele da mes deden. Hij nam een Dakota-romp en plakte er een stuk van een meter tussen. Op deze wijze bleek het moge lijk om bijna tweemaal zoveel passa giers te vervoeren, n.l. 30 tot 40, al naar gelang de wens van de eigenaar: Doch niet alleen de romp onderging 'n verbouwing, ook werden andere motoren gemonteerd die het toestel een snelheids winst van ruim 65 km per uur verlenen, zodat de machine thans vliegt met een snelheid van ruim 435 km per uur. Ook veugels en staartvlakken werden ver anderd, terwijl de motorgondels nu zo danig zijn uitgevoerd dat het landings gestel er volkomen in kan worden inge trokken. Deze modernisering is de machine op alle gebied ten goede gekomen, zodat een toestel verkregen is, dat aan de nieuw te stellen eisen van luchtwaardigheid kan voldoen. Al deze veranderingen zijn op elke be staande Dakota aan te brengen en de hierbij afgebeelde „Super DC-3" vloog een jaar geleden nóg als Dakota rond. Nu moet men echter niet van de ver onderstelling uitgaan dat deze verbou wing weinig kostbaar zal zijn; integen deel is hiermede altijd nog een bedrag van om èn nabij de 400.000 gulden ge- Dit, weliswaar grote bedrag, is echter toch nog aanzienlijk lager dan de aan schaf van een geheel meuwvbegtuig. zodat het mes, voor de maatschappijen eigenlijk aan twee kanten snijdt. Irnme s ware de „Super DC-3" met ontwikkeld, dan zouden de maatschappijen al haar oude DC-3 toestellen voor sloop moeten verkopen en voor de hoge kosten van nieuw materiaal worden geplaatst, v eie kleine chartermaatschappijen zouden hieraan onherroepelijk te gronde gaan. Thans biedt Douglas uitkomst door er voor te zorgen dat hur bestaand mate riaal nog verscheidene jaren mee kan. v - van Verenigingen tot Redding des Vader lands". Deze federatie wees in een manifest op de bloedige verliezen aan Chinese levens en spoorde aan tot een krachtig verzet tegen de Jappen. Men eiste staking van de burgeroorlog, vrijlating van politieke gevangenen en riep alle Chinezen op tot vorming van een „Volksfront voor de Redding des Vaderlands". De Nanking-regering ging, op instiga tie van Japan, over tot de arrestatie van vooraanstaande leiders. Een storm van verontwaardiging raasde door geheel China. De vijfde anti-communistische expedi tie verjoeg de communisten in 1934 naar Sjanst in Noord China. Naar aanleiding van de besluiten der Komintern in Mos kou vaardigde de communistische rege ring een manifest uit, waarin zij aan spoorde tot fel verzet tegen Japan om China te bevrijden. 31 Augustus '35 be pleitten de communisten een „coalitie regering" voor de nationale verdediging. Dit handig manoeuvreren met de pa triottische gevoelens wekte de sympathie van vele Chinezen. Met Japan trachtten echter de communisten ook de Nanking- regering te verzwakken. Tsjang Kai Sjek bleef vasthouden aan zijn parool: Eerst de communisten, dan de Jappen. Hij or ganiseerde eind 1936 een nieuwe verdel gingsoorlog tegen de communisten, maar werd door Chiang Bsueh Liang (die aan het hoofd der Mandsjoerijse troepen de campagne moest leiden) gearresteerd! Deze troepen waren communistisch ba- invloed en weigerden tegen landgenoten te vechten. Ze wilden Mandsjoerije op de Jappen veroveren en dan. terug naar hun haardsteden. Door communistische bemiddeling werd Tsjang Kai Sjek echter vrijgelaten, ver moedelijk onder beding van staking van de burgeroorlog en eenheidsfront tegen Japan. Inderdaad werden de vijandelijk heden tegen Japan op 7 Juli 1937 ge opend. Na een korte goede samenwerking brak e.r echter weer strijd uit zodra een evenwichtstoestand tegen Japan was be reikt aan het front. In 1941 vernietigden de Centrale troepen de achterhoede van het communistische „nieuwe Vierde Le ger". Ook de verhoudingen tot de min derheidspartijen verslechterden toen in 't voorjaar 1941 alle miet-Kuomintar.g Jeugdorganisaties werden ontbonden. De kleine partijen, die een nieuwe bur geroorlog en verzwakking vreesden van het verzet tegen Japan, stichtten Maart 1941 een nieuwe partij „De Chinese Liga van Democratische Politieke Groepen". Deze Liga was nationalistisch gezind, niet communistisch en zelfs de Kuom'u- tang goed gezind. Zij wenste bovenal tus sen de communisten en nationalisten te bemiddelen tot samengebundeld verzet tegen Japan. Toen de Jappen in herfst en winter 1944 vrij-China in twee delen splitsten deed de Liga voorstellen de communisten en Kuomintangtroepen ge lijkelijk te bewapenen en samen, te smel ten tot een coalitie-regering. Tsjang Kai Sjek weigerde. Uit reactie ontstonden er oproerige betogingen en stakingen. De Liga hield op dat kritiek moment een congres èn besloot aan Kuomintangers en communisten haar rijen open te stellen als zij haar program onderschreven. Men wilde zo Tsjang onder druk plaatsen. De naam van de partij werd nu veranderd in Chinese Democratische Liga". Behalve voortzetting van het verzet te gen Japan stond de Liga de vorming van een democratische coalitie, een nieuwe economische orde en hervorming op on derwijsgebied voor. De Federatie van Verenigingen tot Redding des Vaderlands" waarin ve°l communisten schuilden, trad openhjk to de nieuwe Liga toe. Van onafhankelijk, groep werd ze zo tot een semi-communi. - tische organisatie! Na de capitulatie van Japa.. belegde die Liga eén congres op 1 Oetober 1945 in Chunking tot bestrijding van bet gevaar van een nieuwe burgeroorlog en tot in stelling van een onafhankelijke, vrije, de mocratische Chinese staat. Men stond volkssouvereiniteit voor, evenredigheid van bezit, nationalisatie van mijnen en waterwegen en gemeenschappelijk bezit van banken, verkeersmiddelen, bossen en ondernemingen van monopolistische aard. In November 1945 werd de samenwer king tussen de Liga en de communisten reeds zeer innig. Men kwam overeen sa men de programma's van de communisti sche „bevrijde" gebieden uit te voeren, terwijl de communisten hun maandelijk se bijdragen aan de Liga gingen verho gen. 27 September 1947 deelde de voor zitter van een Liga-congres in. Singapore mede, dat de Liga de omverwerping van de dictatuur in China voorstond en ge negen was samen te wenken met de Chi nese Communistische Partij en de demo cratische elementen in de Kuomintang! In het licht van deze gegevens verwon deren wij' ons minder over de nederlaag der Kuomintang. De communisten neb- ben zich voor bet volk omkranst met da eer der nationale bevrijding terwijl het aan Tsjang Kai Sjek niet gelukte de De mocratische Liga aan, zich te. binden. Af gezien van conruptie en gemis aan daad werkelijke sociale verbetering in het Kuomintanggebied hadden de communis ten met behulp van de grote middenpar tij propagandistisch de burgeroorlog reeds gewonnen! Dr. A. v. d. Wey, O.Carm. (Van onze redacteur) Het poppenspel is zo oud alaf® mensheid. In verre tijden is er m schien een eenzaam man gewe een dromer, wiens liefde onbea woord bleef. In stille azuren sneed hij in hout de beelten s zijn geliefde en toen zijn klaar was, mijmerde hij en spia tegen de pop. En de pop "tot hem, want ze bleek een wezen te zijn met een geheel eigen leven, men selijker dan de mens. De man was getroost en het poppenspel geboren. Het begon zijn reis door de gehele wereld en door alle tijden. 't Is. in de goede betekenis van het woord een volkskunst, die ver boven het Jan Klaassen-spel uitsteekt en waaraan zeer hoge eisen worden ge steld: er moeten mooie, artistieke pop pen z«n, die 'n karakter uitbeelden; de keuze van het te spelen stuk moet ver antwoord zijn en de speler moet over een goede voordracht en fraaie stem beschikken. We bepalen ons tot de poppen en gaan hierover een praatje maken met de jonge Dordtse beeldhouwer Hans Petri, die de laatste tijd sterk de aan dacht heeft getrokken met zijn prach tige poppen welke door Henk Zouten dijk gebruikt worden voor het poppen theater „In den vroeden zotscap". Hans Petri is juist bezig met het snij den van een kop: de vrek uit Hooft's „Warenar" Onder het gesprek gaat hij door met zijn werk en steek na steek groeit uit dit blokje perenhout het ge zicht van de gierigheid: dunne, gesloten lippen, een scherpe neus en loerende oogjes, half toegeknepen. Men «et. dat deze vrek in gedachten aan het tellen is, dat hij zint op nieuwe woekerwin sten en dat hij deze genadeloos zal bin nenhalen. „Er is van het snijden eigenlijk niets te vertellen", zegt Petri, alsof 't de ge woonste zaak van de wereld is: ,,Ik leef me in de gemoedstoestand van de uit te beelden figuur in en snijd de kop, zoals ik die in mijn verbeelding zie. Een pop moet een eigen karakter hebben, want ze mag geen verstarring vertonen als ze in het licht bewogen wordt. Ze heeft geen mimiek,, maar deze beperking wordt opgevangen doordat de goede pop meer dan één gezicht kan hebben. Te vaak word* de fout ge maakt, dat de poppenspeler de pop hanteert als een klein mensje, dat alles kan: drinken, eten, slapen, pianospelen. In 't poppenspel is echter de suggestie belangrijker dan de nabootsing. Zoekt men de expressie binnen de beperkin gen, die het poppenspel oplegt, dan zal de toeschouwer vergeten me1> een pop te doen te hebben. Daarom houdt Henk Zoutendijk zijn spel terecht heel sober en gebruikt hij haast geen decor en attributen. Hij laat een pop bijv. drinken zonder beker en de toeschouwer vraagt zich niet af „hoe dat eigenlijk kan". Bij gebruik van dit attribuut zou de aandacht direct geves tigd worden op het popperige van het bekertje. Poppenspel is geen „klein to neeltje", maar een zelfstandige kunst vorm. Dat wordt wel eens vergeten. Ik heb in totaal een vijftigtal poppen voor Henk Zoutendijk gesneden, o.a. voor „Peer Gynt", „Mariken van Nieu- meghen" en „Cenodoxus". Die voor „Warenar" zijn bestemd voor het nieu we repertoire". Petri haalt een album met prachtige foto's van zijn poppen. „Bekijkt u deze twee foto's van de zelfde pop eens. Door andere belichting is bij een onbetekenende wijziging van de houding de gelaatsuitdrukking heel verschillend. Een knappe bespeler kan de aandacht dus lang geboeid houden, met uiterst eenvoudige middelen, zoals belichting. Maar die moeten dan na tuurlijk goed woorden aangewend en uitgebuit. Er zijn monologen van een kwartier lang, wa.arbij slechts één Dop zichtbaar is, die met heel sobere geba ren en bewegingen toch voortdurend boeien blijft". „En kleedt u de poppen ook zelf?" „Meestal wel. Ook dat moet met zorg gebeuren. Iedere pop moet die kleding hebben, die bij haar karakter en waar digheid past. Eveneens: zonder over drijving, want de uitbeelding van het karakter van een kop moet als het ware met „faire" middelen bereikt worden". Hans Petri laat nog andere foto's van zijn poppen zien: een droomwereldje van Hans Andersen, de sprookjesvertel ler, die dol was op het poppenspel. Ze zijn betoverend voor ieder, die nog ge noeg van het kind in zich heeft om in poppen te geloven. Men kan zich voor stellen, dat laatst bij een uitvoering een jongen plots opsprong en spontaan een veer van de kop van een kobold rukte. Henk Zoutendijk had namelijk verteld van een prinses, die betoverd was ea slechts bevrijd kon worden met het af rukken van de veer. De jongen was cr zó in, dat hij de prinses een handje wil de helpen. En de betovering was ver brokende betovering die in de zaal heerste. Een richtingaanwijzer is géén toover- «afhij vertelt alleen, wat graag wilt doen op den weg hij geeft u geen bijzonderen voorrang Ook als u „het pijltje" hebt uitgestoken, moet u blijven opletten, of gij uw richtingverandering wel veilig kunt volvoeren (En lalt het ding daarna niet noodeloos uitstaandat is •nuitstaanbaar en gevairlijk In de gevel van een der oude karakteristieke gebouwtjes op Terschelling staat een steen, die herinnert aan de koene zeevaarder Willem Barendsz, die op dit eiland werd geboren en op Nova Zembla stierf. Terschelling is trots op deze ondernemende zeeman, Terschelling is trots op de zee en trots op zijn zeevaartschool, die 1 Januari a.s. 75 jaar bestaat en waar duizenden eilandbewoners zijn opgeleid en de start genomen hebben voor hun avontuurlijke tochten over alle wereldzeeën. Zij hebben luister bijgezet om onsterfelijke naam, die het volk van Neder landende Terschelling door de eeuwen heen als zeevaarders hebbe nauwd. Wel gaan er nog vele ^erschel- linaers naar zee en Imke Klein, zoon Van het eiland zal straks het commando gaan weren over de drijvende traanfabriek Willem Barendsz, maar de bevolking zag zich cenoodzaakt, om te zien naar an dere middelen van bestaan. Velen vin- den dat nog wel in de visserij, anderen werken bii Staatsbosbeheer en bij de Rijkswaterstaat of ze vinden een niet al te breed bestaan op de boerderijen van Oost-Terschelling. En dan ïs er het toerisme, waar Ter schelling de vruchten van plukt. In 1948 telde men er 55.000 zomergasten, tegen 60.000 het jaar daarvoor, die kwamen ge nieten van het zeer uitgebreide duinen complex, de fraaie bossen en de brede stranden. Met zijn oppervlakte van 70 bij 35 K.M. is Terschelling een der grootste Slechts 3600 inwoners telt dit eiland, maar de naam Terschelling is een be kende en graag gehoorde klank gewor den in de internationale zeevaart, Want in welke zeehaven ter wereld ge ook rr.oogt komen, overal zult ge er de man nen van Terschelling aantreffen. En welk kind in Nederland zal nimmer ge hoord hebben van de Brandaris, die zich reeds eeuwenlang hoog boven het eiland verheft, en met zijn driftig licht de nacht doorpriemt als een geweldig signaal voor schepen, die zich in storm en ontu aan Hollands gevaarlijke kustep een weg naar de haven bevechten. Met de ondergang van de Noordzee serij en de liquidatie van het loodsïlk,.e. heeft Terschelling zware klappen g gen en daarmee is het perspectiex de opgeschoten eilandbewoners ver- (Van een medewerker) Een samenloop van omstandigheden zoals nimmer in de geschiedenis van ons vaderland optrad heeft in deze jaren na de tweede wereldoorlog onze landsverdediging tot een der belang rijkste problemen in het leven van ons volk gemaakt. Waarmee gelijke tred houdt het feit, dat de bedragen, die momenteel op de Staatsbegroting zijn uitgetrókken voor de militaire uitgaven, niet slechts in hun absolute hoogte doch ook procen tueel alles overtreffen, wat wij tot dus verre ooit aan de defensie fen koste hebben gelegd. Het Nederlandse volk brengt dat offer en de vele persoonlijke offers, die de wederopbouw van het mi litaire apparaat vergt weliswaar met pijn, maar in het algemeen toch over tuigd van de noodzakelijkheid om alle beschikbare krachten voor de bescher ming van onze hoogste goederen in te zetten. Hoe nu die beschikbare krachten moeten worden verdeeld tussen de on derscheidene organen, tussen de wa pens, waaraan de bescherming van net vaderland wordt toevertrouwd, dat is een kwestie van utiliteit. Gedurende de jaren van de Duitse bezetting kon men bij een groot aantal Nederlanders een zekere voorkeur voor de Marine waarnemen. Deze voorkeur werd echter in hoofdzaak door gevoels overwegingen bepaald. Daar was te leurstelling debet aan over de weinig schitterende rol, die het leger in do Meidagen van 1940 had gespeeld. Leed vermaak over de strategische water vrees van de Duitsers. Bewondering voor de prestaties van de eenheden der Koninklijke Marine in Rotterdam en aan de Afsluitdijk. Nationale trots over de hardnekkigheid, waarmee logs- en bewapende koop J pen de zeeën bleven bev® de naam van Nederland bij de geal lieerden hoog hielden. De Nederlander echter is een te nuchter mens om zich door■zulke ge voelsoverweging te laten leiden bij het beantwoorden van g welke waarde in het geheel van de landsver dediging aan een wapen als de marine moet worden toegekend. Daarover be slist het verstand, met het hart; de strategie, niet de sympaüaie. Wil men een antwoord geven op de vraag of de marine in het verdedigings- bestel van ons land, zoals dat na de laatste oorlog wordt gevormd, voldoen de aan zijn trek komt dan wel te veel of mogelijk te weinig aandacht krijgt, dan moet men beginnen met zich te realiseren.welk nut men in geval van een nieuw gewapend conflict van de Marine mag verwachten. Om dat nut te kunnen peilen dient men zich eerst duidelijk de specifieke taak van dit wapen voor oger. te halen. Deze taak is zeer eenvoudig te for muleren. Zij bestaat uit de bescherming der overzeese verbindingslijnen van lgad- tot en met landingsplaats. Van deze taakomschrijving moet men uitgaan wil men de waarde van de Marine peilen; deze waarde is even redig aan de waarde, welke men aan het intact houden der overzeese verbin dingen toekent. Zolang het beeld van de toekomstige oorlog vermoedelijk dat zal zijn van een poging, van landzijde ondernomen, om de Westelijke democratieën op zijn minst op een smallere strook langs de zee samen te persen, een poging, die ai- leen door aanvoer èn van voedsel èn van oorlogsmateriaal èn van manschap- gekeerd, zo pen overzee kan worden lang zijn de overzeese verbindingslij nen voor de bescherming van Neder land en van heel West-Europa van vitale betekenis. Dit ontkennen is redeneren tegen be ter weten in. Redeneren tegen de er weren u Nederlander in de we nis' gebracht en de bedreiging met afsnijden vormde de nachtmerrie van het Engelse volk en zijn regering. Zomjer twijfel hebben de troepen in Rusland, in Afrika, in Italië en aan het Westelijk front de Duitse capitulatie tenslotte afgedwongen. Deze taark echter hadden zij onmogelijk kunnen volbrengen wanneer de overzeese ver bindingslijnen naar Moermansk, naar de monden van de Euphraat en de Tigris, naar Engeland, naar de Afri kaanse kust, naar Sicilië en tenslotte naar het invasiegebied in Europa niet behoorlijk hadden gefunctionneerd. Dit goed functionneren was in d"® oorlog evenzeer als in die van 1914 1918 een conditio sine qua non voor de overwinning, omdat alleen overzee de stroom van oorlogsbenodigdhedsn kon worden aangevoerd naar de plaat sen, waar zij bij het treffen met do vijand konden worden ingezet. Het ziet er niet naar uit, dat het m een eventuele toekomstige oorlog an ders zal zijn. Ware de wereld één aan eengesloten blok vast land, dan zou het anders zijn; zolang echter de continen ten der aarde door zeeën worden ge scheiden en zolang over die zeeën heen zowel vijandschappen als bondgenoot schappen bestaan, blijven in een grote oorlog de overzeese verbindingen van levensbelang. Dus ook de taak der Marine. der Waddeneilanden. Het is er prachtig, de natuur is er ruig, al mist het eiland de intieme sfeer, de stille schoonheid van Vlieland en Schiermonnikoog. Aan het eind van de Torenstraat ver rijst de oude en stoere Brandaris, het enige Middeleeuwse bouwsel in 't dorpje West-Terschelling. De eilanders zijn trots op deze reus uit een grijs verleden, en vaak tijdens de bezetting, hebben zij grimmige blikken naar boven geworpen, toen zij zagen dat de Duitsers hun „toer" bezetten, zijn machtig licht doofden en zij hebben met smart de geruchten ver nomen, dat de vervaarlijke reus, die daar eeuwen had gestaan „tot waarschouwinge aller seevarenden, die God behoede", zou worden opgeblazen. Het is gelukkig niet gebeurd. De Brandaris heeft in. zijn veelbewo gen bestaan, de vijfjarige oorlog over leefd en de brand van 1666. De toren is 54 meter hoog en van het platform af heeft men een onvergetelijk gezicht op de golvende duinen, de blauwe zee, de dorpen en buurtschappen, de wei- en bouwlanden. De toren heeft een electrisch bliksemlicht ter sterkte van 3.600.000 kaars, hetwelk bij helder weer op een afstand van 36 K.M. zichtbaar is. Op de derde verdieping is een vogel-museum ingericht. De meeste van de daar opge zette vogels vonden tijdens de voor- en najaarstrek hun einde bij de vuurtoren, in de tijd, dat de vogelrekken nog niet waren aangebracht en de vlakken van de toren nog niet werden verlicht. Na dien is het aantal slachtoffers aanzien lijk minder geworden. In het havendorpje West-Terschelling treft men een merkwaai-dige industrie aan. Daar worden nl. matten gemaakt. Deze industrie is voortgekomen uit een cursus in het splitsen en knopen, dia lange jaren geleden werd geopend dooi de oud-zeeman Klaas Knop. Zijn be doeling was, om jongens die van de lagere school kwamen, in hun vrije tijd nuttig en aangenaam bezig te houden. Er bleek zoveel belangstelling voor te be staan, dat Knop zich weldra genood zaakt zag, de assistentie in. te roepen van andere oud'-zeelieden. Na verloop van tijd leverde de cursus zelfs leraren op en er werd een examen ingesteld Enige jaren geleden nam ïr. J. J. Siezen het initiatief de kennis en de bekwaam heid van een aantal gediplomeerde cursisten productief te maken. Daartoe stichtte hij de instelling „Zeemanshand- werk", een instituut, waarin tal van kunstzinnige voorwerpen worden ge maakt, o.a. kleden in verschillende kleuren. Bij de aanplantingen van het Staats bosbeheer vindt men o.a. tal van loof- houtsoorten, zoals de Amerikaanse eik, Oostenrijkse en Amerikaanse dennen, zeer hoge sparren, populieren etc. De z.g. stuifkuilen vormen ernstige moeilijk heden bij de aanplanting. In de zomer kan daarin een echt woes ijnkhmaat heersen waarbij de bodem witheet is en plantenzaden er niet kunnen ontkiemen, soms eerst na zeer lange tij'd. De zand zegge, een plant met lange taaie wortels, die zich in alle richtingen in de bodem vastzetten, verrichten pionierswerk voor de andere planten. Hier en daar op het eiland treft men de bekende Cranberry, een cultuurplant, van welks bessen een heerlijke jam kan worden bereid. Voor de oorlog was Enge land daar een belangrijk afnemer van. De drank uit deze bessen moet buiten gewoon gezond zijn. Oude Terschellingevs beweren zelfs, dat degene, die gezond wil blijven of'worden, elke dag een glas Cranberry-sap, een kop Centaulis een soort thee van gedroogd duizendgulden- kruid en twee zóute haringen moet innemen. Of het waar is wie zal het zeggen. Schaadt het met, helpen doet het misschien ook niet. maar het is aardig om te geloven in elk geval. Evenals de andere Waddeneilanden, bezit ook Terschelling een merkwaardige flora en fauna, die het toerisme overigens niet onbelangrijk hebben bevorderd. Be halve tal van vogelsoorten treft men er, wat de flora betreft, b.v. orchideèn. Zij groeien vooral langs de randen van de "alleien en bereiken vaak de grootte van een hyacinth. Het is een indrukwekkend gezicht deze brede zomen van forse, rijkbloéiende orchideën, die mede de roem vormen van dit fraaie eiland.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1949 | | pagina 4