OOST-BERLIJN, een grauwe
beklemmende stad
DE KUNST, WEERKLANK DER
SCHEPPING
Congregatie van het Goddelijk
Woord bestaat 75 jaar
Prinses Willielmina tot aan
komende studenten
Hoe een Javaans bisschop zijn
katholieken opvoedt
Distributie, hoge prijzen en gebrek
aan vrijheid
Volkspolitie en propagandaleuzen
beheersen het leven
mr^'
rn
Jubilea bij Paters
Capucijnen
Missies over de gehele wereld
Plicht en taak in academische gemeenschap
Het huwelijkwaarmee „de Paus zich
bemoeide99
SEPTEMBER 1950
PAGINA
Onzeker gevoel
Nieuwsgierig zwerf ik verder de Rus
sische sector in. Het straatbeeld is grauw.
De mensen zien er over het algemeen
armoedig gekleed en weinig opgewekt
uit Een ongebonden lach klinkt nergens.
In een straat staat een lange, stille rij
te wachten. Er is distributie van inmaak-
glazen. Met rugzakken en boodschappen
tassen sleept men de buit tevreden naar
huis. De hele sfeer heeft iets beklem
mends. Een gevoel van onzekerheid be
kruipt me. Het krioelt overal van de
Volkspolitie. In hun zwarte uniformen,
blauwe overhemden en rode dassen zjjn
de meesten zich welbewust van hun
macht. Vooral de vrouwen onder hen.
Goudse kaas
Katholieke kunstenaars uit 25 landen congresseren
in Rome
Zilveren kloosterfeest van
minister-provinciaal
il
WB8BSH
Hoe Mgr. zijn benoeming
bekend maakte
Moeilijke taak
(Van onze speciale verslaggever)
BERLIJN, Augustus 1950.
Met een lichte schok remt de overvolle métrotrein op het ondergrondse
station. Een stroom van haastige reizigers perst zich naar buiten. In de
drukte kan ik de naam van het station niet lezen. De eerste de beste mede
reiziger vraag ik ernaar.
„Waar zijn we hier.
„Alexander Platz
„Is dat in de Russische sector
De man kijkt me even wantrouwend aan.
„Kijk maar eens om je heen
En hij heeft gelijk. Het valt niet moeilijk te ontdekken in de Russische
«ector te zijn. Eerst is daar een grote, blauwe vlag met het embleem van
de Freie Deutsche Jugend erin: de communistische jongerenbond. Aan de
kiosk hangen kranten en tijdschriften met geheel andere namen dan die
in de Westelijke sectoren. Het zijn namen, die duidelijk hsun communistische
afkomst verraden: Friedenspost, Neues Deutschland, National Zeitung,
Junge Welt en dergelijkè. Ook een stuk of wat Russische kranten. En op
de muur tussen advertenties voor zeep en motorwedstrijden prijkt de
goedige, grootvaderlijke kop van Stalin met ernaast een gemoedelijke dank
betuiging: Welbedankt voor de groeten van de jonge, Duitse vredes-
voorvechters
kan krijgen. En zeker als leden van het
bezettingsleger eveneens in de HO inko
pen doen en buitenlandse missies hun
chauffeur naar de Oost-sector sturen
ona er bloemen te kopen, daar die er zo
veel goedkoper zijn dan in West-Ber-
Üjn
Doelloos loop ik verder. Het is allemaal
buiten hangen om aan te geven, dat het
een of ander uitverkocht is. Unter den
Linden is een dode boulevard. Commu
nistische leuzen trachten de aandacht
van de ruïnes af te leiden. Hande weg
von Korea staat er en Ami go home.
Overal zwart-rood-gele vlaggen van de
Oost-Duitse republiek en rode commu
nistische vlaggen. Scheefhangende letters
aan een troosteloze ruïne geven aan, dat
daar het vermaarde Adlon Hotel gestaan
heeft. De Brandenburger Tor staat in
de steigers. Aan een kiosk koop i!k wat
communisische kranten en tijdschriften.
Ze kosten bijna niets. Maar er staat dan
ook niets leesbaars in. De resten van
Hitler's bunker bij de Rijkskanselarij
liggen er nog. De beruchte GPU-gevan-
genis aan de Karlstrasse (vlak bij het
oude theater van Max Bernhardt) is nu
leeg. Maar er zijn nog genoeg andere ge
vangenissen. En men ziet er niets
vreemds in op de muren ervan leuzen als
De Jeugd eist Vrede te kalken. Alles
steunt op leuzen en vlaggen en politie.
Einde van de Democratische Sector
staat er ineens provocerend op een wit
bord met de Oost-Duitse kleuren. Met
toch iets van verlichting loop ik er langs
de Britse sector in. Het is allesbehalve een
levensgevaarlijke onderneming om de
Russische sector te bezoeken. Vele men
sen doen het. Maar niemand voelt zich
op zijn gemak. Men realiseert de kans op
een onverwacht incident. En de machte
loosheid om met de Russen te discussiëren.
De spanning hangt als het ware in de
lucht. Een zekere beklemming. En nog
hetzelfde. De winkels hebben weinig dagelijks verdwijnen er mensen, die die
artikelen en soms hebben ze een kaart zich van geen enkel kwaad bewust zijn
De Alexander Platz is het centrum van
een volkswijk. Als overal in Berlijn
heeft de oorlog ook hier zijn sporen
onuitwisbaar achtergelaten. Puinhopen
en ruïnes strekken zich naar alle kan
ten uit. Na al die jaren nog steeds.
..Voetgangers oversteken!"
De stem van een vrouwelijke volks-
politieagent klinkt uit een luidspreker.
In een kudde steken de mensen over.
Ik laat me in de stroom meevoeren. En
tegelijk geef ik mijn ogen goed de kost.
Het is een en al communisme om me
heen. Het communisme schreeuwt van
aanplakzuilen, van alle gTote gebouwen,
van de muren van onbewoonbare hui
zen en van de gezichten van sommige
voorbijgangers. Een enorm spandoek aan
de gevel van een warenhuis somt de
verschrikkingen van de atoombom op-
Kruiselings over de étalageruiten ge
plakte papierstroken moedigen de men
gen aan het gebruik van atoomwapens
te bannen en deel te pemen aan de strijd
voor de vrede. .Moeders, sluit u aan bij
de Duitse Vrouwenbond" staat er op een
ander gebouw.
De Volkspolitie heeft een serie foto's
op een bord geprikt om het publiek te
overtuigen van haar vredelievend werk
als het letten op verkeersovertreders,
het escorteren van schoolkinderen over
drukke kruispunten en het in veilig
heid brengen van te ver in zee zijnde
baders. Een bioscoop adverteert de Rus
sische film „Untergang der Adler". De
arbeiders worden opgeroepen voor een
bijeenkomst in het circus. En iedereen
wordt aangemoedigd de tentoonstelling
te bezoeken van de geschenken, welke
het Duitse volk aangeboden heeft ter
gelegenheid van de derde partijdag van
de communistische Sozialistische Ein-
heitspartei Deutschland. Een speciale
stellage op het drukke plein is volgeplakt
met spotprenten op West-Berlijn. Op een
staat een welgedane West-Berlijner, die
zegt „Bei uns gibt es alles!" en dan wijst
hij naar een leger werklozen voor een
arbeidsbureau- Twee andere posters ge
ven enerzijds de vrije, gezande en zorgen-
loze opvoeding weer van jonge Duitsers
in de Russische zóne, en anderzijds de
opvoeding tot Amerikaans kanonnen-
vlees in het Westen. Maar bij een teke
ning, die een Duits vreemdelingenle
gioen in dienst van de kapitalistische
mogendheden moet voorstellen, heeft
iemand met potlood gekrabbeld „Oost-
Deutsche Volkspolizei.
Op een hoek is een warenhuis. Han-
lielsorganization staat er over de hele
gevel. Het is een van de Russische In
stellingen. Practisch alles is nog op de
bon. In de HO kan men echter alles
bonvrij kopen. De prijzen zijn echter
veel hoger. En de kwaliteit is over het
algemeen slecht
Met. de stroom schuif ik er naar bin
nen. Het eerste wat opvalt zijn ook hier
de propagandaleuzen. En een stand, waar
men het manifest voor de vrede kan te
kenen. Een potlood aan een touwtje ligt
erbij. En men kan zo dikwijls tekenen
als men wil. De Russen bekommeren
zich alleen om grote getallen.
De afdeling van belegde broodjes ad
verteert een broodje met caviaar voor
slechts 50 pfennig. Maar de caviaar is
er dan ook naar. Verder is alles duur
Een blocnote te voorschijn halen en een
paar aantekeningen maken is riskant
Het kan leiden tot een ontmoeting met
de Volkspolitie en uiteindelijk met de
GPU. Een Nederlands paspoort met de
vermelding journalist erin is dan vol
doende om van spionnage beschuldigd
te worden.
Maar een aantal prijzen kan ik wel
onthouden. Er ligf. Goudse kaas voor
1.60 mark (ongeveer 1,50 naar Neder
landse maatstaven) voor een kwart pond.
Een doosje lucifers kost twee kwartjes.
Eén sigaret va.n slechte kwaliteit dertig
cent. Een pond margarine zes gulden vijf-
en zeventig, Een pond boter allerliefst
dertien gulden vijftig. En het smaakt dan
nog meer naar kaarsvet dan naar boter.
Bij de herenmode een das voor achttien
gulden en een pyama voorhonderd
en-achttien gulden. Een spel papleren
De Kurfürstendamm heeft veel
van zijn oude glorie als Ber-
lijns mooiste winkelstraat her
overd. Er zijn weer luxueuze
winkels (al gaapt erboven vaak
een uitgebrand gebouw of een
levensgevaarlijke ruïne). De ter
rassen zijn er weer, en ze zitten
de hele dag vol drinkende en
etende (er wordt ontzettend veel
slagroom verwerkt) mene n. De
Berlijners flaneren weer in dichte
drommen over de gezellige trottoirs
En er langs parkeren de nieuwste
en sierlijkste producten van de
automobielindustrie. Maar er is ook
een andere wereld in deze stad.
De U-baan leidt erheen tussen
eindeloze ruïnes en puinhopen. Het
is de Russische sector van Berlijn.
speelkaarten is drie-en-een halve gulden.
Het zijn bijna onbetaalbare prijzen voor
Oost-Berlijners. Maar de HO bestaat dan
ook bij de gratie van de West-Berlijners.
Zeer velen kopen in de warenhuizen In
de Oost-sector. Overal kan men tenslotte
één Westmark wisselen tegen zes Oost-
marken. En als men dan niet teveel op
kwaliteit let, kan men er goedkoop te
recht. Het is natuurlijk niet erg patriot
tisch van de West-Berlijners om hun
geld in de Russische sector te besteden.
Maar de Berlijner heeft het moeilijk met
een kwart van de bevolking steuntrek
kend (300.000 werklozen en nog eens
300.000 ouden van dagen invaliden en
oorlogsslachtoffers). En als men zijn hele
inventaris in de oorlog verloren heeft en
eindelijk een beetje geld bijeen heeft
kunnen sparen om wat nieuws te gaan
kopen dan is het wel erg veel geëist In
een West-Berlijns meubelmagazijn één
stoel te gaan kopen als men met het
zelfde geld in de HO vier of vijf stoelen
De kunst is in ons allen de weerklank van de schepping, de echo van de
hemelse stem die haar in het leven riep, en heeft met de andere wijzen van
verheerlijking van de Schepper de liefde en het gebed het steeds in
communicatie staan met God en alles wat uit Zijn Hand voortkomt gemeen.
Deze gemeenschappelijkheid veronderstelt een steeds wederkerig in elkaar
opnemen en opgenomen worden van mens en schepping zoals God in de
mens en deze in God is, omdat het zand, de zee en de sterren de snippers
zijn van Gods tegenwoordigheid.
De hoogeerw. Pater dr. Ferrerlus, mi
nister-provinciaal der Capucijnen, hoopt
7 September In het klooster te 's Herto
genbosch zijn zilveren kloosterjubileum te
vieren. Tegelijk met hem zal de vicarius
van het Bossche klooster Pater Nicasiüs
zijn zilveren klooster jubileum vieren.
Verder vieren die dag nog hun zilveren
jubileum de paters Nicodemus in Hel
mond, dr. Fidentius in Eindhoven, Silves
ter in Helmond, Remaclus in Voorschoten,
Wilbertus op Borneo. Elpidius op Sumatra
Reinaldus in Den Bosch, Eilardus in
IJmuiden en Euphrasius in Eindhoven.
Na zijn plechtige professie in 1929 stu
deerde pater dr. Ferrerius theologie aan
de „Gregoriana" te Rome en doctoreerde
hij aan het Pauselijk Oosters Instituut
„magna cum laude" in de Oosterse Ker
kelijke Wetenschappen. Na in 1933 over
gegaan te zijn naar de Byzantijns-Slavi
sche ritus, vertrok hij in 1936 naar Polen
om te werken onder de katholieken van
de Oosterse ritus en tevens om met enkele
medebroeders een Oosterse tak van de
Capucijnenorde te vormen. In de provin
cie van Warschau bekleedde hij de functie
van lector der philosophic, terwijl hij te
vens novicenmeester was voor de Oosterse
tak van de orde.
Wegens de politieke toestand was zijn
arbeid aldaar slechts van korte duur. In
December 1939 al moest hij naar Neder
land terugkeren. Hier werd hij in 1940
benoemd tot Gardiaan van het klooster te
Babberich en in 1942 tot Definitor en
Magister der fraters-novicen te Udenhout.
Op het Provinciaal Kapittel van 1945 werd
hij gekozen tot Minister-Provinciaal en in
1948 werd hij voor dezelfde functie her
kozen.
Volgens gebruik van de orde worden de
zilveren kloosterfeesten alleen gevierd In
besloten kring van de klooster-communi
teit.
Met deze beginselkeuze startte het
knappe en gloedvolle referaat van prof.
Raoul Villedieu voor het internationale
congres van katholieke kunstenaars, dat
in het bastion van de H. Rota, de Vati
caanse kanselarij van 1 tot 5 September
werd gehouden en waarop dagelijks een
algemeen en drie bijzondere onderwerpen
aangaande architectuur, beeldende kun
sten en muziek aan de orde werden ge
steld.
Het betoog van de Franse hoogleraar is
wellicht het helderste dat op dit congres
ter tafel werfl gebracht en alleen al om
dit document valt het te betreuren dat de
belangstelling, al zijn dan 25 landen ver
tegenwoordigd, betrekkelijk gering en van
weinig artistiek gehalte lijkt.
Passieve aandacht
Wij zagen tijdens de opening het no
dige kardinaalsrood op de eerste rijen
en zo vele togen dat de vrees voor een
strikt scholastiek-wijsgerige visie op de
phenomenen kunst- en kunstenaarschap
eerst volledig werd opgeheven door de
ronde en algemeen gewaardeerde woor
den van onze landgenoot Rector Huys-
mans, die geen rechtstreeks verband
tussen kunstvorm en godsdienstleer of
philosophie zag en pleitte voor een pas
sieve aandacht voor het kunstgebeuren
onder de clerus.
Dat voorts het ontbreken van talloze
kunstenaars wier woorden weinig min
der waarde bezitten dan hun meer ge
conserveerde geesteskinderen nog eens
de aandacht er op vestigt hoe zeer de
cultuur door deviezen- en geldnood en
aanverwante perikelen wordt getroffen
was een reden voor onbevredigdheid,
want waarlijk, de bezetting van de pom
peuze Rotazaal was even schamel als de
kennelijk in der haast bijeengebrachte
stoeltjes.
Het is aan dit betreurenswaardig feit
te danken, dat de discussies over de al
gemene onderwerpen en de muziek, beel
dende kunsten en architectuur, verre zijn
gebleven beneden het peil van da uit
gebrachte referaten, waarvan vooral het
rapport omtrent de hedendaagse kerken
bouw een brandend probleem aanraakte.
Dit vraagstuk vereist allereerst de uitstip-
peling van de grenzen tussen een waar
achtige traditie en nodeloze originaliteit
enerzijds en tussen dezelfde traditie en
een dor copiïsme anderzijds.
Had professor Villedieu's betoog er reeds
op gewezen dat kunst noodzakelijk een
mythologisch aspect bezit en naast het
uiterlijke ook de spiritualiteit vertolkt van
de maker en zijn tijd, tenzij een boven-
tijds genie aan het werk is, Richard Sie-
wald gebruikte deze stelling als uitgangs
positie voor zijn gedifferentieerd maar
boeiend betoog tegen hét voortzetten van
het reeds lang van zijn geestelijke achter
grond beroofde impressionisme, dat zijn
grondslag en legitimatie vond ra de ne-
gentiende-eeuwse materialistische opvat
tingen en het onverstoorbaar vertrouwen
op de zichtbare werkelijkheid en de voor
uitgang.
Een schilderkunst met een waarlijk
Christelijk karakter is ook in onze dagen
alleen mogelijk wanneer de idee w^fce de
kunst die immers steeds een teken Is
draagt ook Christelijk is. Dan verliest
het uiterlijke onderscheid tussen gewijde
en profane kunst iedere grondslag omdat
een en dezelfde spiritualiteit ook het we
reldlijke christianiseert.
Herstel van de menselijke waardigheid
en der synthese tussen psyche en zinnen
door de geest, kortom een juiste hierar-
chisering van de waarden in Christelijke
zin, eist voortrekkers die de hitte van de
dag zullen hebben te dragen maar van
grote betekenis kunnen zijn voor het be
reiken van een gewijde religieuze en pro
fane kunst.
De menselijke waardigheid eist ook res
pect voor vorm en perspectief en een
verheffing van het schilderij boven de
tapijt-achtig opgezette doeken van een
Matisse. De vrijheid die de schilders zich
in de moderne tijd hebben veroverd, het
los zijn van de ruimte, de voorwerpen en
zelfs van de mens is een brutaliteit die
uiteindelijk alles verlaagt tot ornamenta
tie zonder hogere zin of doeL Maar het
streven om het Christendom weer tot alles
herstellende factor te maken is sterk ge
noeg om te blijven hopen op een uitbeel
ding van de mens als spiegel Gods.
Deze gedachten hadden zeker geen ge
lukkiger milieu kunnen vinden dan het
vormvaste Palazzo aan de Corso Villorio
Emanuele II en de peripatheia onder de
luchtige renaissancebogen langs de bin
nenhof was dan ook vervuld van illusies,
die in deze omgeving grijpbaar lijken als
de sinaasappelen aan de. boompjes. Maar
de overgang op de architectuur zij voor
een volgende maal bewaard.
Louter zakelijk bekeken was het een onverantwoordelijke onderneming
en er zal 75 jaar geleden wel geen bankdirecteur te vinden zijn geweest,
die zich bereid verklaarde ook maar enig crediet te verlenen om de
bouwplannen van een zekere Rector Janssen, behorende tot het Bisdom
Miinster, te helpen verwezenlijken. En de nuchtere bisschop van Roermond
vertelde op een avond lakoniek aan zijn secretaris: „Ik heb vandaag
een geestelijke bij me gehad, die een missiehuis wil oprichten, maar hij
heeft er geen geld voor. Die man is een idioot of een heilige".
Nu, idioot was Arnold Janssen aller
minst. Wat hij dan wel was? Een durver,
een ondernemer en een verrukkelijke
avonturier voor O.L. Heer, die vond dat
alles wat noodzakelijk .was, eenvoudig ge
beuren moest. „Eerst bedelen, dan bou
wen", zegt iedere pastoor die een nieuwe
kerk moet oprichten. „Eerst bouwen en
dan komt het geld vanzelf," meende Ar
nold Janssen, die zo'n rotsvast vertrouwen
op de Goddelijke Voorzienigheid had, dat
hij er van overtuigd was, dat O.L Heer
hem nooit in de steek zou laten. Wat aan
ooïc nimmer gebeurde. Integendeel!
Wat hij nog meer was? Een priester,
die drie Congregaties heeft gesticht en
zo vroom en voorbeeldig leefde, dat 2°
jaren na zijn dood een proces voor zijn
zaligverklaring werd ingeleid. En zo heeft
mgr. Paredis tóch gelijk gehad.
De bakermat
Tijdens de Kultuurstrljd, welke door
Bismarck ontketend was, werd de Katho
lieke Kerk in Duitsland geterroriseerd.
In groten getale vluchtten Paters, Broe
ders en Zusters van diverse Orden en
Congregaties de grens over en trachtten
hun gestoord kloosterleven in het gast
vrije Nederland voort te zetten. Arnold
Janssen, die een vurige liefde voor de
missie bezat, kende slechts één ideaal: de
katholieke jeugd te begeesteren voor de
bekering der heidenen. Evenals Frankrijk,
Ierland en Italië moest ook Duitsland jon
ge krachten gaan leveren voor het missie
front. Voor dat schone doel wilde hij een
missiehuis stichten. Dit laatste was in zijn
vaderland onder de gegeven omstandig
heden een volslagen onmogelijkheid. Hij
richtte daarom zijn schreden naar Neder
land, belandde in Steyl een dorp onder
de rook van Venlo en betrok daar de
z.g. „Ronckse Herberg". Toen de gelag
kamer en de overige lokaliteiten op Ma
ria Geboorte van het jaar 1875 waren in
gezegend, was de voormalige taveerne in
het „Missiehuis St. Michaël" gemetamor-
phoseerd, de bakermat van de Congrega
tie van het Goddelijk Woord, welke Vrij
dag op feestelijke wijze haar 75-jarig be
staan viert.
Hoge vlucht
Met rusteloze energie is Pater Arnold
Janssen aan het houwen gegaan. Aan de
oever van de Maas verrees een imposant
complex, bestaande uit een machtige dub-
belkerk met twee forse torens, klooster
gebouwen, gymnasium, drukkerij en
werkplaatsen, parkaanleg enz.
Vier jaar nadat de Stichter met zijn
Congregatie begonnen was, vertrokken
reeds twee leden als pioniers naar de mis
sie van Zuid-Shantung in China. Het wa
ren Pater Anzer, de latere Apostolisch
Vicaris en Pater Freinademetz, die als een
heilige gestorven is.
De jeugdige Congregatie kwam snel tot
bloei. Het missie-ideaal oefende op de
jongens een geweldige aantrekkingskracht
uit. Over het aantal roepingen viel dan
ook niet te klagen. Het aantal leden
breidde zich voortdurend uit. In Novem
ber 19U werd het Nederlandse Missiehuis
St. Willibrord te Uden in gebruik geno
men. Jammer genoeg hebben de Duitsers
bij hun aftocht in 1944 dit gebouw moed
willig in brand gestoken en grondig ver
nield! maar het staat thans met zekerheid
vast, dat het weer uit puin en as herrijzen
zaL Architect Van Halteren uit Den Bosch
heeft de plannen reeds klaar.
Internationaal
Tot het jaar 1925 vormden de Duitse
leden de meerderheid. Sindsdien heeft de
Congregatie, die zich over de gehele we
reld had verbreid, een internationaal ka
rakter gekregen. De Provincie der Ver
enigde Staten staat wat ledenaantal be
treft op de tweede plaats en de Neder
lands-Belgische Provincie neemt een eer
volle derde in. Steeds meer missiegebie
den werden in de loop der jaren aan
genomen. Thans telt! de S.V.D. huizen in
Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië,
Pater Arnold Janssen, de stichter der
Congregatie van het Goddelijk
Woord.
de Verenigde Staten van Amerika, Po%n,
Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland
België, Engeland, Ierland, Australië, Span
je, Portugal en Canada. De missionarissen
van het Goddelijk Woord werken in: Chi
na, Brazilië, Argentinië, Chili, Nieuw-
Guinea, Japan, de Kleine Soenda-Eilan-
den, de Philippijnen, de negermissie van
Noord-Amerika, India en de Goudkust.
Inderdaad: naar alle delen van de we
reld zendt de Congregatie haar missio
narissen uit en recruteert tevens haar le
den uit alle delen der wereld. Zij heeft
thans de zorg over 20 missiegebieden,
waarin 59 millioen mensen wonen; hier
van zijn er 900.000 katholiek.
Op Flores en Timor heeft het zaad van
het H. Evangelie, dat door de missionaris
sen is uitgezaaid, een rijke oogst aan
vruchten opgeleverd. Toen zij in 1912 be
gonnen, woonden daar 24000 katholieken.
Thans tellen deze eilanden er samen bijna
een half millioen, dat is meer dan de
helft van het totaal aantal katholieken
van geheel Indonesië.
Het afscheid van de missionarissen, dat
jaarlijks in de kapel van het missiehuls
te Steyl plaats heeft, is steeds een indruk
wekkende plechtigheid, welke in de regel
door een hooggeplaatste autoriteit wordt
verricht. In 1927 kwam de nuntius van
Berlijn, mgr. Eugenio Pacelli, daarvoor
over. Dit is de enige keer dat onze te
genwoordige Paus een bezoek aan om
land heeft gebracht.
Beproevingen
Van alle Orden en Congregaties heeft
de S.V.D. de zwaarste verliezen aan
mensenlevens geleden. Met de 134 ver
misten meegerekend verloor zij 710 van
haar leden. En dan: na de oorlog geven
zich te weinig jongens voor de Broeders-
opleiding op. Er zijn momenteel slechts
100 Broeders-Novicen en dit aantal is veel
te gering tegenover de grote nood, die In
de missiegebieden heerst.
In China hebben de Missionarissen van
het Goddelijk Woord met meer succes
mogen arbeiden dan in Japan, doch op
het ogenblik gaat het er heel slecht. Zo
goed als alle missiegebieden hebben van
de communistische terreur te lijden. Reeds
negen jaar lang zijn de missionarissen
uit Sinkiang verdreven. Acht van hen
zijn door de communisten vermoord. H.H.
Hoogwaardige Excellenties Mgr. Hoo-
vaarts en Mgr. Weber hebben voor een
volksgerecht moeten verschijnen. Nie
mand weet wat er van deze missie terecht
moet komen. „China is het grote land van
de verwachtingen, maar ook van de
smarten van Jesus", heeft Pater Arnold
Janssen eens gezegd....
Wetenschap
In priesterarme landen van Zuid-
Amerika en van de Philippijnen, waar op
de 10.000 katholieken gemiddeld slechts
één priester voorkomt, stichtte de Con
gregatie talrijke seminaries voor opleiding
van de inlandse clerus. Een groot aantal
harer priesters is werkzaam in het mid
delbaar onderwijs, dat voor de opbloei der
missies van onschatbare waarde is. Het
Hoger Onderwijs wordt door de missio
narissen van het Goddelijk Woord even
eens behartigd. Op last van de H. Stoel
heeft de Congregatie sinds 1933 de leiding
van de Katholieke Universiteit van
Peking op zich genomen. Ook de San-
Carlos-Universiteit in Cebü op de Philip
pijnen en de Nanzan-Universiteit in Na-
goya op Japan worden door missionaris
sen van het Goddelijk Woord bestuurd.
Het Anthropos-Instituut. dat door de
beroemde Pater Wilhelm Schmidt S.V.D.
werd gesticht, heeft een wereldnaam ver
worven. De grijze geleerde, die thans 82
jaar oud is, arbeidt nog steeds voort aan
de voltooiing van zijn levenswerk: „Der
Ursprung der Gottesidee", waarvan reeds
negen delen verschenen zijn.
Als wetenschappelijke onderzoekers van
de laatste getuigen der menselijke oer-
cultuur, waarvoor zij expedities onder de
Pygmeeën, op Vuurland, Malakka, Su
matra enz. organiseerden, hebben de mis
sionarissen van het Goddelijk Woord zich
voor de ontwikkeling der volkerenkunde
zeer verdienstelijk gemaakt.
Vergeten wij tenslotte last not least
de invloed niet, welke zij door boeken
en tijdschriften hebben uitgeoefend. De
pers was van het begin af aan een
troetelkind van de stichter. Reeds in 1876
opende hij te Steyl een eigen missie
drukkerij. De Congregatie geeft momen
teel over geheel de wereld 42 tijd
schriften uit.
De Dienaar Gods Pater Arnold Janssen
moet we] een zeer nederig man zijn ge
weest, want anders had de goede God het
werk. dat door hem begonnen werd, nooit
zo wonderbaar gezegend!
E. LOHMAN O.F.M.
Toekomstige Cives,
Wat staat U te wachten en wat wordt
er van U verwacht nu gij, het ouderlijk
huis verlatend, U geplaatst ziet in da
Academische omgeving? Dit is: uit te
groeien tot een persoonlijkheid. U naar
alle den mensch sierende richtingen te
ontplooien. Dat wil Leiden! Boekenwijs
heid is tenslotte makkelijk te leeren, maar
Uw Alma Mater wil Uw mensch-zijn in
den hoogsten zin van het woord helpen
De Kurfürstendamm leeft weer. Al liggen nog overal de ruïnes van de
verwoeste winkels, in de nieuwe etalagekasten op het trottoir toont Berlijn
weer alle luxe en aantrekkelijkheden van een wereldstad. En de voorbij
gangsters kijken er bewonderend en verlangend naarmeestal niet in
staat de prijzen te betalen.
De eerste Javaanse bisschop, Z. H.
Exc. mgr. Albertus Soegyapranata S.J.,
met wie wU dezer dagen opnieuw een
ontmoeting hadden, ziet niet alleen in de
ontwikkeling van het katholicisme in
Indonesië, maar ook in zijn eigen leven
en zelfs in kleine dagelijkse voorvallen
daarin de hand van de Goddelijke Voor
zienigheid. Zo schreef hij het ook aan een
beschikking der Voorzienigheid toe, dat
hij bij zijn bisschopswijding, ofschoon er
in de verre omtrek geen stof voor bis
schopskleding te vinden was, toch in vol
ornaat kon verschijnen. Toen hij een
eerw. zuster, die voor de paramenten
zorgde, vroeg hem aan het benodigde te
helpen, herinnerde deze zich, dat er nog
ergens een pakje lag, dat wel iets zou
kunnen bevatten. En inderdaad, de vol
gende dag kwam de zuster met een cappa
magna en met alles, wat tot het ornaat
van een bisschop behoort. Het bleek een
erfenis te zijn van mgr. Schioppa, de
vroegere Pauselijke internuntius te Den
Haag, die dat alles aan de missie ver
maakt had.
Sn, voegde mgr. Soegijapranata er
lachend aan toe, het paste me precies,
want mgr. Schioppa was. evenals ik, niet
groot.
Bijzonder interessant was hetgeen
nagr. Soegijapranata vertelde over de
wijze, waarop hij bezig is de katholieke
Indonesische bevolking tot zelfstandig
heid op te voeden. Hij begon er reeds
mee in 1936, toen hij nog pastoor was van
de St. Jozefkerk te Djokja.
Al spoedig organiseerde ik daar een
Katholiekendag in verband met de vie
ring van een Missiefeest. Ik schreef in
het katholieke weekblad „Swara Tama"
enige artikelen over de plichten van de
katholiek tegenover de parochie en het
organisatieleven en toen zei ik tot mijn
parochianen: „Wii houden een grote
Katholiekendag. Dat kost geld. Jelui
moogt daarvoor niet bedelen bij de pas
toor of bij de broeders of zusters, maar
je moet het zelf bij eikaar brengen. Hoe
veel kunnen jelui geven?"
De een gaf zoveel en de ander zoveel
en zo kwam. met de opbrengst van de
advertenties in het programmaboek, het
benodigde geld bijeen. De Katholieken
dag wérd een succes: meer dan 20.000
bezoekers! En myn parochianen vonden
het fijn. dat ze konden zeggen: „Dat heb
ben wij nu zelf gedaan!"
Zo Werden ook een prachtige processie
en een groot congres georganiseerd,
waarvoor de katholieke bevolking zelf
alle middelen bijeenbracht-
Ik richtte ook een misdienaarsclub op,
waarvan elk ljd zelf voor zijn toog en
superplie moest zorgen en bovendien nog
4 cent contributie per week betalen. Er
kwamen 60 jongens in de club, die thuis
net zo lang gesoebat hadden, totdat va
der en moeder voor hun uitrusting had
den gezorgd.
Zo leerde ik de katholieken, die vroe
ger alles kregen van de Missie, zelf voor
het een en ander te zorgen. En ze vinden
het prachtig!
Mgr. Soegijapranata is niet alleen een
ijverig zielzorger met een scherp inzicht
in hetgeen de inheemse katholieke bevol
king nodig heeft, hij is ook een charmant
causeur met veel zin voor humor. Dat
bleek o.a. bij hetgeen hij ons vertelde in
verband met zijn benoeming tot bis
schop.
•In 1940 kwam plotseling mijn benoe
ming tot Apostolisch Vicaris van Sema-
rang. Niemand wist er tevoren iets van
en ik zelf ook niet. Ik moest bij de bis
schop komen en dacht: Wat zou ik nu
verkeerd hebben gedaan? Maar mijn ge
weten was zuiver; ik kon niets vinden.
Mgr. las me het telegram van mijn be
noeming voor. Ik kon het niet geloven
en vroeg zelf het telegram te mogen le
zen. En jawel, daar stond het!
Ik zei: Mgr. ik neem het aan, maar ik
was er kapot van. Maar van dat ogen
blik af dacht ik: „In nomine Jesu" neem
ik alles aan, wat mij overkomt.
Toen ik naar Djokja terugreisde, kon
ik het mij nog maar altijd niet begrijpen:
ik. excellentie! Thuisgekomen zei ik:
Laat me met rust en ging op mijn bed
liggen tot grote verwondering van mijn
bediende, aie op zijn vraag, of ik ziek
was, een ontkennend antwoord kreeg.
Later vroeg ik hem een zoutloos Javaans
gerecht voor me klaar te maken. Toen
ik gegeten had, vroeg ik hem: Heb je
ooit een bisschop zoutloos zien eten?
Welnu, dat ls nu gebeurd. Ik ben bis
schop geworden.
Toen de bediende in de keuken kwam,
zei hij: Ik weet niet wat de pastoor rrvan;
te zijn en nu meent hij, dat hij bis
schop is
Later zeide ik hun, dat het werkelijk
zo was, maar dat ze het aan niemand
mochten vertellen. De volgende morgen
kwam het bericht door. Een stormloop
op de pastorie, de scholen vrijaf en ieder
een uitte zijn blijdscnap. Maar ik zat er
mee! v
Bij mijn officiële benoeming was een
brief van de Kardinaal namens de Paus,
waarbij ik de opdracht kreeg een begin
te maken met het stichten van een bis
schoppelijke hiërarchie, waarbij de hoop
werd uitgesproken, dat de paters en de
gelovigen mij zouden helpen die taak te
vervullen. Daarnaast moest ik mijn volle
kracht besteden aan het vormen van een
inheemse clerus en zorgen, dat zich goe
de katholieke huisgezinnen-zouden vor
men, waaruit goede Inheemse priesters
en leidende katholieken konden voortko
men.
Ik kreeg dus de taak een klein- en een
i groot-seminarie te stichten voor toekom-
j stige inheemse nrie'ters. IVPar goede, hei-
i lige priesters kd'-"I V ;-v''t d
9*1 j
keerjt. Eerst ging h-ij naar bed zonder Ziek 'katholieke fiw-i-i-
-M" nk ie het* sari
tal roepingen zeer hoog en zij behoren
op enkele uitzonderingen na alle tot ka
tholieken van het tweede geslacht, dus
jongens, van wie de ouders ook reeds
katholiek zijn. Dat is van groot belang,
want deze jongens zijn opgegroeid ln
een katholiek gezin, waar de verhoudin
gen gebaseerd zijn op de bovennatuur
lijke liefde en niet op de natuurlijke
liefde, zoals bij de, niet-katholieke Java
nen. Ik heb dat zelf maar al te goed
gevoeld, omdat ik uit een echt Javaans
gezin stam en dus katholiek van de
eerste generatie ben.
Toen ik in 1919 en 1920 in Nederland
studeerde, heb ik getracht het katholieke
gezinsleven te leren kennen. Ik vroeg en
kreeg verlof om een tijd lang in katho
lieke gezinnen door te brengen. Zo kwam
ik bij katholieke families in Nijmegen.
Als op Java de kinderen gaan verdie
nen, wordt hun positie ten opzichte van
hun ouders anders. Zij hebben hun
ouders dan niet meer nodig en gaan hun
eigen gang. Bij die families echter zag
ik, hoe de eerbied voor de ouders blijft,
zolang de kinderen in het gezin zijn,
omdat de liefde op een bovennatuurlijke
grondslag is gebaseerd.
Dat heb ik ook getracht op Java er in
te brengen. Ik heb gepreekt over het
vierde gebod en over de verhevenheid
van het huwelijk, zodat de mensen zei
den: Volgens de pastoor is het huwelijk
het mooiste Sacrament.
Die gedachte is er in gekomen, zodat
het gemengde huwelijk nu tot de uitzon
deringen is gaan behoren. Vroeger wer
den er, ook onder de Chinezen in Sema-
rang, veel gemengde huwelijken geslo
ten met dispensatie. Die dispensatie was
een soort reclame voor de mensen; ze
vonden het wat mooi, dat zelfs de Paus
zich met hun huwelijk had bemoeidl
Ik ben daartegen opgekomen evenals
tegen het thuis dopen. Ik preekte: Vol
gens de Canon moet het dopen in de
kerk geschieden boven de doopvont. Al
leen koningen mogen thuis gedoopt wor
den. Is iemand van jullie koning? Neen?
Dan alle dopelingen naar de kerk. Waar
voor staat daar anders de doopvont? En
de gemengde huwelijken zullen niet meer
ln de kerk worden afgekondigd, maar
buiten aan de kerkdeur aangeplakt. Ge
mengde paartjes mogen bij het huwelijk
niet verder komen dan de communie
bank. Daar wordt dan het huwelijk ge
sloten zonder enige plechtigheid.
Ik paste het toe ook tot grote teleur
stelling van de betrokkenen, die, als ze
mij dan later met grote plechtigheid en
in vol ornaat een huwelijk tussen twee
katholieken zagen inzegenen, met tranen
in de ogen kwamen vragen, of ze het
nog niet eens zo mochten overdoen!
Zo zie ik de opvoeding van de Indone
sische katholieken. Vroeger kregen ze
alles en heel gemakkelijk. Ik draai de
zaak om. Als je katholiek bent, moet je
iffèrs brengen. Ik eis veel, maar de
"■ordering is dan ook zoveel te groter.
o, komen de katholieke inheemsen tot
ii-Tiindigheid.
vormen: menschen, die verantwoordelijk
heid kunnen dragen, menschen van sta
vast. die waar zij ook later geplaatst
mochten worden, gewapend zullen zijn
met een degelijke breede kennis.
Wat wordt er van U verwacht in het
leven, dat voor U opengaat?
Zelfstandig en standvastig Uw eigen be
stek van meet af aan te bepalen. Het is
niet zoo, dat ge daarmede „op zien ko
men" kunt spelen of dat Uw keus in deze
uitgesteld kan worden: Want gij wilt U
immers niet her- en derwaarts laten dob
beren, waar de stroom ,U toevallig drijft,
neen, als goede kapiteins wilt gij, van het
eerste oogenbllk af aan. Uwen koers zelf
bepalen, ja, wat meer zegt, dien steeds
bewust en klaar voor Uwen geest zien.
Hoedt U voor oppervlakkig optimisme
en geestelijk schee/groeien. Gij staat voor
een ernstige taak en groote verantwoorde
lijkheid. Het sta U voor den geest, waar
voor gij op de Alma Mater gekomen zijt.
Vergeet nooit, dat gij het recht en den
plicht hebt, naar eigen innerlijke overtui
ging te handelen en hetgeen gij van thuis
medebrengt niet lichtvaardig moet loo
chenen. Gij moet den strijd, dien ieder
mensch te strijden heeft, roet zich zelf,
niet ontloopen, dezen aandurven en met
vermijding van iedere bekrompenheid de
disputen met andersdenkenden voeren.
Zoekt en vindt al wat leidt tot ware ka
meraadschap zoowel met hen die van Uw
leeftijd zijn, als met ouderen. Stelt ver
trouwen in hen, verbergt voor hen niet,'
wat er in Uw hart omgaat.
De gemeenschapsgedachte leve in U.
Streeft naar waarachtigheid en realiteit
(ook als deze ernstig zijn) en durft eer
lijk zijn. In één woord: Geeft U in Uw
omgeving, Uw nieuwe omgeving geheel,
met hart en verstand; gij kunt een op
bouwend element en een bron van kracht
daarin zijn.
Het mensehelijk denken heeft uiteenge
rafeld wat God als één harmonische en
ondeelbare eenheid wil, die mensch heet.
Geest-verstand-lichaam, dooreengewe-
ven, eendrachtig samenwerkend voor het
welzijn van den mensch. Geeft men zich
eenzijdig geheel ovef aan een van deze
grootheden, dan komt men tenslotte bedra
gen uit en raakt jn het moeras der ont
goocheling. Welke van deze drie wegen
men ook inslaat, zij voeren van het levens
doel af, inplaats van er heen.
Gelukkig zijn zij die -tot de ontdekking
komen, dat zij pas in hooger zin hun even
wicht vinden, als hun geestelijk leven
primus inter pares is en uiteindelijk
den koers aangeeft. Want zij hebben
daarmede den wand omgestootten door
menSchelijke kortzichtigheid opgetrokken
tussen hen en Christus die dit even
wicht herstelt. Hij, Die midden in Uw
leven komt te staan, als gij dit naar Hem
toekeert.
Zoekt Hem te beleven in het heiligdom
van Uw hart in waarachtigheid en open
heid en eenvoud en leert door Christus,
God den Vader kennen, zooals God en
Christus U tegemoet treden in den Bijbel.
Leest dezen niet in de eerste plaats met
Uw verstand, niet als Wetboek, doch ala
uitdrukking van de hoogste Gods- ea
Christus-beleving. Geestelijke verdieping
en beleving heeft de menschheid zoo drin
gend noodig, werkt als jongeren daartoa
mee.
Ik begon met een woord over het u%
groeien tot een persoonlijkheid, toont
Uw levenshouding den mensch zooa»
Christus hem ziet.
w.g. WILHELMINA,
Prinses der Nederlanden