Prof. De Coremans beschuldigd van „quasi-delict" heer Van Beuningen eist 100.000 francs Zaak-Vrijman in Eerste Kamer MAYER kreeg Gaullisten de steun der De Rozenbergs vragen Zaterdag gratie Evenwicht in betalingsbalans èn bevredigende werkgelegenheid Handelaren „kochten" spoorrails van onbekende Nederland is heus zo'n goedkoopte- eiland niet meer Van Meegeren—Vermeer De R. T. C. met de West Handelsbesprekingen met Engeland Critiek op de Export Financierings Mij Het begon met de duivenpost Rubberproductie in November Ernstige AR-bezwaren tegen verlening eervol ontslag Overwinningdie nieuwe problemen oproept Voorwaarden voor gelijktijdige ver wezenlij king „Mysterie-man" deed zaken Gevangenisstraf en geldboete geëist WOENSDAG 7 JANUARI 1953 PAGINA 4 Dagvaarding De vondst te Nice PAPIEREN VAN REPU BLIEK ZUID-MOLUKKEN Moeten aan ex-minister worden teruggegeven EERSTE NETTENLEGGER VOOR KON. MARINE Niveau van 1952 te handhaven? NIEUWJAARSREDE VOOR- ZITTER K. V. K. VAN DEN HAAG Nieuwe wegen moeten worden ingeslagen De krant van Van der Biesen bestaat 125 jaar INDISCHE SALARISSEN GEDURENDE BEZET TINGSTIJD Is Nederlandse staat verant woordelijk? EMIGRANTEN KUNNEN WORDEN GESCHOOLD Cause celèbre voor de NS.B.-ers" =a W.-DUITSLAND WIL EGYPT. KATOEN KOPEN Oostduitse activiteit Paard van Troye? DE PROVISIE" WAS TE LAAG INDONESIë NIET BELEDIGD Loor niet-toelaten in Nederland van Indon. communisten Voor emigrantenvervoer K.L.M. CHARTERT NOORSE SKYMASTER OVERHEID DIENT SLECHTS COMPENSEREND OP TE TREDEN Voorkoming conjunctuurwerh- loosheid Belastingverlaging Compensatie van deflatoire krachten GELDGEBREK LEIDDE TOT GANGSTERSPRACTIJKEN GRAAF VAN BYLANDT OP ZIJN POST Op 21 Januari zal voor de 8ste kamer der civiele rechtbank te Brussel het pro ces voorkomen, dat de Rotterdamse kunstverzamelaar Van Beuningen in de taak van de .schilderijenvervalsing door Han van Meegeren, heeft aanhangig ge maakt tegen prof. dr Coremans, directeur van het laboratorium der Belgische musea te Brussel, die in 1945 het deskundigen onderzoek leidde. De heer Van Beuningen eist van prof. Coremans een schadever goeding van fr. 100.000. Prof. Coremans zal tijdens dit pro ces worden .bijgestaan door mr Buisseret, oud-minister van onderwijs van België, die nauw betrokken is geweest bij de oprich ting van het centraal laboratorium der Belgische musea. De huidigg minister van onderwijs Harmei, heeft mr Scyr—Cam- bier verzocht het proces namens het mi nisterie te volgen en de belangen hier van te verdedigen. De advocaten van de heer Van Beunin gen zijn mr J. Thevenet, deken der Bel gische orde van advocaten en mr Dela croix, oud-deken van deze orde. In de dagvaarding, die prof. Coremans reeds in Mei van verleden jaar heeft ont vangen, wordt hjj beschuldigd van een „quasi-delict", een uitdrukking, die de Nederlandse wetgeving niet kent, doch die ongeveer overeenkomt met hetgeen wij een onrechtmatige daad noemen. In deze dagvaarding, waarvan de nauwkeurige in houd eerst bij de aanvang van het proces bekend gemaakt zal worden, wordt o.a. betoogd dat „waar prof. Coremans op het ogenblik van zijn gerechtelijk onderzoek in de zaak van Meegeren—Vermeer pro fessionele fouten heeft kunnen begaan, hij vanaf 1948 niet langer te goeder trouw de these van zijn rapport had mogen ver dedigen door zich hierbij te steunen op elementen, waarvan het verdachte karak ter hem niet kon ontgaan". Verder heet het in de dagvaarding dat „Daar de quasi-delictuele handelwijze van gedagvaarde er de directe oorzaak van is, dat het schilderij van Van Beuningen, nog steeds wordt toegeschreven aan Han van Meegeren en dit willens en wetens wordt gesteund door prof. Coremans, het bezit van de heer v. Beuningen volkomen gedepricieerd wordt". Een belangrijk punt in dit proces vormt de ontdekking door prof. Coremans op 26 Sept. 1949 in de villa van v. Meegeren te Nice van een tweede exemplaar van „Het laatste avondmaal". De heer Van Beuningen nu, die nog steeds beweert dat zijn „Laatste avond maal" toch een authentieke Vermeer is, betwist dat prof. Coremans een doek van dergelijke afmetingen in de villa van v. Meegeren te Nice heeft kunnen aantref fen, nadat de justitiële instanties hier reeds verscheidene keren een onderzoek hadden ingesteld. De Belgische kunstexpert Jean Decoen beschuldigt zelfs prof. Coremans met betrekking tot diens vondst te Nice in 1949 openlijk van bedrog! Een persoon, die in 1945 een onderzoek moest instellen in de villa van v. Meege ren, verklaarde, dat het hem zeer on waarschijnlijk voorkomt, dat hij bij zijn onderzoek een doek over het hoofd heeft kunnen zien van de afmetingen als die van het „Laatste avondmaal", dat prof. Coremans er heeft aangetroffen. Prof. Coremans verklaart dat hij „Het Laatst Avondmaal" in de kelders van de villa heeft aangetroffen tussen twee tri plex platen. Hij heeft ter plaatse onmid dellijk een proces-verbaal van zijn ont dekking laten opmaken. Tijdens het proces, dat waarschijnlijk twee dagen zal duren, zullen waarschijn lijk geen getuigen gehoord worden. Alle getuigen hebben verklaringen op schrift gesteld. Van de raadsman van ir Manusama te Hollandia vernemen wij, dat Maandag de landrechter aldaar het gouvernement van Nieuw-Guinea in een daartoe aanhangig gemaakt kort geding heeft veroordeeld om aan ir Manusama, ex-minister van de republiek Zuid-Molukken, bescheiden te rug te geven, die betrekking hebben op deze republiek. Deze bescheiden waren door het gouvernement in beslag geno men, toen ir Manusama indertijd in ver zekerde bewaring werd gesteld wegens politieke activiteit op Nieuw-Guinea. Het vonnis stelt een dwangsom van 500 per dag biij verzuim van uitvoeringen een verbod om van de bescheiden verdere copieën te nemen onder een dwangsom van 50 per copie. Wat reeds werd gevreesd, is thans ge beurd: de minister van Overzeese Rijks delen heeft aan de landsregeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen, medegedeeld, dat in verband met de ge rezen misverstanden omtrent de interpre tatie van het zelfbeschikkingsrecht, niet kan worden vastgehouden aan de in New- York overeengekomen streefdatum van medio Januari voor de hervatting van de besprekingen over de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk. De conferentie NederlandSuriname Nederlandse Antillen, besloot in Maart j!l. tot instelling ener commissie voor deze besprekingen, welk overleg in de Neder landse Antillen zou worden gehouden. Met een dag vertraging, wegens het slechte weer tussen Casablanca en Kaap Finisterre, is gisteren om elf uur Hr Ms „Cerberus", de eerste in dienst gestelde nettenlegger bij de Koninklijke Marine, in de haven van Den Helder aangekomen. Op het havenhoofd stonden ter verwel koming opgesteld de adelborsten van het Koninklijk Instituut, de manschappon van de verschillende onderdelen en de Koninklijke Militaire Kapel. Tevoren had zich de commandant Zeemacht Neder land, schout bij nacht F. Burghard, ver gezeld van zijn chef-staf, kapitein ter zee A. Quanjer, aan boord begeven voor in spectie van de nieuwe oorlogsbodem. Het schip dat gebouwd is door de Be thlehem Steel Company en een vermogen heeft van 1800 p.k., is het eerste, dat ge heel nieuw aan een Nato-land is over gedragen, zonder dus eerst onder Ameri kaanse vlag te hebben gevaren. Het is bestemd voor het leggen van stalen netten ter afsluiting van oorlogs havens, waartoe het op het voorschip is voorzien van een z.g. olifantsdavit. De drijvende netten worden gelegd aan zwaar verankerde boeien en kunnen voor het doorlaten van bevriende schepen ge opend en gesloten worden. De tweede ronde van de jaarlijkse han delsbesprekingen van Engeland met de Westeuropese landen is begonnen met de opening van de besprekingen tussen En geland en Nederland over de handel in 1953. Soortgelijke onderhandelingen zijn in Parijs met Frankrijk geopend en zul len 26 Januari in Rome met Italië en op 29 Januari in Londen met Denemarken worden gevoerd. De onderhandelingen met West-Duits- land zullen niet worden geopend voor eind Januari of begin Februari. De Engels-Bel gische handel zal waarschijnlijk informeel worden geregeld door onderhandelingen met functionarissen der ambassade. De Engelse handel met Zweden, Noor wegen, Zwitserland, Portugal en Spanje werd vóór Kerstmis reeds geregeld. Waarnemers geloven niet, dat de Engel se export naar West-Europa aanzienlijk zal kunnen toenemen door de onderhande lingen, die thans worden gevoerd of welke reeds beëindigd zjjn. Tijdens de recente onderhandelingen is Engeland er in geslaagd de handel te handhaven op het niveau van 1952. Het niveau voor de handel met Zweden is. ver hoogd en men hoopt, dat de handel met Denemarken en Nederland „minstens" ge handhaafd zal worden. Nederland heeft naar men aanneemt voornamelijk belangstelling voor vergro ting van de Engelse invoerquota voor be paalde groenten, bacon, melk in blik, bloembollen en suikerwerk. Engeland wil voornamelijk grotere quota voor zijn mo torvoertuigen, machinegoederen en tex tiel. In een gisteren gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor 's-Gravenhagc, heeft de voorzit ter, de heer J. van der Heem, een Nieuw jaarsrede gehouden, waarin hij o.m. het vraagstuk der belastingen besprak. Naar sprekers mening is dit onderwerp prac rompslomp zouden door een vereenvoudi ging der inningsprocedure belangrijk kun nen worden teruggebracht. Onlangs is een Export Financierings Mij. opgericht, die zich heeft gespecialiseerd in de financiering van crediettransacties met betrekking tot de levering van goede ren aan het buitenland tegen betaling op langere termijn. Er van afgezien, dat deze maatschappij u°S niet tot volle ontplooiing is gekomen, geloofde spr. niet, dat dit ini tiatief in voldoende mate zal kunnen bij tisch doodgepraat. Het is echter opvallend j dragen tot de oplossing van de moeilijk- dat de standpunten van werkgevers en heden. Deze maatschappij toch heeft een werknemers elkaar in vele opzichten vaak verrassend dicht naderen. Helaas is nog niet gebleken, dat de be trokken ministers, aan wie thans de daad is, het eens zijn. Aannemende dat de internationale economische situatie in 1953 geen belang rijke inzinking te zien zal geven, verwacht spreker toch dat de uitvoer stroever zal gaan lopen, mede door de sterk toenemen de internationale concurrentie, vooral van de Duitse industrie. Het jaar 1953 zal dan ook vermoedelijk een kleiner overschot op de betalingsbalans te zien geven dan het afgelopen jaar. In dit verband dient voorts te worden bedacht, dat de invoer, gezien de over het algemeen geringe voorraden van de bedrijven, wel zal toenemen. Op het slagen van het exportoffensief zjjn vele factoren van invloed. In de eer ste plaats zou spr. er op willen wijzen, dat Nederland heus niet meer zo'n goedkoop- te-eiland is, als door velen wordt beweerd. De kostprijzen moeten zo laag mogelijk worden gehouden. Dit zal o.a. betekenen, dat de loonpolitiek noodgedwongen met nog grotere omzichtigheid moet worden gevoerd. Het spreekt vanzelf, dat de maatrege len nodig voor het behouden of verkrij gen van een lage kostprijs in de eerste plaats door de ondernemer zelf moeten worden getroffen doch ook de overheid kan helpen. De- heer van der Heem doelde hier o.a. op de last, die op het bedrijfsleven is ge legd voor de berekening en inning van de premies voor de sociale wetgeving, van de loonbelasting enz. Hiervoor getroost het bedrijfsleven zich, naar ruwe schatting een uitgave van niet minder dan 50 tot 100 millioen per jaar. De kosten van deze administratieve beperkte actieradius, mede door haar financiële middelen en door het feit, dat zij zich bij voorkeur toelegt op de finan ciering van leveranties van kapitaalgoe deren. Het is sprekers overtuiging, dat op dit gebied geheel nieuwe wegen zullen moe ten worden ingeslagen. De individuele on dernemer kan wel de credietwaardigheid van zijn afnemer beoordelen, doch niet de monetaire en handelspolitieke omstandig heden, waarin het betrokken land zich be vindt, resp. zal geraken. Daarom zullen de Staat en de Nederlandse Bank hierbij een hoofdrol moeten spelen. Aan landen, die overigens credietwaardig zijn, doch tijdelijk met eerdergenoemde moeilijkhe den te kampen hebben, dienen credieten te worden toegestaan in het belang van deze export, niet alleen van kapitaalgoederen, doch ook van andere soorten goederen. (Van onze Amsterdamse redactie) Geboren in een tijd van hevige oppositie in de Zuidelijke Nederlanden, die in 1839 zou leiden tot de afscheiding van België heeft Het Algemeen Handelsblad van meet af aan een standpunt ingenomen van ob jectieve berichtgeving met het gevolg, dat zowel voor- als tegenstanders in het blad aan het woord kwamen. Dit bracht de nodige rumor in casa. De oprichter, de heer J. van der Biezen, moest op een gegeven moment zelfs vluchten naar het buitenland. Hij had voordien zijn krant voor f 10.000 verkocht, maar na enige tijd kon hij weer zonder levensgevaar terug keren, en hij kocht voor hetzelfde bedrag Het Algemeen Handelsblad terug. Met vernieuwde ijver zette hij zich weer aan het werk en op de jubileumtentoonstelling van het 125-jarige blad in het Persmuseum aan de Keizersgracht in de hoofdstad kan men de opgang van het blad duidelijk zien. Van der Biesen was katholiek, maar hij wilde niet van zijn courant een katholiek dagblad maken. Toch heeft het dagblad gestreden voor herstel van de Bisschop pelijke Hiërarchie met het gevolg dat in 1853, nadat op het Paleis op de Dam door 50.000 protestanten een adres was aange boden om hiertegen te protesteren en het Algemeen Handelsblad voet bij stuk hield, dat ook de katholieken volledige gods dienstvrijheid moesten krijgen, de helft van het aantal abonné's opzegde. Maar deze zware slag wist het blad te boven te komen. Om een snelle berichtgeving uit het buitenland te garanderen werd al spoedig gebruik gemaakt van de duivenpost, latei- vervangen door de telegrafie en telex. Een belangrijke mededinger van het blad in dé eerste dagen was de Zee Post. Het eerste nummer van Het Algemeen Han delsblad begint dan ook met een uitvoerig bericht over Binnengekomen Schepen, ge volgd door Handel en Gemengde Berich ten. Aanvankelijk verscheen het blad al leen Woensdag en Zaterdag. In 1868 kreeg het blad het formaat dat het thans nog heeft en in 1882 verscheen de eerste ochtendeditie. Deze editie kon men voor een stuiver kopen. Op 16 April 1916 verscheen in het blad, als eerste in een dagblad, een advertentie in driekleu rendruk. Het 125-jarig bestaansfeest is Maandag, zoals wij reeds berichtten, in Amsterdam gevierd. Volgens voorlopige statistieken van de Internationale Rubber Studiegroep beliep de wereldproductie van natuurrubber in November 155.000 long tons, waardoor de totale productie voor de maanden Januari t/m November op 1.602.500 ton komt. Het verbruik beliep in November (incl. ge raamde invoer in Rusland van 8750 ton en in China van 2500 ton) 125.000 ton, waar door het totaal voor. Januari t/m Novem ber (incl. geraamde invoer in Rusland van 112.250 ton en in China van 20 750 ton) tot 1.330.000 ton steeg De voorraden per uit. November beliepen 777.500 ton (excl. strategische voorraden in het Ver. Kon., de Ver. Staten en Frankrijk). Volgens de Internationale Rubber Studie Groep bedroeg de wereldproductie van synthetische rubber in November 67.000 ton en de productie in de maanden Jan t/m. Nov. 807.000 ton. Voor het verbruik zijn deze cijfers resp. 72.500 en 805.000 ton. De voorraden synthetische rubber be liepen aan het einde van de maand Nov. 147.500 ton. In de namens het „Comité civiele vor deringen" aanhangig gemaakte zaak van de vroegere Nederlands-Indische burger lijke ambtenaren tegen de Staat der Ne derlanden, betreffende de weigering der regering tot uitbetaling der salarissen over de Japanse bezettingstijd, heeft de raadsman van het comité, mr K. van Rijckevorsel, gisteren ter zitting van de Haagse rechtbank de conclusie van cis genomen. Het kernpunt van dit proces is de vraag of de verplichtingen van de vroe gere Nederlands-Indische overheid jegens deze oud-ambtenaren voor rekening en verantwoordelijkheid 2ijn van de Neder landse regering, dus van de Staat der Nederlanden, dan wel of die verplichtin gen ten gevolge van de souvereiniteits- overdracht moeten geacht worden te zijn overgegaan op de Indonesische staat. Als argument voor het eerste stand punt wordt in de conclusie van eis o.m. aangevoerd, dat de Nederlandse staat volledig heeft beschikt over allerechten van het vroegere, rechtspersoonlijkheid bezittende, Nederlands-Indië en daardoor de verantwoordelijkheid voor alle ver plichtingen van deze vroegere rechtsper soon ondubbelzinnig heeft erkend. Met ingang van gisteren is de scholing op de rijkswerkplaatsen voor vakontwik keling opengesteld voor adspirant emi granten. Daarbij wordt voorrang ver leend aan de beroepen: timmerman, met selaar, schilder, machinebankwerker en electro-monteur, De cursisten, voorzover zij naar Engels-sprekende landen willen emigreren, zullen bovendien Engelse vak termen en maatvoering leren. De openstelling van de rijkswerkplaat- sen geldt voor adspirant-emigranten, los van de vraag, of hun emigratie al dan niet met overheidssubsidie zal geschieden Slechts met enige zekerheid moet kun nen worden aangenomen, dat zij binnen afzienbare tijd zullen emigreren. De heer Algera (AR) heeft gisteren in de vergadering van de Eerste Kamer ern stig bezwaar gemaakt tegen het verslag der commissie voor de verzoekschriften nopens het adres van de oud-Rijksbouw meester J. A. W. Vrijman uit 's-Graven- hage, houdende verzoek er toe mede te werken, dat „de zaak-Vrijman eindelijk tot een bevredigende oplossing kome". Hij was, behalve de communist Branden burg, die eveneens van mening was niet met het advies van de commissie te kun nen meegaan, de enige, die meende dat de Kamer er goed aan zal doen de zaak niet opnieuw te behandelen. Hoewel de stemming over de conclusies van het rap port werd aangehouden, is het wel zeker, dat deze stemming gunstig zal uitvallen. Zoals wij dezer dagen uitvoerig bericht ten herinnert de commissie in haar rap port er aan, dat de beide Kamers der Sta- ten-Generaal bij herhaling een uitspraak hebben gedaan ten gunste van adressant. De regering heeft tot nu toe niet voldaan aan de uitspraken der Kamers. De com missie stelt voor, de kwestie van een schadevergoeding als afgedaan te blijven beschouwen. Zij stelt verder voor de re gering te verzoeken alsnog na te gaan, in hoeverre het mogelijk is, gelet op de wel zeer bijzondere omstandigheden waarin adressant is komen te verkeren, het leed, dat adressant heeft getroffen, met de mid delen, de regering ten dienste staande, uit menselijke overwegingen alsnog zo veel mogelijk te verzachten, als het kan door alsnog eervol ontslag te verlenen. De heer Algera was de mening toege daan, dat het betrokken verslag zaken in het vage laat, waaromtrent men toch zou moeten zijn ingelicht. Waar de gang van zaken wordt geschetst is het niet vrij van eenzijdigheid, aldus spr. die vroeg, welk bedrag de heer Vrijman meent nog aan schadevergoeding te moeten ontvangen na de f 36.000 aan wachtgeld en f 50.000 door bemiddeling der Duitsers. De Kamer moest er volgens de heer Algera voor waken, dat het eervol ontslag niet wordt gedevalueetd. Hij was tot slot van oor deel, dat de voorstellen der commissie niet konden worden aanvaard, doch dat moest worden overgegaan tot de orde van de dag. De heer Gerretson (CH) verklaarde zijn stem te zullen geven aan de conclusie van het verslag. Volgens hem was het gevraagde eerherstel al door het Neder landse volk verleend. De heer Molenaar (V.V.D.) meende dat de Kamer niet meer moet treden in beslissingen, die in een ver achter ons liggende periode door een verantwoordelijke regering zijn genomen. De K.V.P.-afgevaardigde, de heer Teu- lings had waardering voor de evenwich tige en rustige beschouwing der commis sie. Op grond van menselijke overweging was hij bereid zijn stem aan de conclusie te geven. De voorzitter van de commissie voor de verzoekschriften, de heer Wendelaar (V.V.D.), zette uiteen, dat in 'n bespre king der commissie met de heer Vrijman door deze is verklaard, dat hij de zaak niet aanhangig heeft gemaakt bij de Duitsers. De vertegenwoordiger van de minister, die daarbij tegenwoordig was, heeft niet doen horen dat het anders was. De zaak Vrijman was, voor de oorlog een cause célèbre geworden voor de N.S.B. Van de N.S.B. kan het initiatief zijn uitgegaan, dat de Duitsers zich met het geval zouden bemoeien. Zoals gezegd werd de stemming over de conclusies van het rapport aangehou den. (Telefonisch van onze correspondent) PARIJS, Woensdagmorgen. Met 389 tegen 205 stemmen heeft de Franse kamer de heer Mayer als minister-president toegelaten. Een zo grote meerderheid moet onder de huidige omstandigheden in Frankrijk een kabinets-formateur wel verontrusten, want zij is alleen te danken aan de stemmen van meer dan 70 Gaullisten. Dat de partijen, die Pinay volgden, dit succes met onverdeelde vreugde begroeten, kan niet worden gezegd. Mayer vond de communisten en socialisten tegenover zich, terwijl 4 Gaullisten, 10 hoeren, 6 onafhanke- lijken, 2 M.R.P.'ers en 2 sociaal-republikeinen hem eveneens hun stem niet gaven. Mayer staat nu voor de grote moeilijk heid uit de heterogene massa partijen een homogeen minister te halen. Hij is een doorzetter en heeft het voordeel zijn mi nisterie niet voor de kamer te behoeven te brengen, die pas 13 Januari weer bij eenkomt en dan de eerste zittingsweek nodig heeft voor verkiezingen van voor zitter, ondervoorzitter, commissies, enz. In zijn zeer handige regeringsverklaring heeft Mayer overvloedig hulde gebracht aan zijn voorganger, Pinay, wiens politiek hij overneemt, ook op sociaal en econo misch gebied. Maar waar voor dit alle.» het geld vandaan moet komen, zei hij niet. Er werd hem bij de gedachtenwisseling trou wens ook niet naar gevraagd. Wat bij de gehele crisis de achtergrond vormde, trad bij het investituurdebat op Een invloedrijke groep Duitse firma's heeft, naar van gezaghebbende zijde te Caïro vernomen wordt, aangeboden 3 mil lioen kantars Egyptische katoen met een waarde van ongeveer 36 millioen te kopen. Daartegenover zouden de Duitsers aan Egypte op basis van een contract op lange termijn machines, precisie-instru- menten en andere goederen leveren. Ver moedelijk zal het aanbod in de eerstvol gende zitting van het Egyptische kabinet besproken worden. De verdediger van de Rosenbergs, die cp beschuldiging van atoomspionnage ter dood zijn veroordeeld, heeft medegedeeld, dat het echtpaar Zaterdag, de laatste dag van de daarvoor gestelde termijn, presi dent Truman om gratie zal verzoeken. Gedurende de gehele afgelopen nacht hielden demonstranten ten gunste van een gratieverlening de wacht voor het Witte Huis. Ook in Ottawa (Canada) werd ge durende de nachtelijke uren nog voor de Amerikaanse ambassade gedemonstreerd. In de Oostduitse Volksrepubliek wordt op het ogenblik even grote activiteit aan de dag gelegd om met veel openbaar ver toon gratie'retogingen voor het (Joodse) spionnage-echtpaar te organiseren, als voor de aanstaande liquidering van eigen Joodse „verraderlijke landgenoten", over wier zuivering men daar de mond op het ogenblik vol heeft. Op een grote massabijeenkomst deden 8000 mensen een beroep op president Tru man om de Rosenbergs te begenadigen. Plaatsvervangende premier Nuschke, de leider der met de communisten heulende rest van de vroegere christen-democrati sche partij deelde mee, dat hij een verzoek tot de H. Vader had gericht om te inter veniëren. De communistische romancier Arnold Zweig zeide, dat hij op zijn beurt een dergelijk beroep op Albert Einstein had gedaan. De „staatsdtchter" Brecht tenslotte bleek een zelfde handelwijze te hebben gevolgd ten aanzien van de Ameri kaanse schrijvers Hemingway en Miller. de voorgrond, nl. het betrekken van de Gaullisten in de nationale meerderheid. Aansturend op de verbreding van de meerderheid, hetgeen algemeen nodig werd geoordeeld om een bewind met eni ge continuïteit mogelijk te maken, kon niemand iets van de socialisten ver wachten. De blik moest dus worden ge richt naar de rechtse stelselmatige op positie der Gaullisten en de kans bleek nu schoon omdat na de jongste splitsing in de R. P. F. een onrust in de partij was achtergebleven, waaruit de andere groeperingen munt wilden proberen te slaan door het op een nieuwe afscheiding aan te sturen. stellen iets dat nogal onrust verwekte b\j de MRP. Deze groep aarzelde zodanig, dat zij nog vóór de stemming weer bijeen kwam op verzoek van Schuman, die zich af kon vragen of nu zijn gehele politiek gelogen straft werd. Maar de groep besloot ook unaniem voor Mayer te stemmen. Waar Mayer zich bij zijn politiek vooral beroe pen heeft op de voornemens van Bidault, zou het al zeer verwonderlijk zijn als hij niet aan Bidault de uitvoering van zijn program zou toevertrouwen voor wat de Quai d'Orsay betreft De heer Mayer vangt hedenmiddag de onderhandelingen aan voor de vorming van het ministerie. In antwoord op vragen van het com munistische parlementslid Peris Pardede over de houding van de Indonesische re gering ten aanzien van het niet-toelaten van de vertegenwoordigers van de Partai Kommunis Indonesia in Nederland voor het bijwonen van het C.P.N.-congres zegt de Indonesische regering o.a. dat zij de maatregelen van de Nederlandse regering niet als een belediging voor de republiek Indonesia kan beschouwen. De regering is het ook niet eens met de vragensteller, dat deze maatregelen een overtreding be tekenen van de Nederlandse grondwet en van de overeenkomsten met Indonesië. Ieder land heeft het recht het binnen komen van vreemdelingen te weigeren. Tenslotte wordt in het regeringsant- woord verklaard, dat de regering bezig is alle inlichtingen te verkrijgen inzake de door de Nederlandse regering geno men maatregelen. Zij overweegt, zodra volledige inlichtingen zijn ontvangen, maatregelen te nemen, die mogelijk ge baseerd kunnen zijn op het principe van reciprociteit. De K.L.M. heeft voor ongeveer een jaar een Skymaster gecharterd van de Noorse maatschappij Fred Olsen, tezamen met drie vliegtuigbemanningen, elk van vijf man. Het toestel zal o.m. voor het ver voer van emigranten worden gebruikt. Volgens een woordvoerder van de Noorse maatschappij zullen de bemanningen ook op andere K.L.M.-vliegtuigen kunnen worden gebruikt Als centrale doelstelling voor het eco nomisch overheidsbeleid in 1953 moet gelden: simultane verwezenlijking van het betalingsbalansevenwich't en van een bevredigend peil van werkgelegenheid. Beide desiderata zijn sociale doelstelling- gen van gelijke orde, aldus schrijft prof. dr C. Goedhart, hoogleraar in de econo mie aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam. In het jongste nummer van „De Nederlandse industrie", het orgaan van het Verbond van Nederlandse Werk gevers. De vraag rijst derhalve, aldus prof. Goedhart, onder welke voorwaarden een simultane verwezenlijking van de beide genoemde doelstellingen mogelijk is. Handhaving van binnenlands monetair evenwicht en betalingsbalansevenwicht vereist, dat wordt afgezien van het toe passen van inflatoire financieringsmid delen, d.w.z. van geldschepping in een tempo, dat het tempo van de expansie van de volkshuishouding te boven gaat. Dit stelt in het bijzonder de eis aan de overheid, dat zij afziet van het gebruik van het middel der geldschepping, maar anderzijds ook, dat zij geen deflatie door geldonttrekkingen veroorzaakt en dat zij eventuele deflatoire krachten in de pri vate sector tracht te compenseren. Handhaving van een bevredigend ni veau van werkgelegenheid eist in de eer ste plaat, ter voorkoming van structuur werkloosheid, een energiek industrialisa tie- en emigratiebeleid, alsmede specifie ke structurele maatregelen bevorde ring van omscholing, onderwijsvoorzienin gen, eventueel specifieke belastingmaat regelen, ontwikkelingsplannen e.d. ter bestrijding van bedrijfstaksgewijze en regionale structuurwerkloosheid. Voorkoming van conjunctuurwerkloos heid uit binnenlandse oorzaken vereist in de eerste plaats handhaving van het mo netaire en betalingsbalansevenwicht. Het is volkomen ongeoorloofd, het monetaire evenwicht op te offeren aan een kort stondige verbetering van de werkgele genheidssituatie met inflatoire middelen. Maar deze voorwaarde is niet voldoende. De voor-oorlogse ervaringen hebben wel geleerd, dat men monetair evenwicht en betalingsbalansevenwicht kan bereiken en handhaven op een laag niveau van bedrijvigheid, gepaard gaande met een omvangrijke conjunctuurwerkloosheid, die een structureel karakter dreigt aan te nemen. Voor een land als het onze is de meest essentiële tweede voorwaarde voor het handhaven van het productieniveau op een peil, waarbij een zo bevredigend mo gelijk peil van werkgelegenheid kan wor den gewaarborgd, gelegen in het handha ven van gunstige loon- en prijsverhou- digen ten opzichte van het buitenland. Gegeven de krachtens de Bretton Woods- overeenkomst vastgelegde wisselkoersen is het derhalve zaak, te waken tegen ieder opdrijven van het loon- en prijspeil, dat de exportafzet in gevaar zou kunnen brengen. Het is ongetwijfeld een geluk kige omstandigheid, dat in ons land vele leidende figuren uit de vakbeweging be sef blijken te hebben van de betekenis van matiging van looneisen met het oog op de werkgelegenheid. De vooruitzichten voor de ontwikkeling in 1953 zijn echter in hoge mate onzeker. Enerzijds lijken de Rijksfinanciën, gezien de perspectieven, die in de millioenenno- ta zijn ontvouwd, eerder een gevaar van een lichte inflatie op te leveren. De grootste onzekerheid schuilt evenwel in de ontwikkeling van de private sectoren van ons economisch leven. Indien het in vesteringstempo een belangrijke vertra ging te zien zou geven, nu de na-oorlogse inhaalvraag grotendeels is bevredigd en de oorlogsschade grotendeels is hersteld, zou daaruit een deflatoire tendentie kun nen voortkomen, gekenmerkt door een vermindering van de nationale bestedin gen voor Investeringen en consumptie en derhalve ook van het nationale inkomen. Het is, gezien deze onzekerheid, van belang, dat de overheid zich tijdig 'be raadt over de maatregelen, die geno men zouden moeten worden, indien zich uit hoofde van binnenlandse fac toren een belangrijke conjuncturele werkloosheid zou dreigen te ontwikke len. Indien en voor zover immers de deflatoire krachten in de private sec tor sterker zouden blijken te zijn dan de inflatoire krachten uit hoofde van de staatsfinanciën, zouden algemene compenserende maatregelen met behulp van de staatsfinanciën geboden zijn. Men kan hierbij zowel denken aan ver hoging of versnelling van overheids uitgaven als aan belastingverlaging. Met het oog op het feit, dat verlaging van belastingen ten bate van het bedrijfs leven aan de private investeringen ten goede zou komen en derhalve tevens een bijdrage zou kunnen leveren tot de op lossing van het structurele werkgelegen heidsvraagstuk, zou aan dit middel even wel sterk de voorkeur worden gegeven boven een verdere verhoging van het reeds veel te hoge niveau van overheids uitgaven. Men zij zich er intussen terdege van bewust, dat dit geenszins de noodzaak of wenselijkheid van eventuele geldschep ping door de overheid impliceert. Voor zover zich immers deflatoire verschijn selen in de private sector aftekenen, be tekent dit, dat er bepaalde geldbedragen onbesteed blijven. Het is volkomen ge oorloofd, deze „opgepotte" middelen te activeren door middel van het plaatsen van leningen ter dekking van begrotings tekorten van de overheid. De grens van de toelaatbare compen satie van deflatoire factoren ter bestri ding van conjuncturele werkloosheid wordt in beginsel gevormd door de om vang, waarin het mogelijk blijkt, zonder forcering van de rentestand staatslenin gen te plaatsen ter financiering van zo wel het reeds uit het bestaande begro tingsperspectief voortvloeiende kastekort als van de tekorten uit hoofde van de eventuele extra werkgelegenheidsmaat- regelen. Daarbij mag aan de minister van financiën de eis worden gesteld van een grote mate van Inventiviteit ten aanzien van aantrekkelijke rente- en aflossings condities van staatsleningen, waarbij behalve aan langlopende leningen tevens aan leningen met middelmatige looptijd aandacht zou kunnen worden besteed. Voor zover er liquiditeiten blijken te zijn, die niet op de kapitaalmarkt worden aangeboden, zijn dat grotendeels gelden, die door het bedrijfsleven voor bestedin gen op korte termijn beschikbaar worden gehouden. Deze zeer tijdelijke „oppot ting" mag per se niet door geldschepping worden gecompenseerd. Veel gevaar voor de werkgelegenheid schuilt er overigens in deze liquiditeiten niet, omdat zij gro tendeels bestemd zijn om in het buiten land te worden besteed en derhalve van meer belang zijn voor de betalingsbalans dan voor de actuele werkgelegenheids situatie. Alleen in het extreme geval, waarin een duurzame, hardnekkige op potting van liquiditeiten aan de dag zou treden, zou het geoorloofd zijn, tot op zekere hoogte compenserende maatrege len met nieuw gecreëerd geld te finan cieren. Slechts Indien de Nederlandse over heid in 1953 deze beginselen in acht weet te nemen en derhalve slechts compense rend optreedt met In beginsel niet in flatoire financieringsmiddelen en tege lijkertijd de bestrijding van structuur werkloosheid (net kracht voortzet door een effectief industrialisatie- en emigra tiebeleid en eventuele specifieke maat regelen voor bepaalde bedrijfstakken en gebieden, zal aan het einde van het thans begonnen jaar kunnen worden getuigd, dat Nederland binnen de grenzen van zijn krachten al het mogelijke heeft ge daan om zowel voor 't bctalingsbalanspro- bleem als voor het werkgelegenheids vraagstuk de meest bevredigende oplos sing te vinden. Met door zijn toegeven de Gaullisten in de gelegenheid te hebben gesteld na genoeg unaniem voor de kabinetsforma teur te stemmen, hebben zowel Mayer als sommige groepen uit de meerderheid enigszins het gevoel, het paard van Troye te hebben binnen gehaald. Wel ia het grote feit bereikt, dat de Gaullisten ten aanzien van hun leider De Gaulle tot zelf standigheid zijn gebracht om een meer realistische politiek te volgen in plaats van de negatieve, die De Gaulle voor staat. Het schijnt, dat nu vooral generaal Konig de leiding van de groep zal nemen. Intussen ligt het grote belang van deze gedenkwaardige parlementaire dag in het enige punt van gedachtenwisseling: het standpunt, dat de nieuwe regering in gaat nemen inzake de ratificatie der Europese defensie-gemeenschap en waarbij Mayer de Gaullisten ontzaglijk grote genoegdoe ningen heeft kunnen geven inzake het standpunt, dat Frankijk zijn leger niet moet integreren in een Europees leger, doch voor zijn leger het nationale karak ter moet behouden door een federatieve organisatie der gemeenschappelijke ver dediging. 0e Gaullist Chaban Delmas stelde de pertinente vraag, of Frankrijk meester zou blijven over zijn leger. Werd op dit punt geen duidelijke verzekering verkregen, dan viel op de Gaullisten niet te rekenen. Na nieuwe onderhandelingen tussen Gaul listen en de kabinetsformateur gaf Mayer in zjjn repliek de verzekering, dat kamer cn commissies de ratificatie zouden kun nen onderzoeken in loyale studie, over eenkomstig de wettige nationale aanspra ken. En met nadruk voegde hij hieraan toe, dat de regering inmiddels niet zou stilzitten, onderhandelingen zou voeren voor de aan te hechten protocollen, „ten einde de integriteit van het nationale leger te handhaven", en dat de ratificatie eerst een beslissing zou vragen als de onder handelingen beëindigd zijn. Bovendien zouden de kamerleden in geweten kunnen oordelen. Dit laatste werd opgevat als een toezegging, dat de regering niet de ver trouwenskwestie op de ratificatie zou Tegen de 53-jarige agent-commissaris H. B. uit Amsterdam heeft de Officier van Justitie bij de rechtbank te Amster* dam gisteren terzake van verduiste ring in dienstbetrekking zes maanden ge vangenisstraf geëist. B. was ten laste ge legd, dat hij in het tijdvak Maart 1951 Mei 1952 6.612,94 had verduisterd, ten nadele van een groothandel in vis te Vlaardingen. Verdachte erkende de fei ten, doch zeide, dat hij de gelden, die hij bij cliënten had geïnd had gebruikt, om dat hij van de provisie van 5 procent niet in zijn levensonderhoud kon voor zien. Nadat de rechtbank In raadkamer waS geweest, deelde de president mede, da1 van het aanvankelijke voornemen om verdachte in hechtenis te nemen was af gezien, omdat de verdachte nog nimmer met de strafrechter in aanraking is ge weest en het feit reeds geruime tijd ge leden is gepleegd. De raadsman verzocht een uiterste cle mentie te betrachten. Op 20 Januari zal de rechtbank uitspraak doen. (Van onze correspondent) Twee jaar gevangenisstraf werd Dins dag door de officier van Justitie bij de Utrechtse rechtbank geëist tegen de 43- jarige Bussummer J. K„ die zich schuldig had gemaakt aan een poging tot beroving; K. was na zijn repatriëring uit Indonesië waar hij een goede functie had, in finan ciële moeilijkheden geraakt. Om deze të overwinnen kocht hij een revolver en be gaf zich in November 1952 naar dë Utrechtse automarkt, waar hij voorga' een auto van f 2200.te willen kopen' Een Eindhovenaar voelde iets voor dit aanbod en bood een auto aan. De Bus summer wilde, alvorens te beslissen, een proefrit maken. Tijdens de proefrit greep hij zijn revolver en begon op de ander te vuren. Hij schoot echter mis en raaktë zijn revolver in een worsteling met de aangerande kwijt. De Eindhovenaar sloeg na dit gevecht op de vlucht; de Bussum mer werd met behulp van politiehonden opgespoord. De uitspraak werd bepaald op 20 Januari. De nieuwe Nederlandse hoge commis saris in Indonesië, mr W. F. L. graaf van Bylandt, is Dinsdagmiddag in Djakarta aangekomen, waar hjj werd opgewacht door vele autoriteiten. Graaf van Bjr' landt deelde aan de pers mede, dat hö thans na zes jaar weer in Indonesië iS' Hjj zeide met belangstelling de opbou^' van het land te willen meemaken, even als hij op zjjn vorige post de opbouw van Italië sinds 1947 mocht beleven. Hü zeide. dat zijn eerste taak is de behartiging van de Nederlandse belangen en voegde hieraan toe, dat het in het belang vaP Nederland is, dat het Indonesië goed gaat. firma in het geheel niets te makel1 Voor de Arnhemse rechtbank stonden gisteren terecht, de opkopers H, de R. uit Babbcrich en J. M. uit Eist, wegens heling van kleinspoorrails. De Officier van Justitie eiste tegen de eerste vier maanden gevangenisstraf, en tegen de tweede een boete van 750 gul den, subs, drie maanden gevangenisstraf. De rails waren 't eigendom van 'n aan- neemmaat.schappij en lagen sinds de be vrijding te Didam opgeslagen. Een persoon die in deze zaak steeds wordt gezien als de „mysterie-man" kwam in contact met De R. en liet deze de rails uit Didam weg halen en (nota bene) per trailers van de Gelderse Tramwegen vervoeren naar M. te Eist. Daar werden ze van de onbekende gekocht, 33 ton, voor acht cent per kilo. De onbekende had voorgegeven te han delen als onderaannemer van de fa. B. uit Ede, later bleek echter dat de man met deze had. Aanvankelijk werd De R. aangezien vooi de man, die deze diefstal had georgani seerd; aangenomen werd, dat de onbeken de alleen in zijn verbeelding bestond' maar vervoerders van de rails en ander"; getuigen bleken contact te hebben gehad met iemand in een Volkswagen met eeP kaal hoofd en een donkere bril op, klaar blijkelijk „de-man-op-de-achtergrond". De 3975 kilo rails, die te Amsterdam W beslag werden genomen, waren daar door verkocht voor 20 cents per kilo. De Officier van Justitie vond dat de beide opkopers zich hadden moeten afvra gen, of deze zaak wel „safe" was. Voora' M., hij kocht immers tegen acht cents pë' kilo in en verkocht tegen 20 cents wat e< op wijst, dat hij tegen abnormaal lage prijs had ingekocht. Uitspraak over 14 dagen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 4