Een Nederlandse mannequin'
school
Versterkte leerlingen-
aanwas bij L.O. ingezet
Speciale vakopleiding ingesteld
wmm
PAGINA 5
44 procent der leerlingen op
Kath. scholen
- Hl
Blijkens de voorlopige cijfers van het
Centraal Bureau voor de Statistiek telde
het gewoon en het voortgezet gewoon la
ger onderwijs op 16 Januari 1951 1.244.000
leerlingen, d.i. ruim 63.000 meer dan in
1950. Deze vermeerdering is enerzijds
veroorzaakt door de wederinvoering van
het verplichte achtste leerjaar in 1950,
tengevolge waarvan een groot aantal
leerlingen de lagere school nog niet kon
verlaten en anderzijds door het reeds in
de tweede wereldoorlog toenemende
geboortecijfer. Het is te verwachten, dat
laatstgenoemde factor in de komende ja
ren zich nog sterker zal doen gelden.
Ruim 27 pet. der leerlingen was ge
plaatst op openbare scholen, evenveel op
Prot.-christelijke, bijna 44 pet. op Booms-
Katholieke en bijna 2 pet. op andere bij
zondere scholen.
Het aantal scholen steeg van 7098 tot
7117. Het gemiddelde aantal leerlingen
per leerkracht liep op van 34 tot 35.
De scholen voor uitgebreid lager onder
wijs werden op 16 Januari j.l. door 127.800
leerlingen bevolkt, d.i. ruim 1300 meer
dan in 1950.
Hier bezocht bijna 1/3 der leerlingen
openbare scholen, bijna 30 pet. Prot.-
Christelijke, 35 pet. Rooms-Katholieke en
2 Va pet. andere bijzondere scholen. Het
aantal ULO-scholen steeg van 923 tot 941.
Het gemiddelde aantal leerlingen per
leerkracht bedraagt bijna 26.
'V
V'"'