Op zoek naar de„ideale maaltijd" „Fruit wordt nog te veel als luxe beschouwd m Ons Succes-patroon van deze week Neil Lyndon ontsnapt HOE BESTEL IK MIJN PATROON? V =- J Slaapt U slecht VICTOR BRIDGES ZATERDAG 17 JANUARI 1953 PAGINA 4 Een kwart der hoofdfilms is gekleurd. Aantal Europese films stijgt. Stilstand is achteruitgang. Zestig millioen in 1952 naar de bioscoop. Meer waar dering voor de film. Maar ook meer critische zin. Windy Toye, danseres, heeft een film gemaakt. Bing Crosby neemt rust. Apparaat om televisieprogramma's op te nemen en weer te geven. Lilian Harvey 46 jaar gaat trouwen. Ieder zijn meug, maar allen wat goeds \V) Nederlanders eten per jaar 150 millioen kilogram appels AARZELING OP WOL- VEILINGEN Melbourne verwacht scherpe mededinging KAMPEN HEEFT 25.000 INWONERS Nu de winter aanhoudt, hebben we nog steeds behoefte aan een warme nachtjapon. Dit model is zeer een voudig, wat voor nachtkleding altijd practisch is. Het vest, de manchetten en de cein tuur zijn van gebloemde stof. Midden worden de naadjes ingestikt, waardoor het lijfje en de rok wat ruimer worden. De ballonmouw is met een smal boordje afgewerkt. Dit patroon is verkrijgbaar in maat 42, 46, 48, 50 a f 0.85. Geautoriseerde vertaling uit het Engels va?i In het nummer van zijn Officieel Or gaan, waarmee de Nederlandsche Bio scoopbond afscheid neemt van 1952, wordt een beknopt overzicht gegeven, waarin wjj enige cijfers aantreffen, die onze bj) de jaarwisseling gemaakte op merking over het toenemende aantal kleurenfilms, dat in ons land wordt vertoond, bevestigen. Het gebruik van kleurenmateriaal is blijkens deze cjjfers met niet minder dan 23 procent geste gen tegen 19 pet in 1951 zodat in totaal thans bijna een kwart van de in omloop zijnde hoofdfilms is gekleurd. Het aantal hier te lande ingevoerde films vertoonde in 1952 voor het eerst een kleine stijging, namelijk met 33 stuks, waarvan er 10 uit de Verenigde Staten en 23 uit West-Duitsland afkomstig waren. Engeland daarentegen zag zijn Neder landse invoer met 10 films verminde ren ten gunste van Frankrijk, Zweden en Oost-Duitsland. Ongeveer 69 procent van de bioscoop programma's bestond uit Amerikaanse producten en 31 procent uit Europese, hetgeen, in vergelijking met voorgaande jaren, wederom een kleine verschuiving ten gunste van laatstgenoemde categorie betekent. Hoewel de ontvangsten van de Neder landse bioscopen betrekkelijk stabiel zijn gebleven in 1952, deze ontvangsten liepen zelfs een paar procent op, of schoon het aantal toeschouwers daalde mag daarin geen reden tot geruststel ling worden gezien. „Zulk een stilstand", aldus merkt de redactie op „is achteruitgang en de we tenschap, dat niet voldoende kan wor den gereserveerd om de technische ont wikkeling bij te houden en de grotere concurrentie, die voor de deur staat het hoofd te bieden, levert motieven te over tot behoedzaamheid bij het beoordelen van het aspect in 1953. Nu zich een doorbraak heeft voltrok ken in de afgelopen jaren in de publieke waardering van film en bioscoop, is de vraag, hoe het mogelijk is, dat de gemid delde bezoekcijfers in ons land ten achter liggen bij het buitenland, allerminst met de bevolkingsdichtheid corresponderen en geenszins gelijke tred houden met de grote contingenten schoolvrije jeugd en volwassenen, welke jaarlijks aan het volumen ener ontspanning behoevende menigte worden toegevoegd, er een, die nauwlettende aandacht vraagt en op korte termijn een afdoend antwoord behoeft. De 60 millioen kijkers van het afgelopen jaar zullen met ettelijke mil- lioenen moeten toenemen, willen wij onze belangrijke plaats in het ontspannings leven behouden, om van verbetering niet te spreken." Inderdaad heeft zich in de laatste j jaren, zoals de redactie opmerkt, een doorbraak voltrokken in de publieke waardering van film en bioscoop. Een doorbraak, die o.i. voor een niet gering deel te danken is aan de actie van se rieuze organisaties, critici en particulie ren, die belangstelling pogen te wekken voor de goede film en die het publiek het zo hoog nodige onderscheidingsver mogen trachten bij te brengen. Erkent men de invloed en het belang van deze actie, dan heeft men tegelijkertijd één van de redenen gevonden, waarom „de bezoek cijfers geenszins gelijke tred houden met de grote contingenten schoolvrije jeugd en volwassenen, welke jaarlijks aan het volumen ener ontspanning behoevende menigte worden toegevoegd", zoals de redactie het deftig, maar weinig fraai zegt. Het aantal in de Nederlandse bio scopen vertoonde films, dat werkelijk de aandacht van „de ontspanning behoeven de menigte" verdient, is helaas nog al tijd te gering en er worden steeds meer mensen gekweekt, die aan hun ontspan ning zekere intellectuele en artistieke eisen gaan stellen. Als er in de bioscopen geen films draaien, die aan deze eisen voldoen, blijven ze liever thuis, of be steden hun geld aan ander, beter amu sement. Ergens in het West End van Londen woont Wendy Toye. Niemand zal het u kwalijk nemen, als u bekent, dat u nog nooit van haar hebt gehoord. Maar toch heeft zij in haar flat niet minder dan drie bekers, 48 medailles en 144 oorkon den, die getuigenis afleggen van haar succes als danseres. Miss Toye is een aantrekkelijke, leven dige, geestige jonge vrouw van 35 jaar, die les heeft gehad van alle groten op het gebied van de dans, van Victor Sil vester af tot Anton Dolin en Sadler's Wells toe. Toen ze 16 jaar was, voerde ze de regie over een aantal andere dan sers. Ze produceerde de dansen van een groep Amerikaanse meisjes in een May- fair-cabaret, toen ze 17 was. In haar twintiger jaren hielp ze de regie voeren over de „Crazy Gang", Tommy Trinder, Bebe Daniels en Ben Lyon. De grote C. B. Cochran maakte haar producent van al zijn revues, te beginnen met „Big-Ben". Om de Amerikaanse choreografie voor „Annie get your gun" te bestuderen, verfde ze heur haar blond en ging weer als danseres aan het werk. Toen de Engelse journalist David Lewin haar vroeg, of het niet moeilijk voor haar was geweest, zich te doen gel den bij mensen, die bijna tweemaal zo oud waren als zijzelf, luidde haar ant woord: „Helemaal niet. Ik heb nooit te genstand ontmoet, omdat ik een vrouw ben of wegens mijn leeftijd. Ik maak te voren precies uit. wat ik met een op voering wil doen en omdat ik mijn werk ken, doen ze wat ik wil". „Het zachte stemmetje in de stalles, dat orders geeft", veronderstelde de journalist. „Een luide stem, vrees ik", verbeterde Wendy Toye „Plus een schel gefluit". Ik ben namelijk tot de ontdekking gekomen dat er geen betere manier is om een einde te maken aan lawaai of gepraat dan twee vingers in mijn mond te steken en hard te fluiten. Jarenlang heb ik be kend gestaan als „Whistling Toy(e)" (Fluitend Speelgoed). Nu begint het meisje, dat een solo danste in de Londense Albert Hall, toen ze drie jaar was en dat tot winnares van een Charleston-wedstrijd werd uitgeroe pen door Fred Astaire, toen ze zeven was, een nieuwe loopbaan bij de film wegens het succes van „The Stranger left no card". (De Vreemdeling liet geen kaartje achter) een film met een ver- toningsduur van 25 minuten. Het is de eerste film, die Wendy Toye heeft ge regisseerd. Ze maakte haar in 13 dagen voor een bedrag van 35.000,in de open lucht te Windsor. Het resultaat is volgens de deskundigen een uitmuntend en ongewoon moordmysterie. Bing Crosby heeft er voorlopig ge noeg van. Hij heeft zich teruggetrokken uit de Irving Berlin-muziekfilm „White Christmas", tegelijk met Fred Astaire. Bing zal tot September rust houden. Dan gaat hij weer samen optreden met Bog Hope en Dorothy Lamour. Wie zal het Crosby kwalijk nemen? Zijn vrouw, Dixie, is onlangs overleden en hij is meermalen millionnair. Dezer dagen heeft de Bing Crosby Amusementsmaatschappij aangekondigd, dat ze de beschikking heeft over een ap paraat, waarmee televisieprogramma's kunnen worden opgenomen en weerge geven zonder dat daarbij films moeten worden ontwikkeld. Naar men zegt, geeft het op de televisietoestellen beelden van dezelfde kwaliteit als „echte voor stellingen". De Amerikaanse televisiemaatschap pijen, die de kroningsfeesten in Londen willen uitzenden, stellen groot belang in dit apparaat. Het zou wellicht betekenen, dat de Amerikanen de kroning op de zelfde dag te zien krijgen als de Engel sen zelf. Miss Lilian Harvey, 46 jaar oud, ach tereenvolgens bewoonster van Londen, Berlijn, Parijs, Boedapest, Wenen en Hol lywood, gaat trouwen. Weet u niet, wie miss Harvey is? Herinnert u zich niet het lieftallige meisje met de blauwe ogen en het blon de haar, geboren in Engeland en ge naturaliseerd in Duitsland, dat in Berlijn werd opgeleid tot balletdanseres en dat in 1923 door Richard Eichberg voor de film werd „ontdekt?" Dat is heel lang geleden. De Lilian Harvey, die volgende maand in de dorps kerk van Taarbaek bij Kopenhagen in het huwelijk gaat treden met haar Deense directeur Valeur Larsen is nu een cabaret-nummer momenteel op tournee in Spanje. Toch is het 't zelfde meisje. Maar sinds de dagen van „Der Kongresz tanszt", haar meest bekende film, die in 1931 in Duitsland werd gemaakt en na haar filmcarrière in Elstree en Holly wood heeft Miss Harvey moeilijke tijden doorgemaakt. Ze verliet Duitsland vlak vóór de laat ste wereldoorlog, woonde een poosje in haar villa in het Zuiden van Frankrijk en dook vervolgens op in een klein ka mertje ergens in Los Angeles. Daarna poogde ze meermalen vergeefs op het witte doek terug te keren. Mis lukking van een film, optreden in thea ters en het zingen van de liedjes uit ,.Der Kongresz tantzt" in Parijs volgden. Ver leden jaar zong ze in een nachtclub. Toch heeft Lilan, toen ze nog een ster was en o.a. eigenares van een groot land goed in Hongarije, in 1939 verklaard: „Ik heb maar één verlangen trouwen en een gezin stichten. Ik heb gewerkt sinds ik 16 was en ik ben het zat". Maar het is 1953 moeten worden, al vorens deze hartewens voor een 46-jarige Lilian Harvey in vervulling ging. Lilian Harvey, thans 46 jaar, gaat met haar Deense directeur in het huwelijk treden. Op de jaarvergadering van de Ne derlandse fruittelersorganisatie kring Utrecht heeft de heer W. Kemmers van het Centraal Bureau van tuinbouwvei lingen in Nederland een beschouwing gegeven over de afzet en de export van het Nederlandse fruit. Hij zeide dat de aanvoer van appels en peren op de vei lingen 3 4 maal zo groot is als voor de oorlog. De oorzaak daarvan is niet zozeer gelegen in de uitbreiding van ons fruitareaal dat van 30.000 tot 40.000 ha is gestegen, doch wel in de sterke stijging van de opbrengt per ha. Dit brengt afzetmoeilijkheden met zich. De afzet is te vinden bij het binnenlands verbruik, de fruitverwerkende industrie en bij de export. Het binnenlands verbruik is na de oor log wel verdubbeld maar is toch nog te laag. Een topjaar in het binnenlands ver bruik was 1947. Er werden toen 230 millioen kilo appels door onze bevolking opgegeten, doch na het einde van de le vensmiddelen distributie is de binnen landse consumptie van appels in de la tere jaren teruggelopen tot 140 a 160 millioen kilo. Spreker was van mening dat het gebruik van het fruit nog te veel beschouwd wordt als luxe. Boven dien ondervindt het Nederlandse fruit een grote concurrentie van de sinaas appel. De kansen op verhoging van de afzet aan de fruitverwerkende industrie zijn niet groot; door de hooge blikprijzen en door de importrestricties van Engeland. Daarheen zijn het vorig jaar 35.000 ton appels in blik uitgevoerd. Resumerende kwam de heer Kemmers tot de conclusie, dat de beste kansen van de afzet te vinden zijn in vergro ting van de export. Duitsland is verre weg onze grootste afnemers; de oogsten zijn in Duitsland zeer afwisselend en het Nederlandse fruit is van betere kwaliteit. Het is voor ons noodzakelijk om door verdere rationalisatie op de bedrijven onze kostprijs te drukken en de kwaliteit nog meer te verbeteren. De lijdensgeschiedenis van de tuinbouw- uitvoer naar België achtte spreker vol doende bekend. De Nederlandse invoer wordt daar op vele manieren belem merd en van de Benelux-gedachte is in deze sector zeer weinig terecht gekomen. Wanneer nu eens een radio-reporter aan een paar willekeurige voorbijgangers zou vragen, hoe zij zich een goede maal tijd voorstellen, welke antwoorden zou den we dan te horen krijgen? De man die de hele dag buiten in touw is, zal het misschien hebben over een stevige, dampende stampot met flink wat vet. Maar Oma, die een groot deel van de dag voor het raam zit te 'breien, denkt liever aan lichte, zachte kostjes die niet zwaar op de maag liggen, terwijl haar kleindochter, die alleen op een kamer woont, wel de nadruk zal leggen op „din gen, die gemakkelijk klaar te maken zijn". De schooljongen van een jaar of tien bekommert zich daar natuurlijk niet om, die zegt: „Als het maar lékker is" en somt meteen zijn lievelingskostjes op. De huismoeder denkt, behalve aan de smaak en de voedzaamheid, aan het ge zellig aanzien van de „ideale maaltijd" en zeker ook aan het geld, dat ze er voor uit kan geven en het werk dat ze er aan heeft. Een voedingsdeskundige tenslotte zal in de eerste .plaats spreken over „vol doende eiwitten, vitamines en voedings- zouten". En wie heeft er nu gelijk? Wel, van hun kant bezien heeft geen van deze voorbijgangers ongelijk. Wie veel lichamelijk werk doet, heeft meer en steviger voedsel nodig dan iemand met weinig beweging en vanzelf zal hij dan ook grotere porties nemen dan de gezins leden, die rustig bezig zijn. Degenen met gevoelige spijsverterings organen en kleine eetlust daarentegen, zullen vanzelf niet te veel ineens eten, maar zich liever kleine beetjes opdoen en dan desnoods nog eens iets nemen tussen de maaltijden in. Voor beide groe pen is in het algemeen een speciale voe ding niet noodzakelijk. „Grote en kleine eters" hoeven de huisvrouw dan ook geen hoofdbrekens te kosten. Het gaat er immers in de eerste plaats om, dat ieder de levensmiddelen met de grootste waar. de: melk, groenten en liefst ook fruit en bovendien een portie kaas, vlees, vis of ei dagelijks gebruikt, in voldoende hoe veelheid. Verder kan dan de „honger" alnaar deze groot of klein is, gestild worden met meer of minder brood, aardappelen, ha vermout e.d.; boter of margarine of (voor een deel) vet of olie, suiker enz. De hoeveelheden daarvan komen er dus niet zo nauwkeurig op aan, zolang men op zijn normale gewicht blijft. Nog enige wenken: soep en stamppot verzadigen gauwer, wanneer zij grof zijn dan in fijnverdeelde toestand, vet meer dan boter of margarine, bruinbrood meer dan witbrood, havermout en gort meer dan maizena- of custardpap, oude kaas, vette vis en worst meer dan jonge kaas, rookvlees e.d. De eerstgenoemde artike len zijn dus meer geschikt voor de „grote eters". De gezinsleden met heel weinig trek kunnen het best kleine porties ne men, die niet te vet noch te zoet zijn. Dit om -te voorkomen dat hun eetlust ge stild is voordat zij voldoende van het waardevolste voedsel hebben opgenomen. Met een stukje boter of margarine door hun stampot of hun groente geroerd, be wijst U hun groter dienst dan met vette jus. Nu moeten „gezond" en „goed verteer baar" gepaard gaan met „smakelijk", an ders hebben we er nog niet veel aan. Gelukkig gaan deze drie in vele geval len al „vanzelf" samen. De meeste kool soorten bijv. smaken na 20 a 30 minu ten koken niet alleen beter, maar zijn ook lichter verteerbaar en bevatten veel meer waarde »olle stoffen voor onze ge zondheid dan wanneer ze „tot pap ge kookt" zijn. Runderlappen, havermoutpap en rijstebrij daarentegen worden smake lijker en lichter verteerbaar naarmate zij langer staan te pruttelen terwijl hun voedingswaarde daardoor niet vermindert omdat hierin vrijwel geen vitamine C voorkomt (dat is het vitamine dat door langdurige verhitting vernietigd wordt). Met het oog hierop kan men dan ook pap, vlees, droge rijst of macaroni en erwten of bonen gerust voor een paar dagen tegelijk bereiden als men een koele bewaarplaats heeft. Rekening houdend met al deze dingen kunnen we het met wat fantasie, inzicht en organisatie, een ieder wel naar de zin maken! Door de makelaars te Melbourne wordt een scherpe mededinging en een zeer gunstige markt verwacht, wanneer de tweede helft van het wolverkoopseizoen volgende week daar ter plaatse en te Sydney opent. Een goede selectie zal in beide plaatsen ter markt worden gebracht en het aanbod wordt tot het beste van het seizoen gerekend. Inmiddels deden zich gisteren op de Londense wolveiling weinig prijsverande- ringen voor. De kopers hebben hun agressieve houding laten varen. De meest dringende behoeften schijnen nu te zijn gedekt en de kopers zijn minder geneigd extreme prijzen te betalen. Dit gold voor namelijk voor Nieuw Zeelandse wol 50/54's, die ca 2d lager afkwamen. Ook 48/50's waren goedkoper. Andere kwali teiten echter onveranderd en prijshou dend met een kleine premie boven de prijzen, die te Wanganui genoteerd wer den. Het aanbod in Merino's was gering en hoewel ook de vraag slechts matig was, bleven de prijzen onveranderd. Ook te Port Elizabeth was de vraag beperkt en de prijzen daalden er over het algemeen met 5 pet vergeleken met de vorige veiling. door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan Togal- Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en U slaapt heerlijk Togal baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apotheek en drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88. Gisteren werd ten gemeentehuize van Kampen de geboorte aangegeven van Janna Hendrika Margje Prins, dochter van H. J. Prins en J. ten Klooster, wo nende Apeldoomsestraat 28 te Kampen. Met deze aangifte kreeg Kampen offi cieel 25.000 inwoners. De gelukkige vader werd gefeliciteerd door burgemeester W. P. Berghuis en door de commissaris der Koningin in Oveflssel, die toevallig voor een vergadering in Kampen aanwezig was. Vrijdagmiddag bracht het gemeen tebestuur van Kampen aan Janna Prins een bezoek en werd haar van gemeente wege een spaarbankboekje uitgereikt. C 749 Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar ATELIER CROON BEATRIJSSTRAAT 4, ROTTERDAM Vermeld aan de andere zijde duidelijk uw naam, adres, woonplaats en maat en nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan Iop een kaart, wat meer geplakt wordt is waardeloos. Girostortingen eveneens ten name van Atelier Croon op nummer 271291. Afgehaald elke dag van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uur. Behalve 's Zaterdags. 26 Graag zou ik enigszins willen weten wat jij zult doen, zei ik. Dat zal mij veel meer inspireren, dan in het duister te werken. Het hangt geheel van de twee vol- Eende dagen af. Vanavond ga ik naar onden terug om te zien, of een van mijn mannen nieuwe mededelingen heeft. Dan leg ik de gehele zaak aan Casement voor. Als hij het met me eens is, wacht ik tot het laatste ogenblik, voor ik toetast. Wij hebben bewijzen genoeg om Mc.Murtrie en Sacaroff te ar resteren, in verband met het Devenport- Dockyardgeval, maar het zou dwaasheid zijn dat te doen, zolang er kans is, het hele geheim op te lossen. Je zult nu be grijpen waarom ik vanavond alles op het spel heb gezet. Wij spelen hoog spel, Lyndon, en ik denk hij zweeg even ik denk, dat jij troefboer in handen hebt. „Is er geen werkje voor mij?" vroeg Tommy. „Ik ben tot alles bereid, vooral wanneer er een beetje geweld bij te pas komt". „Daaraan zal een poosje later wel be hoefte zijn", zei Latimer met zijn bedaar, de stem. „Nu neem ik je mee terug naar Londen; daar zal genoeg voor je te doen zijn, Morrison. Hie minder mensen van deze zaak weten, hoe beter". Hij wendde zich tot mij en vroeg: „Kun je de boot alleen naar Tilbury terug brengen, als wij hier afscheid ne men?" Ik knikte en hij reikte mij opnieuw de hand. „Wij zien elkander spoedig weer", zei hji, „heel spoedig, denk ik. Heb je Long fellow gelezen?" De vraag was zo verrassend, dat ik een glimlach niet weerhouden kon. „De laatste tijd niet", antwoordde ik. „Ik hen de laatste drie jaar niet in een stemming voor poëzie geweest". Hij drukte mij de hand en zijn blauwe ogen keken mij recht aan. „Ik ben geen optimist", zei hij, „maar er is een regel bij Longfellow die jou wel treffen zou, denk ik?'. Hij zweeg. „Het heeft wat te maken, met de mo lens van God", voegde hij er langzaam aan toe. HOOFDSTUK XXI Het bezoek van Sonja Iemands gevoelens zijn vreemde din gen. Ik zelf heb er in de regel niet het minste vermoeden van, hoe de een of andere toestand op mij inwerken zal, eer ik er midden in ben. Zo zou ik hebben geloofd, dat Lati- mers mededelingen mij in een staat van grote opwinding zouden hebben gebracht, maar in werkelijkheid heb ik mij nooit zo koel en luchtig gevoeld. Ik geloof, dat iedere andere aandoening verdween in het gevoel van verlichting, dat ik tenslot te enige zekerheid had verkregen. Toen ik onder het slaperige oog van de verdrietig uitziende nachtwacht, afscheid van hen had genomen, keerde ik naar de „Betty" terug en begon de boot los te maken. Daarna hees ik de zeilen, gleed langzaam de oorlogsschepen en een gro te, binnenkomende stoomboot langs en bereikte het brede en stille water van de. Theems. Ik had geen haast en nu de mist opgetrokken was, werd het een prachtige nacht om kalm met het getij de rivier op te zeilen. De dag brak aan, toen ik mijn oude ankerplaats in de kreek weer bereikte. Ondanks de lange en enigszins inspan nende dag, voelde ik mij niet erg ver moeid. Ik borg dus de zeilen en zette mij in de kajuit, ,om de brief van McMurtrie te schrijven. Ik begon met de mededeling, dat ik enkele dagen eerder met mijn uitvin ding was geslaagd dan ik verwacht had en gaf hem een korte dramatische be schrijving van het succes van de eerste proefneming. Ik vrees, dat ik de bijzon derheden niet geheel naar waarheid heb vermeld, maar de gehele waarheid te zeg gen is een weelde die maar weinig men sen zich kunnen veroorloven. En ik kon het zeker niet. Toen ik gereed was, adresseerde ik de brief naar Hotel Rus sell, legde mij in een van de kooien en was weldra in een welverdiende slaap. Ik weet niet, of moeder Natuur of Gow mij ontwaken deed. In ieder geval werd ik wakker met den duidelijke indruk, dat iemand de boot aanriep; ik stak dus mijn hoofd naar buiten en zag op de oever onze trouwe waker. Hij groette mij met een enigszins ver ontschuldigd gebaar, toen ik de jol af zette om hem op te halen. Morgen, mijnheer! Ik hoop, dat ik goed gedaan heb, mijnheer, aan wal te blijven. De jongedame zei, dat ik geen haast hoefde te maken. De jongedame had daar gelijk in, zei ik. We hadden je niet nodig. De jol terugroeiend naar de „Betty" voegde ik er aan toe; Maar ik ben blij, dat je zo vroeg terug bent van ochtend. Zodra wij ontbeten hebben moet je naar Tilbury om een brief voor mij te pos ten. Je kunt dan een nieuwsblad voor mij mee terugbrengen. Van nieuws gesproken, mijnheer, merkte Gow op met plotselinge belang stelling. Hebt u gehoord, dat ze de ach terkant van Ganvey-eiland in de lucht hebben laten vliegen, gistermorgen? In de lucht hebben laten vliegen? herhaalde ik, terwijl wij langs het jacht aanlegden. Wie kan dat gedaan hebben? Niemand schijnt het te weten, ant woordde hij. Het moet heel vroeg gebeurd zijn, zeggen ze. Volgens mijn gedachten, mijnheer, zullen die vervloekte Russen, die mijn boot hebben laten zinken, er wel meer van weten. Dat zou me niet verbazen, zei ik. Ze schijnen een paar boze bliksems te zijn. Gow zei met nadruk: Dat zijn ze, mijnheer, dat zjjn ze zeker. Het wordt tijd. dat iemand op een keer, als zij er niet zijn, dat huis van hen eens gaat bekijken. Ik vond het niet nodig, hem te vertel len, hoe aan dat verlangen reeds de vo rige avond bijna was voldaan, maar ik was er zeer door verlicht, dat tot nog toe niemand enig vermoeden had, wie werke lijk voor de verwoesting in de kreek ver antwoordelijk was. Afgezien nog van al de last, die een arrestatie wegens het op blazen van een brok modder in een uit hoek van de Theems met zich zou mee brengen, zou het een droevig einde van de loopbaan van een ontsnapt moordenaar zijn geweest. Zodra Gow het ontbijt had gereed ge maakt, ging hij naar Tilbury op weg met mijn brief voor McMurtrie. Na enkele uren kwam hij terug met een exemplaar van de Daily Mail en de boodschap, dat er geen brieven voor mij aan het post kantoor waren. Ik liet hem op „de Betty", met bevel de boot niet te verlaten, tot hij door Tommy, Joyce of mij zou worden afgelost en begaf mij langs de gewone weg naar de hut. Het w.as nog geen dertig uur ge leden. dat ik die verlaten had, maar er was in die tijd zoveel gebeurd, dat het wel drie weken leek. Voor iemand, die in zo'n warnet van gevaren verstrikt was als ik, bracht ik een verwonderlijke kalme dag door. Geen mens kwam in zicht en behalve het lezen van de „Daily Mail" en een tijd van in gespannen nadenken, verheugde ik mij in een absoluut niets doen. Na de vermoeie nis en de opwinding van de vorige dag, was deze rust juist wat ik nodig had. Het gaf mij tijd om, na Latimer's verbijste rende mededeling, mij geheel in mijn toe stand in te denken, en ik geloof, dat ik daar vrij goed in slaagde. Ofschoon de mogelijkheid om mijn onschuld te bewij zen nog veraf scheen, had ik tenslotte een gedeelte van de geheimzinnigheid van McMurtrie en zijn vrienden tot oplossing gebracht en het werd mij steeds duidelij ker, dat de beide problemen nauw ver bonden waren, In ieder geval, ik ging in een optimistische stemming en met het opwekkende gevoel, dat ik een aangename dag in zicht had, naar bed. Die dag begon reeds op de meest belo vende wijze. Ik ontwaakte om acht uur en was bezig mij een licht ontbijt gereed te maken met een blikje sardines en een stukje ongelooflijk droog brood, toen ik door het kleine raam, dat op de weg naar Tilbury uitzag, mijn jonge vriend van 't postkantoor door het veld heen zag nade ren. Ik opende de deur en hij kwam met een eerbiedige grijns van herkenning op mij toe. Brief voor u, mijnheer, zei hij. Van ochtend aangekomen, mijnheer. Hij overhandigde mij een enveloppe in Joyce's schrift en bleef bij mij staan, ter wijl ik de brief las, terwijl hij in gedach ten op zijn hoofd krabde met de klep van zijn pet. Het korte briefje was karakte ristiek voor Joyce. „Mijn beste Neil, Morgenmiddag kom ik je opzoeken. Ik heb je verschillende dingen te vertellen, maar de hoofdzaak is toch, geloof ik wel, dat ik hard naar je verlang. Dag JOYCE." Antwoord, mijnheer? vroeg de jon gen, toen hij zag, dat ik met het lezen gereed was. Ja, Charles, zei ik. Er is een ant woord, maar ik vrees dat ik dat niet over de post kan zenden. Maar wacht toch maar even, voegde ik er aan toe, toen hij zijn pet weer wilde opzetten. Je kunt een telegram voor mij verzenden. Het zal maar even duren om het te schrijven. Ik ging naar binnen en schreef haastig een bericht aan Latimer, dat ik McMurtrie geschreven had, maar dat er overigens niets was voorgevallen. Ik stelde dit in het eenvoudig cijferschrift, dat wij waren overeengekomen, en gaf 't de jongen met vijf shilling. Je kunt houden, wat er te veel is, zei ik, en daar vuurwerk voor kopen. Ik heb het nog te druk gehad om het zelf te maken. Hij mompelde iets van dank en ver trok, terwijl ik mijn aanval op het brood en de sardines begon Hierdoor gesterkt besteedde ik de rest van de ochtend om c.c werkplaats op te ruimen. Ik leefde onder zulke onzekere omstandigheden, dat het het beste was, alle mogelijke sporen van mijn werk te verwijderen en tegen de middag zag mijn „laboratorium" er bijna even keu rig uit, als toen ik er voor het eerst kwam. Ik tracteerde mijzelf op een sigaar en begon naar Joyce uit te zien. Zij had in haar brief geen tijd opgegeven, maar ik wist, dat er vroeg in de middag enkele treinen aankwamen en herinnerde mij, dat ik haar had gevraagd onmiddellijk naar de hut te komen. Tegen twee uur zag ik plotseling een auto, waarin alleen de bestuurder zat, in snelle vaart de weg van Tilbury afko men. De wagen stopte bij de kleine aan planting, recht tegenover de hut en een ogenblik later kwam een meisje tussen de bomen te voorschijn; ze liep door het veld recht op de hut af. Ik was enigszins verrast, want ik wist niet, dat Joyce ook chaufferen onder haar bekwaamheden telde en zij had m.j nooit verteld, dat er kans bestond, dat zij met een auto komen zou. Maar het volgend ogenblik drong de waarheid met plotselinge schrik tot mij door. Het was Joyce niet, het was Sonja. Ik weet niet, waarom deze ontdekking zo'n schok gaf, want ik had haar komst allang kunnen verwachten. Maar een schok gaf het mij stellig. En enkele se conden stond ik zo dwaas naar haar te kijken, als iemand die plotseling het ge bruik van zijn ledematen heeft verloren. Wat tot mijzelf gekomen wendde ik mi] van het venster af en ging naar de <Je«r- Zij kwam snel naar mij toe met de lieflijke bevalligheid haar ei8e"- ,jr haastige wandeling door het veld had de gewoonlijk ivoorbleke tint van haar huid gekleurd en haar donkere ogen waren zeer levendig. Ik reikte haar mijn hand om haar te verwelkomen. Ik dacht, dat je mijn adres vergeten had, Sonja, zei ik. Met haar merkwaardige, korte, diepe lach keek zij mij vrolijk aan en zei bijna fluisterend: Neen, neen, ik heb het niet verge ten, zoals je ziet. Kom binnen, verzocht ik en leidde haar de hut in. Zij keek de kleine kamer rond en im pulsief legde zij haar hand in de mijne, als wilde zij mij voor altijd weg hebben uit dit bedompte vertrek. Ik zag in haar ogen weer die glans, welke mij ook de vorige maal haar gevoelens verraden had Een ogenblik stond ik in twijfel of ik haar zou zeggen, dat ik wist van haar liefde voor mij, maar dat zij alle illusies weg moest vagen, omdat ik mij in geen geval wilde binden aan iemand, voor wie ik geen wederkerige liefde bezaten dan was Joyce er ook nog! Ik sprak deze gedachte echter niet uit; eerst wilde ik van haar nog iets horen over McMurtrie en haar vader. Ik nam een aanloopje: Heb je gehoord, dat ik geslaagd ben met mijn uitvinding? Twintig meter van Canvey-eiland opgeblazen met een half pond van deze stof. Dat lijkt me voldende vind je niet? Prachtig! Wat was ik blij, toen ik het van vader hoorde. Wat nu, Sonja? Kan ik je vader en McMurtrie vertrouwen? Zij liet mijn hand los en ging op de rand van de kleine tafel zitten, waaraan ik altijd zat te schrijven. Hen vertrouwen? herhaalde zij min achtend. Ja, vertrouw hen maar, als je nog langer bedrogen en bestolen wilt worden! Zie je dan niet vermoed je dan niet, hoe ze je altijd hebben voorge logen? Natuurlijk heb ik dat, antwoordde ik kalm, maar ik had te kiezen tussen hen en Dartmoor. Het is niet prettig be drogen te worden, maar nog altijd pret tiger dan te verhongeren of gevangen te zitten. Zich met beide handen aan de rand van de tafel vasthoudend, boog zij zich voor over. Maar geen van beiden is nodig, zei ze. Ik zeg je, dat je binnen enkele Uren uit Engeland weg kunt zijn met geld genoeg voor geheel je leven. Weet je hoe veel je uitvinding waard is? Weet je, welk gebruik zij er van willen maken? Ik denk, dat ze haar zullen verkopen. Het zal niet moeilijk zijn daar iemand voor te vinden. Moeilijk! Zij liet haar stem dalen tot een snelle fluistering: Zij hebben er iemand voor. De beste afnemer in geheel Europa, 'n Afnemer, die alles in de wereld zal betalen voor zo'n geheim. Ik keek haar aan met een goed ge speelde uitdrukking van verbazing en op rijzend begrijpen. Goede hemel, Sonja! zei ik langzaam. Bedoel je. Zij maakte een ongeduldig gebaar met de hand. Luister ik zal je alles zeggen. Waar dient het voor, als' jij en ik elkaar de waai'heid verzwijgen? Zij zweeg een ogenblik. Wij zijn spionnen, zei ze toen een voudig. Spionnen van beroep. Natuurlijk klinkt dat belachelijk en onmogelijk voor jou maar het is waar. Je kent McMur trie niet. Ik schijn hem hier te leren kennen, merkte ik op. Hij is al jaren met mijn vader be vriend, vervolgde zij. Zij waren samen in Rusland, daarna in Parijs, in Wenen, overal. Het was overal hetzelfde. In ieder land speurden zij naar dingen, waarvoor de regering van een ander land zou willen betalen. Tenminste de dokter deed dat. De anderen, mijn vader, ikzelf, Hoffman, wij zijn z'n marionetten. Alles wat wij deden was door hem overwogen en op touw gezet. Er was een ogenblik stilte. Hoe lang zijn jullie hier? vroeg ik. Wat heeft jullie naar Engeland ge voerd? Wij zijn hier iets meer dan drie jaar, antwoordde zij langzaam. Er was iemand in Londen, naar wien McMurtrie en mijn vader zochten. Jaren geleden verried hij ons in Leningrad. Een gedachte zo fantastisch, dat ikzelf nauwelijks aan de mogelijkheid geloofde schoot mij door het hoofd. Ik maakte mijn lippen vochtig, vroeg toen bedaard: Wie was hij? Zij schudde haar hoofd. Ik weet het niet; ik weet alleen dat hij dood is. McMurtrie zou iedereen doden, die hem verraden had als hij kon. Vreemd opgewonden liep ik door de kamer en zette mij op de rand van het bed. En daarna, vroeg ik kalm, denk ik, dat de dokter van mening was, dat hij even goed hier zaken kon doen? Hij kreeg een wenk uit Moskou. Toen wij in Parijs waren, had hij alle mogelijke inlichtingen daarheen gezonden. En zoals de toestand tegenwoordig is, zijn ze natuurlijk nog verlangender gegevens over het Engelse leger en de marine te krijgen. Zij zweeg. Wat zij vooral graag in handen zou den hebben, waren de tekeningen van de Lyndon-Marwood-torpedo. Ja, dat geloof ik graag. Er zijn heel veel mensen, die dat zouden willen. Maar ze zijn niet te koop. Sonja lachte zachtjes. De prijs die wij er voor betaald heb ben, zei ze bedroeg juist twaalfhonderd pond. Ik sprong op; thans was mijn verbazing ongehuicheld. Jullie hebt ze gekocht! zei ik onge lovig. Gekocht van iemand van het departement van marine? Sonja schudde het hoofd. Herinner je je niet, wat je in de Daily Mail gelezen hebt over de roof in jullie kantoor in Victoria Street? Ik staarde haar aan; plotseling drong echter de volle waarheid tot mij door. George verkocht ze dus? ze ik. Zn knikte. Al die tijd,, sinds jij in de gevangenis zat, gingen de zaken achteruit. Hij zat om geld verlegen erg verlegen; ook McMurtrie kwam dit te weten. En ook dat er copie van in het kantoor was. De rest kun je zelf begrijpen. Natuurlijk was de roofpartij een afgesproken spel. om je neef te beschermen, wanneer de regering er achter mocht komen, dat Je Sovjet de tekeningen in handen gekregen had. Is de regering daarvan op de hoogte? Sonja haalde haar schouders op. Ik weet het niet. De dokter en mijn vader vertellen mij nooit iets, wanneer zij het voor zichzelf kunnen houden. Het meeste weet ik uit brokken van gesprek ken, die ikzelf in verband heb gebracht. Ik ben hun nuttig en tot op zekere hoogte vertrouwen zij mij. Maar zij weten ook, dat ik hen beiden haat. Zij zei dit met een diepe bitterheid, die mij volkomen eerlijkheid van haar woor den bewees. Ook gevoelde ik, dat zij mij de waarheid over George had gezegd. Een man, die voor de rechters loog als hij, was ook tot landverraad in staat. Ik zag Sonja aan. Waarom vertelde George al die leu gens over mij aan de rechtbank? vroeg ik. Ik weet dit niet zeker. Ik denk om jou uit de weg te hebben en je nieuwe uitvinding te stelen. Natuurlijk begreep hij er de waarde V3n. Je had hem van aantekeningen verteld en hij meende in staat te zijn er voor zichzelf een winst gevend gebruik van te maken. Hij zal daarin verschrikkelijk teleurge steld zijn, zei ik. Ze waren in een soort van geheimschrift. Dat weet ik. Hij bood ons aan, ze te kopen. Hij dacht, dat de Russen wel een mooi sommetje zouden over hebben voor de kans ze te ontcijferen. Hoe boos ik ook was, ik kon niet na laten te lachen. Ik herkende George zo op-en-top in een dergelijke speculatie. Ik kan me nauwelijks voorstellen, dat de dokter dergelijke zaken zou doen, zei ik. Het was in elk geval te laat. ant woordde zij kalm. Juist nadat hij het aanbod had gedaan, ontsnapte jij. Opnieuw zwegen wij. Wat deed jullie eigenlijk in die ver laten uithoek van de wereld? vroeg ik opnieuw. Voor mij was die vraag volkomen over bodig, maar ik meende, dat Sonja haar verwachten zou. O, niet voor ons genoegen, antwoord de zij kort. Wij moesten dicht bij Devon- port zijn en tegelijkertijd hadden wij een rustige en onopvallende plek nodig. Hoff man vond het huis en wij hebben het voor zes maanden gemeubeld gehuurd (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 4