Meer aandacht voor de stoffen dan
voor de stokken
Psychiatrische Inrichtingen in
Gelderland
Prins Bernhard richt Kerst
boodschap tot de Landmacht
Wat altijd naar méér smaakt....
Ons Succespatroon
van deze week
Neil Lyndon ontsnapt
r
Tellen honderden patiënten, die ontslagen
konden worden
Wordt U gekweld
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
VICTOR BRIDGES
ZATERDAG 20 DECEMBER 1952
PAGINA 4
Puddinggrootste troef van
feestelijke maaltijd
een
JONGE BRITSE CONSERVA
TIEVEN VOOR UITBREIDING
ATLANTISCH PACT
KARDINAAL FRINGS VRA YGT
GRATIE VOOR DUITSE
KRIJGSGEVANGENEN
Nog*
Geautoriseerde vertaling uit het Engels van
Al een week lang gaat er geen dag
voorbij zonder een paar fikse regenbuien.
De Parijzenaars sputteren dan ook braaf
over het slechte weer. Het asfalt glimt lu
guber en de mensen haasten zich naar
de metro, weggescholen onder hun para-
pluie.
Alleen de parapluie-fabrikanten zijn te
vreden over het weer. Ze vinden dat de
aanblik van de Parijse straten, die op de
drukke uren een dak van parapluies ver
tonen, hun een hart onder de riem steekt;
hun pogingen om van de parapluie iets
elegants te maken, zijn niet tevergeefs ge
weest.
Het is waar, dat de fabrikanten nooit
zoveel werk maakten van de stoffen als
dit keer; gewoonlijk besteden ze de meeste
zorg aan de stokken.
De effen zijde en rayonne zijn schildpad
en kastanjebruin, bordeaux, terra cotta,
oud-rood, alle nuances van grijs en groen
en natuurlijk zwart.
Maar bij de donkere winterkleding staat
fantasie-zijde voor parapluies vrolijker.
Vooral de strepen op changeant taffetas
zijn aardig. Meestal lopen die strepen in
elkaar over en gaan van licht tot donker
hiervoor wordt grijs, geel, rood, lila, aman-
delgroen en roodbruin genomen.
Heel nieuw is de zijde met gebrocheerd
satijnen strepen, waar een klein figuurtje
in relief op is aangebracht.
Alle mogelijke strepen zijn mode, van
haarstreepje tot brede strepen, waarvan
slechts twee of drie nodig zijn voor de
hele parapluie. Het lijkt dan net of die
met twee aan elkaar gezette stukken
rayonne is overtrokken.
Bij andere zijn de banen van verschil
lende kleuren. Van dergelijke parapluies
moeten de kleuren erg goed gekozen zijn,
anders doen ze dadelijk aan 'n harlekijns
pak denken.
Enorm grote ruiten, zwart, wit en
groen of zwart, grijs en rood maken pa
rapluies die lang niet bij iedere silhouet
■taan.
Wat de stokken betreft zijn de para
pluies in drie modellen te verdelen.
De ongelooflijk dunne en lange stok
ken, de demi-Chamberlain en de kleine
opvouwbare parapluietjes.
Dit laatste model, eerst uitsluitend voor
reis-parapluie bestemd, kent dit jaar een
ongedacht succes. Opgevouwen is zij
eigenlijk niet elegant, maar practisch en
gemakkelijk. Tegenwoordig zijn de vrou
wen gelukkig zo verstandig geworden,
daar eerst naar te kijken. Ook hebben de
fabrikanten veel meer werk gemaakt van
de hoezen van dergelijke parapluietjes.
De meeste zijn van leer, antiloop, hagedis
of lakleer en geven een heel ander aan
zien aan de parapluie, dan de geruite
zijde, waar de hoes vroeger van was ge
maakt.
Bij de demi-Chamberlain is dc stok
meestal niet langer dan 76 cm. en bijna
altijd met leer overtrokken. De zij is
bijna altijd effen en hij is het type
parapluie, die zowel bij eenvoudige als
geklede toiletten op zijn plaats is.
De lange dunne stokken vinden we uit
sluitend bij fantasie-parapluies. De mode
wil ze zo dun mogelijk en die spichtige
stokken maken bepaald een dwaze in
druk als de draagster niet overslank is.
Daar geeft deze zich meestal geen reken
schap van Ook zijn ze niet bepaald prac
tisch, dat doet er niets toe want er zijn
nog genoeg vrouwen, die met genoegen
zo'n onhandig ding meeslepen, omdat het
nu eenmaal mode is.
Die lange, dunne stokken moeten er
uiterst smaakvol uitzien, anders zijn ze
beslist lelijk. Daarom neemt de luxe in
de uitvoering steeds toe. Behalve de mo
derne ornamenten zijn de oude zilveren
knoppen en handvaten van omstreeks
1900 bijzonder gezocht, evenals de ivoren
spiralen, die omstreeks 1890 op de para
pluies werden geschroefd. Vooral de Ame
rikaanse dames tonen daar voorliefde
voor.
DINY K.—W.
EE
Alleen voor slanke dames
(Van onze correspondent)
Bij de begrotingsdebatten in de zitting
van de Prov. Staten van Gelderland heeft
het lid van Ged. Staten, dc heer Holthaus,
toen een voorstel aan de orde was om een
psychiatrische adviseur in dienst der
provincie aan te stellen, tegen weik voor.
stel het lid, de heer Matser (KVP) fel
gekant bleef, merkwaardige mededelingen
verstrekt.
Door het ontbreken van een goed gc- j
organiseerde nazorg, zoals men die kent j
in verschillende provincies, met name in
Overijssel herbergen de verschillende
psychiatrische inrichtingen in Gelderland
honderden patiënten, die, met in acht
neming van verschillende voorwaarden,
reeds lang in de maatschappij hadden kun
nen worden terug geplaatst.
Dit is een toestand, welke spr. zeer be
schamend voor de provincie Gelderland
noemde. Vandaar, dat verschillende be
sprekingen met de drie kruisverenigingen
en de provinciale commissie er toe heb
ben geleid, dat men voornemens is drie
psychiaters aan te stellen. Deze functio
narissen, die in de loop van 1953 en 1954
zullen worden aangesteld, dienen van
wege de uitgestrektheid van het gebied
te kunnen beschikken over een centraal
punt, waar de verschillende adviezen en
gegevens gecoördineerd kunnen worden.
Vandaar het voorstel van Ged Staten om
over te gaan tot een psychiatrisch advi
seur in provinciale dienst. Na enige dis
cussie werd hiertoe z.h.s. besioten.
De begroting werd tensflfctte goedge
keurd.
In het zo juist verschenen December
nummer van de ,,Legerkoerier", het offi
ciële orgaan van de Kon. Landmacht, is
een Kerstboodschap van Z. K. H. Prins
Bernhard afgedrukt. Deze boodschap, die
door de Prins is ondertekend, luidt als
volgt
„Wij leven weer in die donkere en gure
winterdagen voor Kerstmis. Het Kerst
feest nadert en als altijd gaan op die da
gen de gedachten uit naar die aloude
Kerstboodschap „Vrede op aarde". De
Kerstdagen, waarvan de sfeer en de stem
ming ons er bewust toe brengen om die
woorden te overdenken. Maar meer dan
anders voelt men ook juist het schrijnen
de tussen die woorden en de werkelijk
heid van alledag. Als inspecteur-generaal
van de Kon. Landmacht wens ik mij dan
ook juist in deze dagen tot u te wenden,
om u te wijzen op de gebeurtenissen van
deze tijd.
Wij wensen vrede, maar om deze te be
reiken, te bewaren of zonodig te verdedi
gen, moet men te allen tijde paraat blij
ven.
Aan de vervulling van deze wens kun
nen wij naast Gods hulp echter ook zelf
het nodige bijdragen. Wij moeten ons be
wust zijn van ons eigen vaderland, doch
in de grote omlijsting van de Westerse
beschaving. Wij moeten ieder op eigen
terrein ons kunnen en onze geoefendheid
opvoeren tot dat peil, waardoor zij, die de
vrede in gevaar zouden willen brengen,
hierdoor bij voorbaat weerhouden wor
den.
Speciaal gaan dan mijn gedachten naar
hen, die momenteel ver van hun gezin en
huiselijke haard, buiten onze landsgrens of
in vele gevallen buiten Europa niet
alleen hun plicht doen, maar, zoals in
Korea, reeds hun leven inzetten om ons
de vrede te waarborgen.
Moge het overdenken van de Kerstbood
schap ons allereerst vrede in ons eigen
hart brengen. Dan pas zullen wij waarlijk
kunnen bijdragen tot de verwezenlijking
van het „Vrede op aarde".
Nu er zoveel feestdagen in zicht zijn,
willen wij het eens hebben over het
feestelijk nagerecht bij uitstek: de pud
ding. Zoveel huisvrouwen, zoveel varia
ties in pudding! Daar is aller eerst:
De vorm, die verschillend kan zijn. Be
halve in speciaal daarvoor gemaakte pud
dingvormen kunnen we immers ook in
(vuurvaste) schalen, kommen, kopjes,
springvormen, cakeblikken of pannetjes dé
puddingmassa laten stijf worden. Voor een
pudding die we aan de bovenkant willen
versieren, is een vorm met een platte bo
dem het meest geschikt. Een springvorm
zonder bodem heeft het voordeel dat hij
niet omgekeerd behoeft te worden; we
kunnen de pudding dan al meteen na het
koken op de schaal zetten en dikwijls ook
al garneren. Maar gebruik liever geen me
talen vorm voor pudding, waarin vruch
tensap of cacao verwerkt is. Alle pudding
vormen moeten vlak voor het vullen met
koud water worden omgespoeld.
Houdt U er, wanneer U een vorm kiest,
ook rekening mee, dat de schotel, waarop
de pudding zal prijken, vrij wat groter van
omtrek moet zijn dan de vorm, zodat er
rondom ruimte overblijft voor saus of een
andere randversiering en in ieder geval
voldoende ruimte voor het doorgeven van
de schaal, zonder dat men zijn duim in
pudding of saus behoeft te steken
Vóór het storten van de pudding doet
men verstandig, de schaal even af te spoe
len. Mocht de pudding dan wat scheef op
de schaal terecht komen, dan kan men
haar toch nog naar het midden laten
glijden.
Eénpersoonspuddinkjes kan men ook
maken en opdienen in de schil van halve
In het Britse Lagerhuis hebben 86 con
servatieven en twee liberalen een motie
Ingediend, waarin zij vragen om uitbrei
ding van het Atlantische pact en wijziging
ervan in die zin, dat het „niet slechts een
defensieve, doch ook een economische en
politieke gemeenschap zal vormen".
Kardinaal Frings, aartsbisschop van
Keulen, heeft ingevolge een besluit van de
conferentie van Duitse katholieke bis
schoppen te Fulda president Auriol van
Frankrijk verzocht om gratie voor de
Duitsers, die nog in Franse gevangenschap
verblijven.
(Advertentie)
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
zenuwpijnen, neemt dan Uw toevlucht tot
Togal. Het middel dat baat. waar andere
falen. Laat U dus niet langer kwellen,
maar gebruik regeimatig Togai. Togal
zuivert de nieren en is onschadelijk voor
hart en maag. Bij apotheek en drogist
f 0.95, f 2.40 en f 8.88.
Eeu leuke Deux-Pièce met aan
geknipte mouw. Dit qnodel is bij
zonder geschikt voor een leuk ruitje,
daar dan de zijstukken schuin ver
werkt kunnen worden. De rok heeft
voor en op de rug een plooi.
Het jasje bezit van voren aan het
schootje een omgeslagen puntje, dat
met een knoop wordt afgewerkt. De
naden worden brééd opgestikt (van
het lijlje)De sluiting kan met een
ritssluiting of met een bies er onder
gesloten worden. De kraag is op
staand. Het patroon is verkrijgbaar
in maat: 38, 42, 46, 48 a 0.85.
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON. BEATRIJSSTRAAT 4. ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam. adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plalc noot f meer dan f 1— op een kaart, wat meer geplakt wordt is
waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags.
sinaasappels, of men laat ze afkoelen in
kopjes en stort ze op een plak cake of
ander zacht gebak dat op een bordje gelegd
is.
De consistentie van een pudding kan
veel aan de smakelijkheid af- en toedoen.
Ze moet geen stijve klont vormen, maai'
enigszins sdepel en veerkrachtig zijn.
Daartoe moet de warme puddingmassa,
wanneer we haaj" van een lepel af laten
lopen, in de pan weer ge'ijkvloeien; vormt
ze een afzonderlijk laagje, dan moet er
vocht worden toegevoegd. Vooral gries-
meel stijft bij het afkoelen meestal neg
sterk na.
Eieren maken een pudding niet alleen
luchtiger en fijner van smaak, maar heb
ben ook bindkracht. Wanneer één ei ver
werkt wordt, kan er 10 g (1 eetlepel) gries-
meel, maizena of custardpoeder minder
genomen worden. Verwerkt U alleen de
dooier, dan 5 g van deze bindmiddelen
minder gebruiken. Worden dooier en apart
stijfgeklopt eiwit afzonderlijk toegevoegd,
dan hoeft de hoeveelheid bindmiddel niet
veranderd te worden. Een heel ei of een
dooier roeren we los met een scheutje
melk; eiwit kan, eerst voorzichtig en daar
na vlug, worden geklopt, tot het in punten
blijft staan. Zowel eidooier als wit moeten
dan behoedzaam door de hete pudding
massa geroerd en er nog heel even mee
verwarmd worden.
Ook door verschillende vulsels, kan een
pudding feestelijker worden gemaakt. Al«
vulsel kunnen we bijv. kiezen (stukjes) ge
droogd of geconfijt fruit, zoals krenten,
rozijnen, abrikozen, peren, sukade, gem
ber. Ook wel gestoofde vruchten zonder
sap, wat fijngemaakte amandelen of noten,
stukjes cake of koekjes. Op een liter pud
ding is 50 a 100 gram vulsel een goede
hoeveelheid; van sterk smakende ingre
diënten kan men met minder volstaan dan
van toevoegsels met een zachte smaak.
Roer het vulsel door de warme pudding
brij.
Moet de vulling een verrassing blijven,
doe dan laag om laag pudding en vulsel in
de vorm; de onderste zowel als de boven
ste laag moet uit pudding bestaan en het
vulsel mag de vorm nergens raken.
Voorbeelden van goede puddingen zijn:
chocoladepudding met; bitterkoekjes, co-
cosbiscuits of cake, rozijnen of nootjes;
caramelpudding met: rozijnen, geconfijte
vruchtjes; custard-, maizena-, griesmeel-
of rijstpudding met; koekjes, gember, ge
stoofde vruchten, geweekte gedroogde
abrikozen.
Aardig is ook een tweekleurcnpudding.
Deze kunnen we maken van pudding in
twee smaken, bijv.: vanille- en chocolade
pudding; maizena- en vruchtenpudding;
vanille- en bessensappudding, maar ook
van één witte puddingsoort waarvan met
zeer weinig kleurstof of gekleurde gela
tine een deel gekleurd is. Kiest men twee
of drie sterkten van één kleur, bijv. rose,
lichtrood en rood, dan kan men volstaan
met één puddingmassa te koken en deze
eerst licht te kleuren. Nadat men een deel
hiervan heeft uitgeschonken, kleurt men
de rest wat sterker, enz. De puddingmas
sa s kunnen in lagen op elkaar geschonken
worden, maar men kan ze ook naast elkaar
leggen, door ze gelijktijdig uit te gieten,
elk aan een kant van de vorm.
Is de feestpudding klaar, dan kan ze nog
worden versierd met schuimpjes, gehal
veerde koekjes of flikken, schijfjes sinaas
appel, vruchtjes, vruchtenkoekjes, gehakte
noga of noten of wat U maar voor passen
de garnering bedenken kunt. Voor een
kerstpudding zijn kerstkransjes of takjes
groen aardig, of heel kleine kaarsjes, d>e
men vlak voor het binnen brengen aan
steekt. Zo vormt Uw pudding een waardig
slot van een feestelijk samenzijn rond de
ais!
ja
45 g (3 eetlepels) suiker, een klontje
boter of margarine. De boter of margarine
smelten in een stevig pannetje, de suiker
toevoegen en zachtjes verwarmen totdat
de massa lichtbruin is. Deze dan uitgieten
op een vetgemaakt papier of aanrecht, met
een natgemaakte mes dun uitstrijken en
insnijden tot driehoekjes of reepjes. De
noga na afkoeling breken. Wil men noga-
kruimels hebben, dan een deel in een lapje
binden en stuk slaan met een hamer. Met
kruimels of figuurtjes van noga de pud
ding versieren vlak voordat ze wordt op-
gediend.
21.
Als een bescheiden bijdrage bij het
souper, stak ik een tweede fles cham
pagne in mijn zak; toen stak ik een si
gaar op, sloot het huis af en begaf mij
langs de gewone weg naar de kreek. Het
was hoog water en van tijd tot tijd
moest ik boven over de dijk gaan, in
het volle gezicht van het veld en de
grote weg. Gelukkig scheen er, als ge
woonlijk, niemand in de nabijheid te
zijn en ik bereikte de kreek, zonder
groot gevaar waargenomen en gevolgd
te zijn.
De „Betty" lag op haar gewone plaats,
maar er was geen enkel teken of er
iemand aan boord was. Ik liep de kreek
langs tot tegen over de boot en met mijn
handen aan de mond praaide ik haar.
Ogenblikkelijk dook het hoofd van
Joyce op uit de kajuit en het volgend
ogenblik was zij aan boord en wuifde
mij vrolijk toe met een braadpan.
O, ben jij het al! riep zij uit- Wat
prettig Ik ben in een seconde bij je
Waar is Gow?
Op vacantie
Zij haastte zich naar het achterschip,
maakte de jol los en roeide naar mij toe.
Zij droeg een witte jersey, afgezet met
vrolijke oranje, en heur haar lichtend in
de zon, vormde zij een schilderij, waar
van de liefelijkheid slechts aan 'n blinde
had kunnen ontgaan.
Zij landde juist, waar ik aan de oever
stond en greep vast aan het gras.
Springriep ze. Ik houd hem wel.
Ik sprong en het volgend ogenblik zat
ik naast haar in de boot en liefkoosden
wij' elkander zo natuurlijk als twee kin
deren.
Wat ben je er gauw zei ze; ik had
je nog lang niet verwacht.
Ik kuste haar nog eens; toen nam ik
de riemen en zette af-
Joyce, zei ik, ik ben er mee ge
slaagd, "ik heb genoeg van dat gezegen
de goed om half Tilbury in de lucht
te laten vliegen.
Zjj klapte in haar handen van blijd
schap.
Prachtig! Ik wist dat ie slagen zou.
Heb je er al een proef mee genomen?
Ik schudde mijn hoofd.
-- Nog niet! We zullen het morgen
ochtend doen, eer iemand op is.
Met een slag van de riem, om een
desolaat uitziend drijfsel te ontvaren,
voegde ik er benieuwd aan toe:
En Tommy? Komt hij?
Morgen. Ik heb een brief van hem
voor je. Hij is gisteren bij Latimer ge
weest.
Mooi! Ik geloof, dat de zaken mar
cheren. En George?
Joyce lachte zachtjes.
O, zei ze. ik heb zoveel te ver
tellen; ik weet eigenlijk niet waaraan
ik zal beginnen.
Ik liet de boot langs de „Betty" aan
lopen en wij klommen beiden aan boord.
Laat ons beginnen met thee, stelde
ik voor. Ik snak naar een kopje van
dat heerlijke spul.
Arme kerel, natuurlijk zal je dat
eerst hebben. Je kunt de brief van
Tommy lezen, terwijl ik ze klaar maak.
Zij haalde de brief uit de kajuit. Ik
zette rnjj in de cokpit en begon de drie
grote vellen met de hieroglyphen, die
Tommy zijn handschrift belieft te noe
men, te ontcijferen. Voor zover ik er uit
wijs kon worden, luidde ze:
Beste Neil!
„Eigenlijk moest ik niet met die naam
beginnen, voor-het geval, dat iemand an
ders de brief eens in handen kreeg.
Maar 't doet er niet toe, daar Joyce hem
meebrengt; je-kunt het ding verscheu
ren. zodra je net gelezen hebt.
Ik ben bij Latimer geweest. Schreef
hem, zodra ik terug was, herinnerde
hem, wie ik was en zei hem, dat ik hem
spreken moest over een hoogst parti
culiere zaak. Hij vroeg me van avond
om tien uur bij hem aan te komen op
zijn kamer in Jermijnstreet en ik ben
daar tot bij twaalf geweest.
Ik had me voorgenomen, het een en
ander uit te vissen, maar goede hemel,
Neil, zo'n afloop had ik nooit verwacht.
Eigenlijk heb ik de gehele zaak door,
voor zover Latimer er dan in betrokken
is. Zie je, hij had óf een verklaring te
geven óf hij moést me ronduit zeggen,
dat ik naar de duivel kon lopen. En
daar hij dacht, dat eerlijkheid tegenover
mij volkomen veilig was, besloot hij
ronduit te spreken.
Om te beginnen, het is voor een groot
deel zoals wij al vermoedden. Latimer
is bij de geheime dienst. Daarom kwam
hij met dit zaakje in contact. Het
schijnt, dat een poos geleden de admi
raliteit of een ander departement er
lucht van kreeg, dat een aantal Rus
sen in Engeland aan het spionneren
was in verband met het mogelijke con
flict over een beruchte kwestie. Latimer
kreeg met anderen opdracht, dit na te
gaan. Hij had een paar weken rondge
snuffeld zonder veel succes, toen hij
min of meer bij toeval op het spoor
kwam van diezelfde pracht exempla
ren, die verleden Vrijdag op de Theems
de boot van Gow aan het zinken brach
ten.
Zij schijnen er achter te zijn gekomen,
dat hij hen ontdekt had en blijkbaar
besloten zij hem uit de weg te ruimen.
Het schijnt, dat ze het handig hebben
opgezet. De man met het litteken is
of een van hen of staat met hen in ver
binding. Deze stelde zich aan Latimer
voor als een lid van de geheime Fran
se dienst. Hij gaf voor, dat hij bijzon
derheden had aangaande ons geval en
ofschoon Latimer wantrouwend bleef,
kwam hij met hem overeen, bij Parelli
te gaan eten en eens te horen wat de
kerel te vertellen had.
De rest van dat voorval is je bekend.
Zonder jou zou Latimer er ongetwijfeld
het loodje bij gelegd hebben en ik kan
je verzekeren, dat hij je niet weinig
dankbaar is. Ik kreeg vooral het verzoek
je dat te vertellen, zodra ik je weer
schrijven zou.
Op welke wijze die mensen van jou
in verband staan met deze Russen is
mij niet duidelijk. Wanneer jij er zeker
van bent, dat de kerel met 't litteken
je in Londen in het oog hield, is het
volkomen duidelijk, dat ze samenwerken.
Aan de andere kant ben ik er zeker van,
dat Latimer er niets van weet. De reden,
dat hij verleden Vrijdag aan de hut was
is een rapport, dat een van zijn mannen
hem had gezonden hij heeft twee hel
pers onder zijn bevel en waaruit hü
meende dat het iets met de Russen te
maken had. Hij vertelde eerlijk, hoe jij
hem had gesnapt en hoe hij die leugen
over de bouwpolitie had verzonnen om
zonder meer weg te kunnen komen.
Wat hij nu denkt te doen, weet ik niet.
Hij werkt een of ander plan uit en ik
denk, dat hij mijn hulp daarbij zal vra
gen hij polste mij tenminste of ik
bereid zou zijn, hem bij te staan. Dat
ik hierop inging spreekt vanzelf het
lijkt mij de enige kans, om alles geheel
op te lossen. Vandaag zie ik hem of hoor
ik van hem en zodra ik iets naders weet,
schrijf ik je of kom ik je opzoeken.
Joyce zal je alles over George en
McMurtrie vertellen. Als die twee sa
men niet een buitengewoon vuile streek
van plan zijn, eet ik mijn gehele garde
robe op! We moeten er uitvoerig over
spreken, zodra we elkander zien.
Ik verlang er naar, je te ontmoeten
en alles te horen van je werk en hoe de
toestand daar bij jou is.
Tot zolang, oude kerel.
TOMMY".
Ik had juist de laatste woorden ofit-
cjjferd, toen Joyce uit de kajuit kwam
met thee.
Al klaar. Neil, zei ze. Ik heb
maar twee sneedjes brood met boter
voor je klaar gemaakt, omdat ik niet
wil. dat. je niet van ons souper zult eten.
We hebben koude fazant en doperwten
en nieuwe aardappelen.
Ik haalde champagne te voorschijn.
Als ze zo nieuw zijn als deze wijn,
merkte ik op zuilen ze uitstekend zijn.
Joyce nam mijn bijdrage in ontvangst
en na het etiket gelezen te hebben, zette
ze de fles voorzichtig op de grond in de
cockpit.
Sarcon et fils, zei ze. Ik dacht
altijd, dat dat een azijnfabriek was.
Misschien is dat zo, antwoordde ik.
We zuilen het wel proeven,
Joyce lachte en zette zich naast mij en
dphntik thép
Je hebt Tommy's brief gelezen?
vroeg zij. Wat denk je er van?
Ik nam een lange teug.
Te oordelen naar het weinige, dat
ik van deze mijnheer Bruce Latimer heb
gezien, zou ik hem rangschikken onder
de volmaakste leugenaars in Engeland.
MaYr tochhij heeft een gunstig ge
zicht.
Maar je gelooft zijn verhaal niet?
Ik haalde mijn schouders op.
't Kan waar zijn, antwoordde ik.
Tommy schijnt dat in teder geval te
menen. Als het zo is. staat de zaak wat
eenvoudiger dan wij hadden verwacht.
Dat is alles.
En als het niet zo is?
Ja, als het niet zo is
Ik liet de zin onvoleindigd, en bediende
mij opnieuw van brood.
Een ogenblik zwegen wij.
Vertel me over George, Joyce, zei
ik. Wat is die sinistere streek, waar
Tommy op zinspeelt?
Neil, begon ze, ih heb eindelijk
wat ontdekt. Iets, dat ik gevreesd had
nooit te zullen ontdekken. Ik weet, dat
die man in Marks' kamer was, die dag
dat hij vermoord is.
Ik was zo verrast, dat ik een stek bijna
kokende thee inslikte.
Ik wou, dat je dergelijke dingen een
beetje meer voorbereidde, Joyce. Wie
was het?
Dokter McCurtrie!
Ik zette mijn kop neer en staarde
haar aan in de uiterste verbazing.
Dokter McMurtrie, herhaalde ik on
gelovig.
Zjj knikte.
Luister. Ik zal je precies vertellen,
hoe alles gebeurde. Zoals je weet di
neerde ik met George in de Savoy, Vrij
dagavond. Wij spraken uitvoerig over
eventuele toekomstplannen! Hij heeft
die twaalfduizend pond ontvangen, Neil.
Dat. valt niet te betwijfelen. Hij liet me
de cheque zien en de bevestiging van
de bank. Hij bood mij zelfs een chèque
van een paar honderd pond aan voor
het kopen van een sieraad.
Voor zover ik George nog ken, moet
hij wel van je houden.
Jocye huiverde van afkeer.
Natuurlijk ging ik op dat vraagstuk
door. Ik wilde te weten komen, waar het
vandaan kwam. Maar ik kon het niet ge
daan krijgen, dat hij het mij vertelde.
Daarom juist was ik er zeker van, dat er
iets niet mee in de haak is. Tenslotte
spraken we af. dat ik Zaterdagavond weer
met hem zou dineren. Zaterdagochtend
echter veranderde ik van idee en schreef
hem, dat ik Donderdag zou komen. Ik
wilde mij niet binden, wanneer jij ine
hier eens nodig mocht hebben.
Zij zweeg een ogenblik.
Ik moest toch in Victoria-Street zijn
en wilde daarom de brief aan zijn kan
toor afgeven. Ik was daar juist en stond
voor de deur, terwijl ik mijn tasje open
maakte, toen iemand de trap afkwam. O,
Neil, ik had het bijna uitgeschreeuwd! Ik
herkende hem onmiddellijk. Ik herkende
dat koude gezicht alsof het drie dagen
in plaats van drie jaar geleden was ge
weest, dat ik het had gezien. Het was de
man, die ik bij Marks had gezien op de
middag van de moord.
Zij zweeg weer en ademde diep.
Ik was verschrikkelijk opgewonden.
En toch was ik ook heel kalm. Ik liet
hem een meter of tien de straat op gaan,
toen volgde ik hem. Hij riep een taxi aan
en ik hoorde hem aan de chauffeur het
adres Russell-hotel opgeven. Ik dacht er
aan, hoe jij die man met het litteken ge
volgd was en ik besloot hetzelfde te
doen. Ik moest een tijd op een andere
taxi wachten, maar zodra er een kwam.
sprong ik er in en zei de chauffeur naaF
de hoek van Russel-Square te rijden- ik
kwam daar aan, juist toen de eerste taxi
voor het hotel stopte. Een portier kwam
naar buiten en opende de deur en ik zag
de man uitstappen en de trapPe" opgaan.
Ik wachtte een ogenblik en ging toen
eveneens het hotel binnen.' De portier
stond nog aan de ingang en ik stapte
recht op hem toe en vroeg doodeenvoudig
hoe de heer heette, die zo juist binnen
was gegaan. Hij weifelde even, zei toen:
Die meneer, juffrouw? Dat is dr
McMurtrie.
Opnieuw zweeg zij. Ik schoof het thee
blad terzijde en stak een sigaar op.
Gelukkig, dat je enigszins aan ver
rassingen gewoon bent, zei ik.
Natuurlijk was ik erg van streek,
maar ik geloof niet, dat ik er iets van
liet merken. Ik zocht zo eventjes in mijn
tas tot ik mij hersteld had, toen gaf ik de
portier een fooi en vroeg, of hij wist hoe
lang de dokter nog bleef. Ik geloof, dat
hij zich afvroeg of ik een vrouwelijke de
tective was of een journaliste. In ieder
geval, hij nam het geld aan en zei, dat
het hem erg speet, maar dat hij het niet
wist. Als ik een interview met hem heb
ben wilde, zou hij echter zorgen, dat dat
in orde kwam. Ik dankte hem en zei, dat
er geen haast bij was. Ik meende, dat ik
het beste deed, het hier bij te laten. Ik
wist immers, dat McMurtrie, of hij in
Russell-Hotel bleef of niet, jou in ieder
geval nog ontmoeten zou en ik kon niets
winnen door vragen te doen, die de por
tier hem waarschijnlijk zou over vertel
len. Het zou hem alleen maar op zijn
hoede gebracht hebben, is het niet?
Beste Joyce, zei ik, je hebt je
prachtig gehouden. Sherlock Holmes had
het je niet kunnen verbeteren.
Ik stond op en liep door de cockpit.
Maar het maakt de zaak niet weinig
ingewikkelder, voegde ik er aan toe.
Ben je er wel zeker van, dat het McMur
trie was in Mark's woning?
Absoluut zeker, herhaalde Joyce met
nadruk. Ik zou mij dat gezicht herin
neren al was het honderd jaar later.
Ik balde mijn vuisten in plotselinge
drift.
Er ligt een vervloekte schurkenstreek
onder dat alles, Joyce. Wanneer McMurtrie
er die middag was, is het waarschijnlijk,
dat hij weet wie die moord begaan heeft.
Hij deed hetzelf, zei Joyce kalm. zo
zeker als ik hier zit.
Maar waarom? Waarom? Wie was
Marks dan toch? Niemand in Chelsea
scheen iets van hem te weten en niets
over hem kwam lo3 bij het verhoor. W aar-
om zou iemand anders dan ik hem willen j
vermoorden?
Joyce schudde haar hoofd.
Ik weet het niet, zei ze Koppig, maar
wel weet ik, dat McMurtrie het deed. Ik
voel het.
En in ieder geval, v®rvolgde ik, wat
voor zaken kan nö 1m hemelsnaam met
George hebben? Ik ben da enige verbin
dingsschakel tussen hem en hij kan mij
toch niet verraden, voor hij het geheim
van de uitvinding in handen heeft. Hij
weet, dat George mij morgen zou laten
gevangen nemen.
joyce maakte een gebaar van wanhoop.
Ik„wfet het wel, zei ze. Het is ook
voor mij een mysterie. Ik heb het over-
da° La v ,rdacht' t°t ik er hoofdpijn
klaring ^oe Senaamd geen ver-
Het fg alleen duidelijk, dat Dokter
hvfu'e en Savaroff van het begin af
h en voorgelogen. Zij zijn evenmin
handelaars in explosiestoffen als jij of ik.
Ae willen om een of andere reden ver
moedelijk om er geld uit te slaan mijn
uitvinding in handen hebben; daarna zijn
zij van plan, er van door te gaan en mij
aan George en de politie over te laten.
Daar lijkt het tenminste veel op.
Wel, dan ben jij ook niet langer ge
bonden aan je belofte aan hem.
Neen, antwoordde ik. Er zijn er twee
voor nodig, om een contract geldig te dóen
zijn. Overigens ik kan mij het privilege
veroorloven mijn woord te breken. Wat
kan men anders van een boef verwachten?
voegde ik er nog bitter aan toe.
Joyce kwam naast mij zitten en stak
haar arm door de qne, en streelde mijn
hand.
Niet zeggen, Neil, zei ze. Ik vind het
niet prettig, als jij iets zegt, dat niet edel
moedig is. Dat is mij als vals klinkende
muziek.
Ik trok haar tegen mij aan en met half
gesloten ogen legde zij haar wang tegen
de mijne. Een ogenblik zaten wij zwijgend;
met een liefkozing ging ik overeind zitten
en nam haar handen.
Kijk eens, Joyce, we moeten ons van
daag verder geen zorgen maken. We zullen
vrolijk en dwaas zijn, als verleden Vrijdag.
De hemel weet, hoe deze helse warboel los
of vast lopen zal, maar nu we er nog kans
toe hebben doen we beter, er nog een
avond vol geluk van te nemehr.
Joyce kuste mij; toen sprong zij luchtig
op en trok mij omhoog.
Dat zullen we, zei ze. We hebben
tenslotte toch een boot en een mooie
avond en koude fazant en een fles cham
pagne en wat kan iemand meer ver
langen?
Wel, het klinkt mischien wat gulzig,
maar ik wou er toch wel wat van die dop
erwten en nieuwe aardappelen, waarvan
je sprak, bij hebben.
Zij liet mijn handen los en nam een
grote mand, waarin een paar zakken lagen
uit een van de kastjes.
Zie hier! lachte zij. Jij kunt schillen
en doppen, terwijl ik de theeboel afwas
en de tafel dek. De man moet het ge
vaarlijke werk maar opknappen.
Joyce heeft altijd de gave gehad, een
aanstekelijke vrolijkheid om zich te ver
spreiden en die avond scheen zij in haar
7ii k ?n alterliefste humeur. Ik denk, dat
tl oesloten had, alle gedachten aan de min
*2 Iineer verwarde staat, waarin ik momen
teel verkeerde, van mijn geheugen te
weten. En daarin slaagde zij uitnemend!
Wij kookten samen het souper. Ik kookte
de doperwten- en de aardappelen en Joyce
maakte een prachtig geslaagde ommelet
van een paar verse eieren, die zij voor dat
grootse doel had meegebracht.
Het was prettig in de kajuit met de lage
zoldering, waarvan de lamp afhing en met
geen ander geluid dan het zachte kabbelen
van de vloed tegen de zijden van de boot.
Nadat we met eten gereed waren, bleven
wij nog enige tijd na genieten, terwijl ik
weer een sigaar rookte.
We zullen niet omwassen. zei ik.
We zullen alles maar in het voorschip
zetten en aan Gow overlaten. Wat in
spanning zal hem' goed doen na zijn va
cantie.
Doe maar, zei Joyce met haar liefste
stem, en kom dan mee naar buiten in de
heerlijke frisse avondlucht.
Ik ruimde af en sloeg daarna de tafel,
die met scharnieren werkte, omlaag;
daarna bracht ik al de kussens, die ik
vinden kon, naar buiten. Ik ging voor
haar voeten zitten en liet mijn hoofd
rusten tegen haar knieën.
Hoé lang we samen zo gezeten hebben,
weet ik niet. Een heerlijk gevoel van
tevredenheid en rust hing om mij heen
en voor het eerst drong het tot mij door
hoe dierbaar tn onmisbaar Joyce voor mij
was geworden. Soms streelde zij zachtjes
ov®r mÜn wang, als wilde zij mij ver
tellen, hoe lief zij mij had.
Een halve maan en vele sterren schit
terden aan de donkere hemel. Koel en
zacht streek een zwakke wind over de
velden neer.
Joyce!
Joyce, mijn lief vrouwke! Joyce, mijn
Joyce!
Neil, mijn jongen!
Nog vele lieve woordjes zeiden wij die
mR?te fvond in de eenzame kreek, ter
wijl het firmament als een diadeem met
duizenden en duizenden schitterende ste
nen zich om ons heen sloot.
Doch ook hier moest de tijd van de
liefde plaats maken voor die der harde
werkelijkheid. Hand in hand liepen wii
naar de achtersteven, waar de jol lag. Nog
eens kuste ik haar en maakte aanstalten
om mij in het bootje neer te laten.
Ik zal zelf aan land roeten en daai'
de jol vastmaken. Morgenochtend oni vier
uur ben ik dan terug, als jou dat niet te
vroeg is. We moeten die ontploffing vie
ren eer iemand op is.
Hoe vroeger je komt hoe beter, zei ze
Probeer wat te slapen, je zult ar iër-'
morgen doodmoe zijn.
Ik zal het proberen, antwoordde
eenvoudig. Maar ik denk niet, dat dat ge
makkelijk zal gaan.
Een laatste zoen en ik gleed langs het
touw tot In de boot. Alles om mij wa'
duister en stilalleen het zwak
ruis van de riemen brak het zwljge"
Meer door geluk dan wijsheid landde
op de gewone plaats en trok de boot aa'
land, buiten het bereik van het geiii Toch
wuifde ik goede nacht naar de „Bett?
Het was te donker om iets te zien.
ik ben ervan overtuigd, dat Joyce m'l'
groet beantwoordde.
(Wordt vervolgd