„KÖNIGSTEIN": NIEUWE
PRIESTERGENERATIE
,Aebt dagen lag hij opgebaard
r
I ft
Westen verlangt agendapunt
over Oost-Europa
Aanslag
de
op de
Britse
zenuwen van
regering
Uitputtings-strategie van de
conservatieven
I
Doodsstrijd van een
Aartsbisdom^!
HERM AN VAN DEN EERENBEEMT
OVERLEDEN
Hoger Onderwijs
op de helling
i
■I
i
ONBESTELBAAR MENSELIJK STUKGOED (I)
j
Von FaJkenliausen c.s.
vrij
1 Schoenfabriek na
explosie uitgebrand
Minnaar e?i bevorderaar van de kunst
Ook gisteren: „Geen resultaat
Ook bij onze Zuider
buren
Adenauer zal plan-
Schuman tekenen
VOENSDAG 28 MAART 1951
PAGINA 4
i
De schuilkeldervan
Duitsland
Kazerne-seminarie
Nieuwe priestergeneratie
Enorm werkterrein
VIJFTIG JAAR BOTER-
JCONTROLE
„HOFSTADBLOEM" TELDE
50.000ste BEZOEKER
Ruim 125 arbeiders werkloos
DE GODSDIENSTVRIJHEID IN
INDONESIË
-
De toekomst der academisch-
gegradueerden
Rijdende kerk
Beter dan divisies
BELGISCH VAKVERBOND
VRAAGT LOONSVERHOGING
iivo' de dood van de
/eereer* lieer Karl Lang,
jtu»looi* iu Gros/. Strelite
ill. Silezië) berichte n
ooggetuigen T volgende;
„Toen de Russen de
Mail naderden, vluchtten
de i rouwen de crypte der
parochiekerk üu aan
vankelijk slaagde de
pastoor erin de binnen
dringende Russen op een
afstand te houden. Toen
een van hen een meisje
meeslepen wilde, klampte
ze zich aan de pastoor
vast en smeekte hem haar
toch niet in de steek te
laten. Aanvankelijk lukte
het de priester het meisje
te redden later vond men
haar echter vreselijk mis
handeld, dood buiten op
het veld: martelares voor
haar maagdelijkheid),
maar de Russen waren
woedend over het moedig
optreden van de pastoor
en dreigden bij het weg
gaan: „Du kaputt!"
Later kwamen ze hem
halen. Men vond hem de
andere dag dood voor de
sacristie: zijn gezicht verminkt door geweerkolfslagen, de soutane aan de
hals opengescheurd. Men had hem dood gestoken.
Zijn parochianen baarden hem in rood Misgewaad voor het altaar op;
acht dagen lang lag hij daar opgebaard; telkens wanneer Russen de kerk
binnendrongen en de dode in het rode misgewaad zagen liggen, maakten ze
onmiddellijk rechtsomkeert. Zo beschermde de dode priester acht dagen
lang de vrouwen en meisjes, die in de crypte gevlucht waren
EEN TRANSPORT VOOR OOST-PRIESTERHULP
WORDT GELOST.
Klokgelui vit lang vervlogen dagen
Bovenstaand fragment is vertaald uit
een dun boekje, dat op zwarte kaft in
een doornenomlijsting de titel draagt:
„Vom Sterben Schlesischer Priester". Het
is een afschuwelijk, grotendeels zakelijk
verslag over de laatste maanden van het
Aartsbisdom Breslau (meer dan 214 nul-
li oen Katholieken) en beperkt zich bijna
uitsluitend tot de dood van 275 geestelij
ken uit dat bisdom, die bij- of tengevol
ge van de totale ineenstorting van Duits
land de dood vonden.
Een groot deel hunner werd door Bus
sen of Polen vermoord, een enkele omdat
hij Duitser was, anderen op „spion nage"-
beschuldigingen, de nieesten omdat ze
zich verzetten tegen de onbeschrijfelijke
manier, waarop de Oostelijke legers
huishielden, geen enkele vrouw ontza
gen en zich zelfs In zusterkloosters op
de afschuwelijkste manier uitleefden.
Vele ooggetuigen verzwijgen nog het
ergste, ergens leest men de mededeling
van een kloosterzuster, dat ze liever net
als haar medezusters vermoord was en
telkens keert de zin terug: „maar het
verzet van de priester hielp niet; hij was
volslagen machteloos en moest liet voor
ziln ogen zien gebeuren
Er is een Duitso geestelijke op de lan
ge lijst, die net twee dagen tevoren uit
een Duits concentratiekamp was vrij
gelaten: een ander sterft aan mishande
lingen in een Poolse gevangenis; een
derde werd neergeslagen toen hij zijn
moeder en zuster beschermen wilde, een
vierde werd door een nekschot geliqui
deerd. een vijfdehonderd acht com-
pres gedrukte bladzijden lang
Anderen stierven door uitputting tij
dens de vlucht van millioenen in paniek
geraakte mensen (Silezië was in '44 on
geveer de enige veilige „schuilkelder"
van Duitsland, en veie mensen uit de
grote steden in het Westen waren daar
heen geëvacueerd); weer anderen wer
den zenuwziek toen de Polen ..hun'
nieuwe Potsdamse grondgebied overna
men reeds vóór Potsdam, volgens het
boekje en ook Poolse priesters de
Duitse pastoriëen overnamen.
Het Amerikaanse Comité tegen massa-
idtwtfzing schat volgens het boekje het
aantal verdreven Duitsers, dat tijdens de
vlucht om het leven kwam op4.8
mfllioen. Vandaar dat er thans in Duits
land ook „slechts" twaalf millioen ver
drevenen en vluchtelingen wonen. Onder
de zes millioen, die daarvan katholiek
»gn werken in totaal 2800 verdreven
priesters (1500 zijn rechtstreeks vluchte-
ling-priester).
In het Kurort. Königstein, niet ver van
Frankfort, lieten de Franse bezettings
troepen na de eerste wereldoorlog twee
plompe kazernes bouwen; later kwam
Hitler's arbeidsdienst erin; daarna wer
den de gebouwen tot lazaret Ingericht en
nadat de Amerikaanse troepen eruit ver
trokken waren, werd hier het „Albertus
Magnus Kolleg" het groot- en klein
seminarie van de vluchtelingen, geves
tigd, terwijl Prelaat Prof. A. Kinder-
mann, zelf uit Praag verdreven, er bo
vendien de centrale voor alle vluchte-
ling-priesters vestigde.
Momenteel studeren er 250 jongens aan
het Kleinseminarie; op het Grootsemina
rie bereiden zich 160 studenten op het
priesterschap voor; alle professoren zijn
iractisch ..Heimatvertrieben sommigen
Un oarlogsverminkt en iedereen van hen
ent het zwarte boekjedat niet vol-
'•di'J is.
Het is een vreemd seminarie; weinig
'omfortabel, zeer sober, met lange brede
;angen waarin men eerder het brute
duid van soldatenlaarzen verwachten
zou dan de trage tred van een brevie
rend priester. De theologanten hebben er
niet vijven één kamer, die zit-studeer-
en slaapkamer is, maar weinig of niets
verschilt van een kazernechambrée.
.Traditie hebben wij hier niet", zegt
Prelaat Kinderman», „het is een voor
deel, maar ook een nadeel in leder
geval zullen de eerste priesters, die Wer
eleden afstudeerden en de wijding
neen, binnen deze barde rechte mu
ren zeker niet het stempel van een go-
«ipige burgerlijkheid gekregen hebben.
Ze hebben zelf hun meminarie mee
helpen opbouwen: deze zomer g™
weer minstens vijftig naar de nnjntn o
ondergronds hun studiegeld te verdient
onderen komen elders aan de kost.
V'luchteüng-ouders kunnen lang met
allemaal een financiële bijdrage leve
ren
Het. zijn in zekere zin andere semi
naristen dan die van een vorige gene
ratie; zelfs de kleinsten (1314 jaar oud)
reizen vaak een dag en een nacht zonder
geleide naar huis met vacantie; op de
vlucht en in de eerste chaotische na-
oorlogsjaren hebben ze deze zelfstandig
heid wef geleerd, ook al herinneren de
allerjongsten zich nog slechts vaag die
afschuwelijke massaverhuizing en al
vertellen ze ervan in het dialect van hun
nieuwe „Heimat".
Ernstiger zijn ze bijna allemaal: vele
vaders thans nog werkloos, veel wezen,
heel veel armoede en dikwijls nog de on
zekerheid om vermiste familieleden.
„Vraag eens In de klas hoeveel jongens
er thuis een eigen béd hebbennog
niet de helft! Maar het is goed dat ze
het contact met de realiteit niet ver
liezen
Bij de ouderen zijn nog steeds sporen
van de na-oorlogse gezagscrisis. In ieder
geval zijn ze hier niet onder een glas
stolp opgegroeid. In de antithese
Avondland-communistisch secularisme
komen ze goed beslagen ten ijs, en ver
der hebben ze geleerd een „Sprache" te
zijn voor hun mede„Heimatvertriebe-
nen": het lijden heeft een positieve zin
voor hen.
Van de 24 studenten, die volgend jaar
klaar zijn, hebben er zich reeds 20 op
gegeven voor de Oostzdne.
Deze harde jonge priesters wacht een
bflna bovenmenselijke taak, overal ln
de diaspora. Vier millioen Katholieken
werden vervracht naar streken, die in
naam nog protestants heten, maar in
werkelijkheid ook volgens de getui
genis van vele dominees vaak vol
slagen heidens-humanistisch zijn. By
de schok hunner ontworteling kregen
deze Katholieken, (voor de vlucht dik
wijls zelf niet meer dan naam-Katholie-
ken) onmiddellijk reeds de ijzige wind
dezer diaspora-eenzaamheid te verduren.
Millioenen mensen worstelen nog steeds
met het „Waarom" van die schokkende
catastrophe (deze volksverhuizing is
veel groter geweest dan die waarover
onze geschiedenisboeken spreken!).
Zeker is dat, althans naar het uiterlijk,
de reformatie in Duitsland thans in zeke
re zin geliquideerd is: in practisch alle
protestantse kerken is voor het eerst
sinds meer dan 400 jaar weer de Heilige
Mis opgedragen door katholieke vluchte-
iivgpastoors, en wellicht is dit een ge
deelte van de „Zin" van Gods onpeilbare
raadsbesluiten, vooral in streken waar tot
nu toe katholiek synoniem met „dumm"
was en men de uitdrukking kende: „Es ist
zum Kathoüsch werden".
Elk bisdom heeft één priester, die zich
uitsluitend met vluchtelingenproblemen
bezig houdt; hij beschikt over een karto-
theek, heeft contact met Königstein, zorgt
voor de algemene richtlijnen.
vendc ketting van Duitse seminaristen
(en de handen van een confrater van de
bekende Norbertijn Pater Werenfried van
Straten, Pater Chr. Koenen) naar de loods
te zien transporteren: allerlei Nederland
se handelsmerken, Nederlandse margari
nedozen, tientallen Nederlandse plaatsna
men dit gebeurde dan nog geen zeven
jaar nadat andere vrachtwagens met kost
baarder materiaal in Duitsland gelost wa
ren, zeven jaar b.v. nadat Arnhem leeg
geplunderd was
Was Nederland dit vergeten? Meende
men dat er reeds genoeg boete gedaan
was? Of woog men de verhouding
Schnld boete niet meer af met een
kruideniersweegschaal van het menselijke
kortzichtige oordeel?
Wie kon zich een oordeel aanmati
gen
En misschien beschermt een in het mar
telaarsrood geklede Oostsilezische pries
ter. misschien beschermt het ontzaglijke
leed, dat in 1945 over millioenen mensen
kwam, misschien beschermen de doden
en uitgeblusten, de bezitslozen en ontwor
telden, de halfblinde 84 jarige priester die
verjaagd werd en de op 68-jarige leeftijd
in een mijn in de Oeral gestorven pastoor
misschien beschermen zij het Westen
beter dan Eisenhowers Westeuropese di
visies. Wanneer het Westen althans in
naastenliefde niet tekort schiet....
J. W. HOFWIJK
De Duitse generaals Von Falkenhausen,
Bader en Bertram, die uit do gevangenis
te Brussel ontslagen zijn, passeerden
Woensdagochtend om zeven uur te Bild-
chen nabij Aken de Duits-Belgische grens,
Te Eindhoven zal Donderdag op feeste
lijke wijze het feit worden herdacht dat
aldaar ruim vijftig jaar geleden voor
het eerst iu Nederland regelmatige con
trole op boter (het latere Rijksiboicr-
merk) werd ingevoerd. Aanleiding hier
toe was het vooral in Z.-Nederland veel
opschudding verwekkende Belgische Ko
ninklijks besluit van 4 Mei 1900, waarin
het voorschrift stond, dat natuurboter een
gehalte aan vluchtige vetzuren moest be
vatten als aangegeven met het zgn.
Reichert-Meisl-getol 25. Op initiatief van
de sinds 1897 bestaande Eindhovense
botermijn werd op 21 December 1900 door
de N. Brabantse Zuivellbond het besluit
genomen tot oprichting van het eerste
Nederlandse laboratorium voor boteroon.
trole. Het controlewerk begon waarschijn
lijk op 1 Jan. 1901. In de loop van 1904
kwam tengevolge van de „boterooriog"
het Rijksmerk voor boter tot stand. ftege-
j lijk met het gouden feest van het Eind
hovense botercontrolestation zal het veer
tigjarige dienstjubilèum van de huidige
directeur, de heer J. Strijbos, worden
herdacht.
Gisteravond om kwart voor acht is de
50.000ste bezoeker de contróle van de
bloemententoonstelling „De Hofstadbloem"
gepasseerd. De gelukkige was mej. W.
Hamelink uit de Bareelstraat alhier, aan
wie de voorzitter van het tentoonstellings
comité, ir J. M. Riemens, een prachtig
bloeiende anthuriumplant aanbood. Haar
partner werd als 50.001ste met een cyclaam
verrast.
In het vervolg zal iedere 1000ste be
zoekster een cyclaam naar keuze ontvan
gen, terwijl iedere 10.000ste een extra ver
rassing te wachten staat. Het sluitingsuur
van de tentoonstelling is van 10 uur
's avonds verschoven naar 11 uur.
Op onze vraag, voor welk bedrag aan
planten en bloemen op de tentoonstelling
aanwezig is, deelde de heer Riemens ons
mede, dat hij de handelswaarde op 6 a
700.000 schatte.
(Van onze correspondent).
In lie nacht van Zondag op Maandag is
na een hevige explosie brand uitgebro
ken in de schoenenfabriek van de firma
de Wed. J. T. v. Bommel te Moergestel
in Brabant. De fabriek werd geheel ver
woest, zodat ruim 125 arbeiders werkloos
geworden zijn. De schadc_ die door ver
zekering gedekt wordt, 'schat men op
zeven a acht ton.
De vuurzee was zo fel, dat de dorps
brandweer niet bij machte was haar ef
fectief te bestrijden. Er moet assistentie
worden gevraagd van de" brandweren uit
Tilburg en Oostorvoijk eu met vereende
krachten trachtte men het vuur, dat gre
tig voedsel vond in grote hoeveelheden
opgeslagen leder en gemaakte schoenen,
meester te worden. Dit gelukte echter na
ruim een uur van harcl werken, maar
toen was er van de fabriek niet veel
meer over. De naastgelegen gebouwen
hadden door de gunstige wind geen
schade opgelopen. Over de oorzaak van
de explosie is niets bekend.
De Canadese ambassadeur. Hume
Wrong stelde in een nota aan Dean
Acheson voor de burgerlijke verdediging
te coördineren door een uitwisseling van
inlichtingen. Canada stelde ook voor om
personeel uit te wisselen, hetgeen de V.
S. bij moutte van Acheson hebben geac
cepteerd.
De woordvoerder van het Indonesische
ministerie van Godsdienst heeft medege
deeld, dat er „geen sprake is van beper
kingen van de godsdienstvrijheid voor
katholieken. Door de regeling inzake
het godsdienstonderwijs op de gouverne-
mentsscholen in Indonesië kunnen katho
lieken juist hun godsdienst onderwijzen
aan de kinderen, die die godsienst be
lijden", aldus de woordvoerder.
Op 60-jarige leeftijd is Eerste Paasdag
te Amsterdam, na een langdurige ziekte,
overleden de heer Herman van den
Eerenbeemt, directeur van de N.V. Van
Munsters uitgeversmaatschappij, voorzit
ter van de Kunstraad en oprichter van
het Internationaal Cultureel Centrum,
dat gevestigd is in het Vondelparkpavil
joen te Amsterdam. De overledene genoot
in stad en land grote bekendheid als min
naar en bevorderaar van 'de kunst en als
schepper van mogelijkheden van jonge
talentvolle kunstenaars.
Hij werd te Den Bosch geboren op 27
Juli 1890 en heeft zijn liefde voor dit Zui
delijk centrum nimmer verloochend, hoe
zeer hij Amsterdammer was geworden.
Bij gelegenheid van het 750-jarig bestaan
van zijn geboortestad, werd Herman van
den Eerenbeemt, die de luisterrijke fees
ten leidde, benoemd tot ereburger van
Den Bosch. In zijn geboortestad bezocht
hij het gymnasium. In Amsterdam stu
deerde hij aanvankelijk medicijnen, later
letteren en wijsbegeerte en kunstgeschie
denis. Ook in Utrecht, Parijs, Londen en
Berlijn volgde hij colleges.
Groots was de hulde die hem in Sep
tember 1950 naar aanleiding van zijn 60e
verjaardag ten deel viel in het hoofdste
delijk Concertgebouw. Drie hoge onder
scheidingen ontving hij op die avond.
H.M. de Koningin bevorderde hem tot
officier in de Orde van Oranje-Nassau,
het hoofdstedelijk gemeentebestuur bood
hem de zilveren medaille van de stad, het
Concertgebouwbestuur offreerde hem de
gouden Cencertgebouwmedaille. Ook werd
hem een som gelds aangeboden, dat hij
bestemde als basis voor een fonds, dat
zijn naam zal dragen, tot steun van jonge
kunstenaars.
Enige dagen voor zijn overlijden heeft
Herman van den Eerenbeemt als zijn uit
drukkelijke wens te kennen gegeven, dat
IIET GROOT- EN KLEINSEMINARIE IN KÖNIGSTEIN.
Katholiek en „dom" niet hetzelfde
hij „in alle stilte ergens ln Brabant be
graven zal worden".
Korte tijd na zijn huldiging in het
Concertgebouw ontving Herman van der
Eerenbeemt de mededeling uit Rome, dat
Paus Pius XII hem had enoemd tot com
mandeur in de orde van Sint Sylvester
Met deze hoge onderscheiding wilde de
Paus Zijn grote erkentelijkheid tot uit
drukking brengen voor de verdiensten
van Herman van den Eerenbeemt voor
de katholieke kunst in het algemeen en
voor zijn actieve steun aan jonge katho
lieke kunstenaars in het bijzonder
Jn memoriam
(Van onze Amsterdamse redactie)
De Zuidelijke gloed en gulle hartelijk
heid van de overigens gewiekste Van den
Eerenbeemt zullen wij node moeten mis
sen. Deze man, die het verspreiden van
de cultuur reeds als student in de chemie
en pharmacie als zijn roeping beschouw
de. heeft deze taak tot zijn beroep ge
maakt en een Internationaal Cultureel
Centrum gesticht, waar jonge artisten
konden exposeren en waar Amsterdam een
waardige plaats had om te feesten en te
banketteren.
Herman van den Eerenbeemt wie
hem kende noemde hem gemeenzaam
Eertje heeft het leven in de hoofdstad
geproefd en later zelf bereid en als, hij
zich voor iets spande, dan was het resul
taat altijd vol fleur en; charme. De func
ties die hij bekleedde waren even om
vangrijk als zijn persoon en zijn geestig
heid was spreekwoordelijk.
Amsterdam in het bijzonder mist deze
cultuurheer. die troonde op zijn burcht
in het Vondelpark. Het Concertgebouw
de studenten, het Initiatief Comité en de
katholieke kunstkring „De Violier" zien
hem node gaan. Zijn stuwkracht en brui
sende ideeën stelde hij in de eerste plaats
aan deze instellingen ten dienste. Op zes
tigjarige leeftijd is hij heengegaan, de man
die van Amsterdam een stad heeft ge
maakt waar zijn geboorteplaats Den
Bosch jaloers op kan zijn.
De reorganisatie van het H. O. is een
stap nader bij gekomen. Voor kort is
het ontwerp, dat een commissie van
drie hoogleraren aan de hand van het
rapport der Staatscommissie tot reorga
nisatie van het H. O. opgesteld heeft,
bekend geworden.
In navolging van de brochure „Het
Hoger Onderwijs op de helling", waar
van nader sprake is, zouden wij de aan
dacht willen vestigen op een niet on
belangrijke leemte in het voorgestelde
de vraag naar de meest wenselijke om
vang van het H. O. in zijn relatie tot de
maatschappij en haar behoefte aan
academisch-gegradueerden, is als zo
danig niet aan de orde gesteld, ondanks
hetgeen de commissie-Limburg vóór
de tweede wereldoorlog hieromtrent in
haar rapport te berde gebracht heeft.
De vooroorlogse situatie in Nederland
werd gekenmerkt door het dreigen of
ontstaan van voor 's lands welzijn
niet ongevaarlijke quantitatieve wan
verhoudingen op velerlei gebied.
Het meest indrukwekkend openbaar
den deze zich wel in het bedrijfsleven.
Een dergelijke disproportie dreigde
echter ook tot ontwikkeling te komen
in de verhouding tussen „de productie"
van het H. O. de academisch-gegra
dueerden en de maatschappelijke
behoefte hieraan. Een tendenz in de
richting van een „teveel" aan de zijde
van het aanbod in verhouding tot de
vraag naar academici zette reeds in ge
durende de jaren 19141920 en trok
in de dertiger jaren zodanig de aan
dacht, dat een Staatscommissie werd in
gesteld om te onderzoeken, hoe het
i.v.m. deze tendenz gesteld was met de
toekomst der academisch-gevormden.
In 1936 bracht deze commissie de
reeds vermelde commissie-Limburg
een rapport uit onder de titel: „De toe
komst der Academisch-gegradueerden".
Merkwaardigerwijs komt zij hierin
tot een analoge verklaring en oplossing
van het onderwerpelijke verschijnsel,
als gegeven t.a.v. de quantitatieve wan
verhoudingen in het bedrijfsleven. Als
hoofdoorzaak noemt zij de werking van
autonome uitbreidingsfactoren aan de
zijde van het aanbod, met name de toe
nemende welstand onder de bevolking,
de trek van het platteland naar de stad
en het streven tot ontsluiting der hogere
beroepen voor lagere volksgroepen, de
democratisering van het H. O. dus.
En als oplossing beveelt zij een nu
merus clausus aan, een regeling, die in
principe niet veel verschilt van de slui
ting van een bedrijfstak. Ter verdedi
ging hiervan voert zij twee argumenten
aan: de gemeenschap kan zich finan
cieel niet veroorloven meer studenten
op te leiden, dan zij nodig heeft het
materiële argument maar vooral be
roept zij zich als tweede argument op
het feit, dat de academisch-gegradueer-
de, die niet in het beroep kan worden
geplaatst, waarvoor hij is opgeleid, zich
gedeclasseerd voelt.
Op nog een ander gevaar van ge
noemde tendens heeft prof. Bouman
gewezen in zijn cultuursociologische
studie „Van Renaissance tot Wereld
oorlog" van 1938.
Geen waarachtige cultuur is denk
baar aldus dr Bouman zonder een
hiërarchie van élites, van groepen, die
cultureel leiding geven. De leidingge
vende functie nu van vele élitegroepen
in de Europese cultuurkring wordt in de
20e eeuw in gevaar gebracht mede
„door de overvulling van vele ambten
met jonge intellectuelen, die door hun
economische omstandigheden gedwon
gen worden de laagste salarissen te ac
cepteren. Reeds vóór de wereldoorlog
begon de proletarisering van het
intellect, die wij als de oorzaak van
grote revolutionnaire spanning mogen
beschouwen".
De tweede wereldoorlog met de
schaarste-economiè, waarmee zij ver
gezeld ging, heeft heel deze problema
tiek naar de achtergrond gedrongen. Na
de oorlog zien we een zeer grote toe
loop van nieuwe studenten, die gedeel
telijk te herleiden is tot een factor van
duurzame aard: de relatief-sterke groei
van het V.H.O. en het M.O.
Uit het verslag van de rede van de
heetr Th. van der Maden, hoofd van de
sector socio-culturele vraagstukken van
het Centraal Planbureau, waarvan na
der sprake is, blijkt, dat in het tijdvak
19301947, periode tussen twee be
roepstellingen, tegenover een bevol
kingsaanwas met 28 pert, het aantal
academici in deze periode toeneemt met
meer dan het dubbele, nl. 74 pet. Het
aantal medici, juristen en ingenieurs
steeg met 50 pet., terwijl het aantal
economisch- en sociologisch-georiën-
teerden in 1947 liefst is verzesvoudigd
t.o.v. 1930.
De grote toeloop van medische stu
denten heeft in de laatste tijd reeds bij
sommigen de vrees opgewekt voor een
overbezetting van het artsenberoep.
Gevreesd wordt, dat 't lagere inkomen,
dat hiervan voor de artsen het gevolg
zal zijn, de aan de medische studie ver
bonden grote materiële offers niet meer
zal kunnen rechtvaardigen. Jonge
medici hebben echter nog belangrijke
emigratiemogelijkheden. Men denke
aan de technisch-onontwikkelde ge
bieden waar grote behoefte ia aan ge
neeskundigen.
Hoe dit zij, men mag wel zeggen, dat
de problematiek, die aan de bovenge
schetste disproportionele ontwikkeling
vastzit en waaraan de commissie-Lim
burg reeds haar aandacht wijdde, nog
volop actueel is en het wekt daarom be
vreemding dat zij in genoemd rapport
en ontwerp niet als zodanig aan de orde
gesteld is.
De gezamenlijke werkgroep van de
Leidse afdeling van het Verbond van
Wetenschappelijke Onderzoekers en
van de Wetenschappelijke Staf der
Leidse Universiteit, die het rapport in
kwestie in studie genomen en haar in
zichten hieromtrent neergelegd heeft in
de brochure „Het Hoger Onderwijs op
de helling", heeft hierop terecht gewe
zen.
De vraag naar de meest wenselijke
omvang van het H. O. noemt zij één
van de meest fundamentele bij een
practisch reorganisatieplan. De mate
riële zowel als de principiële basis van
het rapport-Limburg behoort volgens
haar dan ook opnieuw ter discussie te
worden gesteld.
De principiële vraag met betrekking
tot de omvang van het H.O. luidt:
„Moet de omvang van het H. O. be
paald worden door het aanbod van stu
denten of door de maatschappelijke,be
hoefte aan academisch-gevormden.
Deze vraag nu beantwoordde de heer
F. v. d. Maden op het Congres, dat ver
meld Verbond onlangs hield ter be
spreking dezer brochure, terecht in
laatstbedoelde zin. De maatschappij is,
aldus deze spr., voorshands niet in staat
Op practisch ongelimiteerde schaal we
tenschappelijke werkers zinvol in te
schakelen. Mèt prof. Kruyt pleitte hij
voor een orgaan, dat het aanbod van
studenten en de maatschappelijke vraag
naar academisch-gevormden gaat on
derzoeken. Te denken valt hierbij aan
een research-bureau binnen het kader
van de Hoge Academische Raad, die in
het ontwerp als overkoepelend inter
universitair orgaan wordt voorgesteld.
Aldus kunnen betrouwbare gegevens
verkregen worden, die onontbeerlijk
zijn ook voor een welverantwoorde be
roepskeuze-voorlichting, die, zoals prof.
Veraart in het Augustusnummer 1950
van Dux hieromtrent opmerkte, terdege
rekening behoort te houden met de
economische situatie.
Het is te hopen, dat bij de komende
reorganisatie van het Hoger Onderwijs
aan het aspect van de meest wenselijke
omvang ervan, waarmee de toekomst
der academisch-gegradueerden nauw
verbonden is, alsnog ernstige aandacht
besteed wordt.
Ook do gisteren gehouden vergadering
der plaatsvervangers, die ongeveer vijf
uur duurde, heeft, naar een Britse zegs
man na afloop mededeelde, geen resultaat
afgeworpen. Een groot deel der zitting
was wederom gewijd aan het uiten van
beschudigingen over en weer.
pas ge
ontvln
In de nabije toekomst zullen de dia-
spora-zwoegers ook nog van andere zijde
steun ontvangen: op 4 April zal Kardi
naal Frings de eerste 9 Kapelwagens in
zegenen, waarvan er acht voor het Wes
ten en één voor de Oostzóne bestemd is.
Deze wagens hebben een vaste staf van
twee priesters plus een chauffeur. De ene
priester is een missiepater (zelf ook
vluchteling), de andere zal men recrute-
ren uit het buitenland (voor minstens
zes weken; geen kosten en geen baten)
en voorlopig zullen het Nederlanders en
Vlamingen zijn die voor deze verdreve
nen de „Wereldkerk" vertegenwoordigen.
Of hun Duits wat stuntelig is, geeft niet:
alleen het feit dat het buitenland, dat
zelfs voormalige vijanden zich het lot van
deze mensen aantrekken, betekent een
ontzaglijke morele steun; bovendien
neemt elke wagen een groot aantal goede
gaven uit het buitenland (kleren en voed
sel) mee ter distributie. Huisbezoek,
avondmissen, een bijeenkomst der kinde
ren en een driedaagse Missie zullen tel
kens door.klokgelui (gramofoonplaat)
worden aangekondigd: voor ontelbaren
het eerste klokgelui sinds jaren.
Ik zag in Königstein een Nederlandse
vrachtwagen met aanhanger lossen; hij
was zó zwaar geladen, dat de wielen ble
ven steken voor de auto het magazijn be
reikt had. Het was een vreemde sensatie
om dia honderoen pakketten via de le-
Door Douglas Hyde)
WIMBLEDON, 24 Maart 1951.
Nederland heeft de paar laatste weken kunnen meepraten van de moei
lijkheden van een regeringscrisis, maar deze waren van wel heel andere
aard dan die, waarmede Engeland op het ogenblik te kampen heeft Terwijl
Nederland gedurende een korte periode geen regering had, heeft Engeland
er wel één, maar haar bestaan hangt voortdurend aan een zijden draad.
Zij verkeert onafgebroken in zorg om in het Lagerhuis toch maar de
meerderheid te behouden en tegelijkertijd weet zij, bij het kiezerscorps
veel aanhang te hebben verloren, zoveel zelfs, dat, zouden er op het
ogenblik algemene verkiezingen worden gehouden, het resultaat daarvan
zonder enige twyfel het einde van" de huidige regering zou betekenen.
De conservatieve oppositie, onder le*
ding van Winston Churchill, ziet thans
haar kans schoon en zet alles op alles orr
de Labourregerlng tn het parlement ten
val te brengen en nieuwe verkiezingen te
forceren.
Toen de regering na de algemene ver
kiezingen van verleden jaar, zonder eon
veilige meerderheid haar werk hervatte,
eisten de conservatieven min of meer te
recht, dat zij de politieke gedragslijn zou
volgen, waaromtrent een grote mate van
overeenstemming bestond. Wilde de rege
ring geen officiële -coalitie aangaan, dan
kon op deze wijze toch tenminste een niet-
officiële samenwerking groeien.
Op het gebied vau de buitenlandse poli
tiek hebben de conservatieven op deze
wijze inderdaad Invloed op de regering
kunnen uitoefenen, daar er achter de
schermen overleg werd gepleegd. Men
denke bijvoorbeeld aan de besprekingen
tussen Churchill en premier Afctieo, nadat
president Truman in November j.l. zijn
verklaring over het eventuele geibrmk
van de atoombom had afgelegd Pas na
deze besprekingen deelde Attlee in het
Lagerhuis zijn beslissing mede. naar Was
hington te zullen gaan om met de Ameri
kaanse president te confereren.
Wat de binnenlandse politiek betreft
werd er tussen regering en oppositie min
der voeling gehouden. De conservatieven
drongen er echter herhaaldelijk op aan.
dat de Labours ook op dit terrein alle
omstreden punten zouden laten rusten.
De regering heeft echter juist het groot
ste twistpunt aangesneden, dat maar to
bedenken was, n.l. de nationalisatie van
dc ijzer- en staalindustrie. Zij heeft niet
van af- of zelfs maar van uitstel willen
horen en, zoals bekend,lis de nationali
satie enkele weken geleden van kracht
[geworden. Dat was voor dc conservatie
ven het sein om het besluit te nemén, all«
j hun ten dienste staande middelen aan te
j wenden dm de regering te laten vallei'
En, zoals reeds gezegd, zü heeft daarbij
dc wind in de zeilen, nu onder de druk
van de wereldgebeurtenissen en de ver
slechterde economische toestand van En
geland, dc Labourregerlng bü het volk
veel aan populariteit heeft verloren.
Zonder dat men het aanvankelijk „door"
had. begonnen de conservatieven in het
parlement een nieuwe tactiek om te
trachten de regering op de knieën te knj.
gen. De strategie is due van de uitputting,
de tactiek van de guerilla. Nacht na
nacht vonden zij voorwendsels om oe
debatten te rekken tot de laatste bussen
en treinen weig waren En daar Londen
even groot is als de provincie Utrecht en
dus geen stad, waar men even „naar huis
wandelt", betekent dit, dat het merendeel
van de aan wezige parlementsleden de rest
van de nacht in de vergaderzaal moet
doorbrengen.
En zo lang de debatten durenr moeten
ook de ministers en hun adviseurs m het
Huis blijven voor het geval een kwesc»e
welke hun portefeuille betreft, zou wor
den aangesneden. Dat het weinig aanlok
kelijk is, om, na de hele dag op het depar
tement te hebben gewerkt, ook des nachts
nog in touvw te zijn, laat zich begrypen
En toch durven zij, noch hun aanhangers
het Huis te verlaten, uit angst, dat df
regering met haar uiterst kleine meer
derheid zou worden verslagen, als le
oppositie bij verrassing een stemming zou
forceren.
De oppositie daarentegen kan met be
trekkelijk geringe krachten haar tactiek
voortzetten en haar leden kunnen elkaai
aflossen voor de „nachtdienst". Boven
dien oraagt de opposide geen "erantwoor.
i« ministeries.
delij'kheid voor d«
Nu deze uilputtingsoorlog reeds ver-
sclieidene weken heeft geduurd, is
Speaker (voorzitter V®11 het Lagerhuisf
kennelijk een zenuwuitputting nabij en
moet lui op doktersadvies rust nemen.
Maar ook de andere leden, van beide par
tijen, zijn daar nauw aan toe en behalve
hun zenuwgesteld blijkt ook liun hu
meur een ernstige knak te hebben gekre
gen!
De regering en haar volgelingen bera
men nu een vergeldingsmaatregel. Een
groep Labour-parlementariërs stuurt
het er namelijk op aan, de .parlementsbar
reeds vroegtijdig gesloten te krijgen, zo
dat daar geen alcoholische dranken meer
geschonken worden aan hen, die de de
batten maar liefst de halve nacht door
willen rekken.
De Labour-maatregel tegen deze laat
ste tactiek houdt een soort propagandis
tisch angeltje in, zowel als een tactische
manoeuvre, die beoogt te laten voelen,
dat het de conservatieven zijn, die er het
meeste belang bij hebben, de hele nacht
aan 't drinken te blgven.
Een andere Labour-stap, die m over
weging is, beoogt de parlementaire be
sprekingen vroeger op de dag te doen aan.
vangen, Deze stap is belangrijk, wijl veie
conservatieve lagerhuisleden goed betaal,
do baantjes in de City hebben, die hen m
de morgenuren geheel in beslag nemen
Indien het parlement vroeger zon bij
een komen, dan gebruikelijk is dan zou
den deze heren te kiezen hebben tussen
hun parlementaire werkzaamheden
(waartoe op "t ogenblik, naar het schijnt,
ook het plagen van de regering behoorti
en het behartigen van hun commerciële
en financiële belangen.
De meeste Labour-leden zijn van me
ning, dat de tegenwoordige tactiek der
conservatieven het parlement ln discre
diet brengt. Ik heb met een paar con
servatieven gesproken, die van dezelfde
opinie zijn. Maar de meerderheid van hun
collega's is van oordeel, dat zjj thans te
steun van het publiek hebben in alles
wat er op gericht is. de levensdraad van
de tegenwoordige regering af te snijden.
Hoe het ook moge zijn, één d'ng is
zeker: honderden parlementsleden slaak
ten een zucht van verlichting, toen het
weekeinde naderde met het uitzicht op
een Paas-reces en net vooruitzicht dat ze
„naar bulten" konden gaan om rust en
verkwikking te zoeken »or hun over
spannen zenuwen.
jessup legde tjjdcns deze zitting bjjzon-
der de nadruk op de Oosteuropese pro
blemen en stelde uameus de Westerse
mogendheden voor ecu nieuw punt op de
agenda op te nemen, luidend: „Bespreking
»aiJ VI,edesverdragen met Roemenië.
Bulgarije en Hongarije, met inberip van
de daarin opgenomen bepalingen over de
menselijke rechten, de militaire clausules
eu de voor de beslechting van geschillen
getroffen regeling".
Zijn voorstel, toelichtend verklaarde
Jessup o.m.: „De regeringen dezer drie
landen hebben de vredesverdragen stelsel
matig en onophoudelijk geschonden. Zij
hebben alle menselijke rechten, die in oen
democratische staat geëerbiedigd behoren
te worden, tot een aanfluiting gemaakt.
De politieke partijen, die na de oorlog
in Bulgarije, Hongarije en Roemenië de
meerderheid bezaten, zijn door de com
munistische regeerders met geweld ont
bonden. De leiders dezer partijen zijn ge
vangen gezet, terechtgesteld of tot vluch
ten gedwongen. Er bestaat geen vrijheid
van godsdienst.
Hongarije, Roemenië en Bulgarije hou
den strijdkrachten op de been, die de in de
vredesverdragen toegestane sterkte verre
te boven gaan".
„En dit alles", vervolgde de Amerikaan
se plaatsvervanger, „heeft de Sovjet-Unie
oogluikend toegestaan, terwijl zij opzette
lijk de pogingen der Westerse mogendhe
den, om een juiste naleving der met deze
landen gesloten vredesverdragen te ver
zekeren, heeft verijdeld".
Het bestuut van het Algemeen Bel
gisch Vakverbond heeft Dinsdag raet in
gang van 1 April een loonsverhoging
voor de bande) en industrie gevraagd,
aangezien de index der 'kleinhandelsprij
zen met meer dan 5 pet in twee maan
den is gestegen.
Een woordvoerder van de Westduitse
regering heeft Dinsdagavond meegedeeld,
dat bondskanselier dr Adenauer zich op
12 April a.s. naar Parijs hoopt te begeven
om aldaar, in zijn tweede functie van
Westduits minister van buitenlandse
zaken; het plan-Schuman te onderteke
nen.