De kerk is geen experimenteerlokaal NOG ERGER DAN BIJ ONS DE VALERA NAAR IERLAND TERUGGEKEERD Bidault op zoek naar meerderheid Het recht op 't beslissende woord 'A' NG- SLAGEN r Op de kwaliteit meneer daar komt het op aan Westduitse goud- en dollar reserves sterk gestegen OUDE GEN EVER DINSDAG 30 DECEMBER 1952 PAGINA S duurder: 50 stuks f.2.-. 100 stuks (de zgn. ..Royal Pack") fi 4.- Vuist in t gezicht Kerkelijke kunst geen doel in zichzelf Henk van der Maze „Selfs vlagmanneke kan ongelukke nie verhoed nie" Stimulerende invloed De deur tvijd open Zweedse fokvarkens naar Engeland Dankbaar voor het resultaat der oog-operaties Gods beste zegen voor het Nederlandse volk m En de -eloof me meneer al hebben de mensen de keus uit tientallen merkenrekea maar, dat ze 't allerbeste d'r uithalen. .Want het publiek hééft nu eenmaal een fijne neus voor wat werkelijk kwaliteit is. Daarom krijg ik steeds méér vaste klanten op King's Cross. Dat is voor mij als vakman het bewijs, dat de kwaliteit van die King's Cross met kop en schouders boven de rest uitsteekt. Elke dag zie ik, dat 't waar is: feestdagen1 Waarom zou U Uzelf; en die U lief zijnindie dagen niet 'ns extra verwennen Die fraaie luxe dozen King's Cross zijn er zo aardig en gezellig voor. En ze zijn niets De sigaret met het grootste aantal vaste rokers Zevenaar wordt uitge schakeld Internationale treinen stoppen te Arnhem Gunstige ontwikkeling handel met dollararea AALMOEZENIER VAN DE VRANDE NAAR KOREA De Franse regeringscrisis Tli. J. Oostendorp Veertig jaar journalist Rome en de kerkelijke kunst De Osservatore Romano van 20 Jnli j.l. bevatte de tekst van een schrijven, gewijd aan de kerkelijke kunst en uitgaande van de Congregatie van het H. Officie. Dit schrijven behandelt zowel de architectuur als de beeldende kunst, zonder daarbij nieuwe of tot dan toe niet bestaande verordeningen af te kondigen. Als instructie gericht tot al de bisschoppen van heel de Kerk wijst het dezen, na aanhaling van door Concilies en Pausen gedane uitspraken, op enkele canones van het Kerkelijke Wetboek en verlangt van hen strikte toepassing van deze uiteraard reeds lang bestaande en steeds geldende bepalingen. Welke zijn deze bepalingen van hel kerkelijk recht? Voor wat betreft de kerkelijke bouw kunst gaat het hier om de canones 1162, 1164, 1268 en 1269 van de Codex, die ver ordenen: a) dat een kerk slechts mag ge bouwd worden na schriftelijke toestem ming van de eigen bisschop, b) dat de bis schoppen te zorgen hebben, rekening hou dend met het oordeel van bevoegde des kundigen, „dat bij het bouwen of herstel len van kerken de door de christelijke tra ditie aangenomen vormen en de wetten der gewijde kunst worden in acht geno men", c) dat het Allerheiligste moet be waard worden op de meest verheven en eervolle plaats in de kerk, en d) dat de H. Eucharistie dient geborgen te zijn in een vaststaand tabernakel, dat zich midden op het altaar moet bevinden. De bepalingen aangaande de beeldende kunsten zijn te vinden in de canones 1279, 485, 1178, 1385 en 1399. Deze schrijven voor a) dat het aan niemand zonder bisschop pelijk verlof toegestaan is in welke kerk of gewijde plaats dan ook „een ongewoon beeld (insolitam imaginem") te plaatsen of te doen plaatsen", b) dat geen bisschop een dergelijke voorstelling (imago kan uiteraard, beeld, schilderij, glasraam enz. betekenen) mag goedkeuren, „als zij niet met het beproefde gebruik der Kerk over eenstemt", c) dat zij, de bisschoppen, nim mer mogen toestaan, dat op genoemde plaatsen beelden worden opgesteld, „die niet met het ware geloof overeenkomen of die de gepaste behoorlijkheid of eer baarheid niet bezitten of die voor onge- letterden een aanleiding tot gevaarlijke dwaling kunnen zijn", d) dat de bisschop pen alles uit de kerken hebben te verwij deren, „dat strijdig is met de heiligheid der plaats en met de aan het huis van God verschuldigde eerbied", waaraan in het bedoelde schrijven als verklaring is toegevoegd, dat het strikt verboden is op de altaren of tegen de kerkwanden een onsamenhangende veelheid van meestal mechanisch vervaardigde, waardeloze beelden en platen aan te brengen. Dit laat ste is dus niet alleen een nieuwe veroor deling der haast onuitroeibare producten van gipsgieterij en beelden fabriek, maar GITATIE eist voortdurend voedsel. Anders zit natuurlijk zo de klad in de beweging. En aangezien de E.V.C. als communistische mantelorganisatie het van de herrie moet hebben en niet van teen geleidelijke ontwikkeling in de sociale wetgeving wordt van de E.V.C.-leiding ge- eist, dat zij elke dag nieuwe stunts voor tovert. Berend Blokzijl is aan dit syteem ten offer gevallen. Hij was te tam en te sterk individualistisch. Volgens zijn collega se cretaris Brandsen had hij te weinig ver trouwen in zijn medebestuurderen. Boven dien heeft Berend de mening van zijn collega's zodanig bestreden, dat er van vrije meningsuiting geen sprake meer was. Enfin Blokzijl is als voorzitter van de kaart. Alweer een. Men zal begrijpen, dat de nieuwe leiding nu ook fors van leer moet trekken. Secre taris Brandsen deed dan ook reeds de mededeling, dat de E.V.C. in al haar on derdelen versterkt zal worden om de reactie beter en doeltreffender de vuist in het gezicht te kunnen plaatsen. Hiertoe zullen opstandige krachten in hetNVV en andere vakbonden tot activiteit worden gebracht. Om de onrust in de ondernemin gen op te voeren heeft Brandsen volgens het „Waarheid"-verslag nog gewezen op de noodzakelijkheid „zelfstandiige bedrijfsvakverenigingen te vormen, die een hechte verbinding hebben met de arbeiders in het bedrijf. Tot de taken behoren onder meer het beleggen van ledenbijeenkomsten in het bedrijf en het uitgeven van eigen, goed verzorgde ledenkranten, waarvan de in houd overwegend betrekking moet heb ben op de activiteit van de bedrijfsvak- vereniging en de bedrijfsvraagstukken". Er is dus nog een en ander te verwach ten. Er was voorts een merkwaardige ver klaring van Brandsen al. de volgende: „De bonds- en bedrijfsbestuurders moet meer kennis worden bijgebracht over de sociale wetgeving. De scholing, op welk punt de E.V.C.- leiding zeer ten achter is gebleven, moet op grote schaal worden aangepakt". Als zij met bedoelde scholing nu eens begonnen waren. Ontevredenheid aanwak keren is een klein kunstje. Maar goed lei den naar werkelijke welvaart in een ge ordende maatschappij is een grote kunst. Maar tja daarom is het de C.P.N. en de E.V.C. niet begonnen. Onrust moet er komen, herrie moet er zijn. Nederland moet rijp worden gemaakt voor een geruisloze Russificatie. Die nooit zal komen, mits o.a. bonafide •werkgevers en dito werknemers hun tijd eti taak verstaan. ook van strikt gebod tot verwijdering van deze en andere onwaardige rommel! Ten slotte wordt er nog aan herinnerd, dat het aan bisschoppen en religieuze oversten verboden is toestemming te ge ven tot het drukken van boeken, tijd schriften of platen met afbeeldingen „die niet in overeenstemming zijn met de op vatting en de bepalingen der Kerk". Dit alles zijn strikte geboden of verbo den, voortvloeiende uit de artikelen van het kerkelijk wetboek. Om nu de juiste weg te bewandelen en tot de gewenste resultaten te komen wordt aan de bis schoppen de raad gegeven in de commis sie van deskundigen, die hen van raad moet dienen, slechts personen op te ne men, die ten volle tot oordelen bevoegd zijn, maar tevens doordrongen zijn van christelijke geest. In dezelfde zin dient gehandeld te wor den bij de keuze van architecten en beel dende kunstenaars. Bevoegde personen, met eerbied voor de traditie en voor de richtlijnen van de H. Stoel, dienen boven dien de priestercandidaten tijdens de stu diejaren van philosophie en theologie in de kennis van de kerkelijke kunst te on derrichten. Het zal voor een ieder, die enigszins in deze materie thuis is, duidelijk zijn, dat recente gebeurtenissen, voor een klein deel zelfs in onze eigen omgeving, de aan leiding zijn geweest voor de uitvaardiging van het bovenaangehaalde schrijven. Wij zeiden het reeds: de bepalingen van het kerkelijk wetboek zijn niet nieuw, maar indien de kerkelijke overheid aan leiding vindt om nogmaals en met nadruk In het „Suid Afrikaanse Spoorver/nuus" van October 1952 staat onder de kop: Selfs waarskuwingsklokkè en vlagmanneke kan ongelukke nie verhoed nie" geschreven: „Gedurende die loop van van jaar is 79 motorbestuurders wat in onge lukke by spoorwegoorgange betrokken was, deur die hof skuldig bevind. Wat miskien selfs betekenisvoller is en die gevaar by spoorwegoorgange beklemtoon, is dat daar gedurende die boekjaar 1951/52 elf voetgangers by spoorwegoorgange gedood en ses ernstig beseer is. By almal behalve drie van die oorgange was waarskuwingstoestelle in werking toe die onge lukke plaatsgevind het. Een ongeluk het plaatsgevind terwijl die vlagman moes staan en toekyk nadat hy nie daarin kon slaag om die voetganger te keer nie. Sommige voetgangers het vermoedelyk nooit die trein gesien nie aangesien hulle reguit daarteen vasgeloop het. Gedurende 1951/52 was daar 260 ongelukke by spoorwegoorgange waar in 51 mense gedood en 67 ernstig beseer is. Slegs elf het by onbeskermde oorgange plaatsgevind, terwijl nie minder as 33 by oorgange voorgekom het waar vlagmanne aan diens was. Twee voertuige het in werklikheid. in treble vasgery, terwyl waarskuwingsklokkè gelui en die vlagman sy vlag ge waai het. Waarskuwingsborde is blijkbaar die ondoeltreffendste, aange sien 136 ongelukke by oorgange gebeur het wat slegs deur waarskuwings borde beskermd is. „Waarskuwingsbord"-oorgange, waarvan daar meer as al die ander is, is meestal in plattelandse gebiede". op deze punten te wijzen, dan heeft zij daarvoor van zelf sprekend haar ernsti ge redenen. Wanneer er een discussie ontstaat, waar in de Kerk betrokken is,in casu over de toelaatbaarheid van sommige uitingen der hedendaagse kunst binnen de muren van het heiligdom, dan zal zij niet nalaten, haar eigen standpunt in deze kenbaar te maken en de grenzen van het toelaatbare af te palen. Zij heeft dit steeds gedaan, van de Concilies der eerste eeuwen af, ge lijk dat uitdrukkelijk in de inleiding van de bewuste instructie wordt aangetoond. Dit is niet slechts haar recht, maar ook haar plicht, omdat de eigen taak der Kerk gelegen is in de verheerlijking van God en de heiligng der zielen. De gewijde kunst is een der middelen, die zij tot doel ge bruikt: het is dus tevens haar recht te be palen hoe zij dit middel gebruiken zal en te beoordelen in hoeverre dit middel voor haar oogmerk geschikt is. Gods verheerlijking en het zielenheil dienen dus steeds voorop te staan: zij zijn het punt van uitgang en de norm, ook voor de gewijde kunst. Indien bepaalde uitingen daarvan niet aan deze normen beantwoorden, dan heeft de Kerk het recht en de plicht deze zieke takken weg te snoeien. Deed zij dat niet, dan zou zij haar eigen werk schaden en haar roeping verloochenen. De kerkelijke kunst _zal dus door haar dienende functie nooit doel zijn in zichzelf, maar steeds als middel onder geschikt blijven aan het door de Kerk met al haar vermogens nagestreefde doelwit. Verre van haar te belemmeren, heeft deze binding de kerkelijke kunst, de echte uiter aard, steeds gestimuleerd. Zoals een gesnoeide boom harmonischer tot uitgroei komt, zo heeft de Kerk met doelbewuste leiding haar kunst tot de meest zuivere ontplooiing geleid. Wü spraken van zieke takken, die wor den weggesnoeid. Wellicht is deze uitdruk king te sterk, immers in de meeste geval len zal ook dit wegsnoeien geen anathema betekenen. De afgesneden tak wordt niet op de mesthoop gegooid. Iets, dat zyn functie als sacrale dus liturgische kunst in de kerk om een of andere reden niet ver vullen kan, is daarom nog niet veroor deeld als kunstwerk. Er wordt slechts mee gezegd, dat hier en nu dit beeld, deze kruisweg, dit altaar- kruis, deze boekillustratie, ongeschikt of minder geschikt geacht wordt voor het ge stelde doel. In een museum, zelfs in een diocesaan museum, kan een dergelijk werk dan misschien wel op zijn plaats zijn. Daar immers ziet het zich geen liturgische functie opgedrongen, die 't niet of slechts zeer onvolledig vervullen kan. Een handwerksman zal geen werktuig aanschaffen, dat hij niet voor zijn doel kan gebruiken en mocht hij het door een of ander toeval toch in handen gekregen hebben, dan zal hij het omruilen voor een ander, dat wel aan zijn bedoeling beant woordt. Of, om dichter bij de kunst te blijven, iemand met een juist gevoel zal in zijn kamer geen kunstwerk dulden, dat hij lelijk vindt, dat dus niet voldoet aan de gestelde eis, schoonheid in zijn leven te brengen. Hij zal het verwijderen en een ander geschikter kiezen. De H. Kerk, de moeder in het grote huis der christenheid, doet hetzelfde en zij doet wel. Maar zij zal er naar streven, dat het zo ver niet komt en daarvoor geeft zij haar regels, waaruit wij tevoren kunnen op maken, wat zij wel en wat zij niet ver langt. Zij verlangt en duldt in geen geval dat een kerk tot experimenteerlokaal ver wordt. Zij kan haar eigen doeleinden niet op het spel zetten om aan een architect, beeldhouwer of schilder de gelegenheid tot experimenteren te bieden. Zij kan en mag zich niet op hypothetische gronden begeven, waarvan nog geenszins vast staat of het gronden zijn. Zij kan en mag geen geestelijke vivisectie toelaten op haar gelovigen, door op hen middelen te laten toepassen, waarvan de deugdelijkheid niet reeds is gebleken. Sluit zü dus de moderne kunst uit? Geenszins, voorheen niet en nu evenmin. In zqn Encycliek van 20 November zegt de H. Vader met nadruk: „Het is absoluut noodzakeiyk de deur wijd open te zetten ook voor de moderne kuust", en hü voegt er aan toe: „indien zy zich althans met de vereiste eerbied en waardigheid ten dien ste stelt van de gewüde plaatsen en de liturgische gebruiken". Na hetgeen wö in het voorgaande betoogden, zal dit pause- lijk woord volkomen duideiyk zyn. Het schryven van 20 Juli j.l. sluit zich daarbij aan, waar het zegt: „De kerkeiyke archi tectuur, ook indien zü nieuwe vormen toe past, moet steeds aan haar doel beant woorden, nl. zy moet een huis bouwen van God, een bedehuis, dat nooit geiykvormig kan zyn aan een profaan gebouw". Door dit alles is de term „traditie" al goeddeels verklaard. Als de codex spreekt over „door de christelijke traditie aange nomen vormen", dient men deze passages niet mis te verstaan door hierbij te denken aan de vormen van deze of gene (welke?) door de Kerk bevoorrechte stijl, maar men dient te begrijpen, dat het hier gaat om de eigenschappen welke een kerk, ge lijk gezegd, onderscheiden van een pro faan gebouw en die haar stempelen tot Gods woning en het huis des gebeds. Anderzijds zal iedere kunst in zekere zin voortbouwen op of aansluiten bij iets wat voorafging. De bouwers der vroeg christelijke basilieken sloten aan bij voor beelden uit de heidense Oudheid en zij benutten haar siervormen. De Gothiek is een verdere uitbloei van principes, die reeds aan het romaanse eigen waren en deze stijl op haar beurt dankte haar ont staan aan de vroeg-christelijke kunst, ge combineerd met die, zowel van het Azia tische Oosten als van het Europese Wes ten. De Renaissance zocht opnieuw haar vormen bij de klassieke Oudheid om ze te verwerken met een door de late Middel eeuwen geschoolde geest en hand. Daarna combineert de Barok renaissan cistische, gothische en andere elementen. In de vorige eeuw grijpt de Romantiek met gretige hand naar de rijkdom der Mid deleeuwen. En verwijlt niet onze huidige kunst met een zekere voorliefde bij de romaanse vormen en bij het vroege chris tendom, in de hoop het daar gevondene om te scheppen tot iets, dat toch geheel van onze tijd is? Er zijn er wie zal het ontkennen? die elke traditie verwerpen en minach ten, die hun ogen moedwillig sluiten voor al het voorbije en alleen hun eigen vindin gen en bedenksels voor ware kunst hou den. Bijna onvermijdelijk zal een dergelij ke geestelijke hoogmoed monstruositeiten baren, die door sommigen wellicht een tijdlang voor meesterwerken worden aan gezien. Wat er ook van zij, de kerk is niet alleen geen plaats voor experimenten, het is beneden haar waardigheid zich in te la ten met snobisme. Een kunstwerk kan niet tegelijkertijd sacraal middel en teken van tegenspraak zijn. Het kan niet tegelijker tijd de harten verenigen en de geesten scheiden. Er is maar één element van on rust in het kerkelijke kunstwerk mogelijk en dat is de drang naar God. De Kerk steunt in haar wijze voorzich tigheid op een ondervinding van eeuwen. Over de bewogenheid van het heden ziet zij uit naar de wijde horizonten van ver leden en toekomst. Dit en het haar gestel de bovennatuurlijke doel, geven haar in deze materie het recht op het beslissende woord. Prof. Dr J. J. M. TIMMERS. Engeland zal 'n beperkt aantal Zweedse varkens invoeren voor fokproeven. De gebruikelijke voorzorgsmaatregelen tegen het binnenkomen van veeziekten zullen worden genomen. Wanneer het resultaat van de fokproeven bekend zal zijn, zal overwogen worden of nog meer Zweedse varkens zullen worden ingevoerd. Met het lijntoestel van de Ierse lucht vaartmaatschappij Aerlingus heeft gister middag een uiterst dankbare dr Eamon de Valera, minister-president van Ierland, Nederland verlaten. Vier maanden is hy ia ons land geweest, waar hy in het Oog- lüdersgasthuis te Utrecht genezing zocht voor een oogaandoening, welke hem met volslagen blindheid bedreigde. Prof. Weve heeft hem verscheidene malen operatief behandeld en over de resultaten is de patiënt meer dan tevreden. In 'een schriftelijke verklaring over de toestand van zijn ogen, welke hij op Schiphol aan de pers liet uitreiken, zegt hij o.m.: „Reeds een aantal jaren was mijn ge zichtsvermogen verre van voldoende en in Augustus J.l. werd een nieuwe toe stand geconstateerd. Het netvlies was gedeeltelijk los geraakt en algehele blindheid dreigde. Dit was de reden, dat ik naar Utrecht kwam. Het resultaat van de behandeling in het Ooglijders- gasthuis is. dat het netvlies nu geheel opnieuw is vastgemaakt en mijn ge zichtsvermogen thans weer is, zoals het was vóór de aandoening zich voordeed. Tengevolge van het lange verblijf in het ziekenhuis zal het nog enige tijd duren eer ik al mijn officiële plichten weer zal kunnen vervullen". Maar niet alleen over de medische be handeling was de heer De Valera zo te vreden, ook Nederland kreeg een pluim op de hoed. In een tweede verklaring zeide hij na melijk, dat hij tijdens zijn lange verblijf in ons land, van elkeen, die hij had ont moet, niet anders dan vriendelijkheid had ontvangen. Hetgeen een bewijs van good will was niet alleen voor hem persoon lijk maar ook voor het Ierse volk, waar voor hij zeer erkentelijk was. „Kleine landen kunnen veel van eikaar leren. Ierland bijvoorbeeld van de in Nederland met succes gevolgde methoden van land en tuinbouw". Dr De Valera betreurde het, niet in de gelegenheid te zijn geweest nader met Nederland kennis te maken. „Ik keer huiswaarts met een gevoel van grote dankbaarheid voor de medische be handeling, die ik hier ontvangen heb. Met de wetenschap, dat ik enkele nieuwe vrienden heb gemaakt, die ik niet licht zal vergeten, en met een gevoel van diepe hoogachting voor het Nederlandse volk. Vaarwel, Gods beste zegen over het Ne derlandse volk". De Ierse premier, die vergezeld was van zijn zoon, zijn particuliere secretaris en zijn secretaris, arriveerde per auto op het platform van Schiphol, waar de Ierse gezante, mrs Josephine McNeill en mr J. Kortenhorst, secretaris van de Ierse vriendenkring en het instituut Nederland —Ierland, ter uitgeleiding aanwezig wa ren. Nadat hij zich korte tijd met hen had onderhouden werd dr De Valera per auto tot voor de trap van het vliegtuig ge bracht, waar hij van de gezante afscheid nam, even voor de fotografen poseerde en toen door zijn zoon het vliegtuig werd binnengeleid. Toen het vliegtuig in Dublin arriveerde, waren de meeste leden van de Ierse rege ring en verscheidene buitenlandse diplo maten, o.w. de Nederlandse gezant, jhr Snouck Hurgronje, ter verwelkoming aan wezig. President Sean O'Kelly was de eerste, die hem welkom heette. m-y Tot nu toe is de Rhein-Main-expres Frankfort M.-Emmerik-Rotterdam Maas v.v. de enige internationale trein die te Arnhem stopt. Ingaande 5 Januari echter zullen, gelijk wij onlangs reeds aankon digden, ook de overige twee treinen v.v. via Zevenaar te Arnhem gaan stoppen te weten de Rheingold-expres en de nacht treinen. Voor deze twee treinen in iedere richting vervalt het oponthoud te Zeve naar. Op het vierde perron te Arnhem, waar een gebouwtje is ingericht voor controle van paspoorten, bagage en deviezen, heb ben de reizigers gelegenheid tot in- en uitstappen. De locale treinen Arnhem- Zevenaar v.v., die tot nog toe de reizigers te Zevenaar op deze internationale trei nen brachten of afhaalden, vervallen dan natuurlijk. Aalmoezenier L. v. d. Vrande vertrekt 3 Januari met het troepenschip „De Wa terman" naar Korea teneinde de geeste lijke verzorging der troepen tijdens de reis op zich te nemen. Hij zal daar echter niet blijven, doch met hetzelfde schip naar het vaderland terugkeren. Pater v. d. Vrande vertoefde reeds, zoals men weet, ruim een jaar in Korea. Bij de Neder landse troepen in het Verre Oosten be vinden zich sinds Mei 1951 aalmoezenier P. Schins, die bij de troepen aan het front is en sinds Juli 1951 aalmoezenier G. Brouwer, die verblijf houdt in het Hol land House te Tokio. AdvertenUe WENNEKER „Oude Proever" fl. 7.70 per liter „Oude Wenneker" fl. 7.25 per liter West Duitsland heeft zyn goud- en dol larreserves ten bedrage van 365.300.000 op 31 December 1951 vermeerderd tot 612 millioen op 15 December 1952, aldus ontlenen wjj aan het Decemberverslag van de Bank Deutschcr Lander. Deze vermeer dering was, aldus het rapport ten dele het gevolg van goudontvangsten van de Europese Betalingsunie, maar voor een groot deel ook van de verbetering, die zich in de handel tussen Duitsland en het dollargebied heeft voorgedaan. Toch acht de bank de huidige reserves tamelijk laag, aangezien zij slechts de waarde vertegenwoordigen van de West duitse invoer voor twee maanden, op basis van de invoer in October en November van dit jaar. De gemiddelde goud- en dol larreserves van alle andere Westelijke landen, uitgezonderd de V. S., hadden aan het einde van 1951 een waarde van drie maanden invoer. De terugbetalingen van goud of dollars, die Duitsland aan de E.B.U. moet doen, worden, volgens de bank, meer dan goed gemaakt door het overschot van dollars, dat voortvloeit uit de handel met het dollargebied, w.o. gerekend worden de dollars, die door de Amerikaanse auto riteiten in Duitsland gebruikt worden voor aankopen van Deutsche Marken. Voor het eerst in October van dit jaar had Duitsland weer een deficit in de E.B.U., op grond waarvan het opnieuw goud of dollars aan de E.B.U. moest be talen. Het overschot van de Westduitse han del met de dollararea beliep in November S 30 millioen, w.o. een bedrag van S 18 millioen aan D.M., gekocht door Ameri kaanse autoriteiten in West-Duitsland. Deze laatste aankopen vertonen aanmer- kelijke schommelingen en het is in het (Telefonisch van onze Parijse correspondent) PARIJS, Dinsdagmorgen Aangemoedigd door zy'n politieke vrien den is de heer Bidault de consultaties met de overige Kamerfracties begonnen op grond van een program, waarvan de pun ten nog niet bekend zyn gemaakt, doch waarvan men toch weet, dat het aan de Kamer een versterking van de regerings bevoegdheid zal vragen voor het door voeren van maatregelen, die de Kamer niet op tyd heeft kunnen nemen. Het betreft hier voornamelijk de finan ciële en economische maatregelen en de herziening van het belastingstelsel. Dit komt dus neer op het vragen van vol macht in een of andere vorm, zoals bij de consultaties van de vroegere ministers presidenten door de president van de re publiek algemeen als noodzakelijk werd geoordeeld. Onder bepaalde omstandighe den bij decreet hervormingen te kunnen invoeren of financiële en economische maatregelen te kunnen nemen was door de Kamer achtereenvolgens geweigerd aan de heren Plevin, Faure en Pinay. Uit genomen de socialisten zijn de nationale partijen thans wellicht voor die uitbrei ding van de regering te vinden. Bij het raadplegen der delegaties uit de politieke fracties vonden de socialisten er echter aanleiding om maar aanstonds aan de heer Bidault te beduiden, dat hij geen verandering in hun houding als oppositie partij kon verwachten. Zo de radicalen een nationale unie niet zonder de socialisten opvatten en daarin alle republikeinse partijen aanwezig wil len zien, om zodoende het overwicht der rechterzijde te verzwakken, achten de overige partijen voor die unie een ver brede meerderheid al voldoende. Over het algemeen is men van oordeel, dat de heer Bidault gemakkelijk de con stitutionele meerderheid voor een inves tituur zal kunnen bekomen. Maar eerst daarna zullen zich de grote moeilijkheden voordoen. De steen des aanstoots blijft het ministerie van buitenlandse zaken. Men denkt, dat de heer Bidault van de M.R.P. de vervanging van de heer Sehu- man zou kunnen verkrijgen, als hij zelf buitenlandse zaken zou nemen en Schu- man de portefeuille van financiën zou geven, waardoor elke prestige-kwestie omzeild zou zijn. Maar het is weinig ze ker, dat radicalen en onafhankelijken er genoegen mee zouden nemen, dat de twee in deze omstandigheden belangrijkste portefeuilles in handen van de M.R.P, zouden blijven. De heer Bidault heeft in grove trekken zijn program aan de fractie-vertegen woordigers medegedeeld en eerst in de loop van de dag zal hij de uiteindelijke beslissing der groepen kunnen vernemen. Toch hoopt hij nog voor vanavond aan de president der republiek te kunnen mee delen, of de Kamer zijn investituur zal vragen. Tot nu toe heeft buiten de so cialisten geen der fracties een afwijzende houding aangenomen. Integendeel, radi calen en Gaullisten zijn opvallend aan moedigend geweest. Doch de verschil lende fracties willen zich op de punten van het program nog beraden en er be staan ernstige meningsverschillen om trent de ratificatie van de overeenkom sten van Bonn en de Europese verdedi- gingsovereenkomst, kortom het buiten lands beleid en op de vraag hoe de mid delen te verkrijgen voor een actieve eco nomische politiek. Die onderlinge ge schilpunten tussen de fracties zullen ver moedelijk tot eisen leiden, die de samen stelling van het ministerie zeer zullen be moeilijken. Men meent echter, dat op grond van zijn ervaring de heer Bidault de figuur is, die het best geplaatst is om de samenwerking tussen de nationale partijen te bewerken. De samenstelling van het ministerie komt eerst aan de orde nadat de Kamer de heer Bidault als minister-president zal hebben toegelaten. geheel niet zeker, dat zy gedurende de komende maanden op hetzelfde niveau gehandhaafd zullen blijven. De hogere dollarontvangsten uit het handelsverkeer met de dollararea sedert October zijn het gevolg van een aanzien lijke daling van de invoer uit die gebie den en een lichte stijging van de uitvoer. D'e reden voor de daling van de invoer uit de dollararea zijn: de mogelijkheid dollargoederen te kopen via transito- affaires met Britse handelaren; verbeterde aankoopmogelijkheden in niet-dollar ge bieden; vermindering van het prijsverschil tussen dollar- en niet-dollarmarkten 'en de over het algemeen verbeterde dollar positie van West Duitsland. De gunstige ontwikkeling van de Duitse handel met de dollarlanden blijkt wel uit het feit, aldus de Bank, dat de Duitse goud- en dollarreserves van eind Augus tus tot eind November toenamen met 76 millioen, exclusief de betalingen van de E.B.U. Zaterdag 3 Januari viert de heer Theo J. Oostendorp, chef-buitenland van „De Maasbode", zyn veertigjarig jubileum als journalist. Gedurende al die jaren is deze bekwame journalist en geziene collega aan de redactie van „De Maasbode" verbonden geweest. Onze lezerskring profiteerde van zfln kennis en vaardigheid door zyn beschou wingen onder de inzet „Camera op het buitenland". Eenmaal op de buitenlandse politiek aangewezen, gaf hij daaraan zijn volle ambitie, hij ging zich specialiseren en vor men- Nog geen jaar aan de krant, brak de eerste wereldoorlog uit, welke hem ruime gelegenheid schonk zijn aandacht te wij den aan de problemen, welke deze hache lijke wereld-situatie met zich bracht. Al spoedig werd hij zelf aan het hoofd gesteld van de afdeling Buitenland, en kon hij zijn goed gefundeerde gedachten naar eigen inzichten gaan uitvieren over de ge weldige problemen, die nu achtereenvol gens onze wereld gingen beroeren, volken- bondsvraagstuk, communisme, bolsjewis me, nationaal-socialisme en fascisme. Zijn persoonlijk geloofsleven en zijn diep Godsvertrouwen gaven aan zijn dagelijkse beschouwingen een zich herhalende opti mistische toon, die de zorgelijke lezer wel kom was en altijd weer bemoedigde. Oostendorp maakte het zich niet gemak kelijk. Als hij in de late namiddag zijn bureau-uren kon afsluiten, ging hij ijlings naar huis om in de rustige sfeer van zijn gezin zijn beschouwende studies voort te zetten en zich voor de andere morgen weer paraat te maken. Zijn taak was nooit af gedaan. zijn werk werd zijn ontspanning. Toen kwam de fatale dag, dat hij op Hit- hoog bevel met De Maasbode op ler's straat werd gezet. Vijf jaren lang leefde hij als een profeet in ballingschap, maar hij koesterde optimistisch en vol Godsver trouwen de hoop, dat hij eens weer zou worden teruggeroepen op de zetel, waar van hij door de vijand was verjaagd. 't Werd voor hem een „reculer pour mieux sauter". In Mei 1945 kwam ook de bevrijding voor hem en ging hij, rijker nog aan ervaring en oordeel, zijn geliefde plaats weer in nemen. Veertig jaren in de journalistiek, die voor hem in de ware zin van het woord een heilige roeping en apostolaat is ge worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1952 | | pagina 3