Nieuw aanbod
voor Lenstra
van spelers doch van
officials!
Duel Venlo-HHYC
DWS e„Wageningen
voor de laatste hoge! - horde
LAATSTE RANS op eerlijk
samengaan in de Ned. Roeibond
"N Eerste Oranje-stopper
PAGINA 5
jEATKKUAG 21 APRIL 1951
DAMRURRIEK
Jf Hentiy Möring neemt afscheid
TWEE LEERZAME EINDSPELEN.
PROBLEEM No. 2372.
JOH. v. d. BOOGAARD, Nuland.
Ie plaatsing.
Zwart 12 schijven op: 7, 9. 10, 12, 14'8.
19, 24, 29, 35 en 42.
Wit 12 schijven op: 212, 25'8, 30, 38, 40,
44, 47 en 49.
Oplossingen in te zenden na het ver
schijnen van de zesde en laatste serie.
Alle correspondentie te richten aan:
H. J. v. d. BROEK, Nwe Binnenweg 46,
Rotterdam-C.
No. 747 (21 April 1951.)
OPLOSSERSWEDSTRIJD (vijfde serie.)
PROBLEEM No. 2369.
J. KLOMP Rotterdam.
Ie plaatsing.
Henny Möring was
de eerste interna-
tionale stopperspil
H in het Nederlandse
P t voetbal. Als zoda-
!il tiig debuteerde hij,
f w toen in November
- 1946 het Oranje-
elftal met zijn laat.
ste aanvallende spil
I* p Vermeer (het was
de eerste en laat-
ste interland van
de Rotterdamse
Excelsioraan
te Huddersfield een
82 Engels lesje te verwerken had
gekregen en de T. C. van de
K.N.V.B. naa het „moderne sys
teem" overschakelde. Hoewel
Möring in zijn club Enschedé toen
nog aanvallend speelde, vond men
in hem de juiste man om als de
eerste Oranje-stopper te figureren
Het was op Tweede Paasdag van
1947 (7 April), dat hij zijn eerste
interland speelde; een 21 over
winning op de Belgen. Zoals gelei
delijk zo vele clubs deden, schakel
de ook de Sportclub Enschedé van
bet orthodoxe op het moderne
systeem over- En men had Mör'ng
al een langdurige interland-car
rière toegedacht, toen hij in het
voorjaar van 1948 in een competi
tie-wedstrijd tegen Wageningen een
been brak. Zo kwam hij slechts
aan 6 iandenwedstrijden toe. Want
zijn opvolger Térlouw voldeed zo
goed, dat de blonde Twentenaar
nooit meer eens kans kreeg om
„terug te komen".
Morgen speelt hij voor het laatst.
Naast zijn sportzaak in Enschedé
zal thans ook zijn oefênmeester-
schap hem bezig höudén; zijn eerste
contact is met de derde klasser
Oldenzaal. Maar altijd nog is
.Möring, zoals o.a. anderhalve week
geleden tegen Sao Paulo bleek, een
zo uit-stekende stopper, dat men
zijn heengaan kan betreuren, oa.
met het oog op de mogelijkheid
dat Terlotvw b.v. in de naaste toe
komst geblesseerd raakt. Dan zal
de enige gelijkwaardige, plaatsver
vanger er niet. meer zijn
Een van Keiler.
Zwart schijven op: 6, 16 en 35.
Wit schijven op: 31, 32 en 49.
Voor dè hand zou liggen, dat wit s eerste
zet is 4944. Maar dit geeft slechts
remise, want zwart iaat volgen 1621,
wit 3126 en zwart 2127 en 611. Maar
wit speelt als eerste zet 3227 en wmi
nu. Zwart 611, wit 4944, zwart 11—17,
wit 31—26, zwart 1621, wit 2716, zwart
1722, wit 1611, zwart 2228, wit 117.
zwart 2833, wit 7—1, zwart 3338 en
wit 7—23. Op zwart 38—42, wit 23—27; op
zwart 3843, wit 44—39, op zwart 35—40
wit 4435, zwart 38—43, wit 23—28, wint.
Een van Presburg.
Zwart schijf op 37.
Wit schijven op 29 en 34, dam op 4.
Wit speelt 4—15. Zwart gedwongen tot
3742, want op 37—41 wit 15—10 en wint.
Nu wit 1520 en waar zwart dam haalt,
verliest hij deze direct door wit 2015 of
20—25.
Twee fraaie eindspelen, waarvan de
winst niet voor de hand ligt.
het gezegd dat niemand er over te spre
ken is?
De Bond alléén1
We worden er ons van bewust dat we
hier een waar rekwlsitorium neerschrij
ven tegen het Selectie-comité van de
Koninklijke Belgische Voetbal Bond.
Maar kan het anders als men de houding
van de Bond ten opzichte van het na
tionale elftal nagaat?
Niettemin zouden we een factor van
belang vergeten ais we niet terloops
wezen op het op z'n minst onbegrijpelijke
gedrag van de grote Belgische clubs die
er tegen opzien en er zich tegen ver
zetten ook hun beste spelers één
avond in de week af te staan aan de heer
Gormlie. Waarom? Het kampioenschap
is reeds zwaar genoeg! roepen ze uit, Ian
denwedstrijden kunnen we missen!
Het mag wel gezegd worden door een
Belg, dat die clubs in enkele weken tijds
vernietigd hebben wat in het Heysel-
stadion gedurende lange jaren moeizaam
opgebouwd werd!
De algemene indruk in België is dan
ook dat er „iets" moet gebeuren, zo
spoedig mogelijk! Maar wat?
Vroeger schreef men wel eens in Bel
gië dat de Rode Duivels-ploeg een ver
jongingskuur moest ondergaan wilde
men nog iets presteren. Nü echter vraagt
men zich af of het Selectie-comité niet
vlug verjongd zou moeten worden.
Dit lijkt ons trouwens de enige op
lossing in de gegeven omstandigheden.
Met dat al hebben we échter nog geen
woord gerept over de mooie Nederlandse
overwinning. Zeggen we enkel, dat we
het Oranje-team écht bewonderen. Om
zijn standvastigheid ondanks harde,
maar tijdelijke, tegenslagen; om zijn be
wonderenswaardig vertrouwen in de toe
komst; om zijn enthousiasme tijdens de
somberste ogenblikken van de wedstrijd,
tenslotte!
Werkelijk, voor het ogenblik benijden
we én uw'homogene fdoeg, én uw leiders,
hoe onbegrijpelijk in (Belgische) onze
ogen deze laatsten ook mogen ge
reageerd hebben in dïe amateurskwestie.
„De Nederlandse overwinning bewijst
ons dat er nog een elementaire recht
vaardigheid bestaat!" schreef de reeds
geciteerde Franstalige journalist zeer
terecht.
Zwart schijven op: 23, 29 en 36.
Wit schijven op: 7 en 38, dam op 16.
Wit wint in 6 zetten.
PROBLEEM No. 2370.
J. KLOMP Rotterdam.
Ie plaatsing.
Zwart 3 schijven op; 8, 28 en 39.
Wit 2 schijven op: 7 en 21, dam op 49.
PROBLEEM No 2371.
J. KLOMP Rotterdam.
Ie plaatsing.
Zwart 2 schijven op: 14 en 27.
Wit 3 schijven op: 8, 13 en 29.
(Zaterdag 21 April 1951.)
No. 6744.
J. VAN DIJK, De Lier.
Ie plaatsing. Mat in twee zetten.
No. 6745.
J. VAN DIJK.
Ie plaatsing. Mat in twee zetten.
Wit: Kei, Df4, Tal—bl, Pf2; d2.
Zwart: Kc2, Th4—h6. Rel, Pf6; 43, 45,
h3, h5.
No. 6746.
P. OVERKAMP. Rotterdam.
Ie plaatsing. Mat in drie zetten.
elkander zouden wrijven en alle ope
ningen werden zorgvuldig met kranten
toegestopt, teneinde het schudden on
derweg tegen te gaan.
Paula zat in haar kamer, met haar
rug naar het open venster, te luisteren
naar het zwak doorkomende geluid be
neden uit de bibliotheek. Ofschoon het
tamelijk vroeg was, lag er een donkerte
over deze middag, zwart en dreigend.
Een grote wolk hing als een somber
gordijn voor het daglicht en uit de verte
naderde dof gerommel.
Ze kon 't niet bepaald jammer vinden,
dat Sir Ascher voor enkele dagen weg
ging. De verschrikkelijke uren, die zij
met hem had doorgebracht, sedert Athur
Newnham's ontslag deden haar zelfs nu
nog rillen. Haar gedachten gingen naar
haar vriend. Toen zij zijn boodschap
had gelezen, was er een melancholieke
glimlach over haar lippen gekomen.
Want hoe kon hij ooit terugkomen en
haar opeisen? Dat was immers onmoge
lijk, dal zag toch iedereen in. Ze zei
deze woorden hard op en schrok toen
ze de echo van haar eigen stem vernam.
Onmogelijk? Wat betekent dat nu")
Zij draaide zich snel om en zag, hoe
een been over de vensterbank kwam.
De man aan wie ze dacht, verscheen
voor haar venster. Verschrikt riep ze:
Arthur! Ben je krankzinnig!
Hij glimlachte triomfantelijk en keek
haar blij in de ogen.
Heb ik je niet gezegd, dat ik terug
zou komen, lieveling?
Maar vandaag, vanavond? Ais hij
je hoort.
Uitgaande van de gedachte, dat de
beste plaats om een paar bladeren te ver
bergen een dicht begroeid bos is, wer
den deze boeken verstopt bussen een
zending prullen, die lukraak van de plan
ken werden genomen. Het is niet moei
lijk om een zestal boeken te stelen,
beweerde Ascher, maar om een hele
kofferlading te ontvreemden of daaruit
juist het waardevolste te pikken, vereist
meer handigheid.
Bovenop legde hij al de gebonden de
len van de Encyclopaedia Britannica.
Verder werd de koffer gesloten met een
apart slot, waarvan hij de enige sleutel
op zijn borst droeg aan een ketting rond
zijn hals Buiten op de koffer stonden
de letters geschilderd W. J- M. en Riuth
Marlowe had juist een tweedehands
valies aangeschaft van zeer bescheiden
afmetingen, waarop dezelfde letters wa
ren aangebracht. Hij bad een paspoort
gekregen op de naam van Walter James
Mar chant en op deze naam een kamér
besteld in een onbetekenend hotelletje
aan de buitenkant van Parijs.
Hij was zelf tegenwoordig bij het in
pakken der boeken; terwijl Ruth zijn
nauwkeurige aanwijzingen plichtsgetrouw
opvolgde. Alle boeken lagen in hoge sta
pels op het vloerkleed van de biblio
theek. Hij ging er uiterst voorzichtig
mee om, pakte ze zorgvuldig in, als was
het glaswerk, zozeer vreesde hij, dat ze
tijdens het transport zouden worden
beschadigd. Toen ze tenslotte allemaal
hum plaats hadden gekregen, werden ze
stuk voor stuk in de oude omslagen ge
wikkeld oan te voorkomen, dat ze langs
Hij? Arthur fronste de wenkbrau
wen. Je voogd? Maar hij is immers in
Frankrijk. Hij is gisteravond overgesto
ken.
Neen, nee, dat is niet waar! Hij
moest nog een dag wachten. Er was
iemand, die hem een boek, ni'et kon be
zorgen en toen heef' hij zijn reis uit
gesteld. Ze zijn beneden aan het pakken,
hij en miss Marlowe. Ze zijn er al de
hele dag mee bezig. Ze zullen nog min
stens een half uur doorgaan. Nog wel
langer misschien.
Je zegt, dat ze in de bibliotheek
zijn?
Natuurlijk! Hoe ben jij naar boven
gekomen?
O, langs de andere kant. Door
het hek. Weet je, dat je mij daar een
maal de sleutel van gegeven hebt, lief
ste? Ik ben gekomen orti mijn belofte
te vervullen en je mee te nemen. Het
is niet veilig voor jou, hier nog langer
te blijven. Je moet met mij mee ko
men. We zullen de zaken wel zien te
regelen. Ik heb een beetje gespaard en
ik zal wel werk zien te krijgen. Ik durf
je hier niet achterlaten.
Arthur, fluisterde zij wanhopig, je
hebt gelijk. Ik durf niet te blijven. Je
weet niet, wat ik de aatste dagen heo
uitgestaan. Hij heeft me beledigd zoals
geen mens mij ooit zou kunnen kwetsen.
(Wordt vervolgd)