West du it se liberalen
gevaarlijke koers varen
gaan
v
VOOR DE ARMEN GRATIS
GRILLIGE GRIEP
ACCESSOIRES: GESCHIKTE CADEAUX
Holle frazen, die aan twintig jaar
geleden doen denken
De Belgen als walvisvaarders
Programma voor meer dan de
helft uitgevoerd
Mogelijkheden voor natuur
rubber in de Ver, Staten
Ziekenfonds
premie weer
verhoogd
Utrechtse studenten
speelden „Les gueux
au paradis"
Griep is geen
verkoudheid
Tegengestelde meningen
VRIJDAG 28 NOVEMBER 1952
PAGINA 13
Twee kwaden....
BRUSSEL:
Respectabele
prestaties
Bekende geluiden
Het blad is overigens gespecialiseerd in
het7,campagncs tegen Nederland. Dit
alles berbaast niemand, die weet dat de
leiding er van in handen is van een
politieke schreeuwlelijk als de heer
Zobelmann. eertijds propagandachef van
Konrad Henlcin en vooraanstaand Hit-
Ieriaaos jeugdleider. Daarnaast figuren'
in Middelhauves propagandaeentraie man-
ren als Goebbels' rechterhand Hans
Fritzsche. die in Neurenberg de strop ont
liep: als Hitlers stadhouder in Denemar
ken, Best, en als de leider in de politieke
schoiing van de NSDAP. Diewerge. Het
wroeten van deze oude bekenden heeft de
partij tot nog toe geen windeieren gelegd:
veel stemmen u't de met nazismetten be
laste volksdelen cn veel geld van die
industriëlen, die gaarne „de dwaze her
senschimmen" uit de wereld gebannen
zien als waren „de Krunps en de Thys-
sens, de Flicks en de Haniels kanonnen-
makers geweest" (geciteerd uit „Die
Deutsche Zukunft").
Kluchtige en soms ontroerende
vertoning
t A.
Strategische voor raad-vorming in de V.S.
Griep is een infectieziekte
Mysteries bij vaccinatie tegen
griep
VERSOBERING ECHTER OOK
VOOR DEZE ARTIKELEN
PAKISTAN VERHOOGT
JUTEPRIJZEN
Minder optimistische mening
Alle vorige records worden
gebroken
WERELDPRODUCTIE VAN
OLIENOTEN
NIEUWE WESTDUITSE
UITVOERLIJST
SEM DRESDEN
(Van onze correspondent)
BONN, November
De liberalen hebben in Duitsland sedert 1 ange tijd aanspraak gemaakt op
een grotere invloed in dr Adenauers kabinet. Zij meenden de argumenten
daarvoor te kunnen putten uit de goede zetten, die zij lange tijd op de
politieke roulette hebben gedaan. Bijna alles wat er in de laatste twee
jaren aan stemmingen is geweest, heeft hun winst gebracht. De liberale
heren die onverbloemd pochen op hun anticlericale instelling en die op
bun jongste congres feller dan ooit tegen de religieuze school zijn van leer
getrokken zonden in de toekomst gaarne de heide te vergeven gewichtige
ministerposten gaan bezetten.
Dr Franz Bluecher, thans vicekanselier
en partijleider, vindt zichzelf de aange
wezen figuur om buitenlandse zaken op
zijn schouders te nemen. Maakte hij zich
niet tot nationale held toen hij een paar
jaren geleden met veel vertoon wegliep
uit een Dusseldorpse vergadering van het
inmiddels gesneefde gezagsorgaan voor de
Roer?
En een der jongste en ijdelste liberalen,
dr Erich Mende, zou kennelijk wel graag
minister van defensie worden. Niet voor
niets beijvert hij zich sedert lang als spe
cialist in verdedigingszaken en als pleit
bezorger van de nog zittende oorlogsmis
dadigers. De liberalen hebben bij hun
laatste beraad niet nagelaten aan deze
aanspraken nog eens met veel nadruk te
herinneren. De Keulse industrieel Von
pellenberg. ook bekend van het Straats-
"Ui'gse parket, smeet bij die gelegenheid
niet alleen een juichend „Anticlericalis-
rne? prachtig!" de zaal in, maar hij vond
ook, dat de lankmoedigheid der liberalen
tegenover dr Adenauer al lang te ver was
gegaan. De bondskanselier kon het in de
Bondsdag nu eenmaal niet zonder de libe
ralen stellen en deze laatsten moesten van
die dwangpositie gebruik maken om hun
zin door te zetten.
Het ziet er dus naar uit, dat de heren
zich krachtiger willen laten gelden. Daar
om loont het temeer de moeite na te gaan,
wat men aan deze vleugel van de Duitse
politiek in de toekomst zal hebben. De
gelegd en hebben daardoor een paar be
hartigenswaardige vingerwijzingen gege
ven. De waarnemer moet op grond daar
van beginnen met zich af te vragen, of
hij voortaan nog wel van liberalen zal
spreken en of het niet beter is op het
schip der „vrije democratische partii"
een vlag te zetten, die de lading dekt.
Een nationale, of zo men nog duidelijker
wil zijn: nationalistische vlag!
Want in de partij heeft zich zojuist een
staatsgreep voltrokken, die de echte
Duitse liberalen veel zorgen baart en die
door vrijwel geen enkel Duits orgaan in
betekenis is onderschat. In de partij is
een heftige strijd uitgevochten tussen de
liberalen van de oudé stijl uit Hamburg,
Stuttgart en Berlijn en de nieuwelingen,
die erop uit zijn een brede rechtse volks
beweging te ontplooien. Gezeten op door
de Roer-industrie wél uitgedoste rosser.,
hebben de nieuwe „Duitse nationalen" de
liberale stellingen in galop genomen. De
partijleider in de Roer, dr Middelhauve,
beeft zichzelf in de opperste leiding ge
nesteld. Niemand twijfelt eraan of zijn
ellebogen zijn krachtig genoeg om de rest
te doen! Hij hanteert bovendien het nim
mer falende wapen van de partijkas: bijna
driekwart van de inhoud daarvan wordt
gefourneerd door de Roer-baronnen.
Het ziet er naar uit, dat de échte
liberalen nu spoedig tussen twee kwaden
heren hebben zojuist hun kaarten op tafel zullen moeten kiezen: de partij te ver-
(Van onze correspondent).
BRUSSEL, Donderdag.
BELGIë HEEFT „BEZOEK" ge
kregen van niet minder dan twee
walvissen tegelijk, een heer en
een dame. De „dame", die mevrouw
Haroy heet, is een vinwalvis van
maar liefst zes-en-zestig ton, die in
September van het vorig jaar ter
hoogte van de Noorse Kaap Haroy
werd gevangen. Na het dier plusmi
nus zevend duizend liter formaline
te hebben ingespoten, om het cadaver
zo lang mogelijk tegen bederf te be
waren. heeft men het op speciale
wagons geladen, om er een rondreis
door Scandinavië. Duitsland. Zwit
serland, België en wellicht nog
andere landen mee te maken. Een
Nederlander en een Belg hebben zich
als menagers over „het beest" ont
fermd en hopen er een flinke stuiver
aan te verdienen.
Dit laatste oogmerk
koesterden ook enkele
Noren, die in September
van dit jaar ergens ten
Noorden van Drontheim
een mannelijke vinwal
vis aan.... de harpoen
sloegen, die zij Jonas
noemden. Jonas, die
„maar" vijf-en-vijftig
ton weegt kreeg even-
eens een formaline-in-
spuiting en werd in het
ruim van een schuit neergelaten,
die, hoe kon het anders, van de zijde
van Noren, „Viking" heet en zich langs
de Belgische rivieren en kanalen
voortbewoog. Jonas kwam te Brussel,
waar schoolkinderen en andere
nieuwsgierigen van heinde en verre
hem kwamen bewonderen.
Bijna was uit die dubbele aanwezig
heid in dit land een walvis-oorlog
ontstaan, niet onder de bevolking,
maar tussen de managers van de
beide grote bezoekers, die er een
onderlinge concurrentie in zagen en
over processen spraken. Enfin, dat
was hun zaak en liet het publiek
onverschillig.
Toen wij een paar weken geladen
lazen, dat pe Nederlandse walvis
vaarder „Willem Barend'"' voor de
zevende maal op vangst is uitgetrok
ken. ziin wij eens gaan onderzoeken,
of de Belgen ooit iets op 't gebied van
walvisvangst hebben gepresteerd.
In een studie van Albert de Bur-
bure de Wesembeek, een specialist
op maritiem gebied, vonden wij daar
omtrent interessante gegevens, die.
aan de hand van talrijke historische
documenten, aantonen, dat er in
België reeds gCUWGn Skieden walvis-
vaarders waren. De Burbure zegt
zelfs dat van de negende t0t <3e
negentiende eeuw bijna onafgebro
ken door Belgen aan jacht op wal
vissen werd gedaan.
In de archieven van het stadie
Nieupoort, die als bij wonder aan de
vernielingen van talrijke oorlogen
zijn ontsnapt, bevinden zich de tot
nóg toe oudst bekende documenten
betreffende de walvisvaart. Het zijn
grafelijke octrooien uit de veertien
de eeuw, die aan West-viaamse
reders vergunning geven om walvis
sen te vangen.
Om daartoe over te gaan moesten
de schepen toen niet zoals dat
thans wèl het geval is naar verre
zeeën varen. Hun bujt leefde op grote
schaal langs de kusten van Schot
land. En zelfs in de Noordzee Dit
laatste wordt ondermeer bewezen
door het feit dat tijdens een gewel
dige storm die op 12 November 1403
langs de Belgische kust woedde, niet
minder dan acht walvissen, van vijf-
en-vijftig voet lengte, op het strand
van Oostende werden geworpen. Zij
werden door de inwoners afgemaakt
die er hst vet en de olie uithaalden.
In het in 1596 bij Plantijn gedrukte
boek Flandria Merchantus kan men
lezen, dat in die tijd herhaaldelijk
walvissen in die stad strandden. Wal-
vissenvlees maakte daar trouwens
deel uit van de voeding. Zo zegt de
geschiedenis, dat op het huwelijks-
festijn van Karei de Stoute met
Margaretha, te Brugge 'n kleine wal
vis in zijn geheel werd opgediend
In het jaar 1577 kwam een meer
dan zestig voet lange walvis t0t aan
Antwerpen. Het monster werd be
schreven en uitgetekend door de be
roemde chirurg Ambroise Paré. In
1711 drong een kleine walvis tot zelfs
tot Dendermonde door
In de haven van Oostende liepen
op 1 Mei 1605 twee Brugse walvis
vaarders binnen die de ene naar
Groenland en de andere naar de
Spaanse kusten op jacht moesten
gaan. In die periode gaf de walvis
vangst in België aanleiding tot een
ware nijverheid. Zelfs in het hart
van Wallonië, te Ath, werden volgens
archiefstukken walvissen „bewerkt".
Bij het sluiten van de vrede van
Munster, in 1663. raakten Vlaamse
zeelieden, die op te Oostende uitge
ruste kaperschepen hadden gediend,
werkloos. Zij vroegen en bekwamen
het uitrusten door de overheid van
walvisvaarders. In Mei 1665 vertrok
met dit doel een schip uit Brugge
naar Groenland. Verschillende Bel
gische walvisvaarders liepen in Aug.
1687 te Oostende binnen, na een
vruchtbare en overvloedige vangst.
Rond 't jaar 1700 kwam er een in
zinking in deze nijverheid, omdat te
hoge rechten op de olie werden ge
heven. Toen drie-en-twintig jaar la
ter de Indische Compagnie, ook
Oostendsche Compagnie genaamd
werd gesticht, deed zich een kleine
opleving voor. In 1727
werd te Nieupoort de
„Keizerlijke en Konink
lijke Compagnie voor
Walvisvangst" in 't le
ven geroepen en rond
dezelfde +ijd kwam te
Brusge een andere der
gelijke compagnie tot
"stand met Groenland
als visbasis.
5RSCHILLENDE SCHEPEN wer
den door deze laatste uitgezon
den. Alle keerden te Oostende
terug. Eén enkel daarvan, de „St
Michiel" had niet minder dan twee
honderd vaten olie aan boord, af
komstig van zes door één zelfde schip
gevangen walvissen. Met de andere
was het evenwel minder goed ge
steld. Een deel van het kapitaal was
verdwenen en de onderneming werd
geliauideerd.
Een jaar tevoren had een zekere
Jean de Schonamille van keizer
Karei VI toestemming bekomen, om
rond Groenland en elders walvissen
te vangen. Oostende was het centrale
punt van bewerking voor deze onder
neming. Een tyd lang waren de
resultaten goed doch daarna kwam
ook daar een inzinking.
Men liet zich echter niet ontmoedi
gen. Tn 1771 vertrok uit Brugge de
..Maria-Adrlaïde". met zeven stuk
ken geschut aan boord, naar de zee-
engte van Davis. Zij keerde terug
met een grote hoeveelheid olie. Een
tweede schm ging het jaar daarna
dezelfde Davis-weg op. Ook de
..Maria Adelaide" deed nog een vaart
mee, maar alle tWee kwamen met
lege ruimen terug en de rederij drong
niet verder aan.
In 1730 en in 1775 werden, resp. te
Bi-uege en (p Luik nieuwe maat
schappijen opgericht, doch ook deze
kenden weinig succes.
In de zeventiende eeuw liepen nog
walvisvaarders te Oostende en te
Brugge binnen. Zelfs onder het Hol
lands regiem waren er hier nog
ondernemende mannen die zich voor
(1° walvisvaart interesseerden. In
1839 bouwde Cockerill een walvis
vaarder voor reken-no van p„n Luikse
maatschappij. Tn 1849 kocht P©n an
dore onderneming een driemaster, do
I5„prnon". voor walvisvangst in d»
Zuidelijke zeesn. Een andere dr'e-
master, de ..Oceania", die te Ant-
we-nen was gebouwd voer in de
zelfde 'richting. Nóg laW. in 1899.
rustte de Belgische Poolreizig->,.
baron de Gerlache de Gommerie ziii
Beleiea" uit als walvisvaarder In d°
Noordelijke IJszee en in tiet daaron
volgende iaar. wilde hii d° Kergue-
len-e!]and°n als operat'eveld kieren
doch de Franse overheden verzetten
zich tegen dat plan.
In 1912 legden Antwerpenaren drie
walvisvaarders in de vaart, met een
schin voor bewerking ter nlaatse.
Het laatst bekende initiatief dateert
van het jaa- '929. met twee schenen
van elk 9006 ton. Ongelukkiger
wijze daalde de priis der walvi"-
olie op dat moment tnt zó laag pep
dat de rederij het niet kon volhouden
en haar schepen verkocht.
Zoals men ziet. hebben de Belgen
als walvisvaarders in de loop der
eeuwen een niet te onderschatten rol
gespeeld.
Het is dus niet meer dan recht, dat
de walvissen na zo vele eeuwen lang
door Belgen in hun verre zeeën te
zijn ongezocht, thans eindelijk een
paar gedelegeerden sturen om zich
aan de Belgen in hun eigen land
eens te laten zien.
I laten of de nationalistische ontwikkeling
verder mee te maken. Van de Stuttgartse
minister-president Reinhold Maier en zijn
Zwabische volgelingen kan men het eerste
verwachten. Maier heeft zich met bril-
lante scherpte verdedigd tegen de Rijn
landse opvatting als zou de vijand linies
staan. Voor hem komen de politieke ge
varen van de zo roerige en nog zo sterk
in een jong verleden gewortelde rechtse
groepen. Een basis van samenwerking
schijnt daarmee niet meer te bestaan.
De andere oude partijleiders als Blue
cher en de Hamburgse dr Schaefer heb
ben weliswaar getoond, dat zij de gevaren
van de nu betreden weg zien, maar zij
hebben geen ander heilmiddel gevonden
dan de nieuwlichters wat stroop om de
mond te smeren. De verdere ontwikkeling
ligt nu wel voor de hand: zij zullen vroeg
of laat capituleren en de heer Middel
hauve zal dan alleen baas zijn.
Wat deze nieuwe krachtfiguur in de
Duitse politiek heeft aan te bieden, ziet
er zo weinig liberaal, vrij en democratisch
uit, dat men betwijfelen moet of hij een
welkome aanwinst voor de liberale inter
nationale zal zijn. Beter kan men zeggen,
dat het door zijn partij uitgegeven week
blad „Die Deutsche Zukunft" in deze
reeds een negatief bescheid heeft gege
ven. In dit weekblad wordt al lang een
toon aangeslagen, die aan de inmiddels
verboden S.R.P. doet terugdenken en die
niet veel onder doet voor de recente
„ontsporingen" van Duitse generaals.
Omringd door deze garde stevent Mid
delhauve nu aan op een eensgezinde
rechtervleugel. De reeds langer op het
zelfde vlak opererende „Duitse Partij"
(ook een regeringspartner) wil hij op een
of andere manier ook aan zijn wagen
haken. Lokvogel daarbij is het aan
Fritzsche toegeschreven „Duitse program",
welks geest volgens échte liberalen wordt
gekenmerkt door het feit, dat het woord
„democratie" er geen enkele maal in voor
komt.
Nu, Middelhauve heeft terstond dit ver
zuim goed gemaakt: hij heeft beloofd, dat
de nieuwe heren toch een democratie wil
len en wel een.. „Fuehrungsdemokratie".
Het program sluit meteen ook een
aanval op de geldende grondwet in, die
geheel in oude nazitrant zodanig ge
wijzigd zou moeten worden, dat de
bondspresident v eer het parlement naar
huis zou kunnen sturen. En met de
landelijke regeringen, waarin ehristelij-
ken en socialisten nog zoveel houvast
hebben, moet het ook al uit zijn| Alles
bijeen biedt dit werkstuk een verzame
ling van holle frazen, die het twintig
jaar geleden ook al zo goed deden en
die zoveel echo vonden op het Duitse
onderbewustzijn.
Om het zakje vol te maken, hebben
zittende liberale ministers er ook nog een
paar graag geziene nationale duiten in
gedaan door overvloedig te gewagen van
„Sehnsucht" naar „das Reich" en van de
nieuwe taak, weggelegd voor Pruissen.
Want Pruissen moge dan weinige jaren
geleden door de geallieerden plechtig ont
bonden zijn verklaard, zijn vlag wappert
weer boven het „liberale" kasteel. En dr
Adenauer mag er ondanks zijn anti-Pruis-
sische instelling geen hand naar uitsteken,
want vooreerst kan hij de gunst van z. jn
zo bedenkelijk afglijdende coalitiegenoten
niet ontberen.
Met ingang van 1 Januari 1953 wordt
de premie voor verplicht-verzekerden
ingevolge het Ziekenfonds>?nbesluit ver
hoogd van 3,8 tot 4 pet van het loon in
de zin van de Ziektewet.
Daar de premie voor de helft ten laste
komt van de arbeider en het maximum
dagloon thans 14 gulden bedraagt moet
van genoemde datum af op het loon 2 pet
tot ten hoogste 28 pet per dag. 1,68 per
week, of 7,28 per maand worden inge
houden.
De tonelisten van het Utrechtse stu
dentencorps hebben in samenwerking
met hun zusteren van de Utrechtse vrou
welijke studenten /ereniging gisteravond
in de stadsschouwburg „Les gueux au
Paradis" van de Vlaming G. M. Martenz
in de bewerking van André Obey ge
speeld. De bekende Franse toneelschrij
ver o.m. van^ „De ark van Noach op de
wateren". W(j kunnen ons voorstellen
dat Obey zich tot het stuk aangetrokken
heeft gevoeld omdat het nu en dan de
zelfde heerlijke naieveteit uitspreekt van
grote mensen die een beetje slecht op
passen maar toch een kinderlijk geloof
bezitten. Evenals in het st.uk va;. Obey
zelf gaan de dramatis personae vertrou
welijk met God urn, zoals dat in de sfeer
van het goede Vlaandereuland past. Obey
heeft in zijn versie ook enkele liedjes,
door een viertal vagebonden te zingen,
ingelast, waardoor enige scenes heel aar
dig aan elkaar verbonden werden, die
ons zeer hebben bekoord. De vertaling
van A. E. Greidanus welke fris en pittig
is, heeft zich bi.i de;Nederlandse woorden
aangepast, terwijl bepaalde eigenaardig
heden van de Vlaamse taal gehandhaafd
bleven, waarvan de uitspraak echter
meestal gekunsteld klonk. In het eerste
bedrijf met de herberg waar Boule en
Rzetie de afspraak maakten om voor St
Nicolaas en St. NicOdemus te gaan spelen
had de actie weinig vaart en trof men
niet de juiste toon, maar beide hoofd
figuren leverden een voortreffelijke pres
tatie toen zti in hel en hemel verzeild
raakten. Ook daarna waren zij goed op
dreef. Een voortreffelijk duo dat. bli het
kluchtige waar het te pas kwam
ook w:-st. te.ontroergn. Zowel het verhliif
in de hel met het keurig ballet d.er dui
velen als het tafereel voor de poort van
het paradijs waar Maria een krachtig
pleidooi voor de twee mensenkinderen
uit. Vlaanderen houdt; welke mooie mo
noloog helaas te veel onverstaanbaar was
omdat het leuke spontane optreden van
een klein meiske hilariteit verwekte, wa
ren uitstekend geënsceneerd.
Dit is een novelle van
de vroeg gestorven
Egyptische schrijver
Mohammed Taimur,
wiens werk een sterk
sociaal aspect ver
toonde. Hij werd iti
189S geboren en stierf
in 1920. Mohammed
Taimvr is een der
grondleggers van de
moderne Egyptische
letterkunde.
DE duisternis over de stad
verdichtte zich steeds
meer, in een nacht vol
sterren, sereen en zwijgend.
Er heerste overal een bijna
grootse stilte. In de huizen
sliepen de mensen.
Alleen dokter Ali Bey was
nog op. Hij zat aan zijn
schrijfbureau en schreef en
schreef en schreef. Hij be
vond zich alleen in zijn stu-
duurkamer, doch het leek
alsof er 'n vriend naast hem
stond, die hem de woorden
dicteerde. In werkelijkheid
luisterde hij echter, al schrij
vend. naar de stem van zijn
geweten. Hij moest op dit
late uur wel werken, omdat
hij de volgende ochtend de
eerste bijeenkomst van Egyp
tische medici presideren zou,
waarop hij, als een vooraan
staand geneesheer, een bij
zonder belangrijke lezing zou
houden over de plichten van
de medicus, een lezing, die
hem de sympathie zou doen
verwerven van zijn collega's
en de bewondering van het
gewone volk, maar vooral
van de armen.
Daarom schreef dokter Ali
Bey tot diep in de nacht. Af
en toe hield hij even op en
keek dan neer op de vellen
papier voor zich. Hij peinsde
en nam dan de pen weer ter
hand, alsof hij een degen
hanteerde en de woorden
op het papier wilde priemen.
De pen symboliseerde dan de
medicus, zoals deze in zijn
goedheid, eerlijkheid, sociale
rechtvaardigheid, zijn werk
in het algemeen de gemeen
schap diende, als een rapier
dat gehanteerd werd ter ver
dediging van de verdrukten-
Opeens sloeg de klok mid
dernacht- Hij bracht een hand
aan het voorhoofd. „Is het
reeds twaalf uur?" verweet
hij zichzelf. Ten hoogste tijd
om te gaan slapen en nieuwe
krachten te verzamelen voor
de dag van morgen! Maar
mijn lezing is nog niet geheel
gereed en ik moet mijn ope
ningsrede nog fatsoeneren. Ik
moet voortmaken!
Aldus tot zichzelf sprekend,
nam hij de pen weer ter
hand. Hij begon zijn lezing
met: Ja, mijne heren, de
medische wetenschap is als
een fontein- Een fontein,
welke weidaden om zich
heen verspreidt. Aan deze
fontein kunnen de armen zich
laven, want de goede genees
heer helpt hen gratis. De
medische wetenschap redt
ook de armen van de dood.
Ze is als Allah's paradijs, dat
eveneens alle mensen van
goeden wille zonder onder
scheid laat binnengaan.^ de
arme en de rijke, de geluk
kige en de ongelukkige. De
geneesheer moet juist tegen
over de armen zijn plicht van
dienaar der mensheid ver
vullen
Dr Ali Bey werd geheel
vervuld van medegevoel met
de armen en de zinnen ont
vloeiden in steeds patheti
scher vorm aan zijn pen.
Toen hij gereed was. boog
hij 't hoofd en gaf zich over
aan idealistische mijmerin
gen omtrent de verhevenheid
van zijn beroep.
Hij woonde in de inboor-
Üngenwijk van Cairo, een
wijk, waarin het van arme
mensen wemelt, zoals het
trouwens in heel Egypte van
arme, doodarme mensen
wemelt. Hun leed had hem
diep getroffen en onder zijn
naambordje naast de grote
deur van zijn huis had hij
een ander bordje laten
schroeven waarop stond:
gratis voor de armen, van
7 tot 8 uur 's morgens.
Dat „gratis voor de armen"
stond in elegante letters ge
schreven en wanneer de
armen er langs kwamen,
loofden ze de goede dokter
Ali Bey, die zich over hen
ontfermen zou, als ze ziek
werden. Er schitterde dan in
hun ogen een blij licht. Er
was vreugde in hun harten
en de vreugde der armen is
een der grootste gaven,
welke Allah het mensdom
geschonken heeft.
Dr Ali Bey mijmerde
voort.
Ik heb nog vergeten te
zeggen, dat diezelfde avond
in de inboorlingenwijk een
arme vader in een kleine,
bedompte kamer naast het
ziekbed van zijn enige zoon
zat. Hij zat daar volgens de
gewoonte van het volk met
gekruiste benen en luisterde
met een gebroken hart naar
de zware ademhaling van
zijn kind- Een dokter had hij
niet aan het ziekbed kunnen
roepen, want hij bezat geen
geld, om hem te betalen. De
toestand van de zieke jongen
verergerde zienderogen. De
vader ken zien, dat het ein
de naderde. Wenend kwam
de moeder terug van een
vergeefse tocht door de stad.
Ze had wat vers fruit willen
kopen, doch het was al zo
laat en de fruitventers had
den zich te slapen gelegd.
De vader steunde zijn ge
bogen hoofd met zijn handen.
Hij zag, hoe zijn kind de
dood tegemoet snelde. Plot
seling schudde zijn vrouw
hem door elkaar. „Maar heb
je dan vergeten, dat die goe
de dokter Ali Bey de armen
gratis helpt?" vroeg ze-
„Vlug, loop naar hem toe en
smeek hem hier te komen,
opdat hij onze zoon redt!
Loop snel en klop zo hard
mogelijk op de deur. Hij zal
medelijden hebben en komen,
al is het middernacht. Loop
er vlug heen, verlies geen
minuut! Onze zoon zal blij
ven leven, dank zij de goede
dokter Ali Bey.
De vader «en echtgenoot
sprong op. snelde naar het
huis van dokter Ali Bey en
klopte aan. Een, twee, drie
keer. Ten langen leste werd
de deur door een neger
bediende geopend-
„Wat wil je, zo laat?"
vroeg de neger verstoord.
„Ik zou graag de dokter
Ali Bey willen spreken, ant.
woordde de wanhopige
vader.
..De dokter heeft het erg
druk. Hij kan niemand ont
vangen en heeft me gezegd,
geen mens bij hem toe te
laten. Heel uitdrukkelijk".
„Maar mijn zoon sterft..."
„De dokter kan niemand
ontvangen, onder geen en
kele voorwaarde", zei de
negerbediende. En hij wierp
de deur hard voor de neus
van de arme man dicht-
Door het raampje riep hij
hem nog toe: „Heb je dan
niet gelezen, dat de dokter de
armen alleen van 7 tot 8 des
morgens helpt?"....
Enkele straten verder viel
een arme man de late voor
bijgangers lastig om een aal
moes. Een politieagent be
trapte hem en arresteerde
hem. „Het is niet mijn ge
woonte. te bedelen", zei de
arme man, „maar ik moet
geld hebben, om de dokter te
betalen vcor mijn stervende
zoon".
„Praatjes", bromde de po
litieagent, „je gaat mee na.ar
het bureau". Toen de vader
de volgende dag ontslagen
werd, vond hij thuis z'n zoon
dood.
Op het eerste congres der
Egyptische medici hield de
bekende medici dr Ali Bey
tegelijkertijd een indrukwek
kende toespraak over de
verheven taak der genees
heren, die te allen tijde klaar
moeten staan, om ook de
armen te helpen.
(Van onze medische medewerker)
Het grillige najaarsweer dit jaar geeft in overvloed grillige beelden van
verkoudheid te zien, maar heeft daar doorheen griepgevallen lopen, die al
even grillig zijn. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is bij een patiënt zo
direct uit te maken of we een verkoudheid of een griep voor ons hebben
is er toch een enorm groot verschil.
Naar dollarwaarde gerekend, heeft
Amerika het programma voor het aan
leggen van strategische voorraden voor
meer dan de helft uitgevoerd, aldus
wordt in een verslag ran een commissie
van het Congres medegedeeld.
Het voorraadprogramma omvat 75 grond
stoffen. Van 20 zijn de gestelde doelen
bereikt, terwijl voor 26 grondstoffen be
vredigende contracten zijn afgesloten. De
afleveringen voor deze groep hebben een
bevredigend verloop, zodat de be nodig ie
hoeveelheden binnen de gestelde tijd be
reikt zullen kunnen worden. Voor vijf
andere grondstoffen, waar de aanbodspu-
sitie kritiek van is, zijn vervangingsmid
delen ontwikkeld. De resterende 24 grond
stoffen geven nog moeilijkheden; op ver
schillende wijzen wordt getracht toch de
gestelde doelen te bereiken.
Als gevolg van de staking in de Ame
rikaanse staalindustrie zal de staalpro-
ductie voor dit jaar tot ongeveer 95 mii-
lioen ton dalen. Verliezen in de alumini-
umproductie in het N. W. van de Ver.
Staten en in de Tennessee-vallei hebben
de mogelijkheid van een enigszins aan
zienlijke uitbreiding van het aluminium-
aanbod in gevaar gebracht. De kopersi
tuatie is beter dan sinds het uitbreken
van de oorlog in Korea het géval was.
Het is echter nog niet mogelijk gebleken
weer hoeveelheden van enige betekenis
aan de voorraden terug te voegen. Het
grondstoffenplan zal tot ver in 1953 door
gevoerd worden.
Het driejarig programma voor de defen
sieproductie van 8 88 milliard per jaar,
is volgons het rapport van de Congres
commissie bijna voor de helft voltooid.
Door he>' Congres werd sinds Korea 8 129
milliard voor militaire uitrusting toege
wezen. Voor 8 4J milliard vonden reeds
afleveringen plaats, terwij! nog 8 go mil
liard aan orders uitstaan. Voor 28 mil
liard zullen nog orders toegewezen wor
den.
Het tempo der afleveringen stijgt ge
leidelijk. Midden 1953 zal waarschijnlijk
een totaal van 3.6 milliard per maand
behaald worden, tegenover 8 2.7 milliard
per maand bij de aanvang van het defen
sie programma.
Verkoudheid ontstaat door verminderde
weerstand van het lichaam, waardoor z.g.
commensalen de gelegenheid krijgen in de
weefsels te dringen. Commensalen zijn
bacteriën, die op slijmvliezen van mond,
neus, keel, luchtpijp, darmen en urrine-
wegen e.d. leven zonder de mens schade
te berokkenen. Deze bacteriën ruimen een
deel van het slijm op en zijn te beschou
wen als nuttige gasten. Ze missen de kracht
om het slijmvlies te passeren en zodoen
de het lichaam binnen te dringen. Wan
neer echter de mens kou vat, d.w.z. wan
neer zijn lichaamstemperatuur even onder
het normale daalt, vermindert de weer
stand van de slijmvliezen en krijgen de
anders onschadelijke gasten de kans bin
nen te komen. Is het zo ver dan gedragen
zij zich als parasieten en reageert ook ons
lichaam op deze invasie, m.a.w. een ontste
king van het slijmvlies ontstaat, waardoor
afweerstoffen gevormd worden en witte
bloedlichaampjes gemobiliseerd worden
om de indringende micro-organismen on
schadelijk te maken. In het ene geval is het
een ontsteking van het neusslijmvlies, in 't
andere geval van de blaas enz. Dit hangt
soms af van individuele gevoeligheden. De
ene mens krijgt bij kouvatten altijd een
ontsteking van zijn luchtpijp, de ander een
neusverkoudheid en weer een ander een
blaasontsteking.
Is verkoudheid in eerste instantie een
kwestie van verminderde weerstand en
eerst in tweede instantie van de soort van
bacterie, bij griep hebben we met een typi
sche infectieziekte te maken. De besmet
telijkheid staat hier op de voorgrond. Griep
komt als een epidemie over een streek ter
wijl in ons land ook geregeld verspreide
gevallen worden waargenomen.
Het ziektebeeld is wisselend. Veelal is er
bü een algemeen gevoel van ziekzijn en
koorts pijn in spieren en gewrichten. Ont
stekingen van de luchtwegen, zowel van
neus als longen, zijn gewoon. De pols ban
merkwaardigerwijs langzamer zijn dan
men bii de verhoogde temperatuur zou ver
wachten. Ook andere vormen komen voor.
Zo zien we de laatste tijd de z.g. gastro-
intestinale vorm, ook wel buikgriep ge
naamd; hier overheerst de misselijkheid
die in braken kan overgaan, al of niet ge
paard met diarrhee.
De diagnose is practisch alleen tijdens
een epidemie te stellen omdat anders aan
dan van de hoeveelheid in het bloed.
Onlangs is na vaccinatie bij de mens aan
getoond, dat er ook antistoffen in het
neusslijm komen, hetgeen het vertrouwen
in de vaccinatie enigszins versterkt.
In plaats van een vaccin tegen één stam
te gebruiken, een z.g. monovalent vaccin,
kan men ook een vaccin tegen meer stam
men tegelijk bezigen, een z.g. polyvalent
vaccin. Het resultaat van de vaccinatie
kan men nagaan door 'n paar weken daar
na de hoeveelheid antistoffen in het bloed
te bepalen. Veel liever wil men het resul
taat maar direct in de practijk getoetst
zien. Dit kan b.v. door vergelijking van
het percentage influenzagevallen bij de
gevaccineerden en bij daarmee vergelijk
bare groepen van niet-gevaccineerde per
sonen. Het Instituut voor Preventieve
Geneeskunde te Leiden heeft onlangs een
dergelijke vergelijking gepubliceerd.
Gebleken is, dat 57 pet. van de bedrijven,
waar met polyvalent vaccin was gevacci
neerd, een duidelijk verschil in de ziekte
percentage ten gunste van de vaccinatie
laten 2ien. Eenzelfde resultaat werd slechts
bij 37 pet. van de met monovalent vaccin
ingeënte bedrijven bereikt. Dit is een ver
rassende uitkomst omdat het monovalente
vaccin bestond uit de stam, die de epidemie
verwekt had en men dus een veel groter
een bacteriële maagdarminfectie gedacht
wordt. Zoals men weet wordt griep niet
door eén bacterie maar door een ultravirus
nl. een influenzavirus veroorzaakt. Er zijn
de laatste jaren tientallen verschillende
soorten van influenzavirus ontdekt. Dit is
practisch van betekenis omdat het gelukt
is vaccins te bereiden waardoor de mens
gevaccineerd kan worden zodat hij wat
meer immuun te maken is voor de griep-
infectie. Wanneer men op de hoogte is van
de soort, die tijdens een komende griep
epidemie zal heersen, weet men met welke
stam men tijdig kan vaccineren. De We
reldgezondheidsorganisatie heeft een soort
griepmeldingssysteem, waardoor men te
voren gewaarschuwd is welke stam te ver
wachten is.
Door de vaccinatie met een influenza-
stam wordt- de hoeveelheid antistoffen
tegen deze stam groter. Uit onderzoekingen
met proefdieren is gebleken, dat de mate I resultaat had verwacht,
van onvatbaarheid meer afhankelijk is van Zo blijven er nog veel raadsels bij de
de hoeveelheid antistoffen in het neusslijm griep en haar bestrijding bestaan.
SINDS enkele dagen sneeuwt het in
Parijs. De sneeuw blijft op de daken
liggen maar de straten zijn in een
ommezien veranderd in een modderpoel.
Nu is er niets waar de Parisiennes zo be
vreesd voor zijn als sneeuwwater. „Een
ruïne voor de schoenen", verzekeren ze
en waar de overschoenen vandaan komen
is onbegrijpelijk, want het sneeuwt hier
nagenoeg nooit, maar die vreselijke dingen
worden op het ogenblik in groten getale
gedragen. Sommige dames lopen nog met
de degelijke ouderwetse overschoenen van
vroeger, terwijl anderen moderne sneeuw-
schoencn dragen en enkelen de plastic
hoezen, die uit Amerika ingevoerd wer
den.
Alle modellen zijn zeldzaam lelijk en
maken zelfs de kleine Franse voeten
plomp en grof.
Stellig hebben de Parijse schoenmakers
zich nooit voor overschoenen geïnteres
seerd want anders hadden ze wel elegante
modellen gecreëerd, evengoed als ze dit
tijdens de oorlog voor de schoenen met
houten zolen deden. Gerust kan dan ook
gazeg-d worden, dat de overschoenen de
enige accessoires zijn die het „artisinat"
in Parijs toch zo talrijk niet de moeite
waard vond om iets moois van te maken.
Toch staat Parijs bekend om zijn kunst
ambachtslieden, die van accessoires, on
verschillig of hef tassen, fantasiebijoux,
schoenen of handschoenen betreft, werke
lijk luxe voorwerpen weten te maken,
waar de Amerikaanse dames even verzot
op zijn als de Frangaises zelf.
De accessoires spelen nu eenmaal een
grote rol bij het toilet en de Parisiennes
hechten enorm aan goede. Ze hebben daar
dikwijls vrij grote bedragen voor over,
ook al zouden ze het niet jn haar hoofd
men. De tassen b.v. hebben hoe langer
hoe meer een onzichtbare sluitmg of als
deze zichtbaar is, dan moet zij t0ch zo
min mogelijk de aandacht trekken. Maar
leer en afwerking zijn voortreffelijk; dat
is het eerste waar de Parisienne naar
kijkt. Materiaal en afwerking moeten al
tijd goed zijn. onverschillig welk acces
soire het betreft. Zo is een éeharpe of
een carré altijd van echte zijde en met
de hand omzoomd.
Ook de handschoenen hebben haast
geen garnering meer. zelfs geen naden
boven op de hand. Als ze gegarneerd zijn
dan is het aan de pols. Maar de dames
verkiezen meestal eenvoudige wasbare
zwarte zeemleren handschoenen.
Dit alles brengt met zich mee dat nog
nooit zo op de kwaliteit en afwerking is
gelet als op het ogenblik en dat wat druk
doende accessoires ouderwets aandoen
DINY K.—W.
Platte boxtas met zilveren sluiting.
(Model Henry a la Pensee)
halen zich bij de haute couture te kleden.
Nu Kerstmis in aantocht is maken de
winkels nog meer werk van dergelijke
artikelen dan anders, want ze zijn bij uit
stek geschikt voor cadeaux. Opvallend is
hoe die accessoires niet aan de algemene
versobering van het damestoilet ontyo-
De Pakistan Jute Board heeft de mini
mum exportprijzen voor mill-firsts" met
i 5 per ton tot £86 per ton verhoogd. De
prijs van de „export-forsts" werd met 3
verhoogd tot 76 per ton. De minimum-
exportprijzen voor tossa-variëteiten zijn
eveneens verhoogd. Medegedeeld werd, dat
de prijsverhoging met ingang van Maan
dag j.l. van kracht is geworden en tot doel
heeft zowel de handelaren als de telers
te steunen.
Het Engelse ministerie voor grondstof-
fenvoorziening heeft met ingang van
Woenscdag j.l. de prijzen voor lange jute
met 5 per ton verhoogd, met overeen
komstige wijzigingen voor cuttings en ge-
importeerde hessians. De prijzen van ge-
importeerde zware goederen worden iets
verlaagd.
De Amerikaanse marktwaarnemers
zijn hel; niet eens over de toekomstige
mogelijkheden voor het verbruik van na
tuurrubber in de Verenigde Staten.
Do rubberdeskundig© van de „.Journal
of Commerce" heeft dezer dagen een op
timistisch gestemd artikel geschreven en
er de aandacht op gevestigd, dat de Ame
rikaanse rubberverwerkende industrie in
September weer iets meer belangstelling
voor het natuurproduct toonde, hetgeen
bleek uit het feit dat het verbruik van
natuurrubber in September naar verhou
ding 2 groter was dan in de vooraf
gaande maand.
Volgens deze deskundige is het zeer
waarschijnlijk, dat de consumptiestatis
tieken over de maand October opnieuw
een slijging yan het verbruik van natuur
rubber te zien zullen geven. Deze voor
spelling is gebaseerd op het huidige ni
veau van de prjjs van natuurrubber, dat
dit product min of meer concurrerend
met synthetische rubber maakt. Verder
is de afzet van natuurrubber van min
dere kwaliteit in de Ver. Staten de laat
ste lijd merkbaar toegenomen en wordt
vernomen dat de fabrikanten van het
rubbermengsel, dat gebruikt wordt voor
het opnieuw bekleden van autobanden,
tegenwoordig een voorkeur beginnen te
vertonen. Waarnemers geloven, dat deze
laatste factor beschouwd moet worden
als een aanwijzing van veranderende ver-
truikstendentie, zo schrijft de „Journal
of Commerce".
De eveneens goed ingelichte „Wall
Street Journal" schrijft daarentegen, dat
natuurrubber waarschijnlijk nog goedko
per zal moeten worden om een toene
ming van het industriële verbruik te sti
muleren. Dit blad merkt op, dat het ver
bruik van natuurrubber in de Ver Sta
ten in September nog steeds slechts 60%
vormt van het verbruik van synthetische
rubber, terwijl de verhouding in Januari
1950 juist andersom was.
Volgens het blad achten de fabrikan
ten geen grote ommekeer waarschijnlijk
voordat de prijs van natuurrubber in vol
doende mate is gedaald om de kosten van
het omschakelen der machines op de ver
werking van natuurrubber te compense
ren. „Wall Street Journal" spreekt voorts
de verwachting uit, dat de voorgenomen
verkoop van de fabrieken van syntheti
sche rubber, welke thans zoals bekend is,
in handen der Amerikaanse regering zijn,
z.al leiden tot een bespoediging van de
verbetering van het synthetische pro
duct, hetgeen uiteraard in het nadeel van
het natuurproduct zal zijn.
Indonesische rubberdeskundigen, door
H. I, Aneta naar hun mening over deze
aangelegenheid gevraagd, verklaarden,
dat zij geneigd jvaren het eens te zijn
met het minder optimistische oordeel van
„Wall Street Journal".
Deze deskundigen geloven, dat wan
neer de prijzen zich op het huidige peil
handhaven, de toeneming van het ver
bruik van natuurrubber nog enige tijd
zal aai houden. Zij merken in dit verband
ecf p, dat de wet telijke voorschriften
ge; here toeneming van het verbruik
da: 175.000 ton per jaar toestaan.
Op ii ogenblik bedraagt het Ameri
kaanse verbruik 450.000 ton per jaar.
Overigens vestigen zij er de aandacht op.
dat de Amerikaanse regering in vorige
jaren ongeveer 300.000 ton natuurrub
ber per jaar aan haar strategische voor
raad toevoegde, en dat dit programma
thans voltooid is. Mocht de toeneming
van het verbruik van natuurrubber dooi
de Amerikaanse industrie aanhouden, dan
zal deze ontwikkeling in hoofdzaak niet
meer zijn dan een compensatie voor de
Aziatische producenten van de beëindi
ging der Amerikaanse bevoorradingsaan
kopen.
De Indonesische deskundigen beoorde
len de afzetmogelijkheden voor natuur
rubber in de naaste toekomst derhalve
minder vunstig dan de Journal of Com
merce. Zelfs in geval van een verdere
daling van de prijzen van natuurrubber
achten zij het te betwijfelen, of een toe
neming van de Amerikaanse vraag de In
donesische producenten in staat zal stel
len redelijke winsten te maken.
Volgens de president van de Good Year
Tyre and Rubber Comp. zal het Ameri
kaanse rubberverbruik volgend jaar alle
vorige records breken. De bandenpro
ductie zou de hoogste van de vijf laatste
jaren worden.
Het jaar 1953 zou met een productie
van 100 millioen banden op een na het
beste jaar in de geschiedenis van de
onderneming zijn. Slechts het jaar 1947
gaf een hogere productie te zien; er moest
toen n.l. een zeer grote na-oorlogse vraag
ingehaald worden.
Volgens de president zal volgend jaar he'
rubberverbruik voor 58 pet betrekking
hebben op synthetische rubber en voor
42 pet op natuurrubber.
Het Amerikaanse ministerie van land
bouw heeft in een verklaring voorspeld,
dat de wereld-olienotenproductie over
1952 10.200.009 (short) ton zal bedragen.
Hoewel deze productie slechts 1 pet
beneden die van 1951 ligt, is het de klein
ste productie sinds 1945.
Het West-Duitse ministerie van Econo
mische Zaken heeft een nieuwe lijst goe
deren gepubliceerd, die slechts met spe
ciale vergunning uitgevoerd mogen wor
den. De nieuwe ljjst, die met ingang van
1 December a.s. ingaat, omvat ongeveer
500 artikelen minder dan de vorige.
De heer Sem Dresden heeft bedankt als
directeur van het bureau der stichting
..Jeugd en muziek".
De heer Dresden heeft medegedeeld
dat hij dit besluit heeft genomen uit
„technisch-organisatorische overwegin
gen".