Nederland eensgezind aanval m de Bezorgdheid over toekomstige investeringen Vraag kwam bijna geheel van de overheidssector Churchill op het Witte Huis „Economische integratie door de commissie-Brentano verwaarloosd" Aantal nieuwe orders verder gestegen iWanneer komt Jacob Jordaens huis" naar PUBLICATIEBLAD Rijksbemiddelaars beslisten Verdediging van West-Europa De Ad-Hoc-Assemblée te Straatsburg Nederlandse tentoon stelling in Metropolitan Museum EUROPESE GEMEENSCHAP Visserij geschil opgelost Sukarno sprak voor liet Indonesische parlement VRIJDAG 9 JANUARI 1953 PAGINA 4 IVestduitse industrie in November SPECIAAL VRAAG NAAR KAPITAALGOEDEREN BRUSSEL: Begrip voor Sinjorenwens VOOR KOLEN EN STAAL -« tmximm s PEC!ALE UIT G A V E NIEUWJAARSREDE K. V- K. TE 's-HERTOGENBOSCH „ZUIDERKRUIS" BRENGT EMIGRANTEN NAAR ZUID-AFRIKA Kapitaalmarkt in 't afgelopen jaar BANK VOOR NED. GEMEENTEN VERSTREKTE 446 MILLIOEN verdeling leningen naar ZOON VOND OUDERS BEDWELMD BRIL WERD NAGEBRACHT „100 Jaar Kromstaf' LAMBERT SIMON ONTWERPT AFFICHE Regie-opdacht voor Anton Sweers „JAN LELS"REDDE 190 SCHIPBREUKELINGEN De prae-constituerende Assemblee van de zes Westeuropese landen, ■welke op het ogenblik te Straatsburg vóórvergadert over een ontwerp- Europese grondwet van de commissie-von Brentano, heeft tot dusver weinig hoop gegeven, dat de door de heer von Brentano over dit ontwerp gefor muleerde vraagpunten het er vandaag bij de stemming door zullen halen. Hoorde de vergadering van W oensdag de fundamenteel afwijzende gaullistische critiek, welke beoogde de voorgestelde supra-nationale struc tuur in een confederale om te zetten, Donderdag stond de zitting in het tegen van een goed georganiseerde Nederlandse aanval op de eenzijdige po itieke inhoud van het ingediende ontwerp, dat als waardeloos moet worden beschouwd indien niet tegelijkertijd een concrete economische politiek wordt uitgestippeld en aanvaard. Unisono zijn mej. Marga Klompé en de heren Bruins Slot, Korthals. JNederhorst en Vixseboxse tegen deze fatale eenzijdigheid te velde getrokken Al bij al heeft geen enkele der 87 af gevaardigden zich in onverdeeld waarde rende termen over het ontwerp uitge sproken, met uitzondering uitsluitend en alleen van de Belgische C.V.P.-afgevaar- digde, de heer De Wigny, die zich een ▼oorstander betoonde op grond van de zelfde realiteit, welke de overige leden Juist reden voor hun critiek aanvoerden. De heer Bruins Slot (A.B.) opende in de morgenuren 't Nederlandse vuur. „Wil Europa iets betekenen, dan moet een ein de komen aan de economische balkani sering", zei hij. De noodzaak van een eco nomische integratie moet volgens hem de krachtbron van een federatie zijn. In de voorstellen der commissie had men ech ter te weinig aandacht aan het economi sche vraagstuk geschonken. Voorts ver zette dr Bruins Slot zich sterk tegen het voornemen om een Europese kamer van afgevaardigden te doen samenstellen door rechtstreekse verkiezingen. Europa is, vol gens hem, nu eenmaal niet te vergelijken met Amerika. Het bestaat uit nationale staten, culturen en karakters. Denkt men die weg, dan blijft slechts een vaag beeld over. Daarom moet een zeer sterk federaal karakter in het statuut worden gelegd. Weliswaar moeten de nationale regeringen in het plan worden betrokken, doch hoofdspeler moet de federale autoriteit zijn, die zo federaal mogelijk moet wor den gehouden. Spreker verzette zich dan ook tegen het plaatsen van een raad van nationale ministers in de uitvoerende raad. De nationale ministers moeten vol gens hem een controlerende functie blij ven uitoefenen. De heer Korthals (V.V.D.) zei in de mid dag-vergadering kort en goedWat de grondwet-commissie heeft voorgesteld, blijft ver beneden de maat der verwach tingen. Wij vinden er niets concreets in ter bevordering van een vrfl handels- en personen-verkeer. Men kan niet volstaan met deze maat regelen neer te leggen in een protocol, dat in de nationale parlementen geen kans maakt te worden goedgekeurd. Deze laatste opmerking konden de Fran se gedelegeerden zich aantrekken. In Ne derland, aldus de heer Korthals, heeft men aanvankelijk zeer aarzelend gestaan te genover het E.D.G.-verdrag, doch thans dringt het parlement zelf op spoedige be handeling aan. In Frankrijk echter gaat het juist andersom. Daar lanceert men de idee, en achteraf gaat men het opnieuw in discussie stellen. Ook mej. Klompé (K.V.P.) mengde zich in het Nederlandse koor van voorstanders van een brede, ook het economische ter rein omvattende, integratie. Het beginsel moest daarbij volgens haar zijn, dat vele taken aan lagere gemeenschappen en aan het particuliere initiatief moesten worden overgelaten, daar anders de Europese ge meenschap het gevaar van dirigisme met zich zou brengen. De gemeenschap zou volgens haar het recht moeten hebben initiatief te nemen tot de vorming van doelgemeenschappen in de geest van het Schumanplan. Mej. Klompé uitte de mening, dat elke nieuwe overdracht van souverein'e rechten aan de ratificatie van de nationale parlementen zou moeten worden onderworpen. Wat de voorgestelde Europese organen betreft, was zij voorzichtig en zeide, dat de raad der nationale ministers voorlopig niet ge mist zou kunnen worden. In het stadium van groei der Europese gemeenschap, moesten de nationale regeringen het recht houden om in het belang van hun eigen 'economie, zekere veto-rechten uit te oefenen. Mej. Klompé had er niettemin echter bezwaar tegen, dat de ministerraad was verbonden aan het uitvoerend orgaan der gemeenschap. De ministers moesten volgens haar een apart orgaan van tijde lijk karakter vormen, dat geleidelijk aan zijn functies aan de Europese senaat zou moeten afstaan. De heer Nederhorst (PvdA) zag even min veel voortgang in economisch op zicht. Waar het op aan komt is, of we willen erkennen, dat we niet alleen een nationale verantwoordelijkheid hebben voor het behoud van onze levensstan daard, doch ook een Europese. Daarom moet minstens de eerste stap naar een ruimere Europese markt worden gezet, hetzij door verdere vrijmaking van de handel of door verlaging van invoer rechten, aldus deze Nederlandse woord voerder. De conclusies moeten, zo vervolgde hij, dan ook de uitspraak bevatten, dat men bereid is een gemeenschappelijke markt als doel te aanvaarden en dat men wil werken in de richting van een tolunie. Voorts moet volgens de heer Nederhorst een gelijkgerichte economische, sociale en monetaire politiek worden gevraagd, zon der welke een tolunie niet mogelijk zou zijn. „Wij moeten de voorwaarden schep pen voor de aansluiting van Engeland en Scandinavië door aan onze economische politiek dezelfde richting te geven als deze landen en door nadruk te leggen op werkgelegenheid, verhoging van levens peil en monetaire stabiliteit". Een politiek gezag, waarin men het niet eens is over de richting van de economische politiek, is een facade, aldus de heer Nederhorst en het voorgestelde economische protocol was volgens hem niet meer dan een pla tonische liefdesverklaring. Tenslotte heeft ook de heer Vixseboxse (C.H.U.) de vorming van een eenheids- markt en een tolunie in Europa de eerste voorwaarde voor de stichting van een ge meenschap genoemd. „Geen Nederlandse regering zal haar eigen moeizame economische herstel in de waagschaal stellen, wanneer er geen behoorlijke garantie is voor een werke lijke economische integratie", aldus de heer Vixseboxse. De heer Vixseboxse zeide, pessimistisch, dat men nog zal moeten afwachten of de kolen- en staalgemeenschap zal slagen. Wanneer dit niet het geval is, dan heb ik een zwaar hoofd in elke verdere integra tie, zo zeide hij. Bljjkens een mededeling van het West- duitse ministerie van economische zaken heeft de stijging van de vraag naar in dustrieproducten in West-Duitsland in November j.l. over het algemeen aange houden. Het indexcijfer van het volume der nieuwe orders, dat gebaseerd is op het gemiddelde van 1949 is 100, steeg van 166 in October tot 170, waarmede de hoogste stand van het afgelopen jaar werd be- (Van onze correspondent) BRUSSEL, Donderdag DE STAD ANTWERPEN, die veel eerbied koestert voor haar grote zonen en belangrijke bedragen heeft uitgegeven om bijvoorbeeld de patriciërswoning van Peter Paul Ru bens in haar oorspronkelijke staat te restaureren, heeft dat ook met de woningen van verschillende andere beroemde mannen van de Schelde- stad gedaan. Een van hen is Jacob Jordaens, de schilder van zoveel grandioze tafe relen, die voornamelijk op „la joie de vivre" zijn afgestemd. Wie, bij voorbeeld, kent niet zijn meester werk „De koning drinkt" Deze reus van de Antwerpse schil derschool werd op 19 Mei 1593 in de Sinjorenstad geboren, en wel in het huis „Het Paradijs" aan de Hoogstraat, om zo te zeggen in de schaduw van de Onze Lieve Vrouwkerk wier ragfijne gothi- sche toren tot de meest bezienswaardige mo numenten van Europa behoort. Het zich op nummer dertien van genoemde straat bevindend ge boortehuis van de schilder, had in de loop der eeuwen niet al te grote ver nielingen ondergaan. En de piëteit van de „Sinjoor" voor zijn grote mannen, heeft er toe geleid, dat ook deze woning werd gerestaureerd, met het doel er een Jordaens-mu- seum van te maken. Niet alleen werd Jordaens in „Het Paradijs" geboren, maar hij is er, vijf en tachtig jaar later, op 18 October 1678, ook gestorven. Nagenoeg tege lijkertijd overleed daar eveneens zijn dochter. Beiden stierven tengevolge van de zogenaamde „polderkoorts". Zijn vrouw was KathaTina van Noort, dochter van de bekende schilder Adam van Noort, die tot de intieme vrienden van Rubens behoorde. Ook Van Noort overleed in het hui3 in de Hoogstraat. Tijdens zijn loopbaan, verliet Jor daens zijn geboortestad alléén om in Nederland opdrachten te gaan uit voeren. Zo zouden onder meer de plafondschilderingen in het ko ninklijk paleis op de Dam te Amster dam van zijn hand zijn. Zijn verblijf in Nederland had ech ter tot gevolg, dat de schilder, die in de Antwerpse Onze Lieve Vrouwkerk katholiek was gedoopt en daar ook in het huwelijk was getreden, op zes tigjarige leeftijd tot het calvinisme overging. Dit bracht mede, dat hij na zijn dood niet in de gewijde aarde van het kerkhof op de Groenplaats, waar zich thans h'et standbeeld van Rubens bevindt, kon worden begra ven. En nog minder in de Onze Lie ve Vrouwkerk, hetgeen in die tijd voor een katholiek van zijn impor tantie gewoonte was. Te Antwerpen waren in die jaren méér „geuzen". Daar zij niet op een katholiek kerkhof mochten worden begraven, werd voor hen op het Kiel een speciale begraafplaats ingericht; dit thans nog bestaande kerkhof had dan ook vroeger de naam „het geu- zenkerkhof'. Daar werden echter al leen maar onvermogende calvinisten ter aarde besteld. Welgestelde bur gers uit het Antwerpse, die de pro testantse godsdienst beleden, werden naar het even over de grens gelegen Nderlandse dorp Putte overgebracht. Dat geschiedde ook met het stoffe lijk overschot van Jordaens en van zijn vrouw en dochter. HET JAAR 1794 bracht voor „Geu- zenput", zoals het protestantse dorp toen in de volksmond werd genoemd, tal van rampen mede. Hor den uit Frankrijk, waar de revolutie in volle gang was, waren tot Putte doorgedrongen en er werd gemoord en gebrand. De protestantse kerk, waarin Jordaens lag begraven, werd zo zwaar gehavend, dat de grafzerk, die het gebeente van de schilder be dekte, in open lucht kwam te lig gen. Op deze in drie stukken gebro ken steen kon. men toch nog duidelijk dit diep er in gebeiteld opschrift le zen: „Hier leet begraven Jacques Jor daens, geboren binnen Antwerpen, ende deerbare Catherina van Noort, sijn huijsvrouwe, ende Juff Elisabeth Jordaens, haere doch ter". Deze grafsteen, die in 1829 door de Ant werpse koopman Frans Pauwaert werd terug gevonden, genoot in 1845 de belangstelling van koning Willem II van Nederland, die er een hekje omheen liet zetten. Het graf zelf was ongeschonden ge- In 1877, naar aanleiding van de feesten rond de drie- verjaring van Ru- bleven, de honderdste bens' geboorte, werd in opdracht van een BelgischNederlandse commissie een monumerft op Jordaens' graf op gericht, bekroond met diens door Jef Lambeaux vervaardigd borstbeeld. Tevoren waren besprekingen ge voerd tussen de gemeentebesturen van Antwerpen en van Putte. Het be stuur van de Scheldestad wilde berei ken, dat Jordaens" gebeente naar zijn geboorteplaats zou worden overge bracht. De toenmalige burgemeester der Nederlandse gemeente was daar evenwel niet voor te vinden. Hij sprak over mogelijke „tribulatiën" en beweerde, dat h'et gebeente van de schilder met dat van andere skelet ten zou vermengd zijn. De Antwer penaren waren het hier niet mede eens, daar de graven intact waren ge bleven. Er was echter niets aan te doen. Het was en bleef: neen! Toch hebben de „Sinj oren" nog niet alle hoop opgegeven. Niet zo heel lang geleden, toen de restaura tie van Jordaens' geboortehuis werd aangekondigd, hield de pers zich met dit geval bezig. En zo konden wij daar titels lezen als: „Jacob Jordaens nog steeds verbannen„Waarom moet een rasecht Antwerpenaar in ballingschap rusten?„Zal zijn gebeente uit ballingschap weerke ren?" Een blad suggereerde, dat het stof felijk overschot van de schilder zou worden overgebracht naar het voor- pleintje van de protestantse kerk in de Lange Winkelstraat te Antwerpen. Doch de meesten zijn voor bijzetting op de binnenplaats van „Het Para dijs", het gerestaureerd geboortehuis van de meester. Het is zeker, dat de terugkeer van de „verbannen" zoon de Antwerpe naren zeer dankbaar zou stemmen. Wij vragen ons af, of een nieuw initiatief in dezen niet op de weg ligt van de in de Scheldestad gevestigde Nederlands—Belgische Vereniging, die al zo veel goeds heeft gedaan op het gebied van een steeds betere sa menwerking en vriendschap tussen de beide landen. reikt. Het ordervolume was in November j.l. 1,5 pet groter dan in dezelfde maand van 1951. De toeneming van h'et volume der nieu we orders was in belangrijke mate het resultaat van een stijging van de vraag naar kapitaalgoederen. Het indexcijfer van het volume der door de industrie van kapitaalgoederen ontvangen orders (1949 100) steeg in November met 8 pet tot 207. De stijging strekte zich uit tot alle belangrijke takken van deze industrie, met uitzondering vatn de staalconstructiebe drijven, de industrie van precisie- en op tische werktuigen en de industrie van metaalwaren. Het indexcijfer van het ordervolume der grondstoffenindustrie steeg met 3 pet tot 150. De in November gebruikelijke vermindering van de vraag naar bouw materialen werd meer dan goedgemaakt door een toeneming van de vraag naar cellulose, papier, chemische grondstoffen en staal. De industrie van verbruiksgoederen ontving in November minder orders dan in October. Het indexcijfer van het order volume daalde met 2 pet tot 166. De vraag naar textielgoederen verminderde met 1 pet, doch de vraag naar schoenen en le derwaren steeg in grotere mate dan ge woonlijk in de maand November het ge val is. De directeur van de Dienst voor Schone Kunsten, mr L. J. F. Wijsenbeek, zal 26 Januari voor de tweede maal binnen korte tijd naar Amerika vertrekken. Ditmaal staat zijn reis in direct verband met een speciale tentoonstelling, welke in het Metropolitan Museum in New York zal worden gehouden ter gelegenheid van het feit, dat het driehonderd jaar geleden is, dat aan Nieuw-Amsterdam stadsrechten werden verleend. Het bijzondere van deze expositie is, dat zij vrijwel geheel in het Haagse gemeentemuseum wordt samenge steld en daarna pas naar New-York wordt overgebracht. De officiële opening, waarbij de heer Wijsenbeek tegenwoordig zal zijn, is bepaald op 2 Februari. VAN DE Gsrvti-icet*a re ie xembv *c UITGAVE IN DE NEDERLANDSE TAAL JAARGANG no, TEKSTEN VAN DE BESCHIKKINGEN e, 1, u VE« o o o AUTORITEIT 1) E H O 8KÏ*muNt>E IH V E KEFFING. BfcDOELÖ IN 36 VAN MET VERDRAG INHOUD HOGE AUTORITEIT fl" chikkïng N' 2—32 ven 73 December 1937 Imudoide de mjre van vaxtslvtlmg en inning van de heffingen bedbtdd in ie nrtxketen 49 en 39 enn het Verdrag ttefvhikktug N' 3—3I van 23 December 1337 met betrekking tot het - bedrag en ie tetfte v-ait t(Xtpaesing van ie t» ie arti kelen 19 tn 30 van het Verdrag bi- doetde heffingen Buthikkiuf ti' 152 van 23 December 1932 met betrekking tot de t«*i«g wro ie heffingen bU bedoeld tn de artikelen 48 «ft Si uon het Verdrag tijdens het boek jaar 1832—33 Voor de eerste maal in de geschiedenis van Europa is er een officieel document uitgegeven, dat gelijkelijk geldt voor zes landen. Het is de eerste uitgave van het Officiële Blad van de Europese Kolen- en Staalgemeenschap Betreffende Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland. De publicatie werd in vier talen uitgegeven, n.l. in het Frans, Italiaans, Duits en Nederlands. Het blad werd gedateerd 30 December 1952, en bevat zowel juridische artikelen als algemene inlichtingen. Hierboven de Nederlandse uitgave. In zjjn nieuwjaarsrede heeft de voor zitter van de Kamer van Koophandel cn Fabrieken voor 's Hertogenbosch en om streken, dr G. J. M. De Gruyter, zich gisteren uitvoerig bezig gehouden met het vraagstuk van de werkgelegenheid. Zoals de zaken zich thans laten aanzien, zijn het de investeringen, die de „bottle-neck" vormen, aldus dr De Gruyter en aan de hand van de cijfers over gerealiseerde in vesteringen en in de toekomst noodzake lijke investeringen komt hij tot de con clusie, dat de toekomstige investeringen in ernstige mate achter zullen blijven bij wat noodzakelijk moet worden geacht. Een andere conclusie is, dat de vervan- SBinglsinvestermgen eerder tot realisatie komen dan de nieuwe investeringen. Het zijn dus voornamelijk deze laatste, die achter blijven. Hier ligt dus het pro bleem, waarmede de industrialisatie staat of valt. Deskundigen van alle zijden heb ben de laatste tijd gepleit voor belasting verlaging ter bevordering van de investe ringen. Spreker heeft slechts één uitlating aan getroffen, dat het huidige belastingpeil niet onredelijk of onnodig hoog zou zijn. Deze uitlating is van minister Van de Kieft. In h'et district van de kamer was in het afgelopen jaar een opleving van de bedrijvigheid te constateren. De situatie in de textielindustrie was over het alge meen onbevredigend. De verwachtingen voor 1953 zijn onzeker. Toch wordt enige opleving verwacht. De confeetie-industrie is niet pessimistisch. In de sigarenindus- trie is enige opleving gekomen vooral door de accijnsverlaging. De export schijnt af te stuiten op importrestricties van an dere landen. Voor de schoenindustrie is 1952 niet on gunstig geweest. De export kon verder worden uitgebreid. Er wordt ook geëxpor teerd naar de V. S. De lederexport wordt door invoerrestricties en verhoogde in voerrechten in Duitsland belemmerd. De „Zuiderkruis" is gisteren met 609 emigranten uit Amsterdam naar de Unie van Zuid-Afrika vertrokken. De „Zuider kruis" is het eerste van zes emigranten schepen, welke dit jaar naar verwacht wordt een record aantal emigranten naar Zuid-Afrika zullen brengen. Onder de passagiers bevinden zich 250 mannen, 197. vrouwen en 162 kinderen. De meest uiteenlopende beroepen zijn vertegenwoordigd. Zo zijn er 44 bouw vakarbeiders, 30 administratief geschool de emigranten, een groot aantal bank werkers en draaiers, terwijl ook een aan tal verpleegsters de reis zal meemaken. Deze verpleegsters behoeven in Zuid- Afrika geen her-examen af te leggen, De Nederlandse verpleegstersdiploma's worden namelijk zonder meer in de Unie erkend. De Zuid-Afrikaanse emigratie-attaché, de heer G. L. Dickerson, was aanwezig bij het vertrek van de „Zuiderkruis", aan boord waarvan zich ook nog bevond pater Th. Derks O.F.M. als aalmoezenier. Hfl keert met hetzelfde schip terug. Omtrent de onderhands aan de kapi taalmarkt ten behoeve van de lagere overheid onttrokken middelen zijn thans n°g geen volledige jaargegevens bekend, aldus lezen wij in de „Mededelingen" van de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten. Wel is het reeds mogelijk voorlopige totaal cijfers voor de door de bank aan vaste leningen in 1952 verstrekte kapitalen te vermelden. De aldus uitgeleende bedra gen zijn dus zowel onderhands als uit pu blieke emissies verkregen. Het totaal bedrag van de door de bank jn 1952 op lange termijn uitgeleende bedragen be loopt ca. 446 millioen. Een overzicht van de verdeling van dit bedrag aan vaste leningen die door de Bank voor Ned. Gemeenten in 1952 ver strekt werden over de verschillende ge- meentegroepen en van de bestemming der aangegane leningen wordt hieronder gegeven. INWONERTAL DEK GEMEENTEN Gemeenten met: 100.000 en meer inwoners f 02.400.000 50.000—100.000 62.000.000 20.000—50.000 80.800.000 10.000—20.000 71.200.000 minder dan 10.000 137.400.000 Andere publ. rechterl.- of semi-publi. rechterl. lichamen 2.400.000 VRAAG NAAR NIEUW GELD. Overheid Particulieren pet pet Jaar Totaal 1946 2091 1947 254 1948 891 1949 124 1950 765 1951 825 1952 857 1954 99 268 7 630 461 767 (93) (39) (30) 6) (82) (56) (90) genoemde 137 155 623 117 135 364 90 7) (61) (70) (94) (18) (44) (10) opmerkelijke Totaal 446.200.000 VERDELING LENINGEN NAAK DOELEINDEN Woningbouw -378.100.000 Aanleg en verbetering wegen, straatverlichting, riolering havens ed. 25.800.000 Scholenbouw-, verbouw en inventaris 24.900.000 Brandweermateriaal en bouw brandweergarages 1-200.000 Gasvoorziening 2.400.000 Waterleiding 1.500.000 Bouw en verbouw gemeen tehuizen 1.400.000 Materiaal reinigingsdienst .300.000 Aanleg, uitbreiding begraaf plaatsen 400.000 Diverse andere kapitaal voorzieningen 10.200.000 446.200.000 In 1952 werden voorts door de Bank voor Ned. Gemeenten leningen met ge meenten e.a. aangegaan, welke in 1953 zullen worden verstrekt tot een be drag van ca. 93 millioen. Hiervan is ca. 74 millioen bestemd voor de wo ningbouw. Aan het begin van het jaar hadden de gemeenten e.a. op korte termijn dus in rekening courant of als kasgeld bij de bank opgenomen ca. 455 millioen. Op 1 December j.l. was hiervan afgelost ca. 366 millioen en door de gemeenten e.a. op korte termijn meer de bank belegd dan aan het begin van het jaar ca. 225 millioen. Bij een analyse van de activiteit van de open kapitaalmarkt, wordt door de Bank voor Ned. Gemeenten geconstateerd, dat de overheidssector in 1952 een belangrijk groter bedrag tot zich heeft getrokken dan in 1951 en dat dit bedrag niet min der dan 90 pet van het totaal van de geëmitteerde bedragen omvat. Onderstaand staatje geeft van de ver deling van de vraag naar nieuw geld over de overheidssector en de particuliere sec tor een overzicht (in 1 millioen). (Van onze correspondent) In de nacht van Woensdag op Donder dag heeft de zoon van de heer en mevr. van der L. te Tilburg, die laat thuis kwam in de woning aan de Broekhoven- seweg. zijn ouders, die beiden 78 jaar oud zijn, bewusteloos op bed gevonden. Het bleek, dat de beide mensen door gas bedwelmd waren. In allerijl moes ten ze naar het St. Elisabeth-ziekenhuis te Tilburg worden overgebracht. Het levensgevaar is inmiddels gewe ken. Premier Churchill vloog gisteren met het toestel van de Amerikaanse president van New York naar Washington om een bezoek te brengen aan zijn „oude vriend" president Truman, „met wie ik de laatste jaren veel heb samengewerkt, als eerste minister of niet". Toen Churchill bij het Witte Huis arri veerde, in gezelschap van de Britse am bassadeur Makins, kwam president Tru man naar buiten. Onder de toeschouwers bevonden zich ook de demonstranten voor een begenadiging van het atoomspionnen- echtpaar Rosenberg, die daar nu reeds dagenlang de wacht houden. Truman en Churchill poseerden glim lachend voor de fotografen, waarbij Tru man opmerkte: ',We kunnen elkaar be ter een hand geven, want ze willen weten of we nog vrienden zijn". Twintig minuten na aankomst van de Britse premier kwam een Rolls Royce van de Britse ambassade ijlings voorrij den voor het Witte Huis om een heel klein pakketje af te geven, dat haastig door een reeds wachtende negerbedien de werd aangenomen: Churchill had zijn bril vergeten! Het onderhoud duurde 80 minuten, en werd o.m. door de ministers Acheson en Snyder bijgewoond. Na afloop werd wederom voor de fotografen geposeerd. Dit keer schudden beide staatslieden el kander de hand en Churchill zei: „We hebben dit vaak gedaan en we zuilen het nog vaak weer doen". „Ik hoop het zeer", antwoordde Truman. Churchill wilde over het besprokene niets sub- stantiëlers meedelen, dan dat het onder houd zeer plezierig was geweest. 's Avonds dineerde Truman als gast van de Britse premier op de Britse am bassade. Heden vertrekt Churchill voor een vacantie van 14 dagen naar Jamaica. Het hierboven Percentage van 90 pet geeft uitsluitend de activiteit wear van de lagere publiek rechtelijke lichamen; in het bijzonder de gemeenten. Dit percentage benadert dat van 1946 nl. 93 pet. Er is echter een be langrijk verschil. In 1946 kwam dit per centage bijna geheel voor rekening van het Rjjk, terwijl in 1952 het Rijk in het geheel geen beroep voor nieuw geld op de open kapitaalmarkt deed. Van de gemeentelijke emissie-activiteit kan 'het volgende totaal-beeld worden op gesteld. GEMEENTELIJKE emissie activiteit Rechtstreeks door gemeenten geëmitteerd Geëmitteerd met behulp van speciaal daartoe door ge meenten gecreëerde licha men Uitgegeven obligatieleningen door Bank voor Ned. Ge meenten Door provincies t.b.v. ge meenten geëmitteerd 500.8 min. 15.9 189.3 22.3 Het totale beroep van ge meenten op de open ka pitaalmarkt beliep der halve 728.3 min. Ten behoeve van andere lagere pu bliekrechtelijke lichamen en de public utilities werd nog aanvaard door: Provincies 2.2 min. Electriciteitsbedrijven 27.5 Unie van Waterschapsbonden 9.2 Totaal 38,9 min. Over de periode 1946 t.m. 1952 is in totaal dus z°wel door de overheidssec tor als door de particuliere sector ge ëmitteerd een bedrag Van 5807 millioen aan nieuw geld. Hiervan kwam voor re kening van de overheid een bedrag van 4X86 min., hetgeen betekent, dat door de particuliere sector in de afgelopen jaren voor rond 1621 millioen werd geëmit teerd aan nieuw geld. Na een kleine, besloten prijsvraag heeft het directorium van de Stichting 1853-1953 de schilder Lambert Simon opgedragen 'n algemeen affiche te ontwerpen voor de grote feestelijkheden, welke in Mei van dit jaar ter gelegenheid van „100 Jaar Kromstaf" te Utrecht zullen worden ge organiseerd. Deze affiche zal op grote schaal in het gehele land worden ver spreid. Voorts heeft het directorium van de Stichting 1853 - 1953 de heer Anton Sweers uit Bussum opdracht gegeven de regie op zich te nemen van de beide grote plechtigheden, welke tijdens de viering zullen worden gehouden. Zoals men zich zal herinneren betreft dit de grote mani festatie op Hemelvaartsdag (14 Mei), tij dens welke de katholieken speciaal hun Nederlanderschap zullen belijden, en de plechtige slotbijeenkomst (Zondag 17 Mei). Tijdens deze bijeenkomst zal het Hoog- waarig Episcopaat het huldeblijk worden aangeboden, waarvoor thans op zo suc cesvolle wijze via de K- R- O. een inza melingsactie wordt gevoerd. De in Hoek van Holland gestation- neei'de reddingboot „President Jan Leis" moest in 1952 ten gevolgevan slechte weersomstandigheden 26 keer uitvaren om in nood verkerende schepen hulp te verlenen. Niet minder dan 190 mensen werden door het moedige op treden van de bemanning gered. Het College van Rüksbemiddelaars heeft gisteren een bindende regeling vastgelegd van de loon- en arbeidsvoor waarden voor de bemanningen van de trawlloggers. Het college heeft niet te rugwerkende kracht tot 1 Januari 1953 het garantieloon bepaald op 50 en een afrekeningsperiode van vier Weken. De betaling van vacaiitietoeslag zullen de DE laatste weken brachten aan allen, die de grote betekenis begrijpen van de verdediging van West- Europa, een slechte en een goede tijding. De slechte tijding is, dat de veertien lan den der Atlantische Gemeenschap in het nieuwe jaar voor hun defensie zullen be steden iets meer dan de helft van de som, die generaal Ridgway voor zijn mi litair bouwprogramma 1953 had ge vraagd. Genoemde generaal verklaarde, dat er geen enkel excuus is om onze de fensie-inspanning te matigen. De eisen voor de verdediging der Atlantische ruimte zijn destijds zo laag mogelijk ge steld, maar zelfs aan deze minimum eisen is nog steeds niet voldaan. Hij noemde het standpunt, dat de vij and (bedoeld is ons bevriend? medelid van de Ver. Naties, de Sovjet-Unie) geen oorlog wil voeren, volkomen ongerecht vaardigd. En Eisenhower zeide na zijn terugkeer uit Korea: „Wij staan tegen over een vijand op wie wij niet kunnen hopen indruk te maken door woorden, hoe welsprekend ook, maar alleen door daden, uitgevoerd onder omstandighe den door ons uitgekozen". De ministers in Parijs vergaderd, met delegaties, die naar wij lazen aan adviseurs, secreta ressen en adjunct-secretaressen ongeveer duizend personen telden, maken, niette genstaande de uitdrukkelijke waarschu wing van Amerikaanse zijde, uit dat het oorlogsgevaar is verminderd. Waaruit dat blijkt wordt niet medegedeeld. Vroeger deelde men aan de wereld mede, dat de Atlant. Organisatie sterk moest zijn vóór men onderhandelingen met Rusland kon beginnen. Stalin schijnt nu te willen onderhandelen en nu gaat men in de voorbereiding van de verdedi ging op angstwekkende wijze verslap pen. Stalin houdt zijnerzijds 175 divisies paraat met een geweldig aantal vlieg tuigen en met een zich steeds uitbrei dende industrie en een groot getal duik boten. De geallieerden gingen vroeger van de berekening uit dat zij in 1955 vol doende sterk zouden zijn, waarbij men dan nog veronderstelde dat Duitsland zou deelnemen aan de Eur. Def. Gemeen schap. Deze deelneming is nog uiterst onzeker cn als daartoe wel besloten zou worden, moet er nog minstens een jaar verlopen voor een Duits leger gereed kan zijn. Daarbij blijft Engeland in zijn weigering volharden om deel uit te ma ken van de E.D.G. Het heet dat het dit niet kan doen met het oog op zijn lei derschap van de Commonwealth en vol gens een verklaring van de pas afgetre den minister Schuman is het nog on zeker, dat Engeland een bepaald aantal divisies en luchtmachteskaders op het continent zal laten en directe verbindin gen zal onderhouden met het commando van bedoelde E.D.G. Hoe men bij dergelijke onzekerheden en veranderingen een strategisch verde digingsplan kan opmaken, hetgeen vol gens de mededelingen van de minister president dr Drees zou zijn geschied, is ons een raadsel. Met Britse toezeggingen omtrent de verdediging van het continent past steeds voorzichtigheid en evenzeer met de argumenten die men in rustige ver zekerdheid aanvoert. Engelands leiding van de Commonwealth laat niet toe dat dit land toetreedt tot de Eur. Defensie Gemeenschap, zoals wij schreven. Als men de gedenkschriften van Churchill naleest, dan vindt men vermeld, dat in Juni 1940 er voor Engeland alles aan ge legen was, dat Frankrijk ha zijn zware nederlagen door de Duitsers toegebracht de oorlog zou voortzetten en dat daar voor de regering zo nodig naar Afrika moest uitwijken. De Engelse regering bood toen aan de Franse regering aan een onverbreekbare unie te sluiten in hun gemeenschappelijke verdediging te gen een systeem, dat de mensheid zou terugbrengen tot een leven van robots en slaven. De beide regeringen zouden verklaren dat Frankrijk en Groot-Brit- tannië niet langer zouden vormen twee naties, maar één Frans-Britse Unie. Iedere burger van Frankrijk zou onmid dellijk genieten het burgerschap van Groot-Brittanië en iedere Britse onder daan zou een burger van Frankrijk wor den. De constitutie van de Unie zou zorg dragen voor gemeenschappelijke organen van verdediging, buitenlandse, financiële en economische politiek. De Franse re gering was te slap om hierop in te gaan en de Unie kwam niet tot stand zoals men weet. Engelands leiderschap van de Com monwealth, die toen nog heel wat meer betekende dan nu, stond toen niet in de weg om militaire en andere zeer ver strekkende verplichtingen ten aanzien van Frankrijk op zich te nemen. Men verwijt nu aan de Ver. Staten, dat die niet genoeg rekening houden met de achteruitgang van Europa op economisch gebied en dat zij te hoge eisen stellen. Kenden de ministers van de Europese landen van de Atlantische Organisatie die toestand nog niet, toen zij in April in Lissabon de verplichtingen op zich namen die zij niet zijn nagekomen en verklaren ook verder niet te kunnen na komen? Het is zorgwekkend als men dit moet aannemen. IN ons artikel van 10 Dec. 1.1. verwezen wij naar een artikel van prof. Ger- retson in de Telegraaf van 11 October 1.1. en naar een motie van mr Schmal in September in Straatsburg voorgesteld en met algemene stemmen aangenomen, dat het nodig was van onze bondgenoten de garantie te vragen, dat alle bondge noten na een eventuele bezetting van hun grondgebied dit en hun overzeese bezit tingen geheel terug zullen krijgen. Bij het nazien van onze vroeger geschreven artikelen zagen wij, hetgeen w(j ons in December niet dadelijk herinnerden, dat wij in een artikel van 15 Maart 1948 bij een bespreking van het Verdrag van Brussel reeds op het eisen van zodanige garantie hebben aangedrongen. Wij we zen er toen op dat de regering verzuimd had deze garantie te bedingen ten aan zien van Ned.-Indië toen wij onze vloot opofferden om de nalatige Britten te hulp te komen. De regering toonde toen nog geen begrip ten aanzien van de trouw der bondgenoten. Nadien zijn er meer harde voorbeelden gekomen, die onze regering tot lering konden strek ken. Wij zullen hier niet opnieuw uit voerig verwijzen naar de onwaardige be handeling van koning Leopold d°or <ie Franse en de Britse regering, die hem valselijk beschuldigden, dat hij zich met zijn krachtig leger zonder waarschuwing van de bondgenoten zou hebben overge geven. Lord Keyes, de held van Zee- brugge in 1916, als liaison-officier aan de koning toegevoegd, heeft bedoelde be schuldiging met beslistheid ontzenuwd; maar Churchill heeft tot onze Pijnlijke verbazing in zün gedenkschriften nage laten de koning in zijn eer te herstellen. Een treffender voorbeeld biedt nog hetgeen Polen is overkomen. Op 25 Au gustus 1939 sloot de Britse regering een verdrag met Polen, waarbij beide mo gendheden elkaar in geval van agressie alle hulp en steun zouden verlenen waartoe zij in staat waren. Toen de waanzinnige fantast in Berlijn Polen aanviel, bood Engeland zeer weinig mi litaire hulp. Warschau werd door de krachtige Duitse luchtvloot gebombar deerd, maar 't verzoek van de Poolse rege ring aan Engeland gedaan om Berlijn te laten bombarderen en zo hulp te verle nen, werd door Lord Halifax afgeslagen. De Poolse regering had verzuimd te be dingen dat het land na afloop van de oorlog het gehele grondgebied zou terug krijgen. Met medewerking van Churchill werd Rusland, dat Polen in de rug de dolksteek had toegebracht, na de oorlog met een groot Pools grondgebied ver rijkt. Polen werd schadeloos gesteld met Duits gebied, dat het vroeg of laat toch weer zal moeten afstaan. De Amerikaanse ambassadeur Bliss Lane, die in Polen was benoemd, weiger de zijn post te aanvaarden toen hij van een en ander had kennis genomen. Hij gaf uiting aan zijn verontwaardiging ïn een boek: „I saw Poland betrayed" (Ik zag Polen verraden). Zullen de regeringen van de kleinere mogendheden, leden van de N.A.T.O., thans de lessen van het verleden ver staan of zal de geschiedenis daarvan weer een gesloten boek blijven? Over de goede tijding in de aanhef van ons artikel bedoeld, zullen wij een vol gende keer spreken. O. v. NISPEN TOT SEVENAER. overleg moetc partijen na onderling regelen. De beslissing is eerder gevallen ds algemeen werd verwacht. Het lag aar vankelijk in de bedoeling dat het Col lege van Rüksbemiddelaars eerst van daag de bindende regeling zou vaststei- len. De moeilijkheden tussen de reders en de vissers, die de trawlloggers moeten bemannen, waren, zoals wij gisteren reeds berichtten, voornamelijk gerezen ten aanzien van'de vaststelling van het garantieloon en de afreken-periode. De in de Unie-verkeer samenwerkende orga nisaties van werknemers in het trans portbedrijf (waaronder de vissgrij) wensten de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de sleepnetvisserij (trawlvisserij) aan te passen aan die voor de drijfnet visserij. Ten aanzien van het garantieloon en de afrekenperiode stemt, de beschikking van het College van Rijksbemiddelaars overeen met de verlangens van de vis sers. Zo spoedig mogelijk zal in de vis sersplaatsen met de aanmonstering van de bemanningen worden begonnen. President Sukarno heeft heden voor het Indonesische parlement een rede ge houden ter gelegenheid van de opening van het nieuwe zittingsjaar. Hierin gaf hij een uiteenzetting van de buiten- en binnenlandse politiek en belichtte uit voerig de economische problemen. In de rede werden geen actuele gebeurtenissen besproken. De openingszitting werd mede bijgwoond door vice-president Hat- ta, het gehele kabinet, de chef-staf van de landstrijdkrachten kolonel Sugeng en verschillende militaire commandanten, o.a. overste Warouw, kolonel Bambang Utojo en overste Sudirrnan. Over de verhouding met .Nederland zeide de president: „Er worden voor bereidingen getroffen voor een hervat ting van de onderhandelingen om de betrekkingen tussen Indonesië en Ne derland, die gebaseerd zijn op het Unie statuut, te vervangen door betrekkin gen op basis van een gewone interna tionale overeenkomst, teneinde die R. T. C.-overeenkomsten, die nadelig zjjn voor het land en het volk, te kunnen opheffen. Over Westelijk Nieuw-Guinea zei Su karno, dat vanzelfsprekend de wil om de strijd voor de ,de facto invoeging" van West-Irian in het Indonesische gebied voort te zetten, de grootste aandacht van de regering zal hebben. Van de zijde van de Indonesische re gering werd op een desbetreffende vraag over de Nieuw-Guinea-paragraaf van deze rede gezegd, dat Indonesië stelt, dat West-Irian „de jure" reeds Indonesisch gebied is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 4