De kerk is geen experimenteerlokaal
NOG ERGER DAN BIJ ONS
DE VALERA NAAR IERLAND
TERUGGEKEERD
Bidault op zoek naar meerderheid
Het recht op 't beslissende woord
'A'
NG-
SLAGEN
r
Op de kwaliteit meneer
daar komt het op aan
Westduitse goud- en dollar
reserves sterk gestegen
OUDE GEN EVER
DINSDAG 30 DECEMBER 1952
PAGINA S
duurder: 50 stuks f.2.-.
100 stuks (de zgn.
..Royal Pack") fi 4.-
Vuist in t gezicht
Kerkelijke kunst geen doel
in zichzelf
Henk van der Maze
„Selfs vlagmanneke kan ongelukke
nie verhoed nie"
Stimulerende invloed
De deur tvijd open
Zweedse fokvarkens
naar Engeland
Dankbaar voor het resultaat der
oog-operaties
Gods beste zegen voor het
Nederlandse volk
m
En de
-eloof me meneer
al hebben de mensen de keus uit tientallen merkenrekea
maar, dat ze 't allerbeste d'r uithalen. .Want het publiek hééft
nu eenmaal een fijne neus voor wat werkelijk kwaliteit is.
Daarom krijg ik steeds méér vaste klanten op King's Cross.
Dat is voor mij als vakman het bewijs, dat de kwaliteit van
die King's Cross met kop en schouders boven de rest uitsteekt.
Elke dag zie ik, dat 't waar is:
feestdagen1
Waarom zou U Uzelf;
en die U lief zijnindie
dagen niet 'ns extra
verwennen
Die fraaie luxe dozen
King's Cross zijn er
zo aardig en gezellig
voor. En ze zijn niets
De sigaret met het grootste aantal vaste rokers
Zevenaar wordt uitge
schakeld
Internationale treinen stoppen
te Arnhem
Gunstige ontwikkeling handel met
dollararea
AALMOEZENIER VAN DE
VRANDE NAAR KOREA
De Franse regeringscrisis
Tli. J. Oostendorp
Veertig jaar journalist
Rome en de kerkelijke kunst
De Osservatore Romano van 20 Jnli j.l. bevatte de tekst van een schrijven,
gewijd aan de kerkelijke kunst en uitgaande van de Congregatie van het
H. Officie. Dit schrijven behandelt zowel de architectuur als de beeldende
kunst, zonder daarbij nieuwe of tot dan toe niet bestaande verordeningen
af te kondigen. Als instructie gericht tot al de bisschoppen van heel de
Kerk wijst het dezen, na aanhaling van door Concilies en Pausen gedane
uitspraken, op enkele canones van het Kerkelijke Wetboek en verlangt van
hen strikte toepassing van deze uiteraard reeds lang bestaande en steeds
geldende bepalingen.
Welke zijn deze bepalingen van hel
kerkelijk recht?
Voor wat betreft de kerkelijke bouw
kunst gaat het hier om de canones 1162,
1164, 1268 en 1269 van de Codex, die ver
ordenen: a) dat een kerk slechts mag ge
bouwd worden na schriftelijke toestem
ming van de eigen bisschop, b) dat de bis
schoppen te zorgen hebben, rekening hou
dend met het oordeel van bevoegde des
kundigen, „dat bij het bouwen of herstel
len van kerken de door de christelijke tra
ditie aangenomen vormen en de wetten
der gewijde kunst worden in acht geno
men", c) dat het Allerheiligste moet be
waard worden op de meest verheven en
eervolle plaats in de kerk, en d) dat de H.
Eucharistie dient geborgen te zijn in een
vaststaand tabernakel, dat zich midden op
het altaar moet bevinden.
De bepalingen aangaande de beeldende
kunsten zijn te vinden in de canones 1279,
485, 1178, 1385 en 1399. Deze schrijven voor
a) dat het aan niemand zonder bisschop
pelijk verlof toegestaan is in welke kerk
of gewijde plaats dan ook „een ongewoon
beeld (insolitam imaginem") te plaatsen of
te doen plaatsen", b) dat geen bisschop
een dergelijke voorstelling (imago kan
uiteraard, beeld, schilderij, glasraam enz.
betekenen) mag goedkeuren, „als zij niet
met het beproefde gebruik der Kerk over
eenstemt", c) dat zij, de bisschoppen, nim
mer mogen toestaan, dat op genoemde
plaatsen beelden worden opgesteld, „die
niet met het ware geloof overeenkomen
of die de gepaste behoorlijkheid of eer
baarheid niet bezitten of die voor onge-
letterden een aanleiding tot gevaarlijke
dwaling kunnen zijn", d) dat de bisschop
pen alles uit de kerken hebben te verwij
deren, „dat strijdig is met de heiligheid
der plaats en met de aan het huis van
God verschuldigde eerbied", waaraan in
het bedoelde schrijven als verklaring is
toegevoegd, dat het strikt verboden is op
de altaren of tegen de kerkwanden een
onsamenhangende veelheid van meestal
mechanisch vervaardigde, waardeloze
beelden en platen aan te brengen. Dit laat
ste is dus niet alleen een nieuwe veroor
deling der haast onuitroeibare producten
van gipsgieterij en beelden fabriek, maar
GITATIE eist voortdurend voedsel.
Anders zit natuurlijk zo de klad in
de beweging. En aangezien de E.V.C.
als communistische mantelorganisatie het
van de herrie moet hebben en niet van
teen geleidelijke ontwikkeling in de sociale
wetgeving wordt van de E.V.C.-leiding ge-
eist, dat zij elke dag nieuwe stunts voor
tovert.
Berend Blokzijl is aan dit syteem ten
offer gevallen. Hij was te tam en te sterk
individualistisch. Volgens zijn collega se
cretaris Brandsen had hij te weinig ver
trouwen in zijn medebestuurderen. Boven
dien heeft Berend de mening van zijn
collega's zodanig bestreden, dat er van
vrije meningsuiting geen sprake meer was.
Enfin Blokzijl is als voorzitter van de
kaart. Alweer een.
Men zal begrijpen, dat de nieuwe leiding
nu ook fors van leer moet trekken. Secre
taris Brandsen deed dan ook reeds de
mededeling, dat de E.V.C. in al haar on
derdelen versterkt zal worden om de
reactie beter en doeltreffender de vuist
in het gezicht te kunnen plaatsen. Hiertoe
zullen opstandige krachten in hetNVV
en andere vakbonden tot activiteit worden
gebracht. Om de onrust in de ondernemin
gen op te voeren heeft Brandsen volgens
het „Waarheid"-verslag nog gewezen op
de noodzakelijkheid
„zelfstandiige bedrijfsvakverenigingen
te vormen, die een hechte verbinding
hebben met de arbeiders in het bedrijf.
Tot de taken behoren onder meer het
beleggen van ledenbijeenkomsten in het
bedrijf en het uitgeven van eigen, goed
verzorgde ledenkranten, waarvan de in
houd overwegend betrekking moet heb
ben op de activiteit van de bedrijfsvak-
vereniging en de bedrijfsvraagstukken".
Er is dus nog een en ander te verwach
ten.
Er was voorts een merkwaardige ver
klaring van Brandsen al. de volgende:
„De bonds- en bedrijfsbestuurders
moet meer kennis worden bijgebracht
over de sociale wetgeving.
De scholing, op welk punt de E.V.C.-
leiding zeer ten achter is gebleven, moet
op grote schaal worden aangepakt".
Als zij met bedoelde scholing nu eens
begonnen waren. Ontevredenheid aanwak
keren is een klein kunstje. Maar goed lei
den naar werkelijke welvaart in een ge
ordende maatschappij is een grote kunst.
Maar tja daarom is het de C.P.N. en de
E.V.C. niet begonnen.
Onrust moet er komen, herrie moet er
zijn. Nederland moet rijp worden gemaakt
voor een geruisloze Russificatie.
Die nooit zal komen, mits o.a. bonafide
•werkgevers en dito werknemers hun tijd
eti taak verstaan.
ook van strikt gebod tot verwijdering van
deze en andere onwaardige rommel!
Ten slotte wordt er nog aan herinnerd,
dat het aan bisschoppen en religieuze
oversten verboden is toestemming te ge
ven tot het drukken van boeken, tijd
schriften of platen met afbeeldingen „die
niet in overeenstemming zijn met de op
vatting en de bepalingen der Kerk".
Dit alles zijn strikte geboden of verbo
den, voortvloeiende uit de artikelen van
het kerkelijk wetboek. Om nu de juiste
weg te bewandelen en tot de gewenste
resultaten te komen wordt aan de bis
schoppen de raad gegeven in de commis
sie van deskundigen, die hen van raad
moet dienen, slechts personen op te ne
men, die ten volle tot oordelen bevoegd
zijn, maar tevens doordrongen zijn van
christelijke geest.
In dezelfde zin dient gehandeld te wor
den bij de keuze van architecten en beel
dende kunstenaars. Bevoegde personen,
met eerbied voor de traditie en voor de
richtlijnen van de H. Stoel, dienen boven
dien de priestercandidaten tijdens de stu
diejaren van philosophie en theologie in
de kennis van de kerkelijke kunst te on
derrichten.
Het zal voor een ieder, die enigszins in
deze materie thuis is, duidelijk zijn, dat
recente gebeurtenissen, voor een klein
deel zelfs in onze eigen omgeving, de aan
leiding zijn geweest voor de uitvaardiging
van het bovenaangehaalde schrijven.
Wij zeiden het reeds: de bepalingen van
het kerkelijk wetboek zijn niet nieuw,
maar indien de kerkelijke overheid aan
leiding vindt om nogmaals en met nadruk
In het „Suid Afrikaanse Spoorver/nuus" van October 1952 staat onder
de kop: Selfs waarskuwingsklokkè en vlagmanneke kan ongelukke nie
verhoed nie" geschreven:
„Gedurende die loop van van jaar is 79 motorbestuurders wat in onge
lukke by spoorwegoorgange betrokken was, deur die hof skuldig bevind.
Wat miskien selfs betekenisvoller is en die gevaar by spoorwegoorgange
beklemtoon, is dat daar gedurende die boekjaar 1951/52 elf voetgangers by
spoorwegoorgange gedood en ses ernstig beseer is. By almal behalve drie
van die oorgange was waarskuwingstoestelle in werking toe die onge
lukke plaatsgevind het. Een ongeluk het plaatsgevind terwijl die vlagman
moes staan en toekyk nadat hy nie daarin kon slaag om die voetganger
te keer nie. Sommige voetgangers het vermoedelyk nooit die trein gesien
nie aangesien hulle reguit daarteen vasgeloop het.
Gedurende 1951/52 was daar 260 ongelukke by spoorwegoorgange waar
in 51 mense gedood en 67 ernstig beseer is. Slegs elf het by onbeskermde
oorgange plaatsgevind, terwijl nie minder as 33 by oorgange voorgekom
het waar vlagmanne aan diens was. Twee voertuige het in werklikheid. in
treble vasgery, terwyl waarskuwingsklokkè gelui en die vlagman sy vlag
ge waai het. Waarskuwingsborde is blijkbaar die ondoeltreffendste, aange
sien 136 ongelukke by oorgange gebeur het wat slegs deur waarskuwings
borde beskermd is. „Waarskuwingsbord"-oorgange, waarvan daar meer
as al die ander is, is meestal in plattelandse gebiede".
op deze punten te wijzen, dan heeft zij
daarvoor van zelf sprekend haar ernsti
ge redenen.
Wanneer er een discussie ontstaat, waar
in de Kerk betrokken is,in casu over de
toelaatbaarheid van sommige uitingen der
hedendaagse kunst binnen de muren van
het heiligdom, dan zal zij niet nalaten,
haar eigen standpunt in deze kenbaar te
maken en de grenzen van het toelaatbare
af te palen. Zij heeft dit steeds gedaan,
van de Concilies der eerste eeuwen af, ge
lijk dat uitdrukkelijk in de inleiding van
de bewuste instructie wordt aangetoond.
Dit is niet slechts haar recht, maar ook
haar plicht, omdat de eigen taak der Kerk
gelegen is in de verheerlijking van God en
de heiligng der zielen. De gewijde kunst
is een der middelen, die zij tot doel ge
bruikt: het is dus tevens haar recht te be
palen hoe zij dit middel gebruiken zal en
te beoordelen in hoeverre dit middel voor
haar oogmerk geschikt is.
Gods verheerlijking en het zielenheil
dienen dus steeds voorop te staan: zij zijn
het punt van uitgang en de norm, ook
voor de gewijde kunst. Indien bepaalde
uitingen daarvan niet aan deze normen
beantwoorden, dan heeft de Kerk het
recht en de plicht deze zieke takken weg
te snoeien. Deed zij dat niet, dan zou zij
haar eigen werk schaden en haar roeping
verloochenen. De kerkelijke kunst _zal dus
door haar dienende functie nooit doel zijn
in zichzelf, maar steeds als middel onder
geschikt blijven aan het door de Kerk met
al haar vermogens nagestreefde doelwit.
Verre van haar te belemmeren, heeft
deze binding de kerkelijke kunst, de echte
uiter aard, steeds gestimuleerd. Zoals een
gesnoeide boom harmonischer tot uitgroei
komt, zo heeft de Kerk met doelbewuste
leiding haar kunst tot de meest zuivere
ontplooiing geleid.
Wü spraken van zieke takken, die wor
den weggesnoeid. Wellicht is deze uitdruk
king te sterk, immers in de meeste geval
len zal ook dit wegsnoeien geen anathema
betekenen. De afgesneden tak wordt niet
op de mesthoop gegooid. Iets, dat zyn
functie als sacrale dus liturgische kunst in
de kerk om een of andere reden niet ver
vullen kan, is daarom nog niet veroor
deeld als kunstwerk.
Er wordt slechts mee gezegd, dat hier
en nu dit beeld, deze kruisweg, dit altaar-
kruis, deze boekillustratie, ongeschikt of
minder geschikt geacht wordt voor het ge
stelde doel. In een museum, zelfs in een
diocesaan museum, kan een dergelijk werk
dan misschien wel op zijn plaats zijn.
Daar immers ziet het zich geen liturgische
functie opgedrongen, die 't niet of slechts
zeer onvolledig vervullen kan.
Een handwerksman zal geen werktuig
aanschaffen, dat hij niet voor zijn doel kan
gebruiken en mocht hij het door een of
ander toeval toch in handen gekregen
hebben, dan zal hij het omruilen voor een
ander, dat wel aan zijn bedoeling beant
woordt.
Of, om dichter bij de kunst te blijven,
iemand met een juist gevoel zal in zijn
kamer geen kunstwerk dulden, dat hij
lelijk vindt, dat dus niet voldoet aan de
gestelde eis, schoonheid in zijn leven te
brengen. Hij zal het verwijderen en een
ander geschikter kiezen. De H. Kerk, de
moeder in het grote huis der christenheid,
doet hetzelfde en zij doet wel.
Maar zij zal er naar streven, dat het zo
ver niet komt en daarvoor geeft zij haar
regels, waaruit wij tevoren kunnen op
maken, wat zij wel en wat zij niet ver
langt. Zij verlangt en duldt in geen geval
dat een kerk tot experimenteerlokaal ver
wordt. Zij kan haar eigen doeleinden niet
op het spel zetten om aan een architect,
beeldhouwer of schilder de gelegenheid
tot experimenteren te bieden. Zij kan en
mag zich niet op hypothetische gronden
begeven, waarvan nog geenszins vast
staat of het gronden zijn. Zij kan en mag
geen geestelijke vivisectie toelaten op haar
gelovigen, door op hen middelen te laten
toepassen, waarvan de deugdelijkheid niet
reeds is gebleken.
Sluit zü dus de moderne kunst uit?
Geenszins, voorheen niet en nu evenmin.
In zqn Encycliek van 20 November zegt
de H. Vader met nadruk: „Het is absoluut
noodzakeiyk de deur wijd open te zetten
ook voor de moderne kuust", en hü voegt
er aan toe: „indien zy zich althans met de
vereiste eerbied en waardigheid ten dien
ste stelt van de gewüde plaatsen en de
liturgische gebruiken". Na hetgeen wö in
het voorgaande betoogden, zal dit pause-
lijk woord volkomen duideiyk zyn. Het
schryven van 20 Juli j.l. sluit zich daarbij
aan, waar het zegt: „De kerkeiyke archi
tectuur, ook indien zü nieuwe vormen toe
past, moet steeds aan haar doel beant
woorden, nl. zy moet een huis bouwen van
God, een bedehuis, dat nooit geiykvormig
kan zyn aan een profaan gebouw".
Door dit alles is de term „traditie" al
goeddeels verklaard. Als de codex spreekt
over „door de christelijke traditie aange
nomen vormen", dient men deze passages
niet mis te verstaan door hierbij te denken
aan de vormen van deze of gene (welke?)
door de Kerk bevoorrechte stijl, maar
men dient te begrijpen, dat het hier gaat
om de eigenschappen welke een kerk, ge
lijk gezegd, onderscheiden van een pro
faan gebouw en die haar stempelen tot
Gods woning en het huis des gebeds.
Anderzijds zal iedere kunst in zekere
zin voortbouwen op of aansluiten bij iets
wat voorafging. De bouwers der vroeg
christelijke basilieken sloten aan bij voor
beelden uit de heidense Oudheid en zij
benutten haar siervormen. De Gothiek is
een verdere uitbloei van principes, die
reeds aan het romaanse eigen waren en
deze stijl op haar beurt dankte haar ont
staan aan de vroeg-christelijke kunst, ge
combineerd met die, zowel van het Azia
tische Oosten als van het Europese Wes
ten.
De Renaissance zocht opnieuw haar
vormen bij de klassieke Oudheid om ze te
verwerken met een door de late Middel
eeuwen geschoolde geest en hand.
Daarna combineert de Barok renaissan
cistische, gothische en andere elementen.
In de vorige eeuw grijpt de Romantiek
met gretige hand naar de rijkdom der Mid
deleeuwen. En verwijlt niet onze huidige
kunst met een zekere voorliefde bij de
romaanse vormen en bij het vroege chris
tendom, in de hoop het daar gevondene
om te scheppen tot iets, dat toch geheel
van onze tijd is?
Er zijn er wie zal het ontkennen?
die elke traditie verwerpen en minach
ten, die hun ogen moedwillig sluiten voor
al het voorbije en alleen hun eigen vindin
gen en bedenksels voor ware kunst hou
den. Bijna onvermijdelijk zal een dergelij
ke geestelijke hoogmoed monstruositeiten
baren, die door sommigen wellicht een
tijdlang voor meesterwerken worden aan
gezien. Wat er ook van zij, de kerk is niet
alleen geen plaats voor experimenten, het
is beneden haar waardigheid zich in te la
ten met snobisme. Een kunstwerk kan niet
tegelijkertijd sacraal middel en teken van
tegenspraak zijn. Het kan niet tegelijker
tijd de harten verenigen en de geesten
scheiden. Er is maar één element van on
rust in het kerkelijke kunstwerk mogelijk
en dat is de drang naar God.
De Kerk steunt in haar wijze voorzich
tigheid op een ondervinding van eeuwen.
Over de bewogenheid van het heden ziet
zij uit naar de wijde horizonten van ver
leden en toekomst. Dit en het haar gestel
de bovennatuurlijke doel, geven haar in
deze materie het recht op het beslissende
woord.
Prof. Dr J. J. M. TIMMERS.
Engeland zal 'n beperkt aantal Zweedse
varkens invoeren voor fokproeven. De
gebruikelijke voorzorgsmaatregelen tegen
het binnenkomen van veeziekten zullen
worden genomen. Wanneer het resultaat
van de fokproeven bekend zal zijn, zal
overwogen worden of nog meer Zweedse
varkens zullen worden ingevoerd.
Met het lijntoestel van de Ierse lucht
vaartmaatschappij Aerlingus heeft gister
middag een uiterst dankbare dr Eamon de
Valera, minister-president van Ierland,
Nederland verlaten. Vier maanden is hy
ia ons land geweest, waar hy in het Oog-
lüdersgasthuis te Utrecht genezing zocht
voor een oogaandoening, welke hem met
volslagen blindheid bedreigde. Prof. Weve
heeft hem verscheidene malen operatief
behandeld en over de resultaten is de
patiënt meer dan tevreden.
In 'een schriftelijke verklaring over de
toestand van zijn ogen, welke hij op
Schiphol aan de pers liet uitreiken, zegt
hij o.m.:
„Reeds een aantal jaren was mijn ge
zichtsvermogen verre van voldoende en
in Augustus J.l. werd een nieuwe toe
stand geconstateerd. Het netvlies was
gedeeltelijk los geraakt en algehele
blindheid dreigde. Dit was de reden, dat
ik naar Utrecht kwam. Het resultaat
van de behandeling in het Ooglijders-
gasthuis is. dat het netvlies nu geheel
opnieuw is vastgemaakt en mijn ge
zichtsvermogen thans weer is, zoals het
was vóór de aandoening zich voordeed.
Tengevolge van het lange verblijf in het
ziekenhuis zal het nog enige tijd duren
eer ik al mijn officiële plichten weer
zal kunnen vervullen".
Maar niet alleen over de medische be
handeling was de heer De Valera zo te
vreden, ook Nederland kreeg een pluim
op de hoed.
In een tweede verklaring zeide hij na
melijk, dat hij tijdens zijn lange verblijf
in ons land, van elkeen, die hij had ont
moet, niet anders dan vriendelijkheid had
ontvangen. Hetgeen een bewijs van good
will was niet alleen voor hem persoon
lijk maar ook voor het Ierse volk, waar
voor hij zeer erkentelijk was. „Kleine
landen kunnen veel van eikaar leren.
Ierland bijvoorbeeld van de in Nederland
met succes gevolgde methoden van land
en tuinbouw". Dr De Valera betreurde
het, niet in de gelegenheid te zijn geweest
nader met Nederland kennis te maken.
„Ik keer huiswaarts met een gevoel van
grote dankbaarheid voor de medische be
handeling, die ik hier ontvangen heb. Met
de wetenschap, dat ik enkele nieuwe
vrienden heb gemaakt, die ik niet licht
zal vergeten, en met een gevoel van diepe
hoogachting voor het Nederlandse volk.
Vaarwel, Gods beste zegen over het Ne
derlandse volk".
De Ierse premier, die vergezeld was van
zijn zoon, zijn particuliere secretaris en
zijn secretaris, arriveerde per auto op het
platform van Schiphol, waar de Ierse
gezante, mrs Josephine McNeill en mr J.
Kortenhorst, secretaris van de Ierse
vriendenkring en het instituut Nederland
—Ierland, ter uitgeleiding aanwezig wa
ren. Nadat hij zich korte tijd met hen had
onderhouden werd dr De Valera per auto
tot voor de trap van het vliegtuig ge
bracht, waar hij van de gezante afscheid
nam, even voor de fotografen poseerde en
toen door zijn zoon het vliegtuig werd
binnengeleid.
Toen het vliegtuig in Dublin arriveerde,
waren de meeste leden van de Ierse rege
ring en verscheidene buitenlandse diplo
maten, o.w. de Nederlandse gezant, jhr
Snouck Hurgronje, ter verwelkoming aan
wezig. President Sean O'Kelly was de
eerste, die hem welkom heette.
m-y
Tot nu toe is de Rhein-Main-expres
Frankfort M.-Emmerik-Rotterdam Maas
v.v. de enige internationale trein die te
Arnhem stopt. Ingaande 5 Januari echter
zullen, gelijk wij onlangs reeds aankon
digden, ook de overige twee treinen v.v.
via Zevenaar te Arnhem gaan stoppen te
weten de Rheingold-expres en de nacht
treinen. Voor deze twee treinen in iedere
richting vervalt het oponthoud te Zeve
naar.
Op het vierde perron te Arnhem, waar
een gebouwtje is ingericht voor controle
van paspoorten, bagage en deviezen, heb
ben de reizigers gelegenheid tot in- en
uitstappen. De locale treinen Arnhem-
Zevenaar v.v., die tot nog toe de reizigers
te Zevenaar op deze internationale trei
nen brachten of afhaalden, vervallen dan
natuurlijk.
Aalmoezenier L. v. d. Vrande vertrekt
3 Januari met het troepenschip „De Wa
terman" naar Korea teneinde de geeste
lijke verzorging der troepen tijdens de
reis op zich te nemen. Hij zal daar echter
niet blijven, doch met hetzelfde schip
naar het vaderland terugkeren. Pater v. d.
Vrande vertoefde reeds, zoals men weet,
ruim een jaar in Korea. Bij de Neder
landse troepen in het Verre Oosten be
vinden zich sinds Mei 1951 aalmoezenier
P. Schins, die bij de troepen aan het front
is en sinds Juli 1951 aalmoezenier G.
Brouwer, die verblijf houdt in het Hol
land House te Tokio.
AdvertenUe
WENNEKER
„Oude Proever" fl. 7.70 per liter „Oude Wenneker" fl. 7.25 per liter
West Duitsland heeft zyn goud- en dol
larreserves ten bedrage van 365.300.000
op 31 December 1951 vermeerderd tot
612 millioen op 15 December 1952, aldus
ontlenen wjj aan het Decemberverslag van
de Bank Deutschcr Lander. Deze vermeer
dering was, aldus het rapport ten dele het
gevolg van goudontvangsten van de
Europese Betalingsunie, maar voor een
groot deel ook van de verbetering, die
zich in de handel tussen Duitsland en het
dollargebied heeft voorgedaan.
Toch acht de bank de huidige reserves
tamelijk laag, aangezien zij slechts de
waarde vertegenwoordigen van de West
duitse invoer voor twee maanden, op basis
van de invoer in October en November
van dit jaar. De gemiddelde goud- en dol
larreserves van alle andere Westelijke
landen, uitgezonderd de V. S., hadden aan
het einde van 1951 een waarde van drie
maanden invoer.
De terugbetalingen van goud of dollars,
die Duitsland aan de E.B.U. moet doen,
worden, volgens de bank, meer dan goed
gemaakt door het overschot van dollars,
dat voortvloeit uit de handel met het
dollargebied, w.o. gerekend worden de
dollars, die door de Amerikaanse auto
riteiten in Duitsland gebruikt worden
voor aankopen van Deutsche Marken.
Voor het eerst in October van dit jaar
had Duitsland weer een deficit in de
E.B.U., op grond waarvan het opnieuw
goud of dollars aan de E.B.U. moest be
talen.
Het overschot van de Westduitse han
del met de dollararea beliep in November
S 30 millioen, w.o. een bedrag van S 18
millioen aan D.M., gekocht door Ameri
kaanse autoriteiten in West-Duitsland.
Deze laatste aankopen vertonen aanmer-
kelijke schommelingen en het is in het
(Telefonisch van onze Parijse
correspondent)
PARIJS, Dinsdagmorgen
Aangemoedigd door zy'n politieke vrien
den is de heer Bidault de consultaties met
de overige Kamerfracties begonnen op
grond van een program, waarvan de pun
ten nog niet bekend zyn gemaakt, doch
waarvan men toch weet, dat het aan de
Kamer een versterking van de regerings
bevoegdheid zal vragen voor het door
voeren van maatregelen, die de Kamer
niet op tyd heeft kunnen nemen.
Het betreft hier voornamelijk de finan
ciële en economische maatregelen en de
herziening van het belastingstelsel. Dit
komt dus neer op het vragen van vol
macht in een of andere vorm, zoals bij de
consultaties van de vroegere ministers
presidenten door de president van de re
publiek algemeen als noodzakelijk werd
geoordeeld. Onder bepaalde omstandighe
den bij decreet hervormingen te kunnen
invoeren of financiële en economische
maatregelen te kunnen nemen was door
de Kamer achtereenvolgens geweigerd
aan de heren Plevin, Faure en Pinay. Uit
genomen de socialisten zijn de nationale
partijen thans wellicht voor die uitbrei
ding van de regering te vinden.
Bij het raadplegen der delegaties uit de
politieke fracties vonden de socialisten er
echter aanleiding om maar aanstonds aan
de heer Bidault te beduiden, dat hij geen
verandering in hun houding als oppositie
partij kon verwachten.
Zo de radicalen een nationale unie niet
zonder de socialisten opvatten en daarin
alle republikeinse partijen aanwezig wil
len zien, om zodoende het overwicht der
rechterzijde te verzwakken, achten de
overige partijen voor die unie een ver
brede meerderheid al voldoende.
Over het algemeen is men van oordeel,
dat de heer Bidault gemakkelijk de con
stitutionele meerderheid voor een inves
tituur zal kunnen bekomen. Maar eerst
daarna zullen zich de grote moeilijkheden
voordoen. De steen des aanstoots blijft
het ministerie van buitenlandse zaken.
Men denkt, dat de heer Bidault van de
M.R.P. de vervanging van de heer Sehu-
man zou kunnen verkrijgen, als hij zelf
buitenlandse zaken zou nemen en Schu-
man de portefeuille van financiën zou
geven, waardoor elke prestige-kwestie
omzeild zou zijn. Maar het is weinig ze
ker, dat radicalen en onafhankelijken er
genoegen mee zouden nemen, dat de twee
in deze omstandigheden belangrijkste
portefeuilles in handen van de M.R.P,
zouden blijven.
De heer Bidault heeft in grove trekken
zijn program aan de fractie-vertegen
woordigers medegedeeld en eerst in de
loop van de dag zal hij de uiteindelijke
beslissing der groepen kunnen vernemen.
Toch hoopt hij nog voor vanavond aan de
president der republiek te kunnen mee
delen, of de Kamer zijn investituur zal
vragen. Tot nu toe heeft buiten de so
cialisten geen der fracties een afwijzende
houding aangenomen. Integendeel, radi
calen en Gaullisten zijn opvallend aan
moedigend geweest. Doch de verschil
lende fracties willen zich op de punten
van het program nog beraden en er be
staan ernstige meningsverschillen om
trent de ratificatie van de overeenkom
sten van Bonn en de Europese verdedi-
gingsovereenkomst, kortom het buiten
lands beleid en op de vraag hoe de mid
delen te verkrijgen voor een actieve eco
nomische politiek. Die onderlinge ge
schilpunten tussen de fracties zullen ver
moedelijk tot eisen leiden, die de samen
stelling van het ministerie zeer zullen be
moeilijken. Men meent echter, dat op
grond van zijn ervaring de heer Bidault
de figuur is, die het best geplaatst is om
de samenwerking tussen de nationale
partijen te bewerken. De samenstelling
van het ministerie komt eerst aan de
orde nadat de Kamer de heer Bidault als
minister-president zal hebben toegelaten.
geheel niet zeker, dat zy gedurende de
komende maanden op hetzelfde niveau
gehandhaafd zullen blijven.
De hogere dollarontvangsten uit het
handelsverkeer met de dollararea sedert
October zijn het gevolg van een aanzien
lijke daling van de invoer uit die gebie
den en een lichte stijging van de uitvoer.
D'e reden voor de daling van de invoer
uit de dollararea zijn: de mogelijkheid
dollargoederen te kopen via transito-
affaires met Britse handelaren; verbeterde
aankoopmogelijkheden in niet-dollar ge
bieden; vermindering van het prijsverschil
tussen dollar- en niet-dollarmarkten 'en
de over het algemeen verbeterde dollar
positie van West Duitsland.
De gunstige ontwikkeling van de Duitse
handel met de dollarlanden blijkt wel uit
het feit, aldus de Bank, dat de Duitse
goud- en dollarreserves van eind Augus
tus tot eind November toenamen met 76
millioen, exclusief de betalingen van de
E.B.U.
Zaterdag 3 Januari viert de heer Theo
J. Oostendorp, chef-buitenland van „De
Maasbode", zyn veertigjarig jubileum als
journalist. Gedurende al die jaren is deze
bekwame journalist en geziene collega aan
de redactie van „De Maasbode" verbonden
geweest.
Onze lezerskring profiteerde van zfln
kennis en vaardigheid door zyn beschou
wingen onder de inzet „Camera op het
buitenland".
Eenmaal op de buitenlandse politiek
aangewezen, gaf hij daaraan zijn volle
ambitie, hij ging zich specialiseren en vor
men-
Nog geen jaar aan de krant, brak de
eerste wereldoorlog uit, welke hem ruime
gelegenheid schonk zijn aandacht te wij
den aan de problemen, welke deze hache
lijke wereld-situatie met zich bracht.
Al spoedig werd hij zelf aan het hoofd
gesteld van de afdeling Buitenland, en kon
hij zijn goed gefundeerde gedachten naar
eigen inzichten gaan uitvieren over de ge
weldige problemen, die nu achtereenvol
gens onze wereld gingen beroeren, volken-
bondsvraagstuk, communisme, bolsjewis
me, nationaal-socialisme en fascisme.
Zijn persoonlijk geloofsleven en zijn diep
Godsvertrouwen gaven aan zijn dagelijkse
beschouwingen een zich herhalende opti
mistische toon, die de zorgelijke lezer wel
kom was en altijd weer bemoedigde.
Oostendorp maakte het zich niet gemak
kelijk. Als hij in de late namiddag zijn
bureau-uren kon afsluiten, ging hij ijlings
naar huis om in de rustige sfeer van zijn
gezin zijn beschouwende studies voort te
zetten en zich voor de andere morgen weer
paraat te maken. Zijn taak was nooit af
gedaan. zijn werk werd zijn ontspanning.
Toen kwam de fatale dag, dat hij op Hit-
hoog bevel met De Maasbode op
ler's
straat werd gezet. Vijf jaren lang leefde
hij als een profeet in ballingschap, maar
hij koesterde optimistisch en vol Godsver
trouwen de hoop, dat hij eens weer zou
worden teruggeroepen op de zetel, waar
van hij door de vijand was verjaagd.
't Werd voor hem een „reculer pour
mieux sauter".
In Mei 1945 kwam ook de bevrijding voor
hem en ging hij, rijker nog aan ervaring
en oordeel, zijn geliefde plaats weer in
nemen.
Veertig jaren in de journalistiek, die
voor hem in de ware zin van het woord
een heilige roeping en apostolaat is ge
worden.