De waarde de gemoedskreet Parijs huldigt de tachtigjarige Georges Rouault Met pygmeeën geconfronteerd Toneelroem wordt snel vergeten De les van Stanislavsky GEEN GELIJKHEID, WEL VRIJHEID Geweld tegen de schepping v- Eskimo's in Alaska krijgen hun eerste bisschop van REGEN en WIND Masindi: centrum der houtindustrie p Safari door Uganda's Merendistrict (Slot) Lagere steenkool- productie in Juli Rusteloze zoeker naar vernieuwing GOD EN ZIJN rn Prelaten trekken naar het barre Noorden voor de wijding Met de noorderzon Kwart millioen schade in Ooypolder fct rgBPAC AU6PSTDS 1951 PAGINA 6 Menselijke misère Gustav Mor eau „Ga naar Haarlem Invoer onderging een stijging Late naklank „Mijn leven in de kunst Wijsgeer van het toneel Tsjechow OOK PIECK MAAKT EEN KUUR MGR. F. HENDRIKX OP JAVA vertrokken Russen uit Klagenfurt (Van onze Parijse correspondent Georges Rouault dankt het aan zijn tachtigsten verjaardag dat de voornaamste Parijse kunstgalerijen werk van hem exposeren, èn dat er thans over hem gesproken wordt in kringen, die hem lang miskend hebben. De belangrijkste der nog levende Franse religieuze kunstenaars, heeft met nagenoeg al deze collega's hetzelfde lot ondergaan bij lien die opdrachten kunnen geven voor belangrijke werken. Delacroix liet men slechts enkele kapellen in de St. Sulpice schilderen, waarover indertijd nog kabaal was bovendien. Nu gaat men die meesterwerken met eerbied bezoeken. Maurice Denis schilderde in zijn eigen kapel van de kluis van Saint-Germain, of in een enkele te Le Vésinet, ofwel in huiskapellen. Met Georges Desvallières was het nog treuriger gesteld, want zijn belangrijkste werken werden niet in zijn land, maar in Amerikaanse kerken uitgevoerd. Georges Rouault, „Miserere". Sterke karakters laten zich door de be treurenswaardige traagheid, die de reli gieuze kunstenaars van groot talent ont moeten, niet van hun weg brengen. Rouault is een bijzonder sterk karakter. Zijn levensloop heeft daartoe meegewerkt. Deze schilder, die als „fauve" in het be gin van deze eeuw opschudding verwekte in de door academisme verslapte kunst, is een strijder gebleven tot in zijn hoge ouderdom. Maar hij heeft dan ook veroveringen ge maakt en zijn opdrachten voor kerken worden nu wat talrijker, maar blijven toch op de vingers te tellen. Jarenlang waren het zijn clowns en an dere circusfiguren wier menselijke misère hem aantrok, die hem in staat stelden te leven. Ze bereikten de musea. Dat juist zulke figuren en ongelukkigen iemand aantrekken die bij de religieus geïnspireer de kunst uitkomt, kan slechts oppervlak kig verwonderen. V,'ie religieuze inspiratie koestert, zal een grote gevoeligheid aan de dag leggen voor de deerniswekkende menselijkheid. Rouault kende die wereld van jongs af. Hij werd in het laatst van Mei 1871 in de Parijse buitenwijk Belleville ge boren, toen daar de Commune het hevigst woedde en het meeste slacht offers eiste. Rouault's ouders en familieleden wa ren meubelkunstenaars, schrijnwerkers, die in Oost-Parijs nog steeds hun kwar tier hebben. Zijn vader vertrouwde hem als leerling toe, niet aan een vertrouwd gezel uit het vak, maar aan een glas schilder, meester Hirsch, een man met kennis der kleurvensters, zoals men dat vroeger bij de vaklieden kon aantreffen. Een bezoek aan Chartres boezemde hem een diepe bewondering in voor het an tieke kleurglas en een even diepe teleur stelling om de dekadentie waarin de vroegere grootheid was ondergegaan. Hij koos dan ook een ander „vak", wei nig vermoedend er op zijn oude dag naar terug te keren. Hij wil gaan schilderen. Vermoedelijk reeds om met zijn kunst een strijdend ka tholiek te zijn. Vroom opgevoed nam hij immers reeds deel aan de strijd der jon geren van die tijd. Hij volgde Lammenais, met de onstuimige inborst van de idealis ten, die zich rondom hem hadden ge schaard. Hij gehoorzaamde zijn vader door naar de duffe „Ecole des Beaux-Arts" te gaan, waar Delaunay de leerlingen maar liet be gaan, maar waar de nobele en hartstoch telijke Gustave Moreau de besten, de ka raktervollen en idealisten onder de be scherming van zijn onweerstaanbaar talent nam. Op Rouault was zijn aandacht bijzonder gespitst en toen de jury het schilderij van Rouault voor het meedingen naar de Prix de Rome weigerde, vreesde Moreau dat Rouault beïnvloed zou worden, en zei hem: „Ga hier weg, leren kun je hier toch niets meer". Weldra verscheenn de jonge Rouault met zijn werk op de „Salon des Artistes Francais" cn daar werd hij opgemerkt door de bekende kunstcriticusJoris Karei Huysmans. de tweede ontmoeting werd een duurzame vriendschap gesloten. Maar ook als militant katholiek trok hij de aandacht en werd hl) opgenomen in de kring van Léon Bloy. In 1898 stierf Moreau die voor Rouault steeds een steun was gebleven. Maar reeds een andere meester oefende zijn invloed uit. Rouault had Cézanne gevonden en die stuurde Rouault naar de „Salon d'Autom- ne". Tevens bewoog Rouault zich reeds in de kring der vakgenoten, vooral onder hen die enige jaren later met de officiële salons zouden breken en als de „Fauves" zouden baanbreken. Rouault bleef de aard van Bellevillois getrouw, eenvoudig, geestig, met humor en soms ook bittere ironie. Hij schilderde en tekende in die tijd boertige typen uit het volksleven en bittere figuren uit de zelfkant der wereldstad, straatmeiden en brugkerels, clowns en circustypen, waarin hij naar de menselijke tragedie achter het masker peilde, om hun hartstocht, lijden en hun opstand bloot te leggen. Zolang hij leefde bleef Joris Karei Huysmans een paladijn voor de jonge Rouault, wat begrijpelijk is, daar het ook Huysmans is geweest, dit het eerst het vlammende kleurschoon van Moreau had weten te waarderen. Ook Rouault hield van die hete kleuren; de periode waarin hij voor het glasraam werkte, heeft hem de waarde der contouren leren kennen en het vullen van het vlak met kleuren van vuur, als van karbon kels en topazen, smaragden en kristal len. Maar van de andere kant werd hij vrij gemaakt van een al te vakmatig naast elkaar zetten van felle tonen, en hij bleef de grote meesters bestuderen, ozals Huytcnans hem en iedere kun stenaar steeds aanraadde: „Ga naar Haarlem, of naar de andere Hollandse musea". In Rouault's grote composities aanschouwt men inderdaad de inwerking der grote meesters; de wit-zwart tegen stellingen, de klaarten in schaduwen gevat, moeten wel aan Rembrandt doen denken. Zo zijn beroemde „Jesus te middep van de leraren" van t museum van Kolmar, of zijn „Door de Vrouwen beweende Dode Christus" van het mu seum van Grenoble". Toen Desvallières en Maurice Denis als religieuze kunstenaars van zich deden spreken, (vooral sinds de eerste grote ma nifestatie van religieuze kunst in de Mar- sanvleugel van het Louvrepaleis in 1911) verschenen tussen de clowns en de deer nen van Rouault bijbelse figuren en wel dra landschappen met een religieuze visie. Het bleek dat de Franse religieuze kunst een groot talent had gewonnen. Maar Rouault liet zich niet inlijven en bleef dus niet meer dan een gast in de beweging der „Ateliers" van de Rue de Furstenberg. Juist van katholieke zijde werd hij nog meer dan de anderen, voor bijgegaan, omdat zijn werk zo opbruisend was. Dat uitblijven van opdrachten heeft zijn gouachekunst en zijn litho's des te uitgebreider gemaakt, maar ondanks het meesterschap dat hij bereikte in de illus tratiekunst, is het een vlijmend tekort, dat men bij de opluistering der kerken hem passeerde ten gunste van levenloze kunst. Aan de gelijkenis in kleuren wordt nu eenmaal de voorkeur gegeven boven de op het gevoel inwerkende manifestatie van de ziel. En nauwelijks hebben enige daadwerke lijke kunstenaars van groot gevoel en zeldzaam kunstvermogen enige opdrach ten gekregen en onder hen Rouault, of het kabaal stijgt weer op. Rouaults invloed begint thans echter wel door te dringen. De Franse religieuze kunst kan daar niet anders dan wel bij varen, want de betekenis van Rouault is niet beter samen te vatten dan het door Brion werd gedaan: „Wat ook de voorstelling van zijn schilderingen is, Rouault blijft voor alles de religieuze kun stenaar. En niet alleen omdat hij aan de bijbelse voorstellingen, door het acade misme verslapt, de waarde van de ge moedskreet heeft teruggegeven, maar om dat zijn levensopvatting en zijn kunst ge richt zijn op het godsdienstige fenomeen: de mens In onmiddellijke gemeenschap met het mysterie en het bovennatuurlijke. Zijn figuren hebben of de vrede der hei ligen of ze beelden mensen uit in de tona liteit van het Miserere". (Van onze weerkundige medewerker.) Het weer van bet ogenblik vertoont grote gelijkenis met dat van het vorige weekeinde. Ook nu bevindt zich, na een geleidelijke verbetering met langzaam stijgende temperatuur, een zeer actieve depressie boven die oceaan; het centrum is ten Zuiden van IJsland gelegen, maar vooral in Ierland en Schotland daalden de barometers vanmorgen flink. Aange zien in tegenstelling tot de vorige week de luchtdruk boven Frankrijk en de golf van Biscaye nu bijna niet daalt, nemen de verschillen in barometerstand snel toe en daarmede ook de wind. Het Neder landse weerschip Cyrrus, dat ten Westen van Ierland gelegen is, meldde vanmorgen reeds een gemiddelde windsnelheid van 90 K.M. per uur, een volle storm dus. Tevens werd toen melding gemaakt van het feit, dat de barometer nog steeds achteruit liep, zodat het er toen voor de bemanning nog niet naar uitzag, dat Aeolus aan het einde van zijn latijn is. De invloed van deze depressie zal zich Zondag ook in ons land doen gelden. Het front bevond zich vanmorgen nog boven Ierland, het laat zich echter aanzien, dat dit de komende nacht ons land zal passeren, hetgeen met regen gepaard zal gaan. Het is dus een meevallertje, dat dit niet overdag gebeurt, maar ook Zondag zal het niet fraai worden; primo, omdat er dan regenbuien zijn te verwachten, secundo, omdat er veel wind zal zijn en tertio, omdat de temperatuur dan iets lager zal worden dan vandaag. Het gaat er dus naar uitzien, dat het laatste weekeinde van de laatste zomermaand slecht zal worden. Het najaar schijnt dit jaar erg vroeg te komen. uiA1 .,AA» *JT- (Van een speciale medewerker) Het Departement voor Bodemonderzoek te Entebbe had ons uitgenodigd de olieboorinstallatie aan de Semliki-rivier te bezoeken. Wij draaien dus des ochtends tijdig de Bwamba-Road op. Nevel en laaghangende wolken bemoeilijken het rijden over deze smalle en bochtige bergweg zeer. Maar tevens is het landschap nu ook veel grootser. De regens hebben ook hier veel schade aangericht. Daar waar de nauwe, diepe zijdalen in de Hot-Valley uitkomen, zijn de duikers eenvoudig weggesleurd en ontstonden grote gaten. Men tracht thans hieraan voor de toekomst paal en perk te stellen door boven de weg muren te bouwen, die het water in zijn vaart stuiten en door een aantal chicanes naar een duiker leiden, die in een gemetselde uit natuursteen gebouwde dam is aangebracht. Overal op en naast de weg liggen rotsblokken, die naar beneden zijn gekomen en nu geleidelijk moeten worden weggevoerd. Nadat de weg eerst ongeveer 1300 meter daalt over een afstand van niet meer dan 9 km., stijgen wij weer naar een pasengte, die 650 meter hoger ligt om daarna wederom eenzelfde hoogte af te dalen naar de vallei van de Semliki. Hier komen wij in het tropische regenwoud, de Ituri Forest. Het land der pygmeeën. Zo men hier vele malen, kan komen, zonder dit dwergvolk te zien, ls het wel een geluk, dat na enkele Km. een paar mannen op de weg staan. Zij laten zich zonder veel moeie fotograferen en zijn zeer tevreden als wij hun hiervoor wat geld geven. Hun pijlen en bogen willen zij ook verkopen en na enig geharrewar komt de transactie tot stand. De lingua franca, die door beide partijen wordt gebruikt is Volgens voorlopige cijfers bedroeg de steenkoolproductie in de maand Juli 1.036.500 ton tegenover 1.046.300 ton in Juni. Het aantal arbeidsdagen bedroeg zo wel in Juli als Juni 26, zodat dus de ge middelde dagproductie van 40.300 ton in Juni tot 39.900 ton in Juli daalde. De totale verzending van de mijnen af beliep in Juli 823.300 (v. m. 851.100) ton, waarvan 743.900 (771.000) ton bestemd was voor binnenlandse behoefte. De voorraden van de mijnen bedroeg per, uit. Juli 21.100 (14.600) ton, terwijl 4.54.100 (419.300) ton ingevoerd werd. Totaal was dus in Tuli beschikbaar voor binnenlands verbruik 1.198.000 ton, vergeleken met 1.190.300 ton in de vorige maand. Het theaterpubliek vergeet snel. Amper dertien jaar is het ge leden dat 't toneelgenie Stanislavsky stierf. En reeds nu is deze baan breker van het nieuwe Europese toneel, deze hervormer van het toneelspel en van de toneelspeelkunst, prac- tisch een vergeten man. De omstandigheden hebben daarbij zowel in Sovjet-Rusland als daarbuiten een handje geholpen. Want Sovjet-Rusland is met de aristocraat Stanis lavsky, diie nimmer in het rode propaganda-gareel wenste te lopen, eigenlijk nooit bijsonder in zijnj schik geweest. Men aan vaardde hem en zijn we reldberoemde Moskouse Kunstenaarstheater als een onvermijdelijk erfstuk der bourgeois-beschaving, maar reeds voor zijn dood in 1938 schoof men het ar beiderstoneel van de expe rimentator Meyerhold. naar voren. En het buitenland? Berlijn. New-York hadden de Parijs en triomfantelijke tournees van Stanislavsky's troep te kort in hun schouwburgen gezien om daar van een blijvende invloed te ondergaan. Ook op onze toneelleiders heeft Sta nislavsky weinig invloed gehad. Meer vat op hen hadden de ruimtekunst van de Engelse regisseur Gordon Craig en Max Reinhardt's monumentale ensce neringen. Juist in de laatste jaren kwam daarin enige verandering, sinds de Russische emigrant Peter Scharoff, voor verschillende Nederlandse gezel schappen als regisseur fungeerde. Deze Peter Scharoff stamt namelijk recht streeks uit Stanislavsky's school en de drie Tsjeehow-stukken, die hij hier met zoveel gevoel voor sfeer regisseer de, „De Zeemeeuw", -,De drie zusters" en „Oom Wanja", en die ook de glorie van Stanislavsky's repertoire vormden, mag men een late naklank noemen van Stanislavsky's grootheid. Aan Stanislavsky is het in ieder geval niet te wijten dat hij zo spoedig in de vergetelheid raakte. Zoals men weet, heeft de grote Rus tegen het einde van zijn leven met de pijnlijke zorgvuldig heid die ook zijn regie kenmerkte, zijn levensverhaal te boek gesteld. Voor een toneelmaniak als Stanislavsky, voor wie zelfs de bolsjewistische revolutie van se cundair belang scheen, vergeleken bij het theater, kon dit levensverhaal niets anders inhouden dan een ontwikkelings gang van zijn werken en denken in de toneelkunst. De titel „Mijn leven in de kunst'' spreekt voor zichzelf. In dit boek en in latere publicaties heeft hij zijn carrière beschreven; van zijn eerste hevig-realistische experimen ten met een poppentheatertje, waar de 8-jarige Konstantin tot grote schrik van zijn verwanten miniatuur-branden en -schipbreuken veroorzaakte, tot de glo rieuze buitenlandse tournées van groot meester Stanislavsky; van de tijd, toen hij als leider van het familie-theater der AlexeyAvs urenlang voor de spie gel karakters typeerde, tot de dagen der rode revolutie, die ook hem en zijn re pertoire niet ongemoeid liet. Het is niet onze bedoeling thans ver der op de faits et gestes van dit kunste naarsleven in te gaan. Wie er belang in stelt raden we aan de uitstekende Stanislavsky-biografie van David Ma- garshack te lezen, die onlangs in Enge land verscheen Men zal daar ook veel uit kunnen leren omtrent Stanis lavsky's vermaarde systeem. Helderder dan in Stanislavsky's eigen werk komt hier namelijk tot uiting dat Stanis lavsky's systeem eigenlijk.... geen systeem was. Stanislavsky was een wijsgeer van het toneel wiens grootste wijsheid hierin be stond dat hij de moeizame resultaten van zijn denken resoluut durfde verwerpen zo dra nieuwe ideëen de voorkeur verdien den. Artistieke waarheid was zijn uit gangspunt en zijn einddoel. Maar om dit doel te bereiken heeft hij vrijwel geen vorm van toneelkunst, geen technisch hulpmiddel onbeproefd gelaten. Een tijdlang was hij de duivelskunste naar die het publiek verbijsterde met Hcht-effecten en toneeltrucs, bijvoor beeld door als boomstronken geca moufleerde acteurs potseling tot lel- ven t e doen komn. Latr werd hij de profeet van het minutieuze realisme, die de artistieke waarheid vooral in uiter lijke dingen zocht. Tussen oude markt rommel vond hij „echte" costuums en stoffering, hij reisde naar Rostow om de atmosfeer van het paleis van Iwan de Verschrikkelijke in te ademen, hij liet een acteur die een eenzame ridder had te spe len, opsluiten in een verlaten kasteel, hij maakte gramofoonplaten van echte na tuurgeluiden en ensceneerde massascènes zo onstuimig, dat het publiek van de eerste rijen soms in paniek opstoof. Onder invloed van Tsjechow leerde hij de artistieke waarheid in meer innerlijke dingen te zoeken. De sfeer werd belang rijker dan de stoffering; wat Tsjechow tussen de regels bedoeld had belangrijker dan de tekst. Stanislavsky's regie infec teerde het publiek zo grondig met de schrijnende weemoed van de Tsjechow- sfeer, dat het na een vertoning soms minutenlang stil bleef. In de ademloze gespannenheid werd het applaus verge ten. Nog later zocht hij het in het symbo lisme, in het stijltoneel; hij bestudeerde de expressionistische schilderkunst en wierp zich zelfs, jaren voor Freud, op de analyse van het onderbewuste, over al speurend naar nieuwe uitdrukkings middelen. Steeds verder peinzend over zijn ge liefde kunst, aldoor experimenterend in het Kunstenaarstheater met al zijn filialen en studio's, heeft hij zijn inzicht voortdu rend verwijd en verdiept. Het beginsel van de absolute heerschappij van de regisseur, voor wie de acteurs niet meer dan mario netten waren en die de tekst naar believen kon wijzigen, heeft hij in zijn latere jaren radicaal opzij gezet. Niet de regisseur, maar de acteur werd toen de centrale fi guur. Zijn scheppende transformatie was het, die de magische infectie van het pu bliek teweeg moest brengen. Stanislavsky's systeem is veel gecom pliceerder dan in dit korte bestek kon worden weergegeven. Genoeg moge hier echter duidelijk zijn gemaakt, dat Stanis lavsky tot in zijn laatste jaren een ruste loze zoeker naar vernieuwing gebleven'is, een philosoof van het toneel, in wiens leerboek het woord zekerheid niet voor kwam. Zijn artistieke gevoeligheid vertoont een constante groei en het „systeem" dat hij in zijn laatste jaren publiceerde, heeft dan ook noch de pretentie noch het karakter van het afgeronde, het definitieve. Dat is de les die Stanislavsky aan het nageslacht heeft gegeven en die ook hui dige toneelleiders, veelal content met een bepaalde stijl, met een eenmaal verworven inzicht, ter harte 'kunnen nemen. De les van een geniale, wijze man met hoge idealen en een onbegrensde toewij ding voor zijn Kunst wier belang hem boven alles ging. Met name boven zijn eigen roem en boven de ij dele waan van het ,,'gelijkhebben". „Stanislavsky" door D. Magarshack. - Uitg. Mc Gibbon Kea, London. Eén der heerlijkheden van de schepping is haar bonte veelvormigheid. Reizend door eigen land bemerkt men reeds, hoe binnen de tamelijk kleine grenzen het landschap varieert in kleuren en tinten, plantengroei, bodem en cultuur, water, dieren en mensen. Het interessante van een vreemd land is. dat het een vreemd land is: het is er anders dan binnen de bekende horizonnen, men ontdekt er huizen die anders gebouwd zijn dan „bij ons", mensen die zich anders gedragen, andere vergezichten, het is er warmer of kouder, er is een andere hemel die aan het water van zee, meren en rivieren een andere kleur geeft. Men komt terecht in situaties, die men niet kende en men ziet toe, hoe het leven nog anders geleefd kan worden dan volgens de regels, die als algemeen aanvaard golden. De vele nuances en schakeringcVi, die de schepping, in licht en donker, boeiend en verrukkelijk maken, dreigen echter in een technocratische wereld steeds meer genivelleerd te worden. Niet alleen in Amster dam, maar ook in Parijs. Baden-Baden, Stockholm, Wenen, Sidney, Rome, Rio de Janeiro en binnenkort waarschijnlijk ook nog in Madrid, grijnzen u de coca-cola portretten tegen. Waar de mensen Edesheimer bergwijn plachten te drinken, proberen enkele Ameri kanen de streek gelijk te Schakelen en de rustige bergbewoners te doen aansluiten bij de cola-consume rende wereldbevolking. Hetzelfde rhythme en één en hetzelfde liedje voor allen, zoveel mogelijk dezelfde kleren zoals die door een almachtige mode worden voorgeschreven, dezelfde films voor jong en oud, blank en bruin, boer en ambtenaar, Sileziër en Siciliaan. „Sous le ciel de Paris" voor de Fransman, „Unter dem Himmel von Paris" voor de Duitser, „Under the sky of Paris" voor Engelsen en Amerikanen. Voor de krant een zo goed als dezelfde opmaak, alsook voor de vrouwen. Allemaal dezelfde kleur lippen en nagels, dezelfde dunne rechte wenkbrauwen-strepen; zoveel mogelijk allemaal hetzelfde gezicht. Het eigene en persoonlijke moet plaats maken voor het algemene en uniforme. Een groeiend en ontzag wekkend reclame-apparaat wordt over heel de wereld met ontstellend raffinement gebruikt en uitgebuit, om alles voor allen hetzelfde te doen zijn. Veel natuur lijke schoonheid wordt daardoor in haar bestaans mogelijkheid bedreigd. Een voorwaarde voor waar achtige schoonheid is het zichzelf-zijn, het eigene. Door dit zichzelf-zijn en dit eigene valt de schoonheid op en roept het om belangeloze aandacht. Schoonheid wil ons verrassen en ontroeren, zij wil ons een ogen blik van onszelf losmaken, om ons even stil te doen zijn of te doen jubelen, door ons bewust te maken van het bestaan van een nieuwe variatie in de dingen, waarvan wij het bestaan wellicht reeds kenden, maar waarvan wij de stralende ordening als een nieuwe verrassing ondergaan. Waar mensen getracht hebben het geschapene te „verbeteren" door het anders te maken dan het van nature is en door het andere combinaties te geven dan die, waarom het van nature vraagt, ontstond het lelijke. Houten pilaren werden geschilderd, om ze op marmeren zuilen te doen gelijken, waarbij men vergat, dat God alléén het marmer geschapen heeft om mar meren zuilen te maken, in de hoop dat Zijn redelijke schepselen het hout wel volgens z'n eigen wetmatig heid zouden kunnen aanwenden. Het uniformisme eiste echter, dat het bout zoveel mogelijk op marmer zou lijken, omdat aangenomen werd, dat iedereen marmer mooier vindt dan hout. De voorbeelden zijn vrij willekeurig gekozen. Het erge is, dat men met mensen al eender doet als met dat hout. Als algemeen aangenomen wordt, dat platina blond mooier is das donkerbruin, dan kunnen de dames heur haar met geweld platina-blond laten maken. Er zijn volop cursussen, waarin men volgens een star schema leert opvoeden, breien, welsprekend heid uitoefenen, slaatjes klaarmaken, en tekenen. En dezelfde N.V. geeft dan liefst ook nog een speciale cursus uit, geheten: „Hoe word ik een persoonlijk heid?" Vooral een groot deel van de jeugd is meer dan ooit aangetast door de meedogenloze wet van het „zoals anderen", een wet die aansprakelijk is voor het grootste gedeelte van de massa-cultuurmoord, waarvan wij heden ten dage de vrij lusteloos toeziende getuigen zijn. Duizenden jonge mensen letten op elkaar, om te zien hoe „men" dit of dat doet of hoe „men" over deze of gene aangelegenheid pleegt te denken. Slechts weinigen durven zich principieel en consequent te verzetten. Men staat niet met een blij en opgewekt gezicht voor de spiegel om spelenderwijs z'n uiterlijk wat te verfraaien en te ordenen; neen, het is dodelijke ernst nu: men kijkt met scherpe, gespannen en hope loos-serieuze aandacht naar z'n spiegelbeeld om alle lijnen volgens vast geldende en uniforme voorschriften te laten verlopen. Deze jeugd wordt weerloos gemaakt. Met veel lawaai en felle kleuren houdt men haar niet enkele gezonde beginselen voor, waarop zij geleidelijk zelf standig kan doordenken tot opbouw der eigen per soonlijkheid en tot waardige en vrije aanpassing in het eigen cultuur-milieu; maar een volstrekte wirwar van fantasieloze, onvruchtbare, oppervlakkige en z.g. algemeen geldende spelregels, waarbij enkel op winst beluste instanties proberen uit te maken wat je van daag moet eten, drinken, aantrekken en denken. Overal krijgt deze jeugd zoveel mogelijk hetzelfde te zien en te horen, want de moderne reclame laat haar operatie terrein door niets of niemand beperken. Hoezeer dringt zich in deze tijd de pijnlijke nood zaak op voor het Christendom om overal aanwezig te zijn.en aan alle vrije mensen zijn boodschap te laten horen van herstelde zelfstandigheid en algemene ver lossing en bevrijding. Wat kan mensen beter van hun gevaarlijke menselijke schijn-wetten bevrijden dan de vrijheid der kinderen Gods? S. JJBLSMA M.S.C. Swahili. Zij kennen er net genoeg van om handel te drijven. Shillingi tattu kwa yote; drie shilling voor het hele zaakje zegt nummer een; nummer twee repliceert onmiddellijk door zijn boog plus pijlen aan te bieden voor shilling imbili na nusu ofwel twee en een halve shilling. Indien men tijd heeft kan dit spelletje alsmaar doorgaan. Speren dragen de Pygmeeën niet, misschien ontbreekt hun de kracht om een dergelijk wapen met succes te werpen of is het niet practisch in de dichte wouden, waar zij doorgaans verblijf houden. De pijlpunten, die uit ijzer wor den gesmeed, zij vergiftig. Zij doden hier mede olifanten en buffels. Verder S'ragen zij allen, mannen zowel als vrouwen een soort dolkmes, dat voor alle doeleinden gebruikt wordt. De weg naar de olieboorinstallatie is niet meer dan twee wagensporen door de wildernis. Na ongeveer drie mijl blijkt een vlonder over een der zijriviertjes van de Semliki te zijn weggevaagd door een kortelings gevallen donderbui en daarmee is de mogelijkheid ons doel te bereiken uitgesloten. Keren Is onmogelijk en dns moet achteruit worden gereden, totdat een zandplaat deze manoeuvre toe laat. Niettegenstaande deze pech was de tocht op zichzelf reeds interessant ge noeg om de moeite waard te zijn. De weg door het merengebied kronkelt van Fort Portal noord-Oostwaarts naar Masindi en gaat daarbij door drie landen, waarin zeer verschillende stammen le ven. Hoewel allen Bantu's, is er een uiter lijk onderscheid waarneembaar in uiter lijk en levensomstandigheden der Batoro, Baganda en Banyoro. Vooral de vrouwen zijn zo volkomen anders gekleed. In Toro, Fort Portal en omgeving, wordt zeer veel Europese kleding gedragen. Vele meisjes van hier dienen als kindermeisje in de steden en brengen allerlei Europese ge woonten en modes mee. De vrouwen der Baganda dragen allen de lange veelkleu rige jurk met een brede ceintuur even boven de heupen, liefst zo laag mogelijk, aan de achterzijde een grote strik vor mend. De Banyoro daarentegen dragen meestal grauwe katoenen lappen, die om het lichaam zijn gedraaid en door een koord of band worden vastgehouden. Masindi is het centrum der houtin dustrie. Gelegen temidden van oneindi ge hossen, wordt hier vrijwel alle hout gekapt en gezaagd, dat in Uganda ge bruikt wordt. Naast ijzerhout, komen ma honie en teakhout veel voor. Tussen Ma sindi en Butiaba passeert men een zage rij, die aan Zaandam doet denken. Einde loze houtschuren en stapels stammen die op hun zaagbeurt wachten. Daar waar de bomen gerooid zijn, wordt door speciale ploegen het terrein van stobben en wortels geruimd. Daarna plant het Bosbeheer nieuwe bomen ofwel geeft het land in pacht voor plantage-doelein den De producten, welke hier geteeld worden, zijn voornamelijk rubber, koffe en thee. Aan de rand van de slenk komend bij Lake Albert vertoont zich wederom een steile afdaling. Het panorama over de laagvlakte en het meer is zeer mooi. In de vlakte wemelt het van de apen, troepen van vijftig stuks en meer hollen en dra ven rond. Helaas is het niet mogelijk in de buurt te komen. Wegen, buiten de hoofdweg naar de havenplaats Butiaba, zijn er niet. Te voet is deze streek ge vaarlijk vanwege het grote aantal lui paarden, dat zich hier ophoudt. Hoewel zij zich voldoende aan apenvlees kunnen vergasten, schijnen zij af en toe een ver gissing te maken en peuzelen een. neger vrouw of kind op. Mannen vallen zij niet gauw aan, daar deze steeds met een speer gewapend zijn. Het Albertmeer, dat ongeveer 650 meter lager ligt dan het Victoriameer heeft ver schillende havens. Veel goederenverkeer naar Congo en naar de Sudan v.v. gaat hierover. Ook de overlandweg voor reizi gers van Centraal-Afrika naar Egypte per trein, bus en boot loopt via Butiaba. De reis van hier tot Cairo duurt ongeveer 19 dagen en is zeer comfortabel indien men de hitte van de Sudan verdragen kan. Goederen van alle kanten der aarde liggen op de kade van Butiaba opgestapeld wij zien kisten uit Hongkong, Canada, de V. S. Australië en België, verder balen katoen uit de Sudan, Congokoffie en partijen edelihout bestemd voor Europa. Het is een klein wereldje op zich zelf gonzend van activiteit. Masindi Town, gouvernements-centrum naast handelsplaats, ligt bijna 700 meter hoger dan Butiaba, het is gezonder en het hotel voor de doorgaande reizigers werd dan ook hier gebouwd. De afstand van de havenplaats is ongeveer 75 Km. Komende van Kenya of Kampala gaat de reiziger per trein via Jinja naar Namasagali aan de Victorianijl gelegen ten Noorden van Jinja. Hier moet per boot gevaren worden tot Masindi Port, om vervolgens per bus te reizen tot Butiaba waarbij dan in Ma sindi Town wordt overnacht, een afstand van 110 Km. Van Butiaba gaat de reis dan verder naar Congo of Sudan. Een nieuwe weg van Kampala naar de Sudan is in aanleg. Deze route laat Masin- di luiks liggen en daardoor zal het aantal doorgaande reizigers hier sterk afnemen. Toch breidt ook Masindi zich zienderogeh uit. Het Europese stadsdeel lijkt precies een villapark in een onzer middelgrote steden. Elk jaar komen hier nieuwe on dernemingen en ook het bestuursapparaat en. de publieke diensten groeien snel. De Oostduit.se president, Wilhelm Pieck, is van het hoofdstation van Ber lijn vertrokken „voor een gezondheids kuur". Het is niet bekend gemaakt, waarheen Pieck gaat, doch men neemt aan, dat hjj naar een Poolse of Russische plaats is vertrokken. Vice-premier Walter UIbricht, de lei der van het Oostduitse politbureau is enkele dagen geleden voor een zelfde kuur vertrokken. Kratermeer bij Lutoto. Deze meren zijn meestal vrij van krokodillen, doch baden is niet aan te raden, daar hieromtrent nimmer zekerheid bestaat. Alaska, kort geleden tot bisdom ver heven, zal van 3 October af zijn eigen bisschop hebben. Dan. op het feest van de H. Teresia van het Kindje Jesus, de pa trones van Alaska, zullen alle bisschop pen van de nieuwe Amerikaanse kerk provincie Seattle naar Alaska 'gaan om bij de wijding van de Ierse bisschop, Mgr Dermot O'Flanagan, te assisteren of te genwoordig te zijn. De plechtigheid zal geschieden in de kerk van de H. Familie te Anchorage, die 18 jaar geleden nog slechts 70 personen kon bevatten. De parochie, die toen aan de nu tot bisschop gekozen priester werd toevertrouwd, telde toen 100 zielen. Thans is het Alaska's grootste parochie met 1200 katholieken. De kerk in Juneau, 6.000 inwoners tellende hoofdstad van Alaska, die is toegewijd aan de Geboorte des Heren, zal kathedraal worden. ,nnnnn Op een bevolking van ongeveer 100-uuu inwoners, bestaande uit Indianen, ma ken en Eskimo's, telt Alaska bijna la- katholieken. 31 Priesters, 22 in^?f en 9 missionarissen, oefenen in cut iauu de zielzorg uit, daarbij geho\pe!lrt broeders, 70 zusters en 15 Catechisten De missie geeft de kinderen, katholiek onderwijs in zeven lagere ^Cblen, een middelbare en één ambachtsschool Bo vendien heeft Alaska nog drie katholieke weeshuizen en zes ziekenhuize Verschillende missie-congregaties, waar- Mgr F. Hendrikx, vicans generaal van de bisschop van 's-Hertogenbosoh, is, naar uit Djakarta wordt vernomen, op 14 Augustus j.l. in goede welstand in deze stad aangekomen. Op 17 Augustus heeft hij daarna, in gezelschap van mgr drs J. van Overbeek, de laatste etappe van de reis naar Wonosobo per vlieg tuig afgelegd. De Algemene Overste van de Congregatie der Dochters van Maria en Joseph en de andere zusters zijn per trein verder gereisd. onder speciaal de Paters Oblaten, hebben in Alaska reed.? prachtig werk verricht, De Jezuieten effenden de weg ran de na hen komende missionarissen vooral door hun wetenschappelijk werk. Zo heeft een van de eerste Jezuieten in Alaska, pater Barnum S.J., onder onge lofelijke moeilijkheden de vruchten van zijn studie der Eskimo-taal neergelegd in het werk: „Grondregels van de Innuït- taal". De Sovjet-Russische repatriëringscom missie, die haar bureau gevestigd had in .- 'adhuis van Klagenfurt, (Oosten rijk) is zonder de Britse bezettings-auto- "teiten van het voornemen in kennis te stellen, vertrokken. Het vertrek werd ge merkt, toen men de bureauruimte leeg aantrof. De missie, die sinds het einde van de oorlog in Oostenrijk werkte, be stond uit een variërend aantal officie- Naar men meent staat het vertrek in verband met een Brits verzoek daartoe, ren. Naar aanleiding van de branden in de Ooypolder vernemen wij nog dat alle hooischuren en verbrande hooischelven waren verzekerd. Het verzekerde bedrag dekt de huidige waarde evenwel niet meer Deskundigen hebben de waarde van het verbrande geschat op een kwart millioen gulden, hoewel aanvankelijk schattingen werden gemaakt van rond een half millioen gulden. Voor het begin van de winter hopen die slachtoffers van de branden in de Ooypolder hun verloreR schuren etc. te hebben herbouwd-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 6