Twee wegen naar Rome
wie
Nieuwe Gruene-Polizeïwaakt
over Bonus bewindslieden
Zij
is vrij van nazi-smetten,
meent minister Lehr
Wat te verstaan onder „vernieuwing
r>o
Visuele humor, die na de komst van
de „sprekende" film verloren scheen
Een nieuwe roman van Luc Estang
BRITS GEMENEBEST GROOTSTE
EXPORTEUR
NEDERLANDSE VROUW
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1951
PAGINA 5
Bekeringsgeschiedenissen vergeleken
Er zijn in de afgelopen maanden twee bekeringsgeschiedenissen verschenen,
die elkander op een merkwaardige wijze aanvullen. Het eerste is van de
bekende oud-communist en hoofdredacteur van de Daily Worker" Douglas
Hyde, wiens „I BELIEVED" reeds onder de titel „Ik speelde op Rood
bij de Hofboekerij in een Nederlandse vertaling verscheen. Het andere is
„THE PILLAR ÓF FIRE" van de Joodse neuroloog Karl Stern, waarvan
ook reeds een Nederlandse vertaling werd aangekondigd.
STERK GEDAALDE DUITSE
INVOER
Ook de uitvoer daalde in October
BOUW VAN OLIE
RAFFINADERIJEN IN INDIA
EUROPESE TRANSPORT
STATISTIEKEN
u moest u zélf
eens kunnen zien rijden I
CAPACITEIT DER ANGLO-
IRANIAN
ENGELAND KRIJGT MEER
KAAS EN BOTER VAN
N.-ZEELAND
„Een man in een 1wit pak nieuw succes voor
de Ealing Studio's
TIJDSCHRIFT VOOR
VERLOOFDEN
Op zoek naar zielen
IN 1950 30 PROCENT VAN DE
WERELDUITVOER
Patronen van Charles Montaigne
De genade en de duivel
Omstreden ontwikkeling
GOD EN ZIJN WERELD
Minister won het pleit
Het schrijven van een bekeringsverhaal staat terecht bekend als een zeer
delicaat werk, waarvoor vele bekeerlingen terugschrikken. Het is een
moeilijke taak: men overziet immers zijn eigen geestelijke verleden van
het bereikte rustpunt uit en staat dan voor de moeilijkheid dit verleden
van zoeken en tasten en onzekerheid naar waarheid weer te geven. Het
vraagt het. openbaar maken van persoonlijke geheimen tussen God en een
mens en al zal de dankbaarheid er toe aanzetten Gods genadewerk bekend
te maken, de persoonlijke schroomvalligheid zal dit ongaarne doen. En
terwijl anderen geestelijk geholpen kunnen worden door dit verhaal van een
geestelijke pelgrimstocht, zijn er misschien toch heel veel dingen te zeggen,
die een zuiver particulier karakter dragen.
De bovengenoemde autobiografieën
van Heyde en Stern hebben in ieder ge
val het voordeel, dat ze niet alleen ver
tellen, wat zich in het innerlijke leven
van een ziel heeft afgespeeld. Hyde
geeft een beeld van zijn leven en werken
in de Engelse communistische partij;
van de door de communisten gevolgde
tactiek; van de aantrekkingskracht, die
het communistische ideaal, bij al het
cynisme van de partij en van vooraan
staande partijleden, op in ellende naar
rechtvaardigheid verlangende mensen
kan uitoefenen. Karl Stern, die na
Hitler's ambtsaanvaarding nog tijdig uit
Duitsland wist te ontkomen en na een
verblijf in Engeland een nieuw bestaan
kon vinden aan de andere kant van de
Atlantische Oceaan, geeft een boeiend
beeld van de geestelijke situatie in Duits
land vooral in academische kringen, en
maakt het zich buigen voor de Nazi
dictatuur in vele opzichten begrijpelijker.
Als bekeringsgeschiedenissen zijn deze
verhalen echter elkanders tegenpolen.
Ze vertellen twee gethee] verschillende
wegen naar God en naar de Kerk. Hyde
Is in zijn jeugd godsdienstig geweest en
heeft zelfs predikant willen worden. Hy
heeft altijd een sociaal idee voor ogen
gehad, Hyde heeft ook als communist
een voorliefde gehouden voor de middel
eeuwen, omdat hij daarin vele sociale
Idealen verwerkelijkt meende te zien.
Hij stond voortdurend nog onder invloed
van William Morris en bewonderde de
middeleeuwse ambachtsman; hij bleef
Volgens voorlopige gegevens had W.
Duitsland in October een exportoverschot
van 151 mülioen mark. Dit overschot Is
veroorzaakt door de scherpe daling van
de invoer, als gevolg van de nieuwe in
voerrechten, welke op 1 October van
kracht werden. De invoer daalde van
1 578 millioen mark in September tot 1.112
millioen in October. De uitvoer daalde
echter eveneens en wel van 1.369 millioen
tot 1.263 millioen, hoewel het ministerie
van economische zaken een stijging had
verwacht.
Over de eerste tien maanden van dit
jaar was er een Invoeroverschot van 182
millioen mark.
De Burmah Oil Co, de Kon. Shell-groep
en de Burmah Shell Co zijn een onder
zoek in India begonnen voor de vestiging
van olieraffinaderijen. Elke raffinaderij
zou 11.000.000 kosten. Ook de Standard
Vacuum Oil Co stelt een onderzoek in.
India heeft aan de maatschappij de verze
kering gegeven, dat de bedrijven de eerste
30 jaar niet genationaliseerd zullen wor
den en dat de maatschappijen tenminste
voor die periode de volledige controle over
kapitaal en beheer zullen kunnen uit
oefenen. Het jaarlijkse verbruik van nlie
en olieproducten wordt in India geschal
op 3.500.000 ton.
Van 12 tot 18 November is de zesde
bijeenkomst gehouden van de commissie
van deskundigen voor transportstatistie
ken van de Economische Commissie_ voor
Europa der Ver. Naties. Aan de bijeen
komst van deze commissie, die onder
voorzitterschap staat van de heer H. C.
Kuiler van het Nederlandse C.B.S.,
namen vertegenwoordigers uit elf landen
en van internationale transportorganisa
ties deel.
Hoewel bet de taak van de commissie
is redelijk vergelijkbare statistieken van
alle soorten binnenlands vervoer te ver
krijgen. vormden de statistieken van het
wegvervoer het voornaamste punt der
besprekingen.
U zoudt er misschien van schrikken (w»,,»
de meeste menschen dénken wel. dat
too voorbeeldig rijden, maar n werkelijk
heid Er gebeuren zóó al ongelukken
genoeg helpt mee. de veiligheid verhoo-
gen houdt u aan de regels van den weg
Als U rijdt
Alt U drinkt
drinkt dan niet
rijdt dan niet
genieten van de overblijfselen van de
middeleeuwse cultuur.
Hij werd door de werkelijkheid van de
communistische partij en beweging te
leurgesteld; hij was teveel idealist geble
ven om met de partijleiders een cynisch
opportunist te worden; hij voelde altijd
veel meer voor de mensen dan voor de
beweging. Als hij in plaats van een jour
nalistieke een zuiver organisatorische
taak gekregen had, zou hij misschien al
eerder met het communisme gebroken
hebben. En hij vond eigenlijk eerst een
christelijk sociaal ideaal terug: Chester
ton's distributisme, dat in de „Weekly
Review" werd uiteengezet en verdedigd.
Dat bracht hem nader tot Christendom
en Kerk, nadat de betovering van het
communisme verbroken was. Maar op
een gegeven ogenblik gevoelden zowel
hijzelf als zijn vrouw zich „katholieken,
die niet aan God geloofden". De gods
dienstige bekering, die toch de kern van
alles is, het vinden van God, vormde bij
hem het. allerlaatste stadium van zijn
geestelijke ontwikkeling.
Voor een theoloog roept dit allerlei
problemen op, waarop wij hier niet kun
nen ingaan. Zo zou men b.v. kunnen
vragen, of de eigenlijke geloofsgenade
hem dan ook pas in dit allerlaatste sta
dium gegeven werd. Hier is het echter de
hoofdzaak op te merken, dat hij tot God,
geloof en Kerk kwam via een zijterrein
van het katholieke leven, via een sociaal
ideaal.
Het mysterie van Israël....
Karl Stern had als jood, en vooral als
academisch gevormde jood, twee wegen
kunnen gaan naar God en de Kerk. Hij
had zijn gehele joodse geloof kunnen ver
liezen (in zijn eigen familiekring was er
van echt joods geloof bijna geen sprake
meer) en dan als zuiver humanist tot
God getrokken kunnen worden. Maar hij
is eerst bewust jood geworden. Het natio-
naal-socialisme heeft hem van zijn jood-
zijn bewust gemaakt; hjj werd ook gods
dienstig en gelovig jood. In het begin kon
hij niet verder; als verschillende andere
joden zou hij het een verraad aan zijn
volk hebben gevonden om naar iets
anders te zoeken. Hij stond echter voor
het mysterie van de Messias; hjj begreep
dat het juist de Messiasverwachting was,
die de joden van de anderen onder
scheidde. Hij kwam tot het geloof in
Christus, reeds vóór hij uit Duitsland uit
week en zo kwam hij tot de Katholieke
Kerk.
Bij deze bekeringsgeschiedenis kunnen
we allereerst opmerken, dat zij ons voor
het mysterie van Israël stelt. Een katho
liek geworden jood kan en mag („moet"
is wel een heel sterke uitdrukking) zijn
jood-zijn bewust blijven beleven. Hij heeft
in zijn katholiek-worden de volledige ver
vulling van dit jood-zijn gevonden; hij
heeft de ware betekenis van het Oude
Testament leren kennen door het Nieuwe
te aanvaarden. Maar vele uitdrukkingen
van het Nieuwe Testament, vooral Hoofd
stuk IX/XÏ uit de Romeinenbrief, spreken
over een mysterie van Israël, dat ook nu
nog blijft bestaan. Het is een omstreden
punt of er ook in de Kerk nog een spe
ciale taak voor de joden is weggelegd;
wat die tank zal zijn en wanneer zij ver
vuld worden moet. Als regel wordt hier
over door de katholieken weinig nage
dacht; toch is dit mysterie de overweging
waard en zeker voor de bekeerlingen uit
Israël.
Maar Stern's levensgeschiedenis is ook
belangrijk, omdat zij een bekering schetst,
waarin het godsdienstige element en de
verhouding tot God van meet af aan de
hoofdrol vervult. Er is natuurlijk geen
ware bekering mogelijk, waarin de ver
houding tot God niet de hoofdzaak vormt,
maar godsdienst en Kerk hebben veie
andere aspecten, die zeker in de begin
stadia van een bekering sterk de aan
dacht kannen trekken. Men kan met
Hyde het allereerst door de sociale predi
king der Kerk getroffen worden; men
kan de behoefte aan God en godsdienst
het eerst ervaren in het zedelijke leven
of de opvoeding. En men kan ook van
jongs af aan bewust en uitdrukkelijk een
weg zoeken naar God.
Deze mogelijke variaties in een be
keringsverhaal zijn van belang, omdat
wij hier in Nederland vooral te maken
hebben met twee grote groepen niet-
katholiekende gelovige protestanten en
de onkerkelijken en humanisten. Het is
niet zo simpel, dat een gelovig protestant
uitsluitend om godsdienstige motieven
tot de Kerk zou komen, terwijl een on
kerkelijk mens altijd eerst door sociale
of culturele motieven aangetrokken zou
worden; in beide groepen zijn beide
varianten yan een bekering mogelijk. De
mogelijkheid is echter wel zeer groot,
dat vele onkerkelijken een weg naar God
en Kerk zullen gaan, die op Hyde's
levensweg gelijkt, terwijl vele gelovige
protestanten evenals Stern van meet af
aan doordringen tot de kern van de zaak.
Als wjj het verschil van de hereniging
en van de herkerstening der niet-katho-
heken voor ogen houden, zullen wij ook
het verschil tussen deze twee bekerings
geschiedenissen beter begrijpen.
C. F. PAUWELS, O.P.
De Anglo-Iranian Oil Compagny heeft
bijzonderheden verstrekt over de uit
breiding van de productie- en raffinage-
capaciteit der maatschappij buiten Per-
zië. In een verklaring wordt gezegd, dat
de grootste reserves zich in Koeweit be
vinden, waar zij een gelijk aandeel heeft
met de Gulf Oil Corp in een veld, dat
bijna 40 millioen ton per jaar oplevert.
Dit is meer dan Perzië vroeger produ
ceerde.
De maatschappij heeft 23% pet van
de exploitatie door de Iraq Petroleum
Co van de velden in Irak en Qatar, die
een gemeenschappelijk productieniveau
hebben van 10 millioen ton.
De olievelden in Nottinghamshire le
veren ongeveer 45.000 ton per jaar op
en de Schotse leisteenolie 110.000 ton.
De gevolgen van de snelle uitbreiding
der raffinagecapaciteit worden reeds ge
voeld. Het volledige programma zou 10
millioen ton per jaar toevoegen aan de
totale hoeveelheid olieproducten, die
worden geraffineerd in het Verenigd
Koninkrijk.
De maatschappij heeft tevens raffina
derijen in België, Frankrijk, Duitsland,
Italië, Haifa, Irak en Australië, en men
overweegt een nieuwe raffinaderij op te
richten in Australië met een capaciteit
van 3 millioen ton.
Nieuw-Zeeland heeft aan Engeland een
extra hoeveelheid van 4000 ton boter en
4000 ton kaas voor het lopende seizoen
aangeboden. Lord Woolton heeft dit aan
bod in dank aanvaard.
De Ealing Studio's, onder de inspirerende leiding van Sir Michael Balcon,
schijnen onvermoeid in het bedenken van frisse, originele filniideeën, die dan met
een opvallend gevoel voor visuele humor en in een meeslepend tempo worden
omgezet tot bijzonder plezierige filmcomedies, zoals we ze in geen tijden op het
witte doek te zien hebben gekregen. Alleen al van de laatste twee jaar herinneren
wij ons films als „Passport to Pimlico", „Whisky Galore", „Twee bolhoeden naar
Londen", The Magnet" en „The Lavender Hill Mob", die alle verre boven de
middelmaat uitkwamen en waarvan „Whisky Galore" zelfs een klein meesterwerk
van humor en satyre kon worden genoemd.
De regisseur van deze laatste film,
Alexander Mackendrick, heeft nu met
„The Man in the White Suit" de kans
gekregen, zijn nog (jong) talent te be
vestigen en hij heeft van die gelegenheid
een dankbaar gebruik gemaakt, waar
door een film is ontstaan, die wel niet
helemaal het niveau van zijn eersteling
haalt, maar die toch een meeslepend ge
heel van humoristische invallen en kos
telijk gevonden verwikkelingen is ge
worden.
Het gegeven van Roger McDougall be
handelt het geval van een jonge uitvin
der, die op zoek is naar een textiel-weef-
sel, dat zowel onverslijtbaar is als afsto
tend werkt op vuil en dus voor onbe
paalde tijd men kan. Op talrijke textiel
fabrieken heeft hij al een ondergeschikt
baantje bekleed, dat hem in staat stelde
in het geheim te experimenteren, maar
telkens als hij wordt gesnapt bij zijn
kostbare en gevaarlijke proefnemingen
volgt onmiddellijk ontslag.
Tenslotte lukt het hem via de dochter
van een directeur ongestoord te mogen
werken op een der laboratoria van de
grootste textielonderneming in Enge
land en hier slaagt hij er in, de gewens
te stof te maken. Maar de arbeiders, die
in de naaste toekomst werkloosheid zien
areigen en de textielfabrikanten, die zich
de voordelen van het slijten en vuil wor
den van hun product zien ontgaan, span
nen tegen de uitvinder samen en dit
leidt naar een dolle jacht van de broe
derlijk verenigde arbeiders en kapitalis
ten op hun gemeenschappelijke vijand.
Regisseur Mackendrick heeft van dit
goed bedachte verhaal een kostelijke
filmcomedie gemaakt, die van alle dwaze
situaties dankbaar gebruik maakt om ze
om te zetten in dat soort visuele humor,
dat na de komst van de „sprekende" fiR*
verloren scheen. Wel laat hij hier en
daar op voortreffelijke wijze het geluid
meespelen tot verhoging van de alge
mene vrolijkheid, maar de dialogen weet
hij tot een minimum te beperken, zodat
de film haar humor voornamelijk ont
leent aan de wijze, waarop Mackendrick
zijn camera laat deelnemen aan het ge
beuren. Als de uitvinder heeft hij aan
de veel gebruikte acteur Alec Guinness
een dankbaar sujet, 'dat hjj meestal wel
voldoende onder controle heeft om hem
te beletten tot virtuoos solo-spel te ver
vallen. En daardoor kan „Een man in
een wit pak" bijna voortdurend het
tempo houden, dat altijd al het kenmerk
was van een goede filmklucht.
C. B.
Bij de vele tijdschriften, die ons land
rijk is. heeft zich een nieuwe uitgava
gevoegd: „Voor Heilige Poorten". Het ia
een neven-uitgave van „Huwelijk en
Huisgezn", het bekende tijdschrift voor
vaders en moeders. Het verschijnt zes
maal per jaar.
Het tijdschrift wil bijdragen tot de vor
ming van een gezond katholiek gezins
leven door een reine en ideale verkering
te bevorderen.
De 'redactie is in handen van P. Th.
de Weijer. Het adres van redactie en
administratie is: Ginneken (post Bavel).
(Van onze Parijse correspondent)
Luc Estang heeft het tweede deel van zijn triologie, die met „Les Stig-
mates" aanving, laten verschijnen en het werk heeft zich onmiddellijk
een plaats verworven onder de drie of vier in dit najaar verschenen Franse
romans, die belangstelling verdienen. En van deze drie of vier is Estang's
„Zoekend wien te verslinden", dan nog de enige roman, waartegen men geen
bedenkingen behoeft te hebben. In de Franse romankunst staat het talent
van Estang reeds zo hoog genoteerd, dat men niet meer van een werk der
jongeren kan spreken. Zijn positie is te vergelijken met die van Paul
Bourget in de tijd, dat de psychologische analyse aan de Franse roman een
bijzondere betekenis ging geven. Hij is een figuur van zijn tijd, waarin in
een loman niet meer de rechtlijnige ontwikkeling van een persoonlijkheid
wordt verwacht.
In zijn werk, evenals in „Les Stigmates",
worden verschillende lijnen van ont
wikkeling getijktijdig geanalyseerd. De
strijd tussen de genade en de listen des
duivels demonstreert hij niet in de moei
lijkheden van een enkel leven, maar in
een deel van de samenleving. Deze keer
deed hij dat in het leven van een college
of een klein-seminarie, waarin maar
ook waarbuiten! jongens, op het ogen
blik, dat in hen de man tot ontwikkeling
komt, de mens gaan beoordelen, het eerst
van allen hun ouders en opvoeders.
Geen ogenblik is het Estang's bedoeling
geweest de roman van een collegeleven
te schrijven. Trouwens zijn „college van
Saint-Wandrille" berust louter op fan
tasie. De sfeer van zijn boek is ruimer
dan die van het opvoedings-instituut. Het
betreft het familieleven in het Noorden
van Frankrijk, in het land van de kanalen
aan wier oevers de beurtschippers hun
rustplaats vinden en in aanraking komen
met de streekbevolking. Een streekroman
dus? Aanvankelijk doet het veelvuldig
aangewende dialect denken aan een
streekroman. Maar weldra blijkt dat
Estang een grote vlucht neemt.
Door het grote aantal levens, waarin
hij ons binnen leidt en die als de prae-
missen zijn voor het conflict, dat hij wil
ontwarren, schuiven aanvankelijk zo
veel personen en situaties gelijktijdig
de lezer voorbij, dat de lezing moeilijk
is. Eerst gaandeweg gaat men zich voor
de bekwaam weergegeven figuren inte
resseren, wordt men door Estang's on
betwistbaar talent tot het scheppen van
werkelijk levende mensen meegesleept.
Men ontmoet al spoedig sommige be
kenden uit de „Stigmates". En men ont
moet bijna van stonde af aan tegenstel
lingen, die erop wijzen, dat de schrijver,
Blijkens een publicatie van de Econo
mische Commissie van het Britse Ge
menebest heeft het Britse Gemenebest in
1950 zjjn positie als de grootste exporteur
van de wereld gehandhaafd. De invoer
van het Gemenebest was in 1930 bijna
even groot als die van geheel West-
Europa en bijna tweemaal zo groot ais
die van de Verenigde Staten.
Het Britse Gemenebest nam in 1S50
30 pet. van de werelduitvoer voor zijn
rekening tegen de Verenigde Staten 18
pet. en Europa 28 pet., vergeleken met
resp. 25 pet. 14 pet. en 37 pet. in 1938.
Voor de invoer waren de percentages
resp. 30 pet., 16 pet. en 32 pet., vergele
ken met resp. 33 pet., 9 pet. en 38 pet. in
1938.
De waarde van de uitvoer van Austra
lië en Nieuw-Zeeland gaf in 1950 een stij
ging te zien als gevolg van de hogere
wolprjjzen. De waarde van de Zuidafri-
kaanse uitvoer werd beïnvloed door de
toeneming van de uitvoer van bewerkt
goud tegen hogere prijzen dan de prijs
van monetair goud. De stijging van de
waarde van de invoer was eveneens het
gevolg van de hogere prijzen. Bijna de
gehele stijging van de waarde van de
(Van onze mode-medewerkster)
De couturier Charles Montaigne heeft
een nieuw systeem ontworpen om de
Parjjse mode direct onder het bereik
van velen te brengen.
In samenwerking met Gebr. Gerzon's
Modemagazijnen N.V. stelde deze mode-
onwerper voor ons land een speciale
kn "'ronen-dienst in. Door middel van
fo o'., kan men in de filialen van Ger-
zon voortaan een keuze doen uit de
modellen van zjjn Parijse collecties. Van
deze modellen is dan in verschillende
confectie-maten een patroon verkrijg
baar. Deze patronen kunnen echter op
bestelling ook voor elke vrouw naar maat
op de Parijse ateliers van deze couturier
vervaardigd worden. Vanzelfsprekend zijn
deze maat-patronen iets kostbaarder dan
de standaard-patronen.
Charles Montaigne, die van afkomst
Nederlander is, introduceert dit systeem
het eerst in ons land. Andere Europese
landen staan echter eveneens op het
programma en pok in Amerika heeft
men er reeds belangstelling voor.
Bij elk patroon wordt een boekje ver
strekt, waarin de werkwyze is uiteenge
zet. Bovendien een linnen etiketje, waar
op de naam Charles Montaigne prijkt en
dat in het zelfgemaakte Parijse model
genaaid kan worden.
In een groot aantal steden van ons
land zijn ook verschillende andere mode
zaken bij deze Parijse knippatronen-
dienst van Charles Montaigne ingescha
keld. In Parijs opgeleide adviseuses zul
len de vrouw, die met deze patronen
zelf haar kleding wenst te maken met
raad en daad bijstaan om de puzzles, die
zich by het uitvoeren van de modellen
nog mochten voordoen, uit de wereld te
helpen.
Engelse invoer was toe te schrijven aan
prijsstijgingen. De omvang van de han
del van het Britse Gemenebest onderging
in 1950 betrekkelijk weinig verandering.
Als gevolg van de algemene stijging
van de uitvoer van het Britse Gemene
best naar het dollafgebied en van de
daling van de invoer ,uit het dollargebied
verdween in 1950 het grote tekort op ae
handelsbalans van de sterlinglanden van
het Gemenebest met Canada en gaf de
handelsbalans van het Gemenebest met
de Verenigde Staten een netto-overschot
van ruim 300 millioen te zien.
de lijn van zijn trilogie getrouw, nu
veel duidelijker de algemene titel
„charges d'Ames" rechtvaardigt en in
zijn creaturen inderdaad naar de zielen
heeft gezocht.
Luc Estang is er in geslaagd zijn
observatie op nog hoger plan te bren
gen. De tegenstand die zijn „Stigmates"
in bepaalde kringen heeft gevonden, is
bovendien voor hem reden geweest het
al te morbide, dat zijn vorig werk in
sommige schilderingen had, thans te
vermijden. Overigens is ook deze nieuwe
roman een kenschetsend voortbrengsel
van de tijd, waarin de Bourget's en de
Bordeaux' als te weinig gekruide scho
tels worden voorbijgegaan door de in
de jongste lijdensjaren aan een nieuwe
realiteit gewende generatie.
Zelden is aan een roman een zo duide
lijke titel gegeven. Hoewel het mogelijk
is. dat de keuze van het milieu, waarin
zijn personages verblijven, het misver
stand zou kunnen wekken, dat het boek
een document wil zijn betreffende het
collegeleven, een misverstand, dat dan
weer tot twistgeschrijf aanleiding kah
geven, is de doelstelling van de schrijver
een gans andere en wel de onthulling
van het bovennatuurlijke in een groep
naturen, die au fond banaal zijn. Tot die
naturen heeft hij zich begeven in de
jaren des levens, die het moeilijkst aan
een psychologische analyse zijn te onder
werpen.
Hij' dringt zijn observaties niet op, maar
brengt de lezers in haar tegenwoordig
heid en weet een nagenoeg mystieke sfeer
te scheppen, waarin de lezer met de diep
ste roerselen en met de meest verborgen
beweegredenen van de mensenziel in
contact wordt gebracht om zelf te kunnen
aanvoelen waar de genade werkt en waar
de duivel zjjn strikken spant. Zulk een
compositie kan slechts het werk zjjn van
een groot katholiek romancier.
De roman is te overladen met mense
lijke drama's dan dat het mogelijk zou
zijn de inhoud samen te vatten. Het stelt
de verhoudings-mogelijkheden vast van
ontluikende jongens tegenover ouders en
andere opvoeders (met name de rijpe,
soms overrijpe levens der groten, die zij
in en buiten het college ontmoeten), wier
ondeugden zij ontdekken. En waar het
leven nu eenmaal niet altijd mooi is, heeft
de schrijver niet geaarzeld sommige zijner
personages al zeer vérstrekkende feilen
toe te kennen.
Maar steeds houdt hij zich verwijderd
van de realistische school in de roman
kunst, hij wordt nimmer een Zola, is veel
eer een Balzac, maar dan een Balzac, die
met een katholieke levensopvatting de
diepere werking opspoort in het gevecht
a
tussen Engel en duivel. Hij is meer volks
dan een Bernanos, minder bitter, minder
heftig en zijn liefde voor de evenmens is
duidelijker en met meer evangelische ver
draagzaamheid vervuld.
Dat in de getoonde levens de uitwerking
der genade en in andere levens het ont
breken van het licht des geloofs de onbe
schermdheid tengevolge heeft, waardoor
Satan zijn veroveringen kan doen, is na- j
tuurlijk niet voldoende om deze roman
in ieders handen te geven. De gehele
constructie ligt op een plan, dat een oor
deel des onderscheids vordert.
Litterair staat het werk op hoog peil.
Estang heeft aan de zware eis voldaan,
die hij zelf (als essayist) aan een grote
romankunst stelt: „De figuren moeten
zodanig zijn uitgebeeld, dat zij na de lezing
in ons blijven voortleven". Er zullen wel
licht lezers zijn, die prettiger gezelschap
wensen. Maar Luc Estang is er in ge
slaagd naar het leven te tekenen, naar
het zieleleven bovenal en dat maakt, dat Cecil Parker als de textielfabrikant en Alec Guinness als de uitvinder in
schonken 6n gr°0t kunStWerk hee" g6~ „Een Man in een wit pak".
de landelijke toegangswegen tot Bonn kan
ontmoeten, zijn Ue illustratie van de ont
wikkeling van een politiemacht in de
bondsrepubliek. Deze is. sedert de Weste
lijke ministers tn September 1950 in New
York besloten de Duitsers dertig duizend
man gekazerneerde politietroepen toe te
staan hier hevig omstreden geweest. Op
de eerste plaats hebben de landelijke be
sturen zich ertegen verzet, iets prijs te
geven van de hun door de grondwet ge
geven politie-autoriteit. Dit verzet is ten
slotte gebroken en men besloot het in
New York toegekende quotum in drie
groepen te verdelen: 10.000 man zouden
worden opgesteld als grenspolitie onder
het centrale bestuur; 10 000 man zouden
onder de directe bevelen van de lande
lijke regeringen komen en dan zou er nog
een groep van 10.000 r..an federale politie
troepen worden gevormd, die niet aan de
grensstreken gebonden zouden zijn.
Lehr heeft met voortvarendheid zijn
grensjagers op de been gebrachi. Met de
landelijke formaties gaat het nog minder
goed. maar misschien zullen die er toch
(Van onze bijzondere correspondent)
BONN, November 1951.
Een zwarte nacht hing over de Rijn. Het was na middernacht en er waren
niet veel andere levenstekens over dan de rode en groene lichten der
veerboten en een felle gloed van licht uit het zo juist gereed gekomen
kleine wolkenkrahbertjes, waar de 1600 ambtenaren van de Amerikaanse
hoge commissie in deze dagen hun intrek in nemen. NV' ij dachten reeds
alleen te zijn op deze laatste overvaart, maar daar knetterden plots motoren
en schoten blauwe flikkerlichten gaten in de duisternis. „Die Kanzler-
kolonne kommt!", zeiden de bootslieden. Toen liep de boot vol. Groene
politiemannen met motorfietsen gingen voorop en sloten de rij. Daartussen
drie wagens met vervaarlijke blauwe lampen. Eén daarvan, een ellenlange
- 11*1 qOCU. i i lacxx uiiadi.il
bruine Mercedes-Benz, met de vlag van de kanselier van de bondsrepubliek. I legen <je volgende zomer ook zijn. Van
Eenzaam, zo eenzaam als vaak in zijn politiek, trok de 76-jarige dr Konrad de^f^ende waarrCiee j11)"
Adenauer zich terug naar Rhoendorf, het vredige dorpje aan de voet van
de Drachenfels.
Nachtelijke overvaarten zijn voor de genoemd wordt, gedaan dient te worden.
Tot dan toe hadden doodgewone Bonnse
politiemannen met de befaamde uit de
Pruisische tijd stammende hoge petten
aan de pporten van de kanselierstuin ge
staan. Maar de politie-minister had over
hen niets te verteilen, aangezien grond
wettelijk het federatieve bestuur zich op
het stuk van politie tot de grensbewaking
moet beperken. Dit heeft hem lang dwars
gezeten en zo zijn onlangs door een soort
coup d'état een paar enclaves in Bonn
aan de grensjagers toegewezen. Zij staan
nu in soldateske uitrusting op wacht voor
de bureaux van de kanselier en van....
dr Lehr zelf. De bondspresident, prof.
Heuss, voelt zich vooreerst nog veilig
genoeg achter een burgerlijke politieagent.
De groene colonnes der voiledig ge
motoriseerde grenspolitie, die men nu op
stuurman van het Westduitse staatsschip
eerder gewoonte dan zeldzaamheid. Sedert
weinige weken gaat die late tocht naar
huis voor de kanselier echter gepaard met
het knetterende politiële vertoon. De
nieuwe groene politie heeft ook in het
gebied van de hoofdstad haar intrede
gedaan.
Zij draagt de officiële naam van .grens
politie" en haar verschijnen in het hart
der republiek verdient dus wel enige toe
lichting. Dr Robert Lehr, de minister van
binnenlandse zaken, die zich in zijn één
jarig bewind de algemeen erkende bij
naam van „Kanonen-Lehr" heeft verwor
ven, heeft er onlangs mededeling van
gedaan, dat het in de bondskanselarij
dreigbrieven regende en dat er daarom
iets voor de bescherming van „der Alte",
zoals dr Adenauer hier in de wandeling
CHRISTELIJKE VERNIEUWING" is een woord
combinatie, die men In hedendaagse gesprekken
en literatuur nogal vaak ontmoet. Men kan
zich afvragen wat met deze woorden wezenlijk wordt
aangeduid en in hoever wjj als mens en als christen
tot waarachtige vernieuwing in staat zijn.
Wnt.kunnen wij mensen eigenlijk voor elkaar doen?
„Heel veel", zou men zo zeggen. Met onze haat en
slechte wil kunnen wjj veel stuk maken in een ander;
met onze angst kunnen wjj elkaar besmetten; wjj zjjn
in staat elkaar te helpen, te bevrjjden, het leven draag
lijk te maken, lief te hebben, samen iets op te
knappen, een gemeenschap te stichten, een gezin; wjj
kunnen nieuw leven voortbrengen en met onze hoog
ste geesteljjke talenten kunnen wjj soms dingen te
voorschijn roepen die mooi zijn en nog lang na onze
dood als kunstwerk de mensen zullen ontroeren. Dat
kunnen wjj: dat ligt allemaal binnen menseljjk bereik,
en het is groots en machtig genoeg.
Maar al die dingen, waartoe mensen in staat zjjn,
spelen zich af binnen de grenzen van deze wereld;
d.w.z. wat er al op de wereld is, daar kan de mens Iets
nieuws van maken; hjj kan de mogeljjkheden ervan
ontwikkelen, hjj kan er een andere vorm aan geven.
Wat reeds bestaat kan hjj veranderen; hjj kan het
beter maken of slechter, mooier of leljjker. Maar met
niets kan hjj niets doen. Het bestaande kan hjj op een
andere wjjze doen bestaan; uit het niet-bestaande kan
hjj niets tot het bestaan roepen.
Over het al of niet bestaan der dingen heeft de
mens dus niets te vertellen; hjj heeft daar geen macht
over; hjj kan geen ontwerper en schepper zjjn van iets
totaal nieuws, iets dat van tevoren nog op geen
enkele wjjze bestond.
Men kan daar nog dit feit ter aanvulling
aan toevoegen: in de wereld zelf en in het heelal kan
de mens allerlei dingen uitvoeren; maar aan het
geheel kan hjj niets veranderen. Hjj zit n.l. in wereld
en heelal opgesloten, en kan het geheel nooit in één
blik overzien, In één greep te pakken krijgen. Tegen
over dat geheel itaat da mena maohtalooa; hjj alt er
in vast en draait er in mee. Ook ln die zin is hjj niet
in staat een volkomen vernieuwing te brengen.
En nu het christendom. We kunnen de vraag als
volgt formuleren: wat wjj niet kunnen, kan Christus
dat wél? Ja. De verklaring is niet zo moeiljjk. Christus
is niet in de wereld opgesloten. Hjj komt van'boven af
naar de wereld toe. Deze wereld, dit heelal, het is Zijn
wereld, Zjjn heelal. Als scheppende God heeft Hjj alle
dingen en alle levende wezens vanuit het niet in het
bestaan geslingerd. Hjj overziet alles, en alles bestaat
in zjjn goddelijke greep. „Wie van boven komt", zegt
Joannes de Doper, „is boven allen. Wie van de aarde
is, behoort aan de aarde en spreekt van de aarde.
Wie uit de hemel komt. is boven allen"! (Joh. 3 31).
Christus is in staat tot een radicale vernieuwing.
Zoals Hjj ééns, in de dagen der schepping, een fonkel
nieuw bestaan gaf aan de duizenden dingen, die op
bloeiden onder de adem van Zjjn scheppende Geest,
uit de donkere leegte van het niets, zó kan^Hij óók
als Hjj wil bjj Zjjn komst op aarde alles radicaal
vernieuwen, zodat er een nieuwe wereld komt te be
staan met nieuwe mensen en een nieuw leven.
Zou het niet déórom zjjn, dat Hjj Zjjn komst ver
gelijkt met een vuur, dat moet branden? Want als er
iets op onze wereld is, dat aan de dingen een totaal
ander aanzien schijnt, te geven, dan is het toch wel het
vnur, dat vaste vormen doet smelten en vervloeien
en dat het vloeibare doet veranderen in nevels van
gas en rook. „Ik ben gekomen", zegt Christus, „om
vuur op aarde te brengen, en hoe wens Ik, dat het
reeds brandt!"
Laten we eens controleren, of Hjj zich hieromtrent
nog ooit duidelijker heeft uigedrukt dan in deze bran
dende beeldspraak. We slaan het Evangelie weer open,
en lezen hoe door Christus in een gesprek met Nico-
demus wordt gezegd: „Voorwaar, Ik zeg U, als iemand
niet opnieuw wordt geboren, kan hjj het Koninkrijk
Gods niet aanschouwen!" Een nieuwe geboorte dus,
en een nieuw leven, dat ons binnenvoert in een nieuw
bestel, in een radicaal gewijzigde wereld, die met
machtige woorden genoemd wordt: „Koninkrijk Gods".
Verderop leun we; „Voorwaar, Ik aeg U, wie luis
tert naar Mjjn Woord, en in Hem gelooft, die Mjj
gezonden heefthij is overgegaan van de dood tot
het leven". (Joh. 5 24). Is er groter vernieuwing
denkbaar dan van dood (niet-levend!) tot leven?
„Nu wordt het oordeel over de wereld voltrokken",
zegt Jesus in de dagen vóór Zjjn lijden en dood (Joh.
12 31)nu zal Hjj door Zijn verlossing op het Kruis
heel de wereld tegeljjk uit haar voegen lichten en een
nieuwe wereld doen geboren worden, nu zal Hjj de
wereld en de mensen herscheppen.
Men moet dit alles goed verstaan. Dit herschep-
pings-werk, deze grondige vernieuwing kwam niet
ineens en was niet een onmiddellijk en automatisch
gevolg van Christus' Verlossing. Wel werd toen het
zaad gelegd, maar de eigenljjke vruchten der ver
nieuwing moesten in het verloop van jaren en eeuwen
nog gaan groeien.
In zoverre behoren wjj als christenen dus ln elk
geval vernieuwers te zjjn. In en door ons moet de
verlossing haar toepassing vinden. Eenmaal zélf door
deze verlossing aangeraakt, dient men alles in het
werk te stellen om haar verder te doen reiken, tot de
grenzen der aarde en tot het einde der tijden.
Dat betekent niet, dat wjj alléén aandacht en be
langstelling moeten hebben voor het zuiver boven
natuurlijke. Om onszelf en de wereld in Christus'
bovennatuurlijke verlossing te doen delen, is het min
stens noodzakelijk, dat aan bepaalde natuurlijke voor
waarden wordt voldaan. Het terrein moet worden
voorbereid, de bodem moet ontvankelijk worden ge
maakt.
Zo kan men dus uit christelijke vernieuwingsdrift
zich ook intensief bezighouden met sociale structuur
veranderingen, met politieke of culturele vraagstuk
ken enz. Deze activiteit is gericht, op de verlossing en
kan ook van dit doel uit haar bezieling en inspiratie
ontvangen. Wie zó werkt, mag nimmer verweten wor
den, dat hjj louter profane arbeid verricht. Hjj bereidt
immers de weg voor de komst van het Rijk Gods.
S. JELSMA M.S.C.
nister Lehr eventuele binnenlandse hei
beltjes de kop in wil drukken kan voor
lopig echter niets komen. De socialisten
hebben de eis gesteld, dat daartoe eerst
de grondwet veranderd moet worden. Om
deze lange omweg te ontgaan, loopt dr
Lehr nu met het plan rond om van de
Bondsdag toestemming te krijgen zijn
grenswacht te verdubbelen.
„Kanonen-Lehr" heeft in de Bondsdag
scherpe critiek van de oppositie ontmoet.
Niet alleen, omdat een deel van zjjn
grenswacht niet in het grensgebied ge-
sta tioneerd is en dus de verdenking ont
staat. dat zij voor andere doeleinden dan
grensbewaking wordt gebruikt, maar ook
omdat uitrusting en opleiding der troe
pen eerder militair dan politieel zou
den zijn. Lehr heeft laten doorschemeren,
dat de Scelba-politie in Italië hem als
een soort ideaal voor de geest staat.
Trouwens voordat de opbouw van het
apparaat begon, heeft een studie-com
missie een reisje naar Italië gemaakt om
daar met signor Scelba kennis te maken.
De bedenkingen heeft hij ongegrond ge
noemd. Dat een gemotoriseerd politie
corps er nu eenmaal wat krijgshaftiger
pleegt uit te zien dan een verkeersagent,
spreekt vanzelf. Dat het grootste deel der
hogere en lagere leiders der nieuwe
politie uit de weermacht afkomstig is
vindt hij evenzeer vanzelfsprekend om
dat nu eenmaal de politie-mannen van
beroep ook in de weermacht zijn ge
trokken en er dus geen andere keuze
blijft. Overigens is de nieuwe politie
mede bedoeld als een tegenwicht tegen
de in het Sovjetgebied opgestelde „Volks-
politie" en zij dient in bewapening dus
ook niet veel lichter te zijn.
Het is de minister niet moeiljjk geval
len met al deze critiek af te rekenen.
Hoofdzaak is. dat men het er in West-
Duitsland nu wel zo langzaamaan over
eens geworden is, dat het centrale bestuur
nu eenmaal moeiljjk ook een zekere
centrale macht kan ontberen, zeker niet
In een land, waarin de extreme richtingen
weer zo „unverfroren" het hoofd op
steken als in Duitsland.
Uit bepaalde gebieden in Noord-Duits-
land hoort men zo af en toe de klacht,
dat de plaatselijke politie reeds weer
huiverig is geworden voor een optreden
tegen nieuwe nazis. Mogelijk kan daar de
centrale politie van dr Lehr nog eens te
pas gaan komen Men moet dan echter
hopen, dat men erin zal slagen, het
nieuwe politie-apparaat van nazi-smetten
zuiver te houden. Tn dit verband was het
een beetje pijnlijk voor dr Lehr da: hij
zich ook heeft moeten ve-w^-en w ns
incidenten als zich in B-unswilk hebben
voorgedaan. Daar heeft men maat-^e ui
moeten nemen tegen „grensjagers die
in dronken toestand voorliefde bleken te
koesteren voor het zingen van verboden
liederen uit Hitler's zangboekjes. Minister
Lehr heeft echter verzekerd, dat dit
Incident niet als een symptoom behoefde
te worden opgevat en er is volgens hem
allerminst gevaar dat de nieuwe groene
politie nog eens een politieke kleur zal
gaan aannemen.