Ontmoeting van culturen jonge natie infiltreert de oude wereld Amerika in het voorste gelid Van Frankfort tot Athene Europees Broadway VAN welk een immens belang de komst van de Amerikanen voor Europa is, zal eerst de cultuurhistoricus over enkele decennia duidelijk kun nen schetsen. f ENKELE KOPSTUKKEN" Fatumtijd en eeuwigheid zien op U neer Duitsers en Amerikanen Vijftig millioen Europeanen PAGINA GENERAAL CHARLES L. BOLTE Communisme is een amoebe Oude en nieuwe wereld Het is moeilijk om rijk te zijn Twee culturen Het Palazzo Barberini te Rome. „U.S. go home De jicht van Talleyrand Hoogste Amerikaan in Europa AMBASSADEUR WILLIAM H draper Top-verbindingsman h^bliddeTam heeft laten bouwe"' tunes)mUSl° <C°Wb0y en hil'ibi»y Door J. W. HOFWIJK De Middellandse Zee AMERIKANEN IN EUROPA BRIGADE GENERAAL Rinaldo Fiore-V ernazza heeft de eer U uit te nodigen tot een ontvangst in de Circulo Ufficiali delle Eorzc Annate. Op de drempel van de weidse zaal, waarin deze ontvangst plaats lieeft, aarzelt men even: De Romeinse Officiersclub beschikt namelijk over twee verdiepingen van liet beroemde Palazzo Barberini, en de centrale ont vangstzaal met de luisterrijke fresco's uit de prachtlievende renaissancetijd van Paus Urbanus Vlil is van een adembenemende indrukwekkendheid. De gastheer beeft niets van deze overdadige pompositeit: een uiterst beschaafde, rustige grijze1 man in een eenvoudig goedzittend legeruniform. Hij ontvangt de gasten, noodt hen, nadat zij voorgesteld zijn aan de tien tallen andere hoge Italiaanse officieren, met een haast verontschuldigend gebaar uit tot het nemen van een „kleine verversing", welke een tafel van een meter of tien haast door doet buigen. En bezig een (moeilijke) keuze te maken uit tientallen dranken temidden van schalen torenhoog ijsgekoelde druiven, perziken of koelbedauwdc sinaas appelen, de rijk voorziene garnituren van amandelen, olijven, noten etc. etc. hoort men ineens achter zich een welbekende stem: „Well, isn't this a wonderful place. Omkijkend ontdekt men de Amerikaan- te Generaal John K. Rice, die men die selfde ochtend gesproken heeft in zijn functie van hoofd voor Italië der „Mili tary Assistance and Advisory Group" (MAAG), de kleine groep Amerikaanse adviseurs voor militaire aangelegenhe den. Onmiddellijk verzamelt zich iedereen om deze hoge Amerikaanse gast, die ge kleed in een dun tropical burgercolbert je de omstanders gemoedelijk en luid, zakelijk, recht op de man af, zijn me ning vertelt met een energieke uitdruk king van oprechte eerlijkheid op zijn lichtelijk verweerd krijgersgezicht. Vanaf de zoldering, met het beroemde fresco der „Verheerlijking en Triomf van het Geslacht Barberini" kijken de allego rische figuren van Tijd, Fatum en Eeuwigheid neer op 't borstelige, bijna sneeuwwitte haar, dat stug op zijn ster ke vierkante kop geplant is. ..A wonderful place zegt dit ener gieke hoofd, voor iedereen duidelijk ver staanbaar. „ik heb nou zowat de hele wereld gezien, toen ik met Mrs Rice Zijn stem is luid en oprecht binnen deze luisterrijke gewelven van het Palazzo Barberini in Rome de beroemde schep ping van Madema, Borromini en Lorenzo Bernini. Europa en het jonge Amerika ontmoeten elkaar hier wel treffend. Door heel de geschiedenis der na oorlogse nauwe samenwerking tussen Amerika en het oude Europa loopt een draad van iets, dat met „wederzijds wan begrip" waarschijnlijk te sterk getekend is. Maar toch moet men de verklaring voor dat soms nauwverholen wederzijds ongeduld, voor de Europese geïrriteerd heid, voor Amerika's gevoel van ge- frustreerdheid, in die richting zoeken. Reeds na de eerste wereldoorlog was Amerika op de wereldmarkt van debiteur plotseling crediteur geworden, maar pas na '45 realiseerde men zich voor 't eerst tenvolle zijn enorme macht, nam toen aarzelend en tegen allerlei isolationis tische adviezen de verantwoordelijk heid op zich, welke uit deze positie voortsproot. Truman beloofde in Key West wapenhulp aan Griekenland en Turkije (Trumandoctrine)), Marshall sprak over de hoofden van de honderden, die zijn erepromotie aan de Bostonse Harvard-universiteit bijwoonden recht streeks tot een verarmd en bankroet Europaweliswaar hadden andermaal als na de eerste wereldoorlog de Ame rikaanse sojdaten zich gehaast om „thuis" te komen, maar Amerika zou dit door verpaupering bedreigde Europa bij zjjn economische wederopbouw blijven steu nen. Deze E.C.A.-hulp voor Europa's her stel kon echter slechts dan affectief zijn volgens Marshall, wanneer men ook zélf met een werkelijk Europees élan de handen ineensloeg. Molotov zei „Neen" op een in Parijs bijeengeroepen vergadering der grote vier. Een zodanige organisatie, die ge zamenlijk de strijd aanbond tegen honger, armoede en chaos, en niet tegen enige doctrine gericht was. zou zijns inziens de souvereiniteit der betrokken lan den geweld aandoen. De Marshallhulp was een definitief keerpunt in Europa's en Amerika's geschiedenis: De Verenigde Staten ver bonden zich nauwer dan ooit met het lot van Europa. Europa zag met nog meeT vertrouwen naar liet Westen, kreeg door Molotov's „Njet" nieuwe argumenten tegen het Communisme. Het ogenschijnlijk vreemde feit deed zich echter voor, dat men in Europa ondanks alle tastbare resultaten dezer zeer gewaardeerde Marshallhulp, on danks alle officiële toespraken over vloeiend van dankbaarheid, tóch zo nu en dan iets meende te bespeuren van een zekeranti-Amerikanisme. Weliswaar geloofde men Molotov's be wering niet, dat de V. S. hun overtol lige producten via deze Marshallhulp loosden om een binnenlandse economi sche crisis te ontgaan, en dat het „European Recovery Program" eigenlijk een verkapte vorm van slavernij bete kende, maar toch waren de Amerikaan se belastingbetalers soms hogelijk ver baasd over bepaalde klanken uit Europa. Het is moeilijk om arm te zijn, het schijnt soms nog moeilijker 0111 met zijn eigen rijkdom een arme te steunen. Om te beginnen, men gelooft heden ten dage nog nauwelijks aan onbaatzuchtig heid, men vraagt zich telkens cynisch af wat voor eigen voordeel er achter ge brachte offers schuil gaat. De koude, teleurgestelde na-oorlogse wereld was dan ook niet eerder ge rust voor men vernomen had, dat ook Amerika zèif verloren zou zijnwan neer het uithollingsproces van Europa's innerlijke kracht zou voortschrijden. Amerika stelde begrijpelijkerwijze ook bepaalde voorwaarden, fondsen uit de Marshalihulp-tegemvaarde mochten niet geheel vrij worden besteed, aan gezien anders het gevaar niet denk beeldig was, dat men deze gelden een- voudig zou opconsumeren. Natuurlijk vilen de critici over be-1 paalde feiten: scheepsladingen Virgi- niatabak bedreigden de Griekse en Turk- i so vooroorlogse Europese tabaksmarkt, I Duitsland meende, dat men aanzienlijk j sneller effect gesorteerd had wanneer I men Duitsland's zware industrie niet ontmanteld had om ze elders in W. Europa tenkoste van veel Marshalldol lars weer op ie bouwen. En belangrijker misschien nog als ver klaring: Europa was weliswaar arm, maar wilde zijn gevoel van eigenwaarde uit de oorlogschaos redden. In een soort overcompensatie meende de arme, maar rijpe Europese cultuur mens dan meer te bezitten dan de rijke „Homo Americanus". wiens eigen films zo vaak het steeds weer dankbare ca- ricatuur van de kauwgom-kauwende, jitterbuggende Yank leverden. Soms schrok Europa van vlammende headlines in de Amerikaanse pers, die vertelden dat men eigenlijk zijn dollars weggooide: het eerste doel van de Marshallhulp mocht dan aardig op weg zijn naar verwezenlijking, elk resul taat werd steeds weer in gevaar ge bracht door allerlei voor Amerika on begrijpelijke Europese tegenstellingen, door kleinstaterij, door smal nationalis tisch egoisme Met alle jeugdige clan van een jonge natie stormde Amerika op de problemen van het oude Europa af: voor het eerst werd de Amerikaanse mens, gevormd in de oneindige continentale ruimte, gecon fronteerd met vraagstukken van een aantal naties, wier cultuur, in tegenstel ling met de zijne, ontstaan was rondom een binnenzee: de Middellandse Zee. Een Europees'werelddeel, waar steeds „de mens'' maatstaf geweest tvas der verhoudingen: grootmaar niet verplet terend, steeds in harmonie met de men sen, die er woonden en het gestalte ga ven. Amerika was anders: in Amerika ken den land en mensen elkaar niet in die Europese intimiteit. Amerika kende geen boerencultuur zoals Europa die kent. Voor een Amerikaan ivas de aarde een „aandeel", waarmee hij op de beurs za ken deed, hij was eerst ondernemer, meer zakenman dan boer. De mens, de dorpen, de grote steden lagen er verloren op dit ontzaggelijke continent. Een continent-bovenmenselijk in zijn geografische en klimatologische verhoudingen en desondanks door deze Amerikaan bedwongen. Een land, waarvan hij hartstochtelijk hield en waarvoor hij tevensbang ivas. Aan de dagen, dat hij dit veroverde, aan de „frontierperiod" dankt hij tot op de dag van vandaag enkele karak tertrekken, welke hem verschillend maken van de Europeaan: deze pioniers- dagen dankbaar onderwerp voor hon derden rolprenten vol kruitdamp en rof felende paardenhoeven schonken hem o.m. de haast fanatieke overtuiging, dat iedere mens gelijk is, dat allen gelijke kansen moeten hebben: op deze voor posten der menselijke penetratie, waar de kieine pioriier geconfronteerd werd met alle bovenmenselijke moeilijkheden van klimaat, van de ongetemde ruige ruimte, was weinig plaats voor de in gewikkelde hiërarchische verhoudingen, welke onze oude beschaving kenmer ken. Daar leerde men experimenteren, daar inspireerden de moeilijkheden, de oog slechts vermoede rijkdommen van het voorland, daar kreeg de Amerikaan deze ingeboren nieuwsgierigheid, deze frisse, jeugdige zin voor het experiment, deze gave om gauw ergens warm voor te kunnen lopen, dit emotionalisme met alle risico's daaraan verbonden al die verschillen met de Europeaan, die zijn culturele rijpheid o.m. betalen moest met een steeds verder gaand econo misch slijtageproces in zijn eigen oude, wijze werelddeel. HOGE COMMISSARIS WALTER J. ADMIRAAL ROBERT B. CARNEY DONNELLY other side means business jeugd ontzaggelijk belangrijk GENERAAL MANTON S. EDDY Interessant gesprek met voormalig tegenstander BOVEN op het dak van liet voormalige I.G. Farben-complex in Frank fort oneeveer zo groot als het Rotterdamse GrootlianHf>L<r»Lr>,iw In de school voor onderofficieren van de Seventh Army te Miinchen. fort ongeveer zo groot als het Rotterdamse Grootliandelsgebouw wentelt door dc lome loodkleurige middag een enorm radarscherm en tast de lucht af. In dit voormalige centrum van een der machtigste industriële kartels zetelt thans Generaal Thomas T. Handy, plaatsvervangend opperbevelheb ber der Verenigde Amerikaanse strijdmacht in Europa. Hij is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan Ridgway, die namelijk niet alleen opper bevelhebber van alle Europese NATÓ-strendkrachten is, maar tevens het „U.S. European Command" heeft. Alleen in geval van een noodtoestand zal dit laatste commando aan de Franse maarschalk Juin worden overgedragen, die centrale opper bevelhebber is van alle geallieerde strijdkrachten in Centraal Europa. Onder Handy commandeert gene raal Manton S. Eddy vanuit Heidel berg alle Amerikaanse landeenheden in Europa. „De verhouding tussen de A/herikanen en de Duitsers is „very good"", zei generaal Eddy, „en ze wordt nog dagelijks beter. In al de twee jaar dat ik hier ben, ben Ik nooit beledigd.ik had zelfs laatst een heel interessant gesprek met mijn tegenstander uit de laatste oorlog..de nieuwe Duitse soldaat zal een prima bij drage leveren voor de Europese defensie, en we hebben die bijdrage hard nodig. Is dit de betrekkelijke simpliciteit van het zuivere professionalisme? Is het „wish ful thinking"? Andere waarnemers zijn minder optimistisch. De belangrijkste Amerikaanse leger macht in Europa is het Amerikaanse 7e Leger, dat ongeveer 18 maanden geleden (Korea) naar Europa kwam. Het omvat een 300.000 man in totaal: vier infanteriedivisies, twee pantserdivisies. Generaal Charles L,. Bolte commandeert deze strijdmacht. „We (hebben een overwicht door onze atoomwapens", zei hij peinzend, „en verder moet U bedenken, dat de sterkte van twee legers nooit wordt afgewogen naar divisie tegen divisie.... er zijn zoveel ontastbare dingen..., het communisme is als een amoebe.... telkens proberen ze weer, tel kens moeten wij weer „Stop!" zeggen, moeten wij hen duidelijk maken, dat ze geen kans krijgen. Het stomste wat Ze ooit deden, was het Westen samenbrengen in een gemeenschappelijke afweerhouding..." j Natuurlijk krijgt men weer een verhaal als dat van de commandant der fameuze Soldaten, dollars en cultuur Maar reeds thans is het zonder meer evident, dat de Amerikaanse deel neming aan de tweede wereldoorlog en alles wat daaruit voortvloeide, niet alleen zuiver strategisch een feit van eerste grootte moet worden geacht. Het ogenblik dat Amerika zijn vooroorlogse politiek van afzijdigheid en isolationisme afzwoer, zal uiteindelijk van veel groter importantie blijken, dan welk wapenfeit uit Eisenhower's „Kruistocht in Europa" (let op de' veelzeggende titel!) ook. Men kan deze ommekeer in de Amerikaanse politiek namelijk niet alleen uitmeten in termen van militaire successen, evenmin in die van financiële en militair-materiële steun, welke de Verenigde Staten na de oorlog aan Europa schonken. Meer nog dan in het aantal Ameri kaanse divisies, dat Europa hielp bevrij den, meer nog dan in het aantal dol lars, dat na deze bevrijding door de Ame rikaanse belastingbetaler geïnvesteerd werd in de wederopbouw van dit uitge plunderde en half in puin geschoten, ont moedigde en vermoeide Europa, meer nog dan in het aantal soldaten, dat thans aan de Oostgrens van het zeer smal geworden Europese avondland samen met de Europese soldaat de wacht be trokken heeft, zal de cultuurhistoricus van morgen geïnteresseerd zijn in de ont moeting tussen de twee uiteengegroeide culturen, die door het lot der geschiedenis weer tot nauwe samenwerking worden gebracht. Hij zal het fascinerende verhaal kun nen schrijven over de eerste Europese ervaringen van de „Homo Americanus" (die uit de eerste wereldoorlog waren niet meer dan een voorspel, abrupt afgebroken na Versailles toen Amerika terugvluchtte* in een zich niet met de oude wereld com promitterend isolationisme), een hoofd stuk, waarin zowel de Amerikaanse G.I. in de besneeuwde Ardennenbossen rond om Bastogne een rol zal spelen, alsook Generaal Rice in het Palazzo Barberini. Een nieuw hoofdstuk in de Europese cul- ^aar„ln de sPeech van George Cat- c„iL^arS\haI1. zaI c°mpareren en het „chorre „slang der Duitse frauleins die ™?"s 'n, ye, grotendeels herbouwde Frie- drich Abertstrasse met al zjjn licht reclames een Europees Frankfurter Broad way de „Kaugummi Johnnies" van het 7e Amerikaanse Leger proberen te ver leiden. De cultuurhistoricus zal er het „U.S. go home" in moeten verklaren op vele mu ren in Frankrijk, en het ongeduld van het Amerikaanse Congres, dat dit jaar Tru man's buitenlands hulpbudget met ander half milliard dollar verminderde. Hij zal de diepste drijfveren moeten ontdekken voor de weigerachtige, tegen sputterende manier, waarop Amerika de bijna alle menselijke fantasie te boven gaande taak aanvaardde om alle vrije landen te steunen tegen de dreiging van het Communisme. Hij 7.al illustratie-materiaal vinden in de schoolopstellen wedstrijd over het Marshallplan, waaraan Nederland mee deed, en in het incident met de voor Rus land gebouwde Deense tankboten, in de debatten van de Franse kamer tegen de Coca-Cola, en in het veel kalmere gerucht om de „Antwoordman" in de Nederlandse radio. Hij zal de beschikking hebben over een baaierd van milliarden-gelallen over monsterwebben van felgekleurde grafieken, en zijn blik zal glijden over de West-Europese krantenkiosken (vol Amerikaanse magazines) en de boek- danks de politieke en economische moeilijkheden Men is niet zo heel veel wijzer ge worden. maar onder het gesprek heeft men- een ogenblik door het raam naar buiten gekeken: daar, op de „Place de la Concorde" stierf Marie Antoinette on der de valbijl. Hier in deze ruime zaal met de kristallen luchters en de ver gulde stoelen, waar Mr Draper thans een handels (vol dito pocketbooks). Waar schijnlijk zal hp ergens een voetnoot wijden aan Bikini-badpakken en Hawaii overhemden, aan plastik en nylon en aan de radio-programma's van „The American Forces Network". En zeker zal ook de figuur van Am bassador Draper compareren. In het „Hotel Talleyrand" 2 Rue St. Florentin, Parijs, werkt de speciale ver tegenwoordiger in Europa van de Ver enigde Staten. Ambassadeur William H. Draper. Deze voormalige New Yorkse ban kier, 58 jaar oud, academisch geschoold, met iets pijnlijks in zijn bijna Oosters olijfkleurig gezicht, is de hoogste Ame rikaan in Europa. Zijn waakzame ogen achter brilleglazen, die hem iets ver moeids geven, lezen de rapporten uit alle Europese landen, wanneer hij zjjn zware zwarte wenkbrauwen fronst, kan dit on geduld belangrijke consequenties heb ben voor een der Europese MSA-landen. i Mr Draper, die aan zijn pols nog het1 militaire naamplaatje uit de laatste oor- j log draagt (hoogste oorlogsrang Gene- raal-Majoor), is namelijk thans hoofd in Europa van de „Mutual Security Agen- j cy" (de Amerikaanse steunverlening, welke onder druk van de Koreaanse oor log de Marshallhulp verving, en thans de wederopbouw der vrije landen steunt met een nadruk op hun defensie-inspan ning). Hij is tevens permanent verte genwoordiger van de V. S. in de Noord- Atlantische Verdrags Organisatie, de NATO, die momenteel veertien vrije Westerse landen over twee wereldzeeën de Atlantische Oceaan en de Middel landse Zee met elkaar verbindt. Hij brengt rechtstreeks verslag uit aan President Truman, zijn advies over bepaalde Europese aangelegenheden uit gebracht aan het Amerikaanse ministe rie van Defensie over bepaalde Euro pese defensie-aangelegenheden en zijn rapporten aan het hoofd van de M.S.A. in Amerika, Mr Harriman, komen rood- omlijnd op de Amerikaanse regerings- bureaux. Uiteraard zwijgt hij over het halfjaarlijkse rapport aan Truman, dat net in voorbereiding is, wanneer hij ons ontvangt. Hij zegt de gewone, vriendelijke, opti mistische diplomaten-gemeenpiaatsen Dat het de goede kant uitKaat met de Europese integratie <in zijn rapport: „Bestaande Europese handelsbeperkin- ken en kartelovereenRomsten verhinde ren intensivering van massaproductie en het tot stand komen van een veel grotere Europese markt") dat men 1 wachten, benut om de historische be. reeds thans overal hoopvolle resulta- tekenis van dit in 1769 gebouwde heven, ten ziet van de Lissabon-conferentie,huis te onderstrepen welke met zo weinig optimisme werd Inderdaad, door het. raam het valien- voorbereid dat zelfs riankrijk door.de hoofd van Marie Antoinette, in deze het paraferen van de Europese Defen- kamer de „góut" van de Talleyrand, dan sie Gemeenschap over. .zijn vooi'Qor- j Duitse Marinestaf onder de oorlog,' dan grote nieuwe Amerikaanse nirenndi n and» hh h al,leyTand zijn jicht. Hier ten thde van 't wWe diPlomatenstrategie dan hondena Wener Congres, dat meer shst.e rlll geleden ook eens be- rieze Ta lm K"roPa's aanschijn. En van gebleven- ls een uitsPraak bewaard "Messieurs, surtout pas de zêle f uit.historisch gebouw hebben wü twelve billion dollars uitgegeven om Guropa te redden... twelve billion twaalf milliard zegt de voorlich- nngsfunctionaris van Mr Draper, Sidney J' ine. wanneer hjj de enkele minuten, nat wjj op „Mister Ambassador" moeten delen tegenover Duitsland heenstapte dat Amerika 700 millioen dollar aan mi litaire orders heeft geplaatst in negen N.A.T.O.-landen, waardoor niet alleen de N.A.T.O.-defensiekracht wordt opgevoerd, maar Europa ook dollars verdient En tot slot: „Wanneer de spirit van samenwerking blijft, heb ik het volste vertrouwen in ,,a bright future" een glanzende toekomst voor de groep, on- Sidney Fine niet. de Franse communistenleider Thorez, en dan de twelve billion dollars Er volgt een goed geregisseerde stilte, maar over die uitspraak van Talleyrand, dat men waken moet tegen al te veel ijver, dat men zich koel moet weten los le maken van hetgeen men na streeft. dat men afstand houden moet van zijn object, daarover spreekt Mr Het is niet alleen de Amerikaan se manier om de dingen „nieuw te zien, om de mouwen op te stro pen en vastberaden en soms te ongeduldig op allerlei Europese problemen af te schrijden liet is ook de Amerikaanse cultuur, die hier geïmporteerd wordt welke belangrijk voor het avondland is. Vijftig millioen Europeanen stem men volgens een conservatieve schatting regelmatig af op de „Al- lied Forces Network 't program ma voor de Amerikaanse strijd krachten in Europa, dat via zes zenders, en 32 yelaiszenders niet minder dan 13.1 uur per week in de Europese aether is. Met een typisch Amerikaans pro gramma, dat voor niet minder dan 67 uur uit populaire muziek bestaat, en telkens negen uur re serveert voor klassieke en wei tiont"kn„Zij dit "et van radiosta- RedNk»n tharï? elke Europeaan r 11 LS„ktel °n sbows horen (op de authentieke langspeelplaten), Mil ton Berle, Ai Jolson en Blondie. "onaerdderög uur per week spoe- leh de golven van dit allertypiseht sport Amerikaanse cultuur over Europa, de commentaren van diskjockies („Music in the Air" met John Vrotsos is ook in Nederland populair), en de drama's van Ho- palong Cassidy, Roy Rogers en de opwindende verslagen van de bijna zes uur per week-sportuitzendin- gen, Groucho Marx en Amos Andy, alle stemmen van Ameri kaanse zangers en zangeressen tussen de warme weke stem van Bing Crosby en het hysterisch hui len van Johnnie Ray. Met hun bondgenoten de film en de magazines, de strips en in de toekomst de televisie vormen deze radio-uitzendingen mede de smaak van een zeer brede groep Euro peanen („for better or worse"). De AFN is ondergebracht in de buurt van Frankfurt in een uit de 14e eeuw stammend oud slot. Wan neer men deze klimopbegroeide vesting der von Brunings door loopt (boven op zolderkamertjes worden de scripts géschreven), vertelt men U dat vanuit dit kas teel in de Middeleeuwen de Heren von Bruning een ontzaggelijke in vloed op de hele streek uitoefen den. Er hangt een kaart waarop al deze zenders in het hart van' West-Europa staan aangegeven: een dicht net van stations tus sen Bremerhafen en Berchtesga- den, een spinneweb tussen Berlijn en Frankfort. Over heel West-Europa beluis tert men de vertrouwde stem van „This is the Allied Forces Net work", een stem speciaal getest op haar vertrouwen wekkend tim bre en haar optimisme, in het oude Europa het nieuwe Amerika intro ducerend. De invloed van dit oude slot is veel groter dan ooit tevoren. „Roll on 28th"-28e Divisie, generaal-maj. Daniel B. Strickler, die ons in het roman tische Cöppingen vertelde, hoe hij elke Zondag kegelen ging met de Duitse dorps notabelen, en er op wees, hoe men met Kerstmis 1000 kinderen onthaald had, en hoe tientallen Amerikaanse soldaten bij Duitse burgers „Weihnachten" hadden ge vierd. Maar een leger op vreemde bodem wordt nu eenmaal door de betrokken be volking altijd als een soort last gevoeld, zelfs wanneer het uitsluitend is onder gebracht in voormalige Duitse kazernes (thans voorzien van alle Amerikaanse luxe gemakken). 1 Gevaarlijker dan deze begrijpelijke ge ïrriteerdheid Hjkt echter het feit, dat sommige Duitse publicaties het erop aan schijnen te leggen om Frankfurt als hoofd kwartier van generaal Handy „Europees te pousseren". Sommige bladen laten geen gelegenheid voorbij gaan om op be staande? opinie verschillen tussen Ridg way en Juin te wijzen. Op de schouders van de nieuwe Ameri kaanse hoge commissaris voor Duitslar. Walter J. Donnelly, zal de zware task rus- ten om een weg te zoeken in de geheel nieuwe verhoudingen welke er tussen Duitsland, de Verenigde Staten en de rest van West-Europa zullen ontstaan na de eventuele ratificatie der Bonner ver dragen. Een slanke, goed geklede beroepsdiplo maat, die elk woord peinzend afweegt en zich telkens verontschuldigt door te zeg gen, dat hij zijn functie nog zo recent van McCloy heeft overgenomen. Hij heeft veel met Nederlanders te maken gehad, in Venezuela... „very nice people". Voormalig journalist, reeds 29 jaar in de diplomatie, zullen hem waarschijnlijk vooral zijn ervaringen van de laatste twee jaren toen hij Hoge Commissaris in Oos tenrijk was, het nuttigst blijken. Door officiële en minder officiële con tacten leerde hij op de Weense bijeenkom sten der grote vier ook de Russen kennen slaagde er zelfs 'n nn n1en in op* sommige wodka- mens tot mens met hen te parties van spreken: „Ze zoeken geen oorlog", zei hij pein zend, „maar ze willen wél een wereld revolutie. Hoe is dat te rijmen „Gësteld dat de vroegere newspaperman Donnelly de huidige Hoge Commissaris Donnelly moest interviewenwaagden wij tot slot, „wat zou hij dan vragen?" Hij lachte, zei toen: „Een van de belang rijkste dingen voor mij is de opvoeding van de jeugd in een zuiver democratische geest in alle landen,... misschien realiseren we ons nog steeds niet hoe belangrijk die jeugd is Zelf heeft hij vier kinderen. De cultuurhistoricus wacht over enkele decennia een fascinerende taak. Eerst hij zal m staat zijn de totale invloed van deze a®0'uOnverholen nienwsgierige, franke en semjnbaar zeer zelfverzekerde natie op het oude Europa in duidelijke lijnen te schet sen. Een magere, 57 jarige Amerikaan, admiraal Robert B. Carney „Miok" voor z'n vriende heeft thans do be scherming van het Middellandse Zeege bied in zjjn droge harde handen ge nomen. Door de oudste wereldzee onzer bo- Romeing' de "Ma» Nostrum" zoals de Romeinen ze noemden ploegen thans oorlogsbodems 'van de mach tige Amerikaanse 6e vloot (alleen de 'e in de Pacific is sterker). Carney commandeert echter veel meer: i„ls onder generaal Ridgway opperbe velhebber van alle NATO-strpkrachten te land, ter zee en in de lucht voor Zuid- Europa. Een tanige man, een man die veel op bruggen gestaan heefl, met klei ne felle ogen. Een man, die minder vrien delijk lijkt dan zijn snelle Amerikaanse welkomstgegrinnik doet vermoeden Vanuit zijn gloeiend heet Napolitaans hoofdkwartier bestudeert hij thans met een scherp calculerende blik de strale- gische- en onverbrekelijk daarmee ver bonden politieke situatie rondom deze zee, en begint na zijn officieel foto- poseerjasje weer te hebben uitgetrokken aan een merkwaardige monoloo"- „Ik kreeg dezer dagen een brief van een vriend van m n vader Hii schriift me °ver bet wonderlpke leven, dat h«'leidïu een actief, rnaap heel eenvoudig leven vriÜpf inaom rHVriend' H« vindt" e'Wn NhonsXn u de naluu!' van kleine merkwaardig .be,!tud^en vogeltjes se^aTn'a1 naar de foto van een krui* l7(inn muur: dp kruiser „Denver", en' vlimio' uFrdze stalen pantserpiaten, drofe™, tC,ht ueen °Se"blik- Het is een vel» f 'mla,ch' beetie PÜnlUk zoals liikl „„rnfrikanen een beetje 'n pijn- "Jka Sj mlach hebben, ziin We m°£en niet ontevreden j de landen doen hun bestkon- veel meer doen niet alleen mi- 'la;r> maar ook in economisch opzicht we moeten altijd tè hoog mikken anders vallen we terug in oiïze zelfvoldaanheid. Yan militair standpunt is het niet meer 9aa logisch, dat ook Spanje in de A-A.T.O.-gemeenschap komt en .Toe- go Slavië maar onthoudt, dat geeste lijke kracht en vastberadenheid nóg be langrijker zijn dan werkelijke machts middelen ais we maar „goddamned" vastberaden z(jn niet met ons te laten sollen tpush around). De andere kant „means business" dat is nou wel zeker We moeten ze ernstig nemen Hij en zjjn plus-minus 180 N.A.T.O.- stafofficieren (als chefstaf heeft hij Ge neraal James Gavin, de voormalige commandant van de 82ste Airbonnc. die hele goede herinneringen aan Nijmegen bewaart) dragen allen een aparte bad ge: de St. Marcusleeuw met de Bijhei, woord ï'ax en het zwaard, ,ie syn,boIeii van de sterke vredespolitiek, waarbij deze Amerikaan („De aartspiraat van de U.S. Navy „volgens de Russen) de mi litaire leiding heeft in een gebied dat de cultuur van de Europese mens ge- horen zag worden: Alexandria en Athene-, Jeruzalem en Rome. En het kleine stadti Bethlehem.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 6