West du it se liberalen gevaarlijke koers varen gaan v VOOR DE ARMEN GRATIS GRILLIGE GRIEP ACCESSOIRES: GESCHIKTE CADEAUX Holle frazen, die aan twintig jaar geleden doen denken De Belgen als walvisvaarders Programma voor meer dan de helft uitgevoerd Mogelijkheden voor natuur rubber in de Ver, Staten Ziekenfonds premie weer verhoogd Utrechtse studenten speelden „Les gueux au paradis" Griep is geen verkoudheid Tegengestelde meningen VRIJDAG 28 NOVEMBER 1952 PAGINA 13 Twee kwaden.... BRUSSEL: Respectabele prestaties Bekende geluiden Het blad is overigens gespecialiseerd in het7,campagncs tegen Nederland. Dit alles berbaast niemand, die weet dat de leiding er van in handen is van een politieke schreeuwlelijk als de heer Zobelmann. eertijds propagandachef van Konrad Henlcin en vooraanstaand Hit- Ieriaaos jeugdleider. Daarnaast figuren' in Middelhauves propagandaeentraie man- ren als Goebbels' rechterhand Hans Fritzsche. die in Neurenberg de strop ont liep: als Hitlers stadhouder in Denemar ken, Best, en als de leider in de politieke schoiing van de NSDAP. Diewerge. Het wroeten van deze oude bekenden heeft de partij tot nog toe geen windeieren gelegd: veel stemmen u't de met nazismetten be laste volksdelen cn veel geld van die industriëlen, die gaarne „de dwaze her senschimmen" uit de wereld gebannen zien als waren „de Krunps en de Thys- sens, de Flicks en de Haniels kanonnen- makers geweest" (geciteerd uit „Die Deutsche Zukunft"). Kluchtige en soms ontroerende vertoning t A. Strategische voor raad-vorming in de V.S. Griep is een infectieziekte Mysteries bij vaccinatie tegen griep VERSOBERING ECHTER OOK VOOR DEZE ARTIKELEN PAKISTAN VERHOOGT JUTEPRIJZEN Minder optimistische mening Alle vorige records worden gebroken WERELDPRODUCTIE VAN OLIENOTEN NIEUWE WESTDUITSE UITVOERLIJST SEM DRESDEN (Van onze correspondent) BONN, November De liberalen hebben in Duitsland sedert 1 ange tijd aanspraak gemaakt op een grotere invloed in dr Adenauers kabinet. Zij meenden de argumenten daarvoor te kunnen putten uit de goede zetten, die zij lange tijd op de politieke roulette hebben gedaan. Bijna alles wat er in de laatste twee jaren aan stemmingen is geweest, heeft hun winst gebracht. De liberale heren die onverbloemd pochen op hun anticlericale instelling en die op bun jongste congres feller dan ooit tegen de religieuze school zijn van leer getrokken zonden in de toekomst gaarne de heide te vergeven gewichtige ministerposten gaan bezetten. Dr Franz Bluecher, thans vicekanselier en partijleider, vindt zichzelf de aange wezen figuur om buitenlandse zaken op zijn schouders te nemen. Maakte hij zich niet tot nationale held toen hij een paar jaren geleden met veel vertoon wegliep uit een Dusseldorpse vergadering van het inmiddels gesneefde gezagsorgaan voor de Roer? En een der jongste en ijdelste liberalen, dr Erich Mende, zou kennelijk wel graag minister van defensie worden. Niet voor niets beijvert hij zich sedert lang als spe cialist in verdedigingszaken en als pleit bezorger van de nog zittende oorlogsmis dadigers. De liberalen hebben bij hun laatste beraad niet nagelaten aan deze aanspraken nog eens met veel nadruk te herinneren. De Keulse industrieel Von pellenberg. ook bekend van het Straats- "Ui'gse parket, smeet bij die gelegenheid niet alleen een juichend „Anticlericalis- rne? prachtig!" de zaal in, maar hij vond ook, dat de lankmoedigheid der liberalen tegenover dr Adenauer al lang te ver was gegaan. De bondskanselier kon het in de Bondsdag nu eenmaal niet zonder de libe ralen stellen en deze laatsten moesten van die dwangpositie gebruik maken om hun zin door te zetten. Het ziet er dus naar uit, dat de heren zich krachtiger willen laten gelden. Daar om loont het temeer de moeite na te gaan, wat men aan deze vleugel van de Duitse politiek in de toekomst zal hebben. De gelegd en hebben daardoor een paar be hartigenswaardige vingerwijzingen gege ven. De waarnemer moet op grond daar van beginnen met zich af te vragen, of hij voortaan nog wel van liberalen zal spreken en of het niet beter is op het schip der „vrije democratische partii" een vlag te zetten, die de lading dekt. Een nationale, of zo men nog duidelijker wil zijn: nationalistische vlag! Want in de partij heeft zich zojuist een staatsgreep voltrokken, die de echte Duitse liberalen veel zorgen baart en die door vrijwel geen enkel Duits orgaan in betekenis is onderschat. In de partij is een heftige strijd uitgevochten tussen de liberalen van de oudé stijl uit Hamburg, Stuttgart en Berlijn en de nieuwelingen, die erop uit zijn een brede rechtse volks beweging te ontplooien. Gezeten op door de Roer-industrie wél uitgedoste rosser., hebben de nieuwe „Duitse nationalen" de liberale stellingen in galop genomen. De partijleider in de Roer, dr Middelhauve, beeft zichzelf in de opperste leiding ge nesteld. Niemand twijfelt eraan of zijn ellebogen zijn krachtig genoeg om de rest te doen! Hij hanteert bovendien het nim mer falende wapen van de partijkas: bijna driekwart van de inhoud daarvan wordt gefourneerd door de Roer-baronnen. Het ziet er naar uit, dat de échte liberalen nu spoedig tussen twee kwaden heren hebben zojuist hun kaarten op tafel zullen moeten kiezen: de partij te ver- (Van onze correspondent). BRUSSEL, Donderdag. BELGIë HEEFT „BEZOEK" ge kregen van niet minder dan twee walvissen tegelijk, een heer en een dame. De „dame", die mevrouw Haroy heet, is een vinwalvis van maar liefst zes-en-zestig ton, die in September van het vorig jaar ter hoogte van de Noorse Kaap Haroy werd gevangen. Na het dier plusmi nus zevend duizend liter formaline te hebben ingespoten, om het cadaver zo lang mogelijk tegen bederf te be waren. heeft men het op speciale wagons geladen, om er een rondreis door Scandinavië. Duitsland. Zwit serland, België en wellicht nog andere landen mee te maken. Een Nederlander en een Belg hebben zich als menagers over „het beest" ont fermd en hopen er een flinke stuiver aan te verdienen. Dit laatste oogmerk koesterden ook enkele Noren, die in September van dit jaar ergens ten Noorden van Drontheim een mannelijke vinwal vis aan.... de harpoen sloegen, die zij Jonas noemden. Jonas, die „maar" vijf-en-vijftig ton weegt kreeg even- eens een formaline-in- spuiting en werd in het ruim van een schuit neergelaten, die, hoe kon het anders, van de zijde van Noren, „Viking" heet en zich langs de Belgische rivieren en kanalen voortbewoog. Jonas kwam te Brussel, waar schoolkinderen en andere nieuwsgierigen van heinde en verre hem kwamen bewonderen. Bijna was uit die dubbele aanwezig heid in dit land een walvis-oorlog ontstaan, niet onder de bevolking, maar tussen de managers van de beide grote bezoekers, die er een onderlinge concurrentie in zagen en over processen spraken. Enfin, dat was hun zaak en liet het publiek onverschillig. Toen wij een paar weken geladen lazen, dat pe Nederlandse walvis vaarder „Willem Barend'"' voor de zevende maal op vangst is uitgetrok ken. ziin wij eens gaan onderzoeken, of de Belgen ooit iets op 't gebied van walvisvangst hebben gepresteerd. In een studie van Albert de Bur- bure de Wesembeek, een specialist op maritiem gebied, vonden wij daar omtrent interessante gegevens, die. aan de hand van talrijke historische documenten, aantonen, dat er in België reeds gCUWGn Skieden walvis- vaarders waren. De Burbure zegt zelfs dat van de negende t0t <3e negentiende eeuw bijna onafgebro ken door Belgen aan jacht op wal vissen werd gedaan. In de archieven van het stadie Nieupoort, die als bij wonder aan de vernielingen van talrijke oorlogen zijn ontsnapt, bevinden zich de tot nóg toe oudst bekende documenten betreffende de walvisvaart. Het zijn grafelijke octrooien uit de veertien de eeuw, die aan West-viaamse reders vergunning geven om walvis sen te vangen. Om daartoe over te gaan moesten de schepen toen niet zoals dat thans wèl het geval is naar verre zeeën varen. Hun bujt leefde op grote schaal langs de kusten van Schot land. En zelfs in de Noordzee Dit laatste wordt ondermeer bewezen door het feit dat tijdens een gewel dige storm die op 12 November 1403 langs de Belgische kust woedde, niet minder dan acht walvissen, van vijf- en-vijftig voet lengte, op het strand van Oostende werden geworpen. Zij werden door de inwoners afgemaakt die er hst vet en de olie uithaalden. In het in 1596 bij Plantijn gedrukte boek Flandria Merchantus kan men lezen, dat in die tijd herhaaldelijk walvissen in die stad strandden. Wal- vissenvlees maakte daar trouwens deel uit van de voeding. Zo zegt de geschiedenis, dat op het huwelijks- festijn van Karei de Stoute met Margaretha, te Brugge 'n kleine wal vis in zijn geheel werd opgediend In het jaar 1577 kwam een meer dan zestig voet lange walvis t0t aan Antwerpen. Het monster werd be schreven en uitgetekend door de be roemde chirurg Ambroise Paré. In 1711 drong een kleine walvis tot zelfs tot Dendermonde door In de haven van Oostende liepen op 1 Mei 1605 twee Brugse walvis vaarders binnen die de ene naar Groenland en de andere naar de Spaanse kusten op jacht moesten gaan. In die periode gaf de walvis vangst in België aanleiding tot een ware nijverheid. Zelfs in het hart van Wallonië, te Ath, werden volgens archiefstukken walvissen „bewerkt". Bij het sluiten van de vrede van Munster, in 1663. raakten Vlaamse zeelieden, die op te Oostende uitge ruste kaperschepen hadden gediend, werkloos. Zij vroegen en bekwamen het uitrusten door de overheid van walvisvaarders. In Mei 1665 vertrok met dit doel een schip uit Brugge naar Groenland. Verschillende Bel gische walvisvaarders liepen in Aug. 1687 te Oostende binnen, na een vruchtbare en overvloedige vangst. Rond 't jaar 1700 kwam er een in zinking in deze nijverheid, omdat te hoge rechten op de olie werden ge heven. Toen drie-en-twintig jaar la ter de Indische Compagnie, ook Oostendsche Compagnie genaamd werd gesticht, deed zich een kleine opleving voor. In 1727 werd te Nieupoort de „Keizerlijke en Konink lijke Compagnie voor Walvisvangst" in 't le ven geroepen en rond dezelfde +ijd kwam te Brusge een andere der gelijke compagnie tot "stand met Groenland als visbasis. 5RSCHILLENDE SCHEPEN wer den door deze laatste uitgezon den. Alle keerden te Oostende terug. Eén enkel daarvan, de „St Michiel" had niet minder dan twee honderd vaten olie aan boord, af komstig van zes door één zelfde schip gevangen walvissen. Met de andere was het evenwel minder goed ge steld. Een deel van het kapitaal was verdwenen en de onderneming werd geliauideerd. Een jaar tevoren had een zekere Jean de Schonamille van keizer Karei VI toestemming bekomen, om rond Groenland en elders walvissen te vangen. Oostende was het centrale punt van bewerking voor deze onder neming. Een tyd lang waren de resultaten goed doch daarna kwam ook daar een inzinking. Men liet zich echter niet ontmoedi gen. Tn 1771 vertrok uit Brugge de ..Maria-Adrlaïde". met zeven stuk ken geschut aan boord, naar de zee- engte van Davis. Zij keerde terug met een grote hoeveelheid olie. Een tweede schm ging het jaar daarna dezelfde Davis-weg op. Ook de ..Maria Adelaide" deed nog een vaart mee, maar alle tWee kwamen met lege ruimen terug en de rederij drong niet verder aan. In 1730 en in 1775 werden, resp. te Bi-uege en (p Luik nieuwe maat schappijen opgericht, doch ook deze kenden weinig succes. In de zeventiende eeuw liepen nog walvisvaarders te Oostende en te Brugge binnen. Zelfs onder het Hol lands regiem waren er hier nog ondernemende mannen die zich voor (1° walvisvaart interesseerden. In 1839 bouwde Cockerill een walvis vaarder voor reken-no van p„n Luikse maatschappij. Tn 1849 kocht P©n an dore onderneming een driemaster, do I5„prnon". voor walvisvangst in d» Zuidelijke zeesn. Een andere dr'e- master, de ..Oceania", die te Ant- we-nen was gebouwd voer in de zelfde 'richting. Nóg laW. in 1899. rustte de Belgische Poolreizig->,. baron de Gerlache de Gommerie ziii Beleiea" uit als walvisvaarder In d° Noordelijke IJszee en in tiet daaron volgende iaar. wilde hii d° Kergue- len-e!]and°n als operat'eveld kieren doch de Franse overheden verzetten zich tegen dat plan. In 1912 legden Antwerpenaren drie walvisvaarders in de vaart, met een schin voor bewerking ter nlaatse. Het laatst bekende initiatief dateert van het jaa- '929. met twee schenen van elk 9006 ton. Ongelukkiger wijze daalde de priis der walvi"- olie op dat moment tnt zó laag pep dat de rederij het niet kon volhouden en haar schepen verkocht. Zoals men ziet. hebben de Belgen als walvisvaarders in de loop der eeuwen een niet te onderschatten rol gespeeld. Het is dus niet meer dan recht, dat de walvissen na zo vele eeuwen lang door Belgen in hun verre zeeën te zijn ongezocht, thans eindelijk een paar gedelegeerden sturen om zich aan de Belgen in hun eigen land eens te laten zien. I laten of de nationalistische ontwikkeling verder mee te maken. Van de Stuttgartse minister-president Reinhold Maier en zijn Zwabische volgelingen kan men het eerste verwachten. Maier heeft zich met bril- lante scherpte verdedigd tegen de Rijn landse opvatting als zou de vijand linies staan. Voor hem komen de politieke ge varen van de zo roerige en nog zo sterk in een jong verleden gewortelde rechtse groepen. Een basis van samenwerking schijnt daarmee niet meer te bestaan. De andere oude partijleiders als Blue cher en de Hamburgse dr Schaefer heb ben weliswaar getoond, dat zij de gevaren van de nu betreden weg zien, maar zij hebben geen ander heilmiddel gevonden dan de nieuwlichters wat stroop om de mond te smeren. De verdere ontwikkeling ligt nu wel voor de hand: zij zullen vroeg of laat capituleren en de heer Middel hauve zal dan alleen baas zijn. Wat deze nieuwe krachtfiguur in de Duitse politiek heeft aan te bieden, ziet er zo weinig liberaal, vrij en democratisch uit, dat men betwijfelen moet of hij een welkome aanwinst voor de liberale inter nationale zal zijn. Beter kan men zeggen, dat het door zijn partij uitgegeven week blad „Die Deutsche Zukunft" in deze reeds een negatief bescheid heeft gege ven. In dit weekblad wordt al lang een toon aangeslagen, die aan de inmiddels verboden S.R.P. doet terugdenken en die niet veel onder doet voor de recente „ontsporingen" van Duitse generaals. Omringd door deze garde stevent Mid delhauve nu aan op een eensgezinde rechtervleugel. De reeds langer op het zelfde vlak opererende „Duitse Partij" (ook een regeringspartner) wil hij op een of andere manier ook aan zijn wagen haken. Lokvogel daarbij is het aan Fritzsche toegeschreven „Duitse program", welks geest volgens échte liberalen wordt gekenmerkt door het feit, dat het woord „democratie" er geen enkele maal in voor komt. Nu, Middelhauve heeft terstond dit ver zuim goed gemaakt: hij heeft beloofd, dat de nieuwe heren toch een democratie wil len en wel een.. „Fuehrungsdemokratie". Het program sluit meteen ook een aanval op de geldende grondwet in, die geheel in oude nazitrant zodanig ge wijzigd zou moeten worden, dat de bondspresident v eer het parlement naar huis zou kunnen sturen. En met de landelijke regeringen, waarin ehristelij- ken en socialisten nog zoveel houvast hebben, moet het ook al uit zijn| Alles bijeen biedt dit werkstuk een verzame ling van holle frazen, die het twintig jaar geleden ook al zo goed deden en die zoveel echo vonden op het Duitse onderbewustzijn. Om het zakje vol te maken, hebben zittende liberale ministers er ook nog een paar graag geziene nationale duiten in gedaan door overvloedig te gewagen van „Sehnsucht" naar „das Reich" en van de nieuwe taak, weggelegd voor Pruissen. Want Pruissen moge dan weinige jaren geleden door de geallieerden plechtig ont bonden zijn verklaard, zijn vlag wappert weer boven het „liberale" kasteel. En dr Adenauer mag er ondanks zijn anti-Pruis- sische instelling geen hand naar uitsteken, want vooreerst kan hij de gunst van z. jn zo bedenkelijk afglijdende coalitiegenoten niet ontberen. Met ingang van 1 Januari 1953 wordt de premie voor verplicht-verzekerden ingevolge het Ziekenfonds>?nbesluit ver hoogd van 3,8 tot 4 pet van het loon in de zin van de Ziektewet. Daar de premie voor de helft ten laste komt van de arbeider en het maximum dagloon thans 14 gulden bedraagt moet van genoemde datum af op het loon 2 pet tot ten hoogste 28 pet per dag. 1,68 per week, of 7,28 per maand worden inge houden. De tonelisten van het Utrechtse stu dentencorps hebben in samenwerking met hun zusteren van de Utrechtse vrou welijke studenten /ereniging gisteravond in de stadsschouwburg „Les gueux au Paradis" van de Vlaming G. M. Martenz in de bewerking van André Obey ge speeld. De bekende Franse toneelschrij ver o.m. van^ „De ark van Noach op de wateren". W(j kunnen ons voorstellen dat Obey zich tot het stuk aangetrokken heeft gevoeld omdat het nu en dan de zelfde heerlijke naieveteit uitspreekt van grote mensen die een beetje slecht op passen maar toch een kinderlijk geloof bezitten. Evenals in het st.uk va;. Obey zelf gaan de dramatis personae vertrou welijk met God urn, zoals dat in de sfeer van het goede Vlaandereuland past. Obey heeft in zijn versie ook enkele liedjes, door een viertal vagebonden te zingen, ingelast, waardoor enige scenes heel aar dig aan elkaar verbonden werden, die ons zeer hebben bekoord. De vertaling van A. E. Greidanus welke fris en pittig is, heeft zich bi.i de;Nederlandse woorden aangepast, terwijl bepaalde eigenaardig heden van de Vlaamse taal gehandhaafd bleven, waarvan de uitspraak echter meestal gekunsteld klonk. In het eerste bedrijf met de herberg waar Boule en Rzetie de afspraak maakten om voor St Nicolaas en St. NicOdemus te gaan spelen had de actie weinig vaart en trof men niet de juiste toon, maar beide hoofd figuren leverden een voortreffelijke pres tatie toen zti in hel en hemel verzeild raakten. Ook daarna waren zij goed op dreef. Een voortreffelijk duo dat. bli het kluchtige waar het te pas kwam ook w:-st. te.ontroergn. Zowel het verhliif in de hel met het keurig ballet d.er dui velen als het tafereel voor de poort van het paradijs waar Maria een krachtig pleidooi voor de twee mensenkinderen uit. Vlaanderen houdt; welke mooie mo noloog helaas te veel onverstaanbaar was omdat het leuke spontane optreden van een klein meiske hilariteit verwekte, wa ren uitstekend geënsceneerd. Dit is een novelle van de vroeg gestorven Egyptische schrijver Mohammed Taimur, wiens werk een sterk sociaal aspect ver toonde. Hij werd iti 189S geboren en stierf in 1920. Mohammed Taimvr is een der grondleggers van de moderne Egyptische letterkunde. DE duisternis over de stad verdichtte zich steeds meer, in een nacht vol sterren, sereen en zwijgend. Er heerste overal een bijna grootse stilte. In de huizen sliepen de mensen. Alleen dokter Ali Bey was nog op. Hij zat aan zijn schrijfbureau en schreef en schreef en schreef. Hij be vond zich alleen in zijn stu- duurkamer, doch het leek alsof er 'n vriend naast hem stond, die hem de woorden dicteerde. In werkelijkheid luisterde hij echter, al schrij vend. naar de stem van zijn geweten. Hij moest op dit late uur wel werken, omdat hij de volgende ochtend de eerste bijeenkomst van Egyp tische medici presideren zou, waarop hij, als een vooraan staand geneesheer, een bij zonder belangrijke lezing zou houden over de plichten van de medicus, een lezing, die hem de sympathie zou doen verwerven van zijn collega's en de bewondering van het gewone volk, maar vooral van de armen. Daarom schreef dokter Ali Bey tot diep in de nacht. Af en toe hield hij even op en keek dan neer op de vellen papier voor zich. Hij peinsde en nam dan de pen weer ter hand, alsof hij een degen hanteerde en de woorden op het papier wilde priemen. De pen symboliseerde dan de medicus, zoals deze in zijn goedheid, eerlijkheid, sociale rechtvaardigheid, zijn werk in het algemeen de gemeen schap diende, als een rapier dat gehanteerd werd ter ver dediging van de verdrukten- Opeens sloeg de klok mid dernacht- Hij bracht een hand aan het voorhoofd. „Is het reeds twaalf uur?" verweet hij zichzelf. Ten hoogste tijd om te gaan slapen en nieuwe krachten te verzamelen voor de dag van morgen! Maar mijn lezing is nog niet geheel gereed en ik moet mijn ope ningsrede nog fatsoeneren. Ik moet voortmaken! Aldus tot zichzelf sprekend, nam hij de pen weer ter hand. Hij begon zijn lezing met: Ja, mijne heren, de medische wetenschap is als een fontein- Een fontein, welke weidaden om zich heen verspreidt. Aan deze fontein kunnen de armen zich laven, want de goede genees heer helpt hen gratis. De medische wetenschap redt ook de armen van de dood. Ze is als Allah's paradijs, dat eveneens alle mensen van goeden wille zonder onder scheid laat binnengaan.^ de arme en de rijke, de geluk kige en de ongelukkige. De geneesheer moet juist tegen over de armen zijn plicht van dienaar der mensheid ver vullen Dr Ali Bey werd geheel vervuld van medegevoel met de armen en de zinnen ont vloeiden in steeds patheti scher vorm aan zijn pen. Toen hij gereed was. boog hij 't hoofd en gaf zich over aan idealistische mijmerin gen omtrent de verhevenheid van zijn beroep. Hij woonde in de inboor- Üngenwijk van Cairo, een wijk, waarin het van arme mensen wemelt, zoals het trouwens in heel Egypte van arme, doodarme mensen wemelt. Hun leed had hem diep getroffen en onder zijn naambordje naast de grote deur van zijn huis had hij een ander bordje laten schroeven waarop stond: gratis voor de armen, van 7 tot 8 uur 's morgens. Dat „gratis voor de armen" stond in elegante letters ge schreven en wanneer de armen er langs kwamen, loofden ze de goede dokter Ali Bey, die zich over hen ontfermen zou, als ze ziek werden. Er schitterde dan in hun ogen een blij licht. Er was vreugde in hun harten en de vreugde der armen is een der grootste gaven, welke Allah het mensdom geschonken heeft. Dr Ali Bey mijmerde voort. Ik heb nog vergeten te zeggen, dat diezelfde avond in de inboorlingenwijk een arme vader in een kleine, bedompte kamer naast het ziekbed van zijn enige zoon zat. Hij zat daar volgens de gewoonte van het volk met gekruiste benen en luisterde met een gebroken hart naar de zware ademhaling van zijn kind- Een dokter had hij niet aan het ziekbed kunnen roepen, want hij bezat geen geld, om hem te betalen. De toestand van de zieke jongen verergerde zienderogen. De vader ken zien, dat het ein de naderde. Wenend kwam de moeder terug van een vergeefse tocht door de stad. Ze had wat vers fruit willen kopen, doch het was al zo laat en de fruitventers had den zich te slapen gelegd. De vader steunde zijn ge bogen hoofd met zijn handen. Hij zag, hoe zijn kind de dood tegemoet snelde. Plot seling schudde zijn vrouw hem door elkaar. „Maar heb je dan vergeten, dat die goe de dokter Ali Bey de armen gratis helpt?" vroeg ze- „Vlug, loop naar hem toe en smeek hem hier te komen, opdat hij onze zoon redt! Loop snel en klop zo hard mogelijk op de deur. Hij zal medelijden hebben en komen, al is het middernacht. Loop er vlug heen, verlies geen minuut! Onze zoon zal blij ven leven, dank zij de goede dokter Ali Bey. De vader «en echtgenoot sprong op. snelde naar het huis van dokter Ali Bey en klopte aan. Een, twee, drie keer. Ten langen leste werd de deur door een neger bediende geopend- „Wat wil je, zo laat?" vroeg de neger verstoord. „Ik zou graag de dokter Ali Bey willen spreken, ant. woordde de wanhopige vader. ..De dokter heeft het erg druk. Hij kan niemand ont vangen en heeft me gezegd, geen mens bij hem toe te laten. Heel uitdrukkelijk". „Maar mijn zoon sterft..." „De dokter kan niemand ontvangen, onder geen en kele voorwaarde", zei de negerbediende. En hij wierp de deur hard voor de neus van de arme man dicht- Door het raampje riep hij hem nog toe: „Heb je dan niet gelezen, dat de dokter de armen alleen van 7 tot 8 des morgens helpt?".... Enkele straten verder viel een arme man de late voor bijgangers lastig om een aal moes. Een politieagent be trapte hem en arresteerde hem. „Het is niet mijn ge woonte. te bedelen", zei de arme man, „maar ik moet geld hebben, om de dokter te betalen vcor mijn stervende zoon". „Praatjes", bromde de po litieagent, „je gaat mee na.ar het bureau". Toen de vader de volgende dag ontslagen werd, vond hij thuis z'n zoon dood. Op het eerste congres der Egyptische medici hield de bekende medici dr Ali Bey tegelijkertijd een indrukwek kende toespraak over de verheven taak der genees heren, die te allen tijde klaar moeten staan, om ook de armen te helpen. (Van onze medische medewerker) Het grillige najaarsweer dit jaar geeft in overvloed grillige beelden van verkoudheid te zien, maar heeft daar doorheen griepgevallen lopen, die al even grillig zijn. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is bij een patiënt zo direct uit te maken of we een verkoudheid of een griep voor ons hebben is er toch een enorm groot verschil. Naar dollarwaarde gerekend, heeft Amerika het programma voor het aan leggen van strategische voorraden voor meer dan de helft uitgevoerd, aldus wordt in een verslag ran een commissie van het Congres medegedeeld. Het voorraadprogramma omvat 75 grond stoffen. Van 20 zijn de gestelde doelen bereikt, terwijl voor 26 grondstoffen be vredigende contracten zijn afgesloten. De afleveringen voor deze groep hebben een bevredigend verloop, zodat de be nodig ie hoeveelheden binnen de gestelde tijd be reikt zullen kunnen worden. Voor vijf andere grondstoffen, waar de aanbodspu- sitie kritiek van is, zijn vervangingsmid delen ontwikkeld. De resterende 24 grond stoffen geven nog moeilijkheden; op ver schillende wijzen wordt getracht toch de gestelde doelen te bereiken. Als gevolg van de staking in de Ame rikaanse staalindustrie zal de staalpro- ductie voor dit jaar tot ongeveer 95 mii- lioen ton dalen. Verliezen in de alumini- umproductie in het N. W. van de Ver. Staten en in de Tennessee-vallei hebben de mogelijkheid van een enigszins aan zienlijke uitbreiding van het aluminium- aanbod in gevaar gebracht. De kopersi tuatie is beter dan sinds het uitbreken van de oorlog in Korea het géval was. Het is echter nog niet mogelijk gebleken weer hoeveelheden van enige betekenis aan de voorraden terug te voegen. Het grondstoffenplan zal tot ver in 1953 door gevoerd worden. Het driejarig programma voor de defen sieproductie van 8 88 milliard per jaar, is volgons het rapport van de Congres commissie bijna voor de helft voltooid. Door he>' Congres werd sinds Korea 8 129 milliard voor militaire uitrusting toege wezen. Voor 8 4J milliard vonden reeds afleveringen plaats, terwij! nog 8 go mil liard aan orders uitstaan. Voor 28 mil liard zullen nog orders toegewezen wor den. Het tempo der afleveringen stijgt ge leidelijk. Midden 1953 zal waarschijnlijk een totaal van 3.6 milliard per maand behaald worden, tegenover 8 2.7 milliard per maand bij de aanvang van het defen sie programma. Verkoudheid ontstaat door verminderde weerstand van het lichaam, waardoor z.g. commensalen de gelegenheid krijgen in de weefsels te dringen. Commensalen zijn bacteriën, die op slijmvliezen van mond, neus, keel, luchtpijp, darmen en urrine- wegen e.d. leven zonder de mens schade te berokkenen. Deze bacteriën ruimen een deel van het slijm op en zijn te beschou wen als nuttige gasten. Ze missen de kracht om het slijmvlies te passeren en zodoen de het lichaam binnen te dringen. Wan neer echter de mens kou vat, d.w.z. wan neer zijn lichaamstemperatuur even onder het normale daalt, vermindert de weer stand van de slijmvliezen en krijgen de anders onschadelijke gasten de kans bin nen te komen. Is het zo ver dan gedragen zij zich als parasieten en reageert ook ons lichaam op deze invasie, m.a.w. een ontste king van het slijmvlies ontstaat, waardoor afweerstoffen gevormd worden en witte bloedlichaampjes gemobiliseerd worden om de indringende micro-organismen on schadelijk te maken. In het ene geval is het een ontsteking van het neusslijmvlies, in 't andere geval van de blaas enz. Dit hangt soms af van individuele gevoeligheden. De ene mens krijgt bij kouvatten altijd een ontsteking van zijn luchtpijp, de ander een neusverkoudheid en weer een ander een blaasontsteking. Is verkoudheid in eerste instantie een kwestie van verminderde weerstand en eerst in tweede instantie van de soort van bacterie, bij griep hebben we met een typi sche infectieziekte te maken. De besmet telijkheid staat hier op de voorgrond. Griep komt als een epidemie over een streek ter wijl in ons land ook geregeld verspreide gevallen worden waargenomen. Het ziektebeeld is wisselend. Veelal is er bü een algemeen gevoel van ziekzijn en koorts pijn in spieren en gewrichten. Ont stekingen van de luchtwegen, zowel van neus als longen, zijn gewoon. De pols ban merkwaardigerwijs langzamer zijn dan men bii de verhoogde temperatuur zou ver wachten. Ook andere vormen komen voor. Zo zien we de laatste tijd de z.g. gastro- intestinale vorm, ook wel buikgriep ge naamd; hier overheerst de misselijkheid die in braken kan overgaan, al of niet ge paard met diarrhee. De diagnose is practisch alleen tijdens een epidemie te stellen omdat anders aan dan van de hoeveelheid in het bloed. Onlangs is na vaccinatie bij de mens aan getoond, dat er ook antistoffen in het neusslijm komen, hetgeen het vertrouwen in de vaccinatie enigszins versterkt. In plaats van een vaccin tegen één stam te gebruiken, een z.g. monovalent vaccin, kan men ook een vaccin tegen meer stam men tegelijk bezigen, een z.g. polyvalent vaccin. Het resultaat van de vaccinatie kan men nagaan door 'n paar weken daar na de hoeveelheid antistoffen in het bloed te bepalen. Veel liever wil men het resul taat maar direct in de practijk getoetst zien. Dit kan b.v. door vergelijking van het percentage influenzagevallen bij de gevaccineerden en bij daarmee vergelijk bare groepen van niet-gevaccineerde per sonen. Het Instituut voor Preventieve Geneeskunde te Leiden heeft onlangs een dergelijke vergelijking gepubliceerd. Gebleken is, dat 57 pet. van de bedrijven, waar met polyvalent vaccin was gevacci neerd, een duidelijk verschil in de ziekte percentage ten gunste van de vaccinatie laten 2ien. Eenzelfde resultaat werd slechts bij 37 pet. van de met monovalent vaccin ingeënte bedrijven bereikt. Dit is een ver rassende uitkomst omdat het monovalente vaccin bestond uit de stam, die de epidemie verwekt had en men dus een veel groter een bacteriële maagdarminfectie gedacht wordt. Zoals men weet wordt griep niet door eén bacterie maar door een ultravirus nl. een influenzavirus veroorzaakt. Er zijn de laatste jaren tientallen verschillende soorten van influenzavirus ontdekt. Dit is practisch van betekenis omdat het gelukt is vaccins te bereiden waardoor de mens gevaccineerd kan worden zodat hij wat meer immuun te maken is voor de griep- infectie. Wanneer men op de hoogte is van de soort, die tijdens een komende griep epidemie zal heersen, weet men met welke stam men tijdig kan vaccineren. De We reldgezondheidsorganisatie heeft een soort griepmeldingssysteem, waardoor men te voren gewaarschuwd is welke stam te ver wachten is. Door de vaccinatie met een influenza- stam wordt- de hoeveelheid antistoffen tegen deze stam groter. Uit onderzoekingen met proefdieren is gebleken, dat de mate I resultaat had verwacht, van onvatbaarheid meer afhankelijk is van Zo blijven er nog veel raadsels bij de de hoeveelheid antistoffen in het neusslijm griep en haar bestrijding bestaan. SINDS enkele dagen sneeuwt het in Parijs. De sneeuw blijft op de daken liggen maar de straten zijn in een ommezien veranderd in een modderpoel. Nu is er niets waar de Parisiennes zo be vreesd voor zijn als sneeuwwater. „Een ruïne voor de schoenen", verzekeren ze en waar de overschoenen vandaan komen is onbegrijpelijk, want het sneeuwt hier nagenoeg nooit, maar die vreselijke dingen worden op het ogenblik in groten getale gedragen. Sommige dames lopen nog met de degelijke ouderwetse overschoenen van vroeger, terwijl anderen moderne sneeuw- schoencn dragen en enkelen de plastic hoezen, die uit Amerika ingevoerd wer den. Alle modellen zijn zeldzaam lelijk en maken zelfs de kleine Franse voeten plomp en grof. Stellig hebben de Parijse schoenmakers zich nooit voor overschoenen geïnteres seerd want anders hadden ze wel elegante modellen gecreëerd, evengoed als ze dit tijdens de oorlog voor de schoenen met houten zolen deden. Gerust kan dan ook gazeg-d worden, dat de overschoenen de enige accessoires zijn die het „artisinat" in Parijs toch zo talrijk niet de moeite waard vond om iets moois van te maken. Toch staat Parijs bekend om zijn kunst ambachtslieden, die van accessoires, on verschillig of hef tassen, fantasiebijoux, schoenen of handschoenen betreft, werke lijk luxe voorwerpen weten te maken, waar de Amerikaanse dames even verzot op zijn als de Frangaises zelf. De accessoires spelen nu eenmaal een grote rol bij het toilet en de Parisiennes hechten enorm aan goede. Ze hebben daar dikwijls vrij grote bedragen voor over, ook al zouden ze het niet jn haar hoofd men. De tassen b.v. hebben hoe langer hoe meer een onzichtbare sluitmg of als deze zichtbaar is, dan moet zij t0ch zo min mogelijk de aandacht trekken. Maar leer en afwerking zijn voortreffelijk; dat is het eerste waar de Parisienne naar kijkt. Materiaal en afwerking moeten al tijd goed zijn. onverschillig welk acces soire het betreft. Zo is een éeharpe of een carré altijd van echte zijde en met de hand omzoomd. Ook de handschoenen hebben haast geen garnering meer. zelfs geen naden boven op de hand. Als ze gegarneerd zijn dan is het aan de pols. Maar de dames verkiezen meestal eenvoudige wasbare zwarte zeemleren handschoenen. Dit alles brengt met zich mee dat nog nooit zo op de kwaliteit en afwerking is gelet als op het ogenblik en dat wat druk doende accessoires ouderwets aandoen DINY K.—W. Platte boxtas met zilveren sluiting. (Model Henry a la Pensee) halen zich bij de haute couture te kleden. Nu Kerstmis in aantocht is maken de winkels nog meer werk van dergelijke artikelen dan anders, want ze zijn bij uit stek geschikt voor cadeaux. Opvallend is hoe die accessoires niet aan de algemene versobering van het damestoilet ontyo- De Pakistan Jute Board heeft de mini mum exportprijzen voor mill-firsts" met i 5 per ton tot £86 per ton verhoogd. De prijs van de „export-forsts" werd met 3 verhoogd tot 76 per ton. De minimum- exportprijzen voor tossa-variëteiten zijn eveneens verhoogd. Medegedeeld werd, dat de prijsverhoging met ingang van Maan dag j.l. van kracht is geworden en tot doel heeft zowel de handelaren als de telers te steunen. Het Engelse ministerie voor grondstof- fenvoorziening heeft met ingang van Woenscdag j.l. de prijzen voor lange jute met 5 per ton verhoogd, met overeen komstige wijzigingen voor cuttings en ge- importeerde hessians. De prijzen van ge- importeerde zware goederen worden iets verlaagd. De Amerikaanse marktwaarnemers zijn hel; niet eens over de toekomstige mogelijkheden voor het verbruik van na tuurrubber in de Verenigde Staten. Do rubberdeskundig© van de „.Journal of Commerce" heeft dezer dagen een op timistisch gestemd artikel geschreven en er de aandacht op gevestigd, dat de Ame rikaanse rubberverwerkende industrie in September weer iets meer belangstelling voor het natuurproduct toonde, hetgeen bleek uit het feit dat het verbruik van natuurrubber in September naar verhou ding 2 groter was dan in de vooraf gaande maand. Volgens deze deskundige is het zeer waarschijnlijk, dat de consumptiestatis tieken over de maand October opnieuw een slijging yan het verbruik van natuur rubber te zien zullen geven. Deze voor spelling is gebaseerd op het huidige ni veau van de prjjs van natuurrubber, dat dit product min of meer concurrerend met synthetische rubber maakt. Verder is de afzet van natuurrubber van min dere kwaliteit in de Ver. Staten de laat ste lijd merkbaar toegenomen en wordt vernomen dat de fabrikanten van het rubbermengsel, dat gebruikt wordt voor het opnieuw bekleden van autobanden, tegenwoordig een voorkeur beginnen te vertonen. Waarnemers geloven, dat deze laatste factor beschouwd moet worden als een aanwijzing van veranderende ver- truikstendentie, zo schrijft de „Journal of Commerce". De eveneens goed ingelichte „Wall Street Journal" schrijft daarentegen, dat natuurrubber waarschijnlijk nog goedko per zal moeten worden om een toene ming van het industriële verbruik te sti muleren. Dit blad merkt op, dat het ver bruik van natuurrubber in de Ver Sta ten in September nog steeds slechts 60% vormt van het verbruik van synthetische rubber, terwijl de verhouding in Januari 1950 juist andersom was. Volgens het blad achten de fabrikan ten geen grote ommekeer waarschijnlijk voordat de prijs van natuurrubber in vol doende mate is gedaald om de kosten van het omschakelen der machines op de ver werking van natuurrubber te compense ren. „Wall Street Journal" spreekt voorts de verwachting uit, dat de voorgenomen verkoop van de fabrieken van syntheti sche rubber, welke thans zoals bekend is, in handen der Amerikaanse regering zijn, z.al leiden tot een bespoediging van de verbetering van het synthetische pro duct, hetgeen uiteraard in het nadeel van het natuurproduct zal zijn. Indonesische rubberdeskundigen, door H. I, Aneta naar hun mening over deze aangelegenheid gevraagd, verklaarden, dat zij geneigd jvaren het eens te zijn met het minder optimistische oordeel van „Wall Street Journal". Deze deskundigen geloven, dat wan neer de prijzen zich op het huidige peil handhaven, de toeneming van het ver bruik van natuurrubber nog enige tijd zal aai houden. Zij merken in dit verband ecf p, dat de wet telijke voorschriften ge; here toeneming van het verbruik da: 175.000 ton per jaar toestaan. Op ii ogenblik bedraagt het Ameri kaanse verbruik 450.000 ton per jaar. Overigens vestigen zij er de aandacht op. dat de Amerikaanse regering in vorige jaren ongeveer 300.000 ton natuurrub ber per jaar aan haar strategische voor raad toevoegde, en dat dit programma thans voltooid is. Mocht de toeneming van het verbruik van natuurrubber dooi de Amerikaanse industrie aanhouden, dan zal deze ontwikkeling in hoofdzaak niet meer zijn dan een compensatie voor de Aziatische producenten van de beëindi ging der Amerikaanse bevoorradingsaan kopen. De Indonesische deskundigen beoorde len de afzetmogelijkheden voor natuur rubber in de naaste toekomst derhalve minder vunstig dan de Journal of Com merce. Zelfs in geval van een verdere daling van de prijzen van natuurrubber achten zij het te betwijfelen, of een toe neming van de Amerikaanse vraag de In donesische producenten in staat zal stel len redelijke winsten te maken. Volgens de president van de Good Year Tyre and Rubber Comp. zal het Ameri kaanse rubberverbruik volgend jaar alle vorige records breken. De bandenpro ductie zou de hoogste van de vijf laatste jaren worden. Het jaar 1953 zou met een productie van 100 millioen banden op een na het beste jaar in de geschiedenis van de onderneming zijn. Slechts het jaar 1947 gaf een hogere productie te zien; er moest toen n.l. een zeer grote na-oorlogse vraag ingehaald worden. Volgens de president zal volgend jaar he' rubberverbruik voor 58 pet betrekking hebben op synthetische rubber en voor 42 pet op natuurrubber. Het Amerikaanse ministerie van land bouw heeft in een verklaring voorspeld, dat de wereld-olienotenproductie over 1952 10.200.009 (short) ton zal bedragen. Hoewel deze productie slechts 1 pet beneden die van 1951 ligt, is het de klein ste productie sinds 1945. Het West-Duitse ministerie van Econo mische Zaken heeft een nieuwe lijst goe deren gepubliceerd, die slechts met spe ciale vergunning uitgevoerd mogen wor den. De nieuwe ljjst, die met ingang van 1 December a.s. ingaat, omvat ongeveer 500 artikelen minder dan de vorige. De heer Sem Dresden heeft bedankt als directeur van het bureau der stichting ..Jeugd en muziek". De heer Dresden heeft medegedeeld dat hij dit besluit heeft genomen uit „technisch-organisatorische overwegin gen".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 13