Ontmoeting van culturen
jonge natie infiltreert de
oude wereld
Amerika in het voorste gelid
Van Frankfort tot Athene
Europees Broadway
VAN welk een immens belang de komst van de Amerikanen voor Europa
is, zal eerst de cultuurhistoricus over enkele decennia duidelijk kun
nen schetsen.
f ENKELE KOPSTUKKEN"
Fatumtijd en eeuwigheid
zien op U neer
Duitsers en Amerikanen
Vijftig millioen
Europeanen
PAGINA
GENERAAL CHARLES L. BOLTE
Communisme is een amoebe
Oude en nieuwe wereld
Het is moeilijk om rijk te zijn
Twee culturen
Het Palazzo Barberini te Rome.
„U.S. go home
De jicht van Talleyrand
Hoogste Amerikaan in Europa
AMBASSADEUR WILLIAM H
draper
Top-verbindingsman
h^bliddeTam heeft laten bouwe"'
tunes)mUSl° <C°Wb0y en hil'ibi»y
Door J. W. HOFWIJK
De Middellandse Zee
AMERIKANEN IN EUROPA
BRIGADE GENERAAL Rinaldo Fiore-V ernazza heeft de eer U
uit te nodigen tot een ontvangst in de Circulo Ufficiali delle
Eorzc Annate.
Op de drempel van de weidse zaal, waarin deze ontvangst plaats lieeft,
aarzelt men even: De Romeinse Officiersclub beschikt namelijk over twee
verdiepingen van liet beroemde Palazzo Barberini, en de centrale ont
vangstzaal met de luisterrijke fresco's uit de prachtlievende renaissancetijd
van Paus Urbanus Vlil is van een adembenemende indrukwekkendheid.
De gastheer beeft niets van deze overdadige pompositeit: een uiterst
beschaafde, rustige grijze1 man in een eenvoudig goedzittend legeruniform.
Hij ontvangt de gasten, noodt hen, nadat zij voorgesteld zijn aan de tien
tallen andere hoge Italiaanse officieren, met een haast verontschuldigend
gebaar uit tot het nemen van een „kleine verversing", welke een tafel van
een meter of tien haast door doet buigen.
En bezig een (moeilijke) keuze te maken uit tientallen dranken temidden
van schalen torenhoog ijsgekoelde druiven, perziken of koelbedauwdc sinaas
appelen, de rijk voorziene garnituren van amandelen, olijven, noten etc. etc.
hoort men ineens achter zich een welbekende stem:
„Well, isn't this a wonderful place.
Omkijkend ontdekt men de Amerikaan-
te Generaal John K. Rice, die men die
selfde ochtend gesproken heeft in zijn
functie van hoofd voor Italië der „Mili
tary Assistance and Advisory Group"
(MAAG), de kleine groep Amerikaanse
adviseurs voor militaire aangelegenhe
den.
Onmiddellijk verzamelt zich iedereen
om deze hoge Amerikaanse gast, die ge
kleed in een dun tropical burgercolbert
je de omstanders gemoedelijk en luid,
zakelijk, recht op de man af, zijn me
ning vertelt met een energieke uitdruk
king van oprechte eerlijkheid op zijn
lichtelijk verweerd krijgersgezicht.
Vanaf de zoldering, met het beroemde
fresco der „Verheerlijking en Triomf van
het Geslacht Barberini" kijken de allego
rische figuren van Tijd, Fatum en
Eeuwigheid neer op 't borstelige, bijna
sneeuwwitte haar, dat stug op zijn ster
ke vierkante kop geplant is.
..A wonderful place zegt dit ener
gieke hoofd, voor iedereen duidelijk ver
staanbaar. „ik heb nou zowat de hele
wereld gezien, toen ik met Mrs Rice
Zijn stem is luid en oprecht binnen deze
luisterrijke gewelven van het Palazzo
Barberini in Rome de beroemde schep
ping van Madema, Borromini en Lorenzo
Bernini. Europa en het jonge Amerika
ontmoeten elkaar hier wel treffend.
Door heel de geschiedenis der na
oorlogse nauwe samenwerking tussen
Amerika en het oude Europa loopt een
draad van iets, dat met „wederzijds wan
begrip" waarschijnlijk te sterk getekend
is. Maar toch moet men de verklaring
voor dat soms nauwverholen wederzijds
ongeduld, voor de Europese geïrriteerd
heid, voor Amerika's gevoel van ge-
frustreerdheid, in die richting zoeken.
Reeds na de eerste wereldoorlog was
Amerika op de wereldmarkt van debiteur
plotseling crediteur geworden, maar pas
na '45 realiseerde men zich voor 't eerst
tenvolle zijn enorme macht, nam toen
aarzelend en tegen allerlei isolationis
tische adviezen de verantwoordelijk
heid op zich, welke uit deze positie
voortsproot. Truman beloofde in Key
West wapenhulp aan Griekenland en
Turkije (Trumandoctrine)), Marshall
sprak over de hoofden van de honderden,
die zijn erepromotie aan de Bostonse
Harvard-universiteit bijwoonden recht
streeks tot een verarmd en bankroet
Europaweliswaar hadden andermaal
als na de eerste wereldoorlog de Ame
rikaanse sojdaten zich gehaast om „thuis"
te komen, maar Amerika zou dit door
verpaupering bedreigde Europa bij zjjn
economische wederopbouw blijven steu
nen. Deze E.C.A.-hulp voor Europa's her
stel kon echter slechts dan affectief
zijn volgens Marshall, wanneer men
ook zélf met een werkelijk Europees
élan de handen ineensloeg.
Molotov zei „Neen" op een in Parijs
bijeengeroepen vergadering der grote
vier. Een zodanige organisatie, die ge
zamenlijk de strijd aanbond tegen honger,
armoede en chaos, en niet tegen enige
doctrine gericht was. zou zijns inziens
de souvereiniteit der betrokken lan
den geweld aandoen.
De Marshallhulp was een definitief
keerpunt in Europa's en Amerika's
geschiedenis: De Verenigde Staten ver
bonden zich nauwer dan ooit met het
lot van Europa. Europa zag met nog
meeT vertrouwen naar liet Westen,
kreeg door Molotov's „Njet" nieuwe
argumenten tegen het Communisme.
Het ogenschijnlijk vreemde feit deed
zich echter voor, dat men in Europa
ondanks alle tastbare resultaten dezer
zeer gewaardeerde Marshallhulp, on
danks alle officiële toespraken over
vloeiend van dankbaarheid, tóch zo nu
en dan iets meende te bespeuren van
een zekeranti-Amerikanisme.
Weliswaar geloofde men Molotov's be
wering niet, dat de V. S. hun overtol
lige producten via deze Marshallhulp
loosden om een binnenlandse economi
sche crisis te ontgaan, en dat het
„European Recovery Program" eigenlijk
een verkapte vorm van slavernij bete
kende, maar toch waren de Amerikaan
se belastingbetalers soms hogelijk ver
baasd over bepaalde klanken uit Europa.
Het is moeilijk om arm te zijn, het
schijnt soms nog moeilijker 0111 met zijn
eigen rijkdom een arme te steunen.
Om te beginnen, men gelooft heden ten
dage nog nauwelijks aan onbaatzuchtig
heid, men vraagt zich telkens cynisch af
wat voor eigen voordeel er achter ge
brachte offers schuil gaat.
De koude, teleurgestelde na-oorlogse
wereld was dan ook niet eerder ge
rust voor men vernomen had, dat ook
Amerika zèif verloren zou zijnwan
neer het uithollingsproces van Europa's
innerlijke kracht zou voortschrijden.
Amerika stelde begrijpelijkerwijze
ook bepaalde voorwaarden, fondsen uit
de Marshalihulp-tegemvaarde mochten
niet geheel vrij worden besteed, aan
gezien anders het gevaar niet denk
beeldig was, dat men deze gelden een-
voudig zou opconsumeren.
Natuurlijk vilen de critici over be-1
paalde feiten: scheepsladingen Virgi-
niatabak bedreigden de Griekse en Turk- i
so vooroorlogse Europese tabaksmarkt, I
Duitsland meende, dat men aanzienlijk j
sneller effect gesorteerd had wanneer I
men Duitsland's zware industrie niet
ontmanteld had om ze elders in W.
Europa tenkoste van veel Marshalldol
lars weer op ie bouwen.
En belangrijker misschien nog als ver
klaring: Europa was weliswaar arm,
maar wilde zijn gevoel van eigenwaarde
uit de oorlogschaos redden.
In een soort overcompensatie meende
de arme, maar rijpe Europese cultuur
mens dan meer te bezitten dan de rijke
„Homo Americanus". wiens eigen films
zo vaak het steeds weer dankbare ca-
ricatuur van de kauwgom-kauwende,
jitterbuggende Yank leverden.
Soms schrok Europa van vlammende
headlines in de Amerikaanse pers, die
vertelden dat men eigenlijk zijn dollars
weggooide: het eerste doel van de
Marshallhulp mocht dan aardig op weg
zijn naar verwezenlijking, elk resul
taat werd steeds weer in gevaar ge
bracht door allerlei voor Amerika on
begrijpelijke Europese tegenstellingen,
door kleinstaterij, door smal nationalis
tisch egoisme
Met alle jeugdige clan van een jonge
natie stormde Amerika op de problemen
van het oude Europa af: voor het eerst
werd de Amerikaanse mens, gevormd in
de oneindige continentale ruimte, gecon
fronteerd met vraagstukken van een
aantal naties, wier cultuur, in tegenstel
ling met de zijne, ontstaan was rondom
een binnenzee: de Middellandse Zee.
Een Europees'werelddeel, waar steeds
„de mens'' maatstaf geweest tvas der
verhoudingen: grootmaar niet verplet
terend, steeds in harmonie met de men
sen, die er woonden en het gestalte ga
ven.
Amerika was anders: in Amerika ken
den land en mensen elkaar niet in die
Europese intimiteit. Amerika kende geen
boerencultuur zoals Europa die kent.
Voor een Amerikaan ivas de aarde een
„aandeel", waarmee hij op de beurs za
ken deed, hij was eerst ondernemer, meer
zakenman dan boer.
De mens, de dorpen, de grote steden
lagen er verloren op dit ontzaggelijke
continent. Een continent-bovenmenselijk
in zijn geografische en klimatologische
verhoudingen en desondanks door
deze Amerikaan bedwongen. Een land,
waarvan hij hartstochtelijk hield en
waarvoor hij tevensbang ivas.
Aan de dagen, dat hij dit veroverde,
aan de „frontierperiod" dankt hij tot
op de dag van vandaag enkele karak
tertrekken, welke hem verschillend
maken van de Europeaan: deze pioniers-
dagen dankbaar onderwerp voor hon
derden rolprenten vol kruitdamp en rof
felende paardenhoeven schonken hem
o.m. de haast fanatieke overtuiging, dat
iedere mens gelijk is, dat allen gelijke
kansen moeten hebben: op deze voor
posten der menselijke penetratie, waar
de kieine pioriier geconfronteerd werd
met alle bovenmenselijke moeilijkheden
van klimaat, van de ongetemde ruige
ruimte, was weinig plaats voor de in
gewikkelde hiërarchische verhoudingen,
welke onze oude beschaving kenmer
ken.
Daar leerde men experimenteren, daar
inspireerden de moeilijkheden, de oog
slechts vermoede rijkdommen van het
voorland, daar kreeg de Amerikaan deze
ingeboren nieuwsgierigheid, deze frisse,
jeugdige zin voor het experiment, deze
gave om gauw ergens warm voor te
kunnen lopen, dit emotionalisme met
alle risico's daaraan verbonden al
die verschillen met de Europeaan, die
zijn culturele rijpheid o.m. betalen moest
met een steeds verder gaand econo
misch slijtageproces in zijn eigen oude,
wijze werelddeel.
HOGE COMMISSARIS WALTER J. ADMIRAAL ROBERT B. CARNEY
DONNELLY other side means business
jeugd ontzaggelijk belangrijk
GENERAAL MANTON S. EDDY
Interessant gesprek met voormalig
tegenstander
BOVEN op het dak van liet voormalige I.G. Farben-complex in Frank
fort oneeveer zo groot als het Rotterdamse GrootlianHf>L<r»Lr>,iw
In de school voor onderofficieren van de Seventh Army te Miinchen.
fort ongeveer zo groot als het Rotterdamse Grootliandelsgebouw
wentelt door dc lome loodkleurige middag een enorm radarscherm en tast
de lucht af.
In dit voormalige centrum van een der machtigste industriële kartels
zetelt thans Generaal Thomas T. Handy, plaatsvervangend opperbevelheb
ber der Verenigde Amerikaanse strijdmacht in Europa. Hij is rechtstreeks
verantwoording verschuldigd aan Ridgway, die namelijk niet alleen opper
bevelhebber van alle Europese NATÓ-strendkrachten is, maar tevens het
„U.S. European Command" heeft.
Alleen in geval van een noodtoestand zal dit laatste commando aan de
Franse maarschalk Juin worden
overgedragen, die centrale opper
bevelhebber is van alle geallieerde
strijdkrachten in Centraal Europa.
Onder Handy commandeert gene
raal Manton S. Eddy vanuit Heidel
berg alle Amerikaanse landeenheden
in Europa.
„De verhouding tussen de A/herikanen
en de Duitsers is „very good"", zei
generaal Eddy, „en ze wordt nog dagelijks
beter. In al de twee jaar dat ik hier ben,
ben Ik nooit beledigd.ik had zelfs laatst
een heel interessant gesprek met mijn
tegenstander uit de laatste oorlog..de
nieuwe Duitse soldaat zal een prima bij
drage leveren voor de Europese defensie,
en we hebben die bijdrage hard nodig.
Is dit de betrekkelijke simpliciteit van
het zuivere professionalisme? Is het „wish
ful thinking"? Andere waarnemers zijn
minder optimistisch.
De belangrijkste Amerikaanse leger
macht in Europa is het Amerikaanse 7e
Leger, dat ongeveer 18 maanden geleden
(Korea) naar Europa kwam.
Het omvat een 300.000 man in totaal: vier
infanteriedivisies, twee pantserdivisies.
Generaal Charles L,. Bolte commandeert
deze strijdmacht.
„We (hebben een overwicht door onze
atoomwapens", zei hij peinzend, „en verder
moet U bedenken, dat de sterkte van twee
legers nooit wordt afgewogen naar divisie
tegen divisie.... er zijn zoveel ontastbare
dingen..., het communisme is als een
amoebe.... telkens proberen ze weer, tel
kens moeten wij weer „Stop!" zeggen,
moeten wij hen duidelijk maken, dat ze
geen kans krijgen. Het stomste wat Ze ooit
deden, was het Westen samenbrengen in
een gemeenschappelijke afweerhouding..."
j Natuurlijk krijgt men weer een verhaal
als dat van de commandant der fameuze
Soldaten, dollars en cultuur
Maar reeds thans is het zonder meer evident, dat de Amerikaanse deel
neming aan de tweede wereldoorlog en alles wat daaruit voortvloeide, niet
alleen zuiver strategisch een feit van eerste grootte moet worden geacht.
Het ogenblik dat Amerika zijn vooroorlogse politiek van afzijdigheid en
isolationisme afzwoer, zal uiteindelijk van veel groter importantie blijken,
dan welk wapenfeit uit Eisenhower's „Kruistocht in Europa" (let op de'
veelzeggende titel!) ook.
Men kan deze ommekeer in de Amerikaanse politiek namelijk niet alleen
uitmeten in termen van militaire successen, evenmin in die van financiële
en militair-materiële steun, welke de Verenigde Staten na de oorlog aan
Europa schonken.
Meer nog dan in het aantal Ameri
kaanse divisies, dat Europa hielp bevrij
den, meer nog dan in het aantal dol
lars, dat na deze bevrijding door de Ame
rikaanse belastingbetaler geïnvesteerd
werd in de wederopbouw van dit uitge
plunderde en half in puin geschoten, ont
moedigde en vermoeide Europa, meer
nog dan in het aantal soldaten, dat thans
aan de Oostgrens van het zeer smal
geworden Europese avondland samen
met de Europese soldaat de wacht be
trokken heeft, zal de cultuurhistoricus
van morgen geïnteresseerd zijn in de ont
moeting tussen de twee uiteengegroeide
culturen, die door het lot der geschiedenis
weer tot nauwe samenwerking worden
gebracht.
Hij zal het fascinerende verhaal kun
nen schrijven over de eerste Europese
ervaringen van de „Homo Americanus"
(die uit de eerste wereldoorlog waren niet
meer dan een voorspel, abrupt afgebroken
na Versailles toen Amerika terugvluchtte*
in een zich niet met de oude wereld com
promitterend isolationisme), een hoofd
stuk, waarin zowel de Amerikaanse G.I.
in de besneeuwde Ardennenbossen rond
om Bastogne een rol zal spelen, alsook
Generaal Rice in het Palazzo Barberini.
Een nieuw hoofdstuk in de Europese cul-
^aar„ln de sPeech van George Cat-
c„iL^arS\haI1. zaI c°mpareren en het
„chorre „slang der Duitse frauleins die
™?"s 'n, ye, grotendeels herbouwde Frie-
drich Abertstrasse met al zjjn licht
reclames een Europees Frankfurter Broad
way de „Kaugummi Johnnies" van het
7e Amerikaanse Leger proberen te ver
leiden.
De cultuurhistoricus zal er het „U.S. go
home" in moeten verklaren op vele mu
ren in Frankrijk, en het ongeduld van het
Amerikaanse Congres, dat dit jaar Tru
man's buitenlands hulpbudget met ander
half milliard dollar verminderde.
Hij zal de diepste drijfveren moeten
ontdekken voor de weigerachtige, tegen
sputterende manier, waarop Amerika de
bijna alle menselijke fantasie te boven
gaande taak aanvaardde om alle vrije
landen te steunen tegen de dreiging van
het Communisme.
Hij 7.al illustratie-materiaal vinden in
de schoolopstellen wedstrijd over het
Marshallplan, waaraan Nederland mee
deed, en in het incident met de voor Rus
land gebouwde Deense tankboten, in de
debatten van de Franse kamer tegen
de Coca-Cola, en in het veel kalmere
gerucht om de „Antwoordman" in
de Nederlandse radio.
Hij zal de beschikking hebben over
een baaierd van milliarden-gelallen
over monsterwebben van felgekleurde
grafieken, en zijn blik zal glijden over
de West-Europese krantenkiosken (vol
Amerikaanse magazines) en de boek-
danks de politieke en economische
moeilijkheden
Men is niet zo heel veel wijzer ge
worden. maar onder het gesprek heeft
men- een ogenblik door het raam naar
buiten gekeken: daar, op de „Place de
la Concorde" stierf Marie Antoinette on
der de valbijl. Hier in deze ruime zaal
met de kristallen luchters en de ver
gulde stoelen, waar Mr Draper thans een
handels (vol dito pocketbooks). Waar
schijnlijk zal hp ergens een voetnoot
wijden aan Bikini-badpakken en Hawaii
overhemden, aan plastik en nylon en
aan de radio-programma's van „The
American Forces Network".
En zeker zal ook de figuur van Am
bassador Draper compareren.
In het „Hotel Talleyrand" 2 Rue St.
Florentin, Parijs, werkt de speciale ver
tegenwoordiger in Europa van de Ver
enigde Staten. Ambassadeur William H.
Draper.
Deze voormalige New Yorkse ban
kier, 58 jaar oud, academisch geschoold,
met iets pijnlijks in zijn bijna Oosters
olijfkleurig gezicht, is de hoogste Ame
rikaan in Europa. Zijn waakzame ogen
achter brilleglazen, die hem iets ver
moeids geven, lezen de rapporten uit alle
Europese landen, wanneer hij zjjn zware
zwarte wenkbrauwen fronst, kan dit on
geduld belangrijke consequenties heb
ben voor een der Europese MSA-landen. i
Mr Draper, die aan zijn pols nog het1
militaire naamplaatje uit de laatste oor- j
log draagt (hoogste oorlogsrang Gene-
raal-Majoor), is namelijk thans hoofd in
Europa van de „Mutual Security Agen- j
cy" (de Amerikaanse steunverlening,
welke onder druk van de Koreaanse oor
log de Marshallhulp verving, en thans
de wederopbouw der vrije landen steunt
met een nadruk op hun defensie-inspan
ning). Hij is tevens permanent verte
genwoordiger van de V. S. in de Noord-
Atlantische Verdrags Organisatie, de
NATO, die momenteel veertien vrije
Westerse landen over twee wereldzeeën
de Atlantische Oceaan en de Middel
landse Zee met elkaar verbindt.
Hij brengt rechtstreeks verslag uit
aan President Truman, zijn advies over
bepaalde Europese aangelegenheden uit
gebracht aan het Amerikaanse ministe
rie van Defensie over bepaalde Euro
pese defensie-aangelegenheden en zijn
rapporten aan het hoofd van de M.S.A.
in Amerika, Mr Harriman, komen rood-
omlijnd op de Amerikaanse regerings-
bureaux. Uiteraard zwijgt hij over het
halfjaarlijkse rapport aan Truman, dat
net in voorbereiding is, wanneer hij
ons ontvangt.
Hij zegt de gewone, vriendelijke, opti
mistische diplomaten-gemeenpiaatsen
Dat het de goede kant uitKaat met de
Europese integratie <in zijn rapport:
„Bestaande Europese handelsbeperkin-
ken en kartelovereenRomsten verhinde
ren intensivering van massaproductie
en het tot stand komen van een veel
grotere Europese markt") dat men 1 wachten, benut om de historische be.
reeds thans overal hoopvolle resulta- tekenis van dit in 1769 gebouwde heven,
ten ziet van de Lissabon-conferentie,huis te onderstrepen
welke met zo weinig optimisme werd Inderdaad, door het. raam het valien-
voorbereid dat zelfs riankrijk door.de hoofd van Marie Antoinette, in deze
het paraferen van de Europese Defen- kamer de „góut" van de Talleyrand, dan
sie Gemeenschap over. .zijn vooi'Qor- j Duitse Marinestaf onder de oorlog,' dan
grote nieuwe Amerikaanse nirenndi
n and» hh h al,leyTand zijn jicht. Hier
ten thde van 't wWe diPlomatenstrategie
dan hondena Wener Congres, dat meer
shst.e rlll geleden ook eens be-
rieze Ta lm K"roPa's aanschijn. En van
gebleven- ls een uitsPraak bewaard
"Messieurs, surtout pas de zêle
f uit.historisch gebouw hebben wü
twelve billion dollars uitgegeven om
Guropa te redden... twelve billion
twaalf milliard zegt de voorlich-
nngsfunctionaris van Mr Draper, Sidney
J' ine. wanneer hjj de enkele minuten,
nat wjj op „Mister Ambassador" moeten
delen tegenover Duitsland heenstapte
dat Amerika 700 millioen dollar aan mi
litaire orders heeft geplaatst in negen
N.A.T.O.-landen, waardoor niet alleen de
N.A.T.O.-defensiekracht wordt opgevoerd,
maar Europa ook dollars verdient
En tot slot: „Wanneer de spirit van
samenwerking blijft, heb ik het volste
vertrouwen in ,,a bright future" een
glanzende toekomst voor de groep, on- Sidney Fine niet.
de Franse communistenleider Thorez,
en dan de twelve billion dollars
Er volgt een goed geregisseerde stilte,
maar over die uitspraak van Talleyrand,
dat men waken moet tegen al te veel
ijver, dat men zich koel moet weten
los le maken van hetgeen men na
streeft. dat men afstand houden moet
van zijn object, daarover spreekt Mr
Het is niet alleen de Amerikaan
se manier om de dingen „nieuw
te zien, om de mouwen op te stro
pen en vastberaden en soms te
ongeduldig op allerlei Europese
problemen af te schrijden liet is
ook de Amerikaanse cultuur, die
hier geïmporteerd wordt welke
belangrijk voor het avondland is.
Vijftig millioen Europeanen stem
men volgens een conservatieve
schatting regelmatig af op de „Al-
lied Forces Network 't program
ma voor de Amerikaanse strijd
krachten in Europa, dat via zes
zenders, en 32 yelaiszenders niet
minder dan 13.1 uur per week in
de Europese aether is.
Met een typisch Amerikaans pro
gramma, dat voor niet minder
dan 67 uur uit populaire muziek
bestaat, en telkens negen uur re
serveert voor klassieke en wei
tiont"kn„Zij dit "et van radiosta-
RedNk»n tharï? elke Europeaan
r 11 LS„ktel °n sbows horen (op de
authentieke langspeelplaten), Mil
ton Berle, Ai Jolson en Blondie.
"onaerdderög uur per week spoe-
leh de golven van dit allertypiseht
sport Amerikaanse cultuur over
Europa, de commentaren van
diskjockies („Music in the Air" met
John Vrotsos is ook in Nederland
populair), en de drama's van Ho-
palong Cassidy, Roy Rogers en de
opwindende verslagen van de bijna
zes uur per week-sportuitzendin-
gen, Groucho Marx en Amos
Andy, alle stemmen van Ameri
kaanse zangers en zangeressen
tussen de warme weke stem van
Bing Crosby en het hysterisch hui
len van Johnnie Ray.
Met hun bondgenoten de film en
de magazines, de strips en in de
toekomst de televisie vormen deze
radio-uitzendingen mede de smaak
van een zeer brede groep Euro
peanen („for better or worse").
De AFN is ondergebracht in de
buurt van Frankfurt in een uit de
14e eeuw stammend oud slot. Wan
neer men deze klimopbegroeide
vesting der von Brunings door
loopt (boven op zolderkamertjes
worden de scripts géschreven),
vertelt men U dat vanuit dit kas
teel in de Middeleeuwen de Heren
von Bruning een ontzaggelijke in
vloed op de hele streek uitoefen
den.
Er hangt een kaart waarop al
deze zenders in het hart van'
West-Europa staan aangegeven:
een dicht net van stations tus
sen Bremerhafen en Berchtesga-
den, een spinneweb tussen Berlijn
en Frankfort.
Over heel West-Europa beluis
tert men de vertrouwde stem van
„This is the Allied Forces Net
work", een stem speciaal getest
op haar vertrouwen wekkend tim
bre en haar optimisme, in het oude
Europa het nieuwe Amerika intro
ducerend.
De invloed van dit oude slot is
veel groter dan ooit tevoren.
„Roll on 28th"-28e Divisie, generaal-maj.
Daniel B. Strickler, die ons in het roman
tische Cöppingen vertelde, hoe hij elke
Zondag kegelen ging met de Duitse dorps
notabelen, en er op wees, hoe men
met Kerstmis 1000 kinderen onthaald had,
en hoe tientallen Amerikaanse soldaten bij
Duitse burgers „Weihnachten" hadden ge
vierd. Maar een leger op vreemde bodem
wordt nu eenmaal door de betrokken be
volking altijd als een soort last gevoeld,
zelfs wanneer het uitsluitend is onder
gebracht in voormalige Duitse kazernes
(thans voorzien van alle Amerikaanse luxe
gemakken). 1
Gevaarlijker dan deze begrijpelijke ge
ïrriteerdheid Hjkt echter het feit, dat
sommige Duitse publicaties het erop aan
schijnen te leggen om Frankfurt als hoofd
kwartier van generaal Handy „Europees te
pousseren". Sommige bladen laten geen
gelegenheid voorbij gaan om op be
staande? opinie verschillen tussen Ridg
way en Juin te wijzen.
Op de schouders van de nieuwe Ameri
kaanse hoge commissaris voor Duitslar.
Walter J. Donnelly, zal de zware task rus-
ten om een weg te zoeken in de geheel
nieuwe verhoudingen welke er tussen
Duitsland, de Verenigde Staten en de rest
van West-Europa zullen ontstaan na de
eventuele ratificatie der Bonner ver
dragen.
Een slanke, goed geklede beroepsdiplo
maat, die elk woord peinzend afweegt en
zich telkens verontschuldigt door te zeg
gen, dat hij zijn functie nog zo recent van
McCloy heeft overgenomen.
Hij heeft veel met Nederlanders te
maken gehad, in Venezuela... „very nice
people". Voormalig journalist, reeds 29 jaar
in de diplomatie, zullen hem waarschijnlijk
vooral zijn ervaringen van de laatste twee
jaren toen hij Hoge Commissaris in Oos
tenrijk was, het nuttigst blijken.
Door officiële en minder officiële con
tacten leerde hij op de Weense bijeenkom
sten der grote vier ook de Russen kennen
slaagde er zelfs 'n nn n1en
in op* sommige wodka-
mens tot mens met hen te
parties van
spreken:
„Ze zoeken geen oorlog", zei hij pein
zend, „maar ze willen wél een wereld
revolutie. Hoe is dat te rijmen
„Gësteld dat de vroegere newspaperman
Donnelly de huidige Hoge Commissaris
Donnelly moest interviewenwaagden
wij tot slot, „wat zou hij dan vragen?"
Hij lachte, zei toen: „Een van de belang
rijkste dingen voor mij is de opvoeding van
de jeugd in een zuiver democratische geest
in alle landen,... misschien realiseren we
ons nog steeds niet hoe belangrijk die
jeugd is
Zelf heeft hij vier kinderen.
De cultuurhistoricus wacht over enkele
decennia een fascinerende taak. Eerst hij
zal m staat zijn de totale invloed van deze
a®0'uOnverholen nienwsgierige, franke en
semjnbaar zeer zelfverzekerde natie op het
oude Europa in duidelijke lijnen te schet
sen.
Een magere, 57 jarige Amerikaan,
admiraal Robert B. Carney „Miok"
voor z'n vriende heeft thans do be
scherming van het Middellandse Zeege
bied in zjjn droge harde handen ge
nomen.
Door de oudste wereldzee onzer bo-
Romeing' de "Ma» Nostrum" zoals de
Romeinen ze noemden ploegen thans
oorlogsbodems 'van de mach
tige Amerikaanse 6e vloot (alleen de
'e in de Pacific is sterker).
Carney commandeert echter veel meer:
i„ls onder generaal Ridgway opperbe
velhebber van alle NATO-strpkrachten
te land, ter zee en in de lucht voor Zuid-
Europa. Een tanige man, een man die
veel op bruggen gestaan heefl, met klei
ne felle ogen. Een man, die minder vrien
delijk lijkt dan zijn snelle Amerikaanse
welkomstgegrinnik doet vermoeden
Vanuit zijn gloeiend heet Napolitaans
hoofdkwartier bestudeert hij thans met
een scherp calculerende blik de strale-
gische- en onverbrekelijk daarmee ver
bonden politieke situatie rondom deze
zee, en begint na zijn officieel foto-
poseerjasje weer te hebben uitgetrokken
aan een merkwaardige monoloo"-
„Ik kreeg dezer dagen een brief van
een vriend van m n vader Hii schriift me
°ver bet wonderlpke leven, dat h«'leidïu
een actief, rnaap heel eenvoudig leven
vriÜpf inaom rHVriend' H« vindt" e'Wn
NhonsXn u de naluu!' van kleine
merkwaardig .be,!tud^en vogeltjes
se^aTn'a1 naar de foto van een krui*
l7(inn muur: dp kruiser „Denver",
en' vlimio' uFrdze stalen pantserpiaten,
drofe™, tC,ht ueen °Se"blik- Het is een
vel» f 'mla,ch' beetie PÜnlUk zoals
liikl „„rnfrikanen een beetje 'n pijn-
"Jka Sj mlach hebben,
ziin We m°£en niet ontevreden
j de landen doen hun bestkon-
veel meer doen niet alleen mi-
'la;r> maar ook in economisch opzicht
we moeten altijd tè hoog mikken anders
vallen we terug in oiïze zelfvoldaanheid.
Yan militair standpunt is het niet meer
9aa logisch, dat ook Spanje in de
A-A.T.O.-gemeenschap komt en .Toe-
go Slavië maar onthoudt, dat geeste
lijke kracht en vastberadenheid nóg be
langrijker zijn dan werkelijke machts
middelen ais we maar „goddamned"
vastberaden z(jn niet met ons te laten
sollen tpush around). De andere kant
„means business" dat is nou wel zeker
We moeten ze ernstig nemen
Hij en zjjn plus-minus 180 N.A.T.O.-
stafofficieren (als chefstaf heeft hij Ge
neraal James Gavin, de voormalige
commandant van de 82ste Airbonnc. die
hele goede herinneringen aan Nijmegen
bewaart) dragen allen een aparte bad
ge: de St. Marcusleeuw met de Bijhei,
woord ï'ax en het zwaard, ,ie syn,boIeii
van de sterke vredespolitiek, waarbij
deze Amerikaan („De aartspiraat van de
U.S. Navy „volgens de Russen) de mi
litaire leiding heeft in een gebied dat
de cultuur van de Europese mens ge-
horen zag worden: Alexandria en Athene-,
Jeruzalem en Rome. En het kleine stadti
Bethlehem.