Onschatbaar katholiek belang
internationale samenwerking
De sluiting van het H. Jaar in de
Co va da Iria
MODEPRAATJE
Waarschuwing met klem
Ons
ROMANISIJ VOEGSEL
Om Eric's liefde
1
Kunt U niet slapen
Harris Bur land
van
H. Vader zal voor de radio spreken
Elke dag een warme maaltijd
C 650
ffATERDAG 15 SEPTEMBER 1951
PAG1JN A 4
>4
I
DE O.C.I.C.-PRIJS
door
HOE BESTEL IK MIJN
PATROON?
Zelfs de „big bosses" in de film
industrie zien de toekenning
met spanning tegemoet
Ook ditmaal weer heeft het Office Ca-
tholique International dn Cinéma (OCIC)
op het Filmfestival van Venetië de jaar
lijkse prijs toegekend aan de film, die naar
het oordeel van deze katholieke organisa
tie het meest bijdraagt tot de zedelijke en
geestelijke verheffing van het publiek.
Deze onderscheiding viel ditmaal ten
deel aan de befaamde Franse film „Het
dagboek van een Dorpspastoor" naar de
roman van Georges Bernanos.
Telkens weer wordt de toekenning van
deze O.C.I.C.-prijs met spanning tege
moet gezien, zelfs door de „big bosses"
van de filmindustrie, <Jie op de Film
festivals aanwezig zijn.
Dit 'klinkt misschien onwaarschijnlijk,
omdat ieder weet. dat de katholieken op
de commerciële gang van zaken bij de
filmproductie zo goed als geen invloed
uitoefenen. Maar toch houden de zaken
mensen terdege rekening met de macht,
die de millioenen. katholieken over de
■gehele wereld vormen. Hun komst in de
bioscoop kan een film tot een financieel
succes maken, hun wegblijven een dé-
bacle veroorzaken.
Ih een feestelijk „ristorante", een res
taurant aan de Canal Grande van het
«on-overgoten Venetië, heeft de heer M.
A. Ruszkowsky, secretaris-generaal van
hert O.C.I.C. ,een vertegenwoordiger van
4» katholieke pers in Nederland nog
«ens gewezen op het onschatbare belang
van internationale samenwerking tus
sen de katholieken in de verschillende
tanden ter wereld, een samenwerking,
èie dank zij de bemoeiingen van het
O.C.I.C. voortdurend inniger wordt.
„Wist u", aldus vroeg de heer Rusz
kowsky, die zodoende van geïnterviewde
interviewer werd, „dat het Office Catho-
lique International du Cinéma zijn ba
kermat heeft gehad in Den Haag? Het
was in 1922, dat aldaar een filmcongres
werd gehouden, dat werd bijgewoond
door vertegenwoordigers van vijftien
landen, die met algemene stemmen ge
volg gaven aan de wens van de H. Va
der om tot de stichting van deze orga
nisatie over te gaan".
„Het wekt bij sommigen misschien be
vreemding", aldus vervolgde hij, „tüat
men altijd een aantal vooraanstaande
vertegenwoordigers van het O.C.I.C. op
Maria Montez, wier verlangen om
slank te blijven, haar 't leven kostte.
Sir Laurence Oliver, de grote Engelse
acteur, die in de Britse Festival-film
The Magie Boy", een bijrolletje van
politie-agent speelt.
de Filmfestivals kan vinden, waar vaak
een sfeer hangt, die een mondain karak
ter draagt. Dit is echter sleohts uiter
lijke franje. Het O.C.I.C. houdt er re
kening mee, dat op deze Festivals we
reldpremières worden gegeven van films
die straks ook door zeer vele katholie
ken zullen worden gezien. Bovendien
meent de leiding, dat zij. door gebruik
te maken van de mogelijkheid tot con
tact met commerciële en artistieke pro
minenten in de internationale filmwe
reld, de invloed van de katholieken beter
kan doen gelden.
Deze invloed culmineert naar buiten
in de O.C.I.C.-prijs, die vrijwel op ieder
Festival aan een film wordt toegekend.
De instelling van deze prijs heeft tot
doel gehad, het vervaardigen van films
van 8 l;ge morele, artistieke en sociale
waarde aan te moedigen".
In steeds hogere mate wordt betekenis
gehecht aan deze prijs, die lang niet
uitsluitend aan z-g. „religieuze" films
wordt toegekend. Zo kon het gebeuren,
dat onlangs een voortreffelijke Ameri
kaanse film met een prachtige humane
inhoud het bij de jury van de O. C. I. C.
won van 'het Franse werk „Het Dagboek
van een Dorpspastoor", dat thans in Ve
netië de prijs verwierf.
Met trots wees de heer Ruszkowsky op
de 'groeiende betékenis van het 0-C.I.C.
De goede start van 1933 werd in 1940
door de Duitsers teniet gedaan, doch de
organisatie heeft in de Verenigde Staten
en Engeland haar werkzaamheden voort
gezet. In 1947 werd in Brussel opnieuw
gecongresseerd en werd besloten, de in
ternationale taak grondig te hervatten.
In 'grote lijnen bestagt deze taak uit het
activeren en stimuleren van katholieke
filmorganisaties over heel de wereld, het
bestuderen en verwezenlijken van de
mogelijkheden om tot onderlinge samen
werking te komen.
Niet altijd wordt het 'belang van dit
werk begrepen ook in Nederland niet.
Bovendien ziet men wel eens over het
hoofd, dat de organisatie slechts langs
de weg der geleidelijkheid tot een soort
internationale luidspreker kan worden,
waarnaar ook in andere kampen wordt
geluisterd en waarmee rekening wordt
'gehouden.
De leiding van het O.C.I.C. is van
mening, dat men thans langzamerhand
naar dit stadium toegroeit.
„The Magic Box", de film, die bij ge
legenheid van het Festival of Britain is
gemaakt, zal op 18 September a.s. in een
privé^ voorstelling word'en vertoond aan
het Britse koningspaar en aan de leden
van de koninklijke familie tegelijk met
de wereldpremière in Londen.
Een copie van de film zal daartoe met
een peciaal vliegtuig naar Balmoral Cast
le worden gevlogen, waar de koninklijke
familie op dat tijdstip zal vertoeven.
De koningin en prinses Margaret heb
ben in Maart j.l. een bezoek gebracht
aan Elstree, het Engelse Hollywood, om
tegenwoordig te zijn bij de verfilming
van enkele scènes uit deze film.
Bij gelegenheid van het Festival of
Britain hebben de verschillende Engelse
filmmaatschappijen de concurrentiebijl
begraven om gezusterlijk samen te wer
ken aan de vervaardiging van deze film,
die een der grootste producties is, welke
ooit in Engeland tot stand kwamen.
Het betreft hier de verfilming van het
leven van William Friese-Greene, de
man, die zeer veel heeft bijgedragen tot
d'e ontjvikkeling van de filmcamera.
Het is een verhaal van een man, die
veel gaf aan de wereld, maar er weinig
voor terugkreeg, een man, die op zijn
gebied een genie was, de eerste man, die
een voor het bioscoopbedrijf practisch
bruikbare filmcamera vervaardigde.
William Freise-Greene leefde alleen
voor zijn werk. Hij offerde zichzelf, zijn
fortuin en zijn gezin op om zijn ideaal:
het projecteren van bewegende beelden,
te verwezenlijken. Dat hij daarin slaag
de, staat wel vast, maar zijn succes werd
teniet gedaan door zijn persoonlijke mis
lukking.
,,The Magic Box" verhaalt niet alleen
de levensgeschiedenis van Willie Greene,
de fotograaf uit Bristol, maar ook de his
torie van zijn beide vrouwen, die hem
liefhadden en die hem de kracht gaven,
zijn ambitie te verwezenlijken. Helena
Friese, 't Zwieserse meisje, wier naam
hij toevoegde aan de zijne en Edith, zijn
tweede vrouw, kenden hem beiden als do
knappe charmeur, de dromer en do
vriendelijke, maar soms zelfzuchtige echt.
genoot.
Hoezeer hij zijn vrouw ook liefhad,
toch kwam zij op de tweede plaats, als
het om zijn uitvindingen ging. Noch haar,
noch anderen stond hij toe, zich met zijn
plannen voor de nieuwe camera te be
moeien.
In 1889 boekte hij succes, toen hij de
eerste resultaten van zijn zwoegen toon
de aan een publiek, bestaande uit....
één man: een verbaaltie en hoogst ach
terdochtige politieagent. Maar voor de
man, die er nooit in was geslaagd, enig
crediet los te krijgen, eindigde dit succes
in een bankroet. Dit ontmoedigde Friese-
Greene zozeer, dat hij aandacht ging
schenken aan andere vindingen. Niet
één, maar verschillende successen volg
den. Toch bevredigden deze hem niet en
steeds weer zocht hij naar mogelijkheden
om de plannen, die hij in zijn hoofd had,
te verwezenlijken, namelijk om bewegen
de figuren in natuurlijke kleuren op het
witte doek te projecteren.
In Mei 1921 woonde hij een belangrijke
vergadering van de filmindustrie bij, die
in de Connaught Rooms te Londen werd
gehouden. Een filmindustrie, die belang
rijk was gegroeid, zonder dat de man,
die met dit alles was begonnen, er iets
van wist.
Het was een zwakke en zieke William
Friese-Greene, die zijn stem op deze
vergadering liet horen, pleitend voor
samenwerking en voor een. betere behar
tiging van de gemeenschapsbelangen.
Mogelijk is er op zijn woorden acht
geslagen. Maar zelf heeft hij dat nooit
geweten. Tijdenszijn pleidooi stierf
Friese-Greene tengevolge van een hart
verlamming en toen men zijn zakken na
zocht om uit te vinden, wie hij eigenlijk
was en waar hij woonde, vond men al
leen een verkreukelde zakdoek, een lom
merdbriefje voor een paar manchetkno
pen en wat kleingeld, net genoeg om er warmte van het water alleen reeds
een plaats in de bioscoop mee te beta
len.
In ,.The Magic Box" treden vrijwel
alle filmsteren op, waarover Engeland
beschikt. Robert Donat soeelt 1- ran
William Friese-Greene, Margaret John
ston die van Edith en Maria Scheil die
van Helena Friese-Greene. Verder spelen
mede: Sir Laurence Oliver als de ver
baasde en achterdochtige politie-agent!
Eric Portman, Michael Redgrave, Den
nis Price, Leo Genn, Marinus Goring,
Cecil Parker, Glynis Johns, Barry Jones.
Stanley Holloway, Jack Warner, Googie
Withers, Kay Walsh, Peter Ustinov,
David Tomlinson, Margaret Rutherford,
John Howard Davies. Richard Attenbo-
rough en Renee Asherson.
de
oorzaak van een hartverlamming had
kunnen zijn, zelfs indien Miss ivrontez
kengezond was geweest. Het te grote
zoutgehalte van het -water kan boven
dien teveel van haar hart hebben ge
vergd.
Haar volledige naam luidde Maria An-
tonia Garcia Vidal de Santercella Mon
tez. Zij begon haar loopbaan als model,
maar haar exotische charme maakte
haar tot de ster van 20 films, waarvan
wij er reeds enkele hebben opgesomd.
Een kort berichtje meldde van de
week de dood van Maria Montez, die
tijdens het baden om het leven was ge
komen, De oorzaak van haar tragische
dood stond toen nog niet met zekerheid
vast. Intussen is gebleken, dat zij het
slachtoffer is geworden van baar pogin
gen om slank te blijven en het figuur te
behouden, waaraan zij voor een groot
deel haar filmroem had' te danken.
De ster van zovele films als „That
Nigt in Rio", „Ali Baba". „Moonlight in
Hawaii"', „South of Tahaiti", Arabian
Nights", „The Cobra Woman en „Tan
gier", had enkele dagen tevoren reeds
geklaagd over pijn in de hartstreek,
doch scheen goed gezond, toen haar man,
de Franse filmster Jean-Pierre Aumont
op de morgen van haar dood hun weel
derig huis te Suresnes bij Parijs verliet,
om zich naar de studio's te begeven.
Kort tevoren was Maria Montez uit
Italië teruggekeerd, waar zij was opge
treden in de film „De Vendetta van de
Piraat". Binnenkort zou ze opnieuw in
een Itau'liaanse film optreden en met het
oog daarop stelde ze alles in het werk
om slank te blijven.
Daartoe begaf ze zich naar haar bad
kamer. zette de warmwaterkraan open
en mengde er een flinke hoeveelheid
zout doorheen, met het doel zoveel mo
gelijk gewicht te verliezen.
Toen haar zuster, die ongerust werd
omdat ze zo lang wegbleef, ging kijken,
lag ze geheel onder water, dat zelfs toen
nog ongewoon warm was. Drie dokters
en enkele brandweerlieden pasten drie
uren lang kunstmatige ademhaling toe,
maar alle moeite bleek tevergeefs.
Een politiearts heeft verklaard, dat de
In zijn onder de titel ..The Second
World War" gepubliceerde memoires
vertelt Winston Churchill een aardige
anecdote omtrent C. S. Forester's be
faamde roman „Captain Hornblower,
R.N.", waarnaar een film is gemaakt, die
onder dezelfde titel thans in ons land
wordt vertoond.
Na te hebben verteld, dat de spanning
aan de fronten enigszins was vermin
derd, schrijft Churchill: „Voor het eerst
in vele maanden kon ik weer met ple
zier een boek lezen. Oliver y
ambassadeur in Cairo, gaf mij P
Hornblower, R.N.", dat ik met groot
noegen las. Toen de gelegenheid
voordeed, zond ik hem een telegram.
„Vind Hornblower bewonderenswaardig
Dit telegram veroorzaakte enorme op
schudding in het geallieerde Hoofdkwar
tier voor het Midden-Oosten", waar men
veronderstelde, dat „Hornblower" een
code-woord was voor een speciale actie,
waarvan men daar onkundig was ge
bleven
De beëindiging va nhet Internationaal
Congres over de boodschap van de H.
Maagd te Fatima, dat te Lissabon wordt
gehouden van 7—10 October a.s., vindt
haar hoogtepunt in de plechtige sluiting ;ua
van het Heilige Jaar door een vertegen- 1 volgens de intentie van de boodschap
i Ti*-»;vtt t trTTotima Pil
heden, dat thans is vastgesteld, is bet
volgende ontleend:
Op de dagen van 1013 October a.s.
zullen in het genade-oord van de Cova
Om 22 uur zal de kaarsenprocessie wor
den gehouden, waarna om 23 uur het
Allerheiligste ter aanbidding wordt uit
gesteld op de troon voor de basiliek. De
nachtelijke aanbidding duurt tot 5 uur
van de volgende dag. Des morgens van
de 13e October wordt de H. Mis om 6 uur
gelezen, waaronder algemene H. Com
munie
De Rozenkrans zal om 10 uur aoor alle
pelgrims voor het genadekapeile-tje ge
beden worden, waarna processie met het
genadebeeld van Onze Lieve Vrouw. N'
de processig wordt het genadebeeld op
de trappen van de basiliek geplaatst en
nemen de grote slotplechtigheden een
aanvang.
Om 11 uur zal de Kardinaal Legaat a
Latere de pontificale Mis celebreren in
de open lucht op het altaar voor de
basiliek. Na deze H. Mis volgt een radio
toespraak van de H. Vader. Hierna heeft
de toewijding plaats aan het Onbevlekte
Hart van Maria.
In aansluiting aan deze plechtigheden
volgt onmiddellijk de zegen met het Al
lerheiligste aan de zieke nelgrims, die
voor ae trappen van het altaar op hun
draagbedden liggen en de Pontificale H.
Mis hebben kunnen bijwonen. Tot slot
ontvangen alle pelgrims na het ..Tantum
ergo" de zegen met het Allerheiligste en
de pauselijke zegen. Dan zijn de sluitings-
piechtigheden ten einde.
Het genadebeeld van Onze Lieve
da Iria heilige Missen gelezen worden Vrouw van Fatima wordt daarna in pro-
™.,f" T- r de boodschap cessie naar het kapelletje van de Ver-
woordiger van Paus Pius XII
genade-oord te Fétima.
De vertegenwoordiger van de H. Vader
ie Zijne Eminentie Kardinaal Legaat a
Latere Tedeschini, aartspriester van de
basiliek van het Vaticaan. Zijne Eminen
tie was vroeger nuntius in Madrid en
reeds eerder in Portugal geweest als ver
tegenwoordiger van de It. Stoel voor de
herdenkingsfeesten van Vasco da Gama»
in het j v,an onze Lieve Vrouw van Fétima en
van de Heilige Vader. Des middags wordt
het H. Sacrament tep aanbidding uitge
steld, de Rozenkrans gezamenlijk gebe
den én zal een prelaat een toespraak hou
den.
De Kardinaal Legaat a Latere wordt op
12 October plechtig in de Cova da Iria
ie naar het kapelletje
Khijningen teruggebracht, waarop door
alle pelgrims hst afscheidslied wordt ge
zongen, het vaarwel aan Fétima.
In het begin van de vorige maand
waren in het genadeoord van Onze Lieve
Vrouw van Fatima in de Cova da Iria
zeventig militairen en matrozen uit Ne
derland aangekomen. Zij werden bege
leid door vier officieren, onder wie de
ontvangen met een welkomstrede. Hierna leid door vier uziic eren.onder wie d<
zullen de beslissingen van het Internatio- 1 aalmoezenier k en. Deze n
De plechtige sluiting van het Heilig! naai Congres over de Boodschap van,.-- - gekomen om Om»
Jaar was voor Dom Manuel Trinda de Fatima worden voorgelezen, dan volg waren naarFatima gd e«
n_,.m„ en de _egen met het Lieve Vrouw de vreue ui ue «uaa n.
t.airen, strijders in de laatste oorlog.
Salgueiro, aartsbisschop van Mitilene en
voorzitter van het Fétima Congres aan
leiding de Portugezen aan te sporen zich
in christelijke geest op de komende
plechtige dagen van 12 en 13 October voor
te bereiden. Hij wees op de grote waar
de van het gebed, het gebed dat in Féti
ma is gevraagd en waardoor de vrede in
de wereld moet terugkeren.
Aan het programma van de plechtig-
het „Te Deum
Allerheiligste.
en de zegen met het
I smeken.
Men hoort .tegenwoordig nog wel eens
een huisvrouw zeggen ik kook maar niet
iedere dag een warm maal. een paar bo
terhammen zijn toch took goed en dat
komt veel voordeliger uit en bespaart
me bovendien heel wat tijd!
Tegen dit denkbeeld wenst de Voedings
raad met klem te waarschuwen. Een
broodmaaltijd die in voedingswaarde te
gen een eenvoudig maar goed samenge
steld warm maal zou opwegen, zooi duur
der (of veel bewerkelijker) worden dan
dat warme maal. En „gema'kkejjke" en
■goedkope broodmaaltijden zijn te een
zijdig, leveren ons niet alle voedings
stoffen die wij dage ijk s nodig hebben en
zullen daardoor op den duur onze ge
zondheid schade doen.
Waardoor is een warme maaltijd dan
nodig om de voedingswaarde van onze
daarbij verzadigend, maar leveren ons
practisch geen beschermende stoffen
(eiwitten vitamines, voedingszouten).
Gebrek hieraan door het overslaan van
de warme maaltijd zou als ge\Dlg kun
nen hebben: slapte en moeheid, grotere
vatbaarheid voor infecties, gevaar voor
bloedarmoede, in het algemeen dus: ver
minderde weerstand.
Bovendien hebben we nog buiten be
schouwing gelaten, dat de eetlust van
velen door biOod minder wordt opge»
wekt dan door dampend warme gerech
ten. De geur hiervan wekt reeds de eet
lust op! Vooral als het koud is hebben
we aan de warme maaltijd zo'n behoef
te en hoevele koele dagen brengt het
jaar niet in ons landje! Ook het gevaar
voor een'l nigheid (drie maal per dag
brood) kan zich op de eetlust wreken,
waardoor men kans loopt te weinig te
dagelijkse voeding volledig te maken? e^Pn_ Afwisseling van spijs is in iedere
In de eerste plaats bevatten aardappelen lgoedn voeding nodig
en groenten verschillende vitamines en
voedingszouten, die in brood niet voor
komen o.a. vitamine C. Om de brood
maaltijd in dit opzicht volledig te maken,
zou er bijv. een portie groentendla (liefst
iedere dag van een andere groente) of
inplaats daarvan flink wat fruit (en fruit
is dikwijls duurder!) bij gegeven moeten
worden.
Verder komt er in een goede warme
maaltijd een eiwitrijk 'gerecht voor: i hnnfrt
vlees vis 'kaas, eieren, een erwten- of 'door rheumattek, spit, ischias,^hoord-^en
Alles bijeengenomen blijkt wel, dat
een broodmaaltijd niet tegen een warme
maaltijd kan opwogen, tenzij er veel kos
ten en moeite aan wlirden besteed.
Advertentie
bonengerecht of een bord pap, vla of
pudding als toespijs. Bij een volledige
broodmaaltijd zou een van deze spijzen
en dan in dezelfde hoeveelheid als bij de
warme maaltijd gegeven moeten worden.
Zoete broodbeleggingen maken de bo
terhammen wel smakelijk en werken
zenuwpijnen, neemt dan geregeld "Iogal
Togal verdrijft snei en afdoende die pij
nen en U slaapt weer rustig de gehele
nacht door. Togal baat waar andere mid
delen falen. Togai zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bit apo
theek en drogist f 0.83, f 2.08 en f 7.94.
KORTE INHOUD VAN HET VOOR-.
AFGAANDE:
Zes mannen, die een schipbreuk
hebben overleefd, bereiken een ei
land, dat wemelt van de spinnen. Op
onverklaarbare wijze worden vijf
schipbreukelingen gedood. De enige
overlevende, Eric Trégat, vermoedt
met een monster te doen te hebben, i
dat de moorden op zijn geweten
heeft. Trégat ontdekt het wrak van
een schip. En in dit vaartuig een op
schrift. In Gartuche treurt Solaage
Margau om Eric. Maar haar vader
heeft andere plannen. Charles Val-
lon; een miUlonnair, die zijn huis
heeft ..ehuurd, maakt het meisje het
hof. Éne komt plotseling thuis. Er
zijn dan pijnlijke herinneringen met
'n ring. Solange is bang voor wraak
der Vallons. Eric neemt de vlucht
en duikt bij Parijs onder. De lezer-
schaar maakt dan kennis met de
„juwelenhandelaar" Cantri en zijn
dochter Simon*. Eric Trégat komt
hun huis op vreemdsoortige wijze
binnen, doodmoe en ziek. Simone
verpleegt hem "én wordt verliefd. Eric
"era",',-; 'in zware zielestrijd. Tenslotte
•neemt hij de vlucht met achterlating
van een halve gouden penning. Hij
ontmoet Solange in hun gebied, waar
een monster met moorden verder
gaaf Trégat gaat in z'n eentje nader
op zeek.
Vco 1 -.htig vervolgde hij zijn weg.
-■"J'i spaarde scherp naar alle canton
r ad. maar zag niets bijzonders.'Nu en
d vloog een pluvier voor zijn voeten
p en verdween in het donker. Een en-
andere zijde Van de sloot, stonden vier
hopen turf. bijna drie meter hoog. Hij
keek er aandachtig naar en liet zich
plotseling plat voorover vallen. Hij had
een hoofd gezien, dat om de dichtsbij-
zijnde turfhoop kwam gluren.
Wie daar? vroeg een barse stem. In
het maanlicht glinsterde de loop van een
geweer. Hij stond lachend op.
Ik dacht wel dat jullie, net als. ik,
op jacht waren!, antwoordde hij. Ik ben
Guillard uit Bru'get. Wie zijn jullie?
Jean Risse en George Delcourt en
Jacques Risse. Heb je een geweer?
Neen.
Heb je geen zin, met ons mee te
gaan?
Ik kan het wel alleen af. ik zou
hem graag zelf vinden.
Je kunt hem niet aan! riep dezelfde
stem weer.
Trégat lachte. Hij had de naam opge
geven van een jongen kerel, die in
postuur veel op hem geleek en bekend
was om zijn kracht.
Weet je dan niet meer, dat ik die
vier soldaten uit de herberg te Abérages
gegooid heb? m
O ja.... maar je hebt Ene Trégat
nog nooit ergens uitgegooid, wel? En nu
is hij van de duivel bezeten. Ga maar
liever met ons mee!
Neendank je welik moet
niets van djie geweren hebbenik
heb juist in Trétou gehoord van iemand,
die per ongeluk is aangeschoten.... Ik
steek recht over en ga dan. langs de
heuvels.
Wij blijven hier. Trégat kon wel
eens hier terugkomen. Hij zal niet ver
wachten, dat ze hem hier zoeken. En
dan zal hij een warme ontvangst krijgen.
Goeie nacht! zei Trégat en hij ging
mud sprong een rat in bet water verder langs de kant van de Grote Sloot,
■ii sloot "en zwem haastig weg. Blij, om zijn ontsnapping, vervolgde
hij zijn weg naar de andere zijde van
het veen, zonder iemand tegen te
komen en hij voelde het als een opluch-
het heikruid was uitgerukt en de ting, dat hij weer gewone grond onder
grond omgewoeld. Hij zag bij nader on- zijn'voeten had.
zo' -■ dat het gras glinsterde m het Toen hij het pad naar het bos overstak,
n 'debt hoorde hij stemmen in de nabijheid en zag
K«"buste zich en trok 'n bosje uit de een lichtje flikkeren. Hij sloop snel onder
grond. Het was nat van het bloed. Dit
ren
Maar g'
ze at.
Eindelijk
w
n spoor vond hij van wat hij
kwam hij aan een plaats,
gruiiiti. ni'L wcü 7
moest dus de plaats zijn, waar de jonge
Erhnge de dood gevonden had. Vlak bij
de schaduw van een paar zware eiken en
wachtte. Tien minuten later zag hij een
groepje mannen in de richting van Gar-
1 r de Grote Sloot, vijf meter i tuche gaan. Ze droegen iets, dat zwaar
clEon gedeelte van de oever was j scheen en toen ze wat naderbij kwamen,
afgetrapt. Vijftig meter verder, aan de 'zag hij, dat het een landhek was, waarop
iets met een laken bedekt lag uitgestrekt.
In het laken waren donkere vlekken. Toen I
ze voorbij waren, bleef Trégat nog een
poosje onder de donkere bomen en zijn i
gedachten dwaalden af naar de eenzame j
oude vrouw op de Brinbouhoeve. Zij zat
op de thuiskomst van haar zoon te
wachten.
Kon hij toch dat monster maar vinden!
Hij zou de dood van al die slachtoffers
kunnen wreken! Hij zou zelf vrij man zijn!
Hij vormde het voornemen, er nog die
zelfde nacht achter te komen. Vlug en
zacht snelde hij voort door het woud, tot
dat hij op een punt kwam, waar de grond
begon te stijgen. Daar ging hij even zitten
en at wat brood en kaas.
Toen hij klaar was, beklom hij de heu
vel. Onder op de bodem van het woud was
het donker, omdat het dichte gebladerte
het licht niet doorliet en het deed hem
denken aan het eiland der spinnen. Maar
hier was hij tenminste in de nabijheid
van zijn medemensenof neen....
eigenlijk veel meer alleen, dan daar. Het
bos bestond hoofdzakelijk uit lage eike
bomen en op sommige plekken staken de
rotsen puntig omhoog uit de grond. Overal
waren met mos bedekte steenklompen.
Hier hoopte hij te vinden, wat hij zocht,
want als de moordenaar ook maar een
beetje bekend was met de plaatselijke
gesteldheid van het district, dan zou hij
hier vast en zeker een toevlucht zoeken.
Niemand uit geheel de omtrek waagde
zich hier na het vallen der duisternis.
Midden in het bos was een vrij hoge heu
vel, op welks top een verwaarloosd hou
ten hek stond rondom de ingang van een
diepe schacht. Het was de oude Trégat-
mün.
In 1873 waren vijftig man en zestien
jongens uit verschillende dorpen in de
omtrek, door een rotslawine verongelukt.
En de bevolking geloofde, dat hun zielen
er nog rondspookten. De mensen meen
den hen gezien te hebben op de kale
heuvels en daarom had Trégat's oom die
heuvel met duizenden bomen doen beplan
ten, teneinde aan die praatjes een eind te
maken. Maar nu geloofden de mensen, dat
die zielen tussen de bomen heen en weer
zweefden en niemand durfde hun verblijf
plaats verstoren. Doch Trégat zelf was
niet bijgelovig. Hij beschouwde het woud
alleen als een geschikte schuilplaats,
zowel voor de gezochte moordenaar, als
voor zichzelf. Hij baande zich een weg
naar de oude mijn en zag ten laatste een
vage lichschemering. Hij wist, dat dit niets
anders kon zijn, dan de heuvel, waarin de
monding van de schacht uitkwam omdat
daar geen bomen stonden. Opeens voelde
hij iets tegen zich aan slingeren. Hij stak
zijn hand er naar uit en bemerkte, dat
het een eind touw was.
Het was ongeveer drie centimeter dik.
Hjj haalde een lucifer voor de dag en
streek die aan. En in dat zwakke licht
zag hij iets, dat hem het bloed in de
aderen deed stollen. Van een andere boom
hing ook eon touw auC «n, Wt ^*£$4
en vierde ook. En middenin was een soort
wèb van touwwerk, waarin enige klei
ne voorwerpen hingen. De lucifer brand
de hem de vingers en het was weer don
ker.
Hij greep een boomstam va.st en
trachtte na te denken. Het was iets on
mogelijks!
Hier in zijn beschaafd vaderland was
precies zulk een web, al was het dan ook
wat kleiner, dan hij gen'm had op het
eiland in de Stille Zuidzee.
Kon dat toeval zijn? Ondenkbaar. Dat
monster moest hem naar hier gevolgd
zijn. Ongetwijfeld was het in de nacht
naar het schip toegezwommen en had
zich daar aan boord verborgen gehou
den. Toen het schip voor anker lag, was
het de baai overgestoken en koelde nu
zijn moordzucht aan de onschuldige dor
pelingen. Nu begreep hij, eerst, wat er
gebeurd was in die vreselijke nacht, toen
tij was weggevlucht van het luk van zijn
gastheer. Het open venster.de man,
die niet kon kopen, wat hi) verlangde te
hebben, kruipend door het venster
de zwijgende vervolger niet zijn boven
menselijke krachtde worsteling, de
moord. Het was hem nu volkomen duide
lijk. Hij stak nog een lucifer aan en be
keek het net. Er hingen twee eekhoorn
tjes en een paar konijntjes in.
En toen overviel hem een grote
angstniet voor zichzelf, maar voor
Solange. En hij besloot, in haar nabij
heid te blijven, zelfs met gevaar voor
zijn eigen leven. Hij stond op en begaf
zich naar de monding van de schacht.
Nauwlettend keek hij rond. Hu was op
het punt, verder te gaan, toen iets ronds
boven de opening uitkwam. Hu bleef
stil staan en zag het hoofd en de schou
ders van een man te voorschun komen,
daarna diens gehele lichaam en even la
ter knielde die man neer bu een klein
bundeltje, dat hij uit de opening had ge
haald. Met zichtbare krachtsinspanning,
onverklaarbaar voor zulk een klein pak
je, laadde hij het op zijn schouder en liep
in de richting van Huize Trégat.
Trégat volgde hem met ae grootste
behoedzaamheid.
HOOFDSTUK XI.
De man in de boot
Trégat volgde de man door het bos
heen. Hij had terstond gezien, dat hij niet
het gezochte monster was. Maar toch ge
droeg hij zich geheimzinnig en Trégat
wilde er het zijne van hebben.
Met grote moeite baande hij zich een
weg door het woud. Hij had een voor
sprong van ongeveer honderd meter.
Trégat moest nu en dan stil staan, om
te luisteren, in welke richting de man
zich voortbewoog. Zelf liep hij zo geruis
loos mogelijk opdat de ander hem met
horen zou. Het was moeilijk werk en
hij was blij, dat hij bij een weide kwam,
die langs Huize Trégat liep en daar de
zwarte gedaante in 't duister zag lopen.
Trégat vsrsohool zich «ft trachtte de
gelaatstrekken van de man. die vlak
langs hem ging, te onderscheiden. Hij
gat bijna een schreeuw van schrik.
Het was Jean Vallon. Hij bleef stil
staan en haalde iets uit zijn zak. Bij het
zwakke maanlicht zag Tregat de loop
van een revolver glimmen in de duister
nis- Hij hield zich muisstil. Jean Val-
lon stak het wapen weer in zijn zak en
Uep verder naar de kust toe. Toen hij
aan de rand der rotsen gekomen was,
'bond hij het bundeltje om zijn middel
vast en begon af te dalen. De klip was
hier niet hoger dan twintig meter en het
afdalen ging heel geleidelijk.
Trégat sloop zachtjes tot aan de rand
en bleef daar liggen, totdat hij de voet
stappen van Valion op het grint van de
kust hoorde. Toen 'kroop hij op handen
en voeten vooruit en keek over de rano
heen. In de donkere schaduw der khP
zag hij een gedaante in zuidelijke rion-
tin-g bewegen. Trégat vroeg zich af, wa
hij in die richting, die hem van- t o
wegvoerde, moest uitrichten, want
volgende gehucht was meer dan
kilometer verder.
Hij besloot boven op de kllPfffn c
blijven. Het zou onmogelijk «ewees_ zijn,
Valion onhoorbaar te volgen over he
kiezel daar beneden. Hij b'ee rfikke
eten Twee ervan kende nij n e igoed.
Het waren twee uitlopers van een hoge
rois X boven water uitstaken, zelfs
als 'het hoog water was. Maar de derde
had hij nog nimmer gezien. En toen hij
scherpèr toekeek kwam het hem voor,
dat die derde vlek zich zachtjes bewoog.
Toen hij naderbij gekomen was, zag hij,
dat het een boot was, die op de kalme
deining wiegde. Eerst toen hij er vlak
bij was, kon hij met zekerheid zien, dat
de boot met drie personen bemand was.
Twee hunner hielden de riemen en een
derde zat voorin gehurkt.
Het knerpen van Vallon's voetstappen
op het kiezel was geheel opgehouden.
Maar toen Trégat over de rand heen
keek, zag hij hem langzaam voortgaan
over het strand. Hij ging aan de rand
liggen en hield hem in het oog, Maar
opeens schrok hjj heftig. Ongeveer drie
honderd meter achter Valion bewoog zich
een andere gedaante sluipend voorwaarts
op handen en voeten. Maar toch waren
ziin bewegingen niet die van een dier,
want nu en dan liep die gedaante op twee
benen snel een eind vooruit om Valion in
te halen. Deze scheen zich volstrekt on
bewust, dat hjj achtervolgd werd. Trégat
voelde een rilling over zjjn rug gaan. Die
beweging had hjj nog eens tevoren ge
zien Als Jean Valion het gevaar achter
zich niet bemerkte, dan was hjj een ver
loren man. Trégat nam een steen op en
wierp die op de rotsen beneden zich.
Valion keerde zich schielijk om en zjjn
vervolger liet zich terstond achter een
rotsblok neervallen. En toen zag rrëgat
voor het eerst, dat ongeveer een kwart
kilometer verder op het strand zich nog
een derde gedaante bewoog, achter de
tweede aan. Na even stil gestaan te heb
ben, vervolgde Valion zjjn weg, maar de
vreemde gedaante bleef bewegingloos
achter het rotsblok liggen en de derde
kroop nader en nader in de schaduw van
de rotsen- Trégat vloog overeind en rende
zó hard hjj kon over de bovenrand der
rotsen.
Drie honderd meter verder faalcteIL?
weer en daar leidde een smal pad -
laag naar het strand. In minder dlm
minuten had hjj het strand bal
een uitstekend rotsblok belettehem het
uitzicht Toen hü daar langs neen was,
ril hii dat de boot vlak tegen de oever
lal en 'dat Valion stond te praten met
do man die in de voorsteven zat. Hij
keek oplettend' langs 'het strand, maar
zag niets vgn de beide andere-gedaan
te» Van de plaats af, waar hjj stond,
liep een rotspad tot vlak bij het water.
Als hij dat bereiken kon, zou hij in
staat zUn. er langs te kruipen, tot °P
enkele meters afstand van- d'e boot. Hij
probeerde het hier en daar, maar het
lukte hem niet. Hjj kon bet er niet op
wagen, gezien te worden want hij wist,
dat Valion geen ogenblik zou aarzelen,
om op hem te schieten- En iedereen zou
zjjn moordenaar als een weldoener prij
zen. Maar na lang zoeken vond hij toch
een geschikt plekje en kroop langs het
rotspad voort .Over de hoge kant heen
kijkend. zag hij Valion nog steeds in
gesprek met de man in de boot. Deze
stond nu met zjjn rug naar hem toe, zo
dat Trégat zjjn gezicht niet zien kon.
Onverwacht draaide hij ?ich om en Tré
gat onderdrukte met moeite een kreet
van verbazing, Die kleine man was
mijnheer Cantri.
Trégat pijnigde zjjn hersens, om enig.
verband tussen die twee te zoeken.
Hjj trachtte op te vangen wat ze be
spraken, maar ze fluisterden bijna tegen
elkander. Trégat wist voor het hele geval
geen oplossing.
Hjj begreep er niets van, wat dat klei
ne mannetje uit de Vlietstraat te bespre
ken had me een miUiannair uit deze
streek. Maar hjj begon te vermoeden, dat
er in het leven van Valion een of ander
geheim was en dat misschien zelfs het
geheimzinnige monster meespon aan de
draden van het net der omstandigheden,
waarin hijzelf ook verward was geraakt.
Vijf minuten later roeiden Cantri en
zjjn mannen weg. Trégat zag dat Valion
het bundeltje niet meer bij zich had en
dat de oude man het zorgvuldig vast
hield op zijn knieën. De boot schoot weg
in Westelijke richting en nu eerst zag
Trégat een lichtje op het. water flisten,
dat bewees, dat er een schip voor anker
lag. Binnen een kwartier was de boot in
de zeedamp verdwenen .Maar Jean Val
ion stond nog steeds op de rotspunt en
staarde over het water.
Toen verbrak een vreselijke kreet de
stilte, snelle voetstappen klonken uii het
kiezel en het volgend ogenblik verscheen
een man, die vluchtte voor een S™'*-
bruine gedaante die in sprongen achter
hem aankwam- Trégat rees uit zijn ge
bukte houding overeind en keek rond
naar een stuk steen, of iets dergelijks,
maar hjj kon niets vinden van voldoen
de zwaarte, om mee te gooien. Valion
greep zjjn revolver, hief die op, "jaar
durfde niet te vuren, om de vluchteling
niet te raken. Toen liet deze zich plot
seling plat voorover vallen.
Valion greep bliksemsnel die gelegenheid
beet en vuurde op de vervolger. Hij rniste
en voordat hjj tijd had om nogmaals te
vuren, rolden de twee gedaanten over de
grond en weerklonk er een snerpende gil
en het gekraak van beenderen.
Mooi jasschort met lange mouw,
welke ook als japon of ochtend
japon gebruikt kan worden.
De in de taille aangezette rok
valt iets klokkend.
In de taille vallen een paar
coupenaadjes.
De leuke zak, de kraag en de
onderkant van de mouw worden
afgewerkt met een gekarteld
galonnetje, wat in vele kleuren te
koop is, en goed gewassen kan
worden. Lange losse mouw.
Het patroon is verkrijgbaar in
maat 40—4244464850
52—a ƒ0,85.
4,004,254,504,755,00
5,255,50 meter stof van 80 c.m.
breed is er voor nodig.
Plak aan de adreszjjde van een
briefkaart, naast en buiten de
frankeerzegel, het verschuldigde
bedrag aan geldige postzegels en
zend deze naar: Atelier Croon,
Beatrijsstraat 4, Rotterdam.
Vermeld aan de andere zijde
duidelijk Uw naam, adres en Woon
plaats en maat en nummer van
het gewenste patroon.
Plak nooit meer dan 1,00 op
een kaart; wat meer geplakt
wordt, is waardeloos.
Girostortingen op nummer 271291
eveneens ten name van Atelier
Croon.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12
en van 2 tot 5 uur, behalve des
Zaterdags.
Valion was geen lafaard. Toen hij schoot,
wist hij heel goed, dat hjj tegenover de
moordenaar van drie mensen stond. Hij
liep snel op de worstelende gedaanten af,
om te zien, of hjj schieten kon, zonder
beiden te verwonden, maar hjj gleed uit
over een hoopje zeewier en viel languit
tegen de grond. Zijn revolver vloog ban
uit de hand.
Hjj kwam terstond overeind, maar voor
dat hjj zjjn wapen grijpen kon, werd nij
van achter beetgepakt en tegen de grond
gesmeten. Hij bewoog zich niet. De brume
gedaante boog zich over hem heen en
greep hem bij de armen, maar voordat ze
iets verder doen kon, werd haar keel vas.-
gegrepen in een ijzeren omsnoering on
werd ze van haar prooi losgetrokken.
Trégat had dit ogenblik afgewacht, om
tussenbeiden te komen. Hjj had er alle re
den voor Jean Valion te bevrijden uit de
klauwen van zjjn vijand.
Het wezen liet Valion los en richtte zich
tegen zjjn nieuwe vijand. Het greep Tré
gat bij zijn kraag en scheurde hem letter
lijk de helft van zijn kleren van het lijf.
Ze hingen erbij en zijn ontblote zijde was
overdekt met bloedende schrammen. Hij
kromp van pjjn ineen, maar gaf het mon
ster toch zulk een geweldige slag tegen
het gezicht, dat het bloed hem uit de
neus spoot en zjjn haren en baard rood
verfde. Maar voordat hjj nogmaals kon
slaan, had het monster zich uit zijn greep
losgerukt en was op de vlucht geslagen.
Huilend holde het weg over het strand.
Tregat greep de revolver, die in het
kiezel lag en vuurde alle patronen af op
het vluchtende monster. Hij was geen
bijzonder goed schutter en nu miste hij
ieder schot door zijn opgewondenheid en
de inspanning van de worsteling. Met e°n
verwensing wierp hij het wapen tegen de
grond en keerde zich naar Valion Deze
opende de ogen en keek naar de lucht.
Toen eerst zag hij Trégat vóór zicii en
greep naar de revolver. Vijfmaal achter
een trok hij af, zonder enig resultaat.
Er klonk geen enkele knal en zjjn ver
trokken gelaot, werd lijkbleek. Hij rees
overeind op zijn knieen en wierp het
wapen met alle kracht naar de man, die
hjj als een vijand beschouwde. Trégat
greep zijn pols beet en zei bedaard
Nu is het wel genoeg, mijnheer Val
ion. Ik weet niet, waarom u me zoqdt
willen neerschieten. Ais ik een minuut
later gekomen was, dan waart u nu ver
loren geweest. Ik ben er zelf ook niet
ongedeerd afgekomen.
Valion gaf geen antwoord, maar staar
de woest naar Trégat. Zjjn reusachtige
gestalte zag er in het maanlicht schrik
wekkend genoeg uit. Zijn kleren hingen
in flarden langs zijn lijf en hjj drrr»p van
het. bloed.
U herkent me toch zeker wel?
vroeg hij.
Ja, zeker, antwoordde Valion. Of ik
je herken.
Een minder dapper man zou misschien
om genade gesmeekt hebben, maar Val
ion vroeg zich slechts af, hoe hij kon
ontsnappen. Hij sprong plotseling op en
wist bulten het bereik van Trégat te ko
men. Maar deze was met één sprong bjj
hem.
(Wordt vervolgd).