Leven van Paolo Na gal
Gezond
en smareg
in wintertijd
eten
Ons
patroon
succes
van de week
Kruiswoord-puzzle
Ons
ROMANBIJ VOEGSEL
Om Eric's liefde
1
r
Slaapt U slecht
Harris Burland
de „Heilige van de atoombom", verfilmd
v WA
J '4 lil'
Menu behoeft niet eentonig te zijn
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
ZATERDAG 27 OCTOBER 1951
PAGINA 4
LEKENAPOSTEL VAN
JAPAN
C 660
door
„So little time", een nieuwe Engelse
film, welke in het door de Duitsers be
zette België speelt.
Alle k'JokJken van de kerken en Boed
dhistische tempels in Nagasaki luidden,
de schepen in de haven en de fabrieken
in de stad lieten hun sirenes loeien en
werk en verkeer vielen stil, toen op 3
Mei van dit jaar, in een vijf kilometer
ftinge rauwstoet, de „Heilige van de
atoombom" ten grave werd gedragen.
Dr Paolo Nagai, hoogleraar in de me
dicijnen en radiologie aan de universiteit
van Nagasaki, was na een smartelijk
lijden van vijf jaren als een voorbeeldig
katholiek in de Heer ontslapen.
Sinsdien is, naar uit Tokio wordt ge
meld, over dit leven een film gemaakt,
die in Japan tienduizenden toeschouwers
trekt.
Indien ooit iemand Invloed heeft uit
geoefend op het bekeringswerk in Ja
pan, dan is het zeker deze eminente leek
geweest. Reeds nu kan men in Japan
waarnemen, hoe diep de indruk is ge
weest, die zijn voorbeeld op de mensen
heeft gemaakt. „Klokken van Nagasaki",
zoals de titel van de film luidt, heeft
reeds bij de eerste vertoning te Okayama
30.000 toeschouwers getrokken, d.w.z.
•en derde van de stadsbevolking.
Prof. dr Nagai heeft tijdens zijn
•ruchtbare en heilige leven vele boeken
geschreven. De opbrengst daarvan liet
hij onder de armen verdelen. Maar zelf
lag hij ziek in een eenvoudige kamer in
een houten barak. Tot hen, die hem daar
kwamen bezoeken, zeide hij: „Het lijden
dat de Vader in de Hemel ons zendt,
moet tot Zijn verheerlijking dienen".
Deze verheven opvatting die het leven
van de vurige lekenapostel geheel be
heerste vindt men terug in de film, die
naar dit leven is gemaakt. Toch moeten
wij ons als Westerlingen geen illusies
maken over deze rolprent. Zij is voor ons
ongenietbaar, zoals bijna alle Oosterse
films. De sfeer van het Japanse leven
wordt er in duizenden kleine details
weergegeven, die het tempo van de film
naar Westerse opvattingen al te sterk
vertragen. Maar juist omdat vele klei
nigheden in deze film in christelijke
geest zijn weergegeven, maken zij in
Japan zo'n diepe indruk.
Pater Gartman, een Zwitserse missio
naris maakt van de film gebruik bij zijn
missie-arbeid. Hij schrijft daarover:
„Meestal draaien wij de film in de scho
len voor een volwassen publiek. De ver
toningen worden gewoonlijk door 500 tot
1000 personen bijgewoond. In de gehoor
zaal van Semeya waren zelfs 1200 per
sonen aanwezig. Ik spreek ter toelich
ting slechts een paar woorden over het
geloof en nodig dan allen uit tot een be
zoek aan de kerk. Op die manier heb ik
in de afgelopen maanden wonderen be
reikt. Aan de pastorie meldden zich 100
catechumenen".
Aldus blijft Nagai ook na zijn dood de
actieve lekenapostel voor Japan.
Onder de titel „So little time" (Zo
w einlg tijd) gaat Associated British Pic
ture Corporation in samenwerking met
de onafhankelijke Mayflower Production
Company een film maken, die tijdens de
jongfste wereldoorlog in het door de
Duitsers bezette België zal spelen.
De zoveelste „oorlogsfilm" zal men
zeggen. Maar het gegeven voor deze film
is zeer ongewoon. De film verhaalt de
liefdeshistorie tussen een Duitse kolonel
(Marius Goring) en een jong Belgisch
meisje (Maria Schell).
Wie echter mocht menen, dat men te
doen krijgt met het gebruikelijke ver
haal van twee gelieven, wier loyaliteit
tegenover hun respectieve vaderland
wordt geofferd op het altaar van een
zelfzuchtig verlangen, vergist zich.
Deze twee jongemensen, die twee lijn
recht tegenover elkaar staande wereld
beschouwingen aanhangen, worden in
eerste instantie door hun gemeenschap
pelijke liefde voor de muziek tot elkaar
gebracht. De Duitser is niet een product
van het Hitler-regiem. Hij is een soldaat
van de oude Pruisische militaire school.
Politiek en verstandelijk staat hij vier
kant tegenover de nazi-bonzen, maar als
Duits onderdaan blijft hem niets anders
over dan het uniform van zijn land te
dragen. Gewond in Noord-Afrika en dra
ger van de hoogste Duitse militaire on
derscheiding, wordt hij naar België ge
zonden als commandant van een klein
stadje, om daar de wet van de bezetter
te handhaven. Zijn vriendschap met het
Belgische meisje doet hem inzien, dat er
tussen zijn loyaliteit jegens zijn vader
land en zijn genegenheid geen compro
mis mogelijk is.
Intussen is de ondergrondse in België
achter deze vriendschap gekomen en het
meisje wordt gedwongen, haar vriend te
verraden.
Het slot van de film is realistisch en
tragisch. De tragedie van de oorlog, van
twee jongemensen, die op een van de
somberste ogenblikken in de geschiede-
V
t ff'
-.-7
ft* tj?
5-:: VU'
Maria Schell en Marius Goring, die in de film „So little time" de hoofd
rollen spelendrinken tussen twee scènes thee in de Elstree-studws.
v -'K
Errol Flynn: „Ik moest eigenlijk
gehakt ran je maken".
nis van de beschaving met elkaar in
contact komen.
„Men" heeft het Engelse publiek pro
beren wijs te maken, dat „Outcasts of
the Islands", de nieuwste film van Carol
Reed, niet geschikt was voor een verto
ning in koninklijke kring.
„Men" probeerde de Eng
dat de liefdesscènes tussen Trevoir
en" probeerde de Engelse te vertel-
„Men" probeerde hen wijs te maken,
len, dat het verhaal niet deugde.
Howard en Kerima te nadrukkelijk wa
ren.
„Men" probeerde de Engelsen dit alle
maal te vertellen als een reden, waarom
de film niet voor de Royal Film Show
werd uitverkoren.
Maar voordat ze naar Canada vertrok,
heeft prinses Elizabeth gevraagd, of er
voor haar een speciale vertoning kon
worden gegeven van een nieuwe film.
Welke film ze zag? „Outcasts of the Is
lands", de nieuwste film van Carol
Reed
Errol Flynn, de 42-jarige vechtersbaas
die in al zijn films de klappen uitdeelt,
heeft in een New Yorkse nachtclub zelf
een flinke oplawaai gekregen. En de
man, die hem de stomp gaf, een 14-jari-
ge Canadese millionnair en eigenaar van
een goudmijn, Duncan McMartin ge
naamd, deed dit niet voor de eerste keèr.
Die eerste klap „opzij van het
hoofd" werd uitgedeeld in een bar te
Nassau op de Bahama-eilanden in Maart
van dit jaar en Flynn eiste heel be
scheiden een schadevergoeding van
800.000.
Een paar dagen geleden, terwijl de
eerste zaak nog moet voorkomen, stapte
McMartin naar het tafeltje van Flynn
in de luxueuze nachtclub „El Morocco"
en vroeg: „Waarom heb je me aange
klaagd?"
„Ik ben zo dikwijls verdachte geweest"
antwoordde Flynn, „dat ik nu wel eens
wil weten, hoe je je voelt als je voor de
verandering» aanklager bent. Er zijn
niet veel mensen, tegen wie ik een aan
klacht kan indienen. Je bent een rari
teit. Je bent een vent, die ik voor de
i-echter kan dagen".
McMartin vroeg daarop, wat er waai-
was van het gerucht, dat Flynn twintig
procent van de door hem geëiste schade
vergoeding aan een vriend had ver
kocht".
Waarop Flynn op zijn beurt vroeg, hoe
McMartin zo iets durfde vragen, er aan
toevoegend: „Ik moest eigenlijk gehakt
van je maken". En toen schoot hem
blijkbaar de tekst uit één van zijn films
te binnen, want hij stelde voor „samen
naar beneden te gaan, de deuren te slui
ten en het man tegen man uit te vech
ten".
Op hetzelfde ogenblik kwam McMar-
tin's palm op de wang van Flynn terecht
en wandelde McMartin naar buiten.
Flynn tierde: „Als ik niet in de „El
Morocco" was, zou ik hem mores leren.
Maar de eigenaar is een te goed vriend
van me om het hier uit te vechten".
Het leek helemaal niet cp zo'n echte,
ouderwetse Errol Flynn-film.
R. A. Stemmle, de regisseur van de
Duitse film „Berliner Ballade", heeft
zijn eerste Italiaanse film gemaakt, die
„Abbiamo vinto" heet. Hij had reeds alle
acteurs voor zijn film geëngageerd, maar
was er nog steeds niet in geslaagd, de
ongeveer 8-jarige jongen te vinden, die
de rol van Pompeo Nardecchi moest spe
len.
Ten einde raad riep Stemmle de hulp
in van een schoolhoofd en kreeg verlof,
om in de daarvoor in aanmerking ko
mende klassen naar een „Pompeo" te
zoeken.
Na twee dagen had Stemmle een klei
ne „acteur" gevonden, die althans enigs
zins aan de eisen beantwoordde.
De ouders gaven hun toestemming,
maar het ventje zelf was allesbehalve
enthousiast. „Ik ben helemaal niet ge-
schikt voor zoiets", zei het jeugdige
slachtoffer hoofdschuddend. „Ik wil
mijn best doen, maar het wordt toch
niets".
De eerste proeven bewezen, dat de
jongen gelijk had. Maar toen Stemmle
wanhopig zuchtte: „Wat moet ik nu
weer beginnen?" zei de kleine bedacht
zaam: „Ik heb een vriendje, dat precies
is wat u zoekt".
„Wie is dat vriendje?" informeerde de
regisseur hoopvol.
„Als u me honderd lires geeft, zal ik
hem morgenochtend sturen", antwoord
de het jongmens, dat zich een heel wat
betere zakenman dan acteur toonde.
Stemmle had gevoel voor humor ge
noeg om de 100 lire te offeren, maar
veel illusies, dat er de volgende morgen
iemand zou komen opdagen, had hij niet.
Hoe hij zich had vergist, bleek uit de
komst van de kleine Bruno Zaccarello,
die de volgende morgen prompt om 8 uur
aanwezig was.
Toen Stemmle het kereltje zag, ge
loofde hij zijn eigen ogen niet.
En hoe de mislukte „ontdekking" had
geraden, kan men binnenkort zelf zien,
als de film in ons land gaat draaien on'
der de titel „De Onderduiker woont op
zolder".
Eén peignoir is voor de winter,
voor koude dagen of met ziekte
een onmisbaar kledingstuk.
Bijgaand model is klokkend,
loopt van voren aaneen maar
heeft achter een aangezette
rok. In de naad, welke van de
schouder uit naar onderen
loopt, zit iets onder de taille
een steekzak. De rok is in de
rug met een punt onder het
lijfje gezet, daardoor valt er
een mooie klok in. De mouw
is van onderen gesloten en met
een manchet afgewerkt. De
aardige kraag loopt van achte
ren in een smal staand boordje
uit.
Dit patroon is verkrijgbaar in
maat 40, 44, 46, 48, 50, 52
a f 0.85.
Er is voor nodig 5,25 ~tot 6 M.
Plak aan de adreszijae van een oi iefkaart. naast en buiten de frankeer
zegel het verschuldigds öedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON, BEATRIJ8STRAAT j, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres woonplaats en
maat en nummer van het gewenste patroon.
Plak nooit meer dan f l,~
waardeloos.
op een kaart, wat meer geplakt wordt is
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291
Afgenaaid elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags
Zelfs in het hartje van de winter is
het met nodig dat wij twee- of driemaal
per week dezelfde groente eten, dan wel
geregeld onze toevlucht nemen tot in
gemaakte of blikgroente. Er is immers
ook dan nog keus genoeg, wanneer we
gebruik maken van alle .mogelijkheden.
In de eerste plaats hebben we de kool
soorten: rode, witte, groene, savoye,
zuurkool, boerenkool en spruitjes. Dan
komen: winterpeen, koolraap en bieten
benevens uien, knolselderij en prei
nee. die laatste drie behoeft u niet alleen
voor erwten- en bonensoep te gebiui-
ken, ook ais een smakelijke groente bij
aardappelen kunnen ze worden toebe
reid!
Verder hebben we dan nog de keus
uit witlof of Brussels lof, andijvie, moes-
en stoofappels en stoofperen. Eentom"
hoeft ons wintermenu dus niet te zijp:
Erwten en bonen vormen een stevige
kost in dit koude seizoen, maar....
kunnen geen groente vervangen, omdat
in deze gedroogde peulvruchten geen
vitamine C voorkomt, één van de be
langrijkste bestanddelen van verse
groenten. Geef daarom bij een peui-
vrucjhtenmaal altijd groente, bijv. ge
bakken uien of rauwe andijvie- of wit
lofsla. Ook is het gewenst om hierbij een
melkspijs toe te geven. Het eiwit uit de
melk kan dan het peulvruchteneiwii,
dat zelf niet van voldoende kwaliteit is,
aanvullen.
Om ten volle van onze wintergroenten
te profiteren, kunnen wij ons het best
aan de volgende regels houden:
1. stevige zware kolen, koolrapen e.d.
uitzoeken; de lichte kunnen veel lucht
bevatten of voos zijn;
2. dun schillen of schrappen, geen gave
buitenste bladeren van kool, prei, lof of
qndijvie wegdoen daar deze juist ryk
zijn aan beschermende stoffen;
3. de groente niet lang fijngesneden in
water laten staan; hierdoor gaat veel
vitamine C verloren;
4. harde groenten met een bodempje
water, andijvie en witlof zonder water
opzetten, in een gesloten pan. Zodra rlv
inhoud van de pan kookt, de warmte
bron laag stellen;
5. de groente ongeveer een half u ir
koken. Dit is voor de meeste groenten,
ook kool, voldoende; men voorkomt dan
tevens de onaangename koollucht. Ai-
leen rode kool heeft iets meer tijd nodig;
men doet de azijn of zure appelen pas
bij de kool als deze gaar is en kookt ro
dan nog even door. Inplaats van nasto-
ven een stukje boter of margarine of
en sausje door do groente roeren;
6. niet meer dan éénmaal per week
stamppot geven, daar door het stampen
een groot deel van het vitamine C uit
groenten en aardappelen verloren gaat;
7. variatie in de bereiding van de
groenten brengen (bijv. door verschil
lende sausjes en specerijen).
Recepten voor vier personen
Winterpeen met koolraap: kg. win
terpeen, y, kg. koolraap, zout, laurierblad,
boter of margarine, (nootmuskaat, aromu.
De winterpeen schrappen, de koolraap
schillen en beide groenten in blokjes
snijden. Deze opzetten met een bodem
kokend water met zout en een laurier
blad. De groente gaarkoken in ongeveer
30 minuten. Zo nodig kooknat afgieten
(en voor soep bewaren), het laurierblad
verwijderen en de groenten op smaak
gereedmaken met boter of margarine,
(nootmuskaat en aroma).
Uien met tomatensaus: 1U kg. uien,
20 g. (1% eetlepel) boter of margarine,
zout. 1 a 2 eetlepels tomatenpurée, 2
eetlepels aardappelmeel, bloem of maï
zena, 2 dl. (ruim 1 kopje) water. (1 eet
lepel tomatenpurée gebruiken wanneer
deze 4 of 5 maal geconcentreerd is. 2
eetlepels, wanneer ze 2 x geconcentreerd
is).
De uien schillen; alle bruine vliezen
en puntjes verwijderen. De uien in plak
ken snijden en deze :n de gesmolten
boter of margarine zachtjes gaar smo
ren, met een deksel op de pan. De toma
tenpurée vermengen met de bloem, de
maizena of het aardappelmeel en het
water en dit papje bij de uien gieten.
De massa even laten doorkoken en op
smaak afmaken met desgewenst nog wat
tomatenpurée (en boter of margarine).
Advertentie
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd
en zenuwpijnen, neemt dan Togal.
Verdrijft in al die gevallen snel en
afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk.
TogaJ baat! Zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bij
apoth. en drogisten f 0.83, f 2.08, f 7.94.
HORIZONTAAL: I op-
lichter; 8 jong dier; 11
staaf; 12 bloeiwijze; 13
troefkaart; 14 zangnoot;
16 keurig; 18 tocht; 19
laatstleden; 20 Gelders
dorp; 22 drinkgerei; 23
vrij; 24 waadplaats; 25 ge
bied; 27 hoofddeksel; 28
schildknaap; 30 schatting;
32 dronken; 33 betekenis;
34 voorzetsel; 36 holte; 39
telwoord; 40 grondsoort;
vogel; 43 spoedig; 44 gods
dienst; 46 insect; 48 voeg
woord; 49 mand; 50 af
scheiding; 51 kledingstuk;
53 Brabants dorp; 55 grot;
57 herkauwer; 59 tooi; 60
ouderwets kledingsluK; 61
61 inhoudsmaat; 63 wig;
65 maanstand; 66 familie
lid; 68 been; 70 lidwoord;
71 behoeftig; 72 huisdier;
74 voegwoord; 76 titel; 77
teer gewas.
VERTICAAL: 1 plak
gras; 2 bijwoord; 3 zuster;
1 Europeaan; 5 bergplaats;
8 vaartuig; 7 voertuig; 8
waarschuwer; 71 voertuig; 72 losplaats;
73 voorzetsel; 75 maat.
Oplossingen inzenden tot Donderdag
middag. Over de puzzle-rubriek kan niet
worden gecorrespondeerd.
Door een misstelling, die niet tijdig kon
worden hersteld, is de puzzle van ver
leden week onoplosbaar geworden. Wij
zullen deze opgave in verbeterde vorm
herplaatsen.
voorschrift; 9 maat; 10 laag land; 13 holte;
115 lied; 17 hoop; 18 bedorven; 19 produc
tiviteit; 31 ernstig; 23 Europeaan; 24 zeef;
26 Europeaan; 27 gelijkenis; 28 kern; 29
voorgeslacht; 31 zoogdier; 35 kleverige
stof; 37 vloeistof; 38 kleur; 39 maa'- 42
godin; 45 loop; 47 kledingstuk; 49 vrucht'
50 dierenverblijf; 52 bereider 54 herstel-
Plaats; 55 vleessoort; 56 tijdsdeel; 58 be
lofte, 60 bedrag; 62 laag; 64 stad in Bel-
gie, bo vreemde munt; 67 toilet-artikel;
KORTE INHOUD VAN HET VOOR
AFGAANDE:
Zes mannen, die een schipbreuk
hebben overleefd, bereiken een ei
land, dat wemelt van de spinnen. Op
onverklaarbare wijze worden vijf
schipbreukelingen gedood. De enige
overlevende, Eric Trégat, vermoedt
met een monster te doen te 'lebben,
dat de moorden op zijn geweten
heeft. Trégat ontdekt het wrak van
een schip. En in dit vaartuig een op
schrift. In Gartuche treurt Solange
Margau om Eric. Maar haar vader
heeft andere plannen. Charles Val-
lon, een millionnair, die zijn huis
heeft gehuurd, maakt het meisje het
hof. Eric komt plotseling thuis. Er
zijn dan pijnlijke herinneringen met
'n ring. Solange is bang voor wraak
der Vallons. Eric neemt de vlucht
en duikt bij Parijs onder. De lezer-
schaar maakt dan kennis met de
„juwelenhandelaar" Cantri en zijn
dochter Simone. Eric Trégat komt
hun huis op vreemdsoortige wijze
binnen, doodmoe en ziek. Simone
verpleegt hem en wordt verliefd. Erie
geraakt in zware zielestrijd. Tenslotte
npemt hij de vlucht met achterlating
van een halve gouden penning. Hij
ontmoet Solange, waar een monster
de omgeving terroriseert. Trégat gaat
op onderzoek uit en ontdekt er....
spinneweb en lean Vallon en later
ook Cantri.
Trégat wordt gegrepen. Simone wil
hem bevrijden. Dat lukt, mits zij
Vallon huwt. Solange zal Eric mogen
vrijlaten, maar niet huwen voor
Simone's dood.
14)
D' motor is warmgelopen mijnheer
w moeten hem latenafkoelen, zei de
chauffeur bedaard. Hij probeerde nog een
keer de motor aan het draaien te krijgen,
maar zonder enig resultaat. Vallon ging
raar hen toe. De rook en oliestank be-
dt°"ven de geuren van de herfstavond to
taal
Kan ik u soms helpen? vroeg hij.
- Neen dank u antwoordde de reizi-
ge: met een sterk accent, we kunnen
niets anders doen. dan het ding laten af
koelen Of ja, als u ons zoudt willen hel
pen, om dat prul naar het naaste hotel
te slepen? We zouden hier vannacht over
blijven. Zeg, Dufait, voor dat je gaat sla
pen, moet jc de machine nog nazien,
hoor!
De vreemdeling keek op. Jean Vallon
stond in het volle licht der lampen. De
vreemde maakte een verschrikte bewe
ging en bekeek de ander opmerkzaam.
Dan wendde hij zich tot de chauffeur.
Zeg, Dufait, zei hij, je kunt nog
beter een paar man hier uit 't dorp zien
op te kloppen, om de wagen weg te
rijden ga dan meteen naar het hotel, om
te zeggen, dat ze een gast krijgen en wat
helse stank op hun binnenplaats.
De man ging. De vreemde kwam op
Vallon toe.
Wel, Lébert, zei hij, wie had kun
nen verwachten jou hier aan te treffen!
Hoe gaat het met je oude zaakje?
Vallon .greep snel naar de revolver die
hii in de zak had.
Daarna glimlachte hij beleefd.
HOOFDSTUK XIX
De storm steekt op
Ik ben bang, mijnheer, zei Vallon,
dat u zich vergist. Mijn naam is niet
Lébert. Ik kan uw gezicht niet goed zien,
maar ik geloof toch niet, dat ik ooit de
eer heb gehad, met u kennis te maken.
Als enig antwoord ging de vreemdeling
zelf in het licht staan. Hij was een kleine,
rossige man met een korte, vierkante
baard. Hij had geen snor en zijn mond
lijn zou streng geweest zijn, als er geen
half-spottende grijnslach overheen ge
speeld had.
Hij droeg een zwart-leren jas en een
motorkap.
Vallon keek hem strak aan, alsof hij
zijn best deed, hem te herkennen. Feite
lijk had hij hem bij de eerste oogopslag
reeds herkend.
Wel, zei de vreemde. Ik geloof,
dat je me nu genoeg bekeken hebt. Het
spijt me beslist voor je, dat Je geheugen
zo achteruit gegaan is, Lébert. Het is toch
pas acht jaar geleden, dat we elkaar
voor het laatst ontmoet hebben. Ik ben
in die tijd geen steek veranderd. En jij
evenmin. Ik maak het tegenwoordig uit
stekend en ben in goede doen en met jou
schijnt me dat ook wel het geval te zijn.
Ik vind uw gesprek bijzonder be
langwekkend, zei Vallon op beledigende
toon. Ik heb niet de eer, u te kennen,
maar het doet me bepaald genoegen, een
en ander over u te horen.
Ik doe op het ogenblik in auto's, zei
de kleine man, zonder op Vallon's onbe
leefde manier van doen in te gaan, en
dat is tegenwoordig een goed zaakje, dat
verzeker ik Je, Lébert, Ik reis het land
rond enneem orders op. Ik kan je ver
zekeren, dat het een gemakkelijk baantje
is. Mag ik er jou ook een verkopen? Eer
ste klas merk; Ze vliegen gewoon weg!
Ja, dat zie ik, zei Vallon nuchter.
Zijn ze erg zwaar, om voort te duwen?
O, dat betekent niets! Een beetje
warm gelopen, Lébert, dat is alles. Een
klein malheur, Lébert.
Ik heb niets tegen die naam Lébert,
zei Vallon, maar ik hoor toch liever mijn
eigen naam. Die is Vallon, als u het we
ten wilt. Mag ik naar de uwe vragen?
George Richet, zei de kleine man
grinnekend, ik heb geen enkele reden ge
had, om van naam te veranderen.
Natuurlijk niet. Het is een heel
goede naam.
Jammer, dat we ons gezicht ook niet
kunnen verwisselen, vind je ook niet,
Lébert? zei George, als we het tenminste
nodig vinden. Wat zou dat gemakkelijk
zijn!
Ik ben met het mijne heel tevreden,
antwoordde Vallon spottend.
Ja. natuurlijk, zei de ander, hem
nogmaals in het licht van de lantaarns
bekijkend. Maar ik heb toch altijd ge
vonden, dat het wratje op je linkerwang
en dat litteken onder je rechteroor
Mijnheer, ik heb nu genoeg van uw
indringerigheid, onderbrak Vallon hem,
ongeduldig wordend. Ik moet 1» verlaten.
Als u nog een tijdje hier blijft, zult u er
spoedig genoeg ach eer zijn, wie ik eigen
lijk ben ert dan kon u wel eens in de ge
vangenis terecht komen, wegens beledi
ging van iemand van mijn positie. Wel te
rusten, mijnheer!
Hij draaide zich om en liep naar het
dorp terug.
Wel, mompelde Richet, hem nakij
kend, wat zou Pierre Lébret. daarmee
voor hebben? Niet veel goeds, denk ik
zo. Ik zal eens navraag doen naar die
mijnheer Vallon. Een grappige kerel in
elk geval!
Vallon ging het dorp door in een ra
zende bui. Hij had .zich weten te bedwin
gen, totdat de kleine man begonnen was
de eigenaardigheden val. zijn gezicht op
te sommen, die natuurlijk onweerspreek-
bare kentekenen waren van zijn persoon
lijkheid. Hij vervloekte zijn noodlot, dat
hem in het licht van de lampen had doen
staan, voordat hij het gezicht van de
ander had gezien. Was dat niet het geval
geweest, dan had hij die zot zijn eigen
weg laten gaan en had hij zich achter
baks kunnen houden, totdat de ander het
dorp verlaten had. Hij wilde nu, dat hij
aan Simone zijn ware naam gezegd en
een of andere reden verzonnen had, waar
om hij van naam veranderd was. Ze kon
|het hem immers niet kwalijk nemen, dat
i Landes op zee verdronken was? Hij had af
doende bewijzen van zijn dood kunnen
bijeenbrengen en zo haar geweten op
dat punt geruststellen. Waarschijnlijk
zou ze hem er zelfs dankbaar voor ge
weest zijn, hoewel het van de andere
kant ook weer niet heel waarschijnlijk
was, dat een vriend en compagnon van
haar man spoedig haar vertrouwen zou
hebben gewonnen. In elk geval, nu was
het een onmogelijkheid, om het haar te
zeggen. Ze zou het te verdacht vinden,
dat hij het eerst voor haar verborgen
gehouden had en hem van het ergste
kunnen gaan verdenken. En de eigen
lijke waarheid mocht zij nooit te weten
komen. Richet moest zijn mond houden.
Hij moest worden omgekocht, of anders
op welke wijze ook, tot zwijgen worden
gebracht.
De wildste plannen schoten hem door
het hoofd. Hij wist niet, welke weg hij
het best kon inslaan. Maar voordat hij
bij de Cantri's kwam, had hij besloten,
dat hij Richet diezelfde avond in elk
geval nog moest spreken en met hem tot
een of andere schikking zien te komen,
voordat deze gelegenheid had, iets rond
te strooien. Hij begreep, dat Richet een
zo waardevol geheim niet om niets zou
meedelen. Daarvoor was dat rossige
kereltje teveel zakenman. Zolang het ge
heim bewaard bleef, was het heel wat
waarde werd het eenmaal bekend, dan
was het ook waardeloos. Hij was er de
man niet naar, er geen geld uit te slaan
en Jean Vallon van zijn kant was vast
besloten, hem tot stilzwijgen te nopen.
Hij bereikte het hotel, waar de Can
tri's logeerden en zag dat er licht op hun
zitkamer brandde. Hij keek op zijn hor
loge. Het was tien uur. Hij bleef aarze
lend staan en kwam tot het besluit, dat
het beter was, dadelijk naar Richet te
gaan en de zaak goed op poten te zet
ten. Haastig keerde hij op zijn schreden
terug, liep het logement „Het Wapen
van Trégat" voorbij en begaf zich naar
het strand.
Daar stak hij een sigaar aan en maak*
te zorgvuldig een plan op. In de verte
zag hü de lichten van Richet's auto nog
fel schijnen over de weg en hij wachtte
een kwartier, om te zien, of de wagen
soms in beweging kwam. Maar hij bleef
staan, waar hij stond en Vallon verloor
zijn geduld. Hij besloot, dan toch maar
naar Cantri's te gaan. Met Richet zou hij
in het eerste uur toch niet rustig kunnen
praten. Hij zou eerst wat willen rusten
en eten en hij ging allicht niet vóór
twaalf uur naar bed. Hij had dus nog
tijd genoeg.
Hij vond Simone en haar vader in hun
zit kamer. Simone zat heel huiselijk te
stoppen en haar vader las een krant, d,e
een volledig verslag bevatte van de
moord op Margau. Simone was niets in
haar schik met het bezoek, doch haar
vader wel. Na een poosje over koetjes
en kalfjes gesproken te hebben, geeuw
de hij 'n paar maal opvallend en zei
toen;
„Ik ga vast naar kooi. Jij blijft niet
langer dan een half uur op, hoor Simo
ne! Wel te rusten, kinderen!
Simone toonde duidelijk* dat ook xJj
veel liever ter ruste was gegaan en Val
lon nam zich daarom voor, niet langer,
dan tien minuten te blijven.
Je moet me dit late bezoek niet
kwalijk nemen, Simone, begon hij, maar
ik kom voor iets heel gewichtigs.'
Ze glimlachte zwakjes.
Ik ben natuurlijk blij, dat je komt.
Maar wat vandaag gebeurd is, heeft me
nogal overstuur gemaakt en ik ben dus
bang, dat ik geen ai te prettig gezel
schap zal zijn.
Ik heb de gehele dag met mijn stal
knecht het bos van Trégat doortocht, in
de hoop enige sporen van juffrouw
Margau te vinden. En we hebben dit ge
vonden. Weet je soms of het van haar
was?
Hij nam de armband uit zijn zak en
legde hem op tafel. Simone keek er
enige seconden naar, alsof ze een geest
verschijning zag. Haar gelaat werd lijk
bleek en met een gil vloog ze ten slotte
overeind.
Waar heb je dat gevonden? vroeg
ze schor. Dat is.... dat is een truc....
een valse streek.... het is.... Zeg me
dadelijk de waarheid.
Herken je het ding? Ik dacht we.,
dat je het haar misschien had zien dra
gen. We hebben het, zoals ik ai zei, ln
het Trégat-bos gevonden. Maar ik ben
toch bang, dat we er niet veel beter
mee zijn.
Ze streek met de hand over het voor-
hoofd, alsof ze haar gedachten bijeen
wilde houden en hield zich met de an
dere hand aan de tafel vast. Ze zag
uit, of ze flauw zou vallen en Vallon
trad op haar toe en nam haar in zijn
armen.
Lieveling, zei bij, maak je niet 20
van streek, Solange zal waarschijnlijk..
Ze rukte zich van hem los en staarde
hem met ontzetting aan.
Solange? riep ze. Die is nooit van
Solange geweest! Ik gaf die armband
aan mijn man, een maand na ons huwe
lijk. Hij beloofde me, die altijd om mij
nentwil te dragen!-
Nu werd Vallon op zijn beurt doods
bleek. Opeens schoot het hem te binnen,
waar hij hem eerder gezien had. Landes
had hem altijd gedragen, niettegenstaande
zijn harteloos gedrag tegenover zijn
Vxr0U?9 wacs, hlj hier gekomen, in deze
streek? Voor Simone was hij niet meer
dan een overblijfsel uit het verleden,
maar voor Vallon was hij als een spook
beeld oprijzend uit een zee van bloed en
Lnilli 5,en was hij vuurrood in het
lamplicht. Maar zijn zenuwen waren als
van staal en zijn handigheid in het liegen
was onbegrensd.
.Jk geloot niet, dat je beangst behoeft
j 1 voor <jlt ding. Simone, zei hij ein
delijk: Je hebt me zelf gezegd, dat je man
niet veel om je gaf. Kan hij hem dan niet
verkocht hebben en kan het ding niet op
een of andere manier in handen van
Solange gekomen zijn? En wie zegt je. dat
er geen 2e van hetzelfde model bestond?
Op de vrouw hadden zijn woorden een
vreemde uitwerking. Al haar angst was
op slag verdwenen. Ze had geen medelij
den meer met Solange. Ze zag nu het ge
hele geval duidelijk voor zich. Ja zo moest
het zich hebben toegedragen. Trégat had
die armband van het lijk van haar man
meegenomen en hem aan zijn geliefde ge
geven.
Vallon schrok van de uitdrukking van
haat in haar ogen: Het spijt me als ik
iets miszegd heb, zei hij. zijn hoed opne
mend.
Neen neen, riep ze: je begrijpt me
verkeerd. Waarom zou ik me beledigd ge
voelen? Maar ja.... laat me liever ai-
leenik ben mezelf niet vanavond.
Hij verliet haar ln de grootste verwar
ring. De ene verschrikking stapelde zich
op de andere en hij had het gevoel, alsof
een geheimzinnig net om hem heen werd
dicht getrokken waaraan geen ontkomen
was. Maar één ding kon hij tenminste nu
vanavond nog doen. Hij kon tot een ver
gelijk met Richet zien te komen Hii ging
regelrecht naar Het wapen van Tréfkt"
en vroeg naar hem.
Mel,'iat„hem 'n een kamertje achter
hrand ie en !a er ,maar' eei> helder vuur
I» m i!?resten van een avondmaal
nog op tafel stonden.
ton''lefil ,met een sigaar ln een hou-
el en een g'as eo«nac naast
7,®'( was blijkbaar in gedachten ver-
u!^ u te hij schrok op, toen Val-
1 n binnentrad en keek hem aan, alsof
"R ,zi)n ogen nauwelijks geloofde. Dan
stond hij glimlachend op.
Goede avond, mijnheer Vallon. zei
een Üchte nadruk op de naam.
yallon deed de deur achter zich dicht,
jyun gelaat stond onheilspellend en Richet
keek onwillekeurig naar de haard, om te
z'en, of er soms een pook bij lag waar
mee hij zich, zo nodig, zou kunnen ver
dedigen.
Goede avond, Richet, zei hij: ik wilde
je graag even spreken.
Ga zitten en vertel op, antwoordde
Richet, op een stoel wijzend; en als je
soms wat te drinken wilt hebben....
Ja, heel graag, zei Vallon. terwijl hij
ging zitten.
Richet schonk hem een glas cognac in
en reikte het hem toe.
Jammer, dat ik niets beters voor je
heb, zei hij zich weer bij het vuur neer
zettend.
Vallon nam een flinke teug uit het glas,
haalde een sigaar uit zijn koker en sneed
er bedaard het puntje af.
Ik moet mijn verontschuldigingen
maken over mijn onbeleefdheid van daar
even, zei Vallon na een poosje: Maar
iedereen had ons kunnen beluisteren. Het
was natuurlijk niets dan klets. Ik herken
de jou even goed als jij mij.
Het mannetje begon te lachen.
Wat is er aan de hand, Léb
Zeg die naam niet meer, onderbrak
Vallon hem, terstond: Het gaat er juist
om, dat jij je mond dicht moet houden.
Je hebt de mensen hier natuurlijk al lang
over mijn persoon uitgehoord. Misschien
heeft je dat ai tot de overtuiging ge
bracht, dat het hoogst onoprettig voor me
zou zijn, als ze wisten dat ik onder een
aangenomen naam leef en Indertijd een
pandjeshuls gehouden heb.
Ja. dat begrijp ik. Mgar waarom die
naam Vallon?
Dat is mijn zaak. Ik heb er een heel
goede reden voor, om me niet meer
Lébert te noemen. Maar daar heb jij niets
mee te maken. Alles, wat jij te doen hebt,
is Je mond dicht te houden.
Dat is nogal gemakkelijk, antwoordde
Richet bedachtzaam naar zijn sigaar kij
kend.
Zie je. Richet, vervolgde Vallon: ik
geeft geen snars om de opinie van de
mensen. Ik ben rijk en dus zouden de lui
me toch wel fatsoenlijk en met eerbied
behandelen. Maar ik beu verloofd en als
■rijn verloofde dit te weten kwam. zou ze
net zeker afmaken.
Ja, juist. Zo.dus je bent van plan,
een huisgezin op te zetten Lé.... Val
lon?
Daar ben ik aan'bezig. Ik ben riik
genoeg. Ik kan me de weelde van een
vrouw veroorloven.
Ik wil de boel niet in de war stu
ren, zei hij: maar beioven kan ik niets!
Hoeveel moet je hebben? vroeg Val
lon kortaf.
Ik ben geen afperser, antwoordde
Richet, ik verdien mijn geld liever. Ik
zou je graag 'n wagen verkopen.
Schrijf er dan maar twee voor me
op, zei Vallon. Dan ga ik zelf chaufferen
en ze verslijten.
Je bent een man naar mijn hart. tk
hoor, dat je een mooi huis bezit. Ik zóu
graag een paar dagen bij je logeren. Dan
kan ik je meteen leren rijden. Doodge
makkelijk, dat verzeker ik je!
7~zal me een groot genoegen doen,
zei Vallon op raadselachtige toon. Kom
dan morgen tegen hei déjeuner bij me.
Dan kunnen we 's middags een ritje ma-
monnd houdi?beIOOf je me dan dat je je
Ik beloof niets, zei Richet. ik laat
mijn stilzwijgen niet kopen. Ik houd niet
van afpersing. Zo lang we g.ieue v e. ,>u
zijnwel, dan heeft een mens wat voor
zijn vrienden over. nietwaar?
Uitstekend Richet, zei Vallon op
staande. Dus je komt morgen. Ik verwacht
je aan het déjeuner. Tot ziens dan en wel
te rusten!
Richet liet zijn bezoeker uit en schud
de hem bij het afscheid hartelijk de
hand.
Maar toen hij weer voor het vuur zat
was alle vriendelijkheid uit zfjn gelaat ge
weken en had plaats gemaakt voor een
sluwe uitdrukking. Hij voorzag in de toe-
komst nog heel wat plezierige dingen
Vallon wandelde vlug de donkere straat
ff-brufkenUlMDm d'e terstond kunnen
verschrikking3h1- hij dacht niet aan de
»pAl ziin cL de omtrek verontrust
te non uil gedachten waren gevestigd op
ri jG sc^aduw. die in zijn leven was
hem n°ip?" En één enkele gedachte liet
k meer Ios- Richet moest tot zwij
gen gebracht worden! y
HOOFDSTUK XX.
Richet tot zwijgen gebracht.
ve?sHhl0lgeï,d\m°rgen-ntegen he' déjeuner
chauff Rlc^et op Hulze Trégat en de
cnauifeur reed de wagen achterom naar
't06'5"'»' hem schoon te maken
v°or de middagrit. Richet was trots op zijn
moLfc,,VVÜ.de graag dat deze er 20 netjes
mogelijk uitzag en zo geruisloos mogelijk
"ep, als hij een proeftocht me. Vailon g ng
maken. Gedurende de maaltfjd, spraken
ze over vroegere tijden en Vallon vertelde
minstens één leugen per minuut. Zijn vei-
nuftig bedacht verhaal over goedgelukte
speculaties deed Richet watertanden en
Mj begon hem echt te beschouwen als
iemand, die er bovenop was.
Na het maal rookten ze hun sigaret en
bleven nog wat zitten, totdat de huis
knecht kwam zeggen, dat de wagen voor-
stond.
(Wordt vervolgd)