Ziekenfondsen 12e Filmfestival in Venetië Geen wereldschokkende resultaten Reclame DE STRIJD ROND I. D. L L's BESTAANSRECHT LEVENSVERZEKERING EN PENSIOENREGELING „De Scheuring van het Rijk l jVSKK «r v'rr^v y 1 Maakt voor Uw zaak De Hpoorvvegplamieii le Rotterdam commissie v,„ H„„rr„ig Episcopal, I,,, ,r.?:riTme,L R'damse raad aan vaardde kernplan Binnenstad Fiscale voordelen voor werkgever en werknemer Een publicatie van prof. Gerbraiwly VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1951 PAGINA 5 Geen staatsinstellingen „Moord in de kathedraal", een nobel, maar mislukt experiment (Van een bijzondere correspondent.) DON BOSCO-SCHOOL TE VEGHEL DODELIJK ONGEVAL IN N.O.-POLDER Vei klaring der adviserende bisschoppelijke ZILVEREN KLOOSTEREEEST WANDSCll 1 LOLLING KABEL APPEL L\ HOOFDSTEDELIJK muselm? ïooo, v.„ IV (slot) Het is blijkbaar een niet voor iedereen even gemakkelijk te aanvaarden stand punt, dat niet de staat op de eerste plaats de verantwoordelijkheid draagt voor de gezondheidszorg en dus voor het zieken fondswezen. maar dat volgens een algemene regel ook hier zoveel moge lijk aan particulier initiatief moet worden overgelaten. Wanneer men bedenkt, wat Er op dit gebied in de loop der jaren door particulieren is verricht en dat er voor de oorlog reeds een bevredigend Werkend ziekenfondswezen was ontstaan, dan .verwondert men zich wel over dit staats-absolutistische streven. Toch is het aanwezig en wellicht in sterkere mate. dan de oppervlakkige waarnemer zou menen op te merken. Het ontwerp Ziekenfondswet, dat dom het departement van Sociale Zaken aan de Ziekenfondsraad is voorgelegd, vv i meer en meer bevoegdheden aan oe Ziekenfondsraad, de Kroon of de minis ter trekken, zodat van de zelrstandighcd der fondsen niet veel maer dan de uiter lijke schijn overblijft. Maar daarbij word! er weinig twijfel aan gelaten, dat men dit nog maar als een overgangsfase be schouwt naar een meer .ideale" tot- stand. waarin de bevoegdheden volledig gecentraliseerd zullen zijn. Naar aanleiding van de voorgesteld? samenstelling van de Ziekenfondsraad, waarin op oen totaal van 42 leden 7 ve-- legenwoordigers van de ziekenfondsen zijn opgenomen wordt ter toelichting on gemerkt. dat het aantal vertegenwoor digers der fondsen vergeleken mei êen vorig ontwerp is beperkt, „uitgaande van de gedachte, dat enerzijds hun vertegen woordiging ais uitvoerings-organen niet gtrikt noodzakelijk is, doch dat ander zijds hun technische adviezen van waarde zijn en zij een historisch recht op ver tegenwoordiging hebben". Er hoeft das niet veel meer te gebeuren, of ze liggen eruit Technische adviezen kunnen des gevraagd wel schriftelijk worden gegeven en die historische rechten..,., och, daar wandelt men wel gemakkelijk overheen, ais het grote doel maar bereikt wordt. Dit grote doel. wij vonden het onlangs omschreven in het maandblad „Zieken- fondsnieuws" van de Centrale Bond van Onderling Beheerde Ziekenfondsen (op laag 315.000 ex.) bij wijze van Verzuchting van de heer C. J. van Lienden: „Een gelukkig land, dat Engeland, zo zijn w ij geneigd te verzuchten. Het heeft een regering die over de gehele linie de verantwoordelijkheid aan zich heeft ge trokken voor de volksgezondheid en zich daarvoor onbekommerd waarlijk grolè financiële offers getroost" (spatiëring van ons). Ja waarlijk, het kost daar nog een stuk meer dan hier. maar hier zijn de lasten ai haast ondraaglijk en onbekom merd zijn we, helaas, allerminst Die financiële offers vormen natuurlijk een belangrijk punt, maar wij menen in de voorgaande artikelen wel duidelijk te hebben gemaakt, dat een verder tot zich trekken van de verantwoordelijkheid door de overheid deze offers nog maar groter zai doen worden. En naarmate de over heid meer verantwoordelijkheid tot zich trekt, neemt die van dè bestuurders en functionarissen der fondsen af. Van de mensen, die zich thans „pro Deo" veel op offeringen getroosten vóór het goede reilen en zeilen hunner fondsen en de be langen der verzekerden, blijft er dan óp den duur geen meer over. En dit is 't, wa„ wij juist zo belangrijk achteh, dat er nüg zoveel belangeloos gewerkt wordt vooi een gemeenschappelijke zaak. terwijl de verzekerden nog een stem in het kapittel hebben. Maak er een staatsinstelling van, dan wordt elke klacht afgescheept met orders van boven, met algemene richtlijnen, met ambtelijke onpersoonlijk heid. Dan is er geen prikkel meer om het goed te doen, geen vrees ook, dat de ver zekerden naar andere fondsen zullen overlopen. Toezicht door de overheid, natuurlijk 1 Maar wordt ook op het levensverzeke- ringsbedrijf, dat een zeer belangrijke sociale functie vervult, geên controle uit geoefend, die effectief is, zonder dat noch tans alle verantwoordelijkheid aan de staat is getrokken Wij hebben hier in liét kort aangetoond, dat er een zeer groot gevaar voor wat men noemt „socialisatie" bestaat, dat er van verschillende kanten naar gestreefd wordt het particuliere initiatief op het ge bied van dé Ziekenfondsen uit te schake len en er in een of andere vorm staatszorg voor in de plaats te stellen. Dit streven, ais uitvloeisel van een materialistische le vensbeschouwing, is er tévens op gericht dé verzekering zó radicaal mogelijk té doen zijn. zodat elke verzekerde een be roep kan doen op alle ter beschikking slaande middelen, zonder zich enige extra opoffering te getroosten in elk voorko mend geval, buiten het regelmatig betalen van (een deel van) de premie. Wij hebben de overtuiging, dat een der gelijk stelsel grote nadelen inhoudt en de volksgezondheid onder een schijn vah royaliteit werkelijke schade toebréng.' Het kweekt simulanten. doodt de verantwoordelijkheid en werkt een ver spilling in <fe hand, die dóór een toene mende centralisatie én verdere verambte Hiking slechts kan worden bévorderd. Hét is té vrezén. dat élleèn dè wrange vruchten van een dergelijk systeem, mocht het ook tot wasdom komen, in staat zouden kunnen zijn. de kwekers ervan tot andere gedachten te brengen, maar dan zou het onheil ook zijn geschied. Daarom zal grote waakzaamheid geboden zijn. Nog is het niet zover, nog hebben de fondsen een tamelijk grote invloed en zelfstandig heid, maar een ziekenfondswet in de geest van het genoemde ontwerp zou de weg plaveien voor de socialisatie, die wij ver derfelijk achten. In dit kader past tenslotte nog een woord over de katholieke ziekenfondsen; Neen. noodzakelijk achten wij deze niet, evenmin als wij maatschappij- of onder nemingsfondsen noodzakelijk achten. Zo lang de algemene bepalingen, waaronder de fondsen moeten werken niet in strijd komen met kstholisKG beginselen van geloof en moraal en de daaraan ontleend 2 rechten der verzekerden gewaarborgd zijn is het principieel niet strikt nodig, dat er katholieke fondsen zijn. Maar net als die andere fondsen bestonden de R. K. fond sen reeds lang voor het Ziekenfondsen- besluit in werking trad en dus is er QlSen- lijk geen reden, om ovër hun al of niet noodzakelijkheid te discussiëren. Zij zijn er en wij zijn geneigd hieraan toe te voegen: gelukkig! Niet omdat wij het nodig oordelen ons in katholiek vel band tegen wat dan ook te kunnen ver zekeren, maar omdat wij er thans van overtuigd zijn, dat in iSder geval °P b terrein van dè ziekenfondsen een katho liek geluid gehoord wordt en onder de huidige omstandgheden is dat hard nodig ook. Zèer waarschijnlijk zou de toestand er reeds heel anders hebben uitgezien, in geval deze fondsen er niet geweest waren. Zonder hen zouden de katholieken in het overlég hoogstens Individueel hebben kun nen optreden. Thans wordt dit in organi satorisch verband gedaan. Dit juichen wij toe.' niét uit inschfsovèrWégingen. maar wél om géwicht in dè schaal iê leggen. Er moet nu rekening gehóuden worden met de katholieken, die mén eigenlijk liever Zou negéren (zié het voorbeeld van de commissie voor de ziekenhuizen). Ipts^ndefs is. of deze fondsen in hun optreden wel altijd even gelukkig zijn ge weest en of hun beheer steeds smetteloos was. In de huidige kritieke période dragen Z'.i een bijzondere verantwoordelijkheid en wij hopen, dat zij zullen tonen, zich hier van Wel bewust te zijn. VENETIë, 3 September 1951. Voor de twaalfde maal wordt in Vene tië een Filmfestival gegeven. De lielft van dit cinematografische festijn is al voorbij en We moeten getuigen, dat de resultaten nog niet wereldschokkend zijn geweest integendeel. Duitsland bleef verre onder de maat met „Lockende gefahr" en zelfs Disney viel tegen met zijn grote, in Engeland vervaardigde en daar reeds vertoonde tekenfilm „Alice in Wonderland", die de grenzen van de sprookjesfantasie opzet telijk overschrijdt en een soort verwron gen visie is geworden van de heer Disney zelf, die met de ongekunsteldheid van het oorspronkelijke gegeven niets meer te maken heeft. De Festivalleiding zou schromelijk in haar taak tekort zijn geschoten, indien zij niet op na sonde wijze de overleden acteur Louis Jouvet en de Amerikaanse fi'impionier Robert .Flaherty zou hebben herdacht. Dit geschiedde voor Jouvet met ..Kermesse heroinue" cn voor Flaherty met „Louisiana Story" (zijn meeSt Pé- cente meesterwerk), „Nanouk", „Ele phant Boy" en „Man of Aran". De Nederlandse inzending „De Dijk is dicht" van Koolhaas werd hier ver toond in een Engelse versie. Zij vond weinig weerklank en de mening was, dat de gang van deze film veel te traag was. De andere Nederlandse film van Bert Haanstra „Nederlandse Beeld houwkunst in de Middeleeuwen" kwam niet in vertoning, omdat ze te laat arriveerde. Ook hierin was ons land dus te langzaam! Engeland heeft zich aangediend met de ondier regie van Pat Jackson vervaar digde film,.White Corridors". De Italiaanse film „Weg van de hoop", dij reeds in ohsland rouleert, kreeg van de heer Selzmick de prijs voor die Euro pese film, welke het meeste zou hebben bijgedragen tot de culturele, enonomi- sche en individuele verbroedering van dit geteisterde werelddeel. Deze Seiznick-prijs athten Wij aan de rechte regiseeür en aan de rechte film geschonken. In samenwerking met de auteur F. S. Eliot hebben wij gestreefd naar poëzie op het filmdoek", verklaarde de Engelse producer-regisseur George Hoeilering, naar aanleiding van de welëldipremiere van „Moord in de Kathedraal" op hel twaalfde Filmfestival in Venetië. „De op gave een film te maken, waarin het visuele élement d'e woorden moet onder steunen. plaatste voor nieuwe proble men". aldus mr Hoeilering en hij voegde er glimlachend aan toe. dat er wellicht tot dusverre geen film was gemaakt, waal-in zoveel wordt gesproken^ De filmcriticus, die terecht van het standpunt uitgaat, diat het bewegende beeld primair moet zijn, zodat hierdoor op alle mogelijke wijzen een schoon heidsimpressie kan worden opgeroepen met het gieluid als dienende factor, huivert, bij het vernemen van een der gelijke stelling. Hetgeen wij dan ook hebben gedaan, ondanks de hitte op'het Vertetdaanse Lido. De avondvoorstelling van „Moord in de Kathedraal" bevestigde deze vrees Woor den, schoonklinkende woorden, waarin het drama van de Aartsbisschop ved Canterbury. Thomas Bccket, wordt gete kend, komen eindeloos uit de.geluidsin stallatie. Zc wordeti inderdaad gesteund door beelden, d.w.z. de camera toont ons de figuur of figuren, die de tekst spre ken Doch elke scené raapt het verlan gen op naar toneel, naar een ruimte, waarin de personen zich bewêgên. De reeks close-ups, waarop régisseur Hoei lering ons vergast, heeft niet het minste effect. De film is geworden een uitgeba lanceerde demonstratie van proza- en versen-zeggen, waarbij igiebruik wordt ge maakt van een met zorg eh eerbied samengesteld prentenboek, waarvan naar mate d,e tekst voortschrijdt een pagina wordt omgeslagën. Dit heeft echter allemaal niets te ma ken met film in de wezenlijke zin van het wóórd. Wij kunnen het slechts be treuren, d«t een zo bekend toneelwerk als „Moord in de Kathedraal" werd ge bruikt voor een experiment, waarvan voor ingewijden het mislukken bij voor baat vast moest staan. Toch zouden wij een zeer groot on recht begaan, indien wij dit experiment minachtend voorbij Zouden gaan. Immers het betekent een grootscheepse poging om met inzet van al de verfijnde tech niek der afgelopen 20 jaren dus na het begin van die geluidsfilmperiode op nieuw ie komen tot de samenvloeiing van literatuur en film, waaraan ongeveer in hc tijdvak van 1920-1930 door Duitse en Franse kunstrichtingen is gestreefd. Wat in de ..stomme periode" mislukte, mis lukte eveneens in deze „geluidsperiode". doch kreeg' in dit jaar 1951 de technische perfectie mee van voortreffelijke foto grafie, zuivere muzikale en vocalistische weergave en een rustig beeld door het gebruik van een voorbeeldig functionne- rende camera. De Engelse taal komt m d® filmtekst van Eliot voortreffelijk tot haar recht en zelden hebben wij een speelgroep indivi dueel en collectief zo onberispelijk horen declameren. Het is ook hierdoor, dat hot verlangen naar het toneel zich lijdens de film, die 2% uur duurt, in steeds heviger mate bij de bewuste toeschouwer op dringt. Zo schuilen er in de nobele oipzet van dit mislukte experiment der Engelse filmwereld elementen, die nopen tot waardering voor de poging, omdat alles er op wijst, dat de producer-regisseur Hoeilering van zins was de film-aan schouwende mensheid te verrijken. De belangstelling voor de filmversie van het wereldbekende toneelwerk „Murder in the Cathedral" in het Palazzo was groot. maar allengs maakte zich een zekere onrust van de zaal meester, die ten slotte ont aardde in een vertrekken gedurende de voorstelling. Zeker twee derde van het voor een belangrijk deel in avond-kledij gehulde publiek verliet de zaal. Het be zat niet de moed om de ogen te sluiten en slechts te luisteren naar de schone tekst op de geluidsband. De jOnge filmkunst verleidt velen tot daden, die nobel zijn van opzet, doch die de jongste muze geen dienst bewijzen. „Moord in de Kathedraal" is hiervan een klinkend voorbeeld. (Van onze correspondent) In het hart van Brabant, in het voor uitstrevende Veghel. waar sedert jaren een enorme behoefte bestond aan een school voor buitengewoon lager onder wijs, is gisteren 'n lang gekoesterd ideaal in vervulling gegaan toe ndeken Teu- lings de nieuwe Don-Boscoschool plech tig inzegende. Hij bracht als voorzitter van het schoolbestuur dank voor aller medewer king. Namens het Rijkstoezicht op het BLO voerde hoofdinspecteur N. Vliestra hét woord namens de Rijksinspectie voor het LO dè inspecteur Kroeze en namens de gemeente Veghel burgemeester Schte. ven. Deze Don-Boscoschool voor BLO staat onder leiding van de Broeder? uit Maas tricht. Gistermorgen omstreeks 7 uur gebeur de op de weg langs de Nagelezuidvaarl in de Noord-Oostpolder een dodelijk on geval. De 27-jarige wielrijder A. J. In wonende te Hazerswoude en werkzaam in de Noord-Oostpolder, begaf zich per rijwiel naar zijn wérk. In zijn hand had hij een onderdeel van een landbouwma chine. Toen hem een vrachtauto achterop reed wilde de man naar rechts uitwijken, maar het machinedeel, dat hl) droeg, werd door de auto gegrepen, zodat de man opzij werd getrokken en onder het achterwiel terecht kwam. Hij was op slag dood. Het slachtoffer is ongehuwd. In de raadszitting van gistermiddag heeft de burgemeester, rtlr P. Oud mee gedeeld, van dé minister van Wederop bouw Oh Volkshuisvesting, die dit liet weten mede- namens zijn ambtsgenoot van Verkeer en Waterstaat, een schrij ven te hebbed ontvangen, waaruit blijkt, dat het overheidsaandeel in de kosten van de Spodrwegwerkert in Rotterdam over de eerste drie jaren beperkt zullen moeten worden. Daartegenover slaat, dat de Neder landse Spoorwegen zich echter bereid verklaard hebben over dezelfde jaren een groter aandeel te financieren, waar- hÜ«r vS.?y^ikeliik gevreesde verdere ven achterwege zal kunnen blij- wi?wal "'<lus °P neerkomen dat, hoc- bamlh* S,"0rweKPIa» volledig ge- zai Sft, blijven, voorlopig volstaan van lT^n met de voltooiing dam D pP°, NieuwerkerkKot te r- nam u.r. met inbegrip van een onder doorgang onder de Ceintuurbaan in het verlengde van de Stadhoudersweg en met de aanleg van het emDlaeefnenl Hillegersberg Het Maasstation zal dus op den duur kunnen verdwijnen Voorts houdt het huidige plan in de bouw van een stukgoederenloods aan de Westzeedijk, verbetering van de stations gebouwen Beurs en Feyenoord, de aanleg van een nieuw emplacement op D,P en de bouw van een nieuw D.P.-station. Deze werken zullen in de drie volgen de jaren hun beslag krijgen, met uitzon dering van de bouw van het nieuwe D P - station en het zuidelijke deel v an liet em placement D.P. Deze werkzaamheden zul len onmiddellijk 11a 1953 begonnen wor- (ten. De commissie van advies, welke door het Hoogw. Episcopaal aan I.D.I.L. is toegevoegd en waarvan deel uitmaken dr H. Vvj Surig te Nijmegen, mgr mr Op de Coul, directeur van liet R.K. Centraal Bureau voor Onder wijs en Opvoeding in Den Haag en dr TheotimttS O.F.M. £ap te Helmond zond ons ter publicatie de volgende verklaring: «Na overweging van alle bezwaren, die tegen de I.D.I.L. van verschillende zijden zijn ingebracht meent de Adviserende Bisschoppelijke Commissie door het Hoogwaardig Episcopaat aan de I.D.I.L. toegevoegd de volgende verklaring te moeten afleggen: Zij betreurt, dat haar eersto verklaring van 2 Augustus zulk een ontvangst genoot in een van onze daahliden een- 1 1 |i i"i' "lluC UfiLIlluULll. CCI.1 voudig omdat men niet voldoende mlormaties had j 11 j 1 ,ld(| ingewonnen, wanneer de verklaring door de commissie uit handen was geo-eVej, De commisise heeft, bewust van haar verantwoord, 1 „ejeiinjke arbeid voor, ïoI,„ tr«llt lichting ontlenen'wij "petVolgende" i iLfi™ wfo,Iij0rj;.nB gewaarschuwd te L De commissie handhaaft haar stand punt, dat een goed verzorgde en dus (Van onze verslaggever) Uern tot èert6vo hmiYvn n T> ^nilUocn kubieke meter goedgekeurd nadat de Wel houder valt Openbare Werken had medegedeeld, dat de Kernfmttnrierli.Bs- regeling, waarvan de uitvoering van dit plan afhanirt. Woensdag jj. de hof on" brekende bandtekening van de minister van Financiën bail gekregen en dat pu blicatie van de regeling in het Staats blad nog deze maand kan Worden ver wacht. Tevens heeft de wethouder me degedeeld, dat van de 300 miliioen, welke ét uitvoering van het plan naar raming kqI kosten, 40 miliioen ondier de Kernfinancieflngsregeling zullen val len. Hoewel hjj omtrent de inhoud van deze regeling geen nadere ihliehlliigen kon verstrekken, verklaarde de Wethou der dat degenen die onder de Herboüw- rëgellng vallen, niet voor eerstgenoem de regeling in aanmerking komen. Wel kunnen zjj, die heibouwplichten overne men van hét Herbouwfonds, aanspraak maken op kernfinanciering. Déze Wordt Öók met terijgvVerkcndc kracht toegepast doch alleen indien nlcn mét de bouw van de panden na de oorlog begonnen is. geotngarti'Uïérdë voorlichtingsdienst ge zien de massa blieken, die verschijnt en de gevaren voor de geestelijke en zede lijke gezondheid van ons volk. in een elementaire behoefte, ja zelfs nood, voor ziet. Zelfs wanneer accidenteel de refeh- tèli êil vrijheden van de Nederlandse schrijvers soms niet tot hun volle récht zouden komen, hetgeen minstens even mogelijk is in de pers, stelt die elemen taire nood onverbiddelijk zijn cis. De commissie acht het erg gevaarlijk met het begrip tolerantie te werken, aange zien do inhoud van dit begrip haast evenveel zinnen heeft als gebruikers. 2 Zij blijft van mening, dat een tij dige. mógelijke al-omvattende voor lichting alleen 'door een diénst als de I.D.I.L. ën niet door de pers gëfevèn kan worden. 3. Déze tij'diig'e voorlichting draagt niet het karakter van censuur, in zoverre ze zuiver aangeboden of gevraagde dienst betoon is. zonder enige binding en ver plichting van de zijde van de I.D.I.L. (ten Overvloede: .Verboden" op een kaartje van de I.D.I.L. of het cijfer betekent dus: verboden geacht; elk Ne derlander. cn dus ook de recensenten van de I.D.I.L.. kan overeenkomstig de vrijheid hem door de grondwet gega randeerd dit oordeel publiceren). 4. Deze voorlichting is alleen preven tief in zoverre c "'rivillender. zich daar door te voren willen laten waarschuwen, zich niet in hen onbekende gevaren te begeven. (Eigenlijke preventieve cen suur" kennen we ailèén in de bioscoop wet). De commissie kan niet. inzien, wetke verantwoorde vrijheid door deze tijdige voorlichting zou kunnen geschonden Worden. Mén kan toch bezwaarlijk eisen in naam der vrijheid, dat de grote massa, die filet, zelfstandig noch eritisch léést de gelegenheid moet hebben in gevaren emrEen°ddatnor£Ien wil b]ijkbaai' niet erkennen, aat ook na een tijdige waar schuwing het mogelijk blijft de waL- «C T'"nlre HH i„ elk geval wordt zov\®' aanneming als bij verwer- pmg geprikkeld i0t een zelfstandige vrije beslissing en zo aan (je volksopvoeding gewerkt. De commissie verzekert, dat elke verantwoorde en deskundige recensie dooi- de I.D.I.L. zgi aanvaard worden en dat ieder, die tot het geven daarvan in staat is en zich beschikbaar stelt, met, vreugde in de rangef} van de I.D.I.L.- reoensenlen /at \vorden opgenomen. 6. Do commissie is van mening, dat polemiek tegen de I.D.I.L. niet alleen IneoretLsch maar ook feitelijk mogelijk is: de recensiekaartjes zjjn alle onde-r- tekend en genummerd. De commissie acht tiet onjuist ie poheren dat men met de I.D.I.L. niet polemiseren kan: de pers staat, daar blijkbaar wjjd voor open. al thans voor een bepaalde groep. De commissie is Verder van mening, dat de recensies van de I.D.I.L.. veel verder verbreid don die der tiers en Voor iedereen verkrijgbaar en daarenboven van blijvende aard, even sterk het ka- rakter „openbaar" vertonen als welk tijdschrift en zeker als welke courant ook: de term „semi-publiek" kan op niets anders berusten dan oo een mis kennen der werkelijkheid. 7. De commissie meent Verder, dat de laak van de I. D. I. L. primair is: morele voorlichting, terwijl de persrecensie pri mair het verschijnert van een boek ais cultuurhistorisch verschijnsel zal beschou wen. De morele waarde is ëssentueél: eik boek heeft een móréie waarde; de aésthe- tische of andere Waarde is accidenteel; zeer vele bezitten geen aesthetische of andere waarde. Daarom zal het verschij nen van een zeer groot gedeelte der boe ken bezwaarlijk als cultuurhistorisch feil kunnen beschouwd wórden en uit dien hoofde nlët voor een bespreking in de pers th aanmerking komen Bij de boeken die een zekere litteraire of andere waar de vertegenwoordigen, zal de persrecensie feitelijk niet tijdig genoeg zijn voor een mededeling omtrent de morele waarde althans voor degenen, die zelf niet kun nen beslissen, zodat ook hier de I.D.I.L. met zijn primair morele en tijdige voor lichting zijn taak ziet en terecht ziet. ter wijl bij het overgrote gedeelte van de verschijnende boeken de I.D.I.L. met zijn morele kwalificatie feitelijk de enige in stantie van grote omvang is, die leiding aanbiedt aan degene, die ze wil aanvaar den. 8. De commissie moet haar verbazing uitspreken bij het .lezen van uitspraken als zou een inlichtingendienst omtrent lec tuur een gevaar betekenen, terwijl de werkelijk preventieve censuur bij de film en gedeeltelijk ook bij de radio blijkbaar niet in strijd met de vrijheid worden ge acht en evenmin als gevaren worden ge signaleerd. terwijl hier alleen polemiek mogelijk is in de pers. 9. De commissie verklaart zich verder bereid eventuele klachten van auteurs, die door de I.D.I.L. in hun rechten of vrij heid benadeeld menen te zijn. aan een onderzoek te onderwerpen en desgewenst het resultaat te publiceren en het recht te geven haar eventuele correspondentie feveneens te publiceren. (Van onze correspondent) Pater Eliseus O.F.M. Cap. (A. te Riele uit Amsterdam) viert Zondag 9 Septem ber a.s. zijn zilveren kloosterfeest; Do jubilaris was van 19^V tot 1939 profes sor aan het seminarie te Enschede, na dien tot 1942 als zodanig verbonden aan het vroegere seminarie in Langeweg en de zes daarop volgende jaren was hjj gardiaan van het klooster aldaar. In 1948 werd pater Eliseus benoemd tot vicaris en is hjj tevens belast met de bouw van de nieuwe rectoraatskerk in Langeweg. Do Amsterdamse „experimentele schil der" Appel Zal eén wandschildering in het stedelijk museum te Amsterdam vér- vaardigen. lloals men zich zal Herinneren, maakte Appel in opdracht van dé gemeente ge ruime tijd geleden in de koffiekamer van het stadhuis een wandschildering, die echter in gemeenteraad en peis zoveel kritiek onde. vond dat zij werd verwij derd. B. en W. boden Appel toen aan m een ander openbaar gebouw van de stad een schildering te maken. Aanvankelijk zou deze schildering komen in de nieuwe aula van het stedelijk museum, doch de directeur van het museum heeft zich hie.r ernstig tegen verzet, omdat hij meende, dat de aUIa een strict neutraal karakter dient te hebben en een wandschildering van wie dan ook, misplaatst zou zijn. Geen bezwaar had1 de heer Sandberg er tegen, als in ëen der vestibules van de aula een wandschildering van Appel zou en aldus Wellicht een nog belangrijker komen. Dit zal thans geschieden. Ver- percentage vah de betaalde premlën aan moedelijk in de löop van de volgdfide inkomstenbelasting hesparen. Daarenbo- maand zal de wandschildering gereed i ven behoeft de werkgever over de ge- zijn. 1 storte premiëri, die toch in Wezen loon III (Slot) De fiscale voorschriften hebben dus een gunstige sfeer gecreëerd voor de particuliere levensverzekering. In veel sterkere mate geldt dit echter nog voor die levensverzekeringen, welke in verband met toegekende pensioenaan spraken worden gesloten. Ongetwijfeld is de pensionneringsgedachte mede gestimuleerd door de fiscale voordelen welke zowel voor de werkgever als i oor de werknemer aan een werkge- versvoorziening in de vorm van een pensioenregeling verbonden zijn. Van een pensioenregeling in fiscale zin is nu sprake, wanneer een werkgever een algemene voorziening heeft getrof fen, welke uitsluitend ten dft] heeft de verzorging bij invaliditeit en ouderdom van werknemers en gewezen werkne mers en de verzorging van hunne we duwe, minderjarige kinderen en pleeg kinderen door middel van pensioen. Een voorziening dus, welke een werkgever treft voor een individuele werknemer, is nimmer een pensioenregeling in fiscale zin: vereist is een zeker algemeen ka rakter d.w.z. de regeling moet gelden voor het gehele personeel of een bepaalde groep hiervan. Zo zal dus van een pen sioenregeling sprake kunnen zijn, indien de werkgeversvoorziening alleen bijv. het vaste personeel of de leden van de hogere slaf omvat. Hoewel de voorziening moet worden geëf fectueerd door middel van pensioen, behoeft de mogelijkheid van een uitke ring ineens geenszins het karakter van een pensioenregeling aan te tasten. Het hoofdoel moet pensioenverlening zjjn, maar hieraan staat niet in de weg, dat incidenteel een kapitaaluitkering moge lijk zou zijn bijv. aan de erfgenamen van de werknemer, indien zowel hij als zijn echtgenote voor de ingangsdatum van het pensioen zijn overleden en geen min derjarige kinderen aanwezig zyn Anders is het echter indien de mogelijkheid van kapitaaluitkering een essentieel deel van de voorziening uitmaakt bijv., indien bp overlijden van de werknemer aan u'®bs echtgenote een kapitaal wordt beschik baar gesteld. Wil deze werkgeversvoor ziening dan met bet oog op de fis cale voordelen als een pensioenrege ling worden aangemerkt, dan zal een daartoe strekkende aanwijzing door de Minister van Financiën noodzakelijk zijn. Kleine groep werknemers Indien de pensioenvoorziening betrek king heeft op een zeer kleine groep Werknemers ("bijv. alleen op de hogere staf)kan het aanbeveling verdienen, dat de werkgever zijn uit de voorziening voortvloeiende verplichtingen via ka pitaalverzekeringen doet dekken. Een zuivere pensioenverzekering kan n.l. „verlies" opleveren en wel indien de pensioengerechtigde kort vóór of nü in gang van zijn pensioen overlijdt en zijn echtgenote, die recht heeft of zou heb ben op weduwepensioen, vöör hem is overleden of hem slechts kort overleeft. Bij grotere groepen maken de langle- venden zulke „verliezen" meer dan goed en voldoen dus de goedkopere zuivere pensioenverzekeringen uitstekend. Wordt voor een kleine groep dekking via kapitaal verzekeringen gekozen, dan blijft het nochtans met het oog op de fiscale zijde van de zaak nodig, dat de aanspra ken van werknemers c.s. in de vorm van pensioen geregeld worden. Iedere goed geoutilleerde levensverzekeringmaat schappij zal een geschikte oplossing aan de hand kunnen doen, waardoor de be langen zowel van de werkgever als van de werknenier en de zijnen op afdoende wijze beveiligd worden. Hiervoor werd er reeds de aandacht op gevestigd, dat de hausse in pensioen regelingen in hel bedrijfsleven mede te danken is aan dé fiscale voordelen, welke hieruit, voor de werkgever voortvloeien. Voor de werkgever vormen de premiën, welke hij voor de in vèrband met de pensioenregeling gesloten verzekeringen betaalt onverschillig of dit kapitaal- of zuivere lijfrenteverzekeringen zijn bedrijfs- of beroepsohkosten. Dientenge volge wordt hierdoor de belastbare op brengst gedrukt. Is de werkgever lichaam, b.v. een naamloze vennoot schap, dan zal hij dus minder vennoot schapsbelasting betalen, welke bespa ring naar het. huidige basistarief te stel len is op 45 pet tot 52 pet van de betaal de premiën. voor de werknemer vormen geen aan vereveningsheffing le betalen. De reële kosten van de pensioenrege ling zijn dus geenszins geljjk aan hét nominale bedrag der betaalde premiën, maar voor de berekening hiervan móet. de bereikte besparing aan belasting ovér de opbrengst en aan vereveningsheffing nog in aanmerking worden genomen. Inkoopsom voor verstreken dienstjaren De neiging tot het, treffen van een pensioenregeling zou wellicht niet z» groot zijn, indien enkel premiën op de opbrengst in mindering zouden kunnen vvoi'den gebracht, daar toch bij een even- tuele omslag in de conjuctuur met de mogelijkheid dat de fiscale besparingen niet volledig worden bereikt, rekening moet worden gehouden. Bij het treffen van de regeling echter respectievelijk bij uitbreiding van een reeds bestaande re geling mag bovendien de inkoopsom voor verstreken dienstjaren op de opbrengst in mindering worden gebrachl, zodat niet alleen daardoor de toekomstige lasten Worden verlaagd maar daarenboven, waar de regeling respectievelijk uitbrei ding pleegt plaats te vinden in een der vette jaren, tevens de zekerheid verkre gen wordt, dat voor een belangrijk deel van het totale te betalen bedrag direct de fiscale voordelen worden gerealiseerd. De fiscale voordelen, welke een pen sioenregeling de werknemers Wedt, lig gen in een ander vlak. henewenïïe' welke de werkgever voor ,betaalt, vormt in wezen een deel nfno °?n' ™aar wordt bij de bereke- besrhnn,^ 1 °°,n ln fiscale zin buiten latere g- gelaten. Wel worden d» resnootii^ u-,°en,uitkeringen loon- rterPwen"eVellik inkomstenbelasting on- inkS6";, Door deze „uitsmeer* van gelijk^ de Pensioenregeling mo- of iLr 2 gewoonlijk een min respectieve! besParing aan loon, zich breneen ink°mstenbelasting> met pensioenniUrn - immers de latere veelareeAnel1"?611 in verband met het ger tarief nmil °men aan een veel la- Betaalf ^ld,?,rw,arPen zullen zijn. premie voor .^eFkSever niet de gehele dafwoid" OX8!9 tTfeverem nfet lis loon ri? verplichte bijdrage to tlscale anSmuwd verplichte bijdrage on w i^51 deze tievelljk inkomen jn P ^1°?" respec: worden gebracht alvorens de versXl- naamloze vennootschap heeft te zijnen behoeve een pensioenregeling eeirnffLT waarin hij verplicht is 5 vfn ^in sa?n ris of wel 50,- per maana wTte dra-" gen, wordt de premie, voor zover door de naamloze vennootschap betaald niet als loon respectievelijk inkomen ié fis. cale zin beschouwd, maar bovendien móét de verpliahte bijdrage on bel maand-salaris in mindering worden ge bracht. Het. loon in fiscale zin van rtë desbetreffende directeur bedraagt rh,e 950,— per maand. De verplichte b'1- drage staat er niet aan in de weg dat deze directeur nog zijn inkomen vermin dert wegens een privé gesloten lijfrente verzekering of levensverzekering met fiscale lijfrente clausule tot het hem toe geslane maximum per geheel kalender jaar. Bovendien is niet alleen de aanspraak op toekomstig pensioen, maar ook het recht Op reeds ingegaan pensioen vrii van vermogensbelasting. 1,11 Vrijstelling van successierecht voor tveduiicn en Wezen. Daarnaast bestaat nog voor de wedu we en wezen, die tengevolge van lwt overI«dr.i van de wefttneiner rrr)lt pensioen verkregen, een bepaalde vrii- riclling van successierecht. Voor de we- eèn ,s m,mpllJk vrij van sucress erecht leen tengevolge van het hjlar man verkregen rech^o^pi'tto'diek" Is de werkgever een natuurlijk persoon en zijn bedrijfs- of beroëpsopbrfeiigst dus aan inkomstenbelasting onderworpen, dan zai hij de top van zijn inkomen, wel ke juist het zwaarst belast Is wegwerken ,,Ik mtSët in deze bladzijden verhalen van een grote ramp, van groot gebrek aan wijsheid, van een reeks misslagen, van wanbegrippen en ondeugdelijke praemissen, van tegenslagen, onoordeel kundigheid, persoonlijke eerzucht en het verlies van een onontbeerlijk, van een inderdaad vitaal deel van mijn land on der druk van Engeland, dé Verenigde Staten van Amerika en de U.N.O. Niet te rechtvaardigen inmen-ging van bui tenstaanders in onze binnenlandse aan- gelegenhedlen moet ik boekstaven, even als de droevige* maar onontkoombare gevolgtrekking .dat onze oorlogsinspan ning oils in vele opzichten in een arm zaliger toestand heeft gebracht dan som mige van onze vijanden In deze klassieke stijl, welke aan de oud-Romeinse geschiedschrijvers doet denken, begint Gerbrandy zijn boek. waarin hij een beschrijving cn een be schouwing geeft over alles wat zich na de oorlog rond de vrijmaking afspeelde van wat eens onze archipël was. Begrijpelijk is het ,dat de oucf-minis- ter-president ,pröf. mr P. S. Gerbrandy, met Welter de man ,die de gevoerde po litiek het scherpst heeft bestreden, er behoefte aan heeft gevoeld eéb beschrii- vin^te geven van hetgeen zich in de jarCT na de oorlog ten aanzien van de Irldië-politiek in ons land, in Indonesië eti daarbuiten heeft afgespeeld en hij deed dit in dit boek, onder de titel „De scheuring van het Rijk" Hij gaf het deze titél mee, omdat dè kerngedach te van zijn boek is de ongrondwettig heid Van deze politiek. In het eerste deel biedt Gerbrandy een overzicht van Nedérlands-Indië zo noemt hij het nog bij voorkeur on der het Nederlands oppergezag tot 1942, daarna, in deel II beschrijft hij de periode der bezetting om in deel III te komen tot de politieke situatie en entwikkeling na de bevrijding, welk deel hij „De Chaos" noemt, onderver deeld in de catastrophe, dè achter gronden en de lawine. Van het „pacte- ren met de rebellen" af, direct na de Japanse capitulatie ,tot aan het tot stand komen van het Unie-statuut, geeft de auteur een zeer lezenswaardige be schrijving van de achtergronden van déze politiek, zoals die haar zijn ilizicht waréh. Als hij uiteenzet hét verechil vatl op vatting .dat er bestond tussen de toen malige regering en de gouverneur-gene raal Tjarda van Starkenborgh Stachou- wer, komt deze tegenstelling hierop neer, dat de regering besprekingen wenste te voeren met de daarvoor in aanmerking komende Indonesische leiders, terwijl de gouverneur-generaal op het stafid- punt stond van allereerst herstel van orde en rust en herstel van de Oude vertegenwoordigende organen om daar na te komen met de op de grondslag van de Koninklijke boodschap van 6 December 1942 in uitzicht gestelde her vormingen in de richting van zelfstan digheid van Nederlands-Indië teneinde aldus de situatie volkomen in de hand te houden (pag. 95). In aansluiting daar op bespreekt hij dan d'e houding van de Katholieke Volkspartij en zegt; „Wie iets afweet van de principiële stelling, wel ke ten deze op staatsrechtelijk en staat kundig gebied binnen de sfeer van het katholicisme wordt ingenomen, die zal moeten toestemmen, dat verwacht mocht worden, dat eert Katholieke Partij zich naar dit paroo! zou gedragen. Het tra gische is, dat door haar samengaan met de Partij vah de Arbeid zulks is verhin derd. Wel hééft zc iheer dan eens de verzenen tegen de prikkelen geslagen maar uiteindelijk is ze verantwoorde lijkheid blijven dragen voor een geheel ander beleid". En verder„Bet pro bleem rfer gezagsh-andhaving werd op de achtetgrond gedrongen. De frictie tus sen de samehwerkende partijen ging zich ml bewegen rond de vraag welk aceoord met representatief geachte indi viduen in Nederlandls-Indio, rebellen en nlet-rebelien, is voor socialisten en Ka tholieken beiden aanvaardbaar?" En tenslotte; „Het inslaan van deze fatale richting staat, naar uit het tot nu toe meegedeelde blijkt, in nauw verband met heel de politieke partijen-structuur in Nederland", (pag 96). Deze laatste mededeling van prof. Gerbiandy kunnen wij om haar objec tiviteit het best waarderen, omdat hier uit blijkt, dat er nog andere waarden wa ren, welke in overweging moesten wor den genomen en waarmecfe de politici in die dagen rekening hadden te hou den. Ny kan men, zoals prof. Gerbrandy dat doet. zéggen, dat dteze politiek heel wéinig paste „bij een confessionele partij als de Katholieke Volkspartij tóch 1 wenste te zijn" maar dan zou nien toch eerst duidelijk moeten kunnen toewij zen, dat het '..pacteren met de rebellen", zoals Gerblaiidy het noemt, in Wezen clw.z. in alle omstandigheden, tegenge steld was aan het katholieke beginsel, daar pföf. Gerbrandy hier immers uit gaat van de Katholieke Volkspartij als cdnfessibnele patij. Dat prof. Gerbrandy hierop niet die- péb is ingegaan, is hem in het kader van dit boek niet euvel te duiden. Het lag geenszins in zijn bedoeling opnieuw een politieke strijd gaande \e maken, hij bedoelde wel aan te tonen, dat de ge volgde methoden naar zijn mening fou tief en in ieder geval ondeugdelijk wa len. In verband hiermede kan men, aan sluitend op de gezagskwestie, zoals Ger brandy deze in zijn boek stelt en in relatie brehgt met de confessionele Ka tholieke Volkspartij, nog een andere op- merking maken en wel deze, dat de politici, die hiertoe hun medewerking gaven ,een bepaalde verwachting kön- cien koestelen orntlértt het bestaan van een Unie, waardoor er een zekere band met Nederland zou blijven bestaan. Dat de ontwikkeling ën Wij denkeh dan aan zaken ais de inbleuk Op het zelf beschikkingsrecht om van andere din gen maar niet te spreken de opposi tie dreigt in het gelijk ie zullen stellen in een andere zaak. Het prettigste echter van dit overi gens zeer leesbare boek is het feit. dat prof. Gerbrandy niet onvruchtbaar bij riet verleden is blijven stilstaan, maar zich in het vierde en laatste hoofdstuk tol de toekomst Wendt. Hij schrijft daar: „Ik wil de besclirijving van het Indi sche drama niet besluiten zonder nog eens een uitdrukkelijk antwoord te zoe ken óp déze vraaghecfl het resterend deel vah ons Koninklijk, dat thans door de uiteenscheuring ontdaan van zijn liiStorische grootheid, als eên uitgemer geld stukje West-Europa ligt aan de kusten van de Noordzee, nog een toe komst? Mijn antwoord luidtja Indien wij goed begrijpen wat wij ge daan hebben, toen wij ons historiscn Rijk. en daarmede én Nederland èn In- dIé, verminkten indien w« verstaan wat de kern is geweest iri ons van andere naties on derscheiden volk bij zijn worsteling om zijn plaats in de wereld; indien 't Nederlandse volk aanvaardt, dat het. hoe verminkt ook. toch een, zij het, bèperktère, roeping heeft temidden v*ft het rumoer dér volken én béréid hét volgen van die roeping zich het zijné ih te zetten (pag. L5 voor zelf en 237). En aan het Slot van dit hoofdstuk staan deze behartigenswaardige woorden: „Er zijn nog grote dingen te doen. Voor ondernemers om standvastig te zoeken waar zij w6lvaart kunnen brengen voor hun families maar niét minder voor allen .die ondër hen welken. Voor de werknemers om met de leiding të bdu- wen aan een organisatie in onderne ming en bedrijf, waarin hun medever antwoordelijkheid wordt verhoogd. Voor studenten ,die eenmaal de leidslieden des volks zullen zijn* het leren in prac- tijk brerigen, dat ze niet een baantje moeten veroveren, maar dat nun oog zal speuren waar zij het bést het volks leven. dat hun een bevoorrechte plaats vergunt, kunnen dienen. Niët in dë Izatste plaats voor staatslieden, om bij het vaststellen en uitvoeren der pijn lijke politieke operaties hun leidingge vend wöord zo te doen horen, dat in de volksziel levend wordt het besef, dat niemand zich mag onttrekken. Er is' een roeping voor allen in Nederland, om op te komen voor hun deerlijk verminkte maar toch ons Koninkrijk, dat van bin-' nen en van buiten bedreigd Wordt door het gevaar van het totalitaire systeem! Wij hebben nog te verwerkelijken wat Burnham heeft genoemd de (op komst zijnde) nedeilaag van het communisme. Hoe ook gehavend, geschokt, verscheurd daar is nog een schip van staat, dal mee zee6 varen door de woelige volkereh- h °;G„„t°(:stand van dat schip van staat EpnHi-/A?"S aan de ®pstlg toegetakelde „Eendiacht waarop Michiel de Ruyter in de snikhete hut. ten dode gewond, zijn laatste overwinning bevechj. Stijge ons smeken om redding van het schip van staat even krachtig omhoog als toen hij in zijn laatste strijd smeekte: 'li Uu'. bcwaai: ,'s lands vloot. Spaar ge nadiglijk onze officieren, matrozen en sol daten. die voor een klein geld zoveel ongemak en gevaar uitstaan. Geef hun kloekmoedigheid en kracht opdat wij on der Uw Zegen de overwinning mogen wegdragen. Heer, geef nu een gewenste uitslag van mijn zwakheid, gelijk Gij Uw volk gaaft toen ik sterk was: opdat blijke, dat wij alles door U doen en dat Gij het alleen doet. zowel door zwakken als kl°®" ken, iowel door weinigen als door velen (pag. 244—245). F. S. N.a.v. „De scheuring van het Bijk", door prof. mr P. S. Gerbrandy. Het dra ma van de Indonesische crisis. Uitg. J, H. Kok, Kampen. Uitkeringen boven gaand. Wordt meer vGkr'Y verschud.èd "W'' S'fchts ^cceScht mn het mtrdX de C°ntan<P ";'arde Met betrekking tot de voldoenine v zochfUwnerHSierechl kan vergunning v< te betaleY bet recbt- in termijnen sfneuóul. samenvallend met de an ver- Verschuldigd ltlterest-**goeding recht° een0 ten62®11 .is vr*> van successie van rie g0v<?!ge van het overlijden toeke n i t wrk r'-'fTn recht op perio- \vp7(mnon 0 ?en (waaronder begrepen Uid mm?'ben) tot hun 21-Jarige leel- voorzover o.m. in totaal verkriE uitkeringen niet: meer vnnr e WOrdt dan f 500 - Ppr iaar vnnr ,ha!fwezen en 1000,— per jaar voor Volle wezen met dien verstande, aat de vrijstelling niet meer bedraagt dan een naai rato van het aantal kinderen oerekend evenredig gedeelte van het „rag dat de door de Weduwe genoten vrijstelling minder bedrhagt dan 4000,- P,er .laar- wordt meer dan Het vrijge stelde bedrag verkregen, dan is alleen successierecht verschuldigd over de con- tante waarde van het meerdere. Ue voor de werknemer aan de pen sioenregeling verbonden fiscale voorde len hebben uiteraard slechts betekenis als de werknemer een grote mate van zekèrHëld bezit, dat de verleende aan spraken ook werkeljjk ie zijner tijd zul len worden gehonoreerd. Wanneer nu de werkgever in velband met de getrof fen pensioenregeling vérzekeringen sluit, heeft de werknemer in ieder geval de zekerheid, dat althans de voör dc pen sioenregeling reeds tiltgetrbkken en in de polis belegde gelden hunhe bestem ming zulléh bereiken. II, in ons blad van Donderdag 6 Sep tember 1951. Eau richtlnga«nwtjzer is géén toovef «ttf bij vertelt alleen, wat 0 graa£ wilt doen op den weg hij geeft u geen bijzonderen voorrang! Óokals u „het pijltje" hebt uitgestoken, moet u blijven opletten, of gij uw richtingverandering wel veilig kunt volvoeren (cnlaat het ding daarna niet noodeloos uitstaan!, dat 1* onuitstaanbaar en geviirlijk I) H

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 5