DE REIS NAAR CANADA
De millionnair was „een schat
van
Okeej maj
een
man
Queuille kan Kabinet vormen
ROMANTIEK EN TRAGIEK
Glorie van Erickson ten einde
dier
i'
TIEN JAAR GELEDEN STIERF
PATER LEBBE...
De temperatuur
stijgt weer
Zijn ideaal: China aan Christus door
de Chinezen
De Vikingaan de Rotterdamse
Parkkade dood schip in levende haven
Een der laatste schepen van de vermaarde
vloot van Gustav Erikson, de „Viking", ge
tuigt van de oude glorie der grote zeil
vaart. Maar het is een dood schip in een
levende haven
Politieinspecteur stal
voedselpakketten van
gevangenen
ZATERDAG 1 JULI 1950
PAGINA 3
1 *r>
Een Nederlandse boer kocht grond op Wolfe Island voor slechts 5.-
per acre; de grond was prima, maar voor vele Canadezen bleek een
eiland niet aanlokkelijk. Vandaar dat de Nederlanders, die minder
hoge eisen stelden, zo'n goede kansen hadden. Veel vertier was er
niet: 's Zaterdagsavonds kwamen de hoeren van heel het eiland in
de „stam"-drugstore om Cola te drinken of praatten onder de enig
verkrijgbare alcohol ('n biertje) in de beerparlor over de komende
oogst, het vee en de dingen, waar hoeren in de hele wereld over
praten.
Alle Nederlanders vertelden me: het is hier één grote familie, met
weinig standsverschil, van de kleinste beneden-de-100-acre-boer tot
George Pyke toe. George Pyke bezit het grootste sehuurcomplex van
heel Ontario en beboerde met niet al te daverend succes 1200 acre.
Hij kwam onder een defecte zaaimachine uitgekropen, veegde z'n
handen af: „Newspaperman van Holland eej? Blij je te zien!",
waarna je verder bij deze roodharige jonge boer zowat alles doen en
laten kon. Zo zijn de meeste Canadezen: ongecompliceerd, gastvrij,
hartelijk. Hij had drie zonen. De roodharige spruiten bekijkend, zei
ik: „Ze lijken verdorie alle drie op jöü, George!" „Sure (natuur
lijk) zei George trots als een pauw. De oudste, paar vuisten hoog,
kwam op een monster van een tractor het erf op gevlogen. Op 'n
leeftijd, dat ik de vluggerd van "t durrep leerde fietsen, reed
Pyke Jr. met de tractor al heel de oogst binnen. „De lol is er allang
af," zei George, „zelfs de tweede geeft er al niks meer om (plm.
5 jaar!).
Schaapstal en kippen
Badkamer voor deurzetters
Finest family in the world
Kalf voor pioniers
De Tnrkies
Turkies contra Bisschop
ê:.i
.J
De romantiek van de zeilvaart bestaat nog slechts in de
letterkunde. Daarin stichtte een Arthur van Schendel met
zijn onvergetelijk boek „Het fregatschip Johanna Maria"
een monument. Niet voor die majestueuze galjoenen en
de admiraalschepen van onze roemrijke, zeventiende
eeuwse vloten, maar voor een van die „wind ships" of
'Windjammers", die tot op onze tijd getracht hebben,
de traditie van de stoere zeerob onder krakende raas
en holle zeilen te handhaven. In zijn boek roept Arthur
van Schendel alle schoonheid op van de zeilvaart en
tevens a]je smart Van de laatste zeevaarders, voor wie
het stoomschip de ondergang van heel hun wijde wereld
was.
SOLVEIG WEENDE.
Chinees met de Chinezen
DE HEER GIESBERGER
GERIDDERD
EEN VLOOT ONDER
SLOPERSHANDEN
„Wil je nou nog 'ns een mooie bóeren-
keuken zien?" vroeg George, na de scha
pen, de koeien, de stier („braaaaaf-is-t-ie"
suste ik in doodsangst) en de schuur, en
bracht me z'n huis binnen: de keuken
wais een wonder van glanzend email en
nieuwe gemakken: bijna een laboratorium
van knoppen en stekkers en meters. „Fan
tastisch, George!" „En hier is de salon!"
glom George, Er stond een piano, „want
je kón niet weten of de kid van de trac
tor nog niet eens piano zou gaan spelen",
en de muur hing vol vliegende keramie-
ken eenden; heel natuurgetrouw geverfd.
George's vader, die de boerderij had
groot gemaakt, was een paar jaar tevoren
gestorven. Wanneer je 't. over z'n vader
ihad. rolden er meteen dikke tranen over
z'n vlezige kaken.
Guust „John" voor 't gemak Kar-
reman® uit. Oudenbosch verdiende bij
George 120 in de maand. Hij was de
eerste Oudenbosschenaar in Canada en zijn
begintijd was alles behalve een reclame
geweest voor emigranten met renteniers-
bedoelingen. De eerste boer betaalde
slecht, was bovendien ook nog zo, dat
hij Karremans niet. eens naar 't ziekenhuis
liét gaan, toen hij vrij spoedig na aan
komst verblijd werd met een jonge „Ca
nadees". Dat moest, hij maar in z'n eigen
tijd doen. De familie startte met een fe
nomeen van een doktersrekening: een
jongetje kreeg de mazelen, die „naar bin
nen sloegen". Karremans zélf het fijt in
een duim- Hij kwam er niet eens af met
een 'verlossende .iaap in die duim. moest
geopereerd wordep, had geen geld, ver
liet na de operatie na veel moeilijkheden
en wederzijdse misverstanden eindelijk
het. hospitaal en liep met een verbonden
hand zestien mijl naar huis terug.
Het huis was niet veel zaaks, elke Zon
dag moest deze familie, geboren onder
de schaduw van de St.. Pieterskoepel in
Oudenbosch, zes mijl lopen naar de kerk
(boven de zes mijl is men overigens gedis
penseerd hier).
Men beloofde bun een nieuwe farm
met wat vee. Zij aan 't „move-n" (ver
huizen) hartje winter, met een kind van
2 maanden. Ze gingen er niet op vooruit:
de laatste bewoners van het huis wa
ren schapen geweest: een groot ver
trek, kachel in 't midden, houten Wand
vol gaten, en van de meegenomen dollars
nog honderd over: de nieuwe 3verkgever
was veel menselijker, maar zélf straat-
arm- „We knapten het huis wat op, zet.
ten het in de paint (verf)zel r".?e-
der Karremans (m'n man zal voor „u n-
ner" wel „op home" zijn). Later vulde
Karremans het verhaal aan met: e
heeft veel gehuild toen, ze zei maar al
tijd: „Ik blijf hier niet, hier wil ik weg
Van de laatste spaarcenten kochien ze dat
voorjaar wat kippen en een fokvarken.
Karremans deed van alles: werkte bij
een bloemist, hakte die winter hout m 't
bos, kruide zand op 'n fabriek (400 krui
wagens per dag, maar goed betaald), en
spaajde. „Met eten dejen we t zo
stillekes aon", zei z'n vrouw, „mar honger
emmen goddank nooit gelejen.
tweede winter had Karremans cent
cent 1000 bij elkaar, kreeg een renteloos
voorschot van nóg 1000, kon toen, na
een lening een 50 acre-farm kopen op
Wolfe Island; hij had al een wagen, t
paard ervoor hoopte hij gauw te kunnen
kopen. Ze hadden het „kwaaiste" achter
de rug. Het hui® was zeer geriefelijk, had
zelfs een badkamer: de vrouw wilde niet
meer terug naar Nederland, Zei Karre-
„Ife weet 't wel: knecht worden valt
niet mee, maar tóch zou ik 't iedereen
aanraden. Ik beb geluk gehad, maar je
moet téveel leergeid betalen, tenzij je
natuurlijk het land en de taal hèêl goed
zou kennnen".
Hij gebruikte kunstmest; het hele eiland
verklaarde hem voor gek; kostte teveel
geld. zeiden ze. Krachtvoer voor de koei
en? Kostte ook teveel geld, maar als ze
me nil de melk naar de fabriek zien bren
gen, zien ze 't verschil, en dat brengt geld
binnen
Laatste winter hadden ze wat 'pech:
koe dood, vijf kalveren dood,zo een
300 op stap, daar knap je wel van rrp-
Bovendien had je hier tóch meer kans om
naar de bliksem te gaan; grote droogte of
zoiets zou 't heel moeilijk kunnen maken.
In Joyeeville, niet ver van Kingston,
woonde de familie Fontijn. Op weg er
heen het was een gloeiend hete dag -
ontmoette ik Mr. Benjamin Franklin. Hij
kwam zijn wagen uit, viste wat losse
sigaretten uit z'n zak. knipte z'n hoed in
z'n nek en begon: „Well, dat zal ik je ver
tellen. Holland stuurde me de fijnste fa
mily in de wereld. Sure.... that Fontijn
family, maar zo zijn ze lang niet allemaal.
Volgens mij ligt het zo: Immigratie is
1/3 een kwestie van selecteren in Hol
land. 1/3 ligt 't aan de geselecteerde men
sen, 1/3 ligt 't aan de Canadees, die hen
neemt".
Tussen Mr. Franklin en de andere Cana-
dese boeren was uiterlijk weinig verschil.
Aiieen was hij goed voor meer dan een
millioen dollar. Hij had 1300 acres land,
waarvan 800 „erop" (bouwland), bezat ver
der twee veefarms met een „onbetaalbare
kudde korthoornig en hoornloos vee", dat
zeker 260.000 waard was„maar om
op die Fontijn-family terug te komen
well, toen ik ze af ging halen dat was
In '48 zei ik al meteen: die family is
ondervoed
mains zélf: .,'t Viel n.ie mee en ge mot ier
nie op een klein beetje zien, maor doe d-a
maor es in twee j-aor in Olland. De deur-
zetters winnen ier!"
Ergens de „eerste Dutchman'' te zijn
was ongetwijfeld dubbel moeilijk, maar
het kon ook erg voordelig zijn. Men was
voor de hele omgeving nieuw, men kreeg
vaak van alle kanten belangstelling; vol
deed men, dan blèèf men bovendien niet
alleen en dienden ook andere Canadese
boeren een aanvraag i.n. Vollering uit
Swammerdam was nog geen dag op Wolfe
Island of een Canadees kwam 'm 'n jong
kalf brengen; zomaar gratis voor niks ca
deau; zomaar omdat die Canadees lol had
in de moed van die nieuwe familie. Hij
vertelde me het verhaal terwijl hij (twee
jaar later) een van z n achttien koeien
zat te melken. De koe vooraan een
béste! was dat kalfje geweest. Hij had
nu 11 kalveren, 22 varkens, 100 acres in
eigendom, 80 gepacht.. Vollering was in
eens voor zichzelf kunnen beginnen, een
van de hoge uitzonderingen.
nemen, het was de fijnste family in de
wereld, maar na die oorlog en die over
stromingen en bombardementen en zo
jaaa, ze waren ondervoedik liet maar
meteen wat kisten sinaasappelen aanruk
kenwe moesten ze op gang brengen,
snap jeen ze hadden niet. veel zaaks
van schoenen aan, dus liet ik ook wat
schoenen voor ze komen, en kleren en
zomaar dèat vertel ik je: je kunt geen
betere family treffende finest family
I ever met (die ik ooit ontmoette). Zo zijn
ze niet allemaal. Een andere family van
Hollandik zeg 't je rechtuit, lui, en
niet wel opgevoednee, die is veel min
dernog roken? Enfin, ga z/lf maar 'ns
met Mrs Fontijn pratenHij stak me
de hand toe. knipte tegen de rand van z'n
hoed, wiegde weg in z'n wagen.
Toen we bij Mrs Fontijn aanklopten,
was ze net d'r voeten aan het wassen
Dat kwam van de tCirkies (kalkoenen);
elke morgen kreeg ze vuile voeten van
het turkies verzorgen.... ze had hópen
turkies.
Mrs Fontijn was een vriendelijke, goed
lachse vrouw; ze wilde Engels pralen: dat
was beleefder tegenover mijn Canadese
vriend, joe sie (zie je): later ging ze Ne
derlands praten, viel terug in haar En
gels, lachte ineens: „Gut, ik ben d'r hele
maal fan in de war!", begon wèèr in 't
Nederlands, zei ineens: „Nou kén ik 't
toch niet meer...." en lachte- „Afijn, 't
was nogal een vewaarloosd huis in
het begin was ik erg hoomsik, joe sie
(heimwee): wij Hollanders zijn klien
(proper) joe sieik vroeg Mr. Franklin
om wat paint en behang. „OKeej maj
dier („m'n beste"), zei Mr. Franklin, jul
lie moeten echt iets maken van dit huis.
Toen wilde ik zélf ook wat verdienen, en
ik vroeg 'm om een job. 200 Turkies, maar
ik had pech, joe sie; het tweede jaar ver
loor ik er van de 1200 maar 80 en nu is
het nog minderJa. Mr Franklin is
een echte schat voor ons.ooh, je moet
'm met onze jongens zien: hij stuurt er
twee naar Chicago op school om alles
van machines te leren, op zijn kosten, en
onze oudste won op de High School (mid
delbare school) 4 scholarships.... mooie
dollarprijzendie gaat nou op de Uni
versiteit voor aeroplane engineering....
en de derde is helemaal zijn eigen zöön
kan je wel zeggen, wordt door hem ge
kleed
„Zoals de schoenen?"
„Nee. die hebben we daarna terug moe
ten betalenOooh, Mr. Franklin is zó
aardig, maar je moet bij 'm in de smaak
vallen, hoor, dat welals je maar be
leefd bent.Ik zeg altijd „Ja, Mr.
Franklin" en „Nee. Mr. Franklin" en we
je kunt ze dat niet kwalijk sprej{en altijd EngelsSommige andere
Nederlanders spreken altijd Hollands....
dat moet je niet doen, dat is niet „Polait"
(beleefd)Z'n vrouw is van de States,
ooh die was ook zo hoomsik in 't begin.,
nou geeft ze me Engelse les.
In 't begin is *t een reuze vernedering.
ik had een schitterend huis in Uithoorn,
m'n man vier knechtenen nou alles
te moeten vragen.... ooh, in het begin
was 't wèl hard an je.... Ik verdien
toch zeker 1100 dollar met die turkies;
ik naai oök nog voor andere mensen en
ik heb nog twee Hollanders en een Deen
in de kost, ja, ik doe alles zélf. Met
Kerstmis kregen we 'n mooie radio van
Mr. Franklin, en ik kreeg een naaimachi
ne.... Nee, met een'eigen farm wachten
we nog even.we willen niets lenen
het gaat vaak zo: buurman eigen farm,
dón ik ook, maar wij kunnen wachten.
eerst nog wat dollars verdienenik
heb nou nog commissieloon bedongen, om
dat ik zoveel voer voor de turkies bestel.
Een auto kan ook nog even wachten
we hebben zeven kinderen en zo gauw
die auto er is, hou je die niet meer bin
nen 's avonds.... ik heb een frigidaire
aangeschaft.... daar hou je de familie
mee bij elkaar....".
Enkele dagen tevoren was „Bishop
Hcnsen" in Kingston geweest. Alle ka
tholieke emigranten waren verwittigd, dat
mgr Hansen hen graag ontmoeten wilde.
„Ik was graag gegaan hoor, daar niet
van.... maar zie je, ik kon niet weg
vanwege, de turkies
J. W. HOFWIJK
(Telefonisch van onze Parijse
correspondent
De heer Queuille is hedennacht om
drie uur met een er flink uitziende
meerderheid <360 tegen 195) in staat
gesteld om als aangewezen premier op
te treden, maar drie moeilijke dagen
wachten hem om het ministerie ter
heen te brengen. Want twee der grote
partijen hebben omtrent het program
van het ministerie eisen gesteld, waar
door de stemmen met zoveel voorbe-
houd aan de heer Queuille zijn gege
ven dat het allerbehalve zeker is dat
hÜ zal slagen.
De socialisten hebben van de gelegen
heid een zo breed mogelijke meerderheid
te vormen gebruik gemaakt om zich op
te werpen als de verdedigers van salaris
verhogingen en hun onmiddellijke sociale
politiek zou minstens 100 milliard kosten.
Geeft de heer Queuille hen op dit punt
loe. (Jan hebben zij geen reden meer om
buiten het ministerie te blijven en kun
nen zjj het aanvaarden der portefeuilles
gemakkelijk tegenover hun partijgeno
ten verantwoorden.
De M. R. P„ die bovendien ontstemd
is over de verklaring van de heer
j Queuille betreffende de kieswetwijziging,
j in het voordeel van de opvatting der ra-
jdicalen, heeft gemeend, dat als aan het
i partijbelang der andere partijen van de
meerderheid zulke zware offers moeten
worden gebracht, zjj niet achter kan blij
ven, om het schoolvraagstuk aan de orde
te stellen en hulp te eisen voor de ouders,
die voor hun kinderen het bijzonder on
derwijs begeren. De rede van de heer de
Menthon was dan ook zeer belangrijk en
had het applaus der gehele rechterzijde.
Men ziet intussen niet in, waarover de
partijen het eens zouden kunnen worden.
En men is derhalve niet overmatig opti
mistisch omtrent de kansen van de heer
Queuille, die aan het gevaar bloot staat,
dat of de M. R. P. of de socialisten toch
niet verder zullen willen gaan dan slechts
steunpolitiek te beloven, waardoor het
ministerie aan een zijden draad zal han
gen.
'f&m
De oudste kwam op een monster van
een tractor het erf op gevlogen.
Onze oudste zoon icon op de Higlischool vier scholarships
Hierboven: de uitreiking op het Reeiopolis-college te Kingston. Tweede
van links Cornell's Fontyn.
De Missie-Inter-Academiale is gister- t Moederkerk tot een voorpost van het
Westen. Het volk begreep haar niet en
werd door haar niet aangetrokken.
Het is de grote verdienste van pater
avond haar 28ste congres begonnen, dat
gehouden wordt op het conferentie-oord
„De Rading" bij Hilversum. Als „onder
werp" van het congres heeft men dit jaar Lebbe, dat hij de supra-nationale Moe
gekozen: „Tien jaar geleden stierf pater j derkerk in China trachtte los te maken
T 1- 1- 1* - - 1 rlwntrïn
Lebbe
Pater Lebbe was een Belgisch Lazarist,
die als missionaris in China werkte. Hij
van Westerse en imperialistische strevin
gen. De Moederkerk zou niet langer
„vreemde import" mogeji zijn. Pater Leb;
was een van de eersten, die zag hoe de I be wilde niet alleen Chinezen dopen, hij
Evangelisatie van China andere wegen
moest gaan. De missie in China had tot
dusverre bedroevend weinig resultaat.
Terwijl uitstekende missionarissen vier
eeuwen lang hun ijver en hun deskun
digheid aan China hadden gegeven, wa
ren er slechts 227.000 Katholieken op
een bevolking van 450.000.000 zielen.
Als een der voornaamste oorzaken zag
pater Lebbe de grote afstand, die er be
stond tussen de verkondigers van het
.Evangelie en de Chinese bevolking.
Slechts buitenlandse priesters en bis
schoppen had de Kerk in China. Chine
zen zelf hadden er nooit een stem in het
godsdienstige kapittel. Dat maakte de
■roilvaaiU ls ePOS van de Zee en de
iJ h.eeft in de wereldliteratuur
Vi hi? a ?n- We herinneren hier
slechts aan Herman Melville's „Moby
i1' i w °-<?n niet *n de eerste
plaats net zeilschip tot middelpunt der
De boegspriet van de „Viking", een der laatste, grote wind shipsDe
trotse viermastcr ligt thans aan de Parkkade te Rotterdam, ter opluistering
van de Ahoy! Er moet een koper voor gevonden worden, want het schip
brengt al varend 'zijn geld niet meer op.
handeling heeft, als een der vele in een
lange rij, waarvan Otto Hausers „Het
laatste zeilschip" een klassiek sluitwerk
vormt. In deze lange rij behoort Joseph
Conrads „De Neger van de Narcissus"
wel tot de boeiendste boeken, waarin het
leven op zo'n ouderwets zeilschip be
schreven wordt.
Over de „Viking"' is nooit een boek
geschreven. Maar deze prachtige vier-
master, die thans aan de Parkkade te
Rotterdam ligt en daar een der attracties
van de tentoonstelling Rotterdam-Ahoy'
vormt, komt toch in de annalen van de
zeilvaart, zoals deze zich tot in onze
eeuw in stand tracht te houden, her
haaldelijk voor en wordt dan met ere
genoemd, in één adem met beroemde
schepen als de „Herzogin Cecilie", de
„Grace Harwar", de „Pamir". de „Poto-
si" e.a.
De „Viking" heeft behoord tot de vloot
van kapitein Gustav Erikson uit Ma-
riehamn op de Alands-eilanden. En in
de naam Erikson is de wanhopige
strijd van het zeilschip tegen de stoom
boot en het motorschip als het ware
gesymboliseerd. Deze Gustav Erikson
was een oude zeerob. Hij ging als Jon
gen op een zeilschip het zeegat uit en
als ouder wordend man heeft hij heel
zijn fortuin geofferd, om tot het laat
ste toe een vloot van „wind ships"
over de zeven zeeën te doen varen.
Voor dc eer, de grootste reder van
grote zeilschepen tp zijn, heeft hij te
gen de tijd gevochten, zoals hij als
kapitein van een viermaster tegen de
stormen vocht, op de in onze ogen
eindeloze reizen over twee oceanen
van het ene werelddeel naar het an
dere.
Laten we die Gustav Erikson even van
dichterbij bekijken. Ongeveer een jaar
voor de wereldoorlog 1914-1918 verliet
hij de zee, na een reeks gelukkige reizen
met zijn eigen bark. Hij was toen pas 41
jaar. Maar hij had reeds 31 jaar op zee
v; ww
mir"'bij het binnenkomen aan de ..Pas
sat" de gebruikelijke „three cheers"
bracht-, omdat ze toch snellfer was ge
weest.
Aan de kade weende Solveig, de
schoondochter van Gustav Erikson. wier
leven al even, verweefd. geweekt, is met
dé zee als dat van haar man, Diens taak
werd het, de Alaqd?vioot te liquideren,
een. sinistere opdracht voor de zoon van
Gustav Erikson
Hij wist, dat de „Viking" in Antwer
pen lag, na als al de andere „wind ships"
te hebben ondervonden, dat wind goed
koop mag zijn. ma6r het „time is money"
steeds meer een dwingende noodzake
lijkheid is. Reeds sinds enkele jaren be
hoefde de „Viking" niet meer naar Ma-
riehamn te varen- En daar lag niet meer
die vloot van vijftien tot twintig grote
zeilschepen in een kleine baai voor an
ker een in de wereld uniek gezicht.
In de haven van Antwerpen zat de
„Viking" practise!) aan de ketting. Het
schip kon geen vracht meer krijgen en
het zou openbaar verkocht zijn gewor
den, indien er slechts een gegadigde was
geweest. De wereld is echter geen
Gustav Erikson meer rijk. Men heeft het
toen naar Rotterdam gehaald en daar ligt
het thans tot meerdere eer en glorie
van de moderne zeevaart.
Een brok romantiek, tevens een brok
tragiek, deze „Viking". Wie op het dek
van dit machtige schip staat en even
moet zoeken naar het topje van de grote
mast en een kraaiennest ontwaart zo
hoog als een toren, geeft zich hiervan
rekenschap. Voor de kabelgaten liggen
de grote ankers. Beneden zijn de matro
zenverblijven verlaten. Er hangt slechts
wat te drogen van de Hollandse Jantjes,
aan wie de bewaking van het schip is
doorgebracht en met lede ogen zag hij toevertrouwd. De zeilen liggen niet meer
een voor een de statige „wind ships" van gereed, om aangeslagen te worden en de
de zee verdwijnen. Er gingen er ten on- j werkplaats van de scheepstimmerman is
der. Sommige vergingen met man enleeggehaald, evenals die van de zeilma-
muis. Zo b.v. de „Kjobenhavn", die als ker.
De Vikingonder zeil. Drie en der-
lig zeilen voert deze viermastbark,
die nog kort geleden tot de trotse
vloot der „wind ships" van de be
roemde reder Gustav Erikson
behoorde.
wilde ook de Chinese cultuur kerstenen,
niet door ze Westers te maken en door
de Chinese Katholieken te doen doorgaan
voor „katholieken van de tweede rang",
maar door zelf Chinees met de Chinezen
te worden, door hun cultuur te assimile
ren en door te doen wat hij kon om op
den duur de Europese missionarissen
overbodig te maken. Zijn ideaal werd:
China aan Christus door de Chinezen.
Om dat ideaal te verwezenlijken zou er
een inlandse clerus moeten komen en
een eigen Katholieke élite. Hij werkte
van 1920 tot 1927 onder de Chinese stu
denten in Europa en doopte er honder
den. Hij stichtte in Leuven twee congre
gaties, een van priesters, de S.A.M. (So-
ciété des Auxiliaires des Missions) en
een van vrouwelijke leken, de A.L.M.
(Auxiliaires Laiques des Missions), wier
taak het was en is zich zoveel mogelijk
aan te passen bij het volk in de missie,
en onvoorwaardelijk ten dienste te staan
van de inlandse clerus, du^ niet om de
leiding te hebben van het missiewerk.
Zelf liet, hij zich naturaliseren. Hij
kleedde zich als een Chinees. Hij nam
een Chinese naam aan: Ley Ming Yuan
„De donder die in de verte met groot
rumoer weerkaatst". Hij spyak Chinees.
Hij dacht en voelde Chinees. Hij be
leefde zijn grote succes, toen Pius XI
in 1926 de eerste zes Chinese bisschop
pen wijdde. Toen hij stierf, in 1940,
waren 24 van de 96 bisschoppen in
China zelf Chinezen. En het aantal
katholieken was toen gestegen tot bij
na 3.000.000.
Op 24 Juni 1940 is pater Lebbe gestor
ven. Hij werd op dit M.I.A.-congres, dat,
behalve door Nederlandse Katholieke
studenten ook wordt bijgewoond door 'n
groep Chinese en Indonesische studenten,
herdacht door abbé P. Goffard S.A.M.,
die gisteravond sprak over Pater Lebbe's
zienswijze en werk. Vanmorgen heeft R.
St. Munadjat Danuseputro gesproken
over het aandeel van Katholiek Indone
sië in de totstandkoming van de nieu
we Staat. Vanavond spreekt pater J. Bak
ker S.J. over het krachtenspel in de
Zuid-Oost-Aziatische staten, terwijl in de
feestvergadertng van morgen het woord
zal worden gevoerd door dr. A. -Fpeitag
S.V.D. over de vraag: „Heeft de Kerk
een plan voor de toekomst?".
IN TE
(Van onze weerkundige medewerker).
Het zal menigeen met enige schrik ten
aanzien van de plannen voor het week
end hebben vervuld, dat Vrijdag, juist op
de laatste dag van de prachtige maand
Juni, de temperatuur een belangrijke in
zinking moest krijgen. Gisteren drong
koelere lucht ons land binnen, hetgeen
wel veel bewolking, maar practisch geen
regen tot gevolgd had. Vergeleken met
Donderdag was de daling van de tempe
ratuur enorm; het verschil tussen de ma
ximumtemperaturen van beide dagen
was zelfs niet ver van de tien graden af.
Alleen in Limburg kon het kwik gister
morgen nog flink oplopen, want de be
wolking die met het front samenging,
arriveerde daar pas later op de dag. Op
het vliegveld Zuid-Limburg, waar Don
derdag 30 graden werd gemeten, w"^rd
zodoende Vrijdag nog 24 graden bereikt,
terwijl in andere provincies ongeveer 20
graden de hoogste temperatuur was.
Deze daling van de temperatuur zal
weer in een langzame stijging overgaan.
Weliswaar heeft de stijging van de lucht
druk op de Oceaan èn de Britse eilanden
tot gevolg, dat de wind nog wel even in
de Westhoek zal blijven en de aanvoer
van koele lucht dus aanhoudt, maar deze
stroming wordt steeds zwakker, waar
door de zon steeds meer invloed kan krp-
gen. Er is zodoende een mooie Zondag op
komst, met weinig wind en met flinke pe
rioden van zonneschijn, maar zonder gro
te hitte.
In bezettingstijd waren de politieke ge
vangenen, die verblijf hielden ln het
Haagseveer te Rotterdam overgeleverd
aan de practijken van de politie-inspecteur
P. C. Versloot, die tot directeur van deze
„Polizei-Gefangnis" was aangesteld. In
die kwaliteit nam hij voedsel-pakketten.
geneesmiddelen en distributie-bescheiden
voor de gevangenen bestemd, in beslag en
wendde deze te eigen bate aan.
In verband met deze malversaties werd
hij overgeplaatst naar Nijmegen, waar hij
als corps-chef door zijn driest optreden
spoedig zeer berucht werd. Kort voor de
bevrijding kwam hij in Deventer terecht,
waar hem de leiding van een Sonder-
kommando werd opgedragen. Daarbij
bLeek hij een zeer actief Joden-Jager te
zijn en iemand, die van Deventer uit ge
heel Overijssel terroriseerde.
Gisteren stond hij terecht voor de bij
zondere strafkamer van de Arnhemse
rechtbank. Niet minder dan 24 getuigen,
van wie 11 a decharge, waren voor de be
handeling van deze zaak opgeroepen.
Nadat de rechtbank zich de gehele dag
had bezig gehouden met het verhoor van
deze getuigen, werden requisitoir en plei
dooi uitgesteld tot de zitting van 4 Aug.
Bij zijn aftreden als directeur van de
Ned. Spoorwegen is de heer H. Giesber-
ger door H. M. de Koningin benoemd
tot ridder in de Orde van de Ned. Leeuw.
Gisterenmorgen kwamen in het hoofd
gebouw van de Spoorwegen talrijke re
laties afscheid van hem nemen.
schoolschip dienst deed en in 1925 een
reis aanvaardde, waarvan het nooit te
rugkwam.
De meeste echter vielen onder slopers
handen. Van honderden verminderde net
aantal tot enkele tientallen, wier kamp
om het bestaan steeds moeilijker werd
Wel spraken velen vol bewondering over
de zeilvaart, verzekerend, dolgraag eens
een tocht met zo'n berg van zeilen te
willen maken en „de Kaap te ronden",
maar in de practijk waren er maar wei
nigen, bereid, het toen vrij lage passa
gegeld te betalen en ook het vinden van
geschikte bemanningen werd steeds
moeilijker. De ene reder na de andere
verkocht zijn schepen voor afbraak. Me
nigmaal meldde zich hiervoor zelfs nog
geen koper. Er is een tijd geweest, dat
er in de havens van Amerika's West
kust zes of zeven „wind ships" triestig
lagen weg te rotten.
Gustav Erikson liet er zich niet door
ontmoedigen. Hij probeerde, door een
uiterst zuinig beheer zijn zeilvloot ren- Onder Deense vlag heeft de „Viking"
dabei te maken. En dit is hem een aan-1 zijn kielzog echter door jlke zee gelrok-
tal jaren gelukt, zodat hij ten slotte met! ken. sinds ze in 1907 van stapel liep
grote voldoening kon vaststellen, vrijwel Eigenlijk getuigt er niet zo heel veel
alle grote zeilscnepen van de wereld on- meer van het schone verleden. Maar
der zijn vlag te hebben verzameld, zelfs in zijn onttakeling is de „Viking"
Maar.... enkele jaren vóór ziin dood toch nog indrukwekkend. En wie zien
schreef hij aan één der chroniquers van bekoord blijft voelen door de romantiek
j- :ij.t. u;,- j. ivan c]e 0U(ie zeilvaart en zijn verbeel
dingskracht de vrije loop laat, zal groot-
Het is een dood schip geworden, de
„Viking" een dood schip in een levende
haven. Vlakbij, op de kade, is een rao- j
dern schip uitgelegd, Een grote scheeps-
machine draait er, een indrukwekkende j
schroef vertelt van de kracht, die ster-1
ker is dan de wind. op een brugdekhuis
kan men de radar bewonderen. En bijna j
uitdagend rijst -de mast met de laadbo-
men van het nieuwste type vrachtboot j
naast het want van de „Viking" op.
Die is als een monument, het monu
ment van zijn eigen glorie. Op de ten-
toonstelling getuigt alles van het tinto-
lende leven ener tot in het uiterste ge-1
mechaniseerde haven, van het ingenieuze
mechanisme, dat thans de zeevaart is. de
zeevaart, waarin geen zeilen meer klap
peren. En als een getuigenis van hetgeen
voorgoed voorbij is, werd het trotse zeil
schip aan bolders geboeid.
Het is meer dan twee jaar geleden,
dat de 3600 vierkante meters zeil op de
oceaan dienst hebben gedaan. De precies
33 zeilen nebben het schip na de afgelo
pen oorlog het was toen te Mariehamn
opgelegd slechts enkele malen naar
Australië en terug naar Europa gebraent-
de zeilvaart, dat hij de toekomst donker
inzag.
Toen Gustav Erikson stierf, wist hij,
de strijd verloren te hebben en dat zijn
schepen één voor één uit de vaart zou
den moeten worden genomen. Dit jaar
kwamen de laatste twee schepen van de
Alandvloot de haven van Cardiff bin
nen. de ..Passat" en de „Pamir". Beide
hadden een reis van 15.000 zeemijlen
achter de rug, Beide hadden ze voor de
laatste maal met een lading graan de
beroemde graanrace van Australië naar
se vergezichten zien opdoemen, al zal hij
misschien vergeefs moeite doen, om iets
van de waarheid te achterhalen van het
verhaal, dat eens onder de bemanning
de ronde deed, als zou de geest van een
scheepsjongen door het schip rondspo
ken, van de scheepsjongen, die in volle
zee over boord sloeg en voor aller ogen
jammerlijk verdronk
De tragedie van de „Ormen Friske".
het Zweedse Vikingschip, dat aan de
Engeland gemaakt.. De „Bassat" had er Farkkade te Rotterdam niet ver van de
honderd tien dagen over gedaan, de I „Viking" zou komen te liggen, heeft
„Pamir" 121 dagen, maar die elf dagen,1 weer eens bewezen, dat de zeilvaart een
speelden nauwelijks een rol, hetgeen niet romantisch, maar ook een gevaarlijk be-
wegnam, dat de bemanning van de „Pa-[drijf was....
ln het want van de „Viking" Wanneer je begint te klimmen, wil je toch
wel eens zien, waar je uiteindelijk terecht komt