Ziekenfondsen
12e Filmfestival in Venetië
Geen wereldschokkende
resultaten
Reclame
DE STRIJD ROND I. D. L L's
BESTAANSRECHT
LEVENSVERZEKERING EN
PENSIOENREGELING
„De Scheuring van het Rijk
l
jVSKK
«r v'rr^v y
1
Maakt
voor Uw zaak
De Hpoorvvegplamieii le
Rotterdam
commissie
v,„ H„„rr„ig Episcopal, I,,, ,r.?:riTme,L
R'damse raad aan
vaardde kernplan
Binnenstad
Fiscale voordelen voor werkgever
en werknemer
Een publicatie van prof. Gerbraiwly
VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1951
PAGINA 5
Geen staatsinstellingen
„Moord in de kathedraal", een
nobel, maar mislukt experiment
(Van een bijzondere correspondent.)
DON BOSCO-SCHOOL TE
VEGHEL
DODELIJK ONGEVAL IN
N.O.-POLDER
Vei klaring der adviserende bisschoppelijke
ZILVEREN KLOOSTEREEEST
WANDSCll 1 LOLLING KABEL
APPEL L\ HOOFDSTEDELIJK
muselm?
ïooo, v.„
IV (slot)
Het is blijkbaar een niet voor iedereen
even gemakkelijk te aanvaarden stand
punt, dat niet de staat op de eerste plaats
de verantwoordelijkheid draagt voor de
gezondheidszorg en dus voor het zieken
fondswezen. maar dat volgens een
algemene regel ook hier zoveel moge
lijk aan particulier initiatief moet worden
overgelaten. Wanneer men bedenkt, wat
Er op dit gebied in de loop der jaren
door particulieren is verricht en dat er
voor de oorlog reeds een bevredigend
Werkend ziekenfondswezen was ontstaan,
dan .verwondert men zich wel over dit
staats-absolutistische streven. Toch is het
aanwezig en wellicht in sterkere mate.
dan de oppervlakkige waarnemer zou
menen op te merken.
Het ontwerp Ziekenfondswet, dat dom
het departement van Sociale Zaken aan
de Ziekenfondsraad is voorgelegd, vv i
meer en meer bevoegdheden aan oe
Ziekenfondsraad, de Kroon of de minis
ter trekken, zodat van de zelrstandighcd
der fondsen niet veel maer dan de uiter
lijke schijn overblijft. Maar daarbij word!
er weinig twijfel aan gelaten, dat men
dit nog maar als een overgangsfase be
schouwt naar een meer .ideale" tot-
stand. waarin de bevoegdheden volledig
gecentraliseerd zullen zijn.
Naar aanleiding van de voorgesteld?
samenstelling van de Ziekenfondsraad,
waarin op oen totaal van 42 leden 7 ve--
legenwoordigers van de ziekenfondsen
zijn opgenomen wordt ter toelichting on
gemerkt. dat het aantal vertegenwoor
digers der fondsen vergeleken mei êen
vorig ontwerp is beperkt, „uitgaande van
de gedachte, dat enerzijds hun vertegen
woordiging ais uitvoerings-organen niet
gtrikt noodzakelijk is, doch dat ander
zijds hun technische adviezen van waarde
zijn en zij een historisch recht op ver
tegenwoordiging hebben". Er hoeft das
niet veel meer te gebeuren, of ze liggen
eruit Technische adviezen kunnen des
gevraagd wel schriftelijk worden gegeven
en die historische rechten..,., och, daar
wandelt men wel gemakkelijk overheen,
ais het grote doel maar bereikt wordt.
Dit grote doel. wij vonden het onlangs
omschreven in het maandblad „Zieken-
fondsnieuws" van de Centrale Bond van
Onderling Beheerde Ziekenfondsen (op
laag 315.000 ex.) bij wijze van Verzuchting
van de heer C. J. van Lienden: „Een
gelukkig land, dat Engeland, zo zijn w ij
geneigd te verzuchten. Het heeft een
regering die over de gehele linie
de verantwoordelijkheid aan zich heeft ge
trokken voor de volksgezondheid en zich
daarvoor onbekommerd waarlijk grolè
financiële offers getroost" (spatiëring
van ons). Ja waarlijk, het kost daar nog
een stuk meer dan hier. maar hier zijn de
lasten ai haast ondraaglijk en onbekom
merd zijn we, helaas, allerminst
Die financiële offers vormen natuurlijk
een belangrijk punt, maar wij menen in
de voorgaande artikelen wel duidelijk te
hebben gemaakt, dat een verder tot zich
trekken van de verantwoordelijkheid door
de overheid deze offers nog maar groter
zai doen worden. En naarmate de over
heid meer verantwoordelijkheid tot zich
trekt, neemt die van dè bestuurders en
functionarissen der fondsen af. Van de
mensen, die zich thans „pro Deo" veel op
offeringen getroosten vóór het goede
reilen en zeilen hunner fondsen en de be
langen der verzekerden, blijft er dan óp
den duur geen meer over. En dit is 't, wa„
wij juist zo belangrijk achteh, dat er nüg
zoveel belangeloos gewerkt wordt vooi
een gemeenschappelijke zaak. terwijl de
verzekerden nog een stem in het kapittel
hebben. Maak er een staatsinstelling
van, dan wordt elke klacht afgescheept
met orders van boven, met algemene
richtlijnen, met ambtelijke onpersoonlijk
heid. Dan is er geen prikkel meer om het
goed te doen, geen vrees ook, dat de ver
zekerden naar andere fondsen zullen
overlopen.
Toezicht door de overheid, natuurlijk 1
Maar wordt ook op het levensverzeke-
ringsbedrijf, dat een zeer belangrijke
sociale functie vervult, geên controle uit
geoefend, die effectief is, zonder dat noch
tans alle verantwoordelijkheid aan de
staat is getrokken
Wij hebben hier in liét kort aangetoond,
dat er een zeer groot gevaar voor wat
men noemt „socialisatie" bestaat, dat er
van verschillende kanten naar gestreefd
wordt het particuliere initiatief op het ge
bied van dé Ziekenfondsen uit te schake
len en er in een of andere vorm staatszorg
voor in de plaats te stellen. Dit streven,
ais uitvloeisel van een materialistische le
vensbeschouwing, is er tévens op gericht
dé verzekering zó radicaal mogelijk té
doen zijn. zodat elke verzekerde een be
roep kan doen op alle ter beschikking
slaande middelen, zonder zich enige extra
opoffering te getroosten in elk voorko
mend geval, buiten het regelmatig betalen
van (een deel van) de premie.
Wij hebben de overtuiging, dat een der
gelijk stelsel grote nadelen inhoudt en de
volksgezondheid onder een schijn vah
royaliteit werkelijke schade toebréng.'
Het kweekt simulanten. doodt de
verantwoordelijkheid en werkt een ver
spilling in <fe hand, die dóór een toene
mende centralisatie én verdere verambte
Hiking slechts kan worden bévorderd.
Hét is té vrezén. dat élleèn dè wrange
vruchten van een dergelijk systeem,
mocht het ook tot wasdom komen, in staat
zouden kunnen zijn. de kwekers ervan tot
andere gedachten te brengen, maar dan
zou het onheil ook zijn geschied. Daarom
zal grote waakzaamheid geboden zijn. Nog
is het niet zover, nog hebben de fondsen
een tamelijk grote invloed en zelfstandig
heid, maar een ziekenfondswet in de geest
van het genoemde ontwerp zou de weg
plaveien voor de socialisatie, die wij ver
derfelijk achten.
In dit kader past tenslotte nog een
woord over de katholieke ziekenfondsen;
Neen. noodzakelijk achten wij deze niet,
evenmin als wij maatschappij- of onder
nemingsfondsen noodzakelijk achten. Zo
lang de algemene bepalingen, waaronder
de fondsen moeten werken niet in strijd
komen met kstholisKG beginselen van
geloof en moraal en de daaraan ontleend 2
rechten der verzekerden gewaarborgd zijn
is het principieel niet strikt nodig, dat er
katholieke fondsen zijn. Maar net als die
andere fondsen bestonden de R. K. fond
sen reeds lang voor het Ziekenfondsen-
besluit in werking trad en dus is er QlSen-
lijk geen reden, om ovër hun al of niet
noodzakelijkheid te discussiëren.
Zij zijn er en wij zijn geneigd hieraan
toe te voegen: gelukkig! Niet omdat wij
het nodig oordelen ons in katholiek vel
band tegen wat dan ook te kunnen ver
zekeren, maar omdat wij er thans van
overtuigd zijn, dat in iSder geval °P b
terrein van dè ziekenfondsen een katho
liek geluid gehoord wordt en onder de
huidige omstandgheden is dat hard nodig
ook. Zèer waarschijnlijk zou de toestand
er reeds heel anders hebben uitgezien, in
geval deze fondsen er niet geweest waren.
Zonder hen zouden de katholieken in het
overlég hoogstens Individueel hebben kun
nen optreden. Thans wordt dit in organi
satorisch verband gedaan. Dit juichen wij
toe.' niét uit inschfsovèrWégingen. maar
wél om géwicht in dè schaal iê leggen. Er
moet nu rekening gehóuden worden met
de katholieken, die mén eigenlijk liever
Zou negéren (zié het voorbeeld van de
commissie voor de ziekenhuizen).
Ipts^ndefs is. of deze fondsen in hun
optreden wel altijd even gelukkig zijn ge
weest en of hun beheer steeds smetteloos
was. In de huidige kritieke période dragen
Z'.i een bijzondere verantwoordelijkheid en
wij hopen, dat zij zullen tonen, zich hier
van Wel bewust te zijn.
VENETIë, 3 September 1951.
Voor de twaalfde maal wordt in Vene
tië een Filmfestival gegeven. De lielft
van dit cinematografische festijn is al
voorbij en We moeten getuigen, dat de
resultaten nog niet wereldschokkend
zijn geweest integendeel.
Duitsland bleef verre onder de maat
met „Lockende gefahr" en zelfs Disney
viel tegen met zijn grote, in Engeland
vervaardigde en daar reeds vertoonde
tekenfilm „Alice in Wonderland", die de
grenzen van de sprookjesfantasie opzet
telijk overschrijdt en een soort verwron
gen visie is geworden van de heer Disney
zelf, die met de ongekunsteldheid van
het oorspronkelijke gegeven niets meer
te maken heeft.
De Festivalleiding zou schromelijk in
haar taak tekort zijn geschoten, indien
zij niet op na sonde wijze de overleden
acteur Louis Jouvet en de Amerikaanse
fi'impionier Robert .Flaherty zou hebben
herdacht. Dit geschiedde voor Jouvet met
..Kermesse heroinue" cn voor Flaherty
met „Louisiana Story" (zijn meeSt Pé-
cente meesterwerk), „Nanouk", „Ele
phant Boy" en „Man of Aran".
De Nederlandse inzending „De Dijk
is dicht" van Koolhaas werd hier ver
toond in een Engelse versie. Zij vond
weinig weerklank en de mening was,
dat de gang van deze film veel te traag
was. De andere Nederlandse film van
Bert Haanstra „Nederlandse Beeld
houwkunst in de Middeleeuwen" kwam
niet in vertoning, omdat ze te laat
arriveerde. Ook hierin was ons land
dus te langzaam!
Engeland heeft zich aangediend met de
ondier regie van Pat Jackson vervaar
digde film,.White Corridors".
De Italiaanse film „Weg van de hoop",
dij reeds in ohsland rouleert, kreeg van
de heer Selzmick de prijs voor die Euro
pese film, welke het meeste zou hebben
bijgedragen tot de culturele, enonomi-
sche en individuele verbroedering van
dit geteisterde werelddeel.
Deze Seiznick-prijs athten Wij aan de
rechte regiseeür en aan de rechte film
geschonken.
In samenwerking met de auteur F. S.
Eliot hebben wij gestreefd naar poëzie
op het filmdoek", verklaarde de Engelse
producer-regisseur George Hoeilering,
naar aanleiding van de welëldipremiere
van „Moord in de Kathedraal" op hel
twaalfde Filmfestival in Venetië. „De op
gave een film te maken, waarin het
visuele élement d'e woorden moet onder
steunen. plaatste voor nieuwe proble
men". aldus mr Hoeilering en hij voegde
er glimlachend aan toe. dat er wellicht
tot dusverre geen film was gemaakt,
waal-in zoveel wordt gesproken^
De filmcriticus, die terecht van het
standpunt uitgaat, diat het bewegende
beeld primair moet zijn, zodat hierdoor
op alle mogelijke wijzen een schoon
heidsimpressie kan worden opgeroepen
met het gieluid als dienende factor,
huivert, bij het vernemen van een der
gelijke stelling. Hetgeen wij dan ook
hebben gedaan, ondanks de hitte op'het
Vertetdaanse Lido.
De avondvoorstelling van „Moord in de
Kathedraal" bevestigde deze vrees Woor
den, schoonklinkende woorden, waarin
het drama van de Aartsbisschop ved
Canterbury. Thomas Bccket, wordt gete
kend, komen eindeloos uit de.geluidsin
stallatie. Zc wordeti inderdaad gesteund
door beelden, d.w.z. de camera toont ons
de figuur of figuren, die de tekst spre
ken Doch elke scené raapt het verlan
gen op naar toneel, naar een ruimte,
waarin de personen zich bewêgên. De
reeks close-ups, waarop régisseur Hoei
lering ons vergast, heeft niet het minste
effect. De film is geworden een uitgeba
lanceerde demonstratie van proza- en
versen-zeggen, waarbij igiebruik wordt ge
maakt van een met zorg eh eerbied
samengesteld prentenboek, waarvan naar
mate d,e tekst voortschrijdt een pagina
wordt omgeslagën.
Dit heeft echter allemaal niets te ma
ken met film in de wezenlijke zin van
het wóórd. Wij kunnen het slechts be
treuren, d«t een zo bekend toneelwerk
als „Moord in de Kathedraal" werd ge
bruikt voor een experiment, waarvan
voor ingewijden het mislukken bij voor
baat vast moest staan.
Toch zouden wij een zeer groot on
recht begaan, indien wij dit experiment
minachtend voorbij Zouden gaan. Immers
het betekent een grootscheepse poging
om met inzet van al de verfijnde tech
niek der afgelopen 20 jaren dus na het
begin van die geluidsfilmperiode op
nieuw ie komen tot de samenvloeiing van
literatuur en film, waaraan ongeveer in
hc tijdvak van 1920-1930 door Duitse en
Franse kunstrichtingen is gestreefd. Wat
in de ..stomme periode" mislukte, mis
lukte eveneens in deze „geluidsperiode".
doch kreeg' in dit jaar 1951 de technische
perfectie mee van voortreffelijke foto
grafie, zuivere muzikale en vocalistische
weergave en een rustig beeld door het
gebruik van een voorbeeldig functionne-
rende camera.
De Engelse taal komt m d® filmtekst
van Eliot voortreffelijk tot haar recht en
zelden hebben wij een speelgroep indivi
dueel en collectief zo onberispelijk horen
declameren. Het is ook hierdoor, dat hot
verlangen naar het toneel zich lijdens de
film, die 2% uur duurt, in steeds heviger
mate bij de bewuste toeschouwer op
dringt.
Zo schuilen er in de nobele oipzet van
dit mislukte experiment der Engelse
filmwereld elementen, die nopen tot
waardering voor de poging, omdat alles
er op wijst, dat de producer-regisseur
Hoeilering van zins was de film-aan
schouwende mensheid te verrijken.
De belangstelling voor de filmversie
van het wereldbekende toneelwerk
„Murder in the Cathedral" in het
Palazzo was groot. maar allengs
maakte zich een zekere onrust van
de zaal meester, die ten slotte ont
aardde in een vertrekken gedurende de
voorstelling. Zeker twee derde van het
voor een belangrijk deel in avond-kledij
gehulde publiek verliet de zaal. Het be
zat niet de moed om de ogen te sluiten
en slechts te luisteren naar de schone
tekst op de geluidsband.
De jOnge filmkunst verleidt velen tot
daden, die nobel zijn van opzet, doch die
de jongste muze geen dienst bewijzen.
„Moord in de Kathedraal" is hiervan een
klinkend voorbeeld.
(Van onze correspondent)
In het hart van Brabant, in het voor
uitstrevende Veghel. waar sedert jaren
een enorme behoefte bestond aan een
school voor buitengewoon lager onder
wijs, is gisteren 'n lang gekoesterd ideaal
in vervulling gegaan toe ndeken Teu-
lings de nieuwe Don-Boscoschool plech
tig inzegende.
Hij bracht als voorzitter van het
schoolbestuur dank voor aller medewer
king. Namens het Rijkstoezicht op het
BLO voerde hoofdinspecteur N. Vliestra
hét woord namens de Rijksinspectie voor
het LO dè inspecteur Kroeze en namens
de gemeente Veghel burgemeester Schte.
ven.
Deze Don-Boscoschool voor BLO staat
onder leiding van de Broeder? uit Maas
tricht.
Gistermorgen omstreeks 7 uur gebeur
de op de weg langs de Nagelezuidvaarl
in de Noord-Oostpolder een dodelijk on
geval. De 27-jarige wielrijder A. J. In
wonende te Hazerswoude en werkzaam
in de Noord-Oostpolder, begaf zich per
rijwiel naar zijn wérk. In zijn hand had
hij een onderdeel van een landbouwma
chine. Toen hem een vrachtauto achterop
reed wilde de man naar rechts uitwijken,
maar het machinedeel, dat hl) droeg,
werd door de auto gegrepen, zodat de
man opzij werd getrokken en onder het
achterwiel terecht kwam. Hij was op
slag dood. Het slachtoffer is ongehuwd.
In de raadszitting van gistermiddag
heeft de burgemeester, rtlr P. Oud mee
gedeeld, van dé minister van Wederop
bouw Oh Volkshuisvesting, die dit liet
weten mede- namens zijn ambtsgenoot
van Verkeer en Waterstaat, een schrij
ven te hebbed ontvangen, waaruit blijkt,
dat het overheidsaandeel in de kosten
van de Spodrwegwerkert in Rotterdam
over de eerste drie jaren beperkt zullen
moeten worden.
Daartegenover slaat, dat de Neder
landse Spoorwegen zich echter bereid
verklaard hebben over dezelfde jaren
een groter aandeel te financieren, waar-
hܫr vS.?y^ikeliik gevreesde verdere
ven achterwege zal kunnen blij-
wi?wal "'<lus °P neerkomen dat, hoc-
bamlh* S,"0rweKPIa» volledig ge-
zai Sft, blijven, voorlopig volstaan
van lT^n met de voltooiing
dam D pP°, NieuwerkerkKot te r-
nam u.r. met inbegrip van een onder
doorgang onder de Ceintuurbaan in het
verlengde van de Stadhoudersweg en
met de aanleg van het emDlaeefnenl
Hillegersberg Het Maasstation zal dus
op den duur kunnen verdwijnen
Voorts houdt het huidige plan in de
bouw van een stukgoederenloods aan de
Westzeedijk, verbetering van de stations
gebouwen Beurs en Feyenoord, de aanleg
van een nieuw emplacement op D,P en
de bouw van een nieuw D.P.-station.
Deze werken zullen in de drie volgen
de jaren hun beslag krijgen, met uitzon
dering van de bouw van het nieuwe D P -
station en het zuidelijke deel v an liet em
placement D.P. Deze werkzaamheden zul
len onmiddellijk 11a 1953 begonnen wor-
(ten.
De commissie van advies, welke door het Hoogw. Episcopaal aan I.D.I.L.
is toegevoegd en waarvan deel uitmaken dr H. Vvj Surig te Nijmegen,
mgr mr Op de Coul, directeur van liet R.K. Centraal Bureau voor Onder
wijs en Opvoeding in Den Haag en dr TheotimttS O.F.M. £ap te Helmond
zond ons ter publicatie de volgende verklaring:
«Na overweging van alle bezwaren, die tegen de I.D.I.L. van verschillende
zijden zijn ingebracht meent de Adviserende Bisschoppelijke Commissie
door het Hoogwaardig Episcopaat aan de I.D.I.L. toegevoegd de volgende
verklaring te moeten afleggen: Zij betreurt, dat haar eersto verklaring van
2 Augustus zulk een ontvangst genoot in een van onze daahliden een-
1 1 |i i"i' "lluC UfiLIlluULll. CCI.1
voudig omdat men niet voldoende mlormaties had
j 11 j 1 ,ld(| ingewonnen, wanneer
de verklaring door de commissie uit handen was geo-eVej,
De commisise heeft, bewust van haar verantwoord, 1
„ejeiinjke arbeid voor, ïoI,„ tr«llt
lichting ontlenen'wij "petVolgende" i iLfi™ wfo,Iij0rj;.nB gewaarschuwd te
L De commissie handhaaft haar stand
punt, dat een goed verzorgde en dus
(Van onze verslaggever)
Uern tot èert6vo hmiYvn n T> ^nilUocn
kubieke meter goedgekeurd nadat de
Wel houder valt Openbare Werken had
medegedeeld, dat de Kernfmttnrierli.Bs-
regeling, waarvan de uitvoering van dit
plan afhanirt. Woensdag jj. de hof on"
brekende bandtekening van de minister
van Financiën bail gekregen en dat pu
blicatie van de regeling in het Staats
blad nog deze maand kan Worden ver
wacht. Tevens heeft de wethouder me
degedeeld, dat van de 300 miliioen,
welke ét uitvoering van het plan naar
raming kqI kosten, 40 miliioen ondier
de Kernfinancieflngsregeling zullen val
len.
Hoewel hjj omtrent de inhoud van
deze regeling geen nadere ihliehlliigen
kon verstrekken, verklaarde de Wethou
der dat degenen die onder de Herboüw-
rëgellng vallen, niet voor eerstgenoem
de regeling in aanmerking komen. Wel
kunnen zjj, die heibouwplichten overne
men van hét Herbouwfonds, aanspraak
maken op kernfinanciering. Déze Wordt
Öók met terijgvVerkcndc kracht toegepast
doch alleen indien nlcn mét de bouw
van de panden na de oorlog begonnen is.
geotngarti'Uïérdë voorlichtingsdienst ge
zien de massa blieken, die verschijnt en
de gevaren voor de geestelijke en zede
lijke gezondheid van ons volk. in een
elementaire behoefte, ja zelfs nood, voor
ziet. Zelfs wanneer accidenteel de refeh-
tèli êil vrijheden van de Nederlandse
schrijvers soms niet tot hun volle récht
zouden komen, hetgeen minstens even
mogelijk is in de pers, stelt die elemen
taire nood onverbiddelijk zijn cis. De
commissie acht het erg gevaarlijk met
het begrip tolerantie te werken, aange
zien do inhoud van dit begrip haast
evenveel zinnen heeft als gebruikers.
2 Zij blijft van mening, dat een tij
dige. mógelijke al-omvattende voor
lichting alleen 'door een diénst als de
I.D.I.L. ën niet door de pers gëfevèn kan
worden.
3. Déze tij'diig'e voorlichting draagt niet
het karakter van censuur, in zoverre ze
zuiver aangeboden of gevraagde dienst
betoon is. zonder enige binding en ver
plichting van de zijde van de I.D.I.L.
(ten Overvloede: .Verboden" op een
kaartje van de I.D.I.L. of het cijfer
betekent dus: verboden geacht; elk Ne
derlander. cn dus ook de recensenten
van de I.D.I.L.. kan overeenkomstig de
vrijheid hem door de grondwet gega
randeerd dit oordeel publiceren).
4. Deze voorlichting is alleen preven
tief in zoverre c "'rivillender. zich daar
door te voren willen laten waarschuwen,
zich niet in hen onbekende gevaren te
begeven. (Eigenlijke preventieve cen
suur" kennen we ailèén in de bioscoop
wet).
De commissie kan niet. inzien, wetke
verantwoorde vrijheid door deze tijdige
voorlichting zou kunnen geschonden
Worden. Mén kan toch bezwaarlijk eisen
in naam der vrijheid, dat de grote massa,
die filet, zelfstandig noch eritisch léést
de gelegenheid moet hebben in gevaren
emrEen°ddatnor£Ien wil b]ijkbaai' niet
erkennen, aat ook na een tijdige waar
schuwing het mogelijk blijft de waL-
«C T'"nlre HH i„ elk geval
wordt zov\®' aanneming als bij verwer-
pmg geprikkeld i0t een zelfstandige vrije
beslissing en zo aan (je volksopvoeding
gewerkt.
De commissie verzekert, dat elke
verantwoorde en deskundige recensie
dooi- de I.D.I.L. zgi aanvaard worden en
dat ieder, die tot het geven daarvan in
staat is en zich beschikbaar stelt, met,
vreugde in de rangef} van de I.D.I.L.-
reoensenlen /at \vorden opgenomen.
6. Do commissie is van mening, dat
polemiek tegen de I.D.I.L. niet alleen
IneoretLsch maar ook feitelijk mogelijk
is: de recensiekaartjes zjjn alle onde-r-
tekend en genummerd. De commissie
acht tiet onjuist ie poheren dat men met
de I.D.I.L. niet polemiseren kan: de pers
staat, daar blijkbaar wjjd voor open. al
thans voor een bepaalde groep.
De commissie is Verder van mening,
dat de recensies van de I.D.I.L.. veel
verder verbreid don die der tiers en Voor
iedereen verkrijgbaar en daarenboven
van blijvende aard, even sterk het ka-
rakter „openbaar" vertonen als welk
tijdschrift en zeker als welke courant
ook: de term „semi-publiek" kan op
niets anders berusten dan oo een mis
kennen der werkelijkheid.
7. De commissie meent Verder, dat de
laak van de I. D. I. L. primair is: morele
voorlichting, terwijl de persrecensie pri
mair het verschijnert van een boek ais
cultuurhistorisch verschijnsel zal beschou
wen. De morele waarde is ëssentueél: eik
boek heeft een móréie waarde; de aésthe-
tische of andere Waarde is accidenteel;
zeer vele bezitten geen aesthetische of
andere waarde. Daarom zal het verschij
nen van een zeer groot gedeelte der boe
ken bezwaarlijk als cultuurhistorisch feil
kunnen beschouwd wórden en uit dien
hoofde nlët voor een bespreking in de
pers th aanmerking komen Bij de boeken
die een zekere litteraire of andere waar
de vertegenwoordigen, zal de persrecensie
feitelijk niet tijdig genoeg zijn voor een
mededeling omtrent de morele waarde
althans voor degenen, die zelf niet kun
nen beslissen, zodat ook hier de I.D.I.L.
met zijn primair morele en tijdige voor
lichting zijn taak ziet en terecht ziet. ter
wijl bij het overgrote gedeelte van de
verschijnende boeken de I.D.I.L. met zijn
morele kwalificatie feitelijk de enige in
stantie van grote omvang is, die leiding
aanbiedt aan degene, die ze wil aanvaar
den.
8. De commissie moet haar verbazing
uitspreken bij het .lezen van uitspraken
als zou een inlichtingendienst omtrent lec
tuur een gevaar betekenen, terwijl de
werkelijk preventieve censuur bij de film
en gedeeltelijk ook bij de radio blijkbaar
niet in strijd met de vrijheid worden ge
acht en evenmin als gevaren worden ge
signaleerd. terwijl hier alleen polemiek
mogelijk is in de pers.
9. De commissie verklaart zich verder
bereid eventuele klachten van auteurs,
die door de I.D.I.L. in hun rechten of vrij
heid benadeeld menen te zijn. aan een
onderzoek te onderwerpen en desgewenst
het resultaat te publiceren en het recht
te geven haar eventuele correspondentie
feveneens te publiceren.
(Van onze correspondent)
Pater Eliseus O.F.M. Cap. (A. te Riele
uit Amsterdam) viert Zondag 9 Septem
ber a.s. zijn zilveren kloosterfeest; Do
jubilaris was van 19^V tot 1939 profes
sor aan het seminarie te Enschede, na
dien tot 1942 als zodanig verbonden aan
het vroegere seminarie in Langeweg en
de zes daarop volgende jaren was hjj
gardiaan van het klooster aldaar. In 1948
werd pater Eliseus benoemd tot vicaris
en is hjj tevens belast met de bouw van
de nieuwe rectoraatskerk in Langeweg.
Do Amsterdamse „experimentele schil
der" Appel Zal eén wandschildering in
het stedelijk museum te Amsterdam vér-
vaardigen.
lloals men zich zal Herinneren, maakte
Appel in opdracht van dé gemeente ge
ruime tijd geleden in de koffiekamer van
het stadhuis een wandschildering, die
echter in gemeenteraad en peis zoveel
kritiek onde. vond dat zij werd verwij
derd. B. en W. boden Appel toen aan m
een ander openbaar gebouw van de stad
een schildering te maken. Aanvankelijk
zou deze schildering komen in de nieuwe
aula van het stedelijk museum, doch de
directeur van het museum heeft zich hie.r
ernstig tegen verzet, omdat hij meende,
dat de aUIa een strict neutraal karakter
dient te hebben en een wandschildering
van wie dan ook, misplaatst zou zijn.
Geen bezwaar had1 de heer Sandberg er
tegen, als in ëen der vestibules van de
aula een wandschildering van Appel zou en aldus Wellicht een nog belangrijker
komen. Dit zal thans geschieden. Ver- percentage vah de betaalde premlën aan
moedelijk in de löop van de volgdfide inkomstenbelasting hesparen. Daarenbo-
maand zal de wandschildering gereed i ven behoeft de werkgever over de ge-
zijn. 1 storte premiëri, die toch in Wezen loon
III (Slot)
De fiscale voorschriften hebben dus
een gunstige sfeer gecreëerd voor de
particuliere levensverzekering. In veel
sterkere mate geldt dit echter nog voor
die levensverzekeringen, welke in
verband met toegekende pensioenaan
spraken worden gesloten. Ongetwijfeld
is de pensionneringsgedachte mede
gestimuleerd door de fiscale voordelen
welke zowel voor de werkgever als
i oor de werknemer aan een werkge-
versvoorziening in de vorm van een
pensioenregeling verbonden zijn.
Van een pensioenregeling in fiscale
zin is nu sprake, wanneer een werkgever
een algemene voorziening heeft getrof
fen, welke uitsluitend ten dft] heeft de
verzorging bij invaliditeit en ouderdom
van werknemers en gewezen werkne
mers en de verzorging van hunne we
duwe, minderjarige kinderen en pleeg
kinderen door middel van pensioen. Een
voorziening dus, welke een werkgever
treft voor een individuele werknemer, is
nimmer een pensioenregeling in fiscale
zin: vereist is een zeker algemeen ka
rakter d.w.z. de regeling moet gelden voor
het gehele personeel of een bepaalde
groep hiervan. Zo zal dus van een pen
sioenregeling sprake kunnen zijn, indien
de werkgeversvoorziening alleen bijv.
het vaste personeel of de leden van de
hogere slaf omvat.
Hoewel de voorziening moet worden geëf
fectueerd door middel van pensioen,
behoeft de mogelijkheid van een uitke
ring ineens geenszins het karakter van
een pensioenregeling aan te tasten. Het
hoofdoel moet pensioenverlening zjjn,
maar hieraan staat niet in de weg, dat
incidenteel een kapitaaluitkering moge
lijk zou zijn bijv. aan de erfgenamen van
de werknemer, indien zowel hij als zijn
echtgenote voor de ingangsdatum van
het pensioen zijn overleden en geen min
derjarige kinderen aanwezig zyn Anders
is het echter indien de mogelijkheid van
kapitaaluitkering een essentieel deel van
de voorziening uitmaakt bijv., indien bp
overlijden van de werknemer aan u'®bs
echtgenote een kapitaal wordt beschik
baar gesteld. Wil deze werkgeversvoor
ziening dan met bet oog op de fis
cale voordelen als een pensioenrege
ling worden aangemerkt, dan zal een
daartoe strekkende aanwijzing door de
Minister van Financiën noodzakelijk zijn.
Kleine groep werknemers
Indien de pensioenvoorziening betrek
king heeft op een zeer kleine groep
Werknemers ("bijv. alleen op de hogere
staf)kan het aanbeveling verdienen, dat
de werkgever zijn uit de voorziening
voortvloeiende verplichtingen via ka
pitaalverzekeringen doet dekken.
Een zuivere pensioenverzekering kan
n.l. „verlies" opleveren en wel indien de
pensioengerechtigde kort vóór of nü in
gang van zijn pensioen overlijdt en zijn
echtgenote, die recht heeft of zou heb
ben op weduwepensioen, vöör hem is
overleden of hem slechts kort overleeft.
Bij grotere groepen maken de langle-
venden zulke „verliezen" meer dan goed
en voldoen dus de goedkopere zuivere
pensioenverzekeringen uitstekend. Wordt
voor een kleine groep dekking via
kapitaal verzekeringen gekozen, dan blijft
het nochtans met het oog op de fiscale
zijde van de zaak nodig, dat de aanspra
ken van werknemers c.s. in de vorm van
pensioen geregeld worden. Iedere goed
geoutilleerde levensverzekeringmaat
schappij zal een geschikte oplossing aan
de hand kunnen doen, waardoor de be
langen zowel van de werkgever als van
de werknenier en de zijnen op afdoende
wijze beveiligd worden.
Hiervoor werd er reeds de aandacht
op gevestigd, dat de hausse in pensioen
regelingen in hel bedrijfsleven mede te
danken is aan dé fiscale voordelen, welke
hieruit, voor de werkgever voortvloeien.
Voor de werkgever vormen de premiën,
welke hij voor de in vèrband met de
pensioenregeling gesloten verzekeringen
betaalt onverschillig of dit kapitaal-
of zuivere lijfrenteverzekeringen zijn
bedrijfs- of beroepsohkosten. Dientenge
volge wordt hierdoor de belastbare op
brengst gedrukt. Is de werkgever
lichaam, b.v. een naamloze vennoot
schap, dan zal hij dus minder vennoot
schapsbelasting betalen, welke bespa
ring naar het. huidige basistarief te stel
len is op 45 pet tot 52 pet van de betaal
de premiën.
voor de werknemer vormen geen
aan vereveningsheffing le betalen.
De reële kosten van de pensioenrege
ling zijn dus geenszins geljjk aan hét
nominale bedrag der betaalde premiën,
maar voor de berekening hiervan móet.
de bereikte besparing aan belasting ovér
de opbrengst en aan vereveningsheffing
nog in aanmerking worden genomen.
Inkoopsom voor verstreken
dienstjaren
De neiging tot het, treffen van een
pensioenregeling zou wellicht niet z»
groot zijn, indien enkel premiën op de
opbrengst in mindering zouden kunnen
vvoi'den gebracht, daar toch bij een even-
tuele omslag in de conjuctuur met de
mogelijkheid dat de fiscale besparingen
niet volledig worden bereikt, rekening
moet worden gehouden. Bij het treffen
van de regeling echter respectievelijk bij
uitbreiding van een reeds bestaande re
geling mag bovendien de inkoopsom voor
verstreken dienstjaren op de opbrengst
in mindering worden gebrachl, zodat niet
alleen daardoor de toekomstige lasten
Worden verlaagd maar daarenboven,
waar de regeling respectievelijk uitbrei
ding pleegt plaats te vinden in een der
vette jaren, tevens de zekerheid verkre
gen wordt, dat voor een belangrijk deel
van het totale te betalen bedrag direct
de fiscale voordelen worden gerealiseerd.
De fiscale voordelen, welke een pen
sioenregeling de werknemers Wedt, lig
gen in een ander vlak.
henewenïïe' welke de werkgever voor
,betaalt, vormt in wezen een deel
nfno °?n' ™aar wordt bij de bereke-
besrhnn,^ 1 °°,n ln fiscale zin buiten
latere g- gelaten. Wel worden d»
resnootii^ u-,°en,uitkeringen loon-
rterPwen"eVellik inkomstenbelasting on-
inkS6";, Door deze „uitsmeer* van
gelijk^ de Pensioenregeling mo-
of iLr 2 gewoonlijk een min
respectieve! besParing aan loon,
zich breneen ink°mstenbelasting> met
pensioenniUrn - immers de latere
veelareeAnel1"?611 in verband met het
ger tarief nmil °men aan een veel la-
Betaalf ^ld,?,rw,arPen zullen zijn.
premie voor .^eFkSever niet de gehele
dafwoid" OX8!9 tTfeverem
nfet lis loon ri? verplichte bijdrage
to tlscale anSmuwd
verplichte bijdrage on w i^51 deze
tievelljk inkomen jn P ^1°?" respec:
worden gebracht alvorens de versXl-
naamloze vennootschap heeft te zijnen
behoeve een pensioenregeling eeirnffLT
waarin hij verplicht is 5 vfn ^in sa?n
ris of wel 50,- per maana wTte dra-"
gen, wordt de premie, voor zover door
de naamloze vennootschap betaald niet
als loon respectievelijk inkomen ié fis.
cale zin beschouwd, maar bovendien
móét de verpliahte bijdrage on bel
maand-salaris in mindering worden ge
bracht. Het. loon in fiscale zin van rtë
desbetreffende directeur bedraagt rh,e
950,— per maand. De verplichte b'1-
drage staat er niet aan in de weg dat
deze directeur nog zijn inkomen vermin
dert wegens een privé gesloten lijfrente
verzekering of levensverzekering met
fiscale lijfrente clausule tot het hem toe
geslane maximum per geheel kalender
jaar.
Bovendien is niet alleen de aanspraak
op toekomstig pensioen, maar ook het
recht Op reeds ingegaan pensioen vrii van
vermogensbelasting. 1,11
Vrijstelling van successierecht
voor tveduiicn en Wezen.
Daarnaast bestaat nog voor de wedu
we en wezen, die tengevolge van lwt
overI«dr.i van de wefttneiner rrr)lt
pensioen verkregen, een bepaalde vrii-
riclling van successierecht. Voor de we-
eèn ,s m,mpllJk vrij van sucress erecht
leen tengevolge van het
hjlar man verkregen rech^o^pi'tto'diek"
Is de werkgever een natuurlijk persoon
en zijn bedrijfs- of beroëpsopbrfeiigst dus
aan inkomstenbelasting onderworpen,
dan zai hij de top van zijn inkomen, wel
ke juist het zwaarst belast Is wegwerken
,,Ik mtSët in deze bladzijden verhalen
van een grote ramp, van groot gebrek
aan wijsheid, van een reeks misslagen,
van wanbegrippen en ondeugdelijke
praemissen, van tegenslagen, onoordeel
kundigheid, persoonlijke eerzucht en het
verlies van een onontbeerlijk, van een
inderdaad vitaal deel van mijn land on
der druk van Engeland, dé Verenigde
Staten van Amerika en de U.N.O. Niet
te rechtvaardigen inmen-ging van bui
tenstaanders in onze binnenlandse aan-
gelegenhedlen moet ik boekstaven, even
als de droevige* maar onontkoombare
gevolgtrekking .dat onze oorlogsinspan
ning oils in vele opzichten in een arm
zaliger toestand heeft gebracht dan som
mige van onze vijanden
In deze klassieke stijl, welke aan de
oud-Romeinse geschiedschrijvers doet
denken, begint Gerbrandy zijn boek.
waarin hij een beschrijving cn een be
schouwing geeft over alles wat zich na
de oorlog rond de vrijmaking afspeelde
van wat eens onze archipël was.
Begrijpelijk is het ,dat de oucf-minis-
ter-president ,pröf. mr P. S. Gerbrandy,
met Welter de man ,die de gevoerde po
litiek het scherpst heeft bestreden, er
behoefte aan heeft gevoeld eéb beschrii-
vin^te geven van hetgeen zich in de
jarCT na de oorlog ten aanzien van de
Irldië-politiek in ons land, in Indonesië
eti daarbuiten heeft afgespeeld en hij
deed dit in dit boek, onder de titel
„De scheuring van het Rijk" Hij gaf
het deze titél mee, omdat dè kerngedach
te van zijn boek is de ongrondwettig
heid Van deze politiek.
In het eerste deel biedt Gerbrandy
een overzicht van Nedérlands-Indië
zo noemt hij het nog bij voorkeur on
der het Nederlands oppergezag tot 1942,
daarna, in deel II beschrijft hij de
periode der bezetting om in deel III
te komen tot de politieke situatie en
entwikkeling na de bevrijding, welk
deel hij „De Chaos" noemt, onderver
deeld in de catastrophe, dè achter
gronden en de lawine. Van het „pacte-
ren met de rebellen" af, direct na de
Japanse capitulatie ,tot aan het tot
stand komen van het Unie-statuut, geeft
de auteur een zeer lezenswaardige be
schrijving van de achtergronden van
déze politiek, zoals die haar zijn ilizicht
waréh.
Als hij uiteenzet hét verechil vatl op
vatting .dat er bestond tussen de toen
malige regering en de gouverneur-gene
raal Tjarda van Starkenborgh Stachou-
wer, komt deze tegenstelling hierop neer,
dat de regering besprekingen wenste te
voeren met de daarvoor in aanmerking
komende Indonesische leiders, terwijl
de gouverneur-generaal op het stafid-
punt stond van allereerst herstel van
orde en rust en herstel van de Oude
vertegenwoordigende organen om daar
na te komen met de op de grondslag
van de Koninklijke boodschap van 6
December 1942 in uitzicht gestelde her
vormingen in de richting van zelfstan
digheid van Nederlands-Indië teneinde
aldus de situatie volkomen in de hand
te houden (pag. 95). In aansluiting daar
op bespreekt hij dan d'e houding van de
Katholieke Volkspartij en zegt; „Wie iets
afweet van de principiële stelling, wel
ke ten deze op staatsrechtelijk en staat
kundig gebied binnen de sfeer van het
katholicisme wordt ingenomen, die zal
moeten toestemmen, dat verwacht mocht
worden, dat eert Katholieke Partij zich
naar dit paroo! zou gedragen. Het tra
gische is, dat door haar samengaan met
de Partij vah de Arbeid zulks is verhin
derd. Wel hééft zc iheer dan eens de
verzenen tegen de prikkelen geslagen
maar uiteindelijk is ze verantwoorde
lijkheid blijven dragen voor een geheel
ander beleid". En verder„Bet pro
bleem rfer gezagsh-andhaving werd op de
achtetgrond gedrongen. De frictie tus
sen de samehwerkende partijen ging
zich ml bewegen rond de vraag welk
aceoord met representatief geachte indi
viduen in Nederlandls-Indio, rebellen en
nlet-rebelien, is voor socialisten en Ka
tholieken beiden aanvaardbaar?" En
tenslotte; „Het inslaan van deze fatale
richting staat, naar uit het tot nu toe
meegedeelde blijkt, in nauw verband
met heel de politieke partijen-structuur
in Nederland", (pag 96).
Deze laatste mededeling van prof.
Gerbiandy kunnen wij om haar objec
tiviteit het best waarderen, omdat hier
uit blijkt, dat er nog andere waarden wa
ren, welke in overweging moesten wor
den genomen en waarmecfe de politici
in die dagen rekening hadden te hou
den. Ny kan men, zoals prof. Gerbrandy
dat doet. zéggen, dat dteze politiek heel
wéinig paste „bij een confessionele partij
als de Katholieke Volkspartij tóch 1
wenste te zijn" maar dan zou nien toch
eerst duidelijk moeten kunnen toewij
zen, dat het '..pacteren met de rebellen",
zoals Gerblaiidy het noemt, in Wezen
clw.z. in alle omstandigheden, tegenge
steld was aan het katholieke beginsel,
daar pföf. Gerbrandy hier immers uit
gaat van de Katholieke Volkspartij als
cdnfessibnele patij.
Dat prof. Gerbrandy hierop niet die-
péb is ingegaan, is hem in het kader
van dit boek niet euvel te duiden. Het
lag geenszins in zijn bedoeling opnieuw
een politieke strijd gaande \e maken, hij
bedoelde wel aan te tonen, dat de ge
volgde methoden naar zijn mening fou
tief en in ieder geval ondeugdelijk wa
len.
In verband hiermede kan men, aan
sluitend op de gezagskwestie, zoals Ger
brandy deze in zijn boek stelt en in
relatie brehgt met de confessionele Ka
tholieke Volkspartij, nog een andere op-
merking maken en wel deze, dat de
politici, die hiertoe hun medewerking
gaven ,een bepaalde verwachting kön-
cien koestelen orntlértt het bestaan van
een Unie, waardoor er een zekere band
met Nederland zou blijven bestaan. Dat
de ontwikkeling ën Wij denkeh dan
aan zaken ais de inbleuk Op het zelf
beschikkingsrecht om van andere din
gen maar niet te spreken de opposi
tie dreigt in het gelijk ie zullen stellen
in een andere zaak.
Het prettigste echter van dit overi
gens zeer leesbare boek is het feit. dat
prof. Gerbrandy niet onvruchtbaar bij
riet verleden is blijven stilstaan, maar
zich in het vierde en laatste hoofdstuk
tol de toekomst Wendt. Hij schrijft daar:
„Ik wil de besclirijving van het Indi
sche drama niet besluiten zonder nog
eens een uitdrukkelijk antwoord te zoe
ken óp déze vraaghecfl het resterend
deel vah ons Koninklijk, dat thans door
de uiteenscheuring ontdaan van zijn
liiStorische grootheid, als eên uitgemer
geld stukje West-Europa ligt aan de
kusten van de Noordzee, nog een toe
komst?
Mijn antwoord luidtja
Indien wij goed begrijpen wat wij ge
daan hebben, toen wij ons historiscn
Rijk. en daarmede én Nederland èn In-
dIé, verminkten
indien w« verstaan wat de kern is
geweest iri ons van andere naties on
derscheiden volk bij zijn worsteling om
zijn plaats in de wereld;
indien 't Nederlandse volk aanvaardt,
dat het. hoe verminkt ook. toch een, zij
het, bèperktère, roeping heeft temidden
v*ft het rumoer dér volken én béréid
hét volgen van die roeping zich
het zijné ih te zetten (pag.
L5 voor
zelf en
237).
En aan het Slot van dit hoofdstuk
staan deze behartigenswaardige woorden:
„Er zijn nog grote dingen te doen. Voor
ondernemers om standvastig te zoeken
waar zij w6lvaart kunnen brengen voor
hun families maar niét minder voor
allen .die ondër hen welken. Voor de
werknemers om met de leiding të bdu-
wen aan een organisatie in onderne
ming en bedrijf, waarin hun medever
antwoordelijkheid wordt verhoogd. Voor
studenten ,die eenmaal de leidslieden
des volks zullen zijn* het leren in prac-
tijk brerigen, dat ze niet een baantje
moeten veroveren, maar dat nun oog
zal speuren waar zij het bést het volks
leven. dat hun een bevoorrechte plaats
vergunt, kunnen dienen. Niët in dë
Izatste plaats voor staatslieden, om bij
het vaststellen en uitvoeren der pijn
lijke politieke operaties hun leidingge
vend wöord zo te doen horen, dat in
de volksziel levend wordt het besef, dat
niemand zich mag onttrekken. Er is' een
roeping voor allen in Nederland, om op
te komen voor hun deerlijk verminkte
maar toch ons Koninkrijk, dat van bin-'
nen en van buiten bedreigd Wordt door
het gevaar van het totalitaire systeem!
Wij hebben nog te verwerkelijken wat
Burnham heeft genoemd de (op komst
zijnde) nedeilaag van het communisme.
Hoe ook gehavend, geschokt, verscheurd
daar is nog een schip van staat, dal mee
zee6 varen door de woelige volkereh-
h °;G„„t°(:stand van dat schip van staat
EpnHi-/A?"S aan de ®pstlg toegetakelde
„Eendiacht waarop Michiel de Ruyter
in de snikhete hut. ten dode gewond, zijn
laatste overwinning bevechj.
Stijge ons smeken om redding van het
schip van staat even krachtig omhoog als
toen hij in zijn laatste strijd smeekte:
'li Uu'. bcwaai: ,'s lands vloot. Spaar ge
nadiglijk onze officieren, matrozen en sol
daten. die voor een klein geld zoveel
ongemak en gevaar uitstaan. Geef hun
kloekmoedigheid en kracht opdat wij on
der Uw Zegen de overwinning mogen
wegdragen. Heer, geef nu een gewenste
uitslag van mijn zwakheid, gelijk Gij Uw
volk gaaft toen ik sterk was: opdat blijke,
dat wij alles door U doen en dat Gij het
alleen doet. zowel door zwakken als kl°®"
ken, iowel door weinigen als door velen
(pag. 244—245).
F. S.
N.a.v. „De scheuring van het Bijk",
door prof. mr P. S. Gerbrandy. Het dra
ma van de Indonesische crisis. Uitg.
J, H. Kok, Kampen.
Uitkeringen
boven gaand. Wordt meer vGkr'Y
verschud.èd "W'' S'fchts ^cceScht
mn het mtrdX de C°ntan<P ";'arde
Met betrekking tot de voldoenine v
zochfUwnerHSierechl kan vergunning v<
te betaleY bet recbt- in termijnen
sfneuóul. samenvallend met de
an
ver-
Verschuldigd ltlterest-**goeding
recht° een0 ten62®11 .is vr*> van successie
van rie g0v<?!ge van het overlijden
toeke n i t wrk r'-'fTn recht op perio-
\vp7(mnon 0 ?en (waaronder begrepen
Uid mm?'ben) tot hun 21-Jarige leel-
voorzover o.m. in totaal
verkriE uitkeringen niet: meer
vnnr e WOrdt dan f 500 - Ppr iaar
vnnr ,ha!fwezen en 1000,— per jaar
voor Volle wezen met dien verstande,
aat de vrijstelling niet meer bedraagt dan
een naai rato van het aantal kinderen
oerekend evenredig gedeelte van het
„rag dat de door de Weduwe genoten
vrijstelling minder bedrhagt dan 4000,-
P,er .laar- wordt meer dan Het vrijge
stelde bedrag verkregen, dan is alleen
successierecht verschuldigd over de con-
tante waarde van het meerdere.
Ue voor de werknemer aan de pen
sioenregeling verbonden fiscale voorde
len hebben uiteraard slechts betekenis
als de werknemer een grote mate van
zekèrHëld bezit, dat de verleende aan
spraken ook werkeljjk ie zijner tijd zul
len worden gehonoreerd. Wanneer nu
de werkgever in velband met de getrof
fen pensioenregeling vérzekeringen sluit,
heeft de werknemer in ieder geval de
zekerheid, dat althans de voör dc pen
sioenregeling reeds tiltgetrbkken en in
de polis belegde gelden hunhe bestem
ming zulléh bereiken.
II, in ons blad van Donderdag 6 Sep
tember 1951.
Eau richtlnga«nwtjzer is géén toovef
«ttf bij vertelt alleen, wat 0 graa£
wilt doen op den weg hij geeft u geen
bijzonderen voorrang! Óokals u „het pijltje"
hebt uitgestoken, moet u blijven opletten,
of gij uw richtingverandering wel veilig
kunt volvoeren (cnlaat het ding
daarna niet noodeloos uitstaan!, dat 1*
onuitstaanbaar en geviirlijk I)
H