Leven van Paolo Na gal Gezond en smareg in wintertijd eten Ons patroon succes van de week Kruiswoord-puzzle Ons ROMANBIJ VOEGSEL Om Eric's liefde 1 r Slaapt U slecht Harris Burland de „Heilige van de atoombom", verfilmd v WA J '4 lil' Menu behoeft niet eentonig te zijn HOE BESTEL IK MIJN PATROON? ZATERDAG 27 OCTOBER 1951 PAGINA 4 LEKENAPOSTEL VAN JAPAN C 660 door „So little time", een nieuwe Engelse film, welke in het door de Duitsers be zette België speelt. Alle k'JokJken van de kerken en Boed dhistische tempels in Nagasaki luidden, de schepen in de haven en de fabrieken in de stad lieten hun sirenes loeien en werk en verkeer vielen stil, toen op 3 Mei van dit jaar, in een vijf kilometer ftinge rauwstoet, de „Heilige van de atoombom" ten grave werd gedragen. Dr Paolo Nagai, hoogleraar in de me dicijnen en radiologie aan de universiteit van Nagasaki, was na een smartelijk lijden van vijf jaren als een voorbeeldig katholiek in de Heer ontslapen. Sinsdien is, naar uit Tokio wordt ge meld, over dit leven een film gemaakt, die in Japan tienduizenden toeschouwers trekt. Indien ooit iemand Invloed heeft uit geoefend op het bekeringswerk in Ja pan, dan is het zeker deze eminente leek geweest. Reeds nu kan men in Japan waarnemen, hoe diep de indruk is ge weest, die zijn voorbeeld op de mensen heeft gemaakt. „Klokken van Nagasaki", zoals de titel van de film luidt, heeft reeds bij de eerste vertoning te Okayama 30.000 toeschouwers getrokken, d.w.z. •en derde van de stadsbevolking. Prof. dr Nagai heeft tijdens zijn •ruchtbare en heilige leven vele boeken geschreven. De opbrengst daarvan liet hij onder de armen verdelen. Maar zelf lag hij ziek in een eenvoudige kamer in een houten barak. Tot hen, die hem daar kwamen bezoeken, zeide hij: „Het lijden dat de Vader in de Hemel ons zendt, moet tot Zijn verheerlijking dienen". Deze verheven opvatting die het leven van de vurige lekenapostel geheel be heerste vindt men terug in de film, die naar dit leven is gemaakt. Toch moeten wij ons als Westerlingen geen illusies maken over deze rolprent. Zij is voor ons ongenietbaar, zoals bijna alle Oosterse films. De sfeer van het Japanse leven wordt er in duizenden kleine details weergegeven, die het tempo van de film naar Westerse opvattingen al te sterk vertragen. Maar juist omdat vele klei nigheden in deze film in christelijke geest zijn weergegeven, maken zij in Japan zo'n diepe indruk. Pater Gartman, een Zwitserse missio naris maakt van de film gebruik bij zijn missie-arbeid. Hij schrijft daarover: „Meestal draaien wij de film in de scho len voor een volwassen publiek. De ver toningen worden gewoonlijk door 500 tot 1000 personen bijgewoond. In de gehoor zaal van Semeya waren zelfs 1200 per sonen aanwezig. Ik spreek ter toelich ting slechts een paar woorden over het geloof en nodig dan allen uit tot een be zoek aan de kerk. Op die manier heb ik in de afgelopen maanden wonderen be reikt. Aan de pastorie meldden zich 100 catechumenen". Aldus blijft Nagai ook na zijn dood de actieve lekenapostel voor Japan. Onder de titel „So little time" (Zo w einlg tijd) gaat Associated British Pic ture Corporation in samenwerking met de onafhankelijke Mayflower Production Company een film maken, die tijdens de jongfste wereldoorlog in het door de Duitsers bezette België zal spelen. De zoveelste „oorlogsfilm" zal men zeggen. Maar het gegeven voor deze film is zeer ongewoon. De film verhaalt de liefdeshistorie tussen een Duitse kolonel (Marius Goring) en een jong Belgisch meisje (Maria Schell). Wie echter mocht menen, dat men te doen krijgt met het gebruikelijke ver haal van twee gelieven, wier loyaliteit tegenover hun respectieve vaderland wordt geofferd op het altaar van een zelfzuchtig verlangen, vergist zich. Deze twee jongemensen, die twee lijn recht tegenover elkaar staande wereld beschouwingen aanhangen, worden in eerste instantie door hun gemeenschap pelijke liefde voor de muziek tot elkaar gebracht. De Duitser is niet een product van het Hitler-regiem. Hij is een soldaat van de oude Pruisische militaire school. Politiek en verstandelijk staat hij vier kant tegenover de nazi-bonzen, maar als Duits onderdaan blijft hem niets anders over dan het uniform van zijn land te dragen. Gewond in Noord-Afrika en dra ger van de hoogste Duitse militaire on derscheiding, wordt hij naar België ge zonden als commandant van een klein stadje, om daar de wet van de bezetter te handhaven. Zijn vriendschap met het Belgische meisje doet hem inzien, dat er tussen zijn loyaliteit jegens zijn vader land en zijn genegenheid geen compro mis mogelijk is. Intussen is de ondergrondse in België achter deze vriendschap gekomen en het meisje wordt gedwongen, haar vriend te verraden. Het slot van de film is realistisch en tragisch. De tragedie van de oorlog, van twee jongemensen, die op een van de somberste ogenblikken in de geschiede- V t ff' -.-7 ft* tj? 5-:: VU' Maria Schell en Marius Goring, die in de film „So little time" de hoofd rollen spelendrinken tussen twee scènes thee in de Elstree-studws. v -'K Errol Flynn: „Ik moest eigenlijk gehakt ran je maken". nis van de beschaving met elkaar in contact komen. „Men" heeft het Engelse publiek pro beren wijs te maken, dat „Outcasts of the Islands", de nieuwste film van Carol Reed, niet geschikt was voor een verto ning in koninklijke kring. „Men" probeerde de Eng dat de liefdesscènes tussen Trevoir en" probeerde de Engelse te vertel- „Men" probeerde hen wijs te maken, len, dat het verhaal niet deugde. Howard en Kerima te nadrukkelijk wa ren. „Men" probeerde de Engelsen dit alle maal te vertellen als een reden, waarom de film niet voor de Royal Film Show werd uitverkoren. Maar voordat ze naar Canada vertrok, heeft prinses Elizabeth gevraagd, of er voor haar een speciale vertoning kon worden gegeven van een nieuwe film. Welke film ze zag? „Outcasts of the Is lands", de nieuwste film van Carol Reed Errol Flynn, de 42-jarige vechtersbaas die in al zijn films de klappen uitdeelt, heeft in een New Yorkse nachtclub zelf een flinke oplawaai gekregen. En de man, die hem de stomp gaf, een 14-jari- ge Canadese millionnair en eigenaar van een goudmijn, Duncan McMartin ge naamd, deed dit niet voor de eerste keèr. Die eerste klap „opzij van het hoofd" werd uitgedeeld in een bar te Nassau op de Bahama-eilanden in Maart van dit jaar en Flynn eiste heel be scheiden een schadevergoeding van 800.000. Een paar dagen geleden, terwijl de eerste zaak nog moet voorkomen, stapte McMartin naar het tafeltje van Flynn in de luxueuze nachtclub „El Morocco" en vroeg: „Waarom heb je me aange klaagd?" „Ik ben zo dikwijls verdachte geweest" antwoordde Flynn, „dat ik nu wel eens wil weten, hoe je je voelt als je voor de verandering» aanklager bent. Er zijn niet veel mensen, tegen wie ik een aan klacht kan indienen. Je bent een rari teit. Je bent een vent, die ik voor de i-echter kan dagen". McMartin vroeg daarop, wat er waai- was van het gerucht, dat Flynn twintig procent van de door hem geëiste schade vergoeding aan een vriend had ver kocht". Waarop Flynn op zijn beurt vroeg, hoe McMartin zo iets durfde vragen, er aan toevoegend: „Ik moest eigenlijk gehakt van je maken". En toen schoot hem blijkbaar de tekst uit één van zijn films te binnen, want hij stelde voor „samen naar beneden te gaan, de deuren te slui ten en het man tegen man uit te vech ten". Op hetzelfde ogenblik kwam McMar- tin's palm op de wang van Flynn terecht en wandelde McMartin naar buiten. Flynn tierde: „Als ik niet in de „El Morocco" was, zou ik hem mores leren. Maar de eigenaar is een te goed vriend van me om het hier uit te vechten". Het leek helemaal niet cp zo'n echte, ouderwetse Errol Flynn-film. R. A. Stemmle, de regisseur van de Duitse film „Berliner Ballade", heeft zijn eerste Italiaanse film gemaakt, die „Abbiamo vinto" heet. Hij had reeds alle acteurs voor zijn film geëngageerd, maar was er nog steeds niet in geslaagd, de ongeveer 8-jarige jongen te vinden, die de rol van Pompeo Nardecchi moest spe len. Ten einde raad riep Stemmle de hulp in van een schoolhoofd en kreeg verlof, om in de daarvoor in aanmerking ko mende klassen naar een „Pompeo" te zoeken. Na twee dagen had Stemmle een klei ne „acteur" gevonden, die althans enigs zins aan de eisen beantwoordde. De ouders gaven hun toestemming, maar het ventje zelf was allesbehalve enthousiast. „Ik ben helemaal niet ge- schikt voor zoiets", zei het jeugdige slachtoffer hoofdschuddend. „Ik wil mijn best doen, maar het wordt toch niets". De eerste proeven bewezen, dat de jongen gelijk had. Maar toen Stemmle wanhopig zuchtte: „Wat moet ik nu weer beginnen?" zei de kleine bedacht zaam: „Ik heb een vriendje, dat precies is wat u zoekt". „Wie is dat vriendje?" informeerde de regisseur hoopvol. „Als u me honderd lires geeft, zal ik hem morgenochtend sturen", antwoord de het jongmens, dat zich een heel wat betere zakenman dan acteur toonde. Stemmle had gevoel voor humor ge noeg om de 100 lire te offeren, maar veel illusies, dat er de volgende morgen iemand zou komen opdagen, had hij niet. Hoe hij zich had vergist, bleek uit de komst van de kleine Bruno Zaccarello, die de volgende morgen prompt om 8 uur aanwezig was. Toen Stemmle het kereltje zag, ge loofde hij zijn eigen ogen niet. En hoe de mislukte „ontdekking" had geraden, kan men binnenkort zelf zien, als de film in ons land gaat draaien on' der de titel „De Onderduiker woont op zolder". Eén peignoir is voor de winter, voor koude dagen of met ziekte een onmisbaar kledingstuk. Bijgaand model is klokkend, loopt van voren aaneen maar heeft achter een aangezette rok. In de naad, welke van de schouder uit naar onderen loopt, zit iets onder de taille een steekzak. De rok is in de rug met een punt onder het lijfje gezet, daardoor valt er een mooie klok in. De mouw is van onderen gesloten en met een manchet afgewerkt. De aardige kraag loopt van achte ren in een smal staand boordje uit. Dit patroon is verkrijgbaar in maat 40, 44, 46, 48, 50, 52 a f 0.85. Er is voor nodig 5,25 ~tot 6 M. Plak aan de adreszijae van een oi iefkaart. naast en buiten de frankeer zegel het verschuldigds öedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON, BEATRIJ8STRAAT j, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres woonplaats en maat en nummer van het gewenste patroon. Plak nooit meer dan f l,~ waardeloos. op een kaart, wat meer geplakt wordt is Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291 Afgenaaid elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags Zelfs in het hartje van de winter is het met nodig dat wij twee- of driemaal per week dezelfde groente eten, dan wel geregeld onze toevlucht nemen tot in gemaakte of blikgroente. Er is immers ook dan nog keus genoeg, wanneer we gebruik maken van alle .mogelijkheden. In de eerste plaats hebben we de kool soorten: rode, witte, groene, savoye, zuurkool, boerenkool en spruitjes. Dan komen: winterpeen, koolraap en bieten benevens uien, knolselderij en prei nee. die laatste drie behoeft u niet alleen voor erwten- en bonensoep te gebiui- ken, ook ais een smakelijke groente bij aardappelen kunnen ze worden toebe reid! Verder hebben we dan nog de keus uit witlof of Brussels lof, andijvie, moes- en stoofappels en stoofperen. Eentom" hoeft ons wintermenu dus niet te zijp: Erwten en bonen vormen een stevige kost in dit koude seizoen, maar.... kunnen geen groente vervangen, omdat in deze gedroogde peulvruchten geen vitamine C voorkomt, één van de be langrijkste bestanddelen van verse groenten. Geef daarom bij een peui- vrucjhtenmaal altijd groente, bijv. ge bakken uien of rauwe andijvie- of wit lofsla. Ook is het gewenst om hierbij een melkspijs toe te geven. Het eiwit uit de melk kan dan het peulvruchteneiwii, dat zelf niet van voldoende kwaliteit is, aanvullen. Om ten volle van onze wintergroenten te profiteren, kunnen wij ons het best aan de volgende regels houden: 1. stevige zware kolen, koolrapen e.d. uitzoeken; de lichte kunnen veel lucht bevatten of voos zijn; 2. dun schillen of schrappen, geen gave buitenste bladeren van kool, prei, lof of qndijvie wegdoen daar deze juist ryk zijn aan beschermende stoffen; 3. de groente niet lang fijngesneden in water laten staan; hierdoor gaat veel vitamine C verloren; 4. harde groenten met een bodempje water, andijvie en witlof zonder water opzetten, in een gesloten pan. Zodra rlv inhoud van de pan kookt, de warmte bron laag stellen; 5. de groente ongeveer een half u ir koken. Dit is voor de meeste groenten, ook kool, voldoende; men voorkomt dan tevens de onaangename koollucht. Ai- leen rode kool heeft iets meer tijd nodig; men doet de azijn of zure appelen pas bij de kool als deze gaar is en kookt ro dan nog even door. Inplaats van nasto- ven een stukje boter of margarine of en sausje door do groente roeren; 6. niet meer dan éénmaal per week stamppot geven, daar door het stampen een groot deel van het vitamine C uit groenten en aardappelen verloren gaat; 7. variatie in de bereiding van de groenten brengen (bijv. door verschil lende sausjes en specerijen). Recepten voor vier personen Winterpeen met koolraap: kg. win terpeen, y, kg. koolraap, zout, laurierblad, boter of margarine, (nootmuskaat, aromu. De winterpeen schrappen, de koolraap schillen en beide groenten in blokjes snijden. Deze opzetten met een bodem kokend water met zout en een laurier blad. De groente gaarkoken in ongeveer 30 minuten. Zo nodig kooknat afgieten (en voor soep bewaren), het laurierblad verwijderen en de groenten op smaak gereedmaken met boter of margarine, (nootmuskaat en aroma). Uien met tomatensaus: 1U kg. uien, 20 g. (1% eetlepel) boter of margarine, zout. 1 a 2 eetlepels tomatenpurée, 2 eetlepels aardappelmeel, bloem of maï zena, 2 dl. (ruim 1 kopje) water. (1 eet lepel tomatenpurée gebruiken wanneer deze 4 of 5 maal geconcentreerd is. 2 eetlepels, wanneer ze 2 x geconcentreerd is). De uien schillen; alle bruine vliezen en puntjes verwijderen. De uien in plak ken snijden en deze :n de gesmolten boter of margarine zachtjes gaar smo ren, met een deksel op de pan. De toma tenpurée vermengen met de bloem, de maizena of het aardappelmeel en het water en dit papje bij de uien gieten. De massa even laten doorkoken en op smaak afmaken met desgewenst nog wat tomatenpurée (en boter of margarine). Advertentie door rheumatiek, spit, ischias, hoofd en zenuwpijnen, neemt dan Togal. Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk. TogaJ baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apoth. en drogisten f 0.83, f 2.08, f 7.94. HORIZONTAAL: I op- lichter; 8 jong dier; 11 staaf; 12 bloeiwijze; 13 troefkaart; 14 zangnoot; 16 keurig; 18 tocht; 19 laatstleden; 20 Gelders dorp; 22 drinkgerei; 23 vrij; 24 waadplaats; 25 ge bied; 27 hoofddeksel; 28 schildknaap; 30 schatting; 32 dronken; 33 betekenis; 34 voorzetsel; 36 holte; 39 telwoord; 40 grondsoort; vogel; 43 spoedig; 44 gods dienst; 46 insect; 48 voeg woord; 49 mand; 50 af scheiding; 51 kledingstuk; 53 Brabants dorp; 55 grot; 57 herkauwer; 59 tooi; 60 ouderwets kledingsluK; 61 61 inhoudsmaat; 63 wig; 65 maanstand; 66 familie lid; 68 been; 70 lidwoord; 71 behoeftig; 72 huisdier; 74 voegwoord; 76 titel; 77 teer gewas. VERTICAAL: 1 plak gras; 2 bijwoord; 3 zuster; 1 Europeaan; 5 bergplaats; 8 vaartuig; 7 voertuig; 8 waarschuwer; 71 voertuig; 72 losplaats; 73 voorzetsel; 75 maat. Oplossingen inzenden tot Donderdag middag. Over de puzzle-rubriek kan niet worden gecorrespondeerd. Door een misstelling, die niet tijdig kon worden hersteld, is de puzzle van ver leden week onoplosbaar geworden. Wij zullen deze opgave in verbeterde vorm herplaatsen. voorschrift; 9 maat; 10 laag land; 13 holte; 115 lied; 17 hoop; 18 bedorven; 19 produc tiviteit; 31 ernstig; 23 Europeaan; 24 zeef; 26 Europeaan; 27 gelijkenis; 28 kern; 29 voorgeslacht; 31 zoogdier; 35 kleverige stof; 37 vloeistof; 38 kleur; 39 maa'- 42 godin; 45 loop; 47 kledingstuk; 49 vrucht' 50 dierenverblijf; 52 bereider 54 herstel- Plaats; 55 vleessoort; 56 tijdsdeel; 58 be lofte, 60 bedrag; 62 laag; 64 stad in Bel- gie, bo vreemde munt; 67 toilet-artikel; KORTE INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE: Zes mannen, die een schipbreuk hebben overleefd, bereiken een ei land, dat wemelt van de spinnen. Op onverklaarbare wijze worden vijf schipbreukelingen gedood. De enige overlevende, Eric Trégat, vermoedt met een monster te doen te 'lebben, dat de moorden op zijn geweten heeft. Trégat ontdekt het wrak van een schip. En in dit vaartuig een op schrift. In Gartuche treurt Solange Margau om Eric. Maar haar vader heeft andere plannen. Charles Val- lon, een millionnair, die zijn huis heeft gehuurd, maakt het meisje het hof. Eric komt plotseling thuis. Er zijn dan pijnlijke herinneringen met 'n ring. Solange is bang voor wraak der Vallons. Eric neemt de vlucht en duikt bij Parijs onder. De lezer- schaar maakt dan kennis met de „juwelenhandelaar" Cantri en zijn dochter Simone. Eric Trégat komt hun huis op vreemdsoortige wijze binnen, doodmoe en ziek. Simone verpleegt hem en wordt verliefd. Erie geraakt in zware zielestrijd. Tenslotte npemt hij de vlucht met achterlating van een halve gouden penning. Hij ontmoet Solange, waar een monster de omgeving terroriseert. Trégat gaat op onderzoek uit en ontdekt er.... spinneweb en lean Vallon en later ook Cantri. Trégat wordt gegrepen. Simone wil hem bevrijden. Dat lukt, mits zij Vallon huwt. Solange zal Eric mogen vrijlaten, maar niet huwen voor Simone's dood. 14) D' motor is warmgelopen mijnheer w moeten hem latenafkoelen, zei de chauffeur bedaard. Hij probeerde nog een keer de motor aan het draaien te krijgen, maar zonder enig resultaat. Vallon ging raar hen toe. De rook en oliestank be- dt°"ven de geuren van de herfstavond to taal Kan ik u soms helpen? vroeg hij. - Neen dank u antwoordde de reizi- ge: met een sterk accent, we kunnen niets anders doen. dan het ding laten af koelen Of ja, als u ons zoudt willen hel pen, om dat prul naar het naaste hotel te slepen? We zouden hier vannacht over blijven. Zeg, Dufait, voor dat je gaat sla pen, moet jc de machine nog nazien, hoor! De vreemdeling keek op. Jean Vallon stond in het volle licht der lampen. De vreemde maakte een verschrikte bewe ging en bekeek de ander opmerkzaam. Dan wendde hij zich tot de chauffeur. Zeg, Dufait, zei hij, je kunt nog beter een paar man hier uit 't dorp zien op te kloppen, om de wagen weg te rijden ga dan meteen naar het hotel, om te zeggen, dat ze een gast krijgen en wat helse stank op hun binnenplaats. De man ging. De vreemde kwam op Vallon toe. Wel, Lébert, zei hij, wie had kun nen verwachten jou hier aan te treffen! Hoe gaat het met je oude zaakje? Vallon .greep snel naar de revolver die hii in de zak had. Daarna glimlachte hij beleefd. HOOFDSTUK XIX De storm steekt op Ik ben bang, mijnheer, zei Vallon, dat u zich vergist. Mijn naam is niet Lébert. Ik kan uw gezicht niet goed zien, maar ik geloof toch niet, dat ik ooit de eer heb gehad, met u kennis te maken. Als enig antwoord ging de vreemdeling zelf in het licht staan. Hij was een kleine, rossige man met een korte, vierkante baard. Hij had geen snor en zijn mond lijn zou streng geweest zijn, als er geen half-spottende grijnslach overheen ge speeld had. Hij droeg een zwart-leren jas en een motorkap. Vallon keek hem strak aan, alsof hij zijn best deed, hem te herkennen. Feite lijk had hij hem bij de eerste oogopslag reeds herkend. Wel, zei de vreemde. Ik geloof, dat je me nu genoeg bekeken hebt. Het spijt me beslist voor je, dat Je geheugen zo achteruit gegaan is, Lébert. Het is toch pas acht jaar geleden, dat we elkaar voor het laatst ontmoet hebben. Ik ben in die tijd geen steek veranderd. En jij evenmin. Ik maak het tegenwoordig uit stekend en ben in goede doen en met jou schijnt me dat ook wel het geval te zijn. Ik vind uw gesprek bijzonder be langwekkend, zei Vallon op beledigende toon. Ik heb niet de eer, u te kennen, maar het doet me bepaald genoegen, een en ander over u te horen. Ik doe op het ogenblik in auto's, zei de kleine man, zonder op Vallon's onbe leefde manier van doen in te gaan, en dat is tegenwoordig een goed zaakje, dat verzeker ik Je, Lébert, Ik reis het land rond enneem orders op. Ik kan je ver zekeren, dat het een gemakkelijk baantje is. Mag ik er jou ook een verkopen? Eer ste klas merk; Ze vliegen gewoon weg! Ja, dat zie ik, zei Vallon nuchter. Zijn ze erg zwaar, om voort te duwen? O, dat betekent niets! Een beetje warm gelopen, Lébert, dat is alles. Een klein malheur, Lébert. Ik heb niets tegen die naam Lébert, zei Vallon, maar ik hoor toch liever mijn eigen naam. Die is Vallon, als u het we ten wilt. Mag ik naar de uwe vragen? George Richet, zei de kleine man grinnekend, ik heb geen enkele reden ge had, om van naam te veranderen. Natuurlijk niet. Het is een heel goede naam. Jammer, dat we ons gezicht ook niet kunnen verwisselen, vind je ook niet, Lébert? zei George, als we het tenminste nodig vinden. Wat zou dat gemakkelijk zijn! Ik ben met het mijne heel tevreden, antwoordde Vallon spottend. Ja. natuurlijk, zei de ander, hem nogmaals in het licht van de lantaarns bekijkend. Maar ik heb toch altijd ge vonden, dat het wratje op je linkerwang en dat litteken onder je rechteroor Mijnheer, ik heb nu genoeg van uw indringerigheid, onderbrak Vallon hem, ongeduldig wordend. Ik moet 1» verlaten. Als u nog een tijdje hier blijft, zult u er spoedig genoeg ach eer zijn, wie ik eigen lijk ben ert dan kon u wel eens in de ge vangenis terecht komen, wegens beledi ging van iemand van mijn positie. Wel te rusten, mijnheer! Hij draaide zich om en liep naar het dorp terug. Wel, mompelde Richet, hem nakij kend, wat zou Pierre Lébret. daarmee voor hebben? Niet veel goeds, denk ik zo. Ik zal eens navraag doen naar die mijnheer Vallon. Een grappige kerel in elk geval! Vallon ging het dorp door in een ra zende bui. Hij had .zich weten te bedwin gen, totdat de kleine man begonnen was de eigenaardigheden val. zijn gezicht op te sommen, die natuurlijk onweerspreek- bare kentekenen waren van zijn persoon lijkheid. Hij vervloekte zijn noodlot, dat hem in het licht van de lampen had doen staan, voordat hij het gezicht van de ander had gezien. Was dat niet het geval geweest, dan had hij die zot zijn eigen weg laten gaan en had hij zich achter baks kunnen houden, totdat de ander het dorp verlaten had. Hij wilde nu, dat hij aan Simone zijn ware naam gezegd en een of andere reden verzonnen had, waar om hij van naam veranderd was. Ze kon |het hem immers niet kwalijk nemen, dat i Landes op zee verdronken was? Hij had af doende bewijzen van zijn dood kunnen bijeenbrengen en zo haar geweten op dat punt geruststellen. Waarschijnlijk zou ze hem er zelfs dankbaar voor ge weest zijn, hoewel het van de andere kant ook weer niet heel waarschijnlijk was, dat een vriend en compagnon van haar man spoedig haar vertrouwen zou hebben gewonnen. In elk geval, nu was het een onmogelijkheid, om het haar te zeggen. Ze zou het te verdacht vinden, dat hij het eerst voor haar verborgen gehouden had en hem van het ergste kunnen gaan verdenken. En de eigen lijke waarheid mocht zij nooit te weten komen. Richet moest zijn mond houden. Hij moest worden omgekocht, of anders op welke wijze ook, tot zwijgen worden gebracht. De wildste plannen schoten hem door het hoofd. Hij wist niet, welke weg hij het best kon inslaan. Maar voordat hij bij de Cantri's kwam, had hij besloten, dat hij Richet diezelfde avond in elk geval nog moest spreken en met hem tot een of andere schikking zien te komen, voordat deze gelegenheid had, iets rond te strooien. Hij begreep, dat Richet een zo waardevol geheim niet om niets zou meedelen. Daarvoor was dat rossige kereltje teveel zakenman. Zolang het ge heim bewaard bleef, was het heel wat waarde werd het eenmaal bekend, dan was het ook waardeloos. Hij was er de man niet naar, er geen geld uit te slaan en Jean Vallon van zijn kant was vast besloten, hem tot stilzwijgen te nopen. Hij bereikte het hotel, waar de Can tri's logeerden en zag dat er licht op hun zitkamer brandde. Hij keek op zijn hor loge. Het was tien uur. Hij bleef aarze lend staan en kwam tot het besluit, dat het beter was, dadelijk naar Richet te gaan en de zaak goed op poten te zet ten. Haastig keerde hij op zijn schreden terug, liep het logement „Het Wapen van Trégat" voorbij en begaf zich naar het strand. Daar stak hij een sigaar aan en maak* te zorgvuldig een plan op. In de verte zag hü de lichten van Richet's auto nog fel schijnen over de weg en hij wachtte een kwartier, om te zien, of de wagen soms in beweging kwam. Maar hij bleef staan, waar hij stond en Vallon verloor zijn geduld. Hij besloot, dan toch maar naar Cantri's te gaan. Met Richet zou hij in het eerste uur toch niet rustig kunnen praten. Hij zou eerst wat willen rusten en eten en hij ging allicht niet vóór twaalf uur naar bed. Hij had dus nog tijd genoeg. Hij vond Simone en haar vader in hun zit kamer. Simone zat heel huiselijk te stoppen en haar vader las een krant, d,e een volledig verslag bevatte van de moord op Margau. Simone was niets in haar schik met het bezoek, doch haar vader wel. Na een poosje over koetjes en kalfjes gesproken te hebben, geeuw de hij 'n paar maal opvallend en zei toen; „Ik ga vast naar kooi. Jij blijft niet langer dan een half uur op, hoor Simo ne! Wel te rusten, kinderen! Simone toonde duidelijk* dat ook xJj veel liever ter ruste was gegaan en Val lon nam zich daarom voor, niet langer, dan tien minuten te blijven. Je moet me dit late bezoek niet kwalijk nemen, Simone, begon hij, maar ik kom voor iets heel gewichtigs.' Ze glimlachte zwakjes. Ik ben natuurlijk blij, dat je komt. Maar wat vandaag gebeurd is, heeft me nogal overstuur gemaakt en ik ben dus bang, dat ik geen ai te prettig gezel schap zal zijn. Ik heb de gehele dag met mijn stal knecht het bos van Trégat doortocht, in de hoop enige sporen van juffrouw Margau te vinden. En we hebben dit ge vonden. Weet je soms of het van haar was? Hij nam de armband uit zijn zak en legde hem op tafel. Simone keek er enige seconden naar, alsof ze een geest verschijning zag. Haar gelaat werd lijk bleek en met een gil vloog ze ten slotte overeind. Waar heb je dat gevonden? vroeg ze schor. Dat is.... dat is een truc.... een valse streek.... het is.... Zeg me dadelijk de waarheid. Herken je het ding? Ik dacht we., dat je het haar misschien had zien dra gen. We hebben het, zoals ik ai zei, ln het Trégat-bos gevonden. Maar ik ben toch bang, dat we er niet veel beter mee zijn. Ze streek met de hand over het voor- hoofd, alsof ze haar gedachten bijeen wilde houden en hield zich met de an dere hand aan de tafel vast. Ze zag uit, of ze flauw zou vallen en Vallon trad op haar toe en nam haar in zijn armen. Lieveling, zei bij, maak je niet 20 van streek, Solange zal waarschijnlijk.. Ze rukte zich van hem los en staarde hem met ontzetting aan. Solange? riep ze. Die is nooit van Solange geweest! Ik gaf die armband aan mijn man, een maand na ons huwe lijk. Hij beloofde me, die altijd om mij nentwil te dragen!- Nu werd Vallon op zijn beurt doods bleek. Opeens schoot het hem te binnen, waar hij hem eerder gezien had. Landes had hem altijd gedragen, niettegenstaande zijn harteloos gedrag tegenover zijn Vxr0U?9 wacs, hlj hier gekomen, in deze streek? Voor Simone was hij niet meer dan een overblijfsel uit het verleden, maar voor Vallon was hij als een spook beeld oprijzend uit een zee van bloed en Lnilli 5,en was hij vuurrood in het lamplicht. Maar zijn zenuwen waren als van staal en zijn handigheid in het liegen was onbegrensd. .Jk geloot niet, dat je beangst behoeft j 1 voor <jlt ding. Simone, zei hij ein delijk: Je hebt me zelf gezegd, dat je man niet veel om je gaf. Kan hij hem dan niet verkocht hebben en kan het ding niet op een of andere manier in handen van Solange gekomen zijn? En wie zegt je. dat er geen 2e van hetzelfde model bestond? Op de vrouw hadden zijn woorden een vreemde uitwerking. Al haar angst was op slag verdwenen. Ze had geen medelij den meer met Solange. Ze zag nu het ge hele geval duidelijk voor zich. Ja zo moest het zich hebben toegedragen. Trégat had die armband van het lijk van haar man meegenomen en hem aan zijn geliefde ge geven. Vallon schrok van de uitdrukking van haat in haar ogen: Het spijt me als ik iets miszegd heb, zei hij. zijn hoed opne mend. Neen neen, riep ze: je begrijpt me verkeerd. Waarom zou ik me beledigd ge voelen? Maar ja.... laat me liever ai- leenik ben mezelf niet vanavond. Hij verliet haar ln de grootste verwar ring. De ene verschrikking stapelde zich op de andere en hij had het gevoel, alsof een geheimzinnig net om hem heen werd dicht getrokken waaraan geen ontkomen was. Maar één ding kon hij tenminste nu vanavond nog doen. Hij kon tot een ver gelijk met Richet zien te komen Hii ging regelrecht naar Het wapen van Tréfkt" en vroeg naar hem. Mel,'iat„hem 'n een kamertje achter hrand ie en !a er ,maar' eei> helder vuur I» m i!?resten van een avondmaal nog op tafel stonden. ton''lefil ,met een sigaar ln een hou- el en een g'as eo«nac naast 7,®'( was blijkbaar in gedachten ver- u!^ u te hij schrok op, toen Val- 1 n binnentrad en keek hem aan, alsof "R ,zi)n ogen nauwelijks geloofde. Dan stond hij glimlachend op. Goede avond, mijnheer Vallon. zei een Üchte nadruk op de naam. yallon deed de deur achter zich dicht, jyun gelaat stond onheilspellend en Richet keek onwillekeurig naar de haard, om te z'en, of er soms een pook bij lag waar mee hij zich, zo nodig, zou kunnen ver dedigen. Goede avond, Richet, zei hij: ik wilde je graag even spreken. Ga zitten en vertel op, antwoordde Richet, op een stoel wijzend; en als je soms wat te drinken wilt hebben.... Ja, heel graag, zei Vallon. terwijl hij ging zitten. Richet schonk hem een glas cognac in en reikte het hem toe. Jammer, dat ik niets beters voor je heb, zei hij zich weer bij het vuur neer zettend. Vallon nam een flinke teug uit het glas, haalde een sigaar uit zijn koker en sneed er bedaard het puntje af. Ik moet mijn verontschuldigingen maken over mijn onbeleefdheid van daar even, zei Vallon na een poosje: Maar iedereen had ons kunnen beluisteren. Het was natuurlijk niets dan klets. Ik herken de jou even goed als jij mij. Het mannetje begon te lachen. Wat is er aan de hand, Léb Zeg die naam niet meer, onderbrak Vallon hem, terstond: Het gaat er juist om, dat jij je mond dicht moet houden. Je hebt de mensen hier natuurlijk al lang over mijn persoon uitgehoord. Misschien heeft je dat ai tot de overtuiging ge bracht, dat het hoogst onoprettig voor me zou zijn, als ze wisten dat ik onder een aangenomen naam leef en Indertijd een pandjeshuls gehouden heb. Ja. dat begrijp ik. Mgar waarom die naam Vallon? Dat is mijn zaak. Ik heb er een heel goede reden voor, om me niet meer Lébert te noemen. Maar daar heb jij niets mee te maken. Alles, wat jij te doen hebt, is Je mond dicht te houden. Dat is nogal gemakkelijk, antwoordde Richet bedachtzaam naar zijn sigaar kij kend. Zie je. Richet, vervolgde Vallon: ik geeft geen snars om de opinie van de mensen. Ik ben rijk en dus zouden de lui me toch wel fatsoenlijk en met eerbied behandelen. Maar ik beu verloofd en als ■rijn verloofde dit te weten kwam. zou ze net zeker afmaken. Ja, juist. Zo.dus je bent van plan, een huisgezin op te zetten Lé.... Val lon? Daar ben ik aan'bezig. Ik ben riik genoeg. Ik kan me de weelde van een vrouw veroorloven. Ik wil de boel niet in de war stu ren, zei hij: maar beioven kan ik niets! Hoeveel moet je hebben? vroeg Val lon kortaf. Ik ben geen afperser, antwoordde Richet, ik verdien mijn geld liever. Ik zou je graag 'n wagen verkopen. Schrijf er dan maar twee voor me op, zei Vallon. Dan ga ik zelf chaufferen en ze verslijten. Je bent een man naar mijn hart. tk hoor, dat je een mooi huis bezit. Ik zóu graag een paar dagen bij je logeren. Dan kan ik je meteen leren rijden. Doodge makkelijk, dat verzeker ik je! 7~zal me een groot genoegen doen, zei Vallon op raadselachtige toon. Kom dan morgen tegen hei déjeuner bij me. Dan kunnen we 's middags een ritje ma- monnd houdi?beIOOf je me dan dat je je Ik beloof niets, zei Richet. ik laat mijn stilzwijgen niet kopen. Ik houd niet van afpersing. Zo lang we g.ieue v e. ,>u zijnwel, dan heeft een mens wat voor zijn vrienden over. nietwaar? Uitstekend Richet, zei Vallon op staande. Dus je komt morgen. Ik verwacht je aan het déjeuner. Tot ziens dan en wel te rusten! Richet liet zijn bezoeker uit en schud de hem bij het afscheid hartelijk de hand. Maar toen hij weer voor het vuur zat was alle vriendelijkheid uit zfjn gelaat ge weken en had plaats gemaakt voor een sluwe uitdrukking. Hij voorzag in de toe- komst nog heel wat plezierige dingen Vallon wandelde vlug de donkere straat ff-brufkenUlMDm d'e terstond kunnen verschrikking3h1- hij dacht niet aan de »pAl ziin cL de omtrek verontrust te non uil gedachten waren gevestigd op ri jG sc^aduw. die in zijn leven was hem n°ip?" En één enkele gedachte liet k meer Ios- Richet moest tot zwij gen gebracht worden! y HOOFDSTUK XX. Richet tot zwijgen gebracht. ve?sHhl0lgeï,d\m°rgen-ntegen he' déjeuner chauff Rlc^et op Hulze Trégat en de cnauifeur reed de wagen achterom naar 't06'5"'»' hem schoon te maken v°or de middagrit. Richet was trots op zijn moLfc,,VVÜ.de graag dat deze er 20 netjes mogelijk uitzag en zo geruisloos mogelijk "ep, als hij een proeftocht me. Vailon g ng maken. Gedurende de maaltfjd, spraken ze over vroegere tijden en Vallon vertelde minstens één leugen per minuut. Zijn vei- nuftig bedacht verhaal over goedgelukte speculaties deed Richet watertanden en Mj begon hem echt te beschouwen als iemand, die er bovenop was. Na het maal rookten ze hun sigaret en bleven nog wat zitten, totdat de huis knecht kwam zeggen, dat de wagen voor- stond. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4