Problemen rond de vrouw in liet bedrijf Appèl op alle verantwoordelijke instanties Zeventig jaar strijd tegen de kwakzalverij J iPil Ons ROMANBIJVOECiS Om Eric's liefde BÖNHOFF NOORDUYN t; ^nTrmAC CORK v Harris Burl and fn O.K PLAIN J S3 ZATERDAG 15 DECEMBER 1951 PAGINA 4 De katholiek en de film Herderlijk schrijven van de Duitse bisschoppen Opvoeding tot een juiste critische houding Publiek krijgt de films, die het verdient Mevr. Ava Sinatra-Gardner is haar juwelen kwijt Tekort aan publiciteitsagenten Een berouwvolle Franchot Tone Spaanse radiopriester als filmacteur V oor uitzichten der Engelse filmindustrie zijn beter. Voor gezonde regelmaat Wijnkoper ij Anno 1871 Achter de Teerstoof - Schiedam - Tel. 66039 .J Üfl „MEDICI MOETEN MEER HUISARTS ZIJN" „en 'n doos.. „Leidster en symbool" Appèl door Uitstekend, hoorde ze een besliste m4Tmeegran K k. De Duitse bisschoppen hebben een g -.eenschappelijk herderlijk schrijven i "jvaardigd over de houding, die de D.l'se katholieken dienen aan te 11e- ir i tegenover het probleem van de fi'm. De bisschoppen beroepen zich in hun schrijven op de encycliek „Vigilanti j Cura", waarvan zij eerst de principes uiteenzetten. Vervolgens stellen zij vast. dat de film in de rangorde van middelen tot verspreiding van cultuur en het geven van ontspanning op de eerste plaats staat. Van de zijde der Kerk wordt tegen de film als zodanig geen enkel bezwaar ge maakt. Integendeel, Zij erkent de grote mogelijkheden, die er in schuilen en Ze is de producenten, die moreel verant woorde en artistieke films maken, zelfs dankbaar. De Duitse bisschoppen, die verklaren de grootste bewondering te hebben voor de goede cinematografische kunstwerken, menen dit nog eens uit drukkelijk te moeten vaststellen, omdat van bepaalde zijden telkens weer wordt geïnsinueerd, dat de Kerk tegen de film zou zijn. I Wel echter is ze lijnrecht gekant tegen glms, welker inhoud indruist tegen de natuurlijke moraal en tegen de principes van het christelijke geweten. En het is op grond van het morele probleem, dat de bisschoppen het recht opeisen, indien nodig, handelend op te treden. Wanneer een film de morele opvattin gen van de toeschouwer beledigt, is een beroep op de artistieke kwaliteiten van de film waardeloos. Het motief, dat een film de realiteit zou weergeven, gaat hier niet op, aangezien dit „realisme" slechts een door de maker kunstmatig in het leven geroepen en vaak irreële wereld weergeeft. Toch zijn er nog steeds filmmaatschap pijen, die zich over de houding van de kerkelijke autoriteiten verwonderen en er zelfs een onrechtmatige inmenging in haar aangelegenheid in zien. Qe Kerk bemoeit zich evenwel niet met de vrij heid en de onafhankelijkheid van de filmproducenten. Haar doèl is slechts te bewerken, dat de filmproducenten de Goddelijke orde in het oog houden en tevens de gelovigen tegen de invloed van slechte films te beschermen en ze tot een juiste, critische houding op te voeden. De herderlijke brief gaat dan uitvoerig in op de plichten van de filmproducenten, waarbij onomwonden wordt vastgesteld, dat het de taak van de bisschoppen is, op de film het stempel van de christelijke geest te drukken. Vervolgens wordt een beschouwing ge wijd aan de morele verantwoordelijk- Ue'd van de bioscoopexploitanten, waar bij zowel ten aanzien van dezen als van ce filmproducenten dc vraag wordt ge steld, of het noodzakelijk is, dat beide categorieën haar toevlucht nemen tot sen sensuele reclame, die een ware artis- t eke prestatie onwaardig is. Gewezen wordt voorts op de moeilijk heden, waarin talrijke exploitanten van bioscopen worden gebracht door het systeem van de filmboekingen, dat hen dwingt om naast goede ook slechte films te vertonen. Hierna richten de Duitse bisschoppen tot de staatslieden de vermaning, dat zij moeten beseffen, dat de wederopbouw van de staat slechts mogelijk is op de basis van een gezond gezinsleven. Zij dienen er op toe te zien, dat de films-de grondslagen van het huwelijk en de chris telijke opvatting van de maatschappij niet ondergraven. Films, waarin dit ge beurt, mogen niet worden gesubsidieerd. Het herderlijke schrijven, dat niet op het probleem van de filmkeuring ingaat, wijdt tenslotte een uitvoerige beschou wing aan de houding, die het pubilek tegenover het filmprobleem moet aan Ava Gardner, wier juwelen in een Londens hotel werden gestolen. nemen, de stelling ponerend, dat het publiek de films krijgt, die het verdient. Het publiek wordt aangemaand zich, alvorens een film te gaan zien, van de morele waarde ervan op de hoogte te stellen en zich ervan te onthouden naar films te gaan, die ontoelaatbaar zijn ver klaard, Bovendien wordt de nadruk ge legd op de noodzakelijkheid, de jeugd tot een juiste waardering van de film op te voeden. Tenslotte sporen de Duitse bisschop pen de gelovigen aan, toe te treden tot de organisatie, die ten doel heeft naar het voorbeeld van het Amerikaanse „Legion of Decency" de stem van de katholieken tegenover de filmindustrie te doen horen. Frank Sinatra (De Stem) en zijn vrouw Ava Gardner zitten op het o.^nblik in Londen, waar ze een liefdadigheidsvoor stelling hebben gegeven ten bate van de Nationale Speelvelden Vereniging. De eerste dag na hun aankomst werd het hotel in Mayfair, waar zij logeren, al van 's morgens vroeg af belegerd door bewonderaars van De Stem, die zich in het verenigingslievende Engeland hebben verzameld in de bond Sinatraminnaars. Maar het was al vijf uur in de middag, eer de hal van het hotel zich plotseling vulde. Een phalanx van publiciteitsagen ten, die „Sorry, hij moet naar de repe titie" riepen, worstelde zich door het cordon bewonderaars heen. De Sinatra minnaars gilden, schreeuwden en wor stelden. Even was er een glimp te zien van een bos rood haar en van een klei ne, magere man, waarna het portier van een Rolls-Royce dicht sloeg.. Schrille stemmen riepen „Toe, Frankie, toe". Maar De Stem reed weg en een toe vallig passerend paartje vroeg, wat er aan de hand was. Iemand riep: „Daar gaan Frank Sinatra en Ava Gardner. Zei de man: „Wie zijn dat"? Dat was te erg en de Sinatraminnaars dropen mopperend af. Maar het zou nog erger worden. Nog geen 24 uur later deed Frank Sinatra, bijgestaan door een gouden buitenmodel aansteker, hardnekkige en tenslotte suc cesvolle pogingen om de brand te steken in zijn pijp, terwijl één van zijn zes pu bliciteitsagenten, bijgestaan door op een enveloppe gekrabbelde aantekeningen, de toegestroomde journalisten vertelde, dat mevrouw Sinatra, Ava Gardner, haar juwelen kwijt was. Daaronder bevindt zich een diamanten halssnoer van 20.000 gulden, dat echter, aldus de publiciteits- man, nog veel meer waard is als gedach tenis. want het is een Kerstcadeautje van Frankie aan Ava. De weg van alle gestolen juwelen zijn verder gegaan een platina ring met saf fieren en een paar manchetknopen, die niet meer waard zijn dan hun handels- prijs: ongeveer 15.500. Alle zes de publiciteitsagenten zijn diep verontwaardigd over de manier, waarop mensen, die écht juwelen stelen, zich hebben meester gemaakt van de verdwenen-juwelen-scène, waarvan pu bliciteitsagenten tot nog toe het alleen vertoningsrecht hadden. Inmiddels had de directie van het hotel een bespreking met een publici teitsagent. In haar kamer had Ava Gardner een onderhoud met \e hotel detective, die werd binnengeleid door een publiciteitsagent. Vóór de hoofdingang van het hotel werden nieuwsgierige Sinatraminnaars door portiers in bedwang gehouden, aan gezien er voor dit doel een tekort aan publiciteitsagenten bleek te bestaan. Publiciteitsagent no. 1 hoefde nauwe lijks van zijn aantekeningen gebruik te maken om de diefstal te beschrijven. In de nacht van Zondag op Maandag j 1., kort voor elf uur. kwam mevrouw Sinatra tot de ontdekking, dat haar juwelenkistje niet al te best meer sloot. Daarop miste zij het halssnoer. Ava waarschuwde haar man. Frankie stelde een onderzoek in en nu laten we hem liever zelf aan het woord: „Ik belde een kennis op en die telefoneerde Scotland Yard. We wilden absoluut zeker zijn, dat Ava het snoer bij zich had gehad. Dus belde ik haar zuster Beatrice in Los Angeles op en vanmorgen (Maandag) telefoneerde ze terug, dat er thuis niets te vinden wm." De juwelen zijn gestolen of verloren, maar: „We zijn er absoluut zeker van, dat ze zijn gestolen", deelde publiciteits agent no. 1 mede. Thans bevindt zich de rest van Ava's juwelen, behalve die ze draagt, veilig in de brandkast, van het hotel. Een pu bliciteitsagent deelde dit aan de pers mede Advertentie Het ideale laxeermiddel klacht is juist: Maar ik schopte noch ver stikte haar", S* t De eerste burger der filmsterren, de 64-jarige Mr Fletcher Bowron, burge meester van Los Angeles, is per vlieg tuig in Londen aangekomen. Hij had vreselijke haast, want in precies 80 uur en 20 minuten wil hij Engeland ervan overtuigen, dat Hollywood nog iets anders betekent dan alleen maar films. Sinds hij 21 dagen geleden naar Tokio vertrok om de wereld met Hollywoods meer serieuze zijde kennis te laten ma ken, heeft hij geen ogenblik rust gekend. Een half uur nadat hij zichzelf en zijn bagage een valies en een actetas in het Londense Ritz-Hotel had geïnstal leerd, had burgemeester Bowron de Amerikaanse ambassade aan de telefoon om die een afspraak te laten maken met de Lord Mayor van Londen. „Ik wil hem en de wereld ervan overtuigen" aldus mr Bowron, „dat Los Angeles niet alleen een stad van filmhelden en schandaaltjes ds, maar ook een groot industrieel een» trum en een havenstad, waar petroleum, staal en rubber worden geproduceerd. De 44-jarige pater Venancio Marcos, bij millioenen bekend als Spanje's radio priester, heeft gisteravond op het witte doek in Madrid zijn debuut gemaakt als filmacteur in de nieuwe Spaanse film „Cera del eielo". Meer dan duizend men sen woonden in het Palacio de la Musica de première van de film bij, waarin pater Marcos de rol speelt van, de bis schop van Teruel, wiens martelaarschap tijdens de Spaanse burgeroorlog het on derwerp van de film vormt. In het lagerhuis heeft mr Peter Thor- neycroft, de minister van handel, ge weigerd het quotum Engelse films, dat in de bioscopen moet worden vertoond, van 30 tot 50 procent te verhogen. „Er zijn aanwijzingen, dat de industrie thans goed is gefundeerd en dat zij be tere vooruitzichten heeft dan in lang het geval is geweest", verklaarde hij. Een berouwvolle Franchot Tone hoorde zich Dinsdag j.l. door de rechtbank van Beverly Hills in Californië veroordelen tot 45 dagen hechtenis en een boete van 1500,wregens mishandeling van de journaliste Miss Florabel Muir, een geval, waarvan wij enige tijd geleden melding maakten. Intussen zal Hollywood het (nog) niet zonder Franchot Tone hoeven te stellen, want de rechter legde de gevangenisstraf voorwaardelijk op met een proeftijd van een jaar. De boete zal in termijnen mo gen worden betaald en wel 750 direct en de rest in vier maanden. Opdat Tone zich zijn gebrek aan goede manieren zal herinneren, beval de rech ter: „Ik verlang, dat u de cheques per soonlijk tekent niet iAv publiciteits agent en dat u ze persoonlijk aan de rechtbank adresseert", Miss Muir had Tone ervan beschul digd, dat hij haar in Ciro's nachtclub had bespuwd, geschopt en haar haast had doen stikken door haar bij heur hals snoer vast te grijpen. Tegenover de rechter verklaarde Tone: „Eén van de beschuldigingen in de aan- (Van onze redacteur) Wie in de laatste halve eeuw de ontwikkeling van de maatschappelijke positie der vrouw met aandacht heeft gevolgd, kon begrijpen, dat eenmaal een congres als dat, welk gisteren in 's-Hertagenbosch werd gehouden, als noodzakelijke behoefte zou worden gevoeld. Die ontwikkeling heeft op menig gebied aanvankelijk het karakter van een strijd gehad. Voet voor voer hebben de vrouwen het terrein moeten veroveren, dat tot dusver het uitsluitende domein van de mannen was geweest. Is de strijd op sommige gebieden at uit gestreden, op andere men denke b.v. aan het huwcHjksgoederenrecht is dit zeker nog lang niet het geval. Maar intus sen is men er zich gaandeweg rekenschap van gaan geven, dat de intrede van de vrouw in het bedrijfsleven problemen liceft geschapen, waarbtj van een strtjd tussen de seksen geen «prake kon zijn, maar eerder van een bescherming van de vrouw en van de maatschappij tegen de ongewenste gevolgen van deze nieuwig heid. De vrouw in het bedrijf was het on derwerp van een congres, dat gisteren in het Casino in Den Bosch werd gehouden door de Ned. Vereniging van Maatschap pelijk Werk tezamen met de Nederlandse Vereniging voor Bedrijfspsychologie. Onder de vele aanwezigen bevonden zich tal van autoriteiten o.m. de com missaris der Koningin in Noord-Brabant, prof. dr J. E. de Quay en de burgemeester van 's Bosch, mr H. J. M. Loeff als mede vele vertegenwoordigers van maat schappelijke organisaties. Een bijzonder cachet kreeg dit congres door de aanwe zigheid van Hare Majesteit Koningin Advertentie mm». Franchot Tone, berouwvolle zondaar In de auia van de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam is gisteren het zeventig-jarig bestaan van de Vereni ging tegen de Kwakzalverij gevierd met een openbare vergadering waarin prof. R. Hornstra, dr P. A. F. van der Spek. prof. dr E. H. Vogelenzang en mr M. D. van Lier korte voordrachten hielden over de kwakzalverij. Prof. Hornstra merkje op, dat velen een onderscheid maken tussen d*_ „goede" en de „slechte" kwakzalver Hij zocht de oplossing hiervoor in het feit. dai er toch nog altijd een behoefte bestaat aan het „wonder van de geneeskunde". Hij sprak de vrees uit dat de propaganda van de strijd tegen de kwakzalverij evenals de propaganda tegen drankmisbruik - niet meer „aanslaat" De strijd zaj voor al op verstandelijk terrein moe-en wor den gestreden. De mfdlc: falen soms doordat zij niet altijd dc huisarts in de volste zin van het woord zUn- Dr Van der Spek wilde zich. naar hjj zeide, stellen In de geestesgesteldheid van de nlet-medieus. Ook hij meende, dat niet alle artsen voldoende aandacht schenken aan de geestelijke gesteldheid van de patiënten. De vrij® uitoefening van de geneeskunst is onderwerp van ernstig staatsonderzoek geweest Waar borgen van vakbekwaamheid het arts diploma. zjjn vereist. De persoonlijke verhouding tussen patiënt en kwakzalver is vrijwel altijd goed zo betoogde de heer Van der Spek En daarin ligt de aantrekkelijkheid, Juliana tijdens de middagvergadering. De discussie over de prat-adviezen, die voor dit congres waren ui-gebracht en waaraan wij in dit blad reeds aandacht geschonken hebben werd ingeleid door prof. dr W. Banning. Als algemene ach tergrond van alle huidige arbeidsproble men ook die van de werkende vrouw en het fabrieksmeisje, moet worder, gesteld het moderne industrialisme, aldus prof. Banning, De ingrijpende gevolgen en invloeden van dit nieuwe verschijnsel in de wereld geschiedenis scheppen een aan-al uiterst belangrijke problemen van sociale en geestelijke aard, die om samenwerking van bedrijfsleven, vakorganisaties, over heid en levensbeschouwelijke groepen vragen. De kernvraag ten deze is, hoe met volledige aanvaarding van het indus trialisme, de mens als compleetheid, als mogelijkheid tot persoonlijk verantwoor delijk leven zijn kansen krijgt. Tegen deze algemene achtergrond moet vooral de problematiek van het fabrieksmeisje worden gezien: dit meisje werkt tijdelijk in de industrie, haar innerlijke belevingswereld staat echter in zeer verwijderd verband met haar arbeid, haar bestemming ligt in het gezin. Voor de toekomst van ons volk is hst van enorme betekenis, hoe de hier lig gende spanningen en conflicten worden opgelost. Fatalisme in dit opzicht is de grootste zonde, die men kan begaan. Wettelijke verplichting In de hierop volgende discussie kwam als algemene tendens naar voren de op vatting door mej. Berden neergelegd, in haar prae-advies oveT de practische maat regelen, in het belang van het fabrieks meisje te nemen, dat allereerst aan 14-ja- rlge, vervolgens aan 15-jar'ge meisjes fa brieksarbeid moet worden verboden. Wat betreft het voor-gezet dagonder wijs vier uur per week aan werkende meisjes tot 18 jaar, zoals reeds gegeven die de kwakzalver blijk- te hebben. De psychische invloeden bij ziekte zijn altijd groot. De psychische kracht van de kwak zalver is dan ook zijn sterkte. Zolang het vak van medicus een beschermd beroep is, zolang zullen er kwakzalvers zijn. zo meende spreker. Prof. Vogelenzang bepaalde zich tot „het aanprijzen van geneesmiddelen". Het gebruik van geneesmiddelen behoort uitslui-end bepaald te worden door de behoefte. En aangezien daté' behoefte alleen door de geneeskundigen bepaald kan en mag worden, is het stimuleren van het gebruik door anderen dan des kundigen in principe steeds af te wijzen. Maar de mens tracht altijd eerst zelf de stoornissen op -e heffen. Langzamerhand is dit, zelf-genezen voor de omvang der ontwikkeling van de medicijnen echter een gevaar geworden. Prof. Vogelenzang keerde zich in dit verband tegen het etaleren en adverteren van genees middelen. De laatste spreker, mr Van Lier be toogde. dat de wet van 1865 ter bescher ming van de volksgezondheid nog zo slecht niet is. Hij zeide dat oij de be- j strijding van de kwakzalverij vaak op j weerstand bij het openbaar ministerie wordt gestuit. De kwestie is dat de recht spraak niet hangt aan de letter, doch aan de practische toepassing van de wet Rechter en ambtenaar O.M. moeten gaan inzien, dat de kwakzalverei een ge vaar Is voor dc volksgezondheid en dat zij dienovereenkomstig moeten handelen bij berechting, opsporing en vervolging, zo concludeerde mr Van Lier tot s.ot. IN LUXE DOZEN VAN SO STUKS Gistermiddag om ongeveer twee uur arriveerde H. M. de Koningin aan de Casino-schouwburg. H. M. de Koningin was vergezeld van de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant, prof. dr J. E. de Quay, en de voorzitter van de organiserende vereniging, mr S. J. R. de Monchy. De middagvergadering werd ge presideerd door de voorzitter van de Nederlandse vereniging voor bedrijfspsychologie prof. dr J. Wa terink, die H. M. noemde „Leidster en Symbool van alle werkende vrouwen in Nederland". Tijdens 'n korte onderbreking werden ver scheidene genodigden aan haar voorgesteld. Tegen vijf uur verliet de Koningin Braban+'s hoofdstad, mede uitgeleide gedaan door de enkele honderden, die op het plein voor de schouwburg geduldig in de kou het vertrek hadden afgewacht. wordt in het kader van het Mater Amabi- lis- en Zonnebloemwerk, betwijfelde dr Stakenburg directeur van het „Nationaal Centrum Vorming Bedriifsjeugd" (het z.g. Zonnebloemwerk) het, of het wel juist is, zoals mej. Berden m haar prae-advies voorstond, om op dit pun- een algemene wettelijke verplichting vast te stellen. Dit ontwikkelingswerk voor de vrouwe lijke bedrijfsjeugd moet eerst van onderaf groeien. Pas als he- voldoende gerijpt is. moet men het wettelijk gaan vastleggen en sanctionneren. Mej. Berden beantwoordde deze objec tie met te wijzen op de concurrentie- moeilijkheden, waarin werkgevers, die geheel achter di- sociale werk staan, ko men, doordat andere ondernemers zich aan deze sociale verplichting onttrekken. Wie zal dat betalen Verschillende sprekers vonden het jam mer, dat aan het zestal prae-adviezen niet een zevende «as toegevoegd, waarin de economische zflde van he' vraagstuk en zUn oplossing zou zjjn belicht. Hoe moeten wjj de aanbevolen sociale en paedagoglsche maatregelen aan het bedrijfsleven verkopen, zo vroeg een der sprekers zich af. Hij wees er hierbij bij dat dergelijke maatregelen op verschi'lende wijzen economisch aantrekkelijk kunnen worden gemaakt. Een der economisch gunstige gevolgen ervoor is met name het vermin deren van he- verloop onder werkende meisjes dat thans veel hoger is dan bij mannen (in de levensmiddelenbranche bv. 80 pet.!) Ook over de positie en de problematiek van de ongehuwde oudere vrouw en de gehuwde vrouw in het bedrijfsleven wer den nog verschillende opmerkingen ge maakt. De voorzitter van de middagvergade ring deed In zijn slotwoord een appèl op alle verantwoordelijke instanties onder nemers en vakorganisaties, ouders en ker ken. overheid en onderwijs, om gezamen lijk bij te dragen tot de oplossing van de op dit congres aan de orde gestelde pro blematiek. Tevens verzocht hij de organi serende vereniging de besproken prae- adviezen en de voorgestelde oplossingen neder in »tu-die nemen. Voor een resolutie *oais door eon der sprekers was voorgesteld, vrnd hij de tijd nog niet rijp. AMSTERDAMSE GRAANMARKT Amsterdam, 15 December. Gedurende de afgelopen week had de markt voor buitenlandse granen een kalm verloop. De December-verdeling Is practlsch ge ruimd, zodat er een aanvullende verde ling verwacht mag worden. Voor vi'U» buitenlandse granen bestond slechts ge ringe kooplust en werden verschillende artikelen lager aangeboden. Op de ver laagde prijzen kwamen er meerdere za ken tot stand in haver. Paardebonen en Johannesbrood trokken zeer weinig be langstelling. Hoewel directe offertes voor Johannesbrood hoger waren, werd door t i flan|i aanmerkelijk lager gelaten. inlandse granen hadden een onregel matige markt. Haver 55/56 kg werd per directe levering geoffreerd voor 32.75. voor levering Januari 33.Februari 34.Maart 35.— en April 35.50. Voor rogge bleef de markt onveran derd. Inlandse rogge 1718 werd per directe levering aangeboden voor 36.25. Zomergerst noteerde 38. Want ze wilde eerst volkomen zekerheid hebben, dat men hem niet langer ver dacht en beschuldigde van de afschuwe lijke moorden, die in de laatste tijd ge pleegd waren. Maar de brigadier Ivetot, die een slimme en tevens goedige kerel was, ried haar geheim toch en haastte zich, om haar op dit punt volkomen ge rust te stellen. Hij deelde haar mede, dat het verhaal door Vallon gedaan over de dood van Richet, de politie tot de over tuiging gebracht had, dat hun vermoe den, opgekomen na de dood van Paul Jamart, de werkelijke waarheid was, na melijk, dat Trégat volkomen onschuldig was aan al die misdaden, die de kranten en de gemeente in haar babbel- en sensatiezucht hem hadden aangewreven. H\j vertelde haar zelfs, dat toen Trégat aan hst strand gevangen genomen was, ie nolftie het afdoend bewijs in handen had, dat hij niet de moordenaar van Paul 'ar>." kon zijn, en dat hij alleen gear- 1 was op aandringen van Vallon, ;e mier ede verklaard had, dat Trégat i aanslag op zijn leven had gepleegd d° deteriive die hem vanuit Parijs 'A3 gevolgd, had vermoord. Hij voegde er nog bij, dat haar eigen relaas van hst gebeurde wel spoed'g zou bevestigd worden, doordat hoogstwaar schijnlijk het lichaam van de ware moor denaar zou gevonden worden en dan als bewijs van Trégat's onschuld zou d.enen. Hij verzekerde haar dat deze zich nu zonder het nrnste gevaar in handen van da justitie kon overgeven en dat het van het g-oote belang was voor het gerechte lijk orde-zoek, dat hij dit zo spoedig mogelijk deed. Toen hij weg was, ging Solange naar boven en trok de enige zwarte japon aan, die ze bezat. Sedert Trégat haar in de mijn gevonden had, waren al haar gedach ten aan hem gewijd geweest, maar nu drong zich het verlies van haar vader met groter scherpte in zijn gehele omvang aan haar op. In de eenzaamheid van het grote huls Linonvaux «telde ze zich haar vader voor de geest, zoals hij in werke lijkheid geweeet was: een man van hard en onbuigzaam karakter, die zijn dochter echter lief had op zijn eigenaardige, bruuske manier. Solange liep naar zijn ledige slaapkamer en gaf daar de vrije loop aan haar tranen. En na eens flink uitgehuild te hebben, knielde ze neer en bad voor de rust zijner ziel. In die ogen blikken dacht ze aan niets dan aan het goede van haar vaders karakter en bracht zich ieder vriendelijk woord te binnen, dat hij ooit tot haar gesproken had; al het andere bestond niet meer voor haar; evenals een zonnewijzer telde ze alleen de lichte uren. Met nog steeds gevouwen handen stond ze eindelijk op. Ze ging naar het venster en trok de gordijnen open, om het zon licht binnen te laten. Toen sloeg ze een laatste blik op het ledige bed. sloot zachtjes de deur en ging naar haar eigen kamer. Daar keerden haar gedachten weer tot de dingen van het dagelijkse leven terug. Ze liet de tuinman, die tevens als huis knecht en chauffeur dienst deed, bij zich komen en beval hem, voor te rijden en haar naar het station te brengen. Ze was van plan de trein naar Lafihan te nemen en Trégat het resultaat van haar onderhoud met de politie te gaan vertellen. Het was nu drie uur en als ze de trein van 3.45 niet haalde, zou ze die zelfde avond niet meer terug kunnen. Nog eer de wagen voorkwam, hoorde ze echter het geluid van wielen over de oprijlaan en werd er luid aan de voor deur gebeld. Ze liep vlug de gang In en ving de oude huisknecht, die naar de deur ging om open te doen, nog net op. Ik ben voor niemand thuis. Jacques. zei ze haastig Zeg maar dat ik uit ben. I Ze sloop vlug de voorkamer bmnen en hoorde door de halfopenstaande deur dat de oude man in druk gesprek geraakte met iemand, die er op aandrong te wor den binnengelaten. Op hetzelfde ogenblik kwam haar auto voor om haar naar het station te brengen en ze begreep, dat ze haar voorwendsel nu moeilijk meer kon volhouden. stem tot de oude man zeggen. Ik zal dan wel wachten, tot juffrouw Margau uitgaat. Ik moet haar spreken. Wees u nu zo vriendelijk, even mijn kaartje af te geven. Even later kwam de huisknecht schou derophalend binnen en reikte haar het kaartje over. Ik kon het niet helpen, juffrouw, zei hij verontschuldigend. Maar toen de auto voorkwam Ja, dat begrijp ik.... Laat maar even zien. Het was een kaartje van Simone Cantri. Ze kwam binnen met hoogrood gelaat en fonkelende ogen. U hebt een heel trouwe huisknecht, zei ze droogjes en scherp. Maar toen ze het bleke gelaat van So lange zag, dat nog duidelijk de sporen droeg van al de geleden ellende, en het rouwkleed, dat ze aan had, begreep ze terstond, dat het hier niet de plaats was, om zulke bittere woorden te zeggen. Ze kwam met uitgestoken handen naar haar toe, greep de koude vingers van Solange, boog zich haar haar toe en gaf haar een kus op de wang. Neem me niet kwalijk, zei ze teder. Ik wil je niet hinderen in je verdriet. Maar ik hoorde, nu juist een uur gele den, dat je teruggekeerd was. Ik wilde je natuurlijk graag terugzien. Zou je heel erg verdrietig geweest zijn, als ik niet was teruggekomen? vroeg Solange zachtjes. Ja, ik zou er besluit heal veel ver driet over gehad hebben, antwoordde Simone oprecht. De gedachte, dat je dood zoudt zijn, heeft me de laatste da gen heel erg gekweld. Ik ben geen goed mens, Solange, maar PU Eric veilig en uit ons beider leven verdwenen is, ben ik gaan voelen, dat ik jou en hem een groot onrecht heib aangedaan. Icdare nacht heb ik in mijn droom jou vóór me gezien en je gelaat was lijkbleek en je lichaam verwond en gekneusd. En al deze tijd zag ik hem naast je en zijn ogen keken me zo aan, dat ik het mijn hele leven niet meer vergeten kan, Ik wil niet beweren, Solange, dat ik van je houd. Jouw geluk heeft me nooit veel kunnen schelen. Maar ik kan de gedach te niet verdragen, dat hij in zoveel ellen de door zijn leven moet gaan. Ik heb mijn best gedaan, hem voor mij te winnen en van jou af te nemen. Dat is me mislukt. Hij zal nooit iet# om me geven. Ik had dan ook al het besluit gemaakt, ofschoon ik dacht dat jij dood was, dat ik hem tcch nooit meer in mijn leven zou willen ont moeten. Mannen als Eric hebben maar eens in hun leven iemand lief en hij zou jou alleen hebben liefgehad, ook al was je gestorven. Door jouw terugkomst is mijn besluit eerder versterkt, dan ver zwakt. Ik wist zelf niet, dat ik zo was... maar in mijn hart heb ik medelijden met je, ik schijn in jullie leven te zijn geko men, deels om je te helpen, deels om je kwaad te doen. Ik ben tenslotte toch maar een vrouw; niets meer. Ik had veel beter, maar ook veel slechter kunnen zijn. Ik wil het kwaad, dat ik gesticht heb, niet vergoelijken. Morgen verlang ik er misschien naar, het goede, dat ik deed, ongedaan te maken. Misschien is mijn gewetenswroeging van dit ogenblik van heel voorbijgaande aard. Maar vandaag ben ik in elk geval bij je gekomen, om je je geliefde terug te geven. Je moet hem opsporen, wat het ook kosten mag. Ik heb geld er voor meegebracht Ze haalde een dik pak bankpapieT te voorschijn en wilde het aan Solange ge ven. Wat wil je daarmee? vroeg Solange verwonderd. Er werd geklopt en de oude huis knecht kwam binnen. U hebt nog maar net de tijd om de trein te halen, juffrouw, zei hij. O, dat hindert minder, antwoordde zij. Ik doe de hele reis wel met de wa gen. De knecht verliet het vertrek. Wat wil je daarmee. Simone? her haalde ze heftig. Ik wil daarmee zeggen, antwoordde i Simone langzaam, dat ik je van je ds- I lofte ontsla en dat je met Eric Fregat i kunt trouwen, zodra je hem gevonden 1 hebt. I Solange staarde de spreekster verbaasd aan. Toen liep ze langzaam op haar toe, sloeg de armen om haar hals, verborg het hoofd tegen haar schouder en barst- i te in snikken uit. Simone trok de wenk- I brauwen samen en maakte zich zachtjes van haar los. Dwaas kind! zei ze. Wat moet je nu huilen? Kijk eens naar .mij. Ik heb geen traan in mijn ogen en tochgeloof ik, dat mijn hart kapot is. Ze wendde zich om en ging naar de deur. Maar ze liet de deurknop los en kwam terug met de banknoten in de uit gestoken hand. Solange schudde het i hoofd. Ik heb ze niet nodig, zei ze met i bevende stem. Eric is nog in het land. Zodra hij het bericht van mijn vermissing las, is hij teruggekomen, om me te zoeken. Hij heeft dat afschuwelijke monster ge dood en mij gered. Hij is maar een paar kilometer hier vandaan. Ik weet van de politie, dat hij volkomen buiten verden king is. Eric hier? rieo Simone uit. Dus. dan heb je me bedrogen-je hebt neen!, dat meen ik niet.... ik ben blij, dat hij hier is. Ik ga vanavond nog uit Gartuche weg. Nu Vallon dood is, heeft vadnir geen enkele reden meer. hier nog langer te blijven. We kunnen mét de nachttrein nog weg.... Is Eric hier. Vertel me dan tenminste allesdaarop heb ik dan toch wel recht I Ik ben je al mijn geluk verschut digd. zei Solange Simone's hand aan b lippen drukkend. Mag ik je naar Garlucne brengen met de auto. Ik moet voor ker in Lafihan zijn. Simone keek naar de klok. Neen, dat zal niet gaan. als Je over Gartuche rijdt zei ze, maar Eric nog je mee naar Lafihan. ï15 zTte weej j.* voor het laatst wU1®"z££' is, maar' wij, het heel )}waas nmaal niet wijzer 1 ïrhebtnv^ingéruk1e wachteli Solange! L Je moét natuurlijk meegaan, zei Solange Hij zal het zeker prettig vinden, als Ie meekomt. Je bent een goede vrien din voor hem geweest. Och. Simone, alil' Laten we nu maar gaan, zei Simone schor naar de deur gaande. We hebben maar'net tijd om naar Lafihan te komen,... 00e het donker is, Solange volgde haar en ze stapten in de gereedstaande auto. Simone zond het wagentje, dat ze in het Wapen van Trégat gehuurd had, terug naar Gartuche en gaf de chauffeur de boodschap mee voor haar vader, dat ze niet voor laat in de avond terug zou komen en misschien wel bij juffrouw Margau bleef overnachten. Terwijl de auto de weg naar Lafihan i op stoof, vertelde Solange aan Simone alles, wat er in de laatste dagen gebeurd was. Ze sprak op gedempte toon. om de i chauffeur -niets te laten horen. Gedachtig aan Trégat's waarschuwing, vertelde ze de geschiedenis Van Vallon slechts ln zeer korte trekken. Simone 3telde vooral veel belang in de gevonden schat en vertelde, hoe haar vader als tussenpersoon gediend had, om hem te gelde te maken en hoe hij, alleen aan commissieloon, een fortuin verdiend had. Toen Solange ophield met vertellen, haalde Simone van onder haar japon de halve gouden penning te voorschijn, die ze aan een gouden kettinkje om haar hals droeg. Dit moet je van me aannemen, tel M. bet kettinkje losmakend, dat ie hert enige wat Eric me ooit gegeven heeft. Ik heb er geen recht op. Ik kan alleen maar hopen, dat als de twee helften in het bezit komen van een en dezelfde persoon er een einde zal komen aan de ellende,' door de schat tot nu toe teweeg gebracht. Sclange nam de penning aan. Haar ogen stonden vol tranen en ze nam de hand van Simone met hartelijke vertrouwelijk heid in de hare. Deze had haar gelaat afgewend en scheen geheel verdiept in de beschouwing van het landschap. Eenmaal in Lafihan aangekomen, lieten ze de auto doorrijden tot aan de noord zijde van de zeewering en Solange gaf haar chauffeur last, in „de Roode Leeuw" te wachten en haar over een uur terug te komen halen. Daarna gingen ze samen het strand op. Het liep tegen zes uur en de vloed kwam op. De zon was bijna tot aan de horizon gezonken en een grote wolken bank gloeide rood en goud boven de zee. Op dit punt van de kust rezen de rotsen, vlak achter het smalle strand, bijna lood recht omhoog. Het lopen op het strand was vrij gemakkelijk, maar Solange was nog zo afgemat, dat Simone haar meer malen moest steunen, anders was ze zeker gevallen. Toen ze een vooruitstekend rotsblok waren omgelopen, kwamen ze aan de schuilplaats van Trégat. Van de plek, waar ze stonden, zou niemand vermoed hebben, dat achter die hoop rotsblokken en leisteen de ingang gelegen was van een geweldig doolhof van gangen en holen. Zelfs als men dichterbij kwam, leek het niet anders, dan een klein hol, dat door het geweld der golven langzamerhand was uitgevreten. Geen wonder, dat nie mand ooit de gangen ontdekt had, die achter in het hol begonnen. Solange ging met haar gezellin naar het hol en op twintig meter afstand gekomen, riep ze driemaal zo luid mogelijk Erie bij zijn naam. Het kwam er nu niet meer op aan, of iemand 'haar soms hoorde. Er kwam geen antwoord en ze hoorden niets, als het klotsen van de golven tegen een paar rotsblokken, die in zee vooruit staken, en de klagelijke kreten van zee meeuwen die hoog boven haar hoofd in brede kringen rondzweefden. HO zal slapen, zei ze zachtjes. HU is natuurlijk doodop. Ik zal hem even gaan wakker maken. Solange ging het hol binnen en keek de opening in de achterwand naar bin nen. Ze zag niets. Het hol was leeg. Ze riep Simone en deze kwam bU haar. HU is er niet, zei Solange. Waar heen zou hU gegaan zUn? Wacht, mis schien is hü nog dieper naar binnen ge gaan, omdat het daar donkerder is, om te slapen en droger ook; hier zijn de stenen nog nat van het water. Gevolgd door Simone drong ze verder naar binnen. Het was erg koud en don ker. Ze vond het heel waarschijnlijk, dat iemand daar zou kunnen gaan slapen. Ik denk, dat hjj ergens anders ls n liggen, zei ze. Je moest eens nk hard roepen. Solange riep nogmaals. Haar stem weergalmde door het hol, maar niemand gaf haar antwoord, Ze begon ongerust te worden, al trachtte ze ook zichUulf ge rust te stellen met de gedachte, dat er meer nodig was, om iemand, die zó uit geput was, wakker te schreeuwen dan een zwakke meisjesstem. Opeens hoorden ze beiden heel in de verte flauw het geluid van voetstappen. Vol blUde verwachting keken beiden in de richting vanwaar het geluid kwam. Erie! riep Solange, en er kwam ant woord terug. Erie! riep ze weer. Nieuws goed nieuws! HU riep terug en een minuut later klom hU over een kiezelbank heen en kwam naar haar toe. ZUn gezicht was doodsbleek en zelfs het vernemen van hare blUde tijdingen bracht geen glim lach op zijn gelaat, maar h(j staarde in de verte als iemand, die aan iets anders denkt, dan wat h« hoort. Laten we naar Lafihan wandelen en daar de trein nemen, stelde hU voor. Mijn auto staat te wachten, zei So lange, maar als je lieverZe werd onderbroken door een gil van Simone. Erie, je handenJe handen! HU stak ze haastig in zijn zak. Ik heb ze erg geschaafd, zei hU, en het bloeden wil maar niet ophouden. Toen liep hU haastig vooruit en mom pelde iets over een trein. De beide vrou wen volgden hem en geen van beiden sloeg acht op een scherpe rotspunt, die dicht bU de monding van het hol uit het zand te voorschUn stak. Hadden ze dat wel gedaan, dan zouden ze gezien hebben, dat een der kanten er van vol bloed zat. Eerst twee jaar later vertelde Eric zUn vrouw de volle waarheid. Ze zaten op een gvond by elkaar aan de haard in de eet kamer van het kasteel Trégat en daar vertelde hU haar de gehele geschiedenis van Landes, zoals hU die uit diens eigen mond vernomen had. en toen ben ik ingeslapen. Ik dacht, dat hij ook zou gaan rusten. Maar hU schUnt de waarheid omtrent Simone vermoed te hebben en heeft denkelijk willen wegvluchten, om haar de schande te besparen, voor de vrouw van een moordenaar te worden aangezien. Toen ik wakker werd, zag lk hem vóór het hol op de rotsen liggen. HU had vermoedelijk tegen de klippen willen opklimmen, maar was blijkbaar uitgegleden en omlaag ge stort. Hij was met zijn hoofd op een puntig rotsblok terechtgekomen. Ik heb hem door de gangen teruggebracht naar de poel. En daar hebben ze hem later ge vonden. „Goddank, dat Simone dat nooit ge weten heeft!" zei Solange zachtjes. HU huiverde en zich voorover buigend, strekte hU zfln handen naar het vuur uit. In het licht der vlammen schenen ze hem rood, als bloed te rijn- EINDE- W'n Cf, ta-5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1951 | | pagina 4