Op zoek naar de„ideale maaltijd"
„Fruit wordt nog te veel als
luxe beschouwd
m
Ons Succes-patroon
van deze week
Neil Lyndon ontsnapt
HOE BESTEL IK MIJN PATROON?
V =- J
Slaapt U slecht
VICTOR BRIDGES
ZATERDAG 17 JANUARI 1953
PAGINA 4
Een kwart der hoofdfilms is gekleurd. Aantal
Europese films stijgt. Stilstand is achteruitgang.
Zestig millioen in 1952 naar de bioscoop. Meer waar
dering voor de film. Maar ook meer critische zin.
Windy Toye, danseres, heeft een film gemaakt. Bing
Crosby neemt rust. Apparaat om televisieprogramma's
op te nemen en weer te geven. Lilian Harvey 46 jaar
gaat trouwen.
Ieder zijn meug, maar allen wat goeds
\V)
Nederlanders eten per jaar 150 millioen
kilogram appels
AARZELING OP WOL-
VEILINGEN
Melbourne verwacht scherpe
mededinging
KAMPEN HEEFT 25.000
INWONERS
Nu de winter aanhoudt, hebben we
nog steeds behoefte aan een warme
nachtjapon. Dit model is zeer een
voudig, wat voor nachtkleding altijd
practisch is.
Het vest, de manchetten en de cein
tuur zijn van gebloemde stof.
Midden worden de naadjes ingestikt,
waardoor het lijfje en de rok wat
ruimer worden. De ballonmouw is
met een smal boordje afgewerkt.
Dit patroon is verkrijgbaar in maat
42, 46, 48, 50 a f 0.85.
Geautoriseerde vertaling uit het Engels va?i
In het nummer van zijn Officieel Or
gaan, waarmee de Nederlandsche Bio
scoopbond afscheid neemt van 1952,
wordt een beknopt overzicht gegeven,
waarin wjj enige cijfers aantreffen, die
onze bj) de jaarwisseling gemaakte op
merking over het toenemende aantal
kleurenfilms, dat in ons land wordt
vertoond, bevestigen. Het gebruik van
kleurenmateriaal is blijkens deze cjjfers
met niet minder dan 23 procent geste
gen tegen 19 pet in 1951 zodat in
totaal thans bijna een kwart van de in
omloop zijnde hoofdfilms is gekleurd.
Het aantal hier te lande ingevoerde
films vertoonde in 1952 voor het eerst een
kleine stijging, namelijk met 33 stuks,
waarvan er 10 uit de Verenigde Staten en
23 uit West-Duitsland afkomstig waren.
Engeland daarentegen zag zijn Neder
landse invoer met 10 films verminde
ren ten gunste van Frankrijk, Zweden
en Oost-Duitsland.
Ongeveer 69 procent van de bioscoop
programma's bestond uit Amerikaanse
producten en 31 procent uit Europese,
hetgeen, in vergelijking met voorgaande
jaren, wederom een kleine verschuiving
ten gunste van laatstgenoemde categorie
betekent.
Hoewel de ontvangsten van de Neder
landse bioscopen betrekkelijk stabiel zijn
gebleven in 1952, deze ontvangsten
liepen zelfs een paar procent op, of
schoon het aantal toeschouwers daalde
mag daarin geen reden tot geruststel
ling worden gezien.
„Zulk een stilstand", aldus merkt de
redactie op „is achteruitgang en de we
tenschap, dat niet voldoende kan wor
den gereserveerd om de technische ont
wikkeling bij te houden en de grotere
concurrentie, die voor de deur staat het
hoofd te bieden, levert motieven te over
tot behoedzaamheid bij het beoordelen
van het aspect in 1953.
Nu zich een doorbraak heeft voltrok
ken in de afgelopen jaren in de publieke
waardering van film en bioscoop, is de
vraag, hoe het mogelijk is, dat de gemid
delde bezoekcijfers in ons land ten achter
liggen bij het buitenland, allerminst met
de bevolkingsdichtheid corresponderen
en geenszins gelijke tred houden met de
grote contingenten schoolvrije jeugd en
volwassenen, welke jaarlijks aan het
volumen ener ontspanning behoevende
menigte worden toegevoegd, er een, die
nauwlettende aandacht vraagt en op
korte termijn een afdoend antwoord
behoeft. De 60 millioen kijkers van het
afgelopen jaar zullen met ettelijke mil-
lioenen moeten toenemen, willen wij onze
belangrijke plaats in het ontspannings
leven behouden, om van verbetering niet
te spreken."
Inderdaad heeft zich in de laatste j
jaren, zoals de redactie opmerkt, een
doorbraak voltrokken in de publieke
waardering van film en bioscoop. Een
doorbraak, die o.i. voor een niet gering
deel te danken is aan de actie van se
rieuze organisaties, critici en particulie
ren, die belangstelling pogen te wekken
voor de goede film en die het publiek
het zo hoog nodige onderscheidingsver
mogen trachten bij te brengen. Erkent men
de invloed en het belang van deze actie,
dan heeft men tegelijkertijd één van de
redenen gevonden, waarom „de bezoek
cijfers geenszins gelijke tred houden met
de grote contingenten schoolvrije jeugd
en volwassenen, welke jaarlijks aan het
volumen ener ontspanning behoevende
menigte worden toegevoegd", zoals de
redactie het deftig, maar weinig fraai
zegt. Het aantal in de Nederlandse bio
scopen vertoonde films, dat werkelijk de
aandacht van „de ontspanning behoeven
de menigte" verdient, is helaas nog al
tijd te gering en er worden steeds meer
mensen gekweekt, die aan hun ontspan
ning zekere intellectuele en artistieke
eisen gaan stellen. Als er in de bioscopen
geen films draaien, die aan deze eisen
voldoen, blijven ze liever thuis, of be
steden hun geld aan ander, beter amu
sement.
Ergens in het West End van Londen
woont Wendy Toye. Niemand zal het u
kwalijk nemen, als u bekent, dat u nog
nooit van haar hebt gehoord. Maar toch
heeft zij in haar flat niet minder dan
drie bekers, 48 medailles en 144 oorkon
den, die getuigenis afleggen van haar
succes als danseres.
Miss Toye is een aantrekkelijke, leven
dige, geestige jonge vrouw van 35 jaar,
die les heeft gehad van alle groten op
het gebied van de dans, van Victor Sil
vester af tot Anton Dolin en Sadler's
Wells toe. Toen ze 16 jaar was, voerde
ze de regie over een aantal andere dan
sers. Ze produceerde de dansen van een
groep Amerikaanse meisjes in een May-
fair-cabaret, toen ze 17 was. In haar
twintiger jaren hielp ze de regie voeren
over de „Crazy Gang", Tommy Trinder,
Bebe Daniels en Ben Lyon.
De grote C. B. Cochran maakte haar
producent van al zijn revues, te beginnen
met „Big-Ben". Om de Amerikaanse
choreografie voor „Annie get your gun"
te bestuderen, verfde ze heur haar blond
en ging weer als danseres aan het werk.
Toen de Engelse journalist David
Lewin haar vroeg, of het niet moeilijk
voor haar was geweest, zich te doen gel
den bij mensen, die bijna tweemaal zo
oud waren als zijzelf, luidde haar ant
woord: „Helemaal niet. Ik heb nooit te
genstand ontmoet, omdat ik een vrouw
ben of wegens mijn leeftijd. Ik maak te
voren precies uit. wat ik met een op
voering wil doen en omdat ik mijn werk
ken, doen ze wat ik wil".
„Het zachte stemmetje in de stalles,
dat orders geeft", veronderstelde de
journalist.
„Een luide stem, vrees ik", verbeterde
Wendy Toye „Plus een schel gefluit". Ik
ben namelijk tot de ontdekking gekomen
dat er geen betere manier is om een
einde te maken aan lawaai of gepraat
dan twee vingers in mijn mond te steken
en hard te fluiten. Jarenlang heb ik be
kend gestaan als „Whistling Toy(e)"
(Fluitend Speelgoed).
Nu begint het meisje, dat een solo
danste in de Londense Albert Hall, toen
ze drie jaar was en dat tot winnares van
een Charleston-wedstrijd werd uitgeroe
pen door Fred Astaire, toen ze zeven
was, een nieuwe loopbaan bij de film
wegens het succes van „The Stranger
left no card". (De Vreemdeling liet geen
kaartje achter) een film met een ver-
toningsduur van 25 minuten. Het is de
eerste film, die Wendy Toye heeft ge
regisseerd. Ze maakte haar in 13 dagen
voor een bedrag van 35.000,in de
open lucht te Windsor. Het resultaat is
volgens de deskundigen een uitmuntend
en ongewoon moordmysterie.
Bing Crosby heeft er voorlopig ge
noeg van. Hij heeft zich teruggetrokken
uit de Irving Berlin-muziekfilm „White
Christmas", tegelijk met Fred Astaire.
Bing zal tot September rust houden.
Dan gaat hij weer samen optreden met
Bog Hope en Dorothy Lamour.
Wie zal het Crosby kwalijk nemen?
Zijn vrouw, Dixie, is onlangs overleden
en hij is meermalen millionnair.
Dezer dagen heeft de Bing Crosby
Amusementsmaatschappij aangekondigd,
dat ze de beschikking heeft over een ap
paraat, waarmee televisieprogramma's
kunnen worden opgenomen en weerge
geven zonder dat daarbij films moeten
worden ontwikkeld. Naar men zegt, geeft
het op de televisietoestellen beelden
van dezelfde kwaliteit als „echte voor
stellingen".
De Amerikaanse televisiemaatschap
pijen, die de kroningsfeesten in Londen
willen uitzenden, stellen groot belang in
dit apparaat. Het zou wellicht betekenen,
dat de Amerikanen de kroning op de
zelfde dag te zien krijgen als de Engel
sen zelf.
Miss Lilian Harvey, 46 jaar oud, ach
tereenvolgens bewoonster van Londen,
Berlijn, Parijs, Boedapest, Wenen en Hol
lywood, gaat trouwen.
Weet u niet, wie miss Harvey is?
Herinnert u zich niet het lieftallige
meisje met de blauwe ogen en het blon
de haar, geboren in Engeland en ge
naturaliseerd in Duitsland, dat in Berlijn
werd opgeleid tot balletdanseres en dat
in 1923 door Richard Eichberg voor de
film werd „ontdekt?"
Dat is heel lang geleden. De Lilian
Harvey, die volgende maand in de dorps
kerk van Taarbaek bij Kopenhagen in
het huwelijk gaat treden met haar
Deense directeur Valeur Larsen is nu
een cabaret-nummer momenteel op
tournee in Spanje.
Toch is het 't zelfde meisje. Maar
sinds de dagen van „Der Kongresz
tanszt", haar meest bekende film, die in
1931 in Duitsland werd gemaakt en na
haar filmcarrière in Elstree en Holly
wood heeft Miss Harvey moeilijke tijden
doorgemaakt.
Ze verliet Duitsland vlak vóór de laat
ste wereldoorlog, woonde een poosje in
haar villa in het Zuiden van Frankrijk
en dook vervolgens op in een klein ka
mertje ergens in Los Angeles.
Daarna poogde ze meermalen vergeefs
op het witte doek terug te keren. Mis
lukking van een film, optreden in thea
ters en het zingen van de liedjes uit ,.Der
Kongresz tantzt" in Parijs volgden. Ver
leden jaar zong ze in een nachtclub.
Toch heeft Lilan, toen ze nog een ster
was en o.a. eigenares van een groot land
goed in Hongarije, in 1939 verklaard: „Ik
heb maar één verlangen trouwen en
een gezin stichten. Ik heb gewerkt sinds
ik 16 was en ik ben het zat".
Maar het is 1953 moeten worden, al
vorens deze hartewens voor een 46-jarige
Lilian Harvey in vervulling ging.
Lilian Harvey, thans 46 jaar, gaat
met haar Deense directeur in het
huwelijk treden.
Op de jaarvergadering van de Ne
derlandse fruittelersorganisatie kring
Utrecht heeft de heer W. Kemmers van
het Centraal Bureau van tuinbouwvei
lingen in Nederland een beschouwing
gegeven over de afzet en de export van
het Nederlandse fruit. Hij zeide dat de
aanvoer van appels en peren op de vei
lingen 3 4 maal zo groot is als voor
de oorlog. De oorzaak daarvan is niet
zozeer gelegen in de uitbreiding van
ons fruitareaal dat van 30.000 tot 40.000
ha is gestegen, doch wel in de sterke
stijging van de opbrengt per ha. Dit
brengt afzetmoeilijkheden met zich. De
afzet is te vinden bij het binnenlands
verbruik, de fruitverwerkende industrie
en bij de export.
Het binnenlands verbruik is na de oor
log wel verdubbeld maar is toch nog te
laag. Een topjaar in het binnenlands ver
bruik was 1947. Er werden toen 230
millioen kilo appels door onze bevolking
opgegeten, doch na het einde van de le
vensmiddelen distributie is de binnen
landse consumptie van appels in de la
tere jaren teruggelopen tot 140 a 160
millioen kilo. Spreker was van mening
dat het gebruik van het fruit nog te
veel beschouwd wordt als luxe. Boven
dien ondervindt het Nederlandse fruit
een grote concurrentie van de sinaas
appel.
De kansen op verhoging van de afzet
aan de fruitverwerkende industrie zijn
niet groot; door de hooge blikprijzen en
door de importrestricties van Engeland.
Daarheen zijn het vorig jaar 35.000 ton
appels in blik uitgevoerd.
Resumerende kwam de heer Kemmers
tot de conclusie, dat de beste kansen
van de afzet te vinden zijn in vergro
ting van de export. Duitsland is verre
weg onze grootste afnemers; de oogsten
zijn in Duitsland zeer afwisselend en
het Nederlandse fruit is van betere
kwaliteit. Het is voor ons noodzakelijk
om door verdere rationalisatie op de
bedrijven onze kostprijs te drukken en
de kwaliteit nog meer te verbeteren.
De lijdensgeschiedenis van de tuinbouw-
uitvoer naar België achtte spreker vol
doende bekend. De Nederlandse invoer
wordt daar op vele manieren belem
merd en van de Benelux-gedachte is in
deze sector zeer weinig terecht gekomen.
Wanneer nu eens een radio-reporter
aan een paar willekeurige voorbijgangers
zou vragen, hoe zij zich een goede maal
tijd voorstellen, welke antwoorden zou
den we dan te horen krijgen?
De man die de hele dag buiten in touw
is, zal het misschien hebben over een
stevige, dampende stampot met flink wat
vet. Maar Oma, die een groot deel van
de dag voor het raam zit te 'breien, denkt
liever aan lichte, zachte kostjes die niet
zwaar op de maag liggen, terwijl haar
kleindochter, die alleen op een kamer
woont, wel de nadruk zal leggen op „din
gen, die gemakkelijk klaar te maken
zijn". De schooljongen van een jaar of
tien bekommert zich daar natuurlijk niet
om, die zegt: „Als het maar lékker is" en
somt meteen zijn lievelingskostjes op. De
huismoeder denkt, behalve aan de
smaak en de voedzaamheid, aan het ge
zellig aanzien van de „ideale maaltijd"
en zeker ook aan het geld, dat ze er voor
uit kan geven en het werk dat ze er aan
heeft. Een voedingsdeskundige tenslotte
zal in de eerste .plaats spreken over „vol
doende eiwitten, vitamines en voedings-
zouten".
En wie heeft er nu gelijk?
Wel, van hun kant bezien heeft geen
van deze voorbijgangers ongelijk. Wie
veel lichamelijk werk doet, heeft meer
en steviger voedsel nodig dan iemand met
weinig beweging en vanzelf zal hij dan
ook grotere porties nemen dan de gezins
leden, die rustig bezig zijn.
Degenen met gevoelige spijsverterings
organen en kleine eetlust daarentegen,
zullen vanzelf niet te veel ineens eten,
maar zich liever kleine beetjes opdoen
en dan desnoods nog eens iets nemen
tussen de maaltijden in. Voor beide groe
pen is in het algemeen een speciale voe
ding niet noodzakelijk. „Grote en kleine
eters" hoeven de huisvrouw dan ook
geen hoofdbrekens te kosten. Het gaat er
immers in de eerste plaats om, dat ieder
de levensmiddelen met de grootste waar.
de: melk, groenten en liefst ook fruit en
bovendien een portie kaas, vlees, vis of
ei dagelijks gebruikt, in voldoende hoe
veelheid.
Verder kan dan de „honger" alnaar
deze groot of klein is, gestild worden met
meer of minder brood, aardappelen, ha
vermout e.d.; boter of margarine of (voor
een deel) vet of olie, suiker enz.
De hoeveelheden daarvan komen er dus
niet zo nauwkeurig op aan, zolang men
op zijn normale gewicht blijft.
Nog enige wenken: soep en stamppot
verzadigen gauwer, wanneer zij grof zijn
dan in fijnverdeelde toestand, vet meer
dan boter of margarine, bruinbrood meer
dan witbrood, havermout en gort meer
dan maizena- of custardpap, oude kaas,
vette vis en worst meer dan jonge kaas,
rookvlees e.d. De eerstgenoemde artike
len zijn dus meer geschikt voor de „grote
eters". De gezinsleden met heel weinig
trek kunnen het best kleine porties ne
men, die niet te vet noch te zoet zijn.
Dit om -te voorkomen dat hun eetlust ge
stild is voordat zij voldoende van het
waardevolste voedsel hebben opgenomen.
Met een stukje boter of margarine door
hun stampot of hun groente geroerd, be
wijst U hun groter dienst dan met vette
jus.
Nu moeten „gezond" en „goed verteer
baar" gepaard gaan met „smakelijk", an
ders hebben we er nog niet veel aan.
Gelukkig gaan deze drie in vele geval
len al „vanzelf" samen. De meeste kool
soorten bijv. smaken na 20 a 30 minu
ten koken niet alleen beter, maar zijn
ook lichter verteerbaar en bevatten veel
meer waarde »olle stoffen voor onze ge
zondheid dan wanneer ze „tot pap ge
kookt" zijn. Runderlappen, havermoutpap
en rijstebrij daarentegen worden smake
lijker en lichter verteerbaar naarmate zij
langer staan te pruttelen terwijl hun
voedingswaarde daardoor niet vermindert
omdat hierin vrijwel geen vitamine C
voorkomt (dat is het vitamine dat door
langdurige verhitting vernietigd wordt).
Met het oog hierop kan men dan ook
pap, vlees, droge rijst of macaroni en
erwten of bonen gerust voor een paar
dagen tegelijk bereiden als men een koele
bewaarplaats heeft.
Rekening houdend met al deze dingen
kunnen we het met wat fantasie, inzicht
en organisatie, een ieder wel naar de zin
maken!
Door de makelaars te Melbourne wordt
een scherpe mededinging en een zeer
gunstige markt verwacht, wanneer de
tweede helft van het wolverkoopseizoen
volgende week daar ter plaatse en te
Sydney opent. Een goede selectie zal in
beide plaatsen ter markt worden gebracht
en het aanbod wordt tot het beste van het
seizoen gerekend.
Inmiddels deden zich gisteren op de
Londense wolveiling weinig prijsverande-
ringen voor. De kopers hebben hun
agressieve houding laten varen. De meest
dringende behoeften schijnen nu te zijn
gedekt en de kopers zijn minder geneigd
extreme prijzen te betalen. Dit gold voor
namelijk voor Nieuw Zeelandse wol
50/54's, die ca 2d lager afkwamen. Ook
48/50's waren goedkoper. Andere kwali
teiten echter onveranderd en prijshou
dend met een kleine premie boven de
prijzen, die te Wanganui genoteerd wer
den.
Het aanbod in Merino's was gering en
hoewel ook de vraag slechts matig was,
bleven de prijzen onveranderd.
Ook te Port Elizabeth was de vraag
beperkt en de prijzen daalden er over het
algemeen met 5 pet vergeleken met de
vorige veiling.
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
zenuwpijnen, neemt dan Togal- Verdrijft
in al die gevallen snel en afdoende die
pijnen en U slaapt heerlijk Togal baat!
Zuivert de nieren en is onschadelijk voor
hart en maag. Bij apotheek en drogist
f 0.95, f 2.40, f 8.88.
Gisteren werd ten gemeentehuize van
Kampen de geboorte aangegeven van
Janna Hendrika Margje Prins, dochter
van H. J. Prins en J. ten Klooster, wo
nende Apeldoomsestraat 28 te Kampen.
Met deze aangifte kreeg Kampen offi
cieel 25.000 inwoners. De gelukkige vader
werd gefeliciteerd door burgemeester W.
P. Berghuis en door de commissaris der
Koningin in Oveflssel, die toevallig voor
een vergadering in Kampen aanwezig
was. Vrijdagmiddag bracht het gemeen
tebestuur van Kampen aan Janna Prins
een bezoek en werd haar van gemeente
wege een spaarbankboekje uitgereikt.
C 749
Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel
het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar
ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM
Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat
en nummer van het gewenste model.
Plak nooit meer dan Iop een kaart, wat meer geplakt wordt is
waardeloos.
Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291.
Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags.
26
Graag zou ik enigszins willen weten
wat jij zult doen, zei ik. Dat zal mij
veel meer inspireren, dan in het duister
te werken.
Het hangt geheel van de twee vol-
Eende dagen af. Vanavond ga ik naar
onden terug om te zien, of een van
mijn mannen nieuwe mededelingen
heeft. Dan leg ik de gehele zaak aan
Casement voor. Als hij het met me eens
is, wacht ik tot het laatste ogenblik,
voor ik toetast. Wij hebben bewijzen
genoeg om Mc.Murtrie en Sacaroff te ar
resteren, in verband met het Devenport-
Dockyardgeval, maar het zou dwaasheid
zijn dat te doen, zolang er kans is, het
hele geheim op te lossen. Je zult nu be
grijpen waarom ik vanavond alles op
het spel heb gezet. Wij spelen hoog spel,
Lyndon, en ik denk hij zweeg even
ik denk, dat jij troefboer in handen
hebt.
„Is er geen werkje voor mij?" vroeg
Tommy. „Ik ben tot alles bereid, vooral
wanneer er een beetje geweld bij te pas
komt".
„Daaraan zal een poosje later wel be
hoefte zijn", zei Latimer met zijn bedaar,
de stem. „Nu neem ik je mee terug naar
Londen; daar zal genoeg voor je te doen
zijn, Morrison. Hie minder mensen van
deze zaak weten, hoe beter".
Hij wendde zich tot mij en vroeg:
„Kun je de boot alleen naar Tilbury
terug brengen, als wij hier afscheid ne
men?"
Ik knikte en hij reikte mij opnieuw de
hand.
„Wij zien elkander spoedig weer", zei
hji, „heel spoedig, denk ik. Heb je Long
fellow gelezen?"
De vraag was zo verrassend, dat ik een
glimlach niet weerhouden kon.
„De laatste tijd niet", antwoordde ik.
„Ik hen de laatste drie jaar niet in een
stemming voor poëzie geweest".
Hij drukte mij de hand en zijn blauwe
ogen keken mij recht aan.
„Ik ben geen optimist", zei hij, „maar
er is een regel bij Longfellow die jou wel
treffen zou, denk ik?'.
Hij zweeg.
„Het heeft wat te maken, met de mo
lens van God", voegde hij er langzaam
aan toe.
HOOFDSTUK XXI
Het bezoek van Sonja
Iemands gevoelens zijn vreemde din
gen. Ik zelf heb er in de regel niet het
minste vermoeden van, hoe de een of
andere toestand op mij inwerken zal, eer
ik er midden in ben.
Zo zou ik hebben geloofd, dat Lati-
mers mededelingen mij in een staat van
grote opwinding zouden hebben gebracht,
maar in werkelijkheid heb ik mij nooit zo
koel en luchtig gevoeld. Ik geloof, dat
iedere andere aandoening verdween in
het gevoel van verlichting, dat ik tenslot
te enige zekerheid had verkregen.
Toen ik onder het slaperige oog van de
verdrietig uitziende nachtwacht, afscheid
van hen had genomen, keerde ik naar de
„Betty" terug en begon de boot los te
maken. Daarna hees ik de zeilen, gleed
langzaam de oorlogsschepen en een gro
te, binnenkomende stoomboot langs en
bereikte het brede en stille water van
de. Theems. Ik had geen haast en nu de
mist opgetrokken was, werd het een
prachtige nacht om kalm met het getij
de rivier op te zeilen.
De dag brak aan, toen ik mijn oude
ankerplaats in de kreek weer bereikte.
Ondanks de lange en enigszins inspan
nende dag, voelde ik mij niet erg ver
moeid. Ik borg dus de zeilen en zette mij
in de kajuit, ,om de brief van McMurtrie
te schrijven.
Ik begon met de mededeling, dat ik
enkele dagen eerder met mijn uitvin
ding was geslaagd dan ik verwacht had
en gaf hem een korte dramatische be
schrijving van het succes van de eerste
proefneming. Ik vrees, dat ik de bijzon
derheden niet geheel naar waarheid heb
vermeld, maar de gehele waarheid te zeg
gen is een weelde die maar weinig men
sen zich kunnen veroorloven. En ik kon
het zeker niet. Toen ik gereed was,
adresseerde ik de brief naar Hotel Rus
sell, legde mij in een van de kooien en
was weldra in een welverdiende slaap. Ik
weet niet, of moeder Natuur of Gow
mij ontwaken deed. In ieder geval werd
ik wakker met den duidelijke indruk,
dat iemand de boot aanriep; ik stak dus
mijn hoofd naar buiten en zag op de
oever onze trouwe waker.
Hij groette mij met een enigszins ver
ontschuldigd gebaar, toen ik de jol af
zette om hem op te halen.
Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat ik
goed gedaan heb, mijnheer, aan wal te
blijven. De jongedame zei, dat ik geen
haast hoefde te maken.
De jongedame had daar gelijk in,
zei ik. We hadden je niet nodig.
De jol terugroeiend naar de „Betty"
voegde ik er aan toe; Maar ik ben blij,
dat je zo vroeg terug bent van ochtend.
Zodra wij ontbeten hebben moet je naar
Tilbury om een brief voor mij te pos
ten. Je kunt dan een nieuwsblad voor
mij mee terugbrengen.
Van nieuws gesproken, mijnheer,
merkte Gow op met plotselinge belang
stelling. Hebt u gehoord, dat ze de ach
terkant van Ganvey-eiland in de lucht
hebben laten vliegen, gistermorgen?
In de lucht hebben laten vliegen?
herhaalde ik, terwijl wij langs het jacht
aanlegden. Wie kan dat gedaan hebben?
Niemand schijnt het te weten, ant
woordde hij. Het moet heel vroeg gebeurd
zijn, zeggen ze. Volgens mijn gedachten,
mijnheer, zullen die vervloekte Russen,
die mijn boot hebben laten zinken, er
wel meer van weten.
Dat zou me niet verbazen, zei ik. Ze
schijnen een paar boze bliksems te zijn.
Gow zei met nadruk:
Dat zijn ze, mijnheer, dat zjjn ze
zeker. Het wordt tijd. dat iemand op een
keer, als zij er niet zijn, dat huis van hen
eens gaat bekijken.
Ik vond het niet nodig, hem te vertel
len, hoe aan dat verlangen reeds de vo
rige avond bijna was voldaan, maar ik
was er zeer door verlicht, dat tot nog toe
niemand enig vermoeden had, wie werke
lijk voor de verwoesting in de kreek ver
antwoordelijk was. Afgezien nog van al
de last, die een arrestatie wegens het op
blazen van een brok modder in een uit
hoek van de Theems met zich zou mee
brengen, zou het een droevig einde van
de loopbaan van een ontsnapt moordenaar
zijn geweest.
Zodra Gow het ontbijt had gereed ge
maakt, ging hij naar Tilbury op weg met
mijn brief voor McMurtrie. Na enkele
uren kwam hij terug met een exemplaar
van de Daily Mail en de boodschap, dat
er geen brieven voor mij aan het post
kantoor waren.
Ik liet hem op „de Betty", met bevel
de boot niet te verlaten, tot hij door
Tommy, Joyce of mij zou worden afgelost
en begaf mij langs de gewone weg naar
de hut. Het w.as nog geen dertig uur ge
leden. dat ik die verlaten had, maar er
was in die tijd zoveel gebeurd, dat het
wel drie weken leek.
Voor iemand, die in zo'n warnet van
gevaren verstrikt was als ik, bracht ik
een verwonderlijke kalme dag door. Geen
mens kwam in zicht en behalve het lezen
van de „Daily Mail" en een tijd van in
gespannen nadenken, verheugde ik mij in
een absoluut niets doen. Na de vermoeie
nis en de opwinding van de vorige dag,
was deze rust juist wat ik nodig had. Het
gaf mij tijd om, na Latimer's verbijste
rende mededeling, mij geheel in mijn toe
stand in te denken, en ik geloof, dat ik
daar vrij goed in slaagde. Ofschoon de
mogelijkheid om mijn onschuld te bewij
zen nog veraf scheen, had ik tenslotte
een gedeelte van de geheimzinnigheid van
McMurtrie en zijn vrienden tot oplossing
gebracht en het werd mij steeds duidelij
ker, dat de beide problemen nauw ver
bonden waren, In ieder geval, ik ging in
een optimistische stemming en met het
opwekkende gevoel, dat ik een aangename
dag in zicht had, naar bed.
Die dag begon reeds op de meest belo
vende wijze. Ik ontwaakte om acht uur
en was bezig mij een licht ontbijt gereed
te maken met een blikje sardines en een
stukje ongelooflijk droog brood, toen ik
door het kleine raam, dat op de weg naar
Tilbury uitzag, mijn jonge vriend van 't
postkantoor door het veld heen zag nade
ren. Ik opende de deur en hij kwam met
een eerbiedige grijns van herkenning op
mij toe.
Brief voor u, mijnheer, zei hij. Van
ochtend aangekomen, mijnheer.
Hij overhandigde mij een enveloppe in
Joyce's schrift en bleef bij mij staan, ter
wijl ik de brief las, terwijl hij in gedach
ten op zijn hoofd krabde met de klep van
zijn pet. Het korte briefje was karakte
ristiek voor Joyce.
„Mijn beste Neil,
Morgenmiddag kom ik je opzoeken. Ik
heb je verschillende dingen te vertellen,
maar de hoofdzaak is toch, geloof ik wel,
dat ik hard naar je verlang. Dag
JOYCE."
Antwoord, mijnheer? vroeg de jon
gen, toen hij zag, dat ik met het lezen
gereed was.
Ja, Charles, zei ik. Er is een ant
woord, maar ik vrees dat ik dat niet over
de post kan zenden. Maar wacht toch
maar even, voegde ik er aan toe, toen hij
zijn pet weer wilde opzetten. Je kunt een
telegram voor mij verzenden. Het zal maar
even duren om het te schrijven.
Ik ging naar binnen en schreef haastig
een bericht aan Latimer, dat ik McMurtrie
geschreven had, maar dat er overigens
niets was voorgevallen. Ik stelde dit in
het eenvoudig cijferschrift, dat wij waren
overeengekomen, en gaf 't de jongen met
vijf shilling.
Je kunt houden, wat er te veel is,
zei ik, en daar vuurwerk voor kopen. Ik
heb het nog te druk gehad om het zelf te
maken.
Hij mompelde iets van dank en ver
trok, terwijl ik mijn aanval op het brood
en de sardines begon
Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest
van de ochtend om c.c werkplaats op te
ruimen. Ik leefde onder zulke onzekere
omstandigheden, dat het het beste was,
alle mogelijke sporen van mijn werk te
verwijderen en tegen de middag zag
mijn „laboratorium" er bijna even keu
rig uit, als toen ik er voor het eerst
kwam.
Ik tracteerde mijzelf op een sigaar
en begon naar Joyce uit te zien. Zij had
in haar brief geen tijd opgegeven, maar
ik wist, dat er vroeg in de middag enkele
treinen aankwamen en herinnerde mij,
dat ik haar had gevraagd onmiddellijk
naar de hut te komen.
Tegen twee uur zag ik plotseling een
auto, waarin alleen de bestuurder zat, in
snelle vaart de weg van Tilbury afko
men. De wagen stopte bij de kleine aan
planting, recht tegenover de hut en een
ogenblik later kwam een meisje tussen
de bomen te voorschijn; ze liep door het
veld recht op de hut af.
Ik was enigszins verrast, want ik wist
niet, dat Joyce ook chaufferen onder
haar bekwaamheden telde en zij had m.j
nooit verteld, dat er kans bestond, dat
zij met een auto komen zou. Maar het
volgend ogenblik drong de waarheid met
plotselinge schrik tot mij door. Het was
Joyce niet, het was Sonja.
Ik weet niet, waarom deze ontdekking
zo'n schok gaf, want ik had haar komst
allang kunnen verwachten. Maar een
schok gaf het mij stellig. En enkele se
conden stond ik zo dwaas naar haar te
kijken, als iemand die plotseling het ge
bruik van zijn ledematen heeft verloren.
Wat tot mijzelf gekomen wendde ik mi]
van het venster af en ging naar de <Je«r-
Zij kwam snel naar mij toe met de
lieflijke bevalligheid haar ei8e"- ,jr
haastige wandeling door het veld had de
gewoonlijk ivoorbleke tint van haar huid
gekleurd en haar donkere ogen waren
zeer levendig.
Ik reikte haar mijn hand om haar te
verwelkomen.
Ik dacht, dat je mijn adres vergeten
had, Sonja, zei ik.
Met haar merkwaardige, korte, diepe
lach keek zij mij vrolijk aan en zei bijna
fluisterend:
Neen, neen, ik heb het niet verge
ten, zoals je ziet.
Kom binnen, verzocht ik en leidde
haar de hut in.
Zij keek de kleine kamer rond en im
pulsief legde zij haar hand in de mijne,
als wilde zij mij voor altijd weg hebben
uit dit bedompte vertrek. Ik zag in haar
ogen weer die glans, welke mij ook de
vorige maal haar gevoelens verraden had
Een ogenblik stond ik in twijfel of ik
haar zou zeggen, dat ik wist van haar
liefde voor mij, maar dat zij alle illusies
weg moest vagen, omdat ik mij in geen
geval wilde binden aan iemand, voor wie
ik geen wederkerige liefde bezaten
dan was Joyce er ook nog! Ik sprak deze
gedachte echter niet uit; eerst wilde ik
van haar nog iets horen over McMurtrie
en haar vader. Ik nam een aanloopje:
Heb je gehoord, dat ik geslaagd ben
met mijn uitvinding? Twintig meter van
Canvey-eiland opgeblazen met een half
pond van deze stof. Dat lijkt me voldende
vind je niet?
Prachtig! Wat was ik blij, toen ik
het van vader hoorde.
Wat nu, Sonja? Kan ik je vader en
McMurtrie vertrouwen?
Zij liet mijn hand los en ging op de
rand van de kleine tafel zitten, waaraan
ik altijd zat te schrijven.
Hen vertrouwen? herhaalde zij min
achtend. Ja, vertrouw hen maar, als je
nog langer bedrogen en bestolen wilt
worden! Zie je dan niet vermoed je
dan niet, hoe ze je altijd hebben voorge
logen?
Natuurlijk heb ik dat, antwoordde
ik kalm, maar ik had te kiezen tussen
hen en Dartmoor. Het is niet prettig be
drogen te worden, maar nog altijd pret
tiger dan te verhongeren of gevangen te
zitten.
Zich met beide handen aan de rand van
de tafel vasthoudend, boog zij zich voor
over.
Maar geen van beiden is nodig, zei ze.
Ik zeg je, dat je binnen enkele Uren
uit Engeland weg kunt zijn met geld
genoeg voor geheel je leven. Weet je hoe
veel je uitvinding waard is? Weet je, welk
gebruik zij er van willen maken?
Ik denk, dat ze haar zullen verkopen.
Het zal niet moeilijk zijn daar iemand voor
te vinden.
Moeilijk! Zij liet haar stem dalen tot
een snelle fluistering: Zij hebben er
iemand voor. De beste afnemer in geheel
Europa, 'n Afnemer, die alles in de wereld
zal betalen voor zo'n geheim.
Ik keek haar aan met een goed ge
speelde uitdrukking van verbazing en op
rijzend begrijpen.
Goede hemel, Sonja! zei ik langzaam.
Bedoel je.
Zij maakte een ongeduldig gebaar met
de hand.
Luister ik zal je alles zeggen. Waar
dient het voor, als' jij en ik elkaar de
waai'heid verzwijgen?
Zij zweeg een ogenblik.
Wij zijn spionnen, zei ze toen een
voudig. Spionnen van beroep. Natuurlijk
klinkt dat belachelijk en onmogelijk voor
jou maar het is waar. Je kent McMur
trie niet.
Ik schijn hem hier te leren kennen,
merkte ik op.
Hij is al jaren met mijn vader be
vriend, vervolgde zij. Zij waren samen
in Rusland, daarna in Parijs, in Wenen,
overal. Het was overal hetzelfde. In ieder
land speurden zij naar dingen, waarvoor
de regering van een ander land zou willen
betalen. Tenminste de dokter deed dat. De
anderen, mijn vader, ikzelf, Hoffman, wij
zijn z'n marionetten. Alles wat wij deden
was door hem overwogen en op touw
gezet.
Er was een ogenblik stilte.
Hoe lang zijn jullie hier? vroeg ik.
Wat heeft jullie naar Engeland ge
voerd?
Wij zijn hier iets meer dan drie jaar,
antwoordde zij langzaam. Er was iemand
in Londen, naar wien McMurtrie en mijn
vader zochten. Jaren geleden verried hij
ons in Leningrad.
Een gedachte zo fantastisch, dat ikzelf
nauwelijks aan de mogelijkheid geloofde
schoot mij door het hoofd.
Ik maakte mijn lippen vochtig, vroeg
toen bedaard:
Wie was hij?
Zij schudde haar hoofd.
Ik weet het niet; ik weet alleen dat
hij dood is. McMurtrie zou iedereen doden,
die hem verraden had als hij kon.
Vreemd opgewonden liep ik door de
kamer en zette mij op de rand van het
bed.
En daarna, vroeg ik kalm, denk ik,
dat de dokter van mening was, dat hij
even goed hier zaken kon doen?
Hij kreeg een wenk uit Moskou. Toen
wij in Parijs waren, had hij alle mogelijke
inlichtingen daarheen gezonden. En zoals
de toestand tegenwoordig is, zijn ze
natuurlijk nog verlangender gegevens over
het Engelse leger en de marine te krijgen.
Zij zweeg.
Wat zij vooral graag in handen zou
den hebben, waren de tekeningen van de
Lyndon-Marwood-torpedo.
Ja, dat geloof ik graag. Er zijn heel
veel mensen, die dat zouden willen. Maar
ze zijn niet te koop.
Sonja lachte zachtjes.
De prijs die wij er voor betaald heb
ben, zei ze bedroeg juist twaalfhonderd
pond.
Ik sprong op; thans was mijn verbazing
ongehuicheld.
Jullie hebt ze gekocht! zei ik onge
lovig. Gekocht van iemand van het
departement van marine?
Sonja schudde het hoofd.
Herinner je je niet, wat je in de Daily
Mail gelezen hebt over de roof in jullie
kantoor in Victoria Street?
Ik staarde haar aan; plotseling drong
echter de volle waarheid tot mij door.
George verkocht ze dus? ze ik.
Zn knikte.
Al die tijd,, sinds jij in de gevangenis
zat, gingen de zaken achteruit. Hij zat
om geld verlegen erg verlegen; ook
McMurtrie kwam dit te weten. En ook
dat er copie van in het kantoor was. De
rest kun je zelf begrijpen. Natuurlijk
was de roofpartij een afgesproken spel.
om je neef te beschermen, wanneer de
regering er achter mocht komen, dat Je
Sovjet de tekeningen in handen gekregen
had.
Is de regering daarvan op de hoogte?
Sonja haalde haar schouders op.
Ik weet het niet. De dokter en mijn
vader vertellen mij nooit iets, wanneer
zij het voor zichzelf kunnen houden. Het
meeste weet ik uit brokken van gesprek
ken, die ikzelf in verband heb gebracht.
Ik ben hun nuttig en tot op zekere hoogte
vertrouwen zij mij. Maar zij weten ook,
dat ik hen beiden haat.
Zij zei dit met een diepe bitterheid, die
mij volkomen eerlijkheid van haar woor
den bewees. Ook gevoelde ik, dat zij mij
de waarheid over George had gezegd.
Een man, die voor de rechters loog als
hij, was ook tot landverraad in staat. Ik
zag Sonja aan.
Waarom vertelde George al die leu
gens over mij aan de rechtbank? vroeg
ik.
Ik weet dit niet zeker. Ik denk om
jou uit de weg te hebben en je nieuwe
uitvinding te stelen. Natuurlijk begreep
hij er de waarde V3n. Je had hem van
aantekeningen verteld en hij meende in
staat te zijn er voor zichzelf een winst
gevend gebruik van te maken.
Hij zal daarin verschrikkelijk teleurge
steld zijn, zei ik. Ze waren in een soort
van geheimschrift.
Dat weet ik. Hij bood ons aan, ze
te kopen. Hij dacht, dat de Russen wel
een mooi sommetje zouden over hebben
voor de kans ze te ontcijferen.
Hoe boos ik ook was, ik kon niet na
laten te lachen. Ik herkende George zo
op-en-top in een dergelijke speculatie.
Ik kan me nauwelijks voorstellen,
dat de dokter dergelijke zaken zou doen,
zei ik.
Het was in elk geval te laat. ant
woordde zij kalm. Juist nadat hij het
aanbod had gedaan, ontsnapte jij.
Opnieuw zwegen wij.
Wat deed jullie eigenlijk in die ver
laten uithoek van de wereld? vroeg ik
opnieuw.
Voor mij was die vraag volkomen over
bodig, maar ik meende, dat Sonja haar
verwachten zou.
O, niet voor ons genoegen, antwoord
de zij kort. Wij moesten dicht bij Devon-
port zijn en tegelijkertijd hadden wij een
rustige en onopvallende plek nodig. Hoff
man vond het huis en wij hebben het
voor zes maanden gemeubeld gehuurd
(Wordt vervolgd)