Nederland eensgezind
aanval
m
de
Bezorgdheid over toekomstige
investeringen
Vraag kwam bijna geheel van
de overheidssector
Churchill op het Witte Huis
„Economische integratie door de
commissie-Brentano verwaarloosd"
Aantal nieuwe orders verder gestegen
iWanneer komt Jacob Jordaens
huis"
naar
PUBLICATIEBLAD
Rijksbemiddelaars beslisten
Verdediging van
West-Europa
De Ad-Hoc-Assemblée te Straatsburg
Nederlandse tentoon
stelling in Metropolitan
Museum
EUROPESE GEMEENSCHAP
Visserij geschil opgelost
Sukarno sprak voor liet
Indonesische parlement
VRIJDAG 9 JANUARI 1953
PAGINA 4
IVestduitse industrie in November
SPECIAAL VRAAG NAAR
KAPITAALGOEDEREN
BRUSSEL:
Begrip voor
Sinjorenwens
VOOR KOLEN EN STAAL
-« tmximm
s PEC!ALE UIT G A V E
NIEUWJAARSREDE K. V- K.
TE 's-HERTOGENBOSCH
„ZUIDERKRUIS" BRENGT
EMIGRANTEN NAAR
ZUID-AFRIKA
Kapitaalmarkt in 't afgelopen jaar
BANK VOOR NED. GEMEENTEN
VERSTREKTE 446 MILLIOEN
verdeling leningen naar
ZOON VOND OUDERS
BEDWELMD
BRIL WERD NAGEBRACHT
„100 Jaar Kromstaf'
LAMBERT SIMON
ONTWERPT AFFICHE
Regie-opdacht voor Anton
Sweers
„JAN LELS"REDDE 190
SCHIPBREUKELINGEN
De prae-constituerende Assemblee van de zes Westeuropese landen,
■welke op het ogenblik te Straatsburg vóórvergadert over een ontwerp-
Europese grondwet van de commissie-von Brentano, heeft tot dusver weinig
hoop gegeven, dat de door de heer von Brentano over dit ontwerp gefor
muleerde vraagpunten het er vandaag bij de stemming door zullen halen.
Hoorde de vergadering van W oensdag de fundamenteel afwijzende
gaullistische critiek, welke beoogde de voorgestelde supra-nationale struc
tuur in een confederale om te zetten, Donderdag stond de zitting in het
tegen van een goed georganiseerde Nederlandse aanval op de eenzijdige
po itieke inhoud van het ingediende ontwerp, dat als waardeloos moet
worden beschouwd indien niet tegelijkertijd een concrete economische
politiek wordt uitgestippeld en aanvaard.
Unisono zijn mej. Marga Klompé en de heren Bruins Slot, Korthals.
JNederhorst en Vixseboxse tegen deze fatale eenzijdigheid te velde getrokken
Al bij al heeft geen enkele der 87 af
gevaardigden zich in onverdeeld waarde
rende termen over het ontwerp uitge
sproken, met uitzondering uitsluitend en
alleen van de Belgische C.V.P.-afgevaar-
digde, de heer De Wigny, die zich een
▼oorstander betoonde op grond van de
zelfde realiteit, welke de overige leden
Juist reden voor hun critiek aanvoerden.
De heer Bruins Slot (A.B.) opende in
de morgenuren 't Nederlandse vuur. „Wil
Europa iets betekenen, dan moet een ein
de komen aan de economische balkani
sering", zei hij. De noodzaak van een eco
nomische integratie moet volgens hem de
krachtbron van een federatie zijn. In de
voorstellen der commissie had men ech
ter te weinig aandacht aan het economi
sche vraagstuk geschonken. Voorts ver
zette dr Bruins Slot zich sterk tegen het
voornemen om een Europese kamer van
afgevaardigden te doen samenstellen door
rechtstreekse verkiezingen. Europa is, vol
gens hem, nu eenmaal niet te vergelijken
met Amerika. Het bestaat uit nationale
staten, culturen en karakters. Denkt men
die weg, dan blijft slechts een vaag beeld
over. Daarom moet een zeer sterk federaal
karakter in het statuut worden gelegd.
Weliswaar moeten de nationale regeringen
in het plan worden betrokken, doch
hoofdspeler moet de federale autoriteit
zijn, die zo federaal mogelijk moet wor
den gehouden. Spreker verzette zich dan
ook tegen het plaatsen van een raad van
nationale ministers in de uitvoerende
raad. De nationale ministers moeten vol
gens hem een controlerende functie blij
ven uitoefenen.
De heer Korthals (V.V.D.) zei in de mid
dag-vergadering kort en goedWat de
grondwet-commissie heeft voorgesteld,
blijft ver beneden de maat der verwach
tingen. Wij vinden er niets concreets in
ter bevordering van een vrfl handels- en
personen-verkeer.
Men kan niet volstaan met deze maat
regelen neer te leggen in een protocol, dat
in de nationale parlementen geen kans
maakt te worden goedgekeurd.
Deze laatste opmerking konden de Fran
se gedelegeerden zich aantrekken. In Ne
derland, aldus de heer Korthals, heeft men
aanvankelijk zeer aarzelend gestaan te
genover het E.D.G.-verdrag, doch thans
dringt het parlement zelf op spoedige be
handeling aan. In Frankrijk echter gaat
het juist andersom. Daar lanceert men de
idee, en achteraf gaat men het opnieuw
in discussie stellen.
Ook mej. Klompé (K.V.P.) mengde zich
in het Nederlandse koor van voorstanders
van een brede, ook het economische ter
rein omvattende, integratie. Het beginsel
moest daarbij volgens haar zijn, dat vele
taken aan lagere gemeenschappen en aan
het particuliere initiatief moesten worden
overgelaten, daar anders de Europese ge
meenschap het gevaar van dirigisme met
zich zou brengen.
De gemeenschap zou volgens haar het
recht moeten hebben initiatief te nemen
tot de vorming van doelgemeenschappen
in de geest van het Schumanplan. Mej.
Klompé uitte de mening, dat elke nieuwe
overdracht van souverein'e rechten aan de
ratificatie van de nationale parlementen
zou moeten worden onderworpen. Wat de
voorgestelde Europese organen betreft,
was zij voorzichtig en zeide, dat de raad
der nationale ministers voorlopig niet ge
mist zou kunnen worden. In het stadium
van groei der Europese gemeenschap,
moesten de nationale regeringen het recht
houden om in het belang van hun eigen
'economie, zekere veto-rechten uit te
oefenen. Mej. Klompé had er niettemin
echter bezwaar tegen, dat de ministerraad
was verbonden aan het uitvoerend orgaan
der gemeenschap. De ministers moesten
volgens haar een apart orgaan van tijde
lijk karakter vormen, dat geleidelijk aan
zijn functies aan de Europese senaat zou
moeten afstaan.
De heer Nederhorst (PvdA) zag even
min veel voortgang in economisch op
zicht. Waar het op aan komt is, of we
willen erkennen, dat we niet alleen een
nationale verantwoordelijkheid hebben
voor het behoud van onze levensstan
daard, doch ook een Europese. Daarom
moet minstens de eerste stap naar een
ruimere Europese markt worden gezet,
hetzij door verdere vrijmaking van de
handel of door verlaging van invoer
rechten, aldus deze Nederlandse woord
voerder.
De conclusies moeten, zo vervolgde
hij, dan ook de uitspraak bevatten, dat
men bereid is een gemeenschappelijke
markt als doel te aanvaarden en dat
men wil werken in de richting van een
tolunie.
Voorts moet volgens de heer Nederhorst
een gelijkgerichte economische, sociale en
monetaire politiek worden gevraagd, zon
der welke een tolunie niet mogelijk zou
zijn. „Wij moeten de voorwaarden schep
pen voor de aansluiting van Engeland en
Scandinavië door aan onze economische
politiek dezelfde richting te geven als
deze landen en door nadruk te leggen op
werkgelegenheid, verhoging van levens
peil en monetaire stabiliteit". Een politiek
gezag, waarin men het niet eens is over
de richting van de economische politiek,
is een facade, aldus de heer Nederhorst
en het voorgestelde economische protocol
was volgens hem niet meer dan een pla
tonische liefdesverklaring.
Tenslotte heeft ook de heer Vixseboxse
(C.H.U.) de vorming van een eenheids-
markt en een tolunie in Europa de eerste
voorwaarde voor de stichting van een ge
meenschap genoemd.
„Geen Nederlandse regering zal haar
eigen moeizame economische herstel in
de waagschaal stellen, wanneer er geen
behoorlijke garantie is voor een werke
lijke economische integratie", aldus de
heer Vixseboxse.
De heer Vixseboxse zeide, pessimistisch,
dat men nog zal moeten afwachten of de
kolen- en staalgemeenschap zal slagen.
Wanneer dit niet het geval is, dan heb ik
een zwaar hoofd in elke verdere integra
tie, zo zeide hij.
Bljjkens een mededeling van het West-
duitse ministerie van economische zaken
heeft de stijging van de vraag naar in
dustrieproducten in West-Duitsland in
November j.l. over het algemeen aange
houden. Het indexcijfer van het volume
der nieuwe orders, dat gebaseerd is op het
gemiddelde van 1949 is 100, steeg van 166
in October tot 170, waarmede de hoogste
stand van het afgelopen jaar werd be-
(Van onze correspondent)
BRUSSEL, Donderdag
DE STAD ANTWERPEN, die veel
eerbied koestert voor haar grote
zonen en belangrijke bedragen
heeft uitgegeven om bijvoorbeeld de
patriciërswoning van Peter Paul Ru
bens in haar oorspronkelijke staat te
restaureren, heeft dat ook met de
woningen van verschillende andere
beroemde mannen van de Schelde-
stad gedaan.
Een van hen is Jacob Jordaens, de
schilder van zoveel grandioze tafe
relen, die voornamelijk op „la joie
de vivre" zijn afgestemd. Wie, bij
voorbeeld, kent niet zijn meester
werk „De koning drinkt"
Deze reus van de Antwerpse schil
derschool werd op 19 Mei 1593 in de
Sinjorenstad geboren, en wel in het
huis „Het Paradijs"
aan de Hoogstraat, om
zo te zeggen in de
schaduw van de Onze
Lieve Vrouwkerk
wier ragfijne gothi-
sche toren tot de meest
bezienswaardige mo
numenten van Europa
behoort.
Het zich op nummer
dertien van genoemde
straat bevindend ge
boortehuis van de schilder, had in de
loop der eeuwen niet al te grote ver
nielingen ondergaan. En de piëteit
van de „Sinjoor" voor zijn grote
mannen, heeft er toe geleid, dat ook
deze woning werd gerestaureerd,
met het doel er een Jordaens-mu-
seum van te maken.
Niet alleen werd Jordaens in „Het
Paradijs" geboren, maar hij is er, vijf
en tachtig jaar later, op 18 October
1678, ook gestorven. Nagenoeg tege
lijkertijd overleed daar eveneens zijn
dochter. Beiden stierven tengevolge
van de zogenaamde „polderkoorts".
Zijn vrouw was KathaTina van Noort,
dochter van de bekende schilder
Adam van Noort, die tot de intieme
vrienden van Rubens behoorde. Ook
Van Noort overleed in het hui3 in
de Hoogstraat.
Tijdens zijn loopbaan, verliet Jor
daens zijn geboortestad alléén om in
Nederland opdrachten te gaan uit
voeren. Zo zouden onder meer de
plafondschilderingen in het ko
ninklijk paleis op de Dam te Amster
dam van zijn hand zijn.
Zijn verblijf in Nederland had ech
ter tot gevolg, dat de schilder, die in
de Antwerpse Onze Lieve Vrouwkerk
katholiek was gedoopt en daar ook
in het huwelijk was getreden, op zes
tigjarige leeftijd tot het calvinisme
overging. Dit bracht mede, dat hij
na zijn dood niet in de gewijde aarde
van het kerkhof op de Groenplaats,
waar zich thans h'et standbeeld van
Rubens bevindt, kon worden begra
ven. En nog minder in de Onze Lie
ve Vrouwkerk, hetgeen in die tijd
voor een katholiek van zijn impor
tantie gewoonte was.
Te Antwerpen waren in die jaren
méér „geuzen". Daar zij niet op een
katholiek kerkhof mochten worden
begraven, werd voor hen op het Kiel
een speciale begraafplaats ingericht;
dit thans nog bestaande kerkhof had
dan ook vroeger de naam „het geu-
zenkerkhof'. Daar werden echter al
leen maar onvermogende calvinisten
ter aarde besteld. Welgestelde bur
gers uit het Antwerpse, die de pro
testantse godsdienst beleden, werden
naar het even over de grens gelegen
Nderlandse dorp Putte overgebracht.
Dat geschiedde ook met het stoffe
lijk overschot van Jordaens en van
zijn vrouw en dochter.
HET JAAR 1794 bracht voor „Geu-
zenput", zoals het protestantse
dorp toen in de volksmond werd
genoemd, tal van rampen mede. Hor
den uit Frankrijk, waar de revolutie
in volle gang was, waren tot Putte
doorgedrongen en er werd gemoord
en gebrand. De protestantse kerk,
waarin Jordaens lag begraven, werd
zo zwaar gehavend, dat de grafzerk,
die het gebeente van de schilder be
dekte, in open lucht kwam te lig
gen. Op deze in drie stukken gebro
ken steen kon. men toch nog duidelijk
dit diep er in gebeiteld opschrift le
zen: „Hier leet begraven Jacques Jor
daens, geboren binnen Antwerpen,
ende deerbare Catherina van Noort,
sijn huijsvrouwe, ende Juff Elisabeth
Jordaens, haere doch
ter".
Deze grafsteen, die
in 1829 door de Ant
werpse koopman Frans
Pauwaert werd terug
gevonden, genoot in
1845 de belangstelling
van koning Willem II
van Nederland, die er
een hekje omheen liet
zetten. Het graf zelf
was ongeschonden ge-
In 1877, naar aanleiding
van de feesten rond de drie-
verjaring van Ru-
bleven,
de
honderdste
bens' geboorte, werd in opdracht van
een BelgischNederlandse commissie
een monumerft op Jordaens' graf op
gericht, bekroond met diens door Jef
Lambeaux vervaardigd borstbeeld.
Tevoren waren besprekingen ge
voerd tussen de gemeentebesturen
van Antwerpen en van Putte. Het be
stuur van de Scheldestad wilde berei
ken, dat Jordaens" gebeente naar zijn
geboorteplaats zou worden overge
bracht. De toenmalige burgemeester
der Nederlandse gemeente was daar
evenwel niet voor te vinden. Hij
sprak over mogelijke „tribulatiën" en
beweerde, dat h'et gebeente van de
schilder met dat van andere skelet
ten zou vermengd zijn. De Antwer
penaren waren het hier niet mede
eens, daar de graven intact waren ge
bleven. Er was echter niets aan te
doen. Het was en bleef: neen!
Toch hebben de „Sinj oren" nog
niet alle hoop opgegeven. Niet zo
heel lang geleden, toen de restaura
tie van Jordaens' geboortehuis werd
aangekondigd, hield de pers zich met
dit geval bezig. En zo konden wij
daar titels lezen als: „Jacob Jordaens
nog steeds verbannen„Waarom
moet een rasecht Antwerpenaar in
ballingschap rusten?„Zal zijn
gebeente uit ballingschap weerke
ren?"
Een blad suggereerde, dat het stof
felijk overschot van de schilder zou
worden overgebracht naar het voor-
pleintje van de protestantse kerk in
de Lange Winkelstraat te Antwerpen.
Doch de meesten zijn voor bijzetting
op de binnenplaats van „Het Para
dijs", het gerestaureerd geboortehuis
van de meester.
Het is zeker, dat de terugkeer van
de „verbannen" zoon de Antwerpe
naren zeer dankbaar zou stemmen.
Wij vragen ons af, of een nieuw
initiatief in dezen niet op de weg ligt
van de in de Scheldestad gevestigde
Nederlands—Belgische Vereniging,
die al zo veel goeds heeft gedaan op
het gebied van een steeds betere sa
menwerking en vriendschap tussen
de beide landen.
reikt. Het ordervolume was in November
j.l. 1,5 pet groter dan in dezelfde maand
van 1951.
De toeneming van h'et volume der nieu
we orders was in belangrijke mate het
resultaat van een stijging van de vraag
naar kapitaalgoederen. Het indexcijfer
van het volume der door de industrie van
kapitaalgoederen ontvangen orders (1949
100) steeg in November met 8 pet tot
207. De stijging strekte zich uit tot alle
belangrijke takken van deze industrie, met
uitzondering vatn de staalconstructiebe
drijven, de industrie van precisie- en op
tische werktuigen en de industrie van
metaalwaren.
Het indexcijfer van het ordervolume
der grondstoffenindustrie steeg met 3 pet
tot 150. De in November gebruikelijke
vermindering van de vraag naar bouw
materialen werd meer dan goedgemaakt
door een toeneming van de vraag naar
cellulose, papier, chemische grondstoffen
en staal.
De industrie van verbruiksgoederen
ontving in November minder orders dan
in October. Het indexcijfer van het order
volume daalde met 2 pet tot 166. De vraag
naar textielgoederen verminderde met 1
pet, doch de vraag naar schoenen en le
derwaren steeg in grotere mate dan ge
woonlijk in de maand November het ge
val is.
De directeur van de Dienst voor Schone
Kunsten, mr L. J. F. Wijsenbeek, zal 26
Januari voor de tweede maal binnen korte
tijd naar Amerika vertrekken. Ditmaal
staat zijn reis in direct verband met een
speciale tentoonstelling, welke in het
Metropolitan Museum in New York zal
worden gehouden ter gelegenheid van het
feit, dat het driehonderd jaar geleden is,
dat aan Nieuw-Amsterdam stadsrechten
werden verleend. Het bijzondere van deze
expositie is, dat zij vrijwel geheel in het
Haagse gemeentemuseum wordt samenge
steld en daarna pas naar New-York
wordt overgebracht. De officiële opening,
waarbij de heer Wijsenbeek tegenwoordig
zal zijn, is bepaald op 2 Februari.
VAN DE
Gsrvti-icet*a re ie xembv *c
UITGAVE IN DE NEDERLANDSE TAAL
JAARGANG no,
TEKSTEN VAN DE BESCHIKKINGEN
e, 1, u VE« o o o
AUTORITEIT
1) E H O
8KÏ*muNt>E
IH V
E
KEFFING. BfcDOELÖ IN
36 VAN MET VERDRAG
INHOUD
HOGE AUTORITEIT
fl" chikkïng N' 2—32 ven 73 December 1937
Imudoide de mjre van vaxtslvtlmg en
inning van de heffingen bedbtdd in ie
nrtxketen 49 en 39 enn het Verdrag
ttefvhikktug N' 3—3I van 23 December 1337
met betrekking tot het - bedrag en ie
tetfte v-ait t(Xtpaesing van ie t» ie arti
kelen 19 tn 30 van het Verdrag bi-
doetde heffingen
Buthikkiuf ti' 152 van 23 December 1932
met betrekking tot de t«*i«g wro ie
heffingen bU bedoeld tn de artikelen 48
«ft Si uon het Verdrag tijdens het boek
jaar 1832—33
Voor de eerste maal in de geschiedenis van Europa is er een officieel document
uitgegeven, dat gelijkelijk geldt voor zes landen. Het is de eerste uitgave van het
Officiële Blad van de Europese Kolen- en Staalgemeenschap Betreffende Frankrijk,
Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland. De publicatie werd in vier
talen uitgegeven, n.l. in het Frans, Italiaans, Duits en Nederlands. Het blad werd
gedateerd 30 December 1952, en bevat zowel juridische artikelen als algemene
inlichtingen. Hierboven de Nederlandse uitgave.
In zjjn nieuwjaarsrede heeft de voor
zitter van de Kamer van Koophandel cn
Fabrieken voor 's Hertogenbosch en om
streken, dr G. J. M. De Gruyter, zich
gisteren uitvoerig bezig gehouden met het
vraagstuk van de werkgelegenheid. Zoals
de zaken zich thans laten aanzien, zijn
het de investeringen, die de „bottle-neck"
vormen, aldus dr De Gruyter en aan de
hand van de cijfers over gerealiseerde in
vesteringen en in de toekomst noodzake
lijke investeringen komt hij tot de con
clusie, dat de toekomstige investeringen
in ernstige mate achter zullen blijven bij
wat noodzakelijk moet worden geacht.
Een andere conclusie is, dat de vervan-
SBinglsinvestermgen eerder tot realisatie
komen dan de nieuwe investeringen. Het
zijn dus voornamelijk deze laatste, die
achter blijven. Hier ligt dus het pro
bleem, waarmede de industrialisatie staat
of valt. Deskundigen van alle zijden heb
ben de laatste tijd gepleit voor belasting
verlaging ter bevordering van de investe
ringen.
Spreker heeft slechts één uitlating aan
getroffen, dat het huidige belastingpeil
niet onredelijk of onnodig hoog zou zijn.
Deze uitlating is van minister Van de
Kieft.
In h'et district van de kamer was in
het afgelopen jaar een opleving van de
bedrijvigheid te constateren. De situatie
in de textielindustrie was over het alge
meen onbevredigend. De verwachtingen
voor 1953 zijn onzeker. Toch wordt enige
opleving verwacht. De confeetie-industrie
is niet pessimistisch. In de sigarenindus-
trie is enige opleving gekomen vooral
door de accijnsverlaging. De export schijnt
af te stuiten op importrestricties van an
dere landen.
Voor de schoenindustrie is 1952 niet on
gunstig geweest. De export kon verder
worden uitgebreid. Er wordt ook geëxpor
teerd naar de V. S. De lederexport wordt
door invoerrestricties en verhoogde in
voerrechten in Duitsland belemmerd.
De „Zuiderkruis" is gisteren met 609
emigranten uit Amsterdam naar de Unie
van Zuid-Afrika vertrokken. De „Zuider
kruis" is het eerste van zes emigranten
schepen, welke dit jaar naar verwacht
wordt een record aantal emigranten
naar Zuid-Afrika zullen brengen. Onder
de passagiers bevinden zich 250 mannen,
197. vrouwen en 162 kinderen.
De meest uiteenlopende beroepen zijn
vertegenwoordigd. Zo zijn er 44 bouw
vakarbeiders, 30 administratief geschool
de emigranten, een groot aantal bank
werkers en draaiers, terwijl ook een aan
tal verpleegsters de reis zal meemaken.
Deze verpleegsters behoeven in Zuid-
Afrika geen her-examen af te leggen,
De Nederlandse verpleegstersdiploma's
worden namelijk zonder meer in de Unie
erkend.
De Zuid-Afrikaanse emigratie-attaché,
de heer G. L. Dickerson, was aanwezig
bij het vertrek van de „Zuiderkruis", aan
boord waarvan zich ook nog bevond
pater Th. Derks O.F.M. als aalmoezenier.
Hfl keert met hetzelfde schip terug.
Omtrent de onderhands aan de kapi
taalmarkt ten behoeve van de lagere
overheid onttrokken middelen zijn thans
n°g geen volledige jaargegevens bekend,
aldus lezen wij in de „Mededelingen" van
de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten. Wel
is het reeds mogelijk voorlopige totaal
cijfers voor de door de bank aan vaste
leningen in 1952 verstrekte kapitalen te
vermelden. De aldus uitgeleende bedra
gen zijn dus zowel onderhands als uit pu
blieke emissies verkregen. Het totaal
bedrag van de door de bank jn 1952 op
lange termijn uitgeleende bedragen be
loopt ca. 446 millioen.
Een overzicht van de verdeling van dit
bedrag aan vaste leningen die door de
Bank voor Ned. Gemeenten in 1952 ver
strekt werden over de verschillende ge-
meentegroepen en van de bestemming
der aangegane leningen wordt hieronder
gegeven.
INWONERTAL DEK GEMEENTEN
Gemeenten met:
100.000 en meer inwoners f 02.400.000
50.000—100.000 62.000.000
20.000—50.000 80.800.000
10.000—20.000 71.200.000
minder dan 10.000 137.400.000
Andere publ. rechterl.- of
semi-publi. rechterl.
lichamen 2.400.000
VRAAG NAAR NIEUW GELD.
Overheid Particulieren
pet pet
Jaar
Totaal
1946
2091
1947
254
1948
891
1949
124
1950
765
1951
825
1952
857
1954
99
268
7
630
461
767
(93)
(39)
(30)
6)
(82)
(56)
(90)
genoemde
137
155
623
117
135
364
90
7)
(61)
(70)
(94)
(18)
(44)
(10)
opmerkelijke
Totaal 446.200.000
VERDELING LENINGEN NAAK
DOELEINDEN
Woningbouw -378.100.000
Aanleg en verbetering
wegen, straatverlichting,
riolering havens ed. 25.800.000
Scholenbouw-, verbouw en
inventaris 24.900.000
Brandweermateriaal en
bouw brandweergarages 1-200.000
Gasvoorziening 2.400.000
Waterleiding 1.500.000
Bouw en verbouw gemeen
tehuizen 1.400.000
Materiaal reinigingsdienst .300.000
Aanleg, uitbreiding begraaf
plaatsen 400.000
Diverse andere kapitaal
voorzieningen 10.200.000
446.200.000
In 1952 werden voorts door de Bank
voor Ned. Gemeenten leningen met ge
meenten e.a. aangegaan, welke in 1953
zullen worden verstrekt tot een be
drag van ca. 93 millioen. Hiervan is
ca. 74 millioen bestemd voor de wo
ningbouw.
Aan het begin van het jaar hadden de
gemeenten e.a. op korte termijn dus
in rekening courant of als kasgeld bij
de bank opgenomen ca. 455 millioen. Op
1 December j.l. was hiervan afgelost ca.
366 millioen en door de gemeenten e.a.
op korte termijn meer de bank belegd
dan aan het begin van het jaar ca. 225
millioen.
Bij een analyse van de activiteit van de
open kapitaalmarkt, wordt door de Bank
voor Ned. Gemeenten geconstateerd, dat
de overheidssector in 1952 een belangrijk
groter bedrag tot zich heeft getrokken
dan in 1951 en dat dit bedrag niet min
der dan 90 pet van het totaal van de
geëmitteerde bedragen omvat.
Onderstaand staatje geeft van de ver
deling van de vraag naar nieuw geld over
de overheidssector en de particuliere sec
tor een overzicht (in 1 millioen).
(Van onze correspondent)
In de nacht van Woensdag op Donder
dag heeft de zoon van de heer en mevr.
van der L. te Tilburg, die laat thuis
kwam in de woning aan de Broekhoven-
seweg. zijn ouders, die beiden 78 jaar
oud zijn, bewusteloos op bed gevonden.
Het bleek, dat de beide mensen door gas
bedwelmd waren. In allerijl moes
ten ze naar het St. Elisabeth-ziekenhuis
te Tilburg worden overgebracht.
Het levensgevaar is inmiddels gewe
ken.
Premier Churchill vloog gisteren met
het toestel van de Amerikaanse president
van New York naar Washington om een
bezoek te brengen aan zijn „oude vriend"
president Truman, „met wie ik de laatste
jaren veel heb samengewerkt, als eerste
minister of niet".
Toen Churchill bij het Witte Huis arri
veerde, in gezelschap van de Britse am
bassadeur Makins, kwam president Tru
man naar buiten. Onder de toeschouwers
bevonden zich ook de demonstranten voor
een begenadiging van het atoomspionnen-
echtpaar Rosenberg, die daar nu reeds
dagenlang de wacht houden.
Truman en Churchill poseerden glim
lachend voor de fotografen, waarbij Tru
man opmerkte: ',We kunnen elkaar be
ter een hand geven, want ze willen weten
of we nog vrienden zijn".
Twintig minuten na aankomst van de
Britse premier kwam een Rolls Royce
van de Britse ambassade ijlings voorrij
den voor het Witte Huis om een heel
klein pakketje af te geven, dat haastig
door een reeds wachtende negerbedien
de werd aangenomen: Churchill had zijn
bril vergeten!
Het onderhoud duurde 80 minuten,
en werd o.m. door de ministers Acheson
en Snyder bijgewoond. Na afloop werd
wederom voor de fotografen geposeerd.
Dit keer schudden beide staatslieden el
kander de hand en Churchill zei: „We
hebben dit vaak gedaan en we zuilen
het nog vaak weer doen". „Ik hoop het
zeer", antwoordde Truman. Churchill
wilde over het besprokene niets sub-
stantiëlers meedelen, dan dat het onder
houd zeer plezierig was geweest.
's Avonds dineerde Truman als gast
van de Britse premier op de Britse am
bassade. Heden vertrekt Churchill voor
een vacantie van 14 dagen naar Jamaica.
Het hierboven
Percentage van 90 pet geeft uitsluitend
de activiteit wear van de lagere publiek
rechtelijke lichamen; in het bijzonder de
gemeenten. Dit percentage benadert dat
van 1946 nl. 93 pet. Er is echter een be
langrijk verschil. In 1946 kwam dit per
centage bijna geheel voor rekening van
het Rjjk, terwijl in 1952 het Rijk in het
geheel geen beroep voor nieuw geld op
de open kapitaalmarkt deed.
Van de gemeentelijke emissie-activiteit
kan 'het volgende totaal-beeld worden op
gesteld.
GEMEENTELIJKE emissie
activiteit
Rechtstreeks door gemeenten
geëmitteerd
Geëmitteerd met behulp van
speciaal daartoe door ge
meenten gecreëerde licha
men
Uitgegeven obligatieleningen
door Bank voor Ned. Ge
meenten
Door provincies t.b.v. ge
meenten geëmitteerd
500.8 min.
15.9
189.3
22.3
Het totale beroep van ge
meenten op de open ka
pitaalmarkt beliep der
halve 728.3 min.
Ten behoeve van andere lagere pu
bliekrechtelijke lichamen en de public
utilities werd nog aanvaard door:
Provincies 2.2 min.
Electriciteitsbedrijven 27.5
Unie van Waterschapsbonden 9.2
Totaal 38,9 min.
Over de periode 1946 t.m. 1952 is in
totaal dus z°wel door de overheidssec
tor als door de particuliere sector ge
ëmitteerd een bedrag Van 5807 millioen
aan nieuw geld. Hiervan kwam voor re
kening van de overheid een bedrag van
4X86 min., hetgeen betekent, dat door de
particuliere sector in de afgelopen jaren
voor rond 1621 millioen werd geëmit
teerd aan nieuw geld.
Na een kleine, besloten prijsvraag heeft
het directorium van de Stichting 1853-1953
de schilder Lambert Simon opgedragen 'n
algemeen affiche te ontwerpen voor de
grote feestelijkheden, welke in Mei van
dit jaar ter gelegenheid van „100 Jaar
Kromstaf" te Utrecht zullen worden ge
organiseerd. Deze affiche zal op grote
schaal in het gehele land worden ver
spreid.
Voorts heeft het directorium van de
Stichting 1853 - 1953 de heer Anton
Sweers uit Bussum opdracht gegeven de
regie op zich te nemen van de beide grote
plechtigheden, welke tijdens de viering
zullen worden gehouden. Zoals men zich
zal herinneren betreft dit de grote mani
festatie op Hemelvaartsdag (14 Mei), tij
dens welke de katholieken speciaal hun
Nederlanderschap zullen belijden, en de
plechtige slotbijeenkomst (Zondag 17 Mei).
Tijdens deze bijeenkomst zal het Hoog-
waarig Episcopaat het huldeblijk worden
aangeboden, waarvoor thans op zo suc
cesvolle wijze via de K- R- O. een inza
melingsactie wordt gevoerd.
De in Hoek van Holland gestation-
neei'de reddingboot „President Jan
Leis" moest in 1952 ten gevolgevan
slechte weersomstandigheden 26 keer
uitvaren om in nood verkerende schepen
hulp te verlenen. Niet minder dan 190
mensen werden door het moedige op
treden van de bemanning gered.
Het College van Rüksbemiddelaars
heeft gisteren een bindende regeling
vastgelegd van de loon- en arbeidsvoor
waarden voor de bemanningen van de
trawlloggers. Het college heeft niet te
rugwerkende kracht tot 1 Januari 1953
het garantieloon bepaald op 50 en een
afrekeningsperiode van vier Weken. De
betaling van vacaiitietoeslag zullen de
DE laatste weken brachten aan allen,
die de grote betekenis begrijpen
van de verdediging van West-
Europa, een slechte en een goede tijding.
De slechte tijding is, dat de veertien lan
den der Atlantische Gemeenschap in het
nieuwe jaar voor hun defensie zullen be
steden iets meer dan de helft van de
som, die generaal Ridgway voor zijn mi
litair bouwprogramma 1953 had ge
vraagd. Genoemde generaal verklaarde,
dat er geen enkel excuus is om onze de
fensie-inspanning te matigen. De eisen
voor de verdediging der Atlantische
ruimte zijn destijds zo laag mogelijk ge
steld, maar zelfs aan deze minimum
eisen is nog steeds niet voldaan.
Hij noemde het standpunt, dat de vij
and (bedoeld is ons bevriend? medelid
van de Ver. Naties, de Sovjet-Unie) geen
oorlog wil voeren, volkomen ongerecht
vaardigd. En Eisenhower zeide na zijn
terugkeer uit Korea: „Wij staan tegen
over een vijand op wie wij niet kunnen
hopen indruk te maken door woorden,
hoe welsprekend ook, maar alleen door
daden, uitgevoerd onder omstandighe
den door ons uitgekozen". De ministers
in Parijs vergaderd, met delegaties, die
naar wij lazen aan adviseurs, secreta
ressen en adjunct-secretaressen ongeveer
duizend personen telden, maken, niette
genstaande de uitdrukkelijke waarschu
wing van Amerikaanse zijde, uit dat het
oorlogsgevaar is verminderd. Waaruit
dat blijkt wordt niet medegedeeld.
Vroeger deelde men aan de wereld
mede, dat de Atlant. Organisatie sterk
moest zijn vóór men onderhandelingen
met Rusland kon beginnen. Stalin schijnt
nu te willen onderhandelen en nu gaat
men in de voorbereiding van de verdedi
ging op angstwekkende wijze verslap
pen. Stalin houdt zijnerzijds 175 divisies
paraat met een geweldig aantal vlieg
tuigen en met een zich steeds uitbrei
dende industrie en een groot getal duik
boten. De geallieerden gingen vroeger
van de berekening uit dat zij in 1955 vol
doende sterk zouden zijn, waarbij men
dan nog veronderstelde dat Duitsland
zou deelnemen aan de Eur. Def. Gemeen
schap. Deze deelneming is nog uiterst
onzeker cn als daartoe wel besloten zou
worden, moet er nog minstens een jaar
verlopen voor een Duits leger gereed
kan zijn. Daarbij blijft Engeland in zijn
weigering volharden om deel uit te ma
ken van de E.D.G. Het heet dat het dit
niet kan doen met het oog op zijn lei
derschap van de Commonwealth en vol
gens een verklaring van de pas afgetre
den minister Schuman is het nog on
zeker, dat Engeland een bepaald aantal
divisies en luchtmachteskaders op het
continent zal laten en directe verbindin
gen zal onderhouden met het commando
van bedoelde E.D.G.
Hoe men bij dergelijke onzekerheden
en veranderingen een strategisch verde
digingsplan kan opmaken, hetgeen vol
gens de mededelingen van de minister
president dr Drees zou zijn geschied, is
ons een raadsel.
Met Britse toezeggingen omtrent de
verdediging van het continent past
steeds voorzichtigheid en evenzeer met
de argumenten die men in rustige ver
zekerdheid aanvoert. Engelands leiding
van de Commonwealth laat niet toe dat
dit land toetreedt tot de Eur. Defensie
Gemeenschap, zoals wij schreven. Als
men de gedenkschriften van Churchill
naleest, dan vindt men vermeld, dat in
Juni 1940 er voor Engeland alles aan ge
legen was, dat Frankrijk ha zijn zware
nederlagen door de Duitsers toegebracht
de oorlog zou voortzetten en dat daar
voor de regering zo nodig naar Afrika
moest uitwijken. De Engelse regering
bood toen aan de Franse regering aan
een onverbreekbare unie te sluiten in
hun gemeenschappelijke verdediging te
gen een systeem, dat de mensheid zou
terugbrengen tot een leven van robots
en slaven. De beide regeringen zouden
verklaren dat Frankrijk en Groot-Brit-
tannië niet langer zouden vormen twee
naties, maar één Frans-Britse Unie.
Iedere burger van Frankrijk zou onmid
dellijk genieten het burgerschap van
Groot-Brittanië en iedere Britse onder
daan zou een burger van Frankrijk wor
den. De constitutie van de Unie zou zorg
dragen voor gemeenschappelijke organen
van verdediging, buitenlandse, financiële
en economische politiek. De Franse re
gering was te slap om hierop in te gaan
en de Unie kwam niet tot stand zoals
men weet.
Engelands leiderschap van de Com
monwealth, die toen nog heel wat meer
betekende dan nu, stond toen niet in de
weg om militaire en andere zeer ver
strekkende verplichtingen ten aanzien
van Frankrijk op zich te nemen. Men
verwijt nu aan de Ver. Staten, dat die
niet genoeg rekening houden met de
achteruitgang van Europa op economisch
gebied en dat zij te hoge eisen stellen.
Kenden de ministers van de Europese
landen van de Atlantische Organisatie
die toestand nog niet, toen zij in April
in Lissabon de verplichtingen op zich
namen die zij niet zijn nagekomen en
verklaren ook verder niet te kunnen na
komen? Het is zorgwekkend als men dit
moet aannemen.
IN ons artikel van 10 Dec. 1.1. verwezen
wij naar een artikel van prof. Ger-
retson in de Telegraaf van 11 October
1.1. en naar een motie van mr Schmal in
September in Straatsburg voorgesteld en
met algemene stemmen aangenomen,
dat het nodig was van onze bondgenoten
de garantie te vragen, dat alle bondge
noten na een eventuele bezetting van hun
grondgebied dit en hun overzeese bezit
tingen geheel terug zullen krijgen. Bij
het nazien van onze vroeger geschreven
artikelen zagen wij, hetgeen w(j ons in
December niet dadelijk herinnerden, dat
wij in een artikel van 15 Maart 1948
bij een bespreking van het Verdrag van
Brussel reeds op het eisen van zodanige
garantie hebben aangedrongen. Wij we
zen er toen op dat de regering verzuimd
had deze garantie te bedingen ten aan
zien van Ned.-Indië toen wij onze vloot
opofferden om de nalatige Britten te
hulp te komen. De regering toonde toen
nog geen begrip ten aanzien van de
trouw der bondgenoten. Nadien zijn er
meer harde voorbeelden gekomen, die
onze regering tot lering konden strek
ken. Wij zullen hier niet opnieuw uit
voerig verwijzen naar de onwaardige be
handeling van koning Leopold d°or <ie
Franse en de Britse regering, die hem
valselijk beschuldigden, dat hij zich met
zijn krachtig leger zonder waarschuwing
van de bondgenoten zou hebben overge
geven. Lord Keyes, de held van Zee-
brugge in 1916, als liaison-officier aan
de koning toegevoegd, heeft bedoelde be
schuldiging met beslistheid ontzenuwd;
maar Churchill heeft tot onze Pijnlijke
verbazing in zün gedenkschriften nage
laten de koning in zijn eer te herstellen.
Een treffender voorbeeld biedt nog
hetgeen Polen is overkomen. Op 25 Au
gustus 1939 sloot de Britse regering een
verdrag met Polen, waarbij beide mo
gendheden elkaar in geval van agressie
alle hulp en steun zouden verlenen
waartoe zij in staat waren. Toen de
waanzinnige fantast in Berlijn Polen
aanviel, bood Engeland zeer weinig mi
litaire hulp. Warschau werd door de
krachtige Duitse luchtvloot gebombar
deerd, maar 't verzoek van de Poolse rege
ring aan Engeland gedaan om Berlijn te
laten bombarderen en zo hulp te verle
nen, werd door Lord Halifax afgeslagen.
De Poolse regering had verzuimd te be
dingen dat het land na afloop van de
oorlog het gehele grondgebied zou terug
krijgen. Met medewerking van Churchill
werd Rusland, dat Polen in de rug de
dolksteek had toegebracht, na de oorlog
met een groot Pools grondgebied ver
rijkt. Polen werd schadeloos gesteld met
Duits gebied, dat het vroeg of laat toch
weer zal moeten afstaan.
De Amerikaanse ambassadeur Bliss
Lane, die in Polen was benoemd, weiger
de zijn post te aanvaarden toen hij van
een en ander had kennis genomen. Hij
gaf uiting aan zijn verontwaardiging ïn
een boek: „I saw Poland betrayed" (Ik
zag Polen verraden).
Zullen de regeringen van de kleinere
mogendheden, leden van de N.A.T.O.,
thans de lessen van het verleden ver
staan of zal de geschiedenis daarvan
weer een gesloten boek blijven?
Over de goede tijding in de aanhef van
ons artikel bedoeld, zullen wij een vol
gende keer spreken.
O. v. NISPEN TOT SEVENAER.
overleg moetc
partijen na onderling
regelen.
De beslissing is eerder gevallen ds
algemeen werd verwacht. Het lag aar
vankelijk in de bedoeling dat het Col
lege van Rüksbemiddelaars eerst van
daag de bindende regeling zou vaststei-
len.
De moeilijkheden tussen de reders en
de vissers, die de trawlloggers moeten
bemannen, waren, zoals wij gisteren
reeds berichtten, voornamelijk gerezen
ten aanzien van'de vaststelling van het
garantieloon en de afreken-periode. De
in de Unie-verkeer samenwerkende orga
nisaties van werknemers in het trans
portbedrijf (waaronder de vissgrij)
wensten de loon- en arbeidsvoorwaarden
voor de sleepnetvisserij (trawlvisserij)
aan te passen aan die voor de drijfnet
visserij.
Ten aanzien van het garantieloon en
de afrekenperiode stemt, de beschikking
van het College van Rijksbemiddelaars
overeen met de verlangens van de vis
sers. Zo spoedig mogelijk zal in de vis
sersplaatsen met de aanmonstering van
de bemanningen worden begonnen.
President Sukarno heeft heden voor
het Indonesische parlement een rede ge
houden ter gelegenheid van de opening
van het nieuwe zittingsjaar. Hierin gaf
hij een uiteenzetting van de buiten- en
binnenlandse politiek en belichtte uit
voerig de economische problemen. In de
rede werden geen actuele gebeurtenissen
besproken. De openingszitting werd
mede bijgwoond door vice-president Hat-
ta, het gehele kabinet, de chef-staf van
de landstrijdkrachten kolonel Sugeng en
verschillende militaire commandanten,
o.a. overste Warouw, kolonel Bambang
Utojo en overste Sudirrnan.
Over de verhouding met .Nederland
zeide de president: „Er worden voor
bereidingen getroffen voor een hervat
ting van de onderhandelingen om de
betrekkingen tussen Indonesië en Ne
derland, die gebaseerd zijn op het Unie
statuut, te vervangen door betrekkin
gen op basis van een gewone interna
tionale overeenkomst, teneinde die R.
T. C.-overeenkomsten, die nadelig zjjn
voor het land en het volk, te kunnen
opheffen.
Over Westelijk Nieuw-Guinea zei Su
karno, dat vanzelfsprekend de wil om de
strijd voor de ,de facto invoeging" van
West-Irian in het Indonesische gebied
voort te zetten, de grootste aandacht
van de regering zal hebben.
Van de zijde van de Indonesische re
gering werd op een desbetreffende vraag
over de Nieuw-Guinea-paragraaf van
deze rede gezegd, dat Indonesië stelt, dat
West-Irian „de jure" reeds Indonesisch
gebied is.