Prof.
De
Coremans beschuldigd
van „quasi-delict"
heer Van Beuningen eist
100.000 francs
Zaak-Vrijman in Eerste Kamer
MAYER kreeg
Gaullisten
de steun der
De Rozenbergs vragen Zaterdag
gratie
Evenwicht in betalingsbalans èn
bevredigende werkgelegenheid
Handelaren „kochten" spoorrails
van onbekende
Nederland is heus zo'n goedkoopte-
eiland niet meer
Van Meegeren—Vermeer
De R. T. C. met de West
Handelsbesprekingen
met Engeland
Critiek op de Export Financierings Mij
Het begon met de
duivenpost
Rubberproductie
in November
Ernstige AR-bezwaren tegen verlening
eervol ontslag
Overwinningdie nieuwe problemen
oproept
Voorwaarden voor gelijktijdige
ver wezenlij king
„Mysterie-man" deed zaken
Gevangenisstraf en geldboete geëist
WOENSDAG 7 JANUARI 1953 PAGINA 4
Dagvaarding
De vondst te Nice
PAPIEREN VAN REPU
BLIEK ZUID-MOLUKKEN
Moeten aan ex-minister
worden teruggegeven
EERSTE NETTENLEGGER
VOOR KON. MARINE
Niveau van 1952 te handhaven?
NIEUWJAARSREDE VOOR-
ZITTER K. V. K. VAN
DEN HAAG
Nieuwe wegen moeten
worden ingeslagen
De krant van Van der Biesen
bestaat 125 jaar
INDISCHE SALARISSEN
GEDURENDE BEZET
TINGSTIJD
Is Nederlandse staat verant
woordelijk?
EMIGRANTEN KUNNEN
WORDEN GESCHOOLD
Cause celèbre voor de
NS.B.-ers"
=a
W.-DUITSLAND WIL EGYPT.
KATOEN KOPEN
Oostduitse activiteit
Paard van Troye?
DE
PROVISIE" WAS TE
LAAG
INDONESIë NIET
BELEDIGD
Loor niet-toelaten in Nederland
van Indon. communisten
Voor emigrantenvervoer
K.L.M. CHARTERT
NOORSE SKYMASTER
OVERHEID DIENT SLECHTS
COMPENSEREND OP TE
TREDEN
Voorkoming conjunctuurwerh-
loosheid
Belastingverlaging
Compensatie van deflatoire
krachten
GELDGEBREK LEIDDE TOT
GANGSTERSPRACTIJKEN
GRAAF VAN BYLANDT
OP ZIJN POST
Op 21 Januari zal voor de 8ste kamer
der civiele rechtbank te Brussel het pro
ces voorkomen, dat de Rotterdamse
kunstverzamelaar Van Beuningen in de
taak van de .schilderijenvervalsing door
Han van Meegeren, heeft aanhangig ge
maakt tegen prof. dr Coremans, directeur
van het laboratorium der Belgische musea
te Brussel, die in 1945 het deskundigen
onderzoek leidde. De heer Van Beuningen
eist van prof. Coremans een schadever
goeding van fr. 100.000.
Prof. Coremans zal tijdens dit pro
ces worden .bijgestaan door mr Buisseret,
oud-minister van onderwijs van België, die
nauw betrokken is geweest bij de oprich
ting van het centraal laboratorium der
Belgische musea. De huidigg minister van
onderwijs Harmei, heeft mr Scyr—Cam-
bier verzocht het proces namens het mi
nisterie te volgen en de belangen hier
van te verdedigen.
De advocaten van de heer Van Beunin
gen zijn mr J. Thevenet, deken der Bel
gische orde van advocaten en mr Dela
croix, oud-deken van deze orde.
In de dagvaarding, die prof. Coremans
reeds in Mei van verleden jaar heeft ont
vangen, wordt hjj beschuldigd van een
„quasi-delict", een uitdrukking, die de
Nederlandse wetgeving niet kent, doch die
ongeveer overeenkomt met hetgeen wij
een onrechtmatige daad noemen. In deze
dagvaarding, waarvan de nauwkeurige in
houd eerst bij de aanvang van het proces
bekend gemaakt zal worden, wordt o.a.
betoogd dat „waar prof. Coremans op het
ogenblik van zijn gerechtelijk onderzoek
in de zaak van Meegeren—Vermeer pro
fessionele fouten heeft kunnen begaan, hij
vanaf 1948 niet langer te goeder trouw de
these van zijn rapport had mogen ver
dedigen door zich hierbij te steunen op
elementen, waarvan het verdachte karak
ter hem niet kon ontgaan".
Verder heet het in de dagvaarding dat
„Daar de quasi-delictuele handelwijze van
gedagvaarde er de directe oorzaak van is,
dat het schilderij van Van Beuningen,
nog steeds wordt toegeschreven aan Han
van Meegeren en dit willens en wetens
wordt gesteund door prof. Coremans, het
bezit van de heer v. Beuningen volkomen
gedepricieerd wordt".
Een belangrijk punt in dit proces vormt
de ontdekking door prof. Coremans op 26
Sept. 1949 in de villa van v. Meegeren te
Nice van een tweede exemplaar van „Het
laatste avondmaal".
De heer Van Beuningen nu, die nog
steeds beweert dat zijn „Laatste avond
maal" toch een authentieke Vermeer is,
betwist dat prof. Coremans een doek van
dergelijke afmetingen in de villa van v.
Meegeren te Nice heeft kunnen aantref
fen, nadat de justitiële instanties hier
reeds verscheidene keren een onderzoek
hadden ingesteld.
De Belgische kunstexpert Jean Decoen
beschuldigt zelfs prof. Coremans met
betrekking tot diens vondst te Nice in
1949 openlijk van bedrog!
Een persoon, die in 1945 een onderzoek
moest instellen in de villa van v. Meege
ren, verklaarde, dat het hem zeer on
waarschijnlijk voorkomt, dat hij bij zijn
onderzoek een doek over het hoofd heeft
kunnen zien van de afmetingen als die
van het „Laatste avondmaal", dat prof.
Coremans er heeft aangetroffen.
Prof. Coremans verklaart dat hij „Het
Laatst Avondmaal" in de kelders van de
villa heeft aangetroffen tussen twee tri
plex platen. Hij heeft ter plaatse onmid
dellijk een proces-verbaal van zijn ont
dekking laten opmaken.
Tijdens het proces, dat waarschijnlijk
twee dagen zal duren, zullen waarschijn
lijk geen getuigen gehoord worden. Alle
getuigen hebben verklaringen op schrift
gesteld.
Van de raadsman van ir Manusama te
Hollandia vernemen wij, dat Maandag de
landrechter aldaar het gouvernement van
Nieuw-Guinea in een daartoe aanhangig
gemaakt kort geding heeft veroordeeld
om aan ir Manusama, ex-minister van de
republiek Zuid-Molukken, bescheiden te
rug te geven, die betrekking hebben op
deze republiek. Deze bescheiden waren
door het gouvernement in beslag geno
men, toen ir Manusama indertijd in ver
zekerde bewaring werd gesteld wegens
politieke activiteit op Nieuw-Guinea. Het
vonnis stelt een dwangsom van 500 per
dag biij verzuim van uitvoeringen een
verbod om van de bescheiden verdere
copieën te nemen onder een dwangsom
van 50 per copie.
Wat reeds werd gevreesd, is thans ge
beurd: de minister van Overzeese Rijks
delen heeft aan de landsregeringen van
Suriname en de Nederlandse Antillen,
medegedeeld, dat in verband met de ge
rezen misverstanden omtrent de interpre
tatie van het zelfbeschikkingsrecht, niet
kan worden vastgehouden aan de in New-
York overeengekomen streefdatum van
medio Januari voor de hervatting van de
besprekingen over de nieuwe rechtsorde
in het Koninkrijk.
De conferentie NederlandSuriname
Nederlandse Antillen, besloot in Maart
j!l. tot instelling ener commissie voor deze
besprekingen, welk overleg in de Neder
landse Antillen zou worden gehouden.
Met een dag vertraging, wegens het
slechte weer tussen Casablanca en Kaap
Finisterre, is gisteren om elf uur Hr Ms
„Cerberus", de eerste in dienst gestelde
nettenlegger bij de Koninklijke Marine,
in de haven van Den Helder aangekomen.
Op het havenhoofd stonden ter verwel
koming opgesteld de adelborsten van het
Koninklijk Instituut, de manschappon
van de verschillende onderdelen en de
Koninklijke Militaire Kapel. Tevoren had
zich de commandant Zeemacht Neder
land, schout bij nacht F. Burghard, ver
gezeld van zijn chef-staf, kapitein ter zee
A. Quanjer, aan boord begeven voor in
spectie van de nieuwe oorlogsbodem.
Het schip dat gebouwd is door de Be
thlehem Steel Company en een vermogen
heeft van 1800 p.k., is het eerste, dat ge
heel nieuw aan een Nato-land is over
gedragen, zonder dus eerst onder Ameri
kaanse vlag te hebben gevaren.
Het is bestemd voor het leggen van
stalen netten ter afsluiting van oorlogs
havens, waartoe het op het voorschip is
voorzien van een z.g. olifantsdavit. De
drijvende netten worden gelegd aan
zwaar verankerde boeien en kunnen voor
het doorlaten van bevriende schepen ge
opend en gesloten worden.
De tweede ronde van de jaarlijkse han
delsbesprekingen van Engeland met de
Westeuropese landen is begonnen met de
opening van de besprekingen tussen En
geland en Nederland over de handel in
1953. Soortgelijke onderhandelingen zijn
in Parijs met Frankrijk geopend en zul
len 26 Januari in Rome met Italië en op
29 Januari in Londen met Denemarken
worden gevoerd.
De onderhandelingen met West-Duits-
land zullen niet worden geopend voor eind
Januari of begin Februari. De Engels-Bel
gische handel zal waarschijnlijk informeel
worden geregeld door onderhandelingen
met functionarissen der ambassade.
De Engelse handel met Zweden, Noor
wegen, Zwitserland, Portugal en Spanje
werd vóór Kerstmis reeds geregeld.
Waarnemers geloven niet, dat de Engel
se export naar West-Europa aanzienlijk
zal kunnen toenemen door de onderhande
lingen, die thans worden gevoerd of welke
reeds beëindigd zjjn.
Tijdens de recente onderhandelingen is
Engeland er in geslaagd de handel te
handhaven op het niveau van 1952. Het
niveau voor de handel met Zweden is. ver
hoogd en men hoopt, dat de handel met
Denemarken en Nederland „minstens" ge
handhaafd zal worden.
Nederland heeft naar men aanneemt
voornamelijk belangstelling voor vergro
ting van de Engelse invoerquota voor be
paalde groenten, bacon, melk in blik,
bloembollen en suikerwerk. Engeland wil
voornamelijk grotere quota voor zijn mo
torvoertuigen, machinegoederen en tex
tiel.
In een gisteren gehouden vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor 's-Gravenhagc, heeft de voorzit
ter, de heer J. van der Heem, een Nieuw
jaarsrede gehouden, waarin hij o.m. het
vraagstuk der belastingen besprak. Naar
sprekers mening is dit onderwerp prac
rompslomp zouden door een vereenvoudi
ging der inningsprocedure belangrijk kun
nen worden teruggebracht.
Onlangs is een Export Financierings Mij.
opgericht, die zich heeft gespecialiseerd
in de financiering van crediettransacties
met betrekking tot de levering van goede
ren aan het buitenland tegen betaling op
langere termijn. Er van afgezien, dat deze
maatschappij u°S niet tot volle ontplooiing
is gekomen, geloofde spr. niet, dat dit ini
tiatief in voldoende mate zal kunnen bij
tisch doodgepraat. Het is echter opvallend j dragen tot de oplossing van de moeilijk-
dat de standpunten van werkgevers en heden. Deze maatschappij toch heeft een
werknemers elkaar in vele opzichten vaak
verrassend dicht naderen.
Helaas is nog niet gebleken, dat de be
trokken ministers, aan wie thans de daad
is, het eens zijn.
Aannemende dat de internationale
economische situatie in 1953 geen belang
rijke inzinking te zien zal geven, verwacht
spreker toch dat de uitvoer stroever zal
gaan lopen, mede door de sterk toenemen
de internationale concurrentie, vooral van
de Duitse industrie. Het jaar 1953 zal dan
ook vermoedelijk een kleiner overschot op
de betalingsbalans te zien geven dan het
afgelopen jaar. In dit verband dient voorts
te worden bedacht, dat de invoer, gezien
de over het algemeen geringe voorraden
van de bedrijven, wel zal toenemen.
Op het slagen van het exportoffensief
zjjn vele factoren van invloed. In de eer
ste plaats zou spr. er op willen wijzen, dat
Nederland heus niet meer zo'n goedkoop-
te-eiland is, als door velen wordt beweerd.
De kostprijzen moeten zo laag mogelijk
worden gehouden. Dit zal o.a. betekenen,
dat de loonpolitiek noodgedwongen met
nog grotere omzichtigheid moet worden
gevoerd.
Het spreekt vanzelf, dat de maatrege
len nodig voor het behouden of verkrij
gen van een lage kostprijs in de eerste
plaats door de ondernemer zelf moeten
worden getroffen doch ook de overheid
kan helpen.
De- heer van der Heem doelde hier o.a.
op de last, die op het bedrijfsleven is ge
legd voor de berekening en inning van de
premies voor de sociale wetgeving, van
de loonbelasting enz.
Hiervoor getroost het bedrijfsleven zich,
naar ruwe schatting een uitgave van niet
minder dan 50 tot 100 millioen per
jaar. De kosten van deze administratieve
beperkte actieradius, mede door haar
financiële middelen en door het feit, dat
zij zich bij voorkeur toelegt op de finan
ciering van leveranties van kapitaalgoe
deren.
Het is sprekers overtuiging, dat op dit
gebied geheel nieuwe wegen zullen moe
ten worden ingeslagen. De individuele on
dernemer kan wel de credietwaardigheid
van zijn afnemer beoordelen, doch niet de
monetaire en handelspolitieke omstandig
heden, waarin het betrokken land zich be
vindt, resp. zal geraken. Daarom zullen
de Staat en de Nederlandse Bank hierbij
een hoofdrol moeten spelen. Aan landen,
die overigens credietwaardig zijn, doch
tijdelijk met eerdergenoemde moeilijkhe
den te kampen hebben, dienen credieten te
worden toegestaan in het belang van deze
export, niet alleen van kapitaalgoederen,
doch ook van andere soorten goederen.
(Van onze Amsterdamse redactie)
Geboren in een tijd van hevige oppositie
in de Zuidelijke Nederlanden, die in 1839
zou leiden tot de afscheiding van België
heeft Het Algemeen Handelsblad van meet
af aan een standpunt ingenomen van ob
jectieve berichtgeving met het gevolg,
dat zowel voor- als tegenstanders in het
blad aan het woord kwamen. Dit bracht
de nodige rumor in casa. De oprichter,
de heer J. van der Biezen, moest op een
gegeven moment zelfs vluchten naar het
buitenland. Hij had voordien zijn krant
voor f 10.000 verkocht, maar na enige tijd
kon hij weer zonder levensgevaar terug
keren, en hij kocht voor hetzelfde bedrag
Het Algemeen Handelsblad terug. Met
vernieuwde ijver zette hij zich weer aan
het werk en op de jubileumtentoonstelling
van het 125-jarige blad in het Persmuseum
aan de Keizersgracht in de hoofdstad kan
men de opgang van het blad duidelijk
zien.
Van der Biesen was katholiek, maar hij
wilde niet van zijn courant een katholiek
dagblad maken. Toch heeft het dagblad
gestreden voor herstel van de Bisschop
pelijke Hiërarchie met het gevolg dat in
1853, nadat op het Paleis op de Dam door
50.000 protestanten een adres was aange
boden om hiertegen te protesteren en het
Algemeen Handelsblad voet bij stuk hield,
dat ook de katholieken volledige gods
dienstvrijheid moesten krijgen, de helft
van het aantal abonné's opzegde. Maar
deze zware slag wist het blad te boven te
komen.
Om een snelle berichtgeving uit het
buitenland te garanderen werd al spoedig
gebruik gemaakt van de duivenpost, latei-
vervangen door de telegrafie en telex.
Een belangrijke mededinger van het blad
in dé eerste dagen was de Zee Post. Het
eerste nummer van Het Algemeen Han
delsblad begint dan ook met een uitvoerig
bericht over Binnengekomen Schepen, ge
volgd door Handel en Gemengde Berich
ten. Aanvankelijk verscheen het blad al
leen Woensdag en Zaterdag.
In 1868 kreeg het blad het formaat dat
het thans nog heeft en in 1882 verscheen
de eerste ochtendeditie. Deze editie kon
men voor een stuiver kopen. Op 16 April
1916 verscheen in het blad, als eerste in
een dagblad, een advertentie in driekleu
rendruk.
Het 125-jarig bestaansfeest is Maandag,
zoals wij reeds berichtten, in Amsterdam
gevierd.
Volgens voorlopige statistieken van de
Internationale Rubber Studiegroep beliep
de wereldproductie van natuurrubber in
November 155.000 long tons, waardoor de
totale productie voor de maanden Januari
t/m November op 1.602.500 ton komt. Het
verbruik beliep in November (incl. ge
raamde invoer in Rusland van 8750 ton en
in China van 2500 ton) 125.000 ton, waar
door het totaal voor. Januari t/m Novem
ber (incl. geraamde invoer in Rusland
van 112.250 ton en in China van 20 750
ton) tot 1.330.000 ton steeg De voorraden
per uit. November beliepen 777.500 ton
(excl. strategische voorraden in het Ver.
Kon., de Ver. Staten en Frankrijk).
Volgens de Internationale Rubber Studie
Groep bedroeg de wereldproductie van
synthetische rubber in November 67.000
ton en de productie in de maanden Jan
t/m. Nov. 807.000 ton. Voor het verbruik
zijn deze cijfers resp. 72.500 en 805.000 ton.
De voorraden synthetische rubber be
liepen aan het einde van de maand Nov.
147.500 ton.
In de namens het „Comité civiele vor
deringen" aanhangig gemaakte zaak van
de vroegere Nederlands-Indische burger
lijke ambtenaren tegen de Staat der Ne
derlanden, betreffende de weigering der
regering tot uitbetaling der salarissen
over de Japanse bezettingstijd, heeft de
raadsman van het comité, mr K. van
Rijckevorsel, gisteren ter zitting van de
Haagse rechtbank de conclusie van cis
genomen.
Het kernpunt van dit proces is de
vraag of de verplichtingen van de vroe
gere Nederlands-Indische overheid jegens
deze oud-ambtenaren voor rekening en
verantwoordelijkheid 2ijn van de Neder
landse regering, dus van de Staat der
Nederlanden, dan wel of die verplichtin
gen ten gevolge van de souvereiniteits-
overdracht moeten geacht worden te zijn
overgegaan op de Indonesische staat.
Als argument voor het eerste stand
punt wordt in de conclusie van eis o.m.
aangevoerd, dat de Nederlandse staat
volledig heeft beschikt over allerechten
van het vroegere, rechtspersoonlijkheid
bezittende, Nederlands-Indië en daardoor
de verantwoordelijkheid voor alle ver
plichtingen van deze vroegere rechtsper
soon ondubbelzinnig heeft erkend.
Met ingang van gisteren is de scholing
op de rijkswerkplaatsen voor vakontwik
keling opengesteld voor adspirant emi
granten. Daarbij wordt voorrang ver
leend aan de beroepen: timmerman, met
selaar, schilder, machinebankwerker en
electro-monteur, De cursisten, voorzover
zij naar Engels-sprekende landen willen
emigreren, zullen bovendien Engelse vak
termen en maatvoering leren.
De openstelling van de rijkswerkplaat-
sen geldt voor adspirant-emigranten, los
van de vraag, of hun emigratie al dan
niet met overheidssubsidie zal geschieden
Slechts met enige zekerheid moet kun
nen worden aangenomen, dat zij binnen
afzienbare tijd zullen emigreren.
De heer Algera (AR) heeft gisteren in
de vergadering van de Eerste Kamer ern
stig bezwaar gemaakt tegen het verslag
der commissie voor de verzoekschriften
nopens het adres van de oud-Rijksbouw
meester J. A. W. Vrijman uit 's-Graven-
hage, houdende verzoek er toe mede te
werken, dat „de zaak-Vrijman eindelijk
tot een bevredigende oplossing kome".
Hij was, behalve de communist Branden
burg, die eveneens van mening was niet
met het advies van de commissie te kun
nen meegaan, de enige, die meende dat
de Kamer er goed aan zal doen de zaak
niet opnieuw te behandelen. Hoewel de
stemming over de conclusies van het rap
port werd aangehouden, is het wel zeker,
dat deze stemming gunstig zal uitvallen.
Zoals wij dezer dagen uitvoerig bericht
ten herinnert de commissie in haar rap
port er aan, dat de beide Kamers der Sta-
ten-Generaal bij herhaling een uitspraak
hebben gedaan ten gunste van adressant.
De regering heeft tot nu toe niet voldaan
aan de uitspraken der Kamers. De com
missie stelt voor, de kwestie van een
schadevergoeding als afgedaan te blijven
beschouwen. Zij stelt verder voor de re
gering te verzoeken alsnog na te gaan, in
hoeverre het mogelijk is, gelet op de wel
zeer bijzondere omstandigheden waarin
adressant is komen te verkeren, het leed,
dat adressant heeft getroffen, met de mid
delen, de regering ten dienste staande,
uit menselijke overwegingen alsnog zo
veel mogelijk te verzachten, als het kan
door alsnog eervol ontslag te verlenen.
De heer Algera was de mening toege
daan, dat het betrokken verslag zaken in
het vage laat, waaromtrent men toch zou
moeten zijn ingelicht. Waar de gang van
zaken wordt geschetst is het niet vrij van
eenzijdigheid, aldus spr. die vroeg, welk
bedrag de heer Vrijman meent nog aan
schadevergoeding te moeten ontvangen
na de f 36.000 aan wachtgeld en f 50.000
door bemiddeling der Duitsers. De Kamer
moest er volgens de heer Algera voor
waken, dat het eervol ontslag niet wordt
gedevalueetd. Hij was tot slot van oor
deel, dat de voorstellen der commissie
niet konden worden aanvaard, doch dat
moest worden overgegaan tot de orde van
de dag.
De heer Gerretson (CH) verklaarde zijn
stem te zullen geven aan de conclusie
van het verslag. Volgens hem was het
gevraagde eerherstel al door het Neder
landse volk verleend. De heer Molenaar
(V.V.D.) meende dat de Kamer niet meer
moet treden in beslissingen, die in een
ver achter ons liggende periode door een
verantwoordelijke regering zijn genomen.
De K.V.P.-afgevaardigde, de heer Teu-
lings had waardering voor de evenwich
tige en rustige beschouwing der commis
sie. Op grond van menselijke overweging
was hij bereid zijn stem aan de conclusie
te geven.
De voorzitter van de commissie voor
de verzoekschriften, de heer Wendelaar
(V.V.D.), zette uiteen, dat in 'n bespre
king der commissie met de heer Vrijman
door deze is verklaard, dat hij de zaak
niet aanhangig heeft gemaakt bij de
Duitsers. De vertegenwoordiger van de
minister, die daarbij tegenwoordig was,
heeft niet doen horen dat het anders was.
De zaak Vrijman was, voor de oorlog
een cause célèbre geworden voor de
N.S.B. Van de N.S.B. kan het initiatief
zijn uitgegaan, dat de Duitsers zich met
het geval zouden bemoeien.
Zoals gezegd werd de stemming over
de conclusies van het rapport aangehou
den.
(Telefonisch van onze correspondent)
PARIJS, Woensdagmorgen.
Met 389 tegen 205 stemmen heeft de Franse kamer de heer Mayer als
minister-president toegelaten. Een zo grote meerderheid moet onder de
huidige omstandigheden in Frankrijk een kabinets-formateur wel
verontrusten, want zij is alleen te danken aan de stemmen van meer dan
70 Gaullisten. Dat de partijen, die Pinay volgden, dit succes met onverdeelde
vreugde begroeten, kan niet worden gezegd. Mayer vond de communisten
en socialisten tegenover zich, terwijl 4 Gaullisten, 10 hoeren, 6 onafhanke-
lijken, 2 M.R.P.'ers en 2 sociaal-republikeinen hem eveneens hun stem
niet gaven.
Mayer staat nu voor de grote moeilijk
heid uit de heterogene massa partijen een
homogeen minister te halen. Hij is een
doorzetter en heeft het voordeel zijn mi
nisterie niet voor de kamer te behoeven
te brengen, die pas 13 Januari weer bij
eenkomt en dan de eerste zittingsweek
nodig heeft voor verkiezingen van voor
zitter, ondervoorzitter, commissies, enz.
In zijn zeer handige regeringsverklaring
heeft Mayer overvloedig hulde gebracht
aan zijn voorganger, Pinay, wiens politiek
hij overneemt, ook op sociaal en econo
misch gebied. Maar waar voor dit alle.» het
geld vandaan moet komen, zei hij niet. Er
werd hem bij de gedachtenwisseling trou
wens ook niet naar gevraagd.
Wat bij de gehele crisis de achtergrond
vormde, trad bij het investituurdebat op
Een invloedrijke groep Duitse firma's
heeft, naar van gezaghebbende zijde te
Caïro vernomen wordt, aangeboden 3 mil
lioen kantars Egyptische katoen met een
waarde van ongeveer 36 millioen te
kopen. Daartegenover zouden de Duitsers
aan Egypte op basis van een contract op
lange termijn machines, precisie-instru-
menten en andere goederen leveren. Ver
moedelijk zal het aanbod in de eerstvol
gende zitting van het Egyptische kabinet
besproken worden.
De verdediger van de Rosenbergs, die
cp beschuldiging van atoomspionnage ter
dood zijn veroordeeld, heeft medegedeeld,
dat het echtpaar Zaterdag, de laatste dag
van de daarvoor gestelde termijn, presi
dent Truman om gratie zal verzoeken.
Gedurende de gehele afgelopen nacht
hielden demonstranten ten gunste van een
gratieverlening de wacht voor het Witte
Huis. Ook in Ottawa (Canada) werd ge
durende de nachtelijke uren nog voor de
Amerikaanse ambassade gedemonstreerd.
In de Oostduitse Volksrepubliek wordt
op het ogenblik even grote activiteit aan
de dag gelegd om met veel openbaar ver
toon gratie'retogingen voor het (Joodse)
spionnage-echtpaar te organiseren, als
voor de aanstaande liquidering van eigen
Joodse „verraderlijke landgenoten", over
wier zuivering men daar de mond op het
ogenblik vol heeft.
Op een grote massabijeenkomst deden
8000 mensen een beroep op president Tru
man om de Rosenbergs te begenadigen.
Plaatsvervangende premier Nuschke, de
leider der met de communisten heulende
rest van de vroegere christen-democrati
sche partij deelde mee, dat hij een verzoek
tot de H. Vader had gericht om te inter
veniëren. De communistische romancier
Arnold Zweig zeide, dat hij op zijn beurt
een dergelijk beroep op Albert Einstein
had gedaan. De „staatsdtchter" Brecht
tenslotte bleek een zelfde handelwijze te
hebben gevolgd ten aanzien van de Ameri
kaanse schrijvers Hemingway en Miller.
de voorgrond, nl. het betrekken van de
Gaullisten in de nationale meerderheid.
Aansturend op de verbreding van de
meerderheid, hetgeen algemeen nodig
werd geoordeeld om een bewind met eni
ge continuïteit mogelijk te maken, kon
niemand iets van de socialisten ver
wachten. De blik moest dus worden ge
richt naar de rechtse stelselmatige op
positie der Gaullisten en de kans bleek
nu schoon omdat na de jongste splitsing
in de R. P. F. een onrust in de partij
was achtergebleven, waaruit de andere
groeperingen munt wilden proberen te
slaan door het op een nieuwe afscheiding
aan te sturen.
stellen iets dat nogal onrust verwekte
b\j de MRP.
Deze groep aarzelde zodanig, dat zij nog
vóór de stemming weer bijeen kwam op
verzoek van Schuman, die zich af kon
vragen of nu zijn gehele politiek gelogen
straft werd. Maar de groep besloot ook
unaniem voor Mayer te stemmen. Waar
Mayer zich bij zijn politiek vooral beroe
pen heeft op de voornemens van Bidault,
zou het al zeer verwonderlijk zijn als hij
niet aan Bidault de uitvoering van zijn
program zou toevertrouwen voor wat de
Quai d'Orsay betreft
De heer Mayer vangt hedenmiddag de
onderhandelingen aan voor de vorming
van het ministerie.
In antwoord op vragen van het com
munistische parlementslid Peris Pardede
over de houding van de Indonesische re
gering ten aanzien van het niet-toelaten
van de vertegenwoordigers van de Partai
Kommunis Indonesia in Nederland voor
het bijwonen van het C.P.N.-congres zegt
de Indonesische regering o.a. dat zij de
maatregelen van de Nederlandse regering
niet als een belediging voor de republiek
Indonesia kan beschouwen. De regering
is het ook niet eens met de vragensteller,
dat deze maatregelen een overtreding be
tekenen van de Nederlandse grondwet
en van de overeenkomsten met Indonesië.
Ieder land heeft het recht het binnen
komen van vreemdelingen te weigeren.
Tenslotte wordt in het regeringsant-
woord verklaard, dat de regering bezig
is alle inlichtingen te verkrijgen inzake
de door de Nederlandse regering geno
men maatregelen. Zij overweegt, zodra
volledige inlichtingen zijn ontvangen,
maatregelen te nemen, die mogelijk ge
baseerd kunnen zijn op het principe van
reciprociteit.
De K.L.M. heeft voor ongeveer een jaar
een Skymaster gecharterd van de Noorse
maatschappij Fred Olsen, tezamen met
drie vliegtuigbemanningen, elk van vijf
man. Het toestel zal o.m. voor het ver
voer van emigranten worden gebruikt.
Volgens een woordvoerder van de Noorse
maatschappij zullen de bemanningen ook
op andere K.L.M.-vliegtuigen kunnen
worden gebruikt
Als centrale doelstelling voor het eco
nomisch overheidsbeleid in 1953 moet
gelden: simultane verwezenlijking van
het betalingsbalansevenwich't en van een
bevredigend peil van werkgelegenheid.
Beide desiderata zijn sociale doelstelling-
gen van gelijke orde, aldus schrijft prof.
dr C. Goedhart, hoogleraar in de econo
mie aan de Gemeente Universiteit van
Amsterdam. In het jongste nummer van
„De Nederlandse industrie", het orgaan
van het Verbond van Nederlandse Werk
gevers.
De vraag rijst derhalve, aldus prof.
Goedhart, onder welke voorwaarden een
simultane verwezenlijking van de beide
genoemde doelstellingen mogelijk is.
Handhaving van binnenlands monetair
evenwicht en betalingsbalansevenwicht
vereist, dat wordt afgezien van het toe
passen van inflatoire financieringsmid
delen, d.w.z. van geldschepping in een
tempo, dat het tempo van de expansie
van de volkshuishouding te boven gaat.
Dit stelt in het bijzonder de eis aan de
overheid, dat zij afziet van het gebruik
van het middel der geldschepping, maar
anderzijds ook, dat zij geen deflatie door
geldonttrekkingen veroorzaakt en dat zij
eventuele deflatoire krachten in de pri
vate sector tracht te compenseren.
Handhaving van een bevredigend ni
veau van werkgelegenheid eist in de eer
ste plaat, ter voorkoming van structuur
werkloosheid, een energiek industrialisa
tie- en emigratiebeleid, alsmede specifie
ke structurele maatregelen bevorde
ring van omscholing, onderwijsvoorzienin
gen, eventueel specifieke belastingmaat
regelen, ontwikkelingsplannen e.d. ter
bestrijding van bedrijfstaksgewijze en
regionale structuurwerkloosheid.
Voorkoming van conjunctuurwerkloos
heid uit binnenlandse oorzaken vereist in
de eerste plaats handhaving van het mo
netaire en betalingsbalansevenwicht. Het
is volkomen ongeoorloofd, het monetaire
evenwicht op te offeren aan een kort
stondige verbetering van de werkgele
genheidssituatie met inflatoire middelen.
Maar deze voorwaarde is niet voldoende.
De voor-oorlogse ervaringen hebben wel
geleerd, dat men monetair evenwicht en
betalingsbalansevenwicht kan bereiken
en handhaven op een laag niveau van
bedrijvigheid, gepaard gaande met een
omvangrijke conjunctuurwerkloosheid,
die een structureel karakter dreigt aan
te nemen.
Voor een land als het onze is de meest
essentiële tweede voorwaarde voor het
handhaven van het productieniveau op
een peil, waarbij een zo bevredigend mo
gelijk peil van werkgelegenheid kan wor
den gewaarborgd, gelegen in het handha
ven van gunstige loon- en prijsverhou-
digen ten opzichte van het buitenland.
Gegeven de krachtens de Bretton Woods-
overeenkomst vastgelegde wisselkoersen
is het derhalve zaak, te waken tegen ieder
opdrijven van het loon- en prijspeil, dat
de exportafzet in gevaar zou kunnen
brengen. Het is ongetwijfeld een geluk
kige omstandigheid, dat in ons land vele
leidende figuren uit de vakbeweging be
sef blijken te hebben van de betekenis
van matiging van looneisen met het oog
op de werkgelegenheid.
De vooruitzichten voor de ontwikkeling
in 1953 zijn echter in hoge mate onzeker.
Enerzijds lijken de Rijksfinanciën, gezien
de perspectieven, die in de millioenenno-
ta zijn ontvouwd, eerder een gevaar van
een lichte inflatie op te leveren. De
grootste onzekerheid schuilt evenwel in
de ontwikkeling van de private sectoren
van ons economisch leven. Indien het in
vesteringstempo een belangrijke vertra
ging te zien zou geven, nu de na-oorlogse
inhaalvraag grotendeels is bevredigd en
de oorlogsschade grotendeels is hersteld,
zou daaruit een deflatoire tendentie kun
nen voortkomen, gekenmerkt door een
vermindering van de nationale bestedin
gen voor Investeringen en consumptie en
derhalve ook van het nationale inkomen.
Het is, gezien deze onzekerheid, van
belang, dat de overheid zich tijdig 'be
raadt over de maatregelen, die geno
men zouden moeten worden, indien
zich uit hoofde van binnenlandse fac
toren een belangrijke conjuncturele
werkloosheid zou dreigen te ontwikke
len. Indien en voor zover immers de
deflatoire krachten in de private sec
tor sterker zouden blijken te zijn dan
de inflatoire krachten uit hoofde van
de staatsfinanciën, zouden algemene
compenserende maatregelen met behulp
van de staatsfinanciën geboden zijn.
Men kan hierbij zowel denken aan ver
hoging of versnelling van overheids
uitgaven als aan belastingverlaging.
Met het oog op het feit, dat verlaging
van belastingen ten bate van het bedrijfs
leven aan de private investeringen ten
goede zou komen en derhalve tevens een
bijdrage zou kunnen leveren tot de op
lossing van het structurele werkgelegen
heidsvraagstuk, zou aan dit middel even
wel sterk de voorkeur worden gegeven
boven een verdere verhoging van het
reeds veel te hoge niveau van overheids
uitgaven.
Men zij zich er intussen terdege van
bewust, dat dit geenszins de noodzaak of
wenselijkheid van eventuele geldschep
ping door de overheid impliceert. Voor
zover zich immers deflatoire verschijn
selen in de private sector aftekenen, be
tekent dit, dat er bepaalde geldbedragen
onbesteed blijven. Het is volkomen ge
oorloofd, deze „opgepotte" middelen te
activeren door middel van het plaatsen
van leningen ter dekking van begrotings
tekorten van de overheid.
De grens van de toelaatbare compen
satie van deflatoire factoren ter bestri
ding van conjuncturele werkloosheid
wordt in beginsel gevormd door de om
vang, waarin het mogelijk blijkt, zonder
forcering van de rentestand staatslenin
gen te plaatsen ter financiering van zo
wel het reeds uit het bestaande begro
tingsperspectief voortvloeiende kastekort
als van de tekorten uit hoofde van de
eventuele extra werkgelegenheidsmaat-
regelen. Daarbij mag aan de minister van
financiën de eis worden gesteld van een
grote mate van Inventiviteit ten aanzien
van aantrekkelijke rente- en aflossings
condities van staatsleningen, waarbij
behalve aan langlopende leningen tevens
aan leningen met middelmatige looptijd
aandacht zou kunnen worden besteed.
Voor zover er liquiditeiten blijken te
zijn, die niet op de kapitaalmarkt worden
aangeboden, zijn dat grotendeels gelden,
die door het bedrijfsleven voor bestedin
gen op korte termijn beschikbaar worden
gehouden. Deze zeer tijdelijke „oppot
ting" mag per se niet door geldschepping
worden gecompenseerd. Veel gevaar voor
de werkgelegenheid schuilt er overigens
in deze liquiditeiten niet, omdat zij gro
tendeels bestemd zijn om in het buiten
land te worden besteed en derhalve van
meer belang zijn voor de betalingsbalans
dan voor de actuele werkgelegenheids
situatie. Alleen in het extreme geval,
waarin een duurzame, hardnekkige op
potting van liquiditeiten aan de dag zou
treden, zou het geoorloofd zijn, tot op
zekere hoogte compenserende maatrege
len met nieuw gecreëerd geld te finan
cieren.
Slechts Indien de Nederlandse over
heid in 1953 deze beginselen in acht weet
te nemen en derhalve slechts compense
rend optreedt met In beginsel niet in
flatoire financieringsmiddelen en tege
lijkertijd de bestrijding van structuur
werkloosheid (net kracht voortzet door
een effectief industrialisatie- en emigra
tiebeleid en eventuele specifieke maat
regelen voor bepaalde bedrijfstakken en
gebieden, zal aan het einde van het thans
begonnen jaar kunnen worden getuigd,
dat Nederland binnen de grenzen van
zijn krachten al het mogelijke heeft ge
daan om zowel voor 't bctalingsbalanspro-
bleem als voor het werkgelegenheids
vraagstuk de meest bevredigende oplos
sing te vinden.
Met door zijn toegeven de Gaullisten
in de gelegenheid te hebben gesteld na
genoeg unaniem voor de kabinetsforma
teur te stemmen, hebben zowel Mayer als
sommige groepen uit de meerderheid
enigszins het gevoel, het paard van Troye
te hebben binnen gehaald. Wel ia het
grote feit bereikt, dat de Gaullisten ten
aanzien van hun leider De Gaulle tot zelf
standigheid zijn gebracht om een meer
realistische politiek te volgen in plaats
van de negatieve, die De Gaulle voor
staat. Het schijnt, dat nu vooral generaal
Konig de leiding van de groep zal nemen.
Intussen ligt het grote belang van deze
gedenkwaardige parlementaire dag in het
enige punt van gedachtenwisseling: het
standpunt, dat de nieuwe regering in gaat
nemen inzake de ratificatie der Europese
defensie-gemeenschap en waarbij Mayer
de Gaullisten ontzaglijk grote genoegdoe
ningen heeft kunnen geven inzake het
standpunt, dat Frankijk zijn leger niet
moet integreren in een Europees leger,
doch voor zijn leger het nationale karak
ter moet behouden door een federatieve
organisatie der gemeenschappelijke ver
dediging.
0e Gaullist Chaban Delmas stelde de
pertinente vraag, of Frankrijk meester zou
blijven over zijn leger. Werd op dit punt
geen duidelijke verzekering verkregen,
dan viel op de Gaullisten niet te rekenen.
Na nieuwe onderhandelingen tussen Gaul
listen en de kabinetsformateur gaf Mayer
in zjjn repliek de verzekering, dat kamer
cn commissies de ratificatie zouden kun
nen onderzoeken in loyale studie, over
eenkomstig de wettige nationale aanspra
ken. En met nadruk voegde hij hieraan
toe, dat de regering inmiddels niet zou
stilzitten, onderhandelingen zou voeren
voor de aan te hechten protocollen, „ten
einde de integriteit van het nationale leger
te handhaven", en dat de ratificatie eerst
een beslissing zou vragen als de onder
handelingen beëindigd zijn. Bovendien
zouden de kamerleden in geweten kunnen
oordelen. Dit laatste werd opgevat als een
toezegging, dat de regering niet de ver
trouwenskwestie op de ratificatie zou
Tegen de 53-jarige agent-commissaris
H. B. uit Amsterdam heeft de Officier
van Justitie bij de rechtbank te Amster*
dam gisteren terzake van verduiste
ring in dienstbetrekking zes maanden ge
vangenisstraf geëist. B. was ten laste ge
legd, dat hij in het tijdvak Maart 1951
Mei 1952 6.612,94 had verduisterd, ten
nadele van een groothandel in vis te
Vlaardingen. Verdachte erkende de fei
ten, doch zeide, dat hij de gelden, die hij
bij cliënten had geïnd had gebruikt, om
dat hij van de provisie van 5 procent
niet in zijn levensonderhoud kon voor
zien.
Nadat de rechtbank In raadkamer waS
geweest, deelde de president mede, da1
van het aanvankelijke voornemen om
verdachte in hechtenis te nemen was af
gezien, omdat de verdachte nog nimmer
met de strafrechter in aanraking is ge
weest en het feit reeds geruime tijd ge
leden is gepleegd.
De raadsman verzocht een uiterste cle
mentie te betrachten. Op 20 Januari zal
de rechtbank uitspraak doen.
(Van onze correspondent)
Twee jaar gevangenisstraf werd Dins
dag door de officier van Justitie bij de
Utrechtse rechtbank geëist tegen de 43-
jarige Bussummer J. K„ die zich schuldig
had gemaakt aan een poging tot beroving;
K. was na zijn repatriëring uit Indonesië
waar hij een goede functie had, in finan
ciële moeilijkheden geraakt. Om deze të
overwinnen kocht hij een revolver en be
gaf zich in November 1952 naar dë
Utrechtse automarkt, waar hij voorga'
een auto van f 2200.te willen kopen'
Een Eindhovenaar voelde iets voor dit
aanbod en bood een auto aan. De Bus
summer wilde, alvorens te beslissen, een
proefrit maken. Tijdens de proefrit greep
hij zijn revolver en begon op de ander te
vuren. Hij schoot echter mis en raaktë
zijn revolver in een worsteling met de
aangerande kwijt. De Eindhovenaar sloeg
na dit gevecht op de vlucht; de Bussum
mer werd met behulp van politiehonden
opgespoord. De uitspraak werd bepaald
op 20 Januari.
De nieuwe Nederlandse hoge commis
saris in Indonesië, mr W. F. L. graaf van
Bylandt, is Dinsdagmiddag in Djakarta
aangekomen, waar hjj werd opgewacht
door vele autoriteiten. Graaf van Bjr'
landt deelde aan de pers mede, dat hö
thans na zes jaar weer in Indonesië iS'
Hjj zeide met belangstelling de opbou^'
van het land te willen meemaken, even
als hij op zjjn vorige post de opbouw van
Italië sinds 1947 mocht beleven. Hü zeide.
dat zijn eerste taak is de behartiging
van de Nederlandse belangen en voegde
hieraan toe, dat het in het belang vaP
Nederland is, dat het Indonesië goed
gaat.
firma in het geheel niets te makel1
Voor de Arnhemse rechtbank stonden
gisteren terecht, de opkopers H, de R. uit
Babbcrich en J. M. uit Eist, wegens heling
van kleinspoorrails.
De Officier van Justitie eiste tegen de
eerste vier maanden gevangenisstraf, en
tegen de tweede een boete van 750 gul
den, subs, drie maanden gevangenisstraf.
De rails waren 't eigendom van 'n aan-
neemmaat.schappij en lagen sinds de be
vrijding te Didam opgeslagen. Een persoon
die in deze zaak steeds wordt gezien als
de „mysterie-man" kwam in contact met
De R. en liet deze de rails uit Didam weg
halen en (nota bene) per trailers van de
Gelderse Tramwegen vervoeren naar M.
te Eist. Daar werden ze van de onbekende
gekocht, 33 ton, voor acht cent per kilo.
De onbekende had voorgegeven te han
delen als onderaannemer van de fa. B. uit
Ede, later bleek echter dat de man met
deze
had.
Aanvankelijk werd De R. aangezien vooi
de man, die deze diefstal had georgani
seerd; aangenomen werd, dat de onbeken
de alleen in zijn verbeelding bestond'
maar vervoerders van de rails en ander";
getuigen bleken contact te hebben gehad
met iemand in een Volkswagen met eeP
kaal hoofd en een donkere bril op, klaar
blijkelijk „de-man-op-de-achtergrond".
De 3975 kilo rails, die te Amsterdam W
beslag werden genomen, waren daar door
verkocht voor 20 cents per kilo.
De Officier van Justitie vond dat de
beide opkopers zich hadden moeten afvra
gen, of deze zaak wel „safe" was. Voora'
M., hij kocht immers tegen acht cents pë'
kilo in en verkocht tegen 20 cents wat e<
op wijst, dat hij tegen abnormaal lage prijs
had ingekocht.
Uitspraak over 14 dagen.