Met paard en wagen naar de
Joegoslavisch-Griekse grens
Overschrijden van de grens gaat
er erg gemoedelijk
De Elegante Vrouw
Dreiging met koude revolutie
Kees de Groot uit Riel slaagde
in Canada
„Ik heb het handig aangelegd,
al zeg ik het zelf'
Eerste reis ex-KNIL-leden naar
Z.-Moiukken een succes
EN DE MODE
CONFLICT OVER DUITSE ZWARE
INDUSTRIE
Westduitse arbeiders vragen breedste
medezeggenschap
K
AKKERTJE
PRIKKELDRAAD-INTERMEZZO
Joegoslaven hebben ons nu nodig
zeggen de Grieken
Nederlandse Orde van
Advocaten
Kou gevat?
Ervaringen van een jonge emigrant
Je moet van aan
pakken weten"
De keus van de
Ainbonese militairen
WOENSDAG 10 JANUARI 1951
PAGINA 4
Men praat over „het paradijs"
„Al meer dan duizend jaar"
WERKZAAMHEDEN AAN
OOSTERPOLDER LIGGEN
STIL
BETERE TREINVERBINDING
A'DAM—ENKHUIZEN
Neem
DUITSERS WEIGEREN
INMIDDELS TE ONDERHANDE
LEN OVER PLAN SCHUMAN
BELASTINGEN IN
VER. STATEN
DE
NEDERLANDSCHE APPARATEN-
FABRIEK
sonr&eW.
Sociale desiderata der
katholieken
Eerst demobilisatie uit K.L., dan
overgang naar A.P.R.Ï.
Protesttelegrammen
RAPPORT VAN HET NED.
MILITAIRE COMMANDO
(Van onze speciale verslaggever)
De ambtenaar achter fle balie van reisbureau Putnik aan de Maarschalk
Tito-boulevard in Belgrado kijkt me verwonderd aan, als ik naar de
verbinding van Joegoslavië met Griekenland informeer.
„De trein gaat niet verder dan Devdelija.wijst hij op een kaart naar
een plaatsje aan de Zuid-Oost grens. Verderop zijn de rails opgebroken.
„En dan
„Lopen.'t is een vijf kilometer.
Met zestig kilo bagage is dat echter onmogelijk.
„U kunt er wel een paard en wagen hurenveronderstelt de man.
En op Grieks grondgebied moet het dan precies zo. Ook daar is er van de
grens tot aan liet eerstvolgende dorp Evezone geen verbinding. Dat is een
afstand van drie kilometer.
En «o hobbel ik dan een paar dagen later op een oude boerenwagen met
•en lusteloos paard ervoor Joegoslavië uit. Het is stil op de weg. Grens
verkeer is er practisch niet. Joegoslaven en Grieken kunnen niet heen en
weer. En het is maar een enkele buitenlander, die op deze ongeriefelijke
manier wenst te reizen.
„Hort.spoort de karrevoerder zijn paard nu en dan aan. In dit deel
van de wereld heeft men echter geen haast. En gelaten sukkej ik dan ook
maar in de richting van de grens. In mezelf moet ik erom lachen me in
deze eeuw van snelverkeer op zo'n primitieve manier te verplaatsen. En
dat nog wel in Europa,
conversend wandelen we gezamenlijk ver
der.
„Serviër..,.?'' vraagt hij enigszins wan
trouwend.
„Nee, Hollander...." stel Ik hem ge
rust.
„Hollandos.Hollandos...." herhaalt
hij In zichzelf om zo er achter te komen,
waar dat wel is. Blijkbaar weet hij er
geen weg mee, want even later vraagt hij
of dat niet tussen Duitsland en Rusland
ligt. Tevergeefs tracht ik hem de juiste
ligging uit te leggen.
„Woont u in Evezone....?" schakel ik
over op een eenvoudiger onderwerp.
„Evezone,... ja.... bevestigt hij.
„Allang.
Het duurt een hele tijd, tot hij er in
het Frans een antwoord op verzonnen
heeft.
„Al meer dan duizend Jaar...."
Lachend verzeker ik hem, dat hij er
dan nog zeer kras voor zijn leeftijd uit
ziet. Maar dat ontgaat hem. En zwijgend
lopen we verder tot hij me een klein
huisje aanwijst met een bordje eraan met
Controle des Passeports. Daar nemen we
afscheid.
De immigratie-ambtenaar spreekt Frans.
Hij is niet eens verwonderd me te zien.
Hij laat een paard en wagen in het dorp
opzoeken om mijn bagage te lialen. In
afwachting daarvan gaan we in het plaat
selijke café annex kruidenierswinkel een
kopje koffie drinken. Het verschil met
Joegoslavië is bij de eerste blik al te mer
ken. In deze eenvoudige, afgelegen winkel
Uggen artikelen, die men in Joegoslavië
nergens ziet. Sinaasappelen, chocolade-
De Joegoslavische douane is uiterst
voorkomend.
De formaliteiten zijn in een ommezien
vervuld. Een stempel in mijn pas. Een
vluchtige blik over de koffers. Dat is alles.
„Ik zal u een paar man meegeven om dë
bagage te dragen...." zegt de chef met
meer gebaren dan woorden. Een soldaat
en een lid van de volksmilitie in een
blauw uniform vergezellen me op de
laatste honderd meter naar de grens: een
Friese ruiter van roestig prikkeldraad
dwars over de weg. Aan weerskanten sluit
•r een barricade van prikkeldraad op aan.
Die slingert zich zover het oog reikt door
het golvend landschap.
„Zo...." zeggen mijn begeleiders en
aetten de koffers neer. Ik kijk hen vragend
aan. Aan de andere kant van de grens
is namelijk niemand te zien. Het blijkt,
dat de Griekse grenswacht op een heuvel
wat verder van de weg zetelt. De twee
Joegoslaven trachten met armbewegingen
hun aandacht te trekken. Het levert 8««n
resultaat op. We wachten een paar minu
ten, maar er verschijnt niemand. Weer
kfk ik hen vragend aan. „Schlafen
lacht de militieman, die anderhalf woord
Duits spreekt. Dan zet hi] zijn vingers aan
Zijn mond en laat een lang en scherp ge
fluit klinken. Het snerpt door de stilte.
Boven gebeurt niets. In koor fluiten ze
twee, driemaal. Geen resultaat.
„Ouzo..,." zegt de soldaat en maakt
een drinkbeweging om te vertellen, dat de
Grieken waarschijnlijk een paar glaasjes
van hun nationale drank verwerkt hebben
en nu een dutje doen. Al het fluiten en
wuiven is tevergeefs. Tenslotte maak ik
hun duidelijk, dat ik hier niet kan blijven
staan. Gezamenlijk prutsen we het roes
tige prikkeldraad los en schuiven de
Friese ruiter opzij. He verwacht elk ogen
blik een schreeuw of een waarschuwings
schot Er gebeurt echter niets. De koffers
zet ik één voor één op Grieks gebied. Dan
maken we de grens weer dicht.
„Huala...." bedank ik hen lachend en
geef hun ever het prikkeldraad heen een
hand.
„Zbogom....* wensen ze me grinnekend
toe.
Ik sla de weg in naar het dichtbijzijnde
dorp.
Het geeft me een eigenaardig gevoel
«m zo een land te betreden. Ietwat avon
tuurlijk is het wel. En in leder geval zeer
ongewoon. Na een honderd meter kijk ik
nog eens om. De koffers staan netjes op
een rijtje langs de weg. De twee Joegosla
ven beklimmen langzaam de heuvel, waar
op hun wachthuisje staat. Op een heuvel
aan de andere kant van de weg staat
duidelijk in grote, witte letters van steen
TITO. Het is van verre te spellen op de
groene helling. Maar de Griekse grenspost
er tegenover geeft nog steeds geen enkel
teken van leven.
Halverwege kom ik eeu boer tegen, die
een ezeltje met twee zakken groenten op
zijn rug voortdrijft. De man blijkt een
klein beetje Frans te spreken. Moeizaam
repen, rollen zuurtjes, pakjes scheermes
jes. Er staat een zak met grote aardappe
len. Eieren in overvloed. Een kist met
bokking met Schevenlngen Holland erop.
En inplaats van de communistische em
blemen en de portretten van Tito prijken
hier beeltenissen van honing Paul en
kleurige posters over het Marshallplan.
En een kaart van Korea met de koppen
van generaal MaoArthur, Synghman Rhee
en Trygve Lie erbij.
„Hoe is 't in het paradijs.... vraagt
de immigratieman. In Evezone blijkt men
algemeen over het paradijs te praten als
men het over Joegoslavië heeft.
„Niet zo bestgeef ik toe.
Evezone is een zeer patriottisch dorp.
Onder de honderdvijftig families is tijdens
de burgeroorlog geen enkele communist
geweest. Daarom kwamen de andartes er
ook maar heel weinig. Maar versterkingen
van prikkeldraad en mitrailleurnesten aan
de buitenkant van het dorp herinneren
nog aan die tijd. Bovendien patrouilleren
de mannen van het dorp nog elke nacht.
Maar de verhouding met de Joegoslaven
is toch verbeterd. En binnenkort zal ook
de spoorwegverbinding weer hersteld
worden.
„Ze willen nu weer goeie vrienden met
ons worden...." betoogt de man tegen
over me, „ze hebben Saloniki nodig voor
het vervoer van de levensmiddelen, die ze
uit Amerika krijgen".
Het klinkt nogal smalend. Maar zo zal
men hier voorlopig nog wel blijven, zo
lang de kwestie van de Griekse kinderen
niet is opgelost. Een-en-twintig zijn er tot
nu toe teruggekomen. Het is een teleur
stellend klein aantal voor de Grieken.
„Heeft u Griekse kinderen gezien in
Joegoslavië?" vraagt men mij van ver
schillende kanten.
„Ja...." bevestig ik.
„En hoe zien ze eruit.
„Heel goedverzeker ik hun. En ik
leg him uit, dat het -juist de politiek van
de Joegoslaven is deze kinderen uitste
kend te behandelen. Daarmee kweken ze
evenzovele propagandisten. Maar men
blijft mij sceptisch aankijken.
Het is al laat als ik het café verlaat.
Kanten japon van Manquin
,,'t Is mode", met die afdoener denkt
menige vrouw een zwakke critiek op
haar kleding tot zwijgen te brengen. Dat
gelukt haar trouwens meestal want 't is
heel moeilijk daarop te zeggen: „ja, maar
't staat je niet, dus het is geen mode voor
jou."
En toch moest iedere vrouw zo ver
standig zijn nooit iets voor haar toilet
te kopen dat haar niet flatteert, 't Is
mode? Wat doet dat er toe, cr zijn
andere modellen die even goed gedragen
worden en die wel staan. Waarom dan
zonder nadenken iets te kiezen, omdat
het veel gezien wordt of omdat het een
vriendin zo leuk staat?
„Ken u zelve" is een allereerste ver
eiste om zich goed te kleden. Daarvoor
is in de eerste plaats nodig, zich zelf met
critisch oog te bekijken, al is dat dan
Hoedje van bruin antiloop met leren
knoop en geglycerineerde struisveer.1 haar kleding tonen
ffffnw* QmmL i
misschien dikwijls niet aangenaam. Als
een vrouw in haar eigen spiegel kijkt,
weet ze instinctief, waar ze met naar
moet kijken. Daarom is het uitstekend
zich plotseling in een winkelruit te zien,
waar altijd een onbarmhartig licht op
valt! Een plompe loop, een slordig om
hangende mantel, een hoed die voor een
heel ander type is ontworpen, een ge
bogen rug, allemaal dingen die dan
opcvallen, maar die we in onze eigen
spiegel niet zien. Niet alleen omdat we
ze dan niet willen zien, maar ook omdat
wc dan onbeweeglijk staan.
Een nauwe japon kan alleraardigst
vallen als men staat, maar als men gaat
zitten, trekt ze al heel gauw te veel op.
Daarom nooit een japon kopen zonder
er eerst mee in een fauteuil te zijn neer
gevallen. Een hoed daarentegen moet
men staande kopen, want hij moet even
goed bij het silhouet passen als het
gezicht flatteren.
De mode moet zich aan do vrouw aan
passen en niet omgekeerd. Zelfkennis en
intelligentie zijn nodig, terwijl de zucht
om vriendinnen to overbluffen al heel
verkeerd is daar hij al gauw uit het oog
doet verliezen, dat de kleding van een
werkelijk elegante vrouw nooit opvalt.
Draag een simpel japonnetje, zonder
garnering o die vreselijke garnering!
maar met mooie accessoires, tas,
schoenen, hoed, kousen en handschoe
nen Maai' geen handschoenen met
gaatjesgarhering of zo iets, geen tas met
opzichtige beugel, geen hoed met een
voiletje. dat al gauw miezerig en slap
valt, maar een tas van mooi leer en alle
aceesssoires van goede kwaliteit. Liever
geen bontmantel dan een van konijn,
geen schoenen met crêpe zolen en hakken
als men maat 40 schoeit. Een hak van 3
of 4 centimeter is dan veel meer aange
wezen.
Geen rode hoed bij een helblauwe
mantel, en geen schoenen in een andere
tint dan het mantelpak, noeh witte
kraagjes op jurken waar ze niet bij
horen.
Een werkelijk elegante vrouw is nooit
excentriek of opvallend gekleed en haar
liefde voor felle kleuren kan ze heter
bij het schikken van bloemen dan in
Bulten Is het aardedonker. Evezone heeft
geen electriclteit. Voetje voor voetje
schuifel ik voort. Een van de nachtwachts
met een geweer over zijn schouder ver
gezelt me naar de boerderij, waar ik kan
overnachten.
„Joegoslaviëwijst hij naar een
groep lichtjes in het zwarte landschap.
Het is Devdelija. Ook een dorp met sim
pele huisjes en zwoegende boeren en een]
dorpscafé. Precies als Evezone. Maar toch
is het een andere wereld.
Er heeft nader overleg plaats gehad
tussen de minister van Justitie en de
vaste commissie voor privaat- en straf
recht uit de Tweede Kamer over het
wetsontwerp tot instelling van de Neder
landse Orde van Advocaten, alsmede rege
len betreffende orde en discipline voor de
advocaten en procureurs. Onder meer
heeft dit overleg geleid tot de indiening
van een nota van wijziging, waarin wordt
voorgesteld een Gemengd Hof van Dis
cipline in het leven te roepen, samenge
steld uit drie leden van de zittende magi
stratuur en drie advocaten.
Met het oog op de vorst zijn onlangs
alle pontons, zuigers, onderlossers, sleep
boten enz., die bij de werkzaamheden ten
behoeve van de Oosterpolder worden ge
bruikt naar havens aan de vaste wal ge
bracht. De in uitvoering zijnde dijkvakken
P, Q en R liggen thans alle verlaten.
Het is nog niet bekend wanneer de werk
zaamheden zullen worden hervat.
Het ligt in de bedoeling van de Ned.
Spoorwegen in 1952 de verbinding tussen
Enkhuizen en Amsterdam aanzienlijk te
verbeteren, o.a. door het inschakelen van
Dieseltreinstellen. Of in dat jaar de ge
hele dienst met Diesels kan worden gere-
den hangt af van de materiaalpositie.
Advertentie
Bij de hervatting der onderhandelingen
tussen de Hoge Commissie en de West-
duitse regering over de nieuwe organi
satie van de Duitse zware industrie en
in het bijzonder van de uit de concerns
losgemaakte bedrijven is, zoals wij giste
ren reeds meldden, het niet gelukt de tus
sen geallieerden en Duitsers bestaande
meningsverschillen te overwinnen.
Integendeel, zij zijn van zodanige aard
gebleken, dat van Duitse zijde verluidt,
dat de deelneming van West-Duitsland
aan het plan-Sdhuman opnieuw zal moe
ten worden onderzocht, indien de Gealli
eerden niet willen tegemoet komen aan
de Duitse eis om een aanzienlijke mate
van verticale organisatie der Ruhrin-
dustrie mogelijk te maken. De opschor
ting van de onderhandelingen over het
plan-Schuman te Parijs wordt toegeschre
ven aan de Duitse weigering het plan te
voltooien zolang geen zekerheid is ver
kregen omtrent de wijze, waarop de
Duitse industrie zal worden georgani
seerd.
De Westduitse regering heeft onlangs
haar eigen voorstellen ingediend, die in
sterke mate van de Geallieerde voorstellen
afwijken. In het Ruhrgebied, roet name in
Hambom, Oberhausen, Gelsenkirchen,
Bochum en Dortmund, wil de Duitse rege
ring de oude verbindingen tussen staal
fabrieken en kolenmijnen weer tot stand
brengen. Uit technische en economische
overwegingen acht zij dit beslist noodza
kelijk teneinde de bedrijven in staat te
stellen buitenlandse concurrentie het
hoofd te bieden. Terwijl in de Geallieerde
Hoge Commissie Fransen en Britten zich
tegen zulk een verticale organisatie blij
ven verzetten, heeft de Duitse regering
haar eis gemaakt tot een voorwaarde van
haar latere erkenning der nieuwe onder
nemingen.
Daarnaast zijn er meningsverschillen ge
rezen over de omvang en het aantal van
de te vormen bedryfseenheden. De Duit
sers verzetten zich voorts tegen het Gcal-
leerde concept van de statuten der nieuwe
maatschappijen. Dit concept bevat een be
paling, volgens welke de nieuwe onder
nemingen geen aandelen meer zullen mo
gen opkopen, teneinde een betere samen
voeging van de thans losgemaakte bedrij
ven te voorkomen.
Bij de besprekingen, welke dezer
dagen gevoerd werden tussen de Hoge
Commissaris Maceloy, prof. Erhard en
prof. Hallsoein zijn de standpunten niet
nader tot elkaar gebracht en heeft de
Duitse delegatie scherpe critiek moeten
aanhoren op haar voorstellen.
In industriële kringen aan de Ruhr
heeft de ontwikkeling van dit lang om
streden vraagstuk teleurstelling gewekt.
wordt gedeeld door
de federatie van" vakverenigingen, die
Deze teleurstelling
zich eveneens met klem heft uitgespro
ken voor een voortzetting van de vroegere
verbindingen tussen staal- en kolenbe-
drijven. Men verwacht, dat de geallieer
den er spoedig toe over zullen gaan hun
eigen plannen tot uitvoering te brengen.
De eerste stap daarvan zou zijn de
vorming der nieuwe eenheden in de
staalindustrie, waarmee men in Februari
zou kunnen beginnen. De nieuwe orde
ning der kolenindustrie zou eerst worden
doorgevoerd, wanneer men met de orga
nisatie der staalindustrie is gereed
gekomen.
Over enige weken zal Prins Carnaval weer de scepter zwaaien als heerser
over het „rijk der dwaasheid". Nu reeds is men ijverig in de weer met de
voorbereidingen om zo goed mogelijk uitgerust aan het Vastenavondfeest te
kunnen deelnemen. De keuze der maskers vooral geeft veel hoofdbrekens.
President Truman heeft de mening
doen horen, dat er in de Ver. Staten be
lasting geheven moet worden „tot aan de
grens van de draagkracht" om de vrije
wereld te bewapenen tegen de „dreiging
van een communistische agressie". Deze
waarschuwing liet de president horen in
een brief aan de democratische senator
Harry Byrd, die Dinsdag de brief publi
ceerde. Dit schrijven deed direct geruch
ten ontstaan over een mogelijke nationale
omzetbelasting of andere vormen van
belasting op het gehele handelsverkeer
in het land ,01 op het grootste deel daar
van.
In verband met de aanvrage tot opne
ming in de officiële notering ter beurze
van Amsterdam, deelt de directie van de
Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
te Amsterdam mede dat alsnog zijn ge
plaatst 300 aandelen gewone aandelen, elk
groot nom. 500 aan toonder nos. 1201 t/m
1500.
Post voor repatriërenden. Post voor
militairen aan boord van het troepen
schip ..Central" moet uiterlijk II Januari
ter post worden bezorgd.
(Van onze bijzondere medewerker)
BONN, Januari 1951.
Zal een staking van 'n half millioen metaalwerkers en een kwart mïllioen
mijnwerkers het Westduitse economische leven volgende maand gaan lam
leggen1 De kans daarop wordt in Bonn nog niet groot geacht ondanks de
dreigende toon, die de vakbonden thans aanslaan in het oude dispuut over
de verwezenlijking van de medezeggenschap van de arbeiders in de
fabrieken en in het gehele bedrijfsleven. De metaalwerkers hebben
aangekondigd, dat zij op 1 Februari in staking zullen gaan, indien dan de
eisen van de vakverenigingen nog niet vervuld zouden zijn. De mijnwerkers
sullen eerst midden van deze maand door middel van een stemming uit
maken, of zij ook naar het middel der staking willen grijpen, doch er is
weinig twijfel aan, dat zij hetzelfde gebaar zullen stellen, indien de zaken
voordien geen keer genomen hebben.
Onder deze druk la te Bonn het te
dezer plaatse reeds zo vaak beschreven
thema der medezeggenschap weer op
de voorgrond geplaatst. Reeds is een be
spreking aangekondigd tussen kanselier
dr Adenauer en de voorzitter van de fe
deratie der vakbonden, dr Boeckler, de
twee belangrijkste politieke veteranen
van het huidige Westelijke Duitsland.
Men hoopt en verwacht daarvan te Bonn
dat de in het vorige jaar vastgelopen
discussies weer op gang zullen komen,
er dat daarmede ook de dreiging van
een staking verschoven zal kunnen wor
den.
Bij deze verwachting speelt ook de
overweging een rol, dat de verenigingen
in West-I>uit3land zich in de afgelopen
periode niet bepaald stakingslustig heb
ben getoond en zich dus zeker wel niet
zullen willen storten in een roekeloos
stakingsavonituur, zoals zich zou kun
nen ontwikkelen indien de dreiging ver
werkelijkt zou worden. Het is duidelijk,
dat een staking niet tot de basisin
dustrieën beperkt zou kunnen blijven,
doch onmiddellijk een stillegging van
'n groot aantal verwerkende industrieën
ten gevolge zou moeten hebben, afge
zien nog van de verkeerschaos, die bij
de toch al zo precaire kolensituatie met
zekerheid zou intreden. Van werkgevers
zijde is dan ook terstond scherp ge
reageerd en heeft men de vakbonden
verweten, dat zij het bestaan van mil-
lioenen arbeidersgezinnen op het spel
dreigen te zetten.
Terwijl het daarom nog onwaarschijn
lijk geacht wordt ,dat de vakbonden de
huidige Duitse spanningen nog met een
staking van onafzienbare gevolgen zul-
(Vau onze Brabantse redacteur)
Na twee jaar in Canada gewerkt te hebben hij had daar verschillende
baantjes, zowel bij de boer als in de industrie is Kees de Groot weer
naar zijn geboorteplaats, Kiel in Noord-Brabant, teruggekeerd om van zijn
vacantic te genieten. Oh nee, hij blijft hier niet. Her is Kees, eeu kwieke
jongeman in overall, met een Canadees sportpetje op, goed gegaan daar in
het verre grote land. In die twee jaar heeft hij als boerenknecht of als
fabrieksarbeider althans een stukje van dit land leren kennen en hij heeft
het handig aangelegd „al zeg ik liet zelf", meent Kees, die nu een grote
boomgaard van 19 ha met wel 400 bomen in de buurt van Toronto heeft
gepacht en daarvoor samen met een kameraad eeu hele luindersinventaris
kon aanschaffen: een tractor met een scheurploeg, een motorspuit, een
vrachtauto en verdere noodzakelijke gereedschappen.
's nachts om twaalf uur aankwam, haal
den ze hem toch nog van de trein en
direct stonden de gebakken eieren klaar
en was het bedje gespreid.
De volgende dag hadden de paters ai
werk voor hem en kon hij bij een boer
gedurende zes weken bieten gaan uit
zetten. „Een hard werkje", want men
moet voortdurend krom staan", zo zegt
Kees lachend. Hy woonde er in "n soort
„eabin" voor 4 personen op het erf van de
farm en moest zelf z'n potje koken, omdat
hij arbeidde in aangenomen werk bij een
suikerfabriek, die haar knechten bij boe
ren „uitbesteedde". Later, toen hij in
dienst kwam van een of andere boer, at
hij mee aan tafel. „Het ging allemaal erg
zakelijk", zegt Kees, en toch vond ik de
mensen erg gemoedelijk en ook wel be
vattelijk voor onze moeilijkheden. De
emigranten onderling steunen elkaar bo
vendien veel".
Na die zes weken trok hij naar het
Oostelijk gelegen heuvelland ên werkte
er nu aan het vlugge en lichte inhalen
van de tabaksoogst. Er zaten hier nogal
wat katholieken, de streek rondom
Delhi bedoelde hij Vlamingen, Honga
ren en Zeeuwen; de Zuidrand van Canada
in zijn geheel echter is overwegend En
gels-Canadees en protestant.
Da pater» Capucunaavan Blenheim leg-
„Oh ja, ik wil U wel iets van het leven
daar vertellen", zegt Kees tegen ons, ter
wijl hij ons krachtig de hand schudt. „Je
moet van aanpakken weten, vooral in
dc eerste maanden, die minder prettig
zijn. Je moet gewoon raken aan de wat
vlotte en soms egoïstische zéden van het
land en de eerste moeilijkheden met de
taal moeten voortij zijn".
Eerst was Kees terecht gekomen in het
Noorden van Ontario en had hij er werk
gevonden bij een katholieke boer. Er
woonden in die streek nogal wat katholie
ken, afstammelingen van Ieren- Maar het
Zuiden, de bloeiende zoom van Canada
met zijn klimaat gelijk aan het onze, met
Zijn vruchtbare kleiviakten en heuvellan,
den, trok hem veel meer. De Groot had
daar al zijn connecties, toen hij wegging
uit Nederland.
Gebakken eieren
In Blenheim is een klooster van Ne
derlandse en Belgische paters Capucü-
nen en met hulp van die paters wist hij
naar dit Zuiden te komen. Kees is een
•n al lof. over deze pater». Toen hü er
gen zich er op toe, de katholieke jongens
en meisjes van Belgische en Nederlandse
emigranten in de verre omtrek op sport
dagen en op danafeestjes bijeen te
brengen.
Kees ging tegen de wintertijd naar
Toronto. Hier klopt het economische .hart
van Canada, want dezo millioenenstad
telt vele industrieën en bij de boer is
's winters niets te halen. Hij vond er
werk in een fabriek als steenzetter, een
werkje dat veel vingervlugheid eiste en
dat Kees goed afging. Om drie uur was
het werk gedaan en dan gaf hij zijn
zorg voluit aan zijn boomgaard, die hij
zoals gezegd, intussen samen met een
kameraad, had gepacht.
„Zuinig zijn!"
„Je kunt best iets bereiken", meent
Kees, „als je maar zuinig bent, wat een
Canadees in het algemeen niet kan. De
lonen in do industrieën zijn heel wat
beter dan die in de landbouw. Dc geraid'
deldc fabrieksarbeider verdient plm. 50
dollar per week, terwjji hy in Nederland
ongeveer eenzelfde bedrag in guldens
verdient. Maar voor die dollars is heel
wat meer te kopen dan voor guldens. Zo
kost er een uitstekend eostuum slechts
50 dollars, een paar schoenen 10 dollars,
suiker 10 et per pond, een wittebrood
van 1 pond 16 et".
Bijna alle Canadezen maken hun dol
lars geheel op aan genoegens en uitgaan
De zuinige emigrant heeft echter kans. bij
deze ruimere levensstandaard, behoorlijk
wat geld over te houden. En zó kon De
Groot die bogaard huren, kon hij een tuin
dersinventaris kopen. Hij had, toen hij de
boomgaard pachtte, ook een huis gehuurd.
Daar heeft hij nu een katholieke Ned
emigranten-familie onderdak verschaft en
bij deze familie is hij meteen zelf in de
kost gegaan. Hij heeft dus wel goed uit
gekeken.
Geen vrees voor afzetmogelijk
heden.
„Voor de afzet van mijn fruitoogst be
hoef ik niet te vrezen", zo gaat Kees ver
der. „De omgeving van Toronto telt veel
boomgaarden en ze vinden allen hun af
zet in de behoeften van de millioenenstad
Werk is er dus genoeg. Wie aan wil
pakken en wat handigheid bezit alsmede
een dosis geluk, kan er best komen
„Voor het godsdienstig leven is in het
algemeen geen gevaar, zo meent de
adspirant-Canadees; er zijn veel kleine
katholieke kerkjes, ook in het protes
tantse land. (Men is er soms wel wat
ver van verwijderd, maar „bijna ieder
een heeft toch een auto en dan tellen
een paar mijltje» niet...."
len durven, belasten, voelt men zich toch
merkbaar ongerust door de wijze, waar
op de arbeiders plotseling kracht bij
gaan zetten aan eisen, die van revolu-
tionnaire betekenis zijn.
Zoals vroeger reeds meer gedetailleerd
omschreven eisen de vakverenigingen
volledig gelijke rechten in de bedrijfs
leidingen voor arbeiders en ondernemers.
Deze rechten zouden moeten gelden op
alle terreinen, dus zowel op het commer
ciële en technische als op het sociale.
Ook in de economische organen eisen
de arbeiders gelijke vertegenwoordiging
op, waardoor bijvoorbeeld kamers van
koophandel zouden ophouden organen
van ondernemers te zijn. Zonder veel
omwegen kan men de eisen een koude
revolutie en een vorm van socialisatie
noemen. In het parlement hebben dc
socialisten zich tot pleitbezorgers van de
wensen der arbeiders gemaakt. Zij heb
ben een Initiatief-ontwerp ingediend,
dat volkomen de geest van het vakbond
project ademt-
Nu liggen de zaken niet zo eenvoudig,
dat men alleen van de parlementaire op
positie steun voor het plan kan ver
wachten. De eisen zijn mede voortge
sproten uit de sociale desiderata, die
anderhalf jaar geleden werden opgesteld
door de katholiekendag te Bochum, waar
de katholieke vakbondleiders een nogal
drastische taal hebben gesproken. Men
zal zich herinneren, dat nadien zelfs Z
II de Paus in het openbaar aandacht
heeft geschonken aan de in Duiteland
naar voren gekomen sociale eisen en
daarbij op matiging heeft aangedrongen.
De katholieke vleugel van de vakbonden
heeft evenwel nog geen reden gezien om
zich van de vergaande eisen to dis
tantiëren.
Dit heeft ook te de parlementaire
fractie van de christelijke partij tot he
vige spanningen rond de zaak gevoerd.
Tenslotte heeft de fractie zich verenigd
op een ontwerp, dat de arbeiders een
aanzienlijke graad van medezeggen
schap toestaat .zonder hun evenwel mede
een beslissende stem te geven in alle
bedrijfszaken. Daar dit ontwerp nog al
te ver afstond van de liberale gezichts
punten en daarom niet op de steun van
de regeringscoalitie kon rekenen, heelt
de regering zelf ook nog een ontwerp
uitgewerkt -Daarin is de zaak nog ver
der van de oorspronkelijke eisen afge
dreven, zonder dat men nochtans geheel
tegemoet kon komen aan de opvattingen
der ondernemers. Dezen willen generlei
medezeggenschap hunner employé's, doch
slechts een adviserende rol in sociale
vraagstukken,.
Het is nog niet te zien hoe het te elfder
ure mogelijk zal zijn een oplossing te
vinden, die tegelijkertijd de kool van de
vakbonden en de geit van de regerings
coalitie spaart. Niettemin heeft men in
Bonn nog niet de hoop verloren, dat dit
zal gelukken of dat men minstens weer
eens opnieuw tot uitstel der zaken zal
kunnen komen.
De kans op een compromis ligt
daarin dat de vakbonden niet het ge
hele complex der medezeggenschap
tot Inzet der staking hebben gemaakt-
De stakingsactie wenst vooreerst
slechts van de regering de verzekering
af te dwingen dat zy de graad van
medezeggenschap welke op grond van
de geallieerde regelingen reeds drie
jaren bestaat te de zogenaamde ont
vlochten bedrjjven zal continueren. Jn
deze bedrijven bezetten de arbeiders
reeds de helft der zetels der raden
van toezicht.
Niet weinigen zien in de plotseling*
militante uitingen van de vakbondleiders
een nieuwe rechtstreekse socialistische
aanval op het huidige kabinet, die in
direct verband wordt gebracht met do
ter gelegenheid van de jaarwisseling nog
eens herhaalde socialistische eis van
nieuwe verkiezingen voor het parlement.
Inderdaad wordt in deze sociale kwestie
de hechtheid van de regeringscoalitie op
de zwaarste proef gesteld En niet alleen
de coalitie is m het geding, doch in niet
mindere mate ook dc eenheid van de
christelijke partij, welker vleugels ten
aanzien van de sociale problemen scherp
tegenover elkaar staan.
Tegen deze politieke achtergrond is het
dan ook begrijpelijk, dat dr. Adenauer
in de wijze, waarop de vakbonden drei
gen de zaken te gaan forceren, een poli
tieke manoeuvre heeft gezien, die beoogt
het parlement in een dwangpositie te
brengen, wanneer het een beslissing zal
nebben te nemen. Als zodanig wordt de
stakingsdreiging door velen in Bonn o«-
dwaocratisch senoemd. Daar stellen do
vakbonden tegenover, dat liet er hun
juist om gaat de „economische democra
tie" te verwezenlijken.
Ambonesen met dc K.L.-status op Java
kunnen volgens de thans geldende rege
ling slechte opneming in de A.P.R.I. ver
zoeken nadat zij uit de Kon. Landmacht
z«n gedemobiliseerd, aldus is bericht aan
de rayonscommandantcn, die de drie
mogelijkheden van minister s'Jacob aan
dc Ambonese militairen kenbaar hebben
moeten maken. Dit heeft het commando
van dc Ned- troepen in Indonesië aan
Aneta medegedeeld.
De secretaris van het contactlichaam
voor Ambonese militairen met KL-status
te Djakarta, de heer Tomasoa, heeft na
mens de Ambonese militairen van het
voormalige KNIL op Java, protest-tele
grammen gezonden aan de Verenigde
Naties, de Koningin, de Staten-Generaaï
en aan de minister van Uniezaken, zulks
naar aanleiding van do officiële verkla
ringen, door minister s'Jacob afgelegd op
de persconferentie van 5 Januari inzake
le. het terugtrekken van de KL uit Indo
nesië, 2e. dc onmogelijkheid van alvloci-
ing dezer militairen naar Nederland of
Nieuw-Guinea, 3e. een provocerende
houding der Ambonese militairen.
In deze telegrammen wordt een sociaal-
economische pressie geconstateerd, uitge
oefend op de Ambonese militairen van
bet voormalige KNIL en wordt gezegd,
dat eventuele maatregelen, die op leu
genachtige gegevens zijn gebaseerd, com
promitterend zijn voor de Nederlandse
regering. Voorts wordt onmiddellijke in
terventie cn het aanwenden van invloed
verzocht voor uitstel van uitvoering der
maatregelen „in afwachting van gege
vens onzerzijds".
De eerste reis van voormalige leden
van het KNIL naar de Zuidelijke eilan-
den der Zuid-Molukken tot afvloeiing
ut de burgermaatschappij werd een sue
ces, mede dank zij de volledige mede
werking van militaire en burgerlijke
autoriteiten, aldus werd van Neder
landse militaire zjjdc aan Aneta mede
gedeeld.
Over deze reis van leden van het voor
malige KNIL, die op 18 December met
de „Outshoorn" uit Priok vertrokken,
bracht het commando van de Nederlandse
troepen in Indonesië uitvoerig rapport
uit.
Op de opmerking, dat de groep was
vertrokken, terwij] het geding tegen de
Staat der Nederlanden over de afvoer nog
gaande was, werd geantwoord, dat de
groep vóór de afvaart reeds te kennen
had gegeven, dat de uitslag haar niet in
teresseerde, aangezien zij gaarne wilde
repatriëren.
De reis verliep uitstekend en de stem
ming was goed, aldus het rapport. Od
24 December werden op Banda 4 opvaren
den aan land gebracht, die na een nor
maal onderzoek van de douane en de
den) gingen 9 man van boord Hun ont
vangst was geregeld door burgerlijke
autoriteiten en de politie. 52 Man met
hun gezinnen werden in Elat (Kei-eilan
den) aan wal gezet.
In Elat, aldus hot rapport, ontstond een
klein misverstand door oen volksoploop
van Pemuda's (jongeren), die verklaar
den, dat men de militairen niet meer
wenste. Aan deze sentimentskwestie la?
de op het eiland voorkomende tegenstel
ling tussen Islamietische en christeninwo
ners ten grondslag, die echter met de
kwestie van het KNIL niets te maken had.
zo vervolgde bet rapport. Na uitnodiging
boord ter bespreking van deze kwestie
ontstond aan beide zijden volkomen be-
van de leiders van de volksbeweging aan
grip, zo zelfs, dat de Pemuda's behulp
zaam waren bij het aan wal brengen van
de barang (bagage).
Voorts werden 7 man ontscheept te
Larat (Tanimbar-eilanden), 14 te Saum-
laki (Tanimbar-eilanden) en 5 te Kisar
(Leti-eilanden).
Een invloedrijk lid van de Zuid-Moluk-
kenraad op Tual verklaarde, dat de be
volking van Tual een telegram aan gene
raal Schaffelaar zcu zenden om uiting i»
T. N. I. met hun familie naar hun woon-1 §even aan de teleurstelling, dat hij niet
plaats vertrokken. Op Tual (Kei-ellan-imeer landgenoten terugstuurde.