Onschatbaar katholiek belang internationale samenwerking De sluiting van het H. Jaar in de Co va da Iria MODEPRAATJE Waarschuwing met klem Ons ROMANISIJ VOEGSEL Om Eric's liefde 1 Kunt U niet slapen Harris Bur land van H. Vader zal voor de radio spreken Elke dag een warme maaltijd C 650 ffATERDAG 15 SEPTEMBER 1951 PAG1JN A 4 >4 I DE O.C.I.C.-PRIJS door HOE BESTEL IK MIJN PATROON? Zelfs de „big bosses" in de film industrie zien de toekenning met spanning tegemoet Ook ditmaal weer heeft het Office Ca- tholique International dn Cinéma (OCIC) op het Filmfestival van Venetië de jaar lijkse prijs toegekend aan de film, die naar het oordeel van deze katholieke organisa tie het meest bijdraagt tot de zedelijke en geestelijke verheffing van het publiek. Deze onderscheiding viel ditmaal ten deel aan de befaamde Franse film „Het dagboek van een Dorpspastoor" naar de roman van Georges Bernanos. Telkens weer wordt de toekenning van deze O.C.I.C.-prijs met spanning tege moet gezien, zelfs door de „big bosses" van de filmindustrie, <Jie op de Film festivals aanwezig zijn. Dit 'klinkt misschien onwaarschijnlijk, omdat ieder weet. dat de katholieken op de commerciële gang van zaken bij de filmproductie zo goed als geen invloed uitoefenen. Maar toch houden de zaken mensen terdege rekening met de macht, die de millioenen. katholieken over de ■gehele wereld vormen. Hun komst in de bioscoop kan een film tot een financieel succes maken, hun wegblijven een dé- bacle veroorzaken. Ih een feestelijk „ristorante", een res taurant aan de Canal Grande van het «on-overgoten Venetië, heeft de heer M. A. Ruszkowsky, secretaris-generaal van hert O.C.I.C. ,een vertegenwoordiger van 4» katholieke pers in Nederland nog «ens gewezen op het onschatbare belang van internationale samenwerking tus sen de katholieken in de verschillende tanden ter wereld, een samenwerking, èie dank zij de bemoeiingen van het O.C.I.C. voortdurend inniger wordt. „Wist u", aldus vroeg de heer Rusz kowsky, die zodoende van geïnterviewde interviewer werd, „dat het Office Catho- lique International du Cinéma zijn ba kermat heeft gehad in Den Haag? Het was in 1922, dat aldaar een filmcongres werd gehouden, dat werd bijgewoond door vertegenwoordigers van vijftien landen, die met algemene stemmen ge volg gaven aan de wens van de H. Va der om tot de stichting van deze orga nisatie over te gaan". „Het wekt bij sommigen misschien be vreemding", aldus vervolgde hij, „tüat men altijd een aantal vooraanstaande vertegenwoordigers van het O.C.I.C. op Maria Montez, wier verlangen om slank te blijven, haar 't leven kostte. Sir Laurence Oliver, de grote Engelse acteur, die in de Britse Festival-film The Magie Boy", een bijrolletje van politie-agent speelt. de Filmfestivals kan vinden, waar vaak een sfeer hangt, die een mondain karak ter draagt. Dit is echter sleohts uiter lijke franje. Het O.C.I.C. houdt er re kening mee, dat op deze Festivals we reldpremières worden gegeven van films die straks ook door zeer vele katholie ken zullen worden gezien. Bovendien meent de leiding, dat zij. door gebruik te maken van de mogelijkheid tot con tact met commerciële en artistieke pro minenten in de internationale filmwe reld, de invloed van de katholieken beter kan doen gelden. Deze invloed culmineert naar buiten in de O.C.I.C.-prijs, die vrijwel op ieder Festival aan een film wordt toegekend. De instelling van deze prijs heeft tot doel gehad, het vervaardigen van films van 8 l;ge morele, artistieke en sociale waarde aan te moedigen". In steeds hogere mate wordt betekenis gehecht aan deze prijs, die lang niet uitsluitend aan z-g. „religieuze" films wordt toegekend. Zo kon het gebeuren, dat onlangs een voortreffelijke Ameri kaanse film met een prachtige humane inhoud het bij de jury van de O. C. I. C. won van 'het Franse werk „Het Dagboek van een Dorpspastoor", dat thans in Ve netië de prijs verwierf. Met trots wees de heer Ruszkowsky op de 'groeiende betékenis van het 0-C.I.C. De goede start van 1933 werd in 1940 door de Duitsers teniet gedaan, doch de organisatie heeft in de Verenigde Staten en Engeland haar werkzaamheden voort gezet. In 1947 werd in Brussel opnieuw gecongresseerd en werd besloten, de in ternationale taak grondig te hervatten. In 'grote lijnen bestagt deze taak uit het activeren en stimuleren van katholieke filmorganisaties over heel de wereld, het bestuderen en verwezenlijken van de mogelijkheden om tot onderlinge samen werking te komen. Niet altijd wordt het 'belang van dit werk begrepen ook in Nederland niet. Bovendien ziet men wel eens over het hoofd, dat de organisatie slechts langs de weg der geleidelijkheid tot een soort internationale luidspreker kan worden, waarnaar ook in andere kampen wordt geluisterd en waarmee rekening wordt 'gehouden. De leiding van het O.C.I.C. is van mening, dat men thans langzamerhand naar dit stadium toegroeit. „The Magic Box", de film, die bij ge legenheid van het Festival of Britain is gemaakt, zal op 18 September a.s. in een privé^ voorstelling word'en vertoond aan het Britse koningspaar en aan de leden van de koninklijke familie tegelijk met de wereldpremière in Londen. Een copie van de film zal daartoe met een peciaal vliegtuig naar Balmoral Cast le worden gevlogen, waar de koninklijke familie op dat tijdstip zal vertoeven. De koningin en prinses Margaret heb ben in Maart j.l. een bezoek gebracht aan Elstree, het Engelse Hollywood, om tegenwoordig te zijn bij de verfilming van enkele scènes uit deze film. Bij gelegenheid van het Festival of Britain hebben de verschillende Engelse filmmaatschappijen de concurrentiebijl begraven om gezusterlijk samen te wer ken aan de vervaardiging van deze film, die een der grootste producties is, welke ooit in Engeland tot stand kwamen. Het betreft hier de verfilming van het leven van William Friese-Greene, de man, die zeer veel heeft bijgedragen tot d'e ontjvikkeling van de filmcamera. Het is een verhaal van een man, die veel gaf aan de wereld, maar er weinig voor terugkreeg, een man, die op zijn gebied een genie was, de eerste man, die een voor het bioscoopbedrijf practisch bruikbare filmcamera vervaardigde. William Freise-Greene leefde alleen voor zijn werk. Hij offerde zichzelf, zijn fortuin en zijn gezin op om zijn ideaal: het projecteren van bewegende beelden, te verwezenlijken. Dat hij daarin slaag de, staat wel vast, maar zijn succes werd teniet gedaan door zijn persoonlijke mis lukking. ,,The Magic Box" verhaalt niet alleen de levensgeschiedenis van Willie Greene, de fotograaf uit Bristol, maar ook de his torie van zijn beide vrouwen, die hem liefhadden en die hem de kracht gaven, zijn ambitie te verwezenlijken. Helena Friese, 't Zwieserse meisje, wier naam hij toevoegde aan de zijne en Edith, zijn tweede vrouw, kenden hem beiden als do knappe charmeur, de dromer en do vriendelijke, maar soms zelfzuchtige echt. genoot. Hoezeer hij zijn vrouw ook liefhad, toch kwam zij op de tweede plaats, als het om zijn uitvindingen ging. Noch haar, noch anderen stond hij toe, zich met zijn plannen voor de nieuwe camera te be moeien. In 1889 boekte hij succes, toen hij de eerste resultaten van zijn zwoegen toon de aan een publiek, bestaande uit.... één man: een verbaaltie en hoogst ach terdochtige politieagent. Maar voor de man, die er nooit in was geslaagd, enig crediet los te krijgen, eindigde dit succes in een bankroet. Dit ontmoedigde Friese- Greene zozeer, dat hij aandacht ging schenken aan andere vindingen. Niet één, maar verschillende successen volg den. Toch bevredigden deze hem niet en steeds weer zocht hij naar mogelijkheden om de plannen, die hij in zijn hoofd had, te verwezenlijken, namelijk om bewegen de figuren in natuurlijke kleuren op het witte doek te projecteren. In Mei 1921 woonde hij een belangrijke vergadering van de filmindustrie bij, die in de Connaught Rooms te Londen werd gehouden. Een filmindustrie, die belang rijk was gegroeid, zonder dat de man, die met dit alles was begonnen, er iets van wist. Het was een zwakke en zieke William Friese-Greene, die zijn stem op deze vergadering liet horen, pleitend voor samenwerking en voor een. betere behar tiging van de gemeenschapsbelangen. Mogelijk is er op zijn woorden acht geslagen. Maar zelf heeft hij dat nooit geweten. Tijdenszijn pleidooi stierf Friese-Greene tengevolge van een hart verlamming en toen men zijn zakken na zocht om uit te vinden, wie hij eigenlijk was en waar hij woonde, vond men al leen een verkreukelde zakdoek, een lom merdbriefje voor een paar manchetkno pen en wat kleingeld, net genoeg om er warmte van het water alleen reeds een plaats in de bioscoop mee te beta len. In ,.The Magic Box" treden vrijwel alle filmsteren op, waarover Engeland beschikt. Robert Donat soeelt 1- ran William Friese-Greene, Margaret John ston die van Edith en Maria Scheil die van Helena Friese-Greene. Verder spelen mede: Sir Laurence Oliver als de ver baasde en achterdochtige politie-agent! Eric Portman, Michael Redgrave, Den nis Price, Leo Genn, Marinus Goring, Cecil Parker, Glynis Johns, Barry Jones. Stanley Holloway, Jack Warner, Googie Withers, Kay Walsh, Peter Ustinov, David Tomlinson, Margaret Rutherford, John Howard Davies. Richard Attenbo- rough en Renee Asherson. de oorzaak van een hartverlamming had kunnen zijn, zelfs indien Miss ivrontez kengezond was geweest. Het te grote zoutgehalte van het -water kan boven dien teveel van haar hart hebben ge vergd. Haar volledige naam luidde Maria An- tonia Garcia Vidal de Santercella Mon tez. Zij begon haar loopbaan als model, maar haar exotische charme maakte haar tot de ster van 20 films, waarvan wij er reeds enkele hebben opgesomd. Een kort berichtje meldde van de week de dood van Maria Montez, die tijdens het baden om het leven was ge komen, De oorzaak van haar tragische dood stond toen nog niet met zekerheid vast. Intussen is gebleken, dat zij het slachtoffer is geworden van baar pogin gen om slank te blijven en het figuur te behouden, waaraan zij voor een groot deel haar filmroem had' te danken. De ster van zovele films als „That Nigt in Rio", „Ali Baba". „Moonlight in Hawaii"', „South of Tahaiti", Arabian Nights", „The Cobra Woman en „Tan gier", had enkele dagen tevoren reeds geklaagd over pijn in de hartstreek, doch scheen goed gezond, toen haar man, de Franse filmster Jean-Pierre Aumont op de morgen van haar dood hun weel derig huis te Suresnes bij Parijs verliet, om zich naar de studio's te begeven. Kort tevoren was Maria Montez uit Italië teruggekeerd, waar zij was opge treden in de film „De Vendetta van de Piraat". Binnenkort zou ze opnieuw in een Itau'liaanse film optreden en met het oog daarop stelde ze alles in het werk om slank te blijven. Daartoe begaf ze zich naar haar bad kamer. zette de warmwaterkraan open en mengde er een flinke hoeveelheid zout doorheen, met het doel zoveel mo gelijk gewicht te verliezen. Toen haar zuster, die ongerust werd omdat ze zo lang wegbleef, ging kijken, lag ze geheel onder water, dat zelfs toen nog ongewoon warm was. Drie dokters en enkele brandweerlieden pasten drie uren lang kunstmatige ademhaling toe, maar alle moeite bleek tevergeefs. Een politiearts heeft verklaard, dat de In zijn onder de titel ..The Second World War" gepubliceerde memoires vertelt Winston Churchill een aardige anecdote omtrent C. S. Forester's be faamde roman „Captain Hornblower, R.N.", waarnaar een film is gemaakt, die onder dezelfde titel thans in ons land wordt vertoond. Na te hebben verteld, dat de spanning aan de fronten enigszins was vermin derd, schrijft Churchill: „Voor het eerst in vele maanden kon ik weer met ple zier een boek lezen. Oliver y ambassadeur in Cairo, gaf mij P Hornblower, R.N.", dat ik met groot noegen las. Toen de gelegenheid voordeed, zond ik hem een telegram. „Vind Hornblower bewonderenswaardig Dit telegram veroorzaakte enorme op schudding in het geallieerde Hoofdkwar tier voor het Midden-Oosten", waar men veronderstelde, dat „Hornblower" een code-woord was voor een speciale actie, waarvan men daar onkundig was ge bleven De beëindiging va nhet Internationaal Congres over de boodschap van de H. Maagd te Fatima, dat te Lissabon wordt gehouden van 7—10 October a.s., vindt haar hoogtepunt in de plechtige sluiting ;ua van het Heilige Jaar door een vertegen- 1 volgens de intentie van de boodschap i Ti*-»;vtt t trTTotima Pil heden, dat thans is vastgesteld, is bet volgende ontleend: Op de dagen van 1013 October a.s. zullen in het genade-oord van de Cova Om 22 uur zal de kaarsenprocessie wor den gehouden, waarna om 23 uur het Allerheiligste ter aanbidding wordt uit gesteld op de troon voor de basiliek. De nachtelijke aanbidding duurt tot 5 uur van de volgende dag. Des morgens van de 13e October wordt de H. Mis om 6 uur gelezen, waaronder algemene H. Com munie De Rozenkrans zal om 10 uur aoor alle pelgrims voor het genadekapeile-tje ge beden worden, waarna processie met het genadebeeld van Onze Lieve Vrouw. N' de processig wordt het genadebeeld op de trappen van de basiliek geplaatst en nemen de grote slotplechtigheden een aanvang. Om 11 uur zal de Kardinaal Legaat a Latere de pontificale Mis celebreren in de open lucht op het altaar voor de basiliek. Na deze H. Mis volgt een radio toespraak van de H. Vader. Hierna heeft de toewijding plaats aan het Onbevlekte Hart van Maria. In aansluiting aan deze plechtigheden volgt onmiddellijk de zegen met het Al lerheiligste aan de zieke nelgrims, die voor ae trappen van het altaar op hun draagbedden liggen en de Pontificale H. Mis hebben kunnen bijwonen. Tot slot ontvangen alle pelgrims na het ..Tantum ergo" de zegen met het Allerheiligste en de pauselijke zegen. Dan zijn de sluitings- piechtigheden ten einde. Het genadebeeld van Onze Lieve da Iria heilige Missen gelezen worden Vrouw van Fatima wordt daarna in pro- ™.,f" T- r de boodschap cessie naar het kapelletje van de Ver- woordiger van Paus Pius XII genade-oord te Fétima. De vertegenwoordiger van de H. Vader ie Zijne Eminentie Kardinaal Legaat a Latere Tedeschini, aartspriester van de basiliek van het Vaticaan. Zijne Eminen tie was vroeger nuntius in Madrid en reeds eerder in Portugal geweest als ver tegenwoordiger van de It. Stoel voor de herdenkingsfeesten van Vasco da Gama» in het j v,an onze Lieve Vrouw van Fétima en van de Heilige Vader. Des middags wordt het H. Sacrament tep aanbidding uitge steld, de Rozenkrans gezamenlijk gebe den én zal een prelaat een toespraak hou den. De Kardinaal Legaat a Latere wordt op 12 October plechtig in de Cova da Iria ie naar het kapelletje Khijningen teruggebracht, waarop door alle pelgrims hst afscheidslied wordt ge zongen, het vaarwel aan Fétima. In het begin van de vorige maand waren in het genadeoord van Onze Lieve Vrouw van Fatima in de Cova da Iria zeventig militairen en matrozen uit Ne derland aangekomen. Zij werden bege leid door vier officieren, onder wie de ontvangen met een welkomstrede. Hierna leid door vier uziic eren.onder wie d< zullen de beslissingen van het Internatio- 1 aalmoezenier k en. Deze n De plechtige sluiting van het Heilig! naai Congres over de Boodschap van,.-- - gekomen om Om» Jaar was voor Dom Manuel Trinda de Fatima worden voorgelezen, dan volg waren naarFatima gd e« n_,.m„ en de _egen met het Lieve Vrouw de vreue ui ue «uaa n. t.airen, strijders in de laatste oorlog. Salgueiro, aartsbisschop van Mitilene en voorzitter van het Fétima Congres aan leiding de Portugezen aan te sporen zich in christelijke geest op de komende plechtige dagen van 12 en 13 October voor te bereiden. Hij wees op de grote waar de van het gebed, het gebed dat in Féti ma is gevraagd en waardoor de vrede in de wereld moet terugkeren. Aan het programma van de plechtig- het „Te Deum Allerheiligste. en de zegen met het I smeken. Men hoort .tegenwoordig nog wel eens een huisvrouw zeggen ik kook maar niet iedere dag een warm maal. een paar bo terhammen zijn toch took goed en dat komt veel voordeliger uit en bespaart me bovendien heel wat tijd! Tegen dit denkbeeld wenst de Voedings raad met klem te waarschuwen. Een broodmaaltijd die in voedingswaarde te gen een eenvoudig maar goed samenge steld warm maal zou opwegen, zooi duur der (of veel bewerkelijker) worden dan dat warme maal. En „gema'kkejjke" en ■goedkope broodmaaltijden zijn te een zijdig, leveren ons niet alle voedings stoffen die wij dage ijk s nodig hebben en zullen daardoor op den duur onze ge zondheid schade doen. Waardoor is een warme maaltijd dan nodig om de voedingswaarde van onze daarbij verzadigend, maar leveren ons practisch geen beschermende stoffen (eiwitten vitamines, voedingszouten). Gebrek hieraan door het overslaan van de warme maaltijd zou als ge\Dlg kun nen hebben: slapte en moeheid, grotere vatbaarheid voor infecties, gevaar voor bloedarmoede, in het algemeen dus: ver minderde weerstand. Bovendien hebben we nog buiten be schouwing gelaten, dat de eetlust van velen door biOod minder wordt opge» wekt dan door dampend warme gerech ten. De geur hiervan wekt reeds de eet lust op! Vooral als het koud is hebben we aan de warme maaltijd zo'n behoef te en hoevele koele dagen brengt het jaar niet in ons landje! Ook het gevaar voor een'l nigheid (drie maal per dag brood) kan zich op de eetlust wreken, waardoor men kans loopt te weinig te dagelijkse voeding volledig te maken? e^Pn_ Afwisseling van spijs is in iedere In de eerste plaats bevatten aardappelen lgoedn voeding nodig en groenten verschillende vitamines en voedingszouten, die in brood niet voor komen o.a. vitamine C. Om de brood maaltijd in dit opzicht volledig te maken, zou er bijv. een portie groentendla (liefst iedere dag van een andere groente) of inplaats daarvan flink wat fruit (en fruit is dikwijls duurder!) bij gegeven moeten worden. Verder komt er in een goede warme maaltijd een eiwitrijk 'gerecht voor: i hnnfrt vlees vis 'kaas, eieren, een erwten- of 'door rheumattek, spit, ischias,^hoord-^en Alles bijeengenomen blijkt wel, dat een broodmaaltijd niet tegen een warme maaltijd kan opwogen, tenzij er veel kos ten en moeite aan wlirden besteed. Advertentie bonengerecht of een bord pap, vla of pudding als toespijs. Bij een volledige broodmaaltijd zou een van deze spijzen en dan in dezelfde hoeveelheid als bij de warme maaltijd gegeven moeten worden. Zoete broodbeleggingen maken de bo terhammen wel smakelijk en werken zenuwpijnen, neemt dan geregeld "Iogal Togal verdrijft snei en afdoende die pij nen en U slaapt weer rustig de gehele nacht door. Togal baat waar andere mid delen falen. Togai zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bit apo theek en drogist f 0.83, f 2.08 en f 7.94. KORTE INHOUD VAN HET VOOR-. AFGAANDE: Zes mannen, die een schipbreuk hebben overleefd, bereiken een ei land, dat wemelt van de spinnen. Op onverklaarbare wijze worden vijf schipbreukelingen gedood. De enige overlevende, Eric Trégat, vermoedt met een monster te doen te hebben, i dat de moorden op zijn geweten heeft. Trégat ontdekt het wrak van een schip. En in dit vaartuig een op schrift. In Gartuche treurt Solaage Margau om Eric. Maar haar vader heeft andere plannen. Charles Val- lon; een miUlonnair, die zijn huis heeft ..ehuurd, maakt het meisje het hof. Éne komt plotseling thuis. Er zijn dan pijnlijke herinneringen met 'n ring. Solange is bang voor wraak der Vallons. Eric neemt de vlucht en duikt bij Parijs onder. De lezer- schaar maakt dan kennis met de „juwelenhandelaar" Cantri en zijn dochter Simon*. Eric Trégat komt hun huis op vreemdsoortige wijze binnen, doodmoe en ziek. Simone verpleegt hem "én wordt verliefd. Eric "era",',-; 'in zware zielestrijd. Tenslotte •neemt hij de vlucht met achterlating van een halve gouden penning. Hij ontmoet Solange in hun gebied, waar een monster met moorden verder gaaf Trégat gaat in z'n eentje nader op zeek. Vco 1 -.htig vervolgde hij zijn weg. -■"J'i spaarde scherp naar alle canton r ad. maar zag niets bijzonders.'Nu en d vloog een pluvier voor zijn voeten p en verdween in het donker. Een en- andere zijde Van de sloot, stonden vier hopen turf. bijna drie meter hoog. Hij keek er aandachtig naar en liet zich plotseling plat voorover vallen. Hij had een hoofd gezien, dat om de dichtsbij- zijnde turfhoop kwam gluren. Wie daar? vroeg een barse stem. In het maanlicht glinsterde de loop van een geweer. Hij stond lachend op. Ik dacht wel dat jullie, net als. ik, op jacht waren!, antwoordde hij. Ik ben Guillard uit Bru'get. Wie zijn jullie? Jean Risse en George Delcourt en Jacques Risse. Heb je een geweer? Neen. Heb je geen zin, met ons mee te gaan? Ik kan het wel alleen af. ik zou hem graag zelf vinden. Je kunt hem niet aan! riep dezelfde stem weer. Trégat lachte. Hij had de naam opge geven van een jongen kerel, die in postuur veel op hem geleek en bekend was om zijn kracht. Weet je dan niet meer, dat ik die vier soldaten uit de herberg te Abérages gegooid heb? m O ja.... maar je hebt Ene Trégat nog nooit ergens uitgegooid, wel? En nu is hij van de duivel bezeten. Ga maar liever met ons mee! Neendank je welik moet niets van djie geweren hebbenik heb juist in Trétou gehoord van iemand, die per ongeluk is aangeschoten.... Ik steek recht over en ga dan. langs de heuvels. Wij blijven hier. Trégat kon wel eens hier terugkomen. Hij zal niet ver wachten, dat ze hem hier zoeken. En dan zal hij een warme ontvangst krijgen. Goeie nacht! zei Trégat en hij ging mud sprong een rat in bet water verder langs de kant van de Grote Sloot, ■ii sloot "en zwem haastig weg. Blij, om zijn ontsnapping, vervolgde hij zijn weg naar de andere zijde van het veen, zonder iemand tegen te komen en hij voelde het als een opluch- het heikruid was uitgerukt en de ting, dat hij weer gewone grond onder grond omgewoeld. Hij zag bij nader on- zijn'voeten had. zo' -■ dat het gras glinsterde m het Toen hij het pad naar het bos overstak, n 'debt hoorde hij stemmen in de nabijheid en zag K«"buste zich en trok 'n bosje uit de een lichtje flikkeren. Hij sloop snel onder grond. Het was nat van het bloed. Dit ren Maar g' ze at. Eindelijk w n spoor vond hij van wat hij kwam hij aan een plaats, gruiiiti. ni'L wcü 7 moest dus de plaats zijn, waar de jonge Erhnge de dood gevonden had. Vlak bij de schaduw van een paar zware eiken en wachtte. Tien minuten later zag hij een groepje mannen in de richting van Gar- 1 r de Grote Sloot, vijf meter i tuche gaan. Ze droegen iets, dat zwaar clEon gedeelte van de oever was j scheen en toen ze wat naderbij kwamen, afgetrapt. Vijftig meter verder, aan de 'zag hij, dat het een landhek was, waarop iets met een laken bedekt lag uitgestrekt. In het laken waren donkere vlekken. Toen I ze voorbij waren, bleef Trégat nog een poosje onder de donkere bomen en zijn i gedachten dwaalden af naar de eenzame j oude vrouw op de Brinbouhoeve. Zij zat op de thuiskomst van haar zoon te wachten. Kon hij toch dat monster maar vinden! Hij zou de dood van al die slachtoffers kunnen wreken! Hij zou zelf vrij man zijn! Hij vormde het voornemen, er nog die zelfde nacht achter te komen. Vlug en zacht snelde hij voort door het woud, tot dat hij op een punt kwam, waar de grond begon te stijgen. Daar ging hij even zitten en at wat brood en kaas. Toen hij klaar was, beklom hij de heu vel. Onder op de bodem van het woud was het donker, omdat het dichte gebladerte het licht niet doorliet en het deed hem denken aan het eiland der spinnen. Maar hier was hij tenminste in de nabijheid van zijn medemensenof neen.... eigenlijk veel meer alleen, dan daar. Het bos bestond hoofdzakelijk uit lage eike bomen en op sommige plekken staken de rotsen puntig omhoog uit de grond. Overal waren met mos bedekte steenklompen. Hier hoopte hij te vinden, wat hij zocht, want als de moordenaar ook maar een beetje bekend was met de plaatselijke gesteldheid van het district, dan zou hij hier vast en zeker een toevlucht zoeken. Niemand uit geheel de omtrek waagde zich hier na het vallen der duisternis. Midden in het bos was een vrij hoge heu vel, op welks top een verwaarloosd hou ten hek stond rondom de ingang van een diepe schacht. Het was de oude Trégat- mün. In 1873 waren vijftig man en zestien jongens uit verschillende dorpen in de omtrek, door een rotslawine verongelukt. En de bevolking geloofde, dat hun zielen er nog rondspookten. De mensen meen den hen gezien te hebben op de kale heuvels en daarom had Trégat's oom die heuvel met duizenden bomen doen beplan ten, teneinde aan die praatjes een eind te maken. Maar nu geloofden de mensen, dat die zielen tussen de bomen heen en weer zweefden en niemand durfde hun verblijf plaats verstoren. Doch Trégat zelf was niet bijgelovig. Hij beschouwde het woud alleen als een geschikte schuilplaats, zowel voor de gezochte moordenaar, als voor zichzelf. Hij baande zich een weg naar de oude mijn en zag ten laatste een vage lichschemering. Hij wist, dat dit niets anders kon zijn, dan de heuvel, waarin de monding van de schacht uitkwam omdat daar geen bomen stonden. Opeens voelde hij iets tegen zich aan slingeren. Hij stak zijn hand er naar uit en bemerkte, dat het een eind touw was. Het was ongeveer drie centimeter dik. Hjj haalde een lucifer voor de dag en streek die aan. En in dat zwakke licht zag hij iets, dat hem het bloed in de aderen deed stollen. Van een andere boom hing ook eon touw auC «n, Wt ^*£$4 en vierde ook. En middenin was een soort wèb van touwwerk, waarin enige klei ne voorwerpen hingen. De lucifer brand de hem de vingers en het was weer don ker. Hij greep een boomstam va.st en trachtte na te denken. Het was iets on mogelijks! Hier in zijn beschaafd vaderland was precies zulk een web, al was het dan ook wat kleiner, dan hij gen'm had op het eiland in de Stille Zuidzee. Kon dat toeval zijn? Ondenkbaar. Dat monster moest hem naar hier gevolgd zijn. Ongetwijfeld was het in de nacht naar het schip toegezwommen en had zich daar aan boord verborgen gehou den. Toen het schip voor anker lag, was het de baai overgestoken en koelde nu zijn moordzucht aan de onschuldige dor pelingen. Nu begreep hij, eerst, wat er gebeurd was in die vreselijke nacht, toen tij was weggevlucht van het luk van zijn gastheer. Het open venster.de man, die niet kon kopen, wat hi) verlangde te hebben, kruipend door het venster de zwijgende vervolger niet zijn boven menselijke krachtde worsteling, de moord. Het was hem nu volkomen duide lijk. Hij stak nog een lucifer aan en be keek het net. Er hingen twee eekhoorn tjes en een paar konijntjes in. En toen overviel hem een grote angstniet voor zichzelf, maar voor Solange. En hij besloot, in haar nabij heid te blijven, zelfs met gevaar voor zijn eigen leven. Hij stond op en begaf zich naar de monding van de schacht. Nauwlettend keek hij rond. Hu was op het punt, verder te gaan, toen iets ronds boven de opening uitkwam. Hu bleef stil staan en zag het hoofd en de schou ders van een man te voorschun komen, daarna diens gehele lichaam en even la ter knielde die man neer bu een klein bundeltje, dat hij uit de opening had ge haald. Met zichtbare krachtsinspanning, onverklaarbaar voor zulk een klein pak je, laadde hij het op zijn schouder en liep in de richting van Huize Trégat. Trégat volgde hem met ae grootste behoedzaamheid. HOOFDSTUK XI. De man in de boot Trégat volgde de man door het bos heen. Hij had terstond gezien, dat hij niet het gezochte monster was. Maar toch ge droeg hij zich geheimzinnig en Trégat wilde er het zijne van hebben. Met grote moeite baande hij zich een weg door het woud. Hij had een voor sprong van ongeveer honderd meter. Trégat moest nu en dan stil staan, om te luisteren, in welke richting de man zich voortbewoog. Zelf liep hij zo geruis loos mogelijk opdat de ander hem met horen zou. Het was moeilijk werk en hij was blij, dat hij bij een weide kwam, die langs Huize Trégat liep en daar de zwarte gedaante in 't duister zag lopen. Trégat vsrsohool zich «ft trachtte de gelaatstrekken van de man. die vlak langs hem ging, te onderscheiden. Hij gat bijna een schreeuw van schrik. Het was Jean Vallon. Hij bleef stil staan en haalde iets uit zijn zak. Bij het zwakke maanlicht zag Tregat de loop van een revolver glimmen in de duister nis- Hij hield zich muisstil. Jean Val- lon stak het wapen weer in zijn zak en Uep verder naar de kust toe. Toen hij aan de rand der rotsen gekomen was, 'bond hij het bundeltje om zijn middel vast en begon af te dalen. De klip was hier niet hoger dan twintig meter en het afdalen ging heel geleidelijk. Trégat sloop zachtjes tot aan de rand en bleef daar liggen, totdat hij de voet stappen van Valion op het grint van de kust hoorde. Toen 'kroop hij op handen en voeten vooruit en keek over de rano heen. In de donkere schaduw der khP zag hij een gedaante in zuidelijke rion- tin-g bewegen. Trégat vroeg zich af, wa hij in die richting, die hem van- t o wegvoerde, moest uitrichten, want volgende gehucht was meer dan kilometer verder. Hij besloot boven op de kllPfffn c blijven. Het zou onmogelijk «ewees_ zijn, Valion onhoorbaar te volgen over he kiezel daar beneden. Hij b'ee rfikke eten Twee ervan kende nij n e igoed. Het waren twee uitlopers van een hoge rois X boven water uitstaken, zelfs als 'het hoog water was. Maar de derde had hij nog nimmer gezien. En toen hij scherpèr toekeek kwam het hem voor, dat die derde vlek zich zachtjes bewoog. Toen hij naderbij gekomen was, zag hij, dat het een boot was, die op de kalme deining wiegde. Eerst toen hij er vlak bij was, kon hij met zekerheid zien, dat de boot met drie personen bemand was. Twee hunner hielden de riemen en een derde zat voorin gehurkt. Het knerpen van Vallon's voetstappen op het kiezel was geheel opgehouden. Maar toen Trégat over de rand heen keek, zag hij hem langzaam voortgaan over het strand. Hij ging aan de rand liggen en hield hem in het oog, Maar opeens schrok hjj heftig. Ongeveer drie honderd meter achter Valion bewoog zich een andere gedaante sluipend voorwaarts op handen en voeten. Maar toch waren ziin bewegingen niet die van een dier, want nu en dan liep die gedaante op twee benen snel een eind vooruit om Valion in te halen. Deze scheen zich volstrekt on bewust, dat hjj achtervolgd werd. Trégat voelde een rilling over zjjn rug gaan. Die beweging had hjj nog eens tevoren ge zien Als Jean Valion het gevaar achter zich niet bemerkte, dan was hjj een ver loren man. Trégat nam een steen op en wierp die op de rotsen beneden zich. Valion keerde zich schielijk om en zjjn vervolger liet zich terstond achter een rotsblok neervallen. En toen zag rrëgat voor het eerst, dat ongeveer een kwart kilometer verder op het strand zich nog een derde gedaante bewoog, achter de tweede aan. Na even stil gestaan te heb ben, vervolgde Valion zjjn weg, maar de vreemde gedaante bleef bewegingloos achter het rotsblok liggen en de derde kroop nader en nader in de schaduw van de rotsen- Trégat vloog overeind en rende zó hard hjj kon over de bovenrand der rotsen. Drie honderd meter verder faalcteIL? weer en daar leidde een smal pad - laag naar het strand. In minder dlm minuten had hjj het strand bal een uitstekend rotsblok belettehem het uitzicht Toen hü daar langs neen was, ril hii dat de boot vlak tegen de oever lal en 'dat Valion stond te praten met do man die in de voorsteven zat. Hij keek oplettend' langs 'het strand, maar zag niets vgn de beide andere-gedaan te» Van de plaats af, waar hjj stond, liep een rotspad tot vlak bij het water. Als hij dat bereiken kon, zou hij in staat zUn. er langs te kruipen, tot °P enkele meters afstand van- d'e boot. Hij probeerde het hier en daar, maar het lukte hem niet. Hjj kon bet er niet op wagen, gezien te worden want hij wist, dat Valion geen ogenblik zou aarzelen, om op hem te schieten- En iedereen zou zjjn moordenaar als een weldoener prij zen. Maar na lang zoeken vond hij toch een geschikt plekje en kroop langs het rotspad voort .Over de hoge kant heen kijkend. zag hij Valion nog steeds in gesprek met de man in de boot. Deze stond nu met zjjn rug naar hem toe, zo dat Trégat zjjn gezicht niet zien kon. Onverwacht draaide hij ?ich om en Tré gat onderdrukte met moeite een kreet van verbazing, Die kleine man was mijnheer Cantri. Trégat pijnigde zjjn hersens, om enig. verband tussen die twee te zoeken. Hjj trachtte op te vangen wat ze be spraken, maar ze fluisterden bijna tegen elkander. Trégat wist voor het hele geval geen oplossing. Hjj begreep er niets van, wat dat klei ne mannetje uit de Vlietstraat te bespre ken had me een miUiannair uit deze streek. Maar hjj begon te vermoeden, dat er in het leven van Valion een of ander geheim was en dat misschien zelfs het geheimzinnige monster meespon aan de draden van het net der omstandigheden, waarin hijzelf ook verward was geraakt. Vijf minuten later roeiden Cantri en zjjn mannen weg. Trégat zag dat Valion het bundeltje niet meer bij zich had en dat de oude man het zorgvuldig vast hield op zijn knieën. De boot schoot weg in Westelijke richting en nu eerst zag Trégat een lichtje op het. water flisten, dat bewees, dat er een schip voor anker lag. Binnen een kwartier was de boot in de zeedamp verdwenen .Maar Jean Val ion stond nog steeds op de rotspunt en staarde over het water. Toen verbrak een vreselijke kreet de stilte, snelle voetstappen klonken uii het kiezel en het volgend ogenblik verscheen een man, die vluchtte voor een S™'*- bruine gedaante die in sprongen achter hem aankwam- Trégat rees uit zijn ge bukte houding overeind en keek rond naar een stuk steen, of iets dergelijks, maar hjj kon niets vinden van voldoen de zwaarte, om mee te gooien. Valion greep zjjn revolver, hief die op, "jaar durfde niet te vuren, om de vluchteling niet te raken. Toen liet deze zich plot seling plat voorover vallen. Valion greep bliksemsnel die gelegenheid beet en vuurde op de vervolger. Hij rniste en voordat hjj tijd had om nogmaals te vuren, rolden de twee gedaanten over de grond en weerklonk er een snerpende gil en het gekraak van beenderen. Mooi jasschort met lange mouw, welke ook als japon of ochtend japon gebruikt kan worden. De in de taille aangezette rok valt iets klokkend. In de taille vallen een paar coupenaadjes. De leuke zak, de kraag en de onderkant van de mouw worden afgewerkt met een gekarteld galonnetje, wat in vele kleuren te koop is, en goed gewassen kan worden. Lange losse mouw. Het patroon is verkrijgbaar in maat 40—4244464850 52—a ƒ0,85. 4,004,254,504,755,00 5,255,50 meter stof van 80 c.m. breed is er voor nodig. Plak aan de adreszjjde van een briefkaart, naast en buiten de frankeerzegel, het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar: Atelier Croon, Beatrijsstraat 4, Rotterdam. Vermeld aan de andere zijde duidelijk Uw naam, adres en Woon plaats en maat en nummer van het gewenste patroon. Plak nooit meer dan 1,00 op een kaart; wat meer geplakt wordt, is waardeloos. Girostortingen op nummer 271291 eveneens ten name van Atelier Croon. Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur, behalve des Zaterdags. Valion was geen lafaard. Toen hij schoot, wist hij heel goed, dat hjj tegenover de moordenaar van drie mensen stond. Hij liep snel op de worstelende gedaanten af, om te zien, of hjj schieten kon, zonder beiden te verwonden, maar hjj gleed uit over een hoopje zeewier en viel languit tegen de grond. Zijn revolver vloog ban uit de hand. Hjj kwam terstond overeind, maar voor dat hjj zjjn wapen grijpen kon, werd nij van achter beetgepakt en tegen de grond gesmeten. Hij bewoog zich niet. De brume gedaante boog zich over hem heen en greep hem bij de armen, maar voordat ze iets verder doen kon, werd haar keel vas.- gegrepen in een ijzeren omsnoering on werd ze van haar prooi losgetrokken. Trégat had dit ogenblik afgewacht, om tussenbeiden te komen. Hjj had er alle re den voor Jean Valion te bevrijden uit de klauwen van zjjn vijand. Het wezen liet Valion los en richtte zich tegen zjjn nieuwe vijand. Het greep Tré gat bij zijn kraag en scheurde hem letter lijk de helft van zijn kleren van het lijf. Ze hingen erbij en zijn ontblote zijde was overdekt met bloedende schrammen. Hij kromp van pjjn ineen, maar gaf het mon ster toch zulk een geweldige slag tegen het gezicht, dat het bloed hem uit de neus spoot en zjjn haren en baard rood verfde. Maar voordat hjj nogmaals kon slaan, had het monster zich uit zijn greep losgerukt en was op de vlucht geslagen. Huilend holde het weg over het strand. Tregat greep de revolver, die in het kiezel lag en vuurde alle patronen af op het vluchtende monster. Hij was geen bijzonder goed schutter en nu miste hij ieder schot door zijn opgewondenheid en de inspanning van de worsteling. Met e°n verwensing wierp hij het wapen tegen de grond en keerde zich naar Valion Deze opende de ogen en keek naar de lucht. Toen eerst zag hij Trégat vóór zicii en greep naar de revolver. Vijfmaal achter een trok hij af, zonder enig resultaat. Er klonk geen enkele knal en zjjn ver trokken gelaot, werd lijkbleek. Hij rees overeind op zijn knieen en wierp het wapen met alle kracht naar de man, die hjj als een vijand beschouwde. Trégat greep zijn pols beet en zei bedaard Nu is het wel genoeg, mijnheer Val ion. Ik weet niet, waarom u me zoqdt willen neerschieten. Ais ik een minuut later gekomen was, dan waart u nu ver loren geweest. Ik ben er zelf ook niet ongedeerd afgekomen. Valion gaf geen antwoord, maar staar de woest naar Trégat. Zjjn reusachtige gestalte zag er in het maanlicht schrik wekkend genoeg uit. Zijn kleren hingen in flarden langs zijn lijf en hjj drrr»p van het. bloed. U herkent me toch zeker wel? vroeg hij. Ja, zeker, antwoordde Valion. Of ik je herken. Een minder dapper man zou misschien om genade gesmeekt hebben, maar Val ion vroeg zich slechts af, hoe hij kon ontsnappen. Hij sprong plotseling op en wist bulten het bereik van Trégat te ko men. Maar deze was met één sprong bjj hem. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4