De waarde
de gemoedskreet
Parijs huldigt de tachtigjarige
Georges Rouault
Met pygmeeën geconfronteerd
Toneelroem wordt snel vergeten
De les van Stanislavsky
GEEN GELIJKHEID, WEL VRIJHEID
Geweld tegen de
schepping
v-
Eskimo's in Alaska krijgen hun
eerste bisschop
van
REGEN en WIND
Masindi: centrum der houtindustrie
p
Safari door Uganda's Merendistrict (Slot)
Lagere steenkool-
productie in Juli
Rusteloze zoeker naar vernieuwing
GOD EN ZIJN
rn
Prelaten trekken naar het barre Noorden
voor de wijding
Met de noorderzon
Kwart millioen schade
in Ooypolder
fct rgBPAC AU6PSTDS 1951
PAGINA 6
Menselijke misère
Gustav Mor eau
„Ga naar Haarlem
Invoer onderging een stijging
Late naklank
„Mijn leven in de kunst
Wijsgeer van het toneel
Tsjechow
OOK PIECK MAAKT EEN
KUUR
MGR. F. HENDRIKX
OP JAVA
vertrokken Russen uit
Klagenfurt
(Van onze Parijse correspondent
Georges Rouault dankt het aan zijn tachtigsten verjaardag dat de
voornaamste Parijse kunstgalerijen werk van hem exposeren, èn dat er
thans over hem gesproken wordt in kringen, die hem lang miskend hebben.
De belangrijkste der nog levende Franse religieuze kunstenaars, heeft met
nagenoeg al deze collega's hetzelfde lot ondergaan bij lien die opdrachten
kunnen geven voor belangrijke werken. Delacroix liet men slechts enkele
kapellen in de St. Sulpice schilderen, waarover indertijd nog kabaal was
bovendien. Nu gaat men die meesterwerken met eerbied bezoeken. Maurice
Denis schilderde in zijn eigen kapel van de kluis van Saint-Germain, of in
een enkele te Le Vésinet, ofwel in huiskapellen. Met Georges Desvallières
was het nog treuriger gesteld, want zijn belangrijkste werken werden niet
in zijn land, maar in Amerikaanse kerken uitgevoerd.
Georges Rouault, „Miserere".
Sterke karakters laten zich door de be
treurenswaardige traagheid, die de reli
gieuze kunstenaars van groot talent ont
moeten, niet van hun weg brengen.
Rouault is een bijzonder sterk karakter.
Zijn levensloop heeft daartoe meegewerkt.
Deze schilder, die als „fauve" in het be
gin van deze eeuw opschudding verwekte
in de door academisme verslapte kunst, is
een strijder gebleven tot in zijn hoge
ouderdom.
Maar hij heeft dan ook veroveringen ge
maakt en zijn opdrachten voor kerken
worden nu wat talrijker, maar blijven
toch op de vingers te tellen.
Jarenlang waren het zijn clowns en an
dere circusfiguren wier menselijke misère
hem aantrok, die hem in staat stelden te
leven. Ze bereikten de musea. Dat juist
zulke figuren en ongelukkigen iemand
aantrekken die bij de religieus geïnspireer
de kunst uitkomt, kan slechts oppervlak
kig verwonderen. V,'ie religieuze inspiratie
koestert, zal een grote gevoeligheid aan
de dag leggen voor de deerniswekkende
menselijkheid.
Rouault kende die wereld van jongs
af. Hij werd in het laatst van Mei 1871
in de Parijse buitenwijk Belleville ge
boren, toen daar de Commune het
hevigst woedde en het meeste slacht
offers eiste.
Rouault's ouders en familieleden wa
ren meubelkunstenaars, schrijnwerkers,
die in Oost-Parijs nog steeds hun kwar
tier hebben. Zijn vader vertrouwde hem
als leerling toe, niet aan een vertrouwd
gezel uit het vak, maar aan een glas
schilder, meester Hirsch, een man met
kennis der kleurvensters, zoals men dat
vroeger bij de vaklieden kon aantreffen.
Een bezoek aan Chartres boezemde hem
een diepe bewondering in voor het an
tieke kleurglas en een even diepe teleur
stelling om de dekadentie waarin de
vroegere grootheid was ondergegaan.
Hij koos dan ook een ander „vak", wei
nig vermoedend er op zijn oude dag naar
terug te keren.
Hij wil gaan schilderen. Vermoedelijk
reeds om met zijn kunst een strijdend ka
tholiek te zijn. Vroom opgevoed nam hij
immers reeds deel aan de strijd der jon
geren van die tijd. Hij volgde Lammenais,
met de onstuimige inborst van de idealis
ten, die zich rondom hem hadden ge
schaard.
Hij gehoorzaamde zijn vader door naar
de duffe „Ecole des Beaux-Arts" te gaan,
waar Delaunay de leerlingen maar liet be
gaan, maar waar de nobele en hartstoch
telijke Gustave Moreau de besten, de ka
raktervollen en idealisten onder de be
scherming van zijn onweerstaanbaar talent
nam.
Op Rouault was zijn aandacht bijzonder
gespitst en toen de jury het schilderij van
Rouault voor het meedingen naar de Prix
de Rome weigerde, vreesde Moreau dat
Rouault beïnvloed zou worden, en zei hem:
„Ga hier weg, leren kun je hier toch niets
meer".
Weldra verscheenn de jonge Rouault
met zijn werk op de „Salon des Artistes
Francais" cn daar werd hij opgemerkt
door de bekende kunstcriticusJoris
Karei Huysmans. de tweede ontmoeting
werd een duurzame vriendschap gesloten.
Maar ook als militant katholiek trok hij
de aandacht en werd hl) opgenomen in de
kring van Léon Bloy.
In 1898 stierf Moreau die voor Rouault
steeds een steun was gebleven. Maar reeds
een andere meester oefende zijn invloed
uit. Rouault had Cézanne gevonden en die
stuurde Rouault naar de „Salon d'Autom-
ne". Tevens bewoog Rouault zich reeds in
de kring der vakgenoten, vooral onder
hen die enige jaren later met de officiële
salons zouden breken en als de „Fauves"
zouden baanbreken.
Rouault bleef de aard van Bellevillois
getrouw, eenvoudig, geestig, met humor
en soms ook bittere ironie. Hij schilderde
en tekende in die tijd boertige typen uit
het volksleven en bittere figuren uit de
zelfkant der wereldstad, straatmeiden en
brugkerels, clowns en circustypen, waarin
hij naar de menselijke tragedie achter het
masker peilde, om hun hartstocht, lijden
en hun opstand bloot te leggen.
Zolang hij leefde bleef Joris Karei
Huysmans een paladijn voor de jonge
Rouault, wat begrijpelijk is, daar het
ook Huysmans is geweest, dit het eerst
het vlammende kleurschoon van Moreau
had weten te waarderen. Ook Rouault
hield van die hete kleuren; de periode
waarin hij voor het glasraam werkte,
heeft hem de waarde der contouren
leren kennen en het vullen van het vlak
met kleuren van vuur, als van karbon
kels en topazen, smaragden en kristal
len.
Maar van de andere kant werd hij
vrij gemaakt van een al te vakmatig
naast elkaar zetten van felle tonen, en
hij bleef de grote meesters bestuderen,
ozals Huytcnans hem en iedere kun
stenaar steeds aanraadde: „Ga naar
Haarlem, of naar de andere Hollandse
musea". In Rouault's grote composities
aanschouwt men inderdaad de inwerking
der grote meesters; de wit-zwart tegen
stellingen, de klaarten in schaduwen
gevat, moeten wel aan Rembrandt doen
denken. Zo zijn beroemde „Jesus te
middep van de leraren" van t museum
van Kolmar, of zijn „Door de Vrouwen
beweende Dode Christus" van het mu
seum van Grenoble".
Toen Desvallières en Maurice Denis als
religieuze kunstenaars van zich deden
spreken, (vooral sinds de eerste grote ma
nifestatie van religieuze kunst in de Mar-
sanvleugel van het Louvrepaleis in 1911)
verschenen tussen de clowns en de deer
nen van Rouault bijbelse figuren en wel
dra landschappen met een religieuze visie.
Het bleek dat de Franse religieuze kunst
een groot talent had gewonnen.
Maar Rouault liet zich niet inlijven en
bleef dus niet meer dan een gast in de
beweging der „Ateliers" van de Rue de
Furstenberg. Juist van katholieke zijde
werd hij nog meer dan de anderen, voor
bijgegaan, omdat zijn werk zo opbruisend
was. Dat uitblijven van opdrachten heeft
zijn gouachekunst en zijn litho's des te
uitgebreider gemaakt, maar ondanks het
meesterschap dat hij bereikte in de illus
tratiekunst, is het een vlijmend tekort,
dat men bij de opluistering der kerken
hem passeerde ten gunste van levenloze
kunst. Aan de gelijkenis in kleuren wordt
nu eenmaal de voorkeur gegeven boven
de op het gevoel inwerkende manifestatie
van de ziel.
En nauwelijks hebben enige daadwerke
lijke kunstenaars van groot gevoel en
zeldzaam kunstvermogen enige opdrach
ten gekregen en onder hen Rouault, of
het kabaal stijgt weer op.
Rouaults invloed begint thans echter wel
door te dringen. De Franse religieuze
kunst kan daar niet anders dan wel bij
varen, want de betekenis van Rouault is
niet beter samen te vatten dan het
door Brion werd gedaan: „Wat ook de
voorstelling van zijn schilderingen is,
Rouault blijft voor alles de religieuze kun
stenaar. En niet alleen omdat hij aan de
bijbelse voorstellingen, door het acade
misme verslapt, de waarde van de ge
moedskreet heeft teruggegeven, maar om
dat zijn levensopvatting en zijn kunst ge
richt zijn op het godsdienstige fenomeen:
de mens In onmiddellijke gemeenschap
met het mysterie en het bovennatuurlijke.
Zijn figuren hebben of de vrede der hei
ligen of ze beelden mensen uit in de tona
liteit van het Miserere".
(Van onze weerkundige medewerker.)
Het weer van bet ogenblik vertoont
grote gelijkenis met dat van het vorige
weekeinde. Ook nu bevindt zich, na een
geleidelijke verbetering met langzaam
stijgende temperatuur, een zeer actieve
depressie boven die oceaan; het centrum
is ten Zuiden van IJsland gelegen, maar
vooral in Ierland en Schotland daalden
de barometers vanmorgen flink. Aange
zien in tegenstelling tot de vorige week
de luchtdruk boven Frankrijk en de golf
van Biscaye nu bijna niet daalt, nemen
de verschillen in barometerstand snel toe
en daarmede ook de wind. Het Neder
landse weerschip Cyrrus, dat ten Westen
van Ierland gelegen is, meldde vanmorgen
reeds een gemiddelde windsnelheid van
90 K.M. per uur, een volle storm dus.
Tevens werd toen melding gemaakt van
het feit, dat de barometer nog steeds
achteruit liep, zodat het er toen voor
de bemanning nog niet naar uitzag, dat
Aeolus aan het einde van zijn latijn is.
De invloed van deze depressie zal zich
Zondag ook in ons land doen gelden. Het
front bevond zich vanmorgen nog boven
Ierland, het laat zich echter aanzien, dat
dit de komende nacht ons land zal
passeren, hetgeen met regen gepaard zal
gaan. Het is dus een meevallertje, dat dit
niet overdag gebeurt, maar ook Zondag
zal het niet fraai worden; primo, omdat
er dan regenbuien zijn te verwachten,
secundo, omdat er veel wind zal zijn en
tertio, omdat de temperatuur dan iets
lager zal worden dan vandaag. Het gaat
er dus naar uitzien, dat het laatste
weekeinde van de laatste zomermaand
slecht zal worden. Het najaar schijnt dit
jaar erg vroeg te komen.
uiA1 .,AA» *JT-
(Van een speciale medewerker)
Het Departement voor Bodemonderzoek te Entebbe had ons uitgenodigd
de olieboorinstallatie aan de Semliki-rivier te bezoeken. Wij draaien dus
des ochtends tijdig de Bwamba-Road op. Nevel en laaghangende wolken
bemoeilijken het rijden over deze smalle en bochtige bergweg zeer. Maar
tevens is het landschap nu ook veel grootser. De regens hebben ook hier
veel schade aangericht. Daar waar de nauwe, diepe zijdalen in de
Hot-Valley uitkomen, zijn de duikers eenvoudig weggesleurd en ontstonden
grote gaten. Men tracht thans hieraan voor de toekomst paal en perk te
stellen door boven de weg muren te bouwen, die het water in zijn vaart
stuiten en door een aantal chicanes naar een duiker leiden, die in een
gemetselde uit natuursteen gebouwde dam is aangebracht. Overal op en
naast de weg liggen rotsblokken, die naar beneden zijn gekomen en nu
geleidelijk moeten worden weggevoerd. Nadat de weg eerst ongeveer
1300 meter daalt over een afstand van niet meer dan 9 km., stijgen wij
weer naar een pasengte, die 650 meter hoger ligt om daarna wederom
eenzelfde hoogte af te dalen naar de vallei van de Semliki. Hier komen wij
in het tropische regenwoud, de Ituri Forest. Het land der pygmeeën.
Zo men hier vele malen, kan komen,
zonder dit dwergvolk te zien, ls het wel
een geluk, dat na enkele Km. een paar
mannen op de weg staan. Zij laten zich
zonder veel moeie fotograferen en zijn
zeer tevreden als wij hun hiervoor wat
geld geven. Hun pijlen en bogen willen zij
ook verkopen en na enig geharrewar komt
de transactie tot stand. De lingua franca,
die door beide partijen wordt gebruikt is
Volgens voorlopige cijfers bedroeg de
steenkoolproductie in de maand Juli
1.036.500 ton tegenover 1.046.300 ton in
Juni. Het aantal arbeidsdagen bedroeg zo
wel in Juli als Juni 26, zodat dus de ge
middelde dagproductie van 40.300 ton in
Juni tot 39.900 ton in Juli daalde.
De totale verzending van de mijnen af
beliep in Juli 823.300 (v. m. 851.100) ton,
waarvan 743.900 (771.000) ton bestemd was
voor binnenlandse behoefte. De voorraden
van de mijnen bedroeg per, uit. Juli 21.100
(14.600) ton, terwijl 4.54.100 (419.300) ton
ingevoerd werd. Totaal was dus in Tuli
beschikbaar voor binnenlands verbruik
1.198.000 ton, vergeleken met 1.190.300 ton
in de vorige maand.
Het theaterpubliek
vergeet snel. Amper
dertien jaar is het ge
leden dat 't toneelgenie
Stanislavsky stierf. En
reeds nu is deze baan
breker van het nieuwe
Europese toneel, deze
hervormer van het
toneelspel en van de
toneelspeelkunst, prac-
tisch een vergeten man.
De omstandigheden
hebben daarbij zowel
in Sovjet-Rusland als
daarbuiten een handje
geholpen.
Want Sovjet-Rusland is
met de aristocraat Stanis
lavsky, diie nimmer in het
rode propaganda-gareel
wenste te lopen, eigenlijk
nooit bijsonder in zijnj
schik geweest. Men aan
vaardde hem en zijn we
reldberoemde Moskouse
Kunstenaarstheater als een
onvermijdelijk erfstuk der
bourgeois-beschaving, maar
reeds voor zijn dood in
1938 schoof men het ar
beiderstoneel van de expe
rimentator Meyerhold. naar
voren.
En het buitenland? Berlijn.
New-York hadden de
Parijs en
triomfantelijke
tournees van Stanislavsky's troep te kort
in hun schouwburgen gezien om daar
van een blijvende invloed te ondergaan.
Ook op onze toneelleiders heeft Sta
nislavsky weinig invloed gehad. Meer
vat op hen hadden de ruimtekunst van
de Engelse regisseur Gordon Craig en
Max Reinhardt's monumentale ensce
neringen. Juist in de laatste jaren
kwam daarin enige verandering, sinds
de Russische emigrant Peter Scharoff,
voor verschillende Nederlandse gezel
schappen als regisseur fungeerde. Deze
Peter Scharoff stamt namelijk recht
streeks uit Stanislavsky's school en de
drie Tsjeehow-stukken, die hij hier
met zoveel gevoel voor sfeer regisseer
de, „De Zeemeeuw", -,De drie zusters"
en „Oom Wanja", en die ook de glorie
van Stanislavsky's repertoire vormden,
mag men een late naklank noemen van
Stanislavsky's grootheid.
Aan Stanislavsky is het in ieder geval
niet te wijten dat hij zo spoedig in de
vergetelheid raakte. Zoals men weet,
heeft de grote Rus tegen het einde van
zijn leven met de pijnlijke zorgvuldig
heid die ook zijn regie kenmerkte, zijn
levensverhaal te boek gesteld. Voor een
toneelmaniak als Stanislavsky, voor wie
zelfs de bolsjewistische revolutie van se
cundair belang scheen, vergeleken bij
het theater, kon dit levensverhaal niets
anders inhouden dan een ontwikkelings
gang van zijn werken en denken in de
toneelkunst. De titel „Mijn leven in de
kunst'' spreekt voor zichzelf.
In dit boek en in latere publicaties
heeft hij zijn carrière beschreven; van
zijn eerste hevig-realistische experimen
ten met een poppentheatertje, waar de
8-jarige Konstantin tot grote schrik van
zijn verwanten miniatuur-branden en
-schipbreuken veroorzaakte, tot de glo
rieuze buitenlandse tournées van groot
meester Stanislavsky; van de tijd, toen
hij als leider van het familie-theater
der AlexeyAvs urenlang voor de spie
gel karakters typeerde, tot de dagen der
rode revolutie, die ook hem en zijn re
pertoire niet ongemoeid liet.
Het is niet onze bedoeling thans ver
der op de faits et gestes van dit kunste
naarsleven in te gaan. Wie er belang in
stelt raden we aan de uitstekende
Stanislavsky-biografie van David Ma-
garshack te lezen, die onlangs in Enge
land verscheen Men zal daar ook
veel uit kunnen leren omtrent Stanis
lavsky's vermaarde systeem. Helderder
dan in Stanislavsky's eigen werk komt
hier namelijk tot uiting dat Stanis
lavsky's systeem eigenlijk.... geen
systeem was.
Stanislavsky was een wijsgeer van het
toneel wiens grootste wijsheid hierin be
stond dat hij de moeizame resultaten van
zijn denken resoluut durfde verwerpen zo
dra nieuwe ideëen de voorkeur verdien
den. Artistieke waarheid was zijn uit
gangspunt en zijn einddoel. Maar om dit
doel te bereiken heeft hij vrijwel geen
vorm van toneelkunst, geen technisch
hulpmiddel onbeproefd gelaten.
Een tijdlang was hij de duivelskunste
naar die het publiek verbijsterde met
Hcht-effecten en toneeltrucs, bijvoor
beeld door als boomstronken geca
moufleerde acteurs potseling tot lel-
ven t e doen komn. Latr werd hij
de profeet van het minutieuze realisme,
die de artistieke waarheid vooral in uiter
lijke dingen zocht. Tussen oude markt
rommel vond hij „echte" costuums en
stoffering, hij reisde naar Rostow om de
atmosfeer van het paleis van Iwan de
Verschrikkelijke in te ademen, hij liet een
acteur die een eenzame ridder had te spe
len, opsluiten in een verlaten kasteel, hij
maakte gramofoonplaten van echte na
tuurgeluiden en ensceneerde massascènes
zo onstuimig, dat het publiek van de
eerste rijen soms in paniek opstoof.
Onder invloed van Tsjechow leerde hij
de artistieke waarheid in meer innerlijke
dingen te zoeken. De sfeer werd belang
rijker dan de stoffering; wat Tsjechow
tussen de regels bedoeld had belangrijker
dan de tekst. Stanislavsky's regie infec
teerde het publiek zo grondig met de
schrijnende weemoed van de Tsjechow-
sfeer, dat het na een vertoning soms
minutenlang stil bleef. In de ademloze
gespannenheid werd het applaus verge
ten.
Nog later zocht hij het in het symbo
lisme, in het stijltoneel; hij bestudeerde
de expressionistische schilderkunst en
wierp zich zelfs, jaren voor Freud, op
de analyse van het onderbewuste, over
al speurend naar nieuwe uitdrukkings
middelen.
Steeds verder peinzend over zijn ge
liefde kunst, aldoor experimenterend in
het Kunstenaarstheater met al zijn filialen
en studio's, heeft hij zijn inzicht voortdu
rend verwijd en verdiept. Het beginsel van
de absolute heerschappij van de regisseur,
voor wie de acteurs niet meer dan mario
netten waren en die de tekst naar believen
kon wijzigen, heeft hij in zijn latere jaren
radicaal opzij gezet. Niet de regisseur,
maar de acteur werd toen de centrale fi
guur. Zijn scheppende transformatie was
het, die de magische infectie van het pu
bliek teweeg moest brengen.
Stanislavsky's systeem is veel gecom
pliceerder dan in dit korte bestek kon
worden weergegeven. Genoeg moge hier
echter duidelijk zijn gemaakt, dat Stanis
lavsky tot in zijn laatste jaren een ruste
loze zoeker naar vernieuwing gebleven'is,
een philosoof van het toneel, in wiens
leerboek het woord zekerheid niet voor
kwam.
Zijn artistieke gevoeligheid vertoont een
constante groei en het „systeem" dat hij
in zijn laatste jaren publiceerde, heeft dan
ook noch de pretentie noch het karakter
van het afgeronde, het definitieve.
Dat is de les die Stanislavsky aan het
nageslacht heeft gegeven en die ook hui
dige toneelleiders, veelal content met een
bepaalde stijl, met een eenmaal verworven
inzicht, ter harte 'kunnen nemen.
De les van een geniale, wijze man met
hoge idealen en een onbegrensde toewij
ding voor zijn Kunst wier belang hem
boven alles ging. Met name boven zijn
eigen roem en boven de ij dele waan van
het ,,'gelijkhebben".
„Stanislavsky" door D. Magarshack.
- Uitg. Mc Gibbon Kea, London.
Eén der heerlijkheden van de schepping is haar bonte
veelvormigheid. Reizend door eigen land bemerkt men
reeds, hoe binnen de tamelijk kleine grenzen het
landschap varieert in kleuren en tinten, plantengroei,
bodem en cultuur, water, dieren en mensen. Het
interessante van een vreemd land is. dat het een
vreemd land is: het is er anders dan binnen de bekende
horizonnen, men ontdekt er huizen die anders gebouwd
zijn dan „bij ons", mensen die zich anders gedragen,
andere vergezichten, het is er warmer of kouder, er is
een andere hemel die aan het water van zee, meren en
rivieren een andere kleur geeft. Men komt terecht in
situaties, die men niet kende en men ziet toe, hoe het
leven nog anders geleefd kan worden dan volgens de
regels, die als algemeen aanvaard golden.
De vele nuances en schakeringcVi, die de schepping,
in licht en donker, boeiend en verrukkelijk maken,
dreigen echter in een technocratische wereld steeds
meer genivelleerd te worden. Niet alleen in Amster
dam, maar ook in Parijs. Baden-Baden, Stockholm,
Wenen, Sidney, Rome, Rio de Janeiro en binnenkort
waarschijnlijk ook nog in Madrid, grijnzen u de
coca-cola portretten tegen. Waar de mensen Edesheimer
bergwijn plachten te drinken, proberen enkele Ameri
kanen de streek gelijk te Schakelen en de rustige
bergbewoners te doen aansluiten bij de cola-consume
rende wereldbevolking. Hetzelfde rhythme en één en
hetzelfde liedje voor allen, zoveel mogelijk dezelfde
kleren zoals die door een almachtige mode worden
voorgeschreven, dezelfde films voor jong en oud,
blank en bruin, boer en ambtenaar, Sileziër en Siciliaan.
„Sous le ciel de Paris" voor de Fransman, „Unter dem
Himmel von Paris" voor de Duitser, „Under the sky
of Paris" voor Engelsen en Amerikanen. Voor de krant
een zo goed als dezelfde opmaak, alsook voor de
vrouwen. Allemaal dezelfde kleur lippen en nagels,
dezelfde dunne rechte wenkbrauwen-strepen; zoveel
mogelijk allemaal hetzelfde gezicht.
Het eigene en persoonlijke moet plaats maken voor
het algemene en uniforme. Een groeiend en ontzag
wekkend reclame-apparaat wordt over heel de wereld
met ontstellend raffinement gebruikt en uitgebuit, om
alles voor allen hetzelfde te doen zijn. Veel natuur
lijke schoonheid wordt daardoor in haar bestaans
mogelijkheid bedreigd. Een voorwaarde voor waar
achtige schoonheid is het zichzelf-zijn, het eigene.
Door dit zichzelf-zijn en dit eigene valt de schoonheid
op en roept het om belangeloze aandacht. Schoonheid
wil ons verrassen en ontroeren, zij wil ons een ogen
blik van onszelf losmaken, om ons even stil te doen
zijn of te doen jubelen, door ons bewust te maken van
het bestaan van een nieuwe variatie in de dingen,
waarvan wij het bestaan wellicht reeds kenden, maar
waarvan wij de stralende ordening als een nieuwe
verrassing ondergaan.
Waar mensen getracht hebben het geschapene te
„verbeteren" door het anders te maken dan het van
nature is en door het andere combinaties te geven
dan die, waarom het van nature vraagt, ontstond het
lelijke. Houten pilaren werden geschilderd, om ze op
marmeren zuilen te doen gelijken, waarbij men vergat,
dat God alléén het marmer geschapen heeft om mar
meren zuilen te maken, in de hoop dat Zijn redelijke
schepselen het hout wel volgens z'n eigen wetmatig
heid zouden kunnen aanwenden. Het uniformisme
eiste echter, dat het bout zoveel mogelijk op marmer
zou lijken, omdat aangenomen werd, dat iedereen
marmer mooier vindt dan hout.
De voorbeelden zijn vrij willekeurig gekozen. Het
erge is, dat men met mensen al eender doet als met
dat hout. Als algemeen aangenomen wordt, dat platina
blond mooier is das donkerbruin, dan kunnen de
dames heur haar met geweld platina-blond laten
maken. Er zijn volop cursussen, waarin men volgens
een star schema leert opvoeden, breien, welsprekend
heid uitoefenen, slaatjes klaarmaken, en tekenen. En
dezelfde N.V. geeft dan liefst ook nog een speciale
cursus uit, geheten: „Hoe word ik een persoonlijk
heid?"
Vooral een groot deel van de jeugd is meer dan
ooit aangetast door de meedogenloze wet van het
„zoals anderen", een wet die aansprakelijk is voor het
grootste gedeelte van de massa-cultuurmoord, waarvan
wij heden ten dage de vrij lusteloos toeziende getuigen
zijn. Duizenden jonge mensen letten op elkaar, om te
zien hoe „men" dit of dat doet of hoe „men" over
deze of gene aangelegenheid pleegt te denken. Slechts
weinigen durven zich principieel en consequent te
verzetten. Men staat niet met een blij en opgewekt
gezicht voor de spiegel om spelenderwijs z'n uiterlijk
wat te verfraaien en te ordenen; neen, het is dodelijke
ernst nu: men kijkt met scherpe, gespannen en hope
loos-serieuze aandacht naar z'n spiegelbeeld om alle
lijnen volgens vast geldende en uniforme voorschriften
te laten verlopen.
Deze jeugd wordt weerloos gemaakt. Met veel
lawaai en felle kleuren houdt men haar niet enkele
gezonde beginselen voor, waarop zij geleidelijk zelf
standig kan doordenken tot opbouw der eigen per
soonlijkheid en tot waardige en vrije aanpassing in
het eigen cultuur-milieu; maar een volstrekte wirwar
van fantasieloze, onvruchtbare, oppervlakkige en z.g.
algemeen geldende spelregels, waarbij enkel op winst
beluste instanties proberen uit te maken wat je van
daag moet eten, drinken, aantrekken en denken. Overal
krijgt deze jeugd zoveel mogelijk hetzelfde te zien en
te horen, want de moderne reclame laat haar operatie
terrein door niets of niemand beperken.
Hoezeer dringt zich in deze tijd de pijnlijke nood
zaak op voor het Christendom om overal aanwezig te
zijn.en aan alle vrije mensen zijn boodschap te laten
horen van herstelde zelfstandigheid en algemene ver
lossing en bevrijding. Wat kan mensen beter van hun
gevaarlijke menselijke schijn-wetten bevrijden dan de
vrijheid der kinderen Gods?
S. JJBLSMA M.S.C.
Swahili. Zij kennen er net genoeg van
om handel te drijven. Shillingi tattu kwa
yote; drie shilling voor het hele zaakje
zegt nummer een; nummer twee repliceert
onmiddellijk door zijn boog plus pijlen
aan te bieden voor shilling imbili na nusu
ofwel twee en een halve shilling. Indien
men tijd heeft kan dit spelletje alsmaar
doorgaan. Speren dragen de Pygmeeën
niet, misschien ontbreekt hun de kracht
om een dergelijk wapen met succes te
werpen of is het niet practisch in de
dichte wouden, waar zij doorgaans verblijf
houden. De pijlpunten, die uit ijzer wor
den gesmeed, zij vergiftig. Zij doden hier
mede olifanten en buffels. Verder S'ragen
zij allen, mannen zowel als vrouwen een
soort dolkmes, dat voor alle doeleinden
gebruikt wordt.
De weg naar de olieboorinstallatie is
niet meer dan twee wagensporen door de
wildernis. Na ongeveer drie mijl blijkt
een vlonder over een der zijriviertjes
van de Semliki te zijn weggevaagd door
een kortelings gevallen donderbui en
daarmee is de mogelijkheid ons doel te
bereiken uitgesloten. Keren Is onmogelijk
en dns moet achteruit worden gereden,
totdat een zandplaat deze manoeuvre toe
laat. Niettegenstaande deze pech was
de tocht op zichzelf reeds interessant ge
noeg om de moeite waard te zijn.
De weg door het merengebied kronkelt
van Fort Portal noord-Oostwaarts naar
Masindi en gaat daarbij door drie landen,
waarin zeer verschillende stammen le
ven. Hoewel allen Bantu's, is er een uiter
lijk onderscheid waarneembaar in uiter
lijk en levensomstandigheden der Batoro,
Baganda en Banyoro. Vooral de vrouwen
zijn zo volkomen anders gekleed. In Toro,
Fort Portal en omgeving, wordt zeer veel
Europese kleding gedragen. Vele meisjes
van hier dienen als kindermeisje in de
steden en brengen allerlei Europese ge
woonten en modes mee. De vrouwen der
Baganda dragen allen de lange veelkleu
rige jurk met een brede ceintuur even
boven de heupen, liefst zo laag mogelijk,
aan de achterzijde een grote strik vor
mend.
De Banyoro daarentegen dragen meestal
grauwe katoenen lappen, die om het
lichaam zijn gedraaid en door een koord
of band worden vastgehouden.
Masindi is het centrum der houtin
dustrie. Gelegen temidden van oneindi
ge hossen, wordt hier vrijwel alle hout
gekapt en gezaagd, dat in Uganda ge
bruikt wordt. Naast ijzerhout, komen ma
honie en teakhout veel voor. Tussen Ma
sindi en Butiaba passeert men een zage
rij, die aan Zaandam doet denken. Einde
loze houtschuren en stapels stammen die
op hun zaagbeurt wachten.
Daar waar de bomen gerooid zijn, wordt
door speciale ploegen het terrein van
stobben en wortels geruimd. Daarna plant
het Bosbeheer nieuwe bomen ofwel geeft
het land in pacht voor plantage-doelein
den De producten, welke hier geteeld
worden, zijn voornamelijk rubber, koffe
en thee.
Aan de rand van de slenk komend bij
Lake Albert vertoont zich wederom een
steile afdaling. Het panorama over de
laagvlakte en het meer is zeer mooi. In de
vlakte wemelt het van de apen, troepen
van vijftig stuks en meer hollen en dra
ven rond. Helaas is het niet mogelijk in
de buurt te komen. Wegen, buiten de
hoofdweg naar de havenplaats Butiaba,
zijn er niet. Te voet is deze streek ge
vaarlijk vanwege het grote aantal lui
paarden, dat zich hier ophoudt. Hoewel
zij zich voldoende aan apenvlees kunnen
vergasten, schijnen zij af en toe een ver
gissing te maken en peuzelen een. neger
vrouw of kind op. Mannen vallen zij niet
gauw aan, daar deze steeds met een speer
gewapend zijn.
Het Albertmeer, dat ongeveer 650 meter
lager ligt dan het Victoriameer heeft ver
schillende havens. Veel goederenverkeer
naar Congo en naar de Sudan v.v. gaat
hierover. Ook de overlandweg voor reizi
gers van Centraal-Afrika naar Egypte per
trein, bus en boot loopt via Butiaba. De
reis van hier tot Cairo duurt ongeveer 19
dagen en is zeer comfortabel indien men
de hitte van de Sudan verdragen kan.
Goederen van alle kanten der aarde liggen
op de kade van Butiaba opgestapeld wij
zien kisten uit Hongkong, Canada, de V. S.
Australië en België, verder balen katoen
uit de Sudan, Congokoffie en partijen
edelihout bestemd voor Europa. Het is een
klein wereldje op zich zelf gonzend van
activiteit.
Masindi Town, gouvernements-centrum
naast handelsplaats, ligt bijna 700 meter
hoger dan Butiaba, het is gezonder en het
hotel voor de doorgaande reizigers werd
dan ook hier gebouwd. De afstand van de
havenplaats is ongeveer 75 Km. Komende
van Kenya of Kampala gaat de reiziger
per trein via Jinja naar Namasagali aan
de Victorianijl gelegen ten Noorden van
Jinja. Hier moet per boot gevaren worden
tot Masindi Port, om vervolgens per bus
te reizen tot Butiaba waarbij dan in Ma
sindi Town wordt overnacht, een afstand
van 110 Km. Van Butiaba gaat de reis dan
verder naar Congo of Sudan.
Een nieuwe weg van Kampala naar de
Sudan is in aanleg. Deze route laat Masin-
di luiks liggen en daardoor zal het aantal
doorgaande reizigers hier sterk afnemen.
Toch breidt ook Masindi zich zienderogeh
uit. Het Europese stadsdeel lijkt precies
een villapark in een onzer middelgrote
steden. Elk jaar komen hier nieuwe on
dernemingen en ook het bestuursapparaat
en. de publieke diensten groeien snel.
De Oostduit.se president, Wilhelm
Pieck, is van het hoofdstation van Ber
lijn vertrokken „voor een gezondheids
kuur". Het is niet bekend gemaakt,
waarheen Pieck gaat, doch men neemt
aan, dat hjj naar een Poolse of Russische
plaats is vertrokken.
Vice-premier Walter UIbricht, de lei
der van het Oostduitse politbureau is
enkele dagen geleden voor een zelfde
kuur vertrokken.
Kratermeer bij Lutoto. Deze meren zijn meestal vrij van krokodillen, doch
baden is niet aan te raden, daar hieromtrent nimmer zekerheid bestaat.
Alaska, kort geleden tot bisdom ver
heven, zal van 3 October af zijn eigen
bisschop hebben. Dan. op het feest van de
H. Teresia van het Kindje Jesus, de pa
trones van Alaska, zullen alle bisschop
pen van de nieuwe Amerikaanse kerk
provincie Seattle naar Alaska 'gaan om
bij de wijding van de Ierse bisschop, Mgr
Dermot O'Flanagan, te assisteren of te
genwoordig te zijn.
De plechtigheid zal geschieden in de
kerk van de H. Familie te Anchorage, die
18 jaar geleden nog slechts 70 personen
kon bevatten. De parochie, die toen aan
de nu tot bisschop gekozen priester werd
toevertrouwd, telde toen 100 zielen. Thans
is het Alaska's grootste parochie met 1200
katholieken. De kerk in Juneau, 6.000
inwoners tellende hoofdstad van Alaska,
die is toegewijd aan de Geboorte des
Heren, zal kathedraal worden. ,nnnnn
Op een bevolking van ongeveer 100-uuu
inwoners, bestaande uit Indianen, ma
ken en Eskimo's, telt Alaska bijna la-
katholieken. 31 Priesters, 22 in^?f
en 9 missionarissen, oefenen in cut iauu
de zielzorg uit, daarbij geho\pe!lrt
broeders, 70 zusters en 15 Catechisten
De missie geeft de kinderen, katholiek
onderwijs in zeven lagere ^Cblen, een
middelbare en één ambachtsschool Bo
vendien heeft Alaska nog drie katholieke
weeshuizen en zes ziekenhuize
Verschillende missie-congregaties, waar-
Mgr F. Hendrikx, vicans generaal van
de bisschop van 's-Hertogenbosoh, is,
naar uit Djakarta wordt vernomen, op
14 Augustus j.l. in goede welstand in
deze stad aangekomen. Op 17 Augustus
heeft hij daarna, in gezelschap van mgr
drs J. van Overbeek, de laatste etappe
van de reis naar Wonosobo per vlieg
tuig afgelegd. De Algemene Overste van
de Congregatie der Dochters van Maria
en Joseph en de andere zusters zijn per
trein verder gereisd.
onder speciaal de Paters Oblaten, hebben
in Alaska reed.? prachtig werk verricht,
De Jezuieten effenden de weg ran de
na hen komende missionarissen vooral
door hun wetenschappelijk werk. Zo
heeft een van de eerste Jezuieten in
Alaska, pater Barnum S.J., onder onge
lofelijke moeilijkheden de vruchten van
zijn studie der Eskimo-taal neergelegd in
het werk: „Grondregels van de Innuït-
taal".
De Sovjet-Russische repatriëringscom
missie, die haar bureau gevestigd had in
.- 'adhuis van Klagenfurt, (Oosten
rijk) is zonder de Britse bezettings-auto-
"teiten van het voornemen in kennis te
stellen, vertrokken. Het vertrek werd ge
merkt, toen men de bureauruimte leeg
aantrof. De missie, die sinds het einde
van de oorlog in Oostenrijk werkte, be
stond uit een variërend aantal officie-
Naar men meent staat het vertrek in
verband met een Brits verzoek daartoe,
ren.
Naar aanleiding van de branden in de
Ooypolder vernemen wij nog dat alle
hooischuren en verbrande hooischelven
waren verzekerd. Het verzekerde bedrag
dekt de huidige waarde evenwel niet
meer Deskundigen hebben de waarde
van het verbrande geschat op een kwart
millioen gulden, hoewel aanvankelijk
schattingen werden gemaakt van rond
een half millioen gulden. Voor het begin
van de winter hopen die slachtoffers van
de branden in de Ooypolder hun verloreR
schuren etc. te hebben herbouwd-