MEVROUW STEENBERGHE-ENGERINGH f WAAROM NAM VALDEZ STAD NIET IN? Een BEDRIJFSCHAP voor de Steenkolenmijnindustrie WINTERDIENST BIJ DE NED SPOORWEGEN DE RAMP DER MISSIE VAN NANGOLOLO IN PIAM MEMORIAM DE HEILIGE VAN DE WEEK DONDERDAG Pionierster van de Katholieke J 'rouwenbeiveging PAGINA 6 ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952 3 October 15 74 Leiden ontzet maar en eenvo KATHOLIEKE BOND VAN BLOEMISTWINKELIERS Dr L. v. d. MEERENDONK ONDERSCHEIDEN rinkepang Electrificatie lijn Arnliem-Zutplien belangrijkste feit NIEUWE POLITIEKE PARTIJ IN ITALIË Oplossing puzzle HOGE BEKRONING VOOR NEDERLANDSE ROOS CORRESPONDENT] E-ADRES POSTBUS 8, HILVERSUM. was draagster van de .Erekruis ,,Pro Ecclesia et Pontifice en Bene Merenti en officier in de ordè van Oranje-Nassau. Dinsdagmorgen om half'elf zal in de Utrechtse kathedraal aan de Lange Nieuvv- straat een plechtige H. Mis van Requiem voor haar zielsrust worden opgedragen, waarna het stoffelijk overschot wordt bij gezet in het familiegraf te Soesterberg. met overtuiging spreken, omdat de Prins de dijken van Nieuwe Maas en Hollandse IJssel liet doorsteken, krachtens de leuze: „Liever verdorven land, dan verloren land!" Prof. Fruin zegt: „Liever verdorven land dan verloren vrijheid!" Want kwam Lei den te vallen, dan zag het er voor Nêer- lands vrijheid hachelijk uit! Daarom liever bijna heel Zuid-Holland onder water dan Leiden af Ie staan. Toen nu de nood in de benauwde staa op z'n hoogst gestegen was, en de Zeeuwse admiraal Louis de Boisot Admiraal Één oog! met zijn platboomde vaartuigen de uitgchongerden te hulp kwam: WAAROM HEEFT FRANCISCO VAL- DEZ TOEN GEEN BESTORMING GE LAST Van Spaans standpunt was dit toch ver kieslijker dan het veld te ruimen voor Boisot en zijn vinnige Zeeuwen? „OP DIE VRAAG WEET IK GEEN VOLDOEND ANTWOORD TE GEVEN", stelt professor R. FruirT. Valdez' soldaten verweten hun aanvoer der, dat hij zich voor twee honderdduizend guldens had laten omkopen. Een beschul diging zonder grond! Anderen, dat hij, uiteindelijk, toch nog op overweldiging gehoopt had. Ook zonder de minste grond! De Franse wijsgeer Pascal heeft eens ge zegd: „Le coeur a ses raisons, que la raison ne connaït pas!" „Het hart heeft zijn rede nen, die de rede niet kent!" „Hart-elijke" beweegredenen zouden Valdez van bestorming, plundering, enz. hebben doen afzien. Zijn genegenheid tot een Haagse, deftige joffer, Magdalena Moons, met wie hij, later, misschien is getrouwd. Maar ook hier steekt de nuchtere ge schiedschrijver een spaak in het wiel „Zou hij het ter liefde van Magdalena Moons verzuimd hebben? Ik kan het niet geloven!" (Fruin) Zulke prozaïsche gerechten als haring en hutspot, het Leidse menu voor 3 Octo ber, laten er zich ook moeilijk mee ver enigen (Van onze Utrechtse redacteur). f De Katholie'^e Vrouwenbeweging is in rouw. Want ondanks haar eenvoud een van de grootsten uit haar gelederen j heeft voor altijd het werk neergelegd en is God rekenschap gaan afleggen van de wijze, waarop zij haar talenten heeft ge- bruikt. Na een ernstige ziekte van enige maanden is namelijk de eminente pionier- ster van de Katholieke Vrouwenbeweging, mevrouw P. A. F. Steenberghc-Engeringh i nog vrij onverwacht, op 77-jarige leeftijd, in het St Antoniusziekenfcuis te Utrecht j overleden. Mevrouw Steenberghe is niet alleen de oprichtster geweest van de Federatie van Katholieke Vrouwenbonden in Nederland en van de Utrechtse diocesane organisatie, maar dertig jaren lang droeg zij het zware presidium van de Internationale Unie van Katholieke Vrouwenbonden. Eerst in Mei van dit jaar, toen de Unie haar secretariaat van Utrecht naar Parijs verplaatste, legde zij het presidentschap neer, dat haar door Z. H. de Paus feitelijk tweemaal was op gedragen. Van 1912 af had zij toen onaf gebroken haar krachten aan de Katholieke vrouwenbeweging gegeven Toen wij mevr. Steenberghe bij een be- «oek op haar 75ste verjaardag zij werd 10 April 1875 te Utrecht geboren vroegen, hoe haar liefde voor dit werk was ontstaan, antwoordde zij: „Och, dat is eigenlijk heel eenvoudig in zijn werk gegaan. Mijn kinderen gin gen naar school, het was in 1912 en toen dacht de vicaris-generaal van het Aarts bisdom, mgr B. A. de Wit, dat ik wel licht tijd over had om hem te helpen met de oprichting van een katholieke vrouwenbond. Sedert een jaar of tien was ik in Utrecht lid van de Voogdijraad en eigenlijk voelde ik veel meer voor dit practische sociale werk. Maar tenslotte ben ik gezwicht en de rest weet u". Een van deze kinderen is, zoals men Vreet, oud-minister mr M. P. L. Steen berghe. Hoe zij ondanks de groei van haar jaren toch nog actief bleef en midden in de tijd stond, bleek ons enkele jaren geleden, toen wij 't voorrecht hadden een vraaggesprek met haar te mogen voeren in „Huize Cunera" aan de Nieuwe Gracht te Utrecht, waar zij de laatste jaren woonde. Het was verrassend, met welk een scherp inzicht deze nog zo vitale vrouw, die de leeftijd Ier sterken reeds was gepasseerd, de moei lijkheden van de na-oorlogse tijd doorzag. Zij onderkende de gevaren, die voor ons katholieken in nieuwe internationale orga nisatie-vormen gelegen waren, waarbij zij bijzonder het oog gericht had op de Wereldgezondheidsraad. Op tal van inter nationale conferenties, te Rome en Fri- bourg vooral, maar ook op andere plaat sen, liet zij haar wijs waarschuwend woord tegen het moderne heidendom horen er: tekende zij het ideaal van de katholieke vrouw. Was zij vroeger de vertegenwoor digster van 36 millioen katholieke vrouwen bij de Volkenbond, na de oorlog whs zij haar woordvoerster bij de „Ecosoc" van de UNO, de wereldorganisatie voor opvoeding en sociale verheffing met haar speciaal statuut voor de vrouw. Mevrouw Steenberghe is ook ruim twintig jaar voorzitster geweest van de St Paula- stichting in Utrecht, welke nauw samen werkt met de R.K. Vereniging tot Be scherming van Meisjes en had tevens zit ting in het internationale bestuur van deze organisatie. Nog vorig jaar heeft zij veel inspannend werk verricht met de voor bereiding van de „Conférence des Presi dents", die toen in Utrecht plaats had. Zij (Van onze correspondent). Het Mijnstatuut zal in verband met de wet op de bedrijfsorganisatie vervallen. Daarom heeft de Mqnindustrieraad zich in overeenstemming met de wens van de regering beraden over de opstelling van een nieuw Mijnstatuut. De Raad liet zich daartoe voorlichten door een commissie, waarin zoveel mogelijk alle groeperingen uit het mijnbedrijf waren vertegenwoor digd. Deze commissie heeft samenstelling, taak en bevoegdheden van de Mjjn- industrieraad en van de andere in het Mijnstatuut genoemde organen opnieuw overwogen in het Jicht van de wet op de bedrijfsorganisatie en getoetst aan de sedert 1945 opgedane ervaring. Gisteren behandelde de MIR het rapport der commissie met het daarbij gevoegde ontwerp van wet tot het instellen van een bedrijfsschap voor de steenkolenmijn industrie. Dit ontwerp sluit zoveel moge- De jongedames gingen dikwijls wande len langs het strand der zee. Daar kon je een bootje huren om te gaan varen. Maai de meisjes hadden nog nooit gezeild. Er gingen dus mensen mee, die zeilen kon den. De ene heette Jan en de andere Jaap. Het waren leuke jongens, die schik had den op zee. Nu, de prinsessen óók. Toen dat een tijdje geduurd had, gingen ze naar de koning. „Vader", zei Marja, „ik wou graag met Jan trouwen. Dan kan ik iédere dag fijn gaan zeilen!" „En ik met Jaap", zei Ria. De koning vond de namen niet erg fijn, Jan, Jaap; waren er geen jongelui met mooiere namen? En dankonden ze alleen maar zeilen? Wie moest dan de kost verdienen? Hij liet de jongens roepen. „Jan", zei hij, „jij moet vuur meebrengen in een papie ren zak. En Jaap: wind, verpakt in papier. Als jullie dat kunnen, zijn jullie handige jongelui. En dan mogen jullie met mijn dochters trouwen". Sakkerloot, dat was een moeilijke zaak, vonden de jeugdige schippers. Maar ze gingen toch op weg. Overal vroegen ze en vroegen ze. De mensen schudden het hoofd. Vuur in papier? Bestaat niet. Ver pakte wind? Nog veel minder. „De koning wil zijn dochters houden: daarom laat hij jullie zoeken naar iets wat met kan", zeiden de mensen. Ten laatste kwamen de jongelui in een groot woud. Daar woonde een vrome, oude man. „Kan ik iets voor u doen?", vroeg hij aan Jan en Jaap. Ze vertelden, wat ze moestqn zoeken. De kluizenaar schonk Jan een lampion met een brandende kaars. En Jaap een waaier. Toen moest de koning zich gewonnen geven. Mevrouw SteenbergheEngeringh is overleden. Nooit meer zal ze onze lieve gastvrouw zijn in haar stille, hoge ka mer aan de Utrechtse Nieuwe Gracht. Kort geleden nam zij afscheid van de Katholieke Vrouwenbeweging en de Paus schonk haar, om haar Zijn grote erken telijkheid te tonen, een amethysten sier- kruis. Dertig jaar lang was zij presi dente geweest van de Union Internatio nale des Ligues Féminines Catholiques. Reeds vijf jaar geleden vond zij zelf, dat het nu wel gedaan kon zijn. Maar er was geen plaatsvervangster en daar om wilde de Paus, dat zij nog blijven zou. Doch nu heeft de Heer van alle le ven beslist, dat het genoeg was en Hij heeft haar eindelijk de rust gegeven, die haar op aarde niet was gegund. Toen in het begin van de vorige eeuw de vrouwenbeweging in alle landen van Europa nog jong was, was zij bijna uitsluitend in feministische en socialisti sche handen. Mede daaraan is liet te wijten, dat de emancipatie van de vrouw onder de Katholieken een slechte naam had. Maar de vrouwenbeweging, die haar wortels zo diep in de eeuwen had, kon onze Katholieke vrouwen niet voorbijgaan. Het was mevrouw Steen bergheEngeringh, die reeds voor de oorlog 1914-1918 presidente werd van de Nederlandse Federatie van Katholieke Vrouwenbonden. Reeds in dit schuch tere begin deed zij haar werk goed, zó goed, dat haar faam doordrong tot Rome. En zo kon het gebeuren, dat 'zij op een zomerse dag in 1922, toen zij niets vermoedend bezig was in de tuin van haar landgoed te Soesterberg. telegra fisch het bericht ontving, dat zij door de Paus zelf was aangesteld tot presidente van de Union Internationale des Ligues Féminines Catholiques. Daarmee was het voorgoed gedaan met het, rustige leven. Voortaan moest zij beschikken over een wereldwijde be langstelling. In tal van internationale besturen moest zij zitting nemen. Zij droeg mede de zorg voor de katholieke meisjesbescherming, de katholieke film en de katholieke radio. Zij ging spreken in binnen- en buitenland. Zij, die niet op gevoed was om aan de weg te timmeren. Met een stille glimlach kon zij vertellen van grote congressen en vergaderingen in het buitenland, waar zij voor velen voor bisschoppen en prelaten zelfs moest spreken over het goede recht van de vrouwenbeweging. In 't begin placht, zij te reizen in het gezelschap van haar echtgenoot. Maar toen hij was gestor ven, ging zij alleen, zo ver en zo dikwijls. Met de H. Vader besprak zij de vele pro blemen tot welker oplossing ook haar inzicht het zijne moest bijdragen. Zij mocht het tenslotte beleven, dat de Union ook in de UNO stem kreeg Wat. het meeste opviel in deze kleine en grijze vrouw, die altijd vriendelijk en rustig en beheerst was, is misschien wel het feit, dat zij haar inmense verant woordelijkheid dragen kon, zonder er zich aan te vertillen. Nooit was zij ge haast en er was toch altijd zo verschrik kelijk veel werk, dat afgedaan moest worden. Nooit was zij ongeduldig en er waren er toch zo velen, die een beroep op haar deden. Nooit deed zij gewichtig en haar werk was toch van mondiale betekenis. Nooit heeft zij getracht haar niet-krachtige stem imponerend en vol te maken. Zij imponeerde bijna ondanks zich zelf. Nooit was het haar aan te zien, hoe vermoeid ze soms geweest moet zijn. Talloze problemen, die het gezin en het leven van de vouw raken, Te Utrecht vond de oprichtingsvergade ring plaats van de Ned. Kath. Bond van Bloemistwinkeliers. Door de voorlopige ledenvergadering werden als voorlopige bestuursleden aangewezen de heren M. v.rt. Brule jr, Rotterdam, Janssen-Geurts, Til burg, Van Drie, Amersfoort en Koomen, Hilversum. Het secretariaat zal voorlopig worden waargenomen door de heer H. No tenboom, Jan van Nassaustraat 10, Den Haag. Aan het voorlopig bestuur werd opge dragen een grote ledenwervingsactie te beginnen en de concept-statuten nader uit te werken. Twee vertegenwoordigers zul len worden aangewezen om zitting te ne men in het bestuur van de Katholieke Bloemistenvakbond. De bond is aangeslo ten bij de Vakventrale van de Ned. Kath. Middenstandsbond en via de Katholieke Bloemistenvakbond bij de Kath. Ned. Boe ren- en Tuindersbond. God geve haar nu de rust, waarvan zij wist, dat die op aarde haar deel niet kon zijn. In Te. Naar wij vernemen, heeft Z. H. de Paus dr L- v. d. Meerendonk te Horst wegens zijn grote verdiensten op het terrein van dé katholieke gezondheidszorg benoemd tot ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote. De onderscheiding werd aan dr v. d. Meerendonk, die sinds het overlijden van dr L. Veeger waarnemend voorzitter is van de Nationale Federatie „Het Wit- Gele Kruis" en die ook een groot aandeel heeft in de leiding van het R- K. Lim burgse Groene Kruis", uitgereikt door de hoogeerw. deken van Horst in aanwezig heid van vertegenwoordiger» van het na. tionale Wit-Gele Kruis en het Limburgse Groene Kruis- Door electrificatie volle uur- dienst ArnhemZutplien In de FransDuitse oorlog van 1870, ontmoette een Duits leger van 33.000 man een Frans, dat 80.000 man sterk was. De Duitsers hadden Vionville veroverd; de Fransen probeerden de plaats te herove ren. Om zich tegen de overmacht te kunnen handhaven, zond de Duitse generaal de ruiterij in het vuur, kurassiers en lansiers, de befaamde Ulanen. Met ware doodsver achting keerden ze zich tegen de vijand. De kogels hielden verschrikkelijk huis onder hun gelederen: bijna vierhondero Duitse ruiters bleven op het slagveld. De Duitse generaal gaf toen order het regimentssignaal te blazen. De trompetier, Pinkepang genaamd, zette het instrument aan zijn mond. Er kwam slechts een hart verscheurende klank uit: het koper bleek doorschoten. Het was, alsof het instrument klaagde over al die gesneuvelde, jonge kerels. In de vallende avond trokken de Duit sers zich terug. Twee dagen later 18 Augustus werden de Fransen nabij Gra- velotte beslissend verslagen. Pinkepang's trompet werd, als herinne ring aan dit geweldigste ♦uitergevecht der 19e eeuw, in het legermuseum te Halber- stadt bewaard. De man zelf, invalide ge worden, stierf enkele jaren na de slag. Een nieuwe partij heeft haar intrede gedaan in het Italiaanse politieke leven, namelijk de „Italiaanse democratische partij", die volgens de uiteenzetting door haar oprichters „trouw aan de idealen van de monarchie" wil zijn. Eén der op richters, Giannini, heeft reeds eerder de leiding gehad van de op het einde van de oorlog opgeriohte, doch inmid dels weer verdwenen „Partij van de ge wone man". In de kringen van de nieu we partjj schijnt men te rekenen op gpoedige vertegenwoordiging in de re geringscoalitie. Knollentuin de roos getroffen over rozen de bloemetjes buiten een doorn in 't oog geen gras over groeien te hooi en te gras hoge bomen vangen veel wind onkruid naald bomen naalden lork verliest z'n naalden loofbomen bollen voor de tulpen knollen voor crocussen geen katje om zonder handschoenen aan te pak ken. Een welriekende, oranje-goudgele roos, in binnen- en buitenland gepatenteerd, verwierf te Aalsmeer op 23 September j.l. als de mooiste roos der tentoonstelling de gouden medaille en een ereprijs. Deze roos kreeg de naam van „Tawny Gold". Op de jaarbeurs, de Sankt Erisksmassan te Stockholm, was „Tawny Gold" even eens de clou der expositie. Vorige week vertelden we iets over de Woensdag". Deze week zullen we 't over de Donderdag hebben. „O, die is naar Donar genoemd, de Dondergod. Wodan heette z'n vader", valt Wout me in de rede. Niet gek, Wout. Je hebt wel eens gekkere dingen beweerd. En ik wil wel aannemen ook, dat je gelijk hebt. Alleenhele knappe meneren, bij wie vergeleken je oude meester niks iskennen óók een andere oplos sing. „Donderdag" naar „Donar"? Best mogelijk. Maarmisschien heel gewoon naar ons woord: don der! „Donderdach (heet) na Jupiterre, omdat hi donren (onweren) dede verre!", staat ergens geschreven. Jupiter is de naam voor de opperste godheid bij de heidense Romeinen. „Jupiter tunans" „Dondergod"; on weer en bliksem stonden onder zijn gezag. Nu noemden die oude Romei nen de Donderdag: „diës Iovis", „dag van Jupiter" (denk maar aan het Franse: jeudi), de Domler-god, en, volgens sommigen, dankt Donderdag daaraan zijn naam. Hoog in het Noorden noemden ze Donar: „Thor". Zweden, Denen en Noren spreken dan ook heel getrouw over „Torsdag" (de g hoor je niet). Dn Engelsen hebben het over: „Thursday", een hoogst enkele maal over „Thunderday", maar dat is nu wel verouderd. Een heel dik woor denboek,' zoals we hier in Nederland niet kennen, tekent daarbij aan: „Thursday" is de dag van: Thor. Je ziet wel. Wout, er zit eventjes meer aan vast. Prof. dr Oppermann stelt heel kort: „Donnerstag" heeft de naam van Jupiter tegen „Donar", de Germaanse god, ingewisseld. Daar mede lijkt ons deze kous wel af. Wie was nu die Thor-Donar? De president van het luchtruim. Die le zeggen had over mooi weer, of lelijk weer; over wind of regen; over don der en bliksem. Een zeer geducht heer dus. Zijn paleis „Bilskirnir" (let terlijk: bliksemend lichtend) telde maar eventjes 540 zalen. Thor's wa gen was bespannen met twee bok ken, beide minder zachtzinnig van gemoed. De ene heette Tanngniost, dat wil zeggen; Tanden-knetteraar. De andere Tanngrisnir, en dat bete kent: Tanden-knarser. Tot de wapenrusting van Thor be hoorde de hamer: Mjoelnir, de Ver- pletteraar! Deze hamer kon Thor alleen maar hanteren, wanneer hij z'n ijzeren handschoenen aan had. Voorts beschikte hij ook nog over een gordel, die zijn kracht verdubbelde. Oeroude eiken werden Thor toe gewijd. Nooit deerde hen Thor'» ha mer, die steeds weer vanzelf tot d* god terugkeerde. Te Oud-Upsala had hij een fraaie tempel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 6