„KÖNIGSTEIN": NIEUWE PRIESTERGENERATIE ,Aebt dagen lag hij opgebaard r I ft Westen verlangt agendapunt over Oost-Europa Aanslag de op de Britse zenuwen van regering Uitputtings-strategie van de conservatieven I Doodsstrijd van een Aartsbisdom^! HERM AN VAN DEN EERENBEEMT OVERLEDEN Hoger Onderwijs op de helling i ■I i ONBESTELBAAR MENSELIJK STUKGOED (I) j Von FaJkenliausen c.s. vrij 1 Schoenfabriek na explosie uitgebrand Minnaar e?i bevorderaar van de kunst Ook gisteren: „Geen resultaat Ook bij onze Zuider buren Adenauer zal plan- Schuman tekenen VOENSDAG 28 MAART 1951 PAGINA 4 i De schuilkeldervan Duitsland Kazerne-seminarie Nieuwe priestergeneratie Enorm werkterrein VIJFTIG JAAR BOTER- JCONTROLE „HOFSTADBLOEM" TELDE 50.000ste BEZOEKER Ruim 125 arbeiders werkloos DE GODSDIENSTVRIJHEID IN INDONESIË - De toekomst der academisch- gegradueerden Rijdende kerk Beter dan divisies BELGISCH VAKVERBOND VRAAGT LOONSVERHOGING iivo' de dood van de /eereer* lieer Karl Lang, jtu»looi* iu Gros/. Strelite ill. Silezië) berichte n ooggetuigen T volgende; „Toen de Russen de Mail naderden, vluchtten de i rouwen de crypte der parochiekerk üu aan vankelijk slaagde de pastoor erin de binnen dringende Russen op een afstand te houden. Toen een van hen een meisje meeslepen wilde, klampte ze zich aan de pastoor vast en smeekte hem haar toch niet in de steek te laten. Aanvankelijk lukte het de priester het meisje te redden later vond men haar echter vreselijk mis handeld, dood buiten op het veld: martelares voor haar maagdelijkheid), maar de Russen waren woedend over het moedig optreden van de pastoor en dreigden bij het weg gaan: „Du kaputt!" Later kwamen ze hem halen. Men vond hem de andere dag dood voor de sacristie: zijn gezicht verminkt door geweerkolfslagen, de soutane aan de hals opengescheurd. Men had hem dood gestoken. Zijn parochianen baarden hem in rood Misgewaad voor het altaar op; acht dagen lang lag hij daar opgebaard; telkens wanneer Russen de kerk binnendrongen en de dode in het rode misgewaad zagen liggen, maakten ze onmiddellijk rechtsomkeert. Zo beschermde de dode priester acht dagen lang de vrouwen en meisjes, die in de crypte gevlucht waren EEN TRANSPORT VOOR OOST-PRIESTERHULP WORDT GELOST. Klokgelui vit lang vervlogen dagen Bovenstaand fragment is vertaald uit een dun boekje, dat op zwarte kaft in een doornenomlijsting de titel draagt: „Vom Sterben Schlesischer Priester". Het is een afschuwelijk, grotendeels zakelijk verslag over de laatste maanden van het Aartsbisdom Breslau (meer dan 214 nul- li oen Katholieken) en beperkt zich bijna uitsluitend tot de dood van 275 geestelij ken uit dat bisdom, die bij- of tengevol ge van de totale ineenstorting van Duits land de dood vonden. Een groot deel hunner werd door Bus sen of Polen vermoord, een enkele omdat hij Duitser was, anderen op „spion nage"- beschuldigingen, de nieesten omdat ze zich verzetten tegen de onbeschrijfelijke manier, waarop de Oostelijke legers huishielden, geen enkele vrouw ontza gen en zich zelfs In zusterkloosters op de afschuwelijkste manier uitleefden. Vele ooggetuigen verzwijgen nog het ergste, ergens leest men de mededeling van een kloosterzuster, dat ze liever net als haar medezusters vermoord was en telkens keert de zin terug: „maar het verzet van de priester hielp niet; hij was volslagen machteloos en moest liet voor ziln ogen zien gebeuren Er is een Duitso geestelijke op de lan ge lijst, die net twee dagen tevoren uit een Duits concentratiekamp was vrij gelaten: een ander sterft aan mishande lingen in een Poolse gevangenis; een derde werd neergeslagen toen hij zijn moeder en zuster beschermen wilde, een vierde werd door een nekschot geliqui deerd. een vijfdehonderd acht com- pres gedrukte bladzijden lang Anderen stierven door uitputting tij dens de vlucht van millioenen in paniek geraakte mensen (Silezië was in '44 on geveer de enige veilige „schuilkelder" van Duitsland, en veie mensen uit de grote steden in het Westen waren daar heen geëvacueerd); weer anderen wer den zenuwziek toen de Polen ..hun' nieuwe Potsdamse grondgebied overna men reeds vóór Potsdam, volgens het boekje en ook Poolse priesters de Duitse pastoriëen overnamen. Het Amerikaanse Comité tegen massa- idtwtfzing schat volgens het boekje het aantal verdreven Duitsers, dat tijdens de vlucht om het leven kwam op4.8 mfllioen. Vandaar dat er thans in Duits land ook „slechts" twaalf millioen ver drevenen en vluchtelingen wonen. Onder de zes millioen, die daarvan katholiek »gn werken in totaal 2800 verdreven priesters (1500 zijn rechtstreeks vluchte- ling-priester). In het Kurort. Königstein, niet ver van Frankfort, lieten de Franse bezettings troepen na de eerste wereldoorlog twee plompe kazernes bouwen; later kwam Hitler's arbeidsdienst erin; daarna wer den de gebouwen tot lazaret Ingericht en nadat de Amerikaanse troepen eruit ver trokken waren, werd hier het „Albertus Magnus Kolleg" het groot- en klein seminarie van de vluchtelingen, geves tigd, terwijl Prelaat Prof. A. Kinder- mann, zelf uit Praag verdreven, er bo vendien de centrale voor alle vluchte- ling-priesters vestigde. Momenteel studeren er 250 jongens aan het Kleinseminarie; op het Grootsemina rie bereiden zich 160 studenten op het priesterschap voor; alle professoren zijn iractisch ..Heimatvertrieben sommigen Un oarlogsverminkt en iedereen van hen ent het zwarte boekjedat niet vol- '•di'J is. Het is een vreemd seminarie; weinig 'omfortabel, zeer sober, met lange brede ;angen waarin men eerder het brute duid van soldatenlaarzen verwachten zou dan de trage tred van een brevie rend priester. De theologanten hebben er niet vijven één kamer, die zit-studeer- en slaapkamer is, maar weinig of niets verschilt van een kazernechambrée. .Traditie hebben wij hier niet", zegt Prelaat Kinderman», „het is een voor deel, maar ook een nadeel in leder geval zullen de eerste priesters, die Wer eleden afstudeerden en de wijding neen, binnen deze barde rechte mu ren zeker niet het stempel van een go- «ipige burgerlijkheid gekregen hebben. Ze hebben zelf hun meminarie mee helpen opbouwen: deze zomer g™ weer minstens vijftig naar de nnjntn o ondergronds hun studiegeld te verdient onderen komen elders aan de kost. V'luchteüng-ouders kunnen lang met allemaal een financiële bijdrage leve ren Het. zijn in zekere zin andere semi naristen dan die van een vorige gene ratie; zelfs de kleinsten (1314 jaar oud) reizen vaak een dag en een nacht zonder geleide naar huis met vacantie; op de vlucht en in de eerste chaotische na- oorlogsjaren hebben ze deze zelfstandig heid wef geleerd, ook al herinneren de allerjongsten zich nog slechts vaag die afschuwelijke massaverhuizing en al vertellen ze ervan in het dialect van hun nieuwe „Heimat". Ernstiger zijn ze bijna allemaal: vele vaders thans nog werkloos, veel wezen, heel veel armoede en dikwijls nog de on zekerheid om vermiste familieleden. „Vraag eens In de klas hoeveel jongens er thuis een eigen béd hebbennog niet de helft! Maar het is goed dat ze het contact met de realiteit niet ver liezen Bij de ouderen zijn nog steeds sporen van de na-oorlogse gezagscrisis. In ieder geval zijn ze hier niet onder een glas stolp opgegroeid. In de antithese Avondland-communistisch secularisme komen ze goed beslagen ten ijs, en ver der hebben ze geleerd een „Sprache" te zijn voor hun mede„Heimatvertriebe- nen": het lijden heeft een positieve zin voor hen. Van de 24 studenten, die volgend jaar klaar zijn, hebben er zich reeds 20 op gegeven voor de Oostzdne. Deze harde jonge priesters wacht een bflna bovenmenselijke taak, overal ln de diaspora. Vier millioen Katholieken werden vervracht naar streken, die in naam nog protestants heten, maar in werkelijkheid ook volgens de getui genis van vele dominees vaak vol slagen heidens-humanistisch zijn. By de schok hunner ontworteling kregen deze Katholieken, (voor de vlucht dik wijls zelf niet meer dan naam-Katholie- ken) onmiddellijk reeds de ijzige wind dezer diaspora-eenzaamheid te verduren. Millioenen mensen worstelen nog steeds met het „Waarom" van die schokkende catastrophe (deze volksverhuizing is veel groter geweest dan die waarover onze geschiedenisboeken spreken!). Zeker is dat, althans naar het uiterlijk, de reformatie in Duitsland thans in zeke re zin geliquideerd is: in practisch alle protestantse kerken is voor het eerst sinds meer dan 400 jaar weer de Heilige Mis opgedragen door katholieke vluchte- iivgpastoors, en wellicht is dit een ge deelte van de „Zin" van Gods onpeilbare raadsbesluiten, vooral in streken waar tot nu toe katholiek synoniem met „dumm" was en men de uitdrukking kende: „Es ist zum Kathoüsch werden". Elk bisdom heeft één priester, die zich uitsluitend met vluchtelingenproblemen bezig houdt; hij beschikt over een karto- theek, heeft contact met Königstein, zorgt voor de algemene richtlijnen. vendc ketting van Duitse seminaristen (en de handen van een confrater van de bekende Norbertijn Pater Werenfried van Straten, Pater Chr. Koenen) naar de loods te zien transporteren: allerlei Nederland se handelsmerken, Nederlandse margari nedozen, tientallen Nederlandse plaatsna men dit gebeurde dan nog geen zeven jaar nadat andere vrachtwagens met kost baarder materiaal in Duitsland gelost wa ren, zeven jaar b.v. nadat Arnhem leeg geplunderd was Was Nederland dit vergeten? Meende men dat er reeds genoeg boete gedaan was? Of woog men de verhouding Schnld boete niet meer af met een kruideniersweegschaal van het menselijke kortzichtige oordeel? Wie kon zich een oordeel aanmati gen En misschien beschermt een in het mar telaarsrood geklede Oostsilezische pries ter. misschien beschermt het ontzaglijke leed, dat in 1945 over millioenen mensen kwam, misschien beschermen de doden en uitgeblusten, de bezitslozen en ontwor telden, de halfblinde 84 jarige priester die verjaagd werd en de op 68-jarige leeftijd in een mijn in de Oeral gestorven pastoor misschien beschermen zij het Westen beter dan Eisenhowers Westeuropese di visies. Wanneer het Westen althans in naastenliefde niet tekort schiet.... J. W. HOFWIJK De Duitse generaals Von Falkenhausen, Bader en Bertram, die uit do gevangenis te Brussel ontslagen zijn, passeerden Woensdagochtend om zeven uur te Bild- chen nabij Aken de Duits-Belgische grens, Te Eindhoven zal Donderdag op feeste lijke wijze het feit worden herdacht dat aldaar ruim vijftig jaar geleden voor het eerst iu Nederland regelmatige con trole op boter (het latere Rijksiboicr- merk) werd ingevoerd. Aanleiding hier toe was het vooral in Z.-Nederland veel opschudding verwekkende Belgische Ko ninklijks besluit van 4 Mei 1900, waarin het voorschrift stond, dat natuurboter een gehalte aan vluchtige vetzuren moest be vatten als aangegeven met het zgn. Reichert-Meisl-getol 25. Op initiatief van de sinds 1897 bestaande Eindhovense botermijn werd op 21 December 1900 door de N. Brabantse Zuivellbond het besluit genomen tot oprichting van het eerste Nederlandse laboratorium voor boteroon. trole. Het controlewerk begon waarschijn lijk op 1 Jan. 1901. In de loop van 1904 kwam tengevolge van de „boterooriog" het Rijksmerk voor boter tot stand. ftege- j lijk met het gouden feest van het Eind hovense botercontrolestation zal het veer tigjarige dienstjubilèum van de huidige directeur, de heer J. Strijbos, worden herdacht. Gisteravond om kwart voor acht is de 50.000ste bezoeker de contróle van de bloemententoonstelling „De Hofstadbloem" gepasseerd. De gelukkige was mej. W. Hamelink uit de Bareelstraat alhier, aan wie de voorzitter van het tentoonstellings comité, ir J. M. Riemens, een prachtig bloeiende anthuriumplant aanbood. Haar partner werd als 50.001ste met een cyclaam verrast. In het vervolg zal iedere 1000ste be zoekster een cyclaam naar keuze ontvan gen, terwijl iedere 10.000ste een extra ver rassing te wachten staat. Het sluitingsuur van de tentoonstelling is van 10 uur 's avonds verschoven naar 11 uur. Op onze vraag, voor welk bedrag aan planten en bloemen op de tentoonstelling aanwezig is, deelde de heer Riemens ons mede, dat hij de handelswaarde op 6 a 700.000 schatte. (Van onze correspondent). In lie nacht van Zondag op Maandag is na een hevige explosie brand uitgebro ken in de schoenenfabriek van de firma de Wed. J. T. v. Bommel te Moergestel in Brabant. De fabriek werd geheel ver woest, zodat ruim 125 arbeiders werkloos geworden zijn. De schadc_ die door ver zekering gedekt wordt, 'schat men op zeven a acht ton. De vuurzee was zo fel, dat de dorps brandweer niet bij machte was haar ef fectief te bestrijden. Er moet assistentie worden gevraagd van de" brandweren uit Tilburg en Oostorvoijk eu met vereende krachten trachtte men het vuur, dat gre tig voedsel vond in grote hoeveelheden opgeslagen leder en gemaakte schoenen, meester te worden. Dit gelukte echter na ruim een uur van harcl werken, maar toen was er van de fabriek niet veel meer over. De naastgelegen gebouwen hadden door de gunstige wind geen schade opgelopen. Over de oorzaak van de explosie is niets bekend. De Canadese ambassadeur. Hume Wrong stelde in een nota aan Dean Acheson voor de burgerlijke verdediging te coördineren door een uitwisseling van inlichtingen. Canada stelde ook voor om personeel uit te wisselen, hetgeen de V. S. bij moutte van Acheson hebben geac cepteerd. De woordvoerder van het Indonesische ministerie van Godsdienst heeft medege deeld, dat er „geen sprake is van beper kingen van de godsdienstvrijheid voor katholieken. Door de regeling inzake het godsdienstonderwijs op de gouverne- mentsscholen in Indonesië kunnen katho lieken juist hun godsdienst onderwijzen aan de kinderen, die die godsienst be lijden", aldus de woordvoerder. Op 60-jarige leeftijd is Eerste Paasdag te Amsterdam, na een langdurige ziekte, overleden de heer Herman van den Eerenbeemt, directeur van de N.V. Van Munsters uitgeversmaatschappij, voorzit ter van de Kunstraad en oprichter van het Internationaal Cultureel Centrum, dat gevestigd is in het Vondelparkpavil joen te Amsterdam. De overledene genoot in stad en land grote bekendheid als min naar en bevorderaar van 'de kunst en als schepper van mogelijkheden van jonge talentvolle kunstenaars. Hij werd te Den Bosch geboren op 27 Juli 1890 en heeft zijn liefde voor dit Zui delijk centrum nimmer verloochend, hoe zeer hij Amsterdammer was geworden. Bij gelegenheid van het 750-jarig bestaan van zijn geboortestad, werd Herman van den Eerenbeemt, die de luisterrijke fees ten leidde, benoemd tot ereburger van Den Bosch. In zijn geboortestad bezocht hij het gymnasium. In Amsterdam stu deerde hij aanvankelijk medicijnen, later letteren en wijsbegeerte en kunstgeschie denis. Ook in Utrecht, Parijs, Londen en Berlijn volgde hij colleges. Groots was de hulde die hem in Sep tember 1950 naar aanleiding van zijn 60e verjaardag ten deel viel in het hoofdste delijk Concertgebouw. Drie hoge onder scheidingen ontving hij op die avond. H.M. de Koningin bevorderde hem tot officier in de Orde van Oranje-Nassau, het hoofdstedelijk gemeentebestuur bood hem de zilveren medaille van de stad, het Concertgebouwbestuur offreerde hem de gouden Cencertgebouwmedaille. Ook werd hem een som gelds aangeboden, dat hij bestemde als basis voor een fonds, dat zijn naam zal dragen, tot steun van jonge kunstenaars. Enige dagen voor zijn overlijden heeft Herman van den Eerenbeemt als zijn uit drukkelijke wens te kennen gegeven, dat IIET GROOT- EN KLEINSEMINARIE IN KÖNIGSTEIN. Katholiek en „dom" niet hetzelfde hij „in alle stilte ergens ln Brabant be graven zal worden". Korte tijd na zijn huldiging in het Concertgebouw ontving Herman van der Eerenbeemt de mededeling uit Rome, dat Paus Pius XII hem had enoemd tot com mandeur in de orde van Sint Sylvester Met deze hoge onderscheiding wilde de Paus Zijn grote erkentelijkheid tot uit drukking brengen voor de verdiensten van Herman van den Eerenbeemt voor de katholieke kunst in het algemeen en voor zijn actieve steun aan jonge katho lieke kunstenaars in het bijzonder Jn memoriam (Van onze Amsterdamse redactie) De Zuidelijke gloed en gulle hartelijk heid van de overigens gewiekste Van den Eerenbeemt zullen wij node moeten mis sen. Deze man, die het verspreiden van de cultuur reeds als student in de chemie en pharmacie als zijn roeping beschouw de. heeft deze taak tot zijn beroep ge maakt en een Internationaal Cultureel Centrum gesticht, waar jonge artisten konden exposeren en waar Amsterdam een waardige plaats had om te feesten en te banketteren. Herman van den Eerenbeemt wie hem kende noemde hem gemeenzaam Eertje heeft het leven in de hoofdstad geproefd en later zelf bereid en als, hij zich voor iets spande, dan was het resul taat altijd vol fleur en; charme. De func ties die hij bekleedde waren even om vangrijk als zijn persoon en zijn geestig heid was spreekwoordelijk. Amsterdam in het bijzonder mist deze cultuurheer. die troonde op zijn burcht in het Vondelpark. Het Concertgebouw de studenten, het Initiatief Comité en de katholieke kunstkring „De Violier" zien hem node gaan. Zijn stuwkracht en brui sende ideeën stelde hij in de eerste plaats aan deze instellingen ten dienste. Op zes tigjarige leeftijd is hij heengegaan, de man die van Amsterdam een stad heeft ge maakt waar zijn geboorteplaats Den Bosch jaloers op kan zijn. De reorganisatie van het H. O. is een stap nader bij gekomen. Voor kort is het ontwerp, dat een commissie van drie hoogleraren aan de hand van het rapport der Staatscommissie tot reorga nisatie van het H. O. opgesteld heeft, bekend geworden. In navolging van de brochure „Het Hoger Onderwijs op de helling", waar van nader sprake is, zouden wij de aan dacht willen vestigen op een niet on belangrijke leemte in het voorgestelde de vraag naar de meest wenselijke om vang van het H. O. in zijn relatie tot de maatschappij en haar behoefte aan academisch-gegradueerden, is als zo danig niet aan de orde gesteld, ondanks hetgeen de commissie-Limburg vóór de tweede wereldoorlog hieromtrent in haar rapport te berde gebracht heeft. De vooroorlogse situatie in Nederland werd gekenmerkt door het dreigen of ontstaan van voor 's lands welzijn niet ongevaarlijke quantitatieve wan verhoudingen op velerlei gebied. Het meest indrukwekkend openbaar den deze zich wel in het bedrijfsleven. Een dergelijke disproportie dreigde echter ook tot ontwikkeling te komen in de verhouding tussen „de productie" van het H. O. de academisch-gegra dueerden en de maatschappelijke behoefte hieraan. Een tendenz in de richting van een „teveel" aan de zijde van het aanbod in verhouding tot de vraag naar academici zette reeds in ge durende de jaren 19141920 en trok in de dertiger jaren zodanig de aan dacht, dat een Staatscommissie werd in gesteld om te onderzoeken, hoe het i.v.m. deze tendenz gesteld was met de toekomst der academisch-gevormden. In 1936 bracht deze commissie de reeds vermelde commissie-Limburg een rapport uit onder de titel: „De toe komst der Academisch-gegradueerden". Merkwaardigerwijs komt zij hierin tot een analoge verklaring en oplossing van het onderwerpelijke verschijnsel, als gegeven t.a.v. de quantitatieve wan verhoudingen in het bedrijfsleven. Als hoofdoorzaak noemt zij de werking van autonome uitbreidingsfactoren aan de zijde van het aanbod, met name de toe nemende welstand onder de bevolking, de trek van het platteland naar de stad en het streven tot ontsluiting der hogere beroepen voor lagere volksgroepen, de democratisering van het H. O. dus. En als oplossing beveelt zij een nu merus clausus aan, een regeling, die in principe niet veel verschilt van de slui ting van een bedrijfstak. Ter verdedi ging hiervan voert zij twee argumenten aan: de gemeenschap kan zich finan cieel niet veroorloven meer studenten op te leiden, dan zij nodig heeft het materiële argument maar vooral be roept zij zich als tweede argument op het feit, dat de academisch-gegradueer- de, die niet in het beroep kan worden geplaatst, waarvoor hij is opgeleid, zich gedeclasseerd voelt. Op nog een ander gevaar van ge noemde tendens heeft prof. Bouman gewezen in zijn cultuursociologische studie „Van Renaissance tot Wereld oorlog" van 1938. Geen waarachtige cultuur is denk baar aldus dr Bouman zonder een hiërarchie van élites, van groepen, die cultureel leiding geven. De leidingge vende functie nu van vele élitegroepen in de Europese cultuurkring wordt in de 20e eeuw in gevaar gebracht mede „door de overvulling van vele ambten met jonge intellectuelen, die door hun economische omstandigheden gedwon gen worden de laagste salarissen te ac cepteren. Reeds vóór de wereldoorlog begon de proletarisering van het intellect, die wij als de oorzaak van grote revolutionnaire spanning mogen beschouwen". De tweede wereldoorlog met de schaarste-economiè, waarmee zij ver gezeld ging, heeft heel deze problema tiek naar de achtergrond gedrongen. Na de oorlog zien we een zeer grote toe loop van nieuwe studenten, die gedeel telijk te herleiden is tot een factor van duurzame aard: de relatief-sterke groei van het V.H.O. en het M.O. Uit het verslag van de rede van de heetr Th. van der Maden, hoofd van de sector socio-culturele vraagstukken van het Centraal Planbureau, waarvan na der sprake is, blijkt, dat in het tijdvak 19301947, periode tussen twee be roepstellingen, tegenover een bevol kingsaanwas met 28 pert, het aantal academici in deze periode toeneemt met meer dan het dubbele, nl. 74 pet. Het aantal medici, juristen en ingenieurs steeg met 50 pet., terwijl het aantal economisch- en sociologisch-georiën- teerden in 1947 liefst is verzesvoudigd t.o.v. 1930. De grote toeloop van medische stu denten heeft in de laatste tijd reeds bij sommigen de vrees opgewekt voor een overbezetting van het artsenberoep. Gevreesd wordt, dat 't lagere inkomen, dat hiervan voor de artsen het gevolg zal zijn, de aan de medische studie ver bonden grote materiële offers niet meer zal kunnen rechtvaardigen. Jonge medici hebben echter nog belangrijke emigratiemogelijkheden. Men denke aan de technisch-onontwikkelde ge bieden waar grote behoefte ia aan ge neeskundigen. Hoe dit zij, men mag wel zeggen, dat de problematiek, die aan de bovenge schetste disproportionele ontwikkeling vastzit en waaraan de commissie-Lim burg reeds haar aandacht wijdde, nog volop actueel is en het wekt daarom be vreemding dat zij in genoemd rapport en ontwerp niet als zodanig aan de orde gesteld is. De gezamenlijke werkgroep van de Leidse afdeling van het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers en van de Wetenschappelijke Staf der Leidse Universiteit, die het rapport in kwestie in studie genomen en haar in zichten hieromtrent neergelegd heeft in de brochure „Het Hoger Onderwijs op de helling", heeft hierop terecht gewe zen. De vraag naar de meest wenselijke omvang van het H. O. noemt zij één van de meest fundamentele bij een practisch reorganisatieplan. De mate riële zowel als de principiële basis van het rapport-Limburg behoort volgens haar dan ook opnieuw ter discussie te worden gesteld. De principiële vraag met betrekking tot de omvang van het H.O. luidt: „Moet de omvang van het H. O. be paald worden door het aanbod van stu denten of door de maatschappelijke,be hoefte aan academisch-gevormden. Deze vraag nu beantwoordde de heer F. v. d. Maden op het Congres, dat ver meld Verbond onlangs hield ter be spreking dezer brochure, terecht in laatstbedoelde zin. De maatschappij is, aldus deze spr., voorshands niet in staat Op practisch ongelimiteerde schaal we tenschappelijke werkers zinvol in te schakelen. Mèt prof. Kruyt pleitte hij voor een orgaan, dat het aanbod van studenten en de maatschappelijke vraag naar academisch-gevormden gaat on derzoeken. Te denken valt hierbij aan een research-bureau binnen het kader van de Hoge Academische Raad, die in het ontwerp als overkoepelend inter universitair orgaan wordt voorgesteld. Aldus kunnen betrouwbare gegevens verkregen worden, die onontbeerlijk zijn ook voor een welverantwoorde be roepskeuze-voorlichting, die, zoals prof. Veraart in het Augustusnummer 1950 van Dux hieromtrent opmerkte, terdege rekening behoort te houden met de economische situatie. Het is te hopen, dat bij de komende reorganisatie van het Hoger Onderwijs aan het aspect van de meest wenselijke omvang ervan, waarmee de toekomst der academisch-gegradueerden nauw verbonden is, alsnog ernstige aandacht besteed wordt. Ook do gisteren gehouden vergadering der plaatsvervangers, die ongeveer vijf uur duurde, heeft, naar een Britse zegs man na afloop mededeelde, geen resultaat afgeworpen. Een groot deel der zitting was wederom gewijd aan het uiten van beschudigingen over en weer. pas ge ontvln In de nabije toekomst zullen de dia- spora-zwoegers ook nog van andere zijde steun ontvangen: op 4 April zal Kardi naal Frings de eerste 9 Kapelwagens in zegenen, waarvan er acht voor het Wes ten en één voor de Oostzóne bestemd is. Deze wagens hebben een vaste staf van twee priesters plus een chauffeur. De ene priester is een missiepater (zelf ook vluchteling), de andere zal men recrute- ren uit het buitenland (voor minstens zes weken; geen kosten en geen baten) en voorlopig zullen het Nederlanders en Vlamingen zijn die voor deze verdreve nen de „Wereldkerk" vertegenwoordigen. Of hun Duits wat stuntelig is, geeft niet: alleen het feit dat het buitenland, dat zelfs voormalige vijanden zich het lot van deze mensen aantrekken, betekent een ontzaglijke morele steun; bovendien neemt elke wagen een groot aantal goede gaven uit het buitenland (kleren en voed sel) mee ter distributie. Huisbezoek, avondmissen, een bijeenkomst der kinde ren en een driedaagse Missie zullen tel kens door.klokgelui (gramofoonplaat) worden aangekondigd: voor ontelbaren het eerste klokgelui sinds jaren. Ik zag in Königstein een Nederlandse vrachtwagen met aanhanger lossen; hij was zó zwaar geladen, dat de wielen ble ven steken voor de auto het magazijn be reikt had. Het was een vreemde sensatie om dia honderoen pakketten via de le- Door Douglas Hyde) WIMBLEDON, 24 Maart 1951. Nederland heeft de paar laatste weken kunnen meepraten van de moei lijkheden van een regeringscrisis, maar deze waren van wel heel andere aard dan die, waarmede Engeland op het ogenblik te kampen heeft Terwijl Nederland gedurende een korte periode geen regering had, heeft Engeland er wel één, maar haar bestaan hangt voortdurend aan een zijden draad. Zij verkeert onafgebroken in zorg om in het Lagerhuis toch maar de meerderheid te behouden en tegelijkertijd weet zij, bij het kiezerscorps veel aanhang te hebben verloren, zoveel zelfs, dat, zouden er op het ogenblik algemene verkiezingen worden gehouden, het resultaat daarvan zonder enige twyfel het einde van" de huidige regering zou betekenen. De conservatieve oppositie, onder le* ding van Winston Churchill, ziet thans haar kans schoon en zet alles op alles orr de Labourregerlng tn het parlement ten val te brengen en nieuwe verkiezingen te forceren. Toen de regering na de algemene ver kiezingen van verleden jaar, zonder eon veilige meerderheid haar werk hervatte, eisten de conservatieven min of meer te recht, dat zij de politieke gedragslijn zou volgen, waaromtrent een grote mate van overeenstemming bestond. Wilde de rege ring geen officiële -coalitie aangaan, dan kon op deze wijze toch tenminste een niet- officiële samenwerking groeien. Op het gebied vau de buitenlandse poli tiek hebben de conservatieven op deze wijze inderdaad Invloed op de regering kunnen uitoefenen, daar er achter de schermen overleg werd gepleegd. Men denke bijvoorbeeld aan de besprekingen tussen Churchill en premier Afctieo, nadat president Truman in November j.l. zijn verklaring over het eventuele geibrmk van de atoombom had afgelegd Pas na deze besprekingen deelde Attlee in het Lagerhuis zijn beslissing mede. naar Was hington te zullen gaan om met de Ameri kaanse president te confereren. Wat de binnenlandse politiek betreft werd er tussen regering en oppositie min der voeling gehouden. De conservatieven drongen er echter herhaaldelijk op aan. dat de Labours ook op dit terrein alle omstreden punten zouden laten rusten. De regering heeft echter juist het groot ste twistpunt aangesneden, dat maar to bedenken was, n.l. de nationalisatie van dc ijzer- en staalindustrie. Zij heeft niet van af- of zelfs maar van uitstel willen horen en, zoals bekend,lis de nationali satie enkele weken geleden van kracht [geworden. Dat was voor dc conservatie ven het sein om het besluit te nemén, all« j hun ten dienste staande middelen aan te j wenden dm de regering te laten vallei' En, zoals reeds gezegd, zü heeft daarbij dc wind in de zeilen, nu onder de druk van de wereldgebeurtenissen en de ver slechterde economische toestand van En geland, dc Labourregerlng bü het volk veel aan populariteit heeft verloren. Zonder dat men het aanvankelijk „door" had. begonnen de conservatieven in het parlement een nieuwe tactiek om te trachten de regering op de knieën te knj. gen. De strategie is due van de uitputting, de tactiek van de guerilla. Nacht na nacht vonden zij voorwendsels om oe debatten te rekken tot de laatste bussen en treinen weig waren En daar Londen even groot is als de provincie Utrecht en dus geen stad, waar men even „naar huis wandelt", betekent dit, dat het merendeel van de aan wezige parlementsleden de rest van de nacht in de vergaderzaal moet doorbrengen. En zo lang de debatten durenr moeten ook de ministers en hun adviseurs m het Huis blijven voor het geval een kwesc»e welke hun portefeuille betreft, zou wor den aangesneden. Dat het weinig aanlok kelijk is, om, na de hele dag op het depar tement te hebben gewerkt, ook des nachts nog in touvw te zijn, laat zich begrypen En toch durven zij, noch hun aanhangers het Huis te verlaten, uit angst, dat df regering met haar uiterst kleine meer derheid zou worden verslagen, als le oppositie bij verrassing een stemming zou forceren. De oppositie daarentegen kan met be trekkelijk geringe krachten haar tactiek voortzetten en haar leden kunnen elkaai aflossen voor de „nachtdienst". Boven dien oraagt de opposide geen "erantwoor. i« ministeries. delij'kheid voor d« Nu deze uilputtingsoorlog reeds ver- sclieidene weken heeft geduurd, is Speaker (voorzitter V®11 het Lagerhuisf kennelijk een zenuwuitputting nabij en moet lui op doktersadvies rust nemen. Maar ook de andere leden, van beide par tijen, zijn daar nauw aan toe en behalve hun zenuwgesteld blijkt ook liun hu meur een ernstige knak te hebben gekre gen! De regering en haar volgelingen bera men nu een vergeldingsmaatregel. Een groep Labour-parlementariërs stuurt het er namelijk op aan, de .parlementsbar reeds vroegtijdig gesloten te krijgen, zo dat daar geen alcoholische dranken meer geschonken worden aan hen, die de de batten maar liefst de halve nacht door willen rekken. De Labour-maatregel tegen deze laat ste tactiek houdt een soort propagandis tisch angeltje in, zowel als een tactische manoeuvre, die beoogt te laten voelen, dat het de conservatieven zijn, die er het meeste belang bij hebben, de hele nacht aan 't drinken te blgven. Een andere Labour-stap, die m over weging is, beoogt de parlementaire be sprekingen vroeger op de dag te doen aan. vangen, Deze stap is belangrijk, wijl veie conservatieve lagerhuisleden goed betaal, do baantjes in de City hebben, die hen m de morgenuren geheel in beslag nemen Indien het parlement vroeger zon bij een komen, dan gebruikelijk is dan zou den deze heren te kiezen hebben tussen hun parlementaire werkzaamheden (waartoe op "t ogenblik, naar het schijnt, ook het plagen van de regering behoorti en het behartigen van hun commerciële en financiële belangen. De meeste Labour-leden zijn van me ning, dat de tegenwoordige tactiek der conservatieven het parlement ln discre diet brengt. Ik heb met een paar con servatieven gesproken, die van dezelfde opinie zijn. Maar de meerderheid van hun collega's is van oordeel, dat zjj thans te steun van het publiek hebben in alles wat er op gericht is. de levensdraad van de tegenwoordige regering af te snijden. Hoe het ook moge zijn, één d'ng is zeker: honderden parlementsleden slaak ten een zucht van verlichting, toen het weekeinde naderde met het uitzicht op een Paas-reces en net vooruitzicht dat ze „naar bulten" konden gaan om rust en verkwikking te zoeken »or hun over spannen zenuwen. jessup legde tjjdcns deze zitting bjjzon- der de nadruk op de Oosteuropese pro blemen en stelde uameus de Westerse mogendheden voor ecu nieuw punt op de agenda op te nemen, luidend: „Bespreking »aiJ VI,edesverdragen met Roemenië. Bulgarije en Hongarije, met inberip van de daarin opgenomen bepalingen over de menselijke rechten, de militaire clausules eu de voor de beslechting van geschillen getroffen regeling". Zijn voorstel, toelichtend verklaarde Jessup o.m.: „De regeringen dezer drie landen hebben de vredesverdragen stelsel matig en onophoudelijk geschonden. Zij hebben alle menselijke rechten, die in oen democratische staat geëerbiedigd behoren te worden, tot een aanfluiting gemaakt. De politieke partijen, die na de oorlog in Bulgarije, Hongarije en Roemenië de meerderheid bezaten, zijn door de com munistische regeerders met geweld ont bonden. De leiders dezer partijen zijn ge vangen gezet, terechtgesteld of tot vluch ten gedwongen. Er bestaat geen vrijheid van godsdienst. Hongarije, Roemenië en Bulgarije hou den strijdkrachten op de been, die de in de vredesverdragen toegestane sterkte verre te boven gaan". „En dit alles", vervolgde de Amerikaan se plaatsvervanger, „heeft de Sovjet-Unie oogluikend toegestaan, terwijl zij opzette lijk de pogingen der Westerse mogendhe den, om een juiste naleving der met deze landen gesloten vredesverdragen te ver zekeren, heeft verijdeld". Het bestuut van het Algemeen Bel gisch Vakverbond heeft Dinsdag raet in gang van 1 April een loonsverhoging voor de bande) en industrie gevraagd, aangezien de index der 'kleinhandelsprij zen met meer dan 5 pet in twee maan den is gestegen. Een woordvoerder van de Westduitse regering heeft Dinsdagavond meegedeeld, dat bondskanselier dr Adenauer zich op 12 April a.s. naar Parijs hoopt te begeven om aldaar, in zijn tweede functie van Westduits minister van buitenlandse zaken; het plan-Schuman te onderteke nen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4