OOST-BERLIJN, een grauwe beklemmende stad DE KUNST, WEERKLANK DER SCHEPPING Congregatie van het Goddelijk Woord bestaat 75 jaar Prinses Willielmina tot aan komende studenten Hoe een Javaans bisschop zijn katholieken opvoedt Distributie, hoge prijzen en gebrek aan vrijheid Volkspolitie en propagandaleuzen beheersen het leven mr^' rn Jubilea bij Paters Capucijnen Missies over de gehele wereld Plicht en taak in academische gemeenschap Het huwelijkwaarmee „de Paus zich bemoeide99 SEPTEMBER 1950 PAGINA Onzeker gevoel Nieuwsgierig zwerf ik verder de Rus sische sector in. Het straatbeeld is grauw. De mensen zien er over het algemeen armoedig gekleed en weinig opgewekt uit Een ongebonden lach klinkt nergens. In een straat staat een lange, stille rij te wachten. Er is distributie van inmaak- glazen. Met rugzakken en boodschappen tassen sleept men de buit tevreden naar huis. De hele sfeer heeft iets beklem mends. Een gevoel van onzekerheid be kruipt me. Het krioelt overal van de Volkspolitie. In hun zwarte uniformen, blauwe overhemden en rode dassen zjjn de meesten zich welbewust van hun macht. Vooral de vrouwen onder hen. Goudse kaas Katholieke kunstenaars uit 25 landen congresseren in Rome Zilveren kloosterfeest van minister-provinciaal il WB8BSH Hoe Mgr. zijn benoeming bekend maakte Moeilijke taak (Van onze speciale verslaggever) BERLIJN, Augustus 1950. Met een lichte schok remt de overvolle métrotrein op het ondergrondse station. Een stroom van haastige reizigers perst zich naar buiten. In de drukte kan ik de naam van het station niet lezen. De eerste de beste mede reiziger vraag ik ernaar. „Waar zijn we hier. „Alexander Platz „Is dat in de Russische sector De man kijkt me even wantrouwend aan. „Kijk maar eens om je heen En hij heeft gelijk. Het valt niet moeilijk te ontdekken in de Russische «ector te zijn. Eerst is daar een grote, blauwe vlag met het embleem van de Freie Deutsche Jugend erin: de communistische jongerenbond. Aan de kiosk hangen kranten en tijdschriften met geheel andere namen dan die in de Westelijke sectoren. Het zijn namen, die duidelijk hsun communistische afkomst verraden: Friedenspost, Neues Deutschland, National Zeitung, Junge Welt en dergelijkè. Ook een stuk of wat Russische kranten. En op de muur tussen advertenties voor zeep en motorwedstrijden prijkt de goedige, grootvaderlijke kop van Stalin met ernaast een gemoedelijke dank betuiging: Welbedankt voor de groeten van de jonge, Duitse vredes- voorvechters kan krijgen. En zeker als leden van het bezettingsleger eveneens in de HO inko pen doen en buitenlandse missies hun chauffeur naar de Oost-sector sturen ona er bloemen te kopen, daar die er zo veel goedkoper zijn dan in West-Ber- Üjn Doelloos loop ik verder. Het is allemaal buiten hangen om aan te geven, dat het een of ander uitverkocht is. Unter den Linden is een dode boulevard. Commu nistische leuzen trachten de aandacht van de ruïnes af te leiden. Hande weg von Korea staat er en Ami go home. Overal zwart-rood-gele vlaggen van de Oost-Duitse republiek en rode commu nistische vlaggen. Scheefhangende letters aan een troosteloze ruïne geven aan, dat daar het vermaarde Adlon Hotel gestaan heeft. De Brandenburger Tor staat in de steigers. Aan een kiosk koop i!k wat communisische kranten en tijdschriften. Ze kosten bijna niets. Maar er staat dan ook niets leesbaars in. De resten van Hitler's bunker bij de Rijkskanselarij liggen er nog. De beruchte GPU-gevan- genis aan de Karlstrasse (vlak bij het oude theater van Max Bernhardt) is nu leeg. Maar er zijn nog genoeg andere ge vangenissen. En men ziet er niets vreemds in op de muren ervan leuzen als De Jeugd eist Vrede te kalken. Alles steunt op leuzen en vlaggen en politie. Einde van de Democratische Sector staat er ineens provocerend op een wit bord met de Oost-Duitse kleuren. Met toch iets van verlichting loop ik er langs de Britse sector in. Het is allesbehalve een levensgevaarlijke onderneming om de Russische sector te bezoeken. Vele men sen doen het. Maar niemand voelt zich op zijn gemak. Men realiseert de kans op een onverwacht incident. En de machte loosheid om met de Russen te discussiëren. De spanning hangt als het ware in de lucht. Een zekere beklemming. En nog hetzelfde. De winkels hebben weinig dagelijks verdwijnen er mensen, die die artikelen en soms hebben ze een kaart zich van geen enkel kwaad bewust zijn De Alexander Platz is het centrum van een volkswijk. Als overal in Berlijn heeft de oorlog ook hier zijn sporen onuitwisbaar achtergelaten. Puinhopen en ruïnes strekken zich naar alle kan ten uit. Na al die jaren nog steeds. ..Voetgangers oversteken!" De stem van een vrouwelijke volks- politieagent klinkt uit een luidspreker. In een kudde steken de mensen over. Ik laat me in de stroom meevoeren. En tegelijk geef ik mijn ogen goed de kost. Het is een en al communisme om me heen. Het communisme schreeuwt van aanplakzuilen, van alle gTote gebouwen, van de muren van onbewoonbare hui zen en van de gezichten van sommige voorbijgangers. Een enorm spandoek aan de gevel van een warenhuis somt de verschrikkingen van de atoombom op- Kruiselings over de étalageruiten ge plakte papierstroken moedigen de men gen aan het gebruik van atoomwapens te bannen en deel te pemen aan de strijd voor de vrede. .Moeders, sluit u aan bij de Duitse Vrouwenbond" staat er op een ander gebouw. De Volkspolitie heeft een serie foto's op een bord geprikt om het publiek te overtuigen van haar vredelievend werk als het letten op verkeersovertreders, het escorteren van schoolkinderen over drukke kruispunten en het in veilig heid brengen van te ver in zee zijnde baders. Een bioscoop adverteert de Rus sische film „Untergang der Adler". De arbeiders worden opgeroepen voor een bijeenkomst in het circus. En iedereen wordt aangemoedigd de tentoonstelling te bezoeken van de geschenken, welke het Duitse volk aangeboden heeft ter gelegenheid van de derde partijdag van de communistische Sozialistische Ein- heitspartei Deutschland. Een speciale stellage op het drukke plein is volgeplakt met spotprenten op West-Berlijn. Op een staat een welgedane West-Berlijner, die zegt „Bei uns gibt es alles!" en dan wijst hij naar een leger werklozen voor een arbeidsbureau- Twee andere posters ge ven enerzijds de vrije, gezande en zorgen- loze opvoeding weer van jonge Duitsers in de Russische zóne, en anderzijds de opvoeding tot Amerikaans kanonnen- vlees in het Westen. Maar bij een teke ning, die een Duits vreemdelingenle gioen in dienst van de kapitalistische mogendheden moet voorstellen, heeft iemand met potlood gekrabbeld „Oost- Deutsche Volkspolizei. Op een hoek is een warenhuis. Han- lielsorganization staat er over de hele gevel. Het is een van de Russische In stellingen. Practisch alles is nog op de bon. In de HO kan men echter alles bonvrij kopen. De prijzen zijn echter veel hoger. En de kwaliteit is over het algemeen slecht Met. de stroom schuif ik er naar bin nen. Het eerste wat opvalt zijn ook hier de propagandaleuzen. En een stand, waar men het manifest voor de vrede kan te kenen. Een potlood aan een touwtje ligt erbij. En men kan zo dikwijls tekenen als men wil. De Russen bekommeren zich alleen om grote getallen. De afdeling van belegde broodjes ad verteert een broodje met caviaar voor slechts 50 pfennig. Maar de caviaar is er dan ook naar. Verder is alles duur Een blocnote te voorschijn halen en een paar aantekeningen maken is riskant Het kan leiden tot een ontmoeting met de Volkspolitie en uiteindelijk met de GPU. Een Nederlands paspoort met de vermelding journalist erin is dan vol doende om van spionnage beschuldigd te worden. Maar een aantal prijzen kan ik wel onthouden. Er ligf. Goudse kaas voor 1.60 mark (ongeveer 1,50 naar Neder landse maatstaven) voor een kwart pond. Een doosje lucifers kost twee kwartjes. Eén sigaret va.n slechte kwaliteit dertig cent. Een pond margarine zes gulden vijf- en zeventig, Een pond boter allerliefst dertien gulden vijftig. En het smaakt dan nog meer naar kaarsvet dan naar boter. Bij de herenmode een das voor achttien gulden en een pyama voorhonderd en-achttien gulden. Een spel papleren De Kurfürstendamm heeft veel van zijn oude glorie als Ber- lijns mooiste winkelstraat her overd. Er zijn weer luxueuze winkels (al gaapt erboven vaak een uitgebrand gebouw of een levensgevaarlijke ruïne). De ter rassen zijn er weer, en ze zitten de hele dag vol drinkende en etende (er wordt ontzettend veel slagroom verwerkt) mene n. De Berlijners flaneren weer in dichte drommen over de gezellige trottoirs En er langs parkeren de nieuwste en sierlijkste producten van de automobielindustrie. Maar er is ook een andere wereld in deze stad. De U-baan leidt erheen tussen eindeloze ruïnes en puinhopen. Het is de Russische sector van Berlijn. speelkaarten is drie-en-een halve gulden. Het zijn bijna onbetaalbare prijzen voor Oost-Berlijners. Maar de HO bestaat dan ook bij de gratie van de West-Berlijners. Zeer velen kopen in de warenhuizen In de Oost-sector. Overal kan men tenslotte één Westmark wisselen tegen zes Oost- marken. En als men dan niet teveel op kwaliteit let, kan men er goedkoop te recht. Het is natuurlijk niet erg patriot tisch van de West-Berlijners om hun geld in de Russische sector te besteden. Maar de Berlijner heeft het moeilijk met een kwart van de bevolking steuntrek kend (300.000 werklozen en nog eens 300.000 ouden van dagen invaliden en oorlogsslachtoffers). En als men zijn hele inventaris in de oorlog verloren heeft en eindelijk een beetje geld bijeen heeft kunnen sparen om wat nieuws te gaan kopen dan is het wel erg veel geëist In een West-Berlijns meubelmagazijn één stoel te gaan kopen als men met het zelfde geld in de HO vier of vijf stoelen De kunst is in ons allen de weerklank van de schepping, de echo van de hemelse stem die haar in het leven riep, en heeft met de andere wijzen van verheerlijking van de Schepper de liefde en het gebed het steeds in communicatie staan met God en alles wat uit Zijn Hand voortkomt gemeen. Deze gemeenschappelijkheid veronderstelt een steeds wederkerig in elkaar opnemen en opgenomen worden van mens en schepping zoals God in de mens en deze in God is, omdat het zand, de zee en de sterren de snippers zijn van Gods tegenwoordigheid. De hoogeerw. Pater dr. Ferrerlus, mi nister-provinciaal der Capucijnen, hoopt 7 September In het klooster te 's Herto genbosch zijn zilveren kloosterjubileum te vieren. Tegelijk met hem zal de vicarius van het Bossche klooster Pater Nicasiüs zijn zilveren klooster jubileum vieren. Verder vieren die dag nog hun zilveren jubileum de paters Nicodemus in Hel mond, dr. Fidentius in Eindhoven, Silves ter in Helmond, Remaclus in Voorschoten, Wilbertus op Borneo. Elpidius op Sumatra Reinaldus in Den Bosch, Eilardus in IJmuiden en Euphrasius in Eindhoven. Na zijn plechtige professie in 1929 stu deerde pater dr. Ferrerius theologie aan de „Gregoriana" te Rome en doctoreerde hij aan het Pauselijk Oosters Instituut „magna cum laude" in de Oosterse Ker kelijke Wetenschappen. Na in 1933 over gegaan te zijn naar de Byzantijns-Slavi sche ritus, vertrok hij in 1936 naar Polen om te werken onder de katholieken van de Oosterse ritus en tevens om met enkele medebroeders een Oosterse tak van de Capucijnenorde te vormen. In de provin cie van Warschau bekleedde hij de functie van lector der philosophic, terwijl hij te vens novicenmeester was voor de Oosterse tak van de orde. Wegens de politieke toestand was zijn arbeid aldaar slechts van korte duur. In December 1939 al moest hij naar Neder land terugkeren. Hier werd hij in 1940 benoemd tot Gardiaan van het klooster te Babberich en in 1942 tot Definitor en Magister der fraters-novicen te Udenhout. Op het Provinciaal Kapittel van 1945 werd hij gekozen tot Minister-Provinciaal en in 1948 werd hij voor dezelfde functie her kozen. Volgens gebruik van de orde worden de zilveren kloosterfeesten alleen gevierd In besloten kring van de klooster-communi teit. Met deze beginselkeuze startte het knappe en gloedvolle referaat van prof. Raoul Villedieu voor het internationale congres van katholieke kunstenaars, dat in het bastion van de H. Rota, de Vati caanse kanselarij van 1 tot 5 September werd gehouden en waarop dagelijks een algemeen en drie bijzondere onderwerpen aangaande architectuur, beeldende kun sten en muziek aan de orde werden ge steld. Het betoog van de Franse hoogleraar is wellicht het helderste dat op dit congres ter tafel werfl gebracht en alleen al om dit document valt het te betreuren dat de belangstelling, al zijn dan 25 landen ver tegenwoordigd, betrekkelijk gering en van weinig artistiek gehalte lijkt. Passieve aandacht Wij zagen tijdens de opening het no dige kardinaalsrood op de eerste rijen en zo vele togen dat de vrees voor een strikt scholastiek-wijsgerige visie op de phenomenen kunst- en kunstenaarschap eerst volledig werd opgeheven door de ronde en algemeen gewaardeerde woor den van onze landgenoot Rector Huys- mans, die geen rechtstreeks verband tussen kunstvorm en godsdienstleer of philosophie zag en pleitte voor een pas sieve aandacht voor het kunstgebeuren onder de clerus. Dat voorts het ontbreken van talloze kunstenaars wier woorden weinig min der waarde bezitten dan hun meer ge conserveerde geesteskinderen nog eens de aandacht er op vestigt hoe zeer de cultuur door deviezen- en geldnood en aanverwante perikelen wordt getroffen was een reden voor onbevredigdheid, want waarlijk, de bezetting van de pom peuze Rotazaal was even schamel als de kennelijk in der haast bijeengebrachte stoeltjes. Het is aan dit betreurenswaardig feit te danken, dat de discussies over de al gemene onderwerpen en de muziek, beel dende kunsten en architectuur, verre zijn gebleven beneden het peil van da uit gebrachte referaten, waarvan vooral het rapport omtrent de hedendaagse kerken bouw een brandend probleem aanraakte. Dit vraagstuk vereist allereerst de uitstip- peling van de grenzen tussen een waar achtige traditie en nodeloze originaliteit enerzijds en tussen dezelfde traditie en een dor copiïsme anderzijds. Had professor Villedieu's betoog er reeds op gewezen dat kunst noodzakelijk een mythologisch aspect bezit en naast het uiterlijke ook de spiritualiteit vertolkt van de maker en zijn tijd, tenzij een boven- tijds genie aan het werk is, Richard Sie- wald gebruikte deze stelling als uitgangs positie voor zijn gedifferentieerd maar boeiend betoog tegen hét voortzetten van het reeds lang van zijn geestelijke achter grond beroofde impressionisme, dat zijn grondslag en legitimatie vond ra de ne- gentiende-eeuwse materialistische opvat tingen en het onverstoorbaar vertrouwen op de zichtbare werkelijkheid en de voor uitgang. Een schilderkunst met een waarlijk Christelijk karakter is ook in onze dagen alleen mogelijk wanneer de idee w^fce de kunst die immers steeds een teken Is draagt ook Christelijk is. Dan verliest het uiterlijke onderscheid tussen gewijde en profane kunst iedere grondslag omdat een en dezelfde spiritualiteit ook het we reldlijke christianiseert. Herstel van de menselijke waardigheid en der synthese tussen psyche en zinnen door de geest, kortom een juiste hierar- chisering van de waarden in Christelijke zin, eist voortrekkers die de hitte van de dag zullen hebben te dragen maar van grote betekenis kunnen zijn voor het be reiken van een gewijde religieuze en pro fane kunst. De menselijke waardigheid eist ook res pect voor vorm en perspectief en een verheffing van het schilderij boven de tapijt-achtig opgezette doeken van een Matisse. De vrijheid die de schilders zich in de moderne tijd hebben veroverd, het los zijn van de ruimte, de voorwerpen en zelfs van de mens is een brutaliteit die uiteindelijk alles verlaagt tot ornamenta tie zonder hogere zin of doeL Maar het streven om het Christendom weer tot alles herstellende factor te maken is sterk ge noeg om te blijven hopen op een uitbeel ding van de mens als spiegel Gods. Deze gedachten hadden zeker geen ge lukkiger milieu kunnen vinden dan het vormvaste Palazzo aan de Corso Villorio Emanuele II en de peripatheia onder de luchtige renaissancebogen langs de bin nenhof was dan ook vervuld van illusies, die in deze omgeving grijpbaar lijken als de sinaasappelen aan de. boompjes. Maar de overgang op de architectuur zij voor een volgende maal bewaard. Louter zakelijk bekeken was het een onverantwoordelijke onderneming en er zal 75 jaar geleden wel geen bankdirecteur te vinden zijn geweest, die zich bereid verklaarde ook maar enig crediet te verlenen om de bouwplannen van een zekere Rector Janssen, behorende tot het Bisdom Miinster, te helpen verwezenlijken. En de nuchtere bisschop van Roermond vertelde op een avond lakoniek aan zijn secretaris: „Ik heb vandaag een geestelijke bij me gehad, die een missiehuis wil oprichten, maar hij heeft er geen geld voor. Die man is een idioot of een heilige". Nu, idioot was Arnold Janssen aller minst. Wat hij dan wel was? Een durver, een ondernemer en een verrukkelijke avonturier voor O.L. Heer, die vond dat alles wat noodzakelijk .was, eenvoudig ge beuren moest. „Eerst bedelen, dan bou wen", zegt iedere pastoor die een nieuwe kerk moet oprichten. „Eerst bouwen en dan komt het geld vanzelf," meende Ar nold Janssen, die zo'n rotsvast vertrouwen op de Goddelijke Voorzienigheid had, dat hij er van overtuigd was, dat O.L Heer hem nooit in de steek zou laten. Wat aan ooïc nimmer gebeurde. Integendeel! Wat hij nog meer was? Een priester, die drie Congregaties heeft gesticht en zo vroom en voorbeeldig leefde, dat 2° jaren na zijn dood een proces voor zijn zaligverklaring werd ingeleid. En zo heeft mgr. Paredis tóch gelijk gehad. De bakermat Tijdens de Kultuurstrljd, welke door Bismarck ontketend was, werd de Katho lieke Kerk in Duitsland geterroriseerd. In groten getale vluchtten Paters, Broe ders en Zusters van diverse Orden en Congregaties de grens over en trachtten hun gestoord kloosterleven in het gast vrije Nederland voort te zetten. Arnold Janssen, die een vurige liefde voor de missie bezat, kende slechts één ideaal: de katholieke jeugd te begeesteren voor de bekering der heidenen. Evenals Frankrijk, Ierland en Italië moest ook Duitsland jon ge krachten gaan leveren voor het missie front. Voor dat schone doel wilde hij een missiehuis stichten. Dit laatste was in zijn vaderland onder de gegeven omstandig heden een volslagen onmogelijkheid. Hij richtte daarom zijn schreden naar Neder land, belandde in Steyl een dorp onder de rook van Venlo en betrok daar de z.g. „Ronckse Herberg". Toen de gelag kamer en de overige lokaliteiten op Ma ria Geboorte van het jaar 1875 waren in gezegend, was de voormalige taveerne in het „Missiehuis St. Michaël" gemetamor- phoseerd, de bakermat van de Congrega tie van het Goddelijk Woord, welke Vrij dag op feestelijke wijze haar 75-jarig be staan viert. Hoge vlucht Met rusteloze energie is Pater Arnold Janssen aan het houwen gegaan. Aan de oever van de Maas verrees een imposant complex, bestaande uit een machtige dub- belkerk met twee forse torens, klooster gebouwen, gymnasium, drukkerij en werkplaatsen, parkaanleg enz. Vier jaar nadat de Stichter met zijn Congregatie begonnen was, vertrokken reeds twee leden als pioniers naar de mis sie van Zuid-Shantung in China. Het wa ren Pater Anzer, de latere Apostolisch Vicaris en Pater Freinademetz, die als een heilige gestorven is. De jeugdige Congregatie kwam snel tot bloei. Het missie-ideaal oefende op de jongens een geweldige aantrekkingskracht uit. Over het aantal roepingen viel dan ook niet te klagen. Het aantal leden breidde zich voortdurend uit. In Novem ber 19U werd het Nederlandse Missiehuis St. Willibrord te Uden in gebruik geno men. Jammer genoeg hebben de Duitsers bij hun aftocht in 1944 dit gebouw moed willig in brand gestoken en grondig ver nield! maar het staat thans met zekerheid vast, dat het weer uit puin en as herrijzen zaL Architect Van Halteren uit Den Bosch heeft de plannen reeds klaar. Internationaal Tot het jaar 1925 vormden de Duitse leden de meerderheid. Sindsdien heeft de Congregatie, die zich over de gehele we reld had verbreid, een internationaal ka rakter gekregen. De Provincie der Ver enigde Staten staat wat ledenaantal be treft op de tweede plaats en de Neder lands-Belgische Provincie neemt een eer volle derde in. Steeds meer missiegebie den werden in de loop der jaren aan genomen. Thans telt! de S.V.D. huizen in Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Pater Arnold Janssen, de stichter der Congregatie van het Goddelijk Woord. de Verenigde Staten van Amerika, Po%n, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland België, Engeland, Ierland, Australië, Span je, Portugal en Canada. De missionarissen van het Goddelijk Woord werken in: Chi na, Brazilië, Argentinië, Chili, Nieuw- Guinea, Japan, de Kleine Soenda-Eilan- den, de Philippijnen, de negermissie van Noord-Amerika, India en de Goudkust. Inderdaad: naar alle delen van de we reld zendt de Congregatie haar missio narissen uit en recruteert tevens haar le den uit alle delen der wereld. Zij heeft thans de zorg over 20 missiegebieden, waarin 59 millioen mensen wonen; hier van zijn er 900.000 katholiek. Op Flores en Timor heeft het zaad van het H. Evangelie, dat door de missionaris sen is uitgezaaid, een rijke oogst aan vruchten opgeleverd. Toen zij in 1912 be gonnen, woonden daar 24000 katholieken. Thans tellen deze eilanden er samen bijna een half millioen, dat is meer dan de helft van het totaal aantal katholieken van geheel Indonesië. Het afscheid van de missionarissen, dat jaarlijks in de kapel van het missiehuls te Steyl plaats heeft, is steeds een indruk wekkende plechtigheid, welke in de regel door een hooggeplaatste autoriteit wordt verricht. In 1927 kwam de nuntius van Berlijn, mgr. Eugenio Pacelli, daarvoor over. Dit is de enige keer dat onze te genwoordige Paus een bezoek aan om land heeft gebracht. Beproevingen Van alle Orden en Congregaties heeft de S.V.D. de zwaarste verliezen aan mensenlevens geleden. Met de 134 ver misten meegerekend verloor zij 710 van haar leden. En dan: na de oorlog geven zich te weinig jongens voor de Broeders- opleiding op. Er zijn momenteel slechts 100 Broeders-Novicen en dit aantal is veel te gering tegenover de grote nood, die In de missiegebieden heerst. In China hebben de Missionarissen van het Goddelijk Woord met meer succes mogen arbeiden dan in Japan, doch op het ogenblik gaat het er heel slecht. Zo goed als alle missiegebieden hebben van de communistische terreur te lijden. Reeds negen jaar lang zijn de missionarissen uit Sinkiang verdreven. Acht van hen zijn door de communisten vermoord. H.H. Hoogwaardige Excellenties Mgr. Hoo- vaarts en Mgr. Weber hebben voor een volksgerecht moeten verschijnen. Nie mand weet wat er van deze missie terecht moet komen. „China is het grote land van de verwachtingen, maar ook van de smarten van Jesus", heeft Pater Arnold Janssen eens gezegd.... Wetenschap In priesterarme landen van Zuid- Amerika en van de Philippijnen, waar op de 10.000 katholieken gemiddeld slechts één priester voorkomt, stichtte de Con gregatie talrijke seminaries voor opleiding van de inlandse clerus. Een groot aantal harer priesters is werkzaam in het mid delbaar onderwijs, dat voor de opbloei der missies van onschatbare waarde is. Het Hoger Onderwijs wordt door de missio narissen van het Goddelijk Woord even eens behartigd. Op last van de H. Stoel heeft de Congregatie sinds 1933 de leiding van de Katholieke Universiteit van Peking op zich genomen. Ook de San- Carlos-Universiteit in Cebü op de Philip pijnen en de Nanzan-Universiteit in Na- goya op Japan worden door missionaris sen van het Goddelijk Woord bestuurd. Het Anthropos-Instituut. dat door de beroemde Pater Wilhelm Schmidt S.V.D. werd gesticht, heeft een wereldnaam ver worven. De grijze geleerde, die thans 82 jaar oud is, arbeidt nog steeds voort aan de voltooiing van zijn levenswerk: „Der Ursprung der Gottesidee", waarvan reeds negen delen verschenen zijn. Als wetenschappelijke onderzoekers van de laatste getuigen der menselijke oer- cultuur, waarvoor zij expedities onder de Pygmeeën, op Vuurland, Malakka, Su matra enz. organiseerden, hebben de mis sionarissen van het Goddelijk Woord zich voor de ontwikkeling der volkerenkunde zeer verdienstelijk gemaakt. Vergeten wij tenslotte last not least de invloed niet, welke zij door boeken en tijdschriften hebben uitgeoefend. De pers was van het begin af aan een troetelkind van de stichter. Reeds in 1876 opende hij te Steyl een eigen missie drukkerij. De Congregatie geeft momen teel over geheel de wereld 42 tijd schriften uit. De Dienaar Gods Pater Arnold Janssen moet we] een zeer nederig man zijn ge weest, want anders had de goede God het werk. dat door hem begonnen werd, nooit zo wonderbaar gezegend! E. LOHMAN O.F.M. Toekomstige Cives, Wat staat U te wachten en wat wordt er van U verwacht nu gij, het ouderlijk huis verlatend, U geplaatst ziet in da Academische omgeving? Dit is: uit te groeien tot een persoonlijkheid. U naar alle den mensch sierende richtingen te ontplooien. Dat wil Leiden! Boekenwijs heid is tenslotte makkelijk te leeren, maar Uw Alma Mater wil Uw mensch-zijn in den hoogsten zin van het woord helpen De Kurfürstendamm leeft weer. Al liggen nog overal de ruïnes van de verwoeste winkels, in de nieuwe etalagekasten op het trottoir toont Berlijn weer alle luxe en aantrekkelijkheden van een wereldstad. En de voorbij gangsters kijken er bewonderend en verlangend naarmeestal niet in staat de prijzen te betalen. De eerste Javaanse bisschop, Z. H. Exc. mgr. Albertus Soegyapranata S.J., met wie wU dezer dagen opnieuw een ontmoeting hadden, ziet niet alleen in de ontwikkeling van het katholicisme in Indonesië, maar ook in zijn eigen leven en zelfs in kleine dagelijkse voorvallen daarin de hand van de Goddelijke Voor zienigheid. Zo schreef hij het ook aan een beschikking der Voorzienigheid toe, dat hij bij zijn bisschopswijding, ofschoon er in de verre omtrek geen stof voor bis schopskleding te vinden was, toch in vol ornaat kon verschijnen. Toen hij een eerw. zuster, die voor de paramenten zorgde, vroeg hem aan het benodigde te helpen, herinnerde deze zich, dat er nog ergens een pakje lag, dat wel iets zou kunnen bevatten. En inderdaad, de vol gende dag kwam de zuster met een cappa magna en met alles, wat tot het ornaat van een bisschop behoort. Het bleek een erfenis te zijn van mgr. Schioppa, de vroegere Pauselijke internuntius te Den Haag, die dat alles aan de missie ver maakt had. Sn, voegde mgr. Soegijapranata er lachend aan toe, het paste me precies, want mgr. Schioppa was. evenals ik, niet groot. Bijzonder interessant was hetgeen nagr. Soegijapranata vertelde over de wijze, waarop hij bezig is de katholieke Indonesische bevolking tot zelfstandig heid op te voeden. Hij begon er reeds mee in 1936, toen hij nog pastoor was van de St. Jozefkerk te Djokja. Al spoedig organiseerde ik daar een Katholiekendag in verband met de vie ring van een Missiefeest. Ik schreef in het katholieke weekblad „Swara Tama" enige artikelen over de plichten van de katholiek tegenover de parochie en het organisatieleven en toen zei ik tot mijn parochianen: „Wii houden een grote Katholiekendag. Dat kost geld. Jelui moogt daarvoor niet bedelen bij de pas toor of bij de broeders of zusters, maar je moet het zelf bij eikaar brengen. Hoe veel kunnen jelui geven?" De een gaf zoveel en de ander zoveel en zo kwam. met de opbrengst van de advertenties in het programmaboek, het benodigde geld bijeen. De Katholieken dag wérd een succes: meer dan 20.000 bezoekers! En myn parochianen vonden het fijn. dat ze konden zeggen: „Dat heb ben wij nu zelf gedaan!" Zo Werden ook een prachtige processie en een groot congres georganiseerd, waarvoor de katholieke bevolking zelf alle middelen bijeenbracht- Ik richtte ook een misdienaarsclub op, waarvan elk ljd zelf voor zijn toog en superplie moest zorgen en bovendien nog 4 cent contributie per week betalen. Er kwamen 60 jongens in de club, die thuis net zo lang gesoebat hadden, totdat va der en moeder voor hun uitrusting had den gezorgd. Zo leerde ik de katholieken, die vroe ger alles kregen van de Missie, zelf voor het een en ander te zorgen. En ze vinden het prachtig! Mgr. Soegijapranata is niet alleen een ijverig zielzorger met een scherp inzicht in hetgeen de inheemse katholieke bevol king nodig heeft, hij is ook een charmant causeur met veel zin voor humor. Dat bleek o.a. bij hetgeen hij ons vertelde in verband met zijn benoeming tot bis schop. •In 1940 kwam plotseling mijn benoe ming tot Apostolisch Vicaris van Sema- rang. Niemand wist er tevoren iets van en ik zelf ook niet. Ik moest bij de bis schop komen en dacht: Wat zou ik nu verkeerd hebben gedaan? Maar mijn ge weten was zuiver; ik kon niets vinden. Mgr. las me het telegram van mijn be noeming voor. Ik kon het niet geloven en vroeg zelf het telegram te mogen le zen. En jawel, daar stond het! Ik zei: Mgr. ik neem het aan, maar ik was er kapot van. Maar van dat ogen blik af dacht ik: „In nomine Jesu" neem ik alles aan, wat mij overkomt. Toen ik naar Djokja terugreisde, kon ik het mij nog maar altijd niet begrijpen: ik. excellentie! Thuisgekomen zei ik: Laat me met rust en ging op mijn bed liggen tot grote verwondering van mijn bediende, aie op zijn vraag, of ik ziek was, een ontkennend antwoord kreeg. Later vroeg ik hem een zoutloos Javaans gerecht voor me klaar te maken. Toen ik gegeten had, vroeg ik hem: Heb je ooit een bisschop zoutloos zien eten? Welnu, dat ls nu gebeurd. Ik ben bis schop geworden. Toen de bediende in de keuken kwam, zei hij: Ik weet niet wat de pastoor rrvan; te zijn en nu meent hij, dat hij bis schop is Later zeide ik hun, dat het werkelijk zo was, maar dat ze het aan niemand mochten vertellen. De volgende morgen kwam het bericht door. Een stormloop op de pastorie, de scholen vrijaf en ieder een uitte zijn blijdscnap. Maar ik zat er mee! v Bij mijn officiële benoeming was een brief van de Kardinaal namens de Paus, waarbij ik de opdracht kreeg een begin te maken met het stichten van een bis schoppelijke hiërarchie, waarbij de hoop werd uitgesproken, dat de paters en de gelovigen mij zouden helpen die taak te vervullen. Daarnaast moest ik mijn volle kracht besteden aan het vormen van een inheemse clerus en zorgen, dat zich goe de katholieke huisgezinnen-zouden vor men, waaruit goede Inheemse priesters en leidende katholieken konden voortko men. Ik kreeg dus de taak een klein- en een i groot-seminarie te stichten voor toekom- j stige inheemse nrie'ters. IVPar goede, hei- i lige priesters kd'-"I V ;-v''t d 9*1 j keerjt. Eerst ging h-ij naar bed zonder Ziek 'katholieke fiw-i-i- -M" nk ie het* sari tal roepingen zeer hoog en zij behoren op enkele uitzonderingen na alle tot ka tholieken van het tweede geslacht, dus jongens, van wie de ouders ook reeds katholiek zijn. Dat is van groot belang, want deze jongens zijn opgegroeid ln een katholiek gezin, waar de verhoudin gen gebaseerd zijn op de bovennatuur lijke liefde en niet op de natuurlijke liefde, zoals bij de, niet-katholieke Java nen. Ik heb dat zelf maar al te goed gevoeld, omdat ik uit een echt Javaans gezin stam en dus katholiek van de eerste generatie ben. Toen ik in 1919 en 1920 in Nederland studeerde, heb ik getracht het katholieke gezinsleven te leren kennen. Ik vroeg en kreeg verlof om een tijd lang in katho lieke gezinnen door te brengen. Zo kwam ik bij katholieke families in Nijmegen. Als op Java de kinderen gaan verdie nen, wordt hun positie ten opzichte van hun ouders anders. Zij hebben hun ouders dan niet meer nodig en gaan hun eigen gang. Bij die families echter zag ik, hoe de eerbied voor de ouders blijft, zolang de kinderen in het gezin zijn, omdat de liefde op een bovennatuurlijke grondslag is gebaseerd. Dat heb ik ook getracht op Java er in te brengen. Ik heb gepreekt over het vierde gebod en over de verhevenheid van het huwelijk, zodat de mensen zei den: Volgens de pastoor is het huwelijk het mooiste Sacrament. Die gedachte is er in gekomen, zodat het gemengde huwelijk nu tot de uitzon deringen is gaan behoren. Vroeger wer den er, ook onder de Chinezen in Sema- rang, veel gemengde huwelijken geslo ten met dispensatie. Die dispensatie was een soort reclame voor de mensen; ze vonden het wat mooi, dat zelfs de Paus zich met hun huwelijk had bemoeidl Ik ben daartegen opgekomen evenals tegen het thuis dopen. Ik preekte: Vol gens de Canon moet het dopen in de kerk geschieden boven de doopvont. Al leen koningen mogen thuis gedoopt wor den. Is iemand van jullie koning? Neen? Dan alle dopelingen naar de kerk. Waar voor staat daar anders de doopvont? En de gemengde huwelijken zullen niet meer ln de kerk worden afgekondigd, maar buiten aan de kerkdeur aangeplakt. Ge mengde paartjes mogen bij het huwelijk niet verder komen dan de communie bank. Daar wordt dan het huwelijk ge sloten zonder enige plechtigheid. Ik paste het toe ook tot grote teleur stelling van de betrokkenen, die, als ze mij dan later met grote plechtigheid en in vol ornaat een huwelijk tussen twee katholieken zagen inzegenen, met tranen in de ogen kwamen vragen, of ze het nog niet eens zo mochten overdoen! Zo zie ik de opvoeding van de Indone sische katholieken. Vroeger kregen ze alles en heel gemakkelijk. Ik draai de zaak om. Als je katholiek bent, moet je iffèrs brengen. Ik eis veel, maar de "■ordering is dan ook zoveel te groter. o, komen de katholieke inheemsen tot ii-Tiindigheid. vormen: menschen, die verantwoordelijk heid kunnen dragen, menschen van sta vast. die waar zij ook later geplaatst mochten worden, gewapend zullen zijn met een degelijke breede kennis. Wat wordt er van U verwacht in het leven, dat voor U opengaat? Zelfstandig en standvastig Uw eigen be stek van meet af aan te bepalen. Het is niet zoo, dat ge daarmede „op zien ko men" kunt spelen of dat Uw keus in deze uitgesteld kan worden: Want gij wilt U immers niet her- en derwaarts laten dob beren, waar de stroom ,U toevallig drijft, neen, als goede kapiteins wilt gij, van het eerste oogenbllk af aan. Uwen koers zelf bepalen, ja, wat meer zegt, dien steeds bewust en klaar voor Uwen geest zien. Hoedt U voor oppervlakkig optimisme en geestelijk schee/groeien. Gij staat voor een ernstige taak en groote verantwoorde lijkheid. Het sta U voor den geest, waar voor gij op de Alma Mater gekomen zijt. Vergeet nooit, dat gij het recht en den plicht hebt, naar eigen innerlijke overtui ging te handelen en hetgeen gij van thuis medebrengt niet lichtvaardig moet loo chenen. Gij moet den strijd, dien ieder mensch te strijden heeft, roet zich zelf, niet ontloopen, dezen aandurven en met vermijding van iedere bekrompenheid de disputen met andersdenkenden voeren. Zoekt en vindt al wat leidt tot ware ka meraadschap zoowel met hen die van Uw leeftijd zijn, als met ouderen. Stelt ver trouwen in hen, verbergt voor hen niet,' wat er in Uw hart omgaat. De gemeenschapsgedachte leve in U. Streeft naar waarachtigheid en realiteit (ook als deze ernstig zijn) en durft eer lijk zijn. In één woord: Geeft U in Uw omgeving, Uw nieuwe omgeving geheel, met hart en verstand; gij kunt een op bouwend element en een bron van kracht daarin zijn. Het mensehelijk denken heeft uiteenge rafeld wat God als één harmonische en ondeelbare eenheid wil, die mensch heet. Geest-verstand-lichaam, dooreengewe- ven, eendrachtig samenwerkend voor het welzijn van den mensch. Geeft men zich eenzijdig geheel ovef aan een van deze grootheden, dan komt men tenslotte bedra gen uit en raakt jn het moeras der ont goocheling. Welke van deze drie wegen men ook inslaat, zij voeren van het levens doel af, inplaats van er heen. Gelukkig zijn zij die -tot de ontdekking komen, dat zij pas in hooger zin hun even wicht vinden, als hun geestelijk leven primus inter pares is en uiteindelijk den koers aangeeft. Want zij hebben daarmede den wand omgestootten door menSchelijke kortzichtigheid opgetrokken tussen hen en Christus die dit even wicht herstelt. Hij, Die midden in Uw leven komt te staan, als gij dit naar Hem toekeert. Zoekt Hem te beleven in het heiligdom van Uw hart in waarachtigheid en open heid en eenvoud en leert door Christus, God den Vader kennen, zooals God en Christus U tegemoet treden in den Bijbel. Leest dezen niet in de eerste plaats met Uw verstand, niet als Wetboek, doch ala uitdrukking van de hoogste Gods- ea Christus-beleving. Geestelijke verdieping en beleving heeft de menschheid zoo drin gend noodig, werkt als jongeren daartoa mee. Ik begon met een woord over het u% groeien tot een persoonlijkheid, toont Uw levenshouding den mensch zooa» Christus hem ziet. w.g. WILHELMINA, Prinses der Nederlanden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1950 | | pagina 4