Problemen rond de vrouw in
liet bedrijf
Appèl op alle verantwoordelijke
instanties
Zeventig jaar strijd tegen de
kwakzalverij
J
iPil
Ons
ROMANBIJVOECiS
Om Eric's liefde
BÖNHOFF NOORDUYN
t;
^nTrmAC
CORK
v
Harris Burl and
fn
O.K PLAIN
J
S3
ZATERDAG 15 DECEMBER 1951
PAGINA 4
De katholiek en de film Herderlijk schrijven van de
Duitse bisschoppen Opvoeding tot een juiste critische
houding Publiek krijgt de films, die het verdient
Mevr. Ava Sinatra-Gardner is haar juwelen kwijt
Tekort aan publiciteitsagenten Een berouwvolle
Franchot Tone Spaanse radiopriester als filmacteur
V oor uitzichten der Engelse filmindustrie zijn beter.
Voor gezonde regelmaat
Wijnkoper ij Anno 1871
Achter de Teerstoof - Schiedam - Tel. 66039
.J
Üfl
„MEDICI MOETEN MEER
HUISARTS ZIJN"
„en 'n doos..
„Leidster en
symbool"
Appèl
door
Uitstekend, hoorde ze een besliste
m4Tmeegran
K
k.
De Duitse bisschoppen hebben een
g -.eenschappelijk herderlijk schrijven
i "jvaardigd over de houding, die de
D.l'se katholieken dienen aan te 11e-
ir i tegenover het probleem van de
fi'm.
De bisschoppen beroepen zich in hun
schrijven op de encycliek „Vigilanti j
Cura", waarvan zij eerst de principes
uiteenzetten.
Vervolgens stellen zij vast. dat de
film in de rangorde van middelen tot
verspreiding van cultuur en het geven
van ontspanning op de eerste plaats
staat.
Van de zijde der Kerk wordt tegen de
film als zodanig geen enkel bezwaar ge
maakt. Integendeel, Zij erkent de grote
mogelijkheden, die er in schuilen en Ze
is de producenten, die moreel verant
woorde en artistieke films maken, zelfs
dankbaar. De Duitse bisschoppen, die
verklaren de grootste bewondering te
hebben voor de goede cinematografische
kunstwerken, menen dit nog eens uit
drukkelijk te moeten vaststellen, omdat
van bepaalde zijden telkens weer wordt
geïnsinueerd, dat de Kerk tegen de film
zou zijn. I
Wel echter is ze lijnrecht gekant tegen
glms, welker inhoud indruist tegen de
natuurlijke moraal en tegen de principes
van het christelijke geweten. En het is
op grond van het morele probleem, dat
de bisschoppen het recht opeisen, indien
nodig, handelend op te treden.
Wanneer een film de morele opvattin
gen van de toeschouwer beledigt, is een
beroep op de artistieke kwaliteiten van
de film waardeloos. Het motief, dat een
film de realiteit zou weergeven, gaat hier
niet op, aangezien dit „realisme" slechts
een door de maker kunstmatig in het
leven geroepen en vaak irreële wereld
weergeeft.
Toch zijn er nog steeds filmmaatschap
pijen, die zich over de houding van de
kerkelijke autoriteiten verwonderen en
er zelfs een onrechtmatige inmenging in
haar aangelegenheid in zien. Qe Kerk
bemoeit zich evenwel niet met de vrij
heid en de onafhankelijkheid van de
filmproducenten. Haar doèl is slechts te
bewerken, dat de filmproducenten de
Goddelijke orde in het oog houden en
tevens de gelovigen tegen de invloed van
slechte films te beschermen en ze tot een
juiste, critische houding op te voeden.
De herderlijke brief gaat dan uitvoerig
in op de plichten van de filmproducenten,
waarbij onomwonden wordt vastgesteld,
dat het de taak van de bisschoppen is, op
de film het stempel van de christelijke
geest te drukken.
Vervolgens wordt een beschouwing ge
wijd aan de morele verantwoordelijk-
Ue'd van de bioscoopexploitanten, waar
bij zowel ten aanzien van dezen als van
ce filmproducenten dc vraag wordt ge
steld, of het noodzakelijk is, dat beide
categorieën haar toevlucht nemen tot
sen sensuele reclame, die een ware artis-
t eke prestatie onwaardig is.
Gewezen wordt voorts op de moeilijk
heden, waarin talrijke exploitanten van
bioscopen worden gebracht door het
systeem van de filmboekingen, dat hen
dwingt om naast goede ook slechte films
te vertonen.
Hierna richten de Duitse bisschoppen
tot de staatslieden de vermaning, dat zij
moeten beseffen, dat de wederopbouw
van de staat slechts mogelijk is op de
basis van een gezond gezinsleven. Zij
dienen er op toe te zien, dat de films-de
grondslagen van het huwelijk en de chris
telijke opvatting van de maatschappij
niet ondergraven. Films, waarin dit ge
beurt, mogen niet worden gesubsidieerd.
Het herderlijke schrijven, dat niet op
het probleem van de filmkeuring ingaat,
wijdt tenslotte een uitvoerige beschou
wing aan de houding, die het pubilek
tegenover het filmprobleem moet aan
Ava Gardner, wier juwelen in een
Londens hotel werden gestolen.
nemen, de stelling ponerend, dat het
publiek de films krijgt, die het verdient.
Het publiek wordt aangemaand zich,
alvorens een film te gaan zien, van de
morele waarde ervan op de hoogte te
stellen en zich ervan te onthouden naar
films te gaan, die ontoelaatbaar zijn ver
klaard, Bovendien wordt de nadruk ge
legd op de noodzakelijkheid, de jeugd tot
een juiste waardering van de film op te
voeden.
Tenslotte sporen de Duitse bisschop
pen de gelovigen aan, toe te treden tot
de organisatie, die ten doel heeft naar
het voorbeeld van het Amerikaanse
„Legion of Decency" de stem van de
katholieken tegenover de filmindustrie
te doen horen.
Frank Sinatra (De Stem) en zijn vrouw
Ava Gardner zitten op het o.^nblik in
Londen, waar ze een liefdadigheidsvoor
stelling hebben gegeven ten bate van de
Nationale Speelvelden Vereniging.
De eerste dag na hun aankomst werd
het hotel in Mayfair, waar zij logeren,
al van 's morgens vroeg af belegerd door
bewonderaars van De Stem, die zich in
het verenigingslievende Engeland hebben
verzameld in de bond Sinatraminnaars.
Maar het was al vijf uur in de middag,
eer de hal van het hotel zich plotseling
vulde. Een phalanx van publiciteitsagen
ten, die „Sorry, hij moet naar de repe
titie" riepen, worstelde zich door het
cordon bewonderaars heen. De Sinatra
minnaars gilden, schreeuwden en wor
stelden. Even was er een glimp te zien
van een bos rood haar en van een klei
ne, magere man, waarna het portier van
een Rolls-Royce dicht sloeg..
Schrille stemmen riepen „Toe, Frankie,
toe".
Maar De Stem reed weg en een toe
vallig passerend paartje vroeg, wat er
aan de hand was. Iemand riep: „Daar
gaan Frank Sinatra en Ava Gardner.
Zei de man: „Wie zijn dat"?
Dat was te erg en de Sinatraminnaars
dropen mopperend af.
Maar het zou nog erger worden. Nog
geen 24 uur later deed Frank Sinatra,
bijgestaan door een gouden buitenmodel
aansteker, hardnekkige en tenslotte suc
cesvolle pogingen om de brand te steken
in zijn pijp, terwijl één van zijn zes pu
bliciteitsagenten, bijgestaan door op een
enveloppe gekrabbelde aantekeningen, de
toegestroomde journalisten vertelde, dat
mevrouw Sinatra, Ava Gardner, haar
juwelen kwijt was. Daaronder bevindt
zich een diamanten halssnoer van 20.000
gulden, dat echter, aldus de publiciteits-
man, nog veel meer waard is als gedach
tenis. want het is een Kerstcadeautje
van Frankie aan Ava.
De weg van alle gestolen juwelen zijn
verder gegaan een platina ring met saf
fieren en een paar manchetknopen, die
niet meer waard zijn dan hun handels-
prijs: ongeveer 15.500.
Alle zes de publiciteitsagenten zijn
diep verontwaardigd over de manier,
waarop mensen, die écht juwelen stelen,
zich hebben meester gemaakt van de
verdwenen-juwelen-scène, waarvan pu
bliciteitsagenten tot nog toe het alleen
vertoningsrecht hadden.
Inmiddels had de directie van het
hotel een bespreking met een publici
teitsagent. In haar kamer had Ava
Gardner een onderhoud met \e hotel
detective, die werd binnengeleid door
een publiciteitsagent.
Vóór de hoofdingang van het hotel
werden nieuwsgierige Sinatraminnaars
door portiers in bedwang gehouden, aan
gezien er voor dit doel een tekort aan
publiciteitsagenten bleek te bestaan.
Publiciteitsagent no. 1 hoefde nauwe
lijks van zijn aantekeningen gebruik te
maken om de diefstal te beschrijven. In
de nacht van Zondag op Maandag j 1.,
kort voor elf uur. kwam mevrouw Sinatra
tot de ontdekking, dat haar juwelenkistje
niet al te best meer sloot. Daarop miste
zij het halssnoer. Ava waarschuwde haar
man. Frankie stelde een onderzoek in
en nu laten we hem liever zelf aan het
woord: „Ik belde een kennis op en die
telefoneerde Scotland Yard. We wilden
absoluut zeker zijn, dat Ava het snoer
bij zich had gehad. Dus belde ik haar
zuster Beatrice in Los Angeles op en
vanmorgen (Maandag) telefoneerde ze
terug, dat er thuis niets te vinden wm."
De juwelen zijn gestolen of verloren,
maar: „We zijn er absoluut zeker van,
dat ze zijn gestolen", deelde publiciteits
agent no. 1 mede.
Thans bevindt zich de rest van Ava's
juwelen, behalve die ze draagt, veilig
in de brandkast, van het hotel. Een pu
bliciteitsagent deelde dit aan de pers
mede
Advertentie
Het ideale laxeermiddel
klacht is juist: Maar ik schopte noch ver
stikte haar",
S* t
De eerste burger der filmsterren, de
64-jarige Mr Fletcher Bowron, burge
meester van Los Angeles, is per vlieg
tuig in Londen aangekomen. Hij had
vreselijke haast, want in precies 80 uur
en 20 minuten wil hij Engeland ervan
overtuigen, dat Hollywood nog iets
anders betekent dan alleen maar films.
Sinds hij 21 dagen geleden naar Tokio
vertrok om de wereld met Hollywoods
meer serieuze zijde kennis te laten ma
ken, heeft hij geen ogenblik rust gekend.
Een half uur nadat hij zichzelf en zijn
bagage een valies en een actetas
in het Londense Ritz-Hotel had geïnstal
leerd, had burgemeester Bowron de
Amerikaanse ambassade aan de telefoon
om die een afspraak te laten maken met
de Lord Mayor van Londen. „Ik wil hem
en de wereld ervan overtuigen" aldus
mr Bowron, „dat Los Angeles niet alleen
een stad van filmhelden en schandaaltjes
ds, maar ook een groot industrieel een»
trum en een havenstad, waar petroleum,
staal en rubber worden geproduceerd.
De 44-jarige pater Venancio Marcos,
bij millioenen bekend als Spanje's radio
priester, heeft gisteravond op het witte
doek in Madrid zijn debuut gemaakt als
filmacteur in de nieuwe Spaanse film
„Cera del eielo". Meer dan duizend men
sen woonden in het Palacio de la Musica
de première van de film bij, waarin
pater Marcos de rol speelt van, de bis
schop van Teruel, wiens martelaarschap
tijdens de Spaanse burgeroorlog het on
derwerp van de film vormt.
In het lagerhuis heeft mr Peter Thor-
neycroft, de minister van handel, ge
weigerd het quotum Engelse films, dat
in de bioscopen moet worden vertoond,
van 30 tot 50 procent te verhogen.
„Er zijn aanwijzingen, dat de industrie
thans goed is gefundeerd en dat zij be
tere vooruitzichten heeft dan in lang
het geval is geweest", verklaarde hij.
Een berouwvolle Franchot Tone hoorde
zich Dinsdag j.l. door de rechtbank van
Beverly Hills in Californië veroordelen
tot 45 dagen hechtenis en een boete van
1500,wregens mishandeling van de
journaliste Miss Florabel Muir, een geval,
waarvan wij enige tijd geleden melding
maakten.
Intussen zal Hollywood het (nog) niet
zonder Franchot Tone hoeven te stellen,
want de rechter legde de gevangenisstraf
voorwaardelijk op met een proeftijd van
een jaar. De boete zal in termijnen mo
gen worden betaald en wel 750 direct
en de rest in vier maanden.
Opdat Tone zich zijn gebrek aan goede
manieren zal herinneren, beval de rech
ter: „Ik verlang, dat u de cheques per
soonlijk tekent niet iAv publiciteits
agent en dat u ze persoonlijk aan de
rechtbank adresseert",
Miss Muir had Tone ervan beschul
digd, dat hij haar in Ciro's nachtclub had
bespuwd, geschopt en haar haast had
doen stikken door haar bij heur hals
snoer vast te grijpen.
Tegenover de rechter verklaarde Tone:
„Eén van de beschuldigingen in de aan-
(Van onze redacteur)
Wie in de laatste halve eeuw de ontwikkeling van de maatschappelijke
positie der vrouw met aandacht heeft gevolgd, kon begrijpen, dat eenmaal
een congres als dat, welk gisteren in 's-Hertagenbosch werd gehouden, als
noodzakelijke behoefte zou worden gevoeld.
Die ontwikkeling heeft op menig gebied aanvankelijk het karakter van
een strijd gehad. Voet voor voer hebben de vrouwen het terrein moeten
veroveren, dat tot dusver het uitsluitende domein van de mannen was
geweest.
Is de strijd op sommige gebieden at uit
gestreden, op andere men denke b.v.
aan het huwcHjksgoederenrecht is dit
zeker nog lang niet het geval. Maar intus
sen is men er zich gaandeweg rekenschap
van gaan geven, dat de intrede van de
vrouw in het bedrijfsleven problemen
liceft geschapen, waarbtj van een strtjd
tussen de seksen geen «prake kon zijn,
maar eerder van een bescherming van de
vrouw en van de maatschappij tegen de
ongewenste gevolgen van deze nieuwig
heid.
De vrouw in het bedrijf was het on
derwerp van een congres, dat gisteren in
het Casino in Den Bosch werd gehouden
door de Ned. Vereniging van Maatschap
pelijk Werk tezamen met de Nederlandse
Vereniging voor Bedrijfspsychologie.
Onder de vele aanwezigen bevonden
zich tal van autoriteiten o.m. de com
missaris der Koningin in Noord-Brabant,
prof. dr J. E. de Quay en de burgemeester
van 's Bosch, mr H. J. M. Loeff als
mede vele vertegenwoordigers van maat
schappelijke organisaties. Een bijzonder
cachet kreeg dit congres door de aanwe
zigheid van Hare Majesteit Koningin
Advertentie
mm».
Franchot Tone, berouwvolle zondaar
In de auia van de gemeentelijke
Universiteit te Amsterdam is gisteren het
zeventig-jarig bestaan van de Vereni
ging tegen de Kwakzalverij gevierd met
een openbare vergadering waarin prof.
R. Hornstra, dr P. A. F. van der Spek.
prof. dr E. H. Vogelenzang en mr M.
D. van Lier korte voordrachten hielden
over de kwakzalverij.
Prof. Hornstra merkje op, dat velen een
onderscheid maken tussen d*_ „goede" en
de „slechte" kwakzalver Hij zocht de
oplossing hiervoor in het feit. dai er toch
nog altijd een behoefte bestaat aan het
„wonder van de geneeskunde". Hij sprak
de vrees uit dat de propaganda van de
strijd tegen de kwakzalverij evenals
de propaganda tegen drankmisbruik -
niet meer „aanslaat" De strijd zaj voor
al op verstandelijk terrein moe-en wor
den gestreden. De mfdlc: falen soms
doordat zij niet altijd dc huisarts in de
volste zin van het woord zUn-
Dr Van der Spek wilde zich. naar hjj
zeide, stellen In de geestesgesteldheid van
de nlet-medieus. Ook hij meende, dat
niet alle artsen voldoende aandacht
schenken aan de geestelijke gesteldheid
van de patiënten. De vrij® uitoefening
van de geneeskunst is onderwerp van
ernstig staatsonderzoek geweest Waar
borgen van vakbekwaamheid het arts
diploma. zjjn vereist.
De persoonlijke verhouding tussen
patiënt en kwakzalver is vrijwel altijd
goed zo betoogde de heer Van der
Spek En daarin ligt de aantrekkelijkheid,
Juliana tijdens de middagvergadering.
De discussie over de prat-adviezen, die
voor dit congres waren ui-gebracht en
waaraan wij in dit blad reeds aandacht
geschonken hebben werd ingeleid door
prof. dr W. Banning. Als algemene ach
tergrond van alle huidige arbeidsproble
men ook die van de werkende vrouw en
het fabrieksmeisje, moet worder, gesteld
het moderne industrialisme, aldus prof.
Banning,
De ingrijpende gevolgen en invloeden
van dit nieuwe verschijnsel in de wereld
geschiedenis scheppen een aan-al uiterst
belangrijke problemen van sociale en
geestelijke aard, die om samenwerking
van bedrijfsleven, vakorganisaties, over
heid en levensbeschouwelijke groepen
vragen. De kernvraag ten deze is, hoe
met volledige aanvaarding van het indus
trialisme, de mens als compleetheid, als
mogelijkheid tot persoonlijk verantwoor
delijk leven zijn kansen krijgt.
Tegen deze algemene achtergrond
moet vooral de problematiek van
het fabrieksmeisje worden gezien: dit
meisje werkt tijdelijk in de industrie,
haar innerlijke belevingswereld staat
echter in zeer verwijderd verband met
haar arbeid, haar bestemming ligt in
het gezin.
Voor de toekomst van ons volk is hst
van enorme betekenis, hoe de hier lig
gende spanningen en conflicten worden
opgelost.
Fatalisme in dit opzicht is de grootste
zonde, die men kan begaan.
Wettelijke verplichting
In de hierop volgende discussie kwam
als algemene tendens naar voren de op
vatting door mej. Berden neergelegd, in
haar prae-advies oveT de practische maat
regelen, in het belang van het fabrieks
meisje te nemen, dat allereerst aan 14-ja-
rlge, vervolgens aan 15-jar'ge meisjes fa
brieksarbeid moet worden verboden.
Wat betreft het voor-gezet dagonder
wijs vier uur per week aan werkende
meisjes tot 18 jaar, zoals reeds gegeven
die de kwakzalver blijk- te hebben. De
psychische invloeden bij ziekte zijn altijd
groot. De psychische kracht van de kwak
zalver is dan ook zijn sterkte. Zolang het
vak van medicus een beschermd beroep
is, zolang zullen er kwakzalvers zijn. zo
meende spreker.
Prof. Vogelenzang bepaalde zich tot
„het aanprijzen van geneesmiddelen".
Het gebruik van geneesmiddelen behoort
uitslui-end bepaald te worden door de
behoefte. En aangezien daté' behoefte
alleen door de geneeskundigen bepaald
kan en mag worden, is het stimuleren
van het gebruik door anderen dan des
kundigen in principe steeds af te wijzen.
Maar de mens tracht altijd eerst zelf de
stoornissen op -e heffen. Langzamerhand
is dit, zelf-genezen voor de omvang der
ontwikkeling van de medicijnen echter
een gevaar geworden. Prof. Vogelenzang
keerde zich in dit verband tegen het
etaleren en adverteren van genees
middelen.
De laatste spreker, mr Van Lier be
toogde. dat de wet van 1865 ter bescher
ming van de volksgezondheid nog zo
slecht niet is. Hij zeide dat oij de be- j
strijding van de kwakzalverij vaak op j
weerstand bij het openbaar ministerie
wordt gestuit. De kwestie is dat de recht
spraak niet hangt aan de letter, doch
aan de practische toepassing van de wet
Rechter en ambtenaar O.M. moeten
gaan inzien, dat de kwakzalverei een ge
vaar Is voor dc volksgezondheid en dat
zij dienovereenkomstig moeten handelen
bij berechting, opsporing en vervolging,
zo concludeerde mr Van Lier tot s.ot.
IN LUXE DOZEN VAN SO STUKS
Gistermiddag om ongeveer twee
uur arriveerde H. M. de Koningin
aan de Casino-schouwburg. H. M.
de Koningin was vergezeld van de
Commissaris van de Koningin in
de provincie Noord-Brabant, prof.
dr J. E. de Quay, en de voorzitter
van de organiserende vereniging,
mr S. J. R. de Monchy.
De middagvergadering werd ge
presideerd door de voorzitter van
de Nederlandse vereniging voor
bedrijfspsychologie prof. dr J. Wa
terink, die H. M. noemde „Leidster
en Symbool van alle werkende
vrouwen in Nederland". Tijdens
'n korte onderbreking werden ver
scheidene genodigden aan haar
voorgesteld. Tegen vijf uur verliet
de Koningin Braban+'s hoofdstad,
mede uitgeleide gedaan door de
enkele honderden, die op het plein
voor de schouwburg geduldig in de
kou het vertrek hadden afgewacht.
wordt in het kader van het Mater Amabi-
lis- en Zonnebloemwerk, betwijfelde dr
Stakenburg directeur van het „Nationaal
Centrum Vorming Bedriifsjeugd" (het
z.g. Zonnebloemwerk) het, of het wel juist
is, zoals mej. Berden m haar prae-advies
voorstond, om op dit pun- een algemene
wettelijke verplichting vast te stellen.
Dit ontwikkelingswerk voor de vrouwe
lijke bedrijfsjeugd moet eerst van onderaf
groeien. Pas als he- voldoende gerijpt is.
moet men het wettelijk gaan vastleggen
en sanctionneren.
Mej. Berden beantwoordde deze objec
tie met te wijzen op de concurrentie-
moeilijkheden, waarin werkgevers, die
geheel achter di- sociale werk staan, ko
men, doordat andere ondernemers zich
aan deze sociale verplichting onttrekken.
Wie zal dat betalen
Verschillende sprekers vonden het jam
mer, dat aan het zestal prae-adviezen niet
een zevende «as toegevoegd, waarin de
economische zflde van he' vraagstuk en
zUn oplossing zou zjjn belicht.
Hoe moeten wjj de aanbevolen sociale
en paedagoglsche maatregelen aan het
bedrijfsleven verkopen, zo vroeg een der
sprekers zich af.
Hij wees er hierbij bij dat dergelijke
maatregelen op verschi'lende wijzen
economisch aantrekkelijk kunnen worden
gemaakt. Een der economisch gunstige
gevolgen ervoor is met name het vermin
deren van he- verloop onder werkende
meisjes dat thans veel hoger is dan bij
mannen (in de levensmiddelenbranche bv.
80 pet.!)
Ook over de positie en de problematiek
van de ongehuwde oudere vrouw en de
gehuwde vrouw in het bedrijfsleven wer
den nog verschillende opmerkingen ge
maakt.
De voorzitter van de middagvergade
ring deed In zijn slotwoord een appèl op
alle verantwoordelijke instanties onder
nemers en vakorganisaties, ouders en ker
ken. overheid en onderwijs, om gezamen
lijk bij te dragen tot de oplossing van de
op dit congres aan de orde gestelde pro
blematiek. Tevens verzocht hij de organi
serende vereniging de besproken prae-
adviezen en de voorgestelde oplossingen
neder in »tu-die nemen.
Voor een resolutie *oais door eon der
sprekers was voorgesteld, vrnd hij de tijd
nog niet rijp.
AMSTERDAMSE GRAANMARKT
Amsterdam, 15 December. Gedurende
de afgelopen week had de markt voor
buitenlandse granen een kalm verloop.
De December-verdeling Is practlsch ge
ruimd, zodat er een aanvullende verde
ling verwacht mag worden. Voor vi'U»
buitenlandse granen bestond slechts ge
ringe kooplust en werden verschillende
artikelen lager aangeboden. Op de ver
laagde prijzen kwamen er meerdere za
ken tot stand in haver. Paardebonen en
Johannesbrood trokken zeer weinig be
langstelling. Hoewel directe offertes voor
Johannesbrood hoger waren, werd door
t i flan|i aanmerkelijk lager gelaten.
inlandse granen hadden een onregel
matige markt. Haver 55/56 kg werd per
directe levering geoffreerd voor 32.75.
voor levering Januari 33.Februari
34.Maart 35.— en April 35.50.
Voor rogge bleef de markt onveran
derd. Inlandse rogge 1718 werd per
directe levering aangeboden voor 36.25.
Zomergerst noteerde 38.
Want ze wilde eerst volkomen zekerheid
hebben, dat men hem niet langer ver
dacht en beschuldigde van de afschuwe
lijke moorden, die in de laatste tijd ge
pleegd waren. Maar de brigadier Ivetot,
die een slimme en tevens goedige kerel
was, ried haar geheim toch en haastte
zich, om haar op dit punt volkomen ge
rust te stellen. Hij deelde haar mede, dat
het verhaal door Vallon gedaan over de
dood van Richet, de politie tot de over
tuiging gebracht had, dat hun vermoe
den, opgekomen na de dood van Paul
Jamart, de werkelijke waarheid was, na
melijk, dat Trégat volkomen onschuldig
was aan al die misdaden, die de kranten
en de gemeente in haar babbel- en
sensatiezucht hem hadden aangewreven.
H\j vertelde haar zelfs, dat toen Trégat
aan hst strand gevangen genomen was,
ie nolftie het afdoend bewijs in handen
had, dat hij niet de moordenaar van Paul
'ar>." kon zijn, en dat hij alleen gear-
1 was op aandringen van Vallon,
;e mier ede verklaard had, dat Trégat
i aanslag op zijn leven had gepleegd
d° deteriive die hem vanuit Parijs
'A3 gevolgd, had vermoord.
Hij voegde er nog bij, dat haar eigen
relaas van hst gebeurde wel spoed'g zou
bevestigd worden, doordat hoogstwaar
schijnlijk het lichaam van de ware moor
denaar zou gevonden worden en dan als
bewijs van Trégat's onschuld zou d.enen.
Hij verzekerde haar dat deze zich nu
zonder het nrnste gevaar in handen van
da justitie kon overgeven en dat het van
het g-oote belang was voor het gerechte
lijk orde-zoek, dat hij dit zo spoedig
mogelijk deed.
Toen hij weg was, ging Solange naar
boven en trok de enige zwarte japon aan,
die ze bezat. Sedert Trégat haar in de
mijn gevonden had, waren al haar gedach
ten aan hem gewijd geweest, maar nu
drong zich het verlies van haar vader
met groter scherpte in zijn gehele omvang
aan haar op. In de eenzaamheid van het
grote huls Linonvaux «telde ze zich haar
vader voor de geest, zoals hij in werke
lijkheid geweeet was: een man van hard
en onbuigzaam karakter, die zijn dochter
echter lief had op zijn eigenaardige,
bruuske manier. Solange liep naar zijn
ledige slaapkamer en gaf daar de vrije
loop aan haar tranen. En na eens flink
uitgehuild te hebben, knielde ze neer en
bad voor de rust zijner ziel. In die ogen
blikken dacht ze aan niets dan aan het
goede van haar vaders karakter en bracht
zich ieder vriendelijk woord te binnen,
dat hij ooit tot haar gesproken had; al het
andere bestond niet meer voor haar;
evenals een zonnewijzer telde ze alleen
de lichte uren.
Met nog steeds gevouwen handen stond
ze eindelijk op. Ze ging naar het venster
en trok de gordijnen open, om het zon
licht binnen te laten. Toen sloeg ze een
laatste blik op het ledige bed. sloot
zachtjes de deur en ging naar haar eigen
kamer.
Daar keerden haar gedachten weer tot
de dingen van het dagelijkse leven terug.
Ze liet de tuinman, die tevens als huis
knecht en chauffeur dienst deed, bij zich
komen en beval hem, voor te rijden en
haar naar het station te brengen.
Ze was van plan de trein naar Lafihan
te nemen en Trégat het resultaat van
haar onderhoud met de politie te gaan
vertellen. Het was nu drie uur en als ze
de trein van 3.45 niet haalde, zou ze die
zelfde avond niet meer terug kunnen.
Nog eer de wagen voorkwam, hoorde ze
echter het geluid van wielen over de
oprijlaan en werd er luid aan de voor
deur gebeld. Ze liep vlug de gang In en
ving de oude huisknecht, die naar de
deur ging om open te doen, nog net op.
Ik ben voor niemand thuis. Jacques.
zei ze haastig Zeg maar dat ik uit ben.
I Ze sloop vlug de voorkamer bmnen en
hoorde door de halfopenstaande deur dat
de oude man in druk gesprek geraakte
met iemand, die er op aandrong te wor
den binnengelaten. Op hetzelfde ogenblik
kwam haar auto voor om haar naar het
station te brengen en ze begreep, dat ze
haar voorwendsel nu moeilijk meer kon
volhouden.
stem tot de oude man zeggen. Ik zal
dan wel wachten, tot juffrouw Margau
uitgaat. Ik moet haar spreken. Wees u
nu zo vriendelijk, even mijn kaartje af
te geven.
Even later kwam de huisknecht schou
derophalend binnen en reikte haar het
kaartje over.
Ik kon het niet helpen, juffrouw,
zei hij verontschuldigend. Maar toen de
auto voorkwam
Ja, dat begrijp ik.... Laat maar
even zien.
Het was een kaartje van Simone
Cantri.
Ze kwam binnen met hoogrood gelaat
en fonkelende ogen.
U hebt een heel trouwe huisknecht,
zei ze droogjes en scherp.
Maar toen ze het bleke gelaat van So
lange zag, dat nog duidelijk de sporen
droeg van al de geleden ellende, en het
rouwkleed, dat ze aan had, begreep ze
terstond, dat het hier niet de plaats was,
om zulke bittere woorden te zeggen. Ze
kwam met uitgestoken handen naar haar
toe, greep de koude vingers van Solange,
boog zich haar haar toe en gaf haar een
kus op de wang.
Neem me niet kwalijk, zei ze teder.
Ik wil je niet hinderen in je verdriet.
Maar ik hoorde, nu juist een uur gele
den, dat je teruggekeerd was. Ik wilde
je natuurlijk graag terugzien.
Zou je heel erg verdrietig geweest
zijn, als ik niet was teruggekomen? vroeg
Solange zachtjes.
Ja, ik zou er besluit heal veel ver
driet over gehad hebben, antwoordde
Simone oprecht. De gedachte, dat je
dood zoudt zijn, heeft me de laatste da
gen heel erg gekweld. Ik ben geen goed
mens, Solange, maar PU Eric veilig en
uit ons beider leven verdwenen is, ben
ik gaan voelen, dat ik jou en hem een
groot onrecht heib aangedaan. Icdare
nacht heb ik in mijn droom jou vóór me
gezien en je gelaat was lijkbleek en je
lichaam verwond en gekneusd. En al
deze tijd zag ik hem naast je en zijn
ogen keken me zo aan, dat ik het mijn
hele leven niet meer vergeten kan, Ik
wil niet beweren, Solange, dat ik van je
houd. Jouw geluk heeft me nooit veel
kunnen schelen. Maar ik kan de gedach
te niet verdragen, dat hij in zoveel ellen
de door zijn leven moet gaan. Ik heb mijn
best gedaan, hem voor mij te winnen en
van jou af te nemen. Dat is me mislukt.
Hij zal nooit iet# om me geven. Ik had
dan ook al het besluit gemaakt, ofschoon
ik dacht dat jij dood was, dat ik hem tcch
nooit meer in mijn leven zou willen ont
moeten. Mannen als Eric hebben maar
eens in hun leven iemand lief en hij zou
jou alleen hebben liefgehad, ook al was
je gestorven. Door jouw terugkomst is
mijn besluit eerder versterkt, dan ver
zwakt. Ik wist zelf niet, dat ik zo was...
maar in mijn hart heb ik medelijden met
je, ik schijn in jullie leven te zijn geko
men, deels om je te helpen, deels om je
kwaad te doen. Ik ben tenslotte toch
maar een vrouw; niets meer. Ik had veel
beter, maar ook veel slechter kunnen zijn.
Ik wil het kwaad, dat ik gesticht heb,
niet vergoelijken. Morgen verlang ik er
misschien naar, het goede, dat ik deed,
ongedaan te maken. Misschien is mijn
gewetenswroeging van dit ogenblik van
heel voorbijgaande aard. Maar vandaag
ben ik in elk geval bij je gekomen, om
je je geliefde terug te geven. Je moet
hem opsporen, wat het ook kosten mag.
Ik heb geld er voor meegebracht
Ze haalde een dik pak bankpapieT te
voorschijn en wilde het aan Solange ge
ven.
Wat wil je daarmee? vroeg Solange
verwonderd.
Er werd geklopt en de oude huis
knecht kwam binnen.
U hebt nog maar net de tijd om de
trein te halen, juffrouw, zei hij.
O, dat hindert minder, antwoordde
zij. Ik doe de hele reis wel met de wa
gen.
De knecht verliet het vertrek.
Wat wil je daarmee. Simone? her
haalde ze heftig.
Ik wil daarmee zeggen, antwoordde
i Simone langzaam, dat ik je van je ds-
I lofte ontsla en dat je met Eric Fregat
i kunt trouwen, zodra je hem gevonden
1 hebt.
I Solange staarde de spreekster verbaasd
aan. Toen liep ze langzaam op haar toe,
sloeg de armen om haar hals, verborg
het hoofd tegen haar schouder en barst-
i te in snikken uit. Simone trok de wenk-
I brauwen samen en maakte zich zachtjes
van haar los.
Dwaas kind! zei ze. Wat moet je nu
huilen? Kijk eens naar .mij. Ik heb geen
traan in mijn ogen en tochgeloof ik,
dat mijn hart kapot is.
Ze wendde zich om en ging naar de
deur. Maar ze liet de deurknop los en
kwam terug met de banknoten in de uit
gestoken hand. Solange schudde het i
hoofd.
Ik heb ze niet nodig, zei ze met i
bevende stem. Eric is nog in het land.
Zodra hij het bericht van mijn vermissing
las, is hij teruggekomen, om me te zoeken.
Hij heeft dat afschuwelijke monster ge
dood en mij gered. Hij is maar een paar
kilometer hier vandaan. Ik weet van de
politie, dat hij volkomen buiten verden
king is.
Eric hier? rieo Simone uit. Dus.
dan heb je me bedrogen-je hebt
neen!, dat meen ik niet.... ik ben blij,
dat hij hier is. Ik ga vanavond nog uit
Gartuche weg. Nu Vallon dood is, heeft
vadnir geen enkele reden meer. hier nog
langer te blijven. We kunnen mét de
nachttrein nog weg.... Is Eric hier.
Vertel me dan tenminste allesdaarop
heb ik dan toch wel recht I
Ik ben je al mijn geluk verschut
digd. zei Solange Simone's hand aan b
lippen drukkend. Mag ik je naar Garlucne
brengen met de auto. Ik moet voor
ker in Lafihan zijn.
Simone keek naar de klok.
Neen, dat zal niet gaan. als Je over
Gartuche rijdt zei ze, maar Eric nog
je mee naar Lafihan. ï15 zTte weej j.*
voor het laatst wU1®"z££' is, maar' wij,
het heel )}waas nmaal niet wijzer 1
ïrhebtnv^ingéruk1e wachteli Solange!
L Je moét natuurlijk meegaan, zei
Solange Hij zal het zeker prettig vinden,
als Ie meekomt. Je bent een goede vrien
din voor hem geweest. Och. Simone,
alil' Laten we nu maar gaan, zei Simone
schor naar de deur gaande. We hebben
maar'net tijd om naar Lafihan te komen,...
00e het donker is,
Solange volgde haar en ze stapten in
de gereedstaande auto. Simone zond het
wagentje, dat ze in het Wapen van Trégat
gehuurd had, terug naar Gartuche en gaf
de chauffeur de boodschap mee voor haar
vader, dat ze niet voor laat in de avond
terug zou komen en misschien wel bij
juffrouw Margau bleef overnachten.
Terwijl de auto de weg naar Lafihan
i op stoof, vertelde Solange aan Simone
alles, wat er in de laatste dagen gebeurd
was. Ze sprak op gedempte toon. om de
i chauffeur -niets te laten horen. Gedachtig
aan Trégat's waarschuwing, vertelde ze
de geschiedenis Van Vallon slechts ln
zeer korte trekken.
Simone 3telde vooral veel belang in de
gevonden schat en vertelde, hoe haar
vader als tussenpersoon gediend had, om
hem te gelde te maken en hoe hij, alleen
aan commissieloon, een fortuin verdiend
had. Toen Solange ophield met vertellen,
haalde Simone van onder haar japon de
halve gouden penning te voorschijn, die
ze aan een gouden kettinkje om haar
hals droeg.
Dit moet je van me aannemen, tel
M. bet kettinkje losmakend, dat ie hert
enige wat Eric me ooit gegeven heeft.
Ik heb er geen recht op. Ik kan alleen
maar hopen, dat als de twee helften in
het bezit komen van een en dezelfde
persoon er een einde zal komen aan de
ellende,' door de schat tot nu toe teweeg
gebracht.
Sclange nam de penning aan. Haar ogen
stonden vol tranen en ze nam de hand
van Simone met hartelijke vertrouwelijk
heid in de hare. Deze had haar gelaat
afgewend en scheen geheel verdiept in de
beschouwing van het landschap.
Eenmaal in Lafihan aangekomen, lieten
ze de auto doorrijden tot aan de noord
zijde van de zeewering en Solange gaf
haar chauffeur last, in „de Roode
Leeuw" te wachten en haar over een uur
terug te komen halen. Daarna gingen ze
samen het strand op.
Het liep tegen zes uur en de vloed
kwam op. De zon was bijna tot aan de
horizon gezonken en een grote wolken
bank gloeide rood en goud boven de zee.
Op dit punt van de kust rezen de rotsen,
vlak achter het smalle strand, bijna lood
recht omhoog. Het lopen op het strand
was vrij gemakkelijk, maar Solange was
nog zo afgemat, dat Simone haar meer
malen moest steunen, anders was ze zeker
gevallen.
Toen ze een vooruitstekend rotsblok
waren omgelopen, kwamen ze aan de
schuilplaats van Trégat. Van de plek,
waar ze stonden, zou niemand vermoed
hebben, dat achter die hoop rotsblokken
en leisteen de ingang gelegen was van
een geweldig doolhof van gangen en holen.
Zelfs als men dichterbij kwam, leek het
niet anders, dan een klein hol, dat door
het geweld der golven langzamerhand
was uitgevreten. Geen wonder, dat nie
mand ooit de gangen ontdekt had, die
achter in het hol begonnen.
Solange ging met haar gezellin naar het
hol en op twintig meter afstand gekomen,
riep ze driemaal zo luid mogelijk Erie bij
zijn naam. Het kwam er nu niet meer
op aan, of iemand 'haar soms hoorde. Er
kwam geen antwoord en ze hoorden niets,
als het klotsen van de golven tegen een
paar rotsblokken, die in zee vooruit
staken, en de klagelijke kreten van zee
meeuwen die hoog boven haar hoofd in
brede kringen rondzweefden.
HO zal slapen, zei ze zachtjes. HU
is natuurlijk doodop. Ik zal hem even
gaan wakker maken.
Solange ging het hol binnen en keek
de opening in de achterwand naar bin
nen. Ze zag niets. Het hol was leeg. Ze
riep Simone en deze kwam bU haar.
HU is er niet, zei Solange. Waar
heen zou hU gegaan zUn? Wacht, mis
schien is hü nog dieper naar binnen ge
gaan, omdat het daar donkerder is, om
te slapen en droger ook; hier zijn de
stenen nog nat van het water.
Gevolgd door Simone drong ze verder
naar binnen. Het was erg koud en don
ker. Ze vond het heel waarschijnlijk, dat
iemand daar zou kunnen gaan slapen.
Ik denk, dat hjj ergens anders ls
n liggen, zei ze. Je moest eens
nk hard roepen.
Solange riep nogmaals. Haar stem
weergalmde door het hol, maar niemand
gaf haar antwoord, Ze begon ongerust te
worden, al trachtte ze ook zichUulf ge
rust te stellen met de gedachte, dat er
meer nodig was, om iemand, die zó uit
geput was, wakker te schreeuwen dan
een zwakke meisjesstem.
Opeens hoorden ze beiden heel in de
verte flauw het geluid van voetstappen.
Vol blUde verwachting keken beiden in
de richting vanwaar het geluid kwam.
Erie! riep Solange, en er kwam ant
woord terug.
Erie! riep ze weer. Nieuws
goed nieuws!
HU riep terug en een minuut later
klom hU over een kiezelbank heen en
kwam naar haar toe. ZUn gezicht was
doodsbleek en zelfs het vernemen van
hare blUde tijdingen bracht geen glim
lach op zijn gelaat, maar h(j staarde in de
verte als iemand, die aan iets anders
denkt, dan wat h« hoort.
Laten we naar Lafihan wandelen
en daar de trein nemen, stelde hU voor.
Mijn auto staat te wachten, zei So
lange, maar als je lieverZe werd
onderbroken door een gil van Simone.
Erie, je handenJe handen!
HU stak ze haastig in zijn zak.
Ik heb ze erg geschaafd, zei hU,
en het bloeden wil maar niet ophouden.
Toen liep hU haastig vooruit en mom
pelde iets over een trein. De beide vrou
wen volgden hem en geen van beiden
sloeg acht op een scherpe rotspunt, die
dicht bU de monding van het hol uit het
zand te voorschUn stak.
Hadden ze dat wel gedaan, dan zouden
ze gezien hebben, dat een der kanten er
van vol bloed zat.
Eerst twee jaar later vertelde Eric zUn
vrouw de volle waarheid. Ze zaten op een
gvond by elkaar aan de haard in de eet
kamer van het kasteel Trégat en daar
vertelde hU haar de gehele geschiedenis
van Landes, zoals hU die uit diens eigen
mond vernomen had.
en toen ben ik ingeslapen. Ik
dacht, dat hij ook zou gaan rusten. Maar
hU schUnt de waarheid omtrent Simone
vermoed te hebben en heeft denkelijk
willen wegvluchten, om haar de schande
te besparen, voor de vrouw van een
moordenaar te worden aangezien. Toen
ik wakker werd, zag lk hem vóór het hol
op de rotsen liggen. HU had vermoedelijk
tegen de klippen willen opklimmen, maar
was blijkbaar uitgegleden en omlaag ge
stort. Hij was met zijn hoofd op een puntig
rotsblok terechtgekomen. Ik heb hem
door de gangen teruggebracht naar de
poel. En daar hebben ze hem later ge
vonden.
„Goddank, dat Simone dat nooit ge
weten heeft!" zei Solange zachtjes. HU
huiverde en zich voorover buigend,
strekte hU zfln handen naar het vuur uit.
In het licht der vlammen schenen ze
hem rood, als bloed te rijn- EINDE-
W'n
Cf,
ta-5