i m L Bij het afscheid van Karei Lotsy Franse vrouwen buitenshuis werken te veel DAMRUBRIEK Achter mijn schrijfmachien Ook brug- en wegplan (over Oranje sluizen) moeten bekeken worden AKKERTJES mÊÊSm ZATERDAG 24 JANUARI 1953» PAGINA 8 lllr iwtsi Bijna uitsluitend voor jonge gezichten LAGE MODELLEN Kurk Recordrubberverbruik in de V. S. verwacht DE HEER J. KOOPS 60 JAAR Minister Algera tot tunnelcommissie: FRAUDERENDE EX-DIREC TEUR VEROORDEELD Geen bepaalde lijn Garnering en kleur rillerig lusteloos, Een der grootste bestuurders door wie de Nederlandse sport ooit is geleid Mr S. Th. Teppema Dir.-gen. buitenl. econ. betrekkingen Begeesterd door ideaal Geestelijke waarden Vooral de voetbalsport Gerespecteerd afscheid Nog resten er problemen. Maar Lotsy treedt terug. Over enkele weken wordt hij 60 jaar en hij wil zich meer aan zijn gezin gaan wijden. En men respecteert dat. Tien jaar lang heeft hij de voorzit tershamer gehanteerd en in die periode is hij de grootste voorzitter gebleken die de K. N. V. B. ooit heeft gehad. En al heeft hij altijd aan werk en gezin de hoogste plaatsen voorbehouden, toch moet zijn gezin onder zijn sport-carriere ge leden hebben. Lotsy's sport-loopbaan PAARD MET HOEF TUSSEN RAILS BEKNELD 'fZM. lü"" "lü '"W*" PARIJS TOONT HOEDEN a Mijn vriend Sjaak Bovenkamp zat in een lage stoel met een soepbord op zijn knieën. Naast zijn linker hand stond een toilet-boender in een emmer en aan de andere kant zag ik een parapluiestandaard met een plumeau erin. Onder elke voet had hij de veer van een oud spiraal matras. „Ha, Sebastiaan!" riep hij toen ik binnenschreed Rijd je een eindje met me mee Ik ging naast hem zitten. Hij rochelde iets van „Prrrrr" 'en „rang- reng-krats", friemelde aan de plu meau en drukte de veren onder zijn schoenen in. „Trekt lekker op hét" zei hij verrukt. „Doe je dit allang t" vroeg ik bezorgd. Sinds gister. Dit is mjjn methode om te leren chaufferen. Kijk eens of er iets achter ons komt". „Alleen het theemeubel en de schemerlamp" rapporteerde ik. Hij stak zjjn hand wijd links-uit en wrong het soepbord. Aardig karretje, nietT Hiermee schakel ik". Hij wees op de toilet boender. Waar is je starterf" wilde ik weten. „Die ligt onder de piano, maar dat hindert niet, die hebben we nou toch niet meer nodig". „O". „Nu rijden we over de Kruiskade, moet je goed oppassen voor de tram. Ilc blijf er voorlopig maar achter. Wat een drukte hézullen we de Westersingel even pikken, steek je hand dan naar rechts daar woont mijn tandarts heeft me gister 'n kies getrokken, de Idatste zonder verdoving geef die fles 'ns die op het dressoir staat, ik geloof dat mijn benzine op is". De fles was geen fles maar een kruik. Er zat geen benzine in maar iets andersniet veel meer overigens „Geen alcohol bij snelverkeer" vermaande ik. „Vind je het geen reuze ideef Spaart me zes gulden per uur „Afgezien van de kruik dan" merkte ik op. ,Nou ja', gaf hij toe. Van half Januari af tonen de modisten haar voorjaar»- en zomercollecties en na afloop van een show ziet men bedaagde heren kleine fijne mousseline toques op hun vuist houden en met ernstige gezichten onder elkaar beraad slagen terwijl ze het gevalletje aan alle kanten bekijken. Dat zijn de buiten landse kopers personae gratae in de modezaken. Het moet hen wel duizelen van alle verschillende modellen die ze te zien krijgen! Toch hebben de hoeden dit keer twee dingen gemeen: ze worden zo klein mogelijk gehouden en ze hebben nagenoeg geen garnering. In veel gevallen werden de hoeden ont worpen voor smalle jonge gezichtjes, ter wijl iedereen weet dat alleen vrouwen boven de dertig, meestal pas tegen de veertig, 's zomers een hoed dragen. De modisten hebben daar totaal geen reke ning mee gehouden. Het gevolg zal wel zijn dat verscheidene modellen voor Parijs wegvallen want geen vrouw van mid delbare leeftijd kiest zich zo'n model daar ze meestal niet van critische zin ontbloot is als het haar uiterlijk betreft. Misschien hebben de buitenlandsen min der kijk op zich zelf want de inkopers keken juist verrukt naar de laagst mo gelijk gehouden gevalletjes, die zo onge veer de vorm hebben van een nauwelijks 2 c.m. hoog deksel van een ovale doos. Wie dus neiging heeft een dergelijk hoedje te kopen doet goed zich eerst een deksel op het hoofd te zetten en te kij ken of haar dikke blozende wangen nog niet dikker lijken onder het schijfje stof, dat haar voor een hoed wordt aangeboden. signaal-groen (van de signaallichten voor auto's en voetgangers) zijn de andere kleuren eerder zacht. Veel beige, bedui dend minder grijs, een weinig zwart, ver der alle zachte kleuren die men maar be denken kan; echter minder wit dan in de afgelopen jaren. Behalve Orcel die verbazend veel met kraalborduursel werkt en Rose Valois, die haar liefde voor bloemen getrouw blijft, hebben de hoeden haast geen gar nering. Het model moet het dus alleen doen en alles komt neer op het atelier werk. Het fijne picot dat in verschillende motieven aan elkaar wordt genaaid en ontzettend veel tijd eist, wordt veel min der gezien dan enkele jaren geleden. Al leen Simone Cange gebruikt veel picot. Haar atelierwerk is perfect. De meest modisten geven de voorkeur aan bredere banden stro, ook werken ze veel met laize, nylon stro-pluche maar slechts zelden met satijn. Ook zien we maar weinig vilt, hoewel Marie-Christia- ne enkele wit-vilthoeden toont in het molenaarsmodel waar ze in het najaar mee kwam. Nu heeft ze dit model natuur lijk een weinig veranderd en haar witte hoeden hebben Engels borduursel van zwarte wol gemaakt op de bol. Nieuw materiaal is kurk waar hele hoeden van zijn gemaakt. Hiervoor wordt een uiterst dun vel kurk genomen dat dan over de vorm wordt gedrapeerd, want strak spannen schijnt niet mogelijk te zijn. Zo'n hoedje is gegarneerd met bloemen van kurk waar enkele bloem blaadjes van satijn in dezelfde kleur door zijn gewerkt. De kleur van de kurk wordt Parijse modelhoeden. V.l.n.r.: ge streepte picot met zwarte franje (model Rose Valois); rose stro- canotier met fluwelen lint en opgeprikte veertjes model Gilbert Orcel); Paillasson van blauw met gouden weerschijn (model Marie- Christiane). meestal in naturel gehouden Het is een nieuwig- wat geen lelijk effect geeft heidje dat niet algemeen dreigt te worden want het is moeilijk werken met dit ma teriaal. Zoals in ieder voorjaar zijn in alle col lecties canotiers te vinden. De randen zijn klein en van achteren hebben de hoeden geen rand. Bijna overal is de bol tot het minimum teruggebracht hoewel er toch ook modisten zijn die meelij met haar klanten tonen en canotiers ontwier pen met bollen van normale hoogte. Om geslagen randen en garnering rechts tegen het gezicht aan zijn haast klassiek gewor den. Dergelijke hoedjes worden al jaren gedragen maar gaan nog steeds de mode niet uit. Bandenfabrikanten in de Ver. Staten zjjn van mening, dat 1953 een recordjaar voor de rubberverwerkende industrie zal worden. De productie voor 1953 wordt ge steld op 100 millioen banden. Volgens de president van de Good Year Tyre and Rubber Comp. zal het Ameri kaanse verbruik van natuur- en synthe tische rubber dit jaar het record van 1.288.000 long ton belopen. Door anderen wordt de consumptie tussen 1.325.000 en 1.350.000 ton geplaatst. Het vorige record is dat van 1950 toen 1.258.000 ton verbruikt werden. Het optimisme onder fabrikanten is ge baseerd op de krachtige versnelling in de bandenverkopen aan de autofabrieken en op de nieuwe markten voor rubberproduc ten (schuimrubber, plastics en films). In 1952 werd door Amerikaanse fabrie ken ongeveer 40 pet. natuur- en 60 pet. synthetische rubber verbruikt. De aan dacht blijft echter steeds op 'n meer con currerende prijs voor natuurrubber ge vestigd. Bij een prijs van synthetische rubber van 23 $cts per lb. zouden sommige rubberverbruikers niet afwijzend staan tegenover een prijs van 25 a 26 Sets per 1 b. voor ribbed smoked sheet, no. 1 De voorzitter van de Nederlandse Ka tholieke Middenstandsbond, de heer J. A. Koops, zal op Woensdag 28 Januari a.s. zijn 60ste verjaardag vieren. Bijna 25 jaar is de heer Koops onafge broken voorzitter van de Limburgse Dio cesane Bond en sinds 1935 voert hij de leiding over de Nederlandse Katholieke Middenstandsbond. Nog onlangs werd de feesteling onderscheiden door zijn benoe ming tot Ridder in de Orde van Gregorius de Grote. De heer Koops, een der prominenten van Katholiek Nederland, zal het bij het bereiken van dit kroonjaar zeer zeker niet aan vele gelukwensen ontbreken. De minister van Verkeer en Water staat, mr J. Algera, heeft hedenmorgen de commissie van advies inzake de oever verbinding Noordzeekanaal en IJ ge ïnstalleerd- De commissie zal, zoals wij reeds gisteren berichtten, de minister van advies dienen betreffende de aard, de plaats en de volgorde van uitvoering van de naast ^e tunnel te Velsen beno digde werken voor een redelijke ver binding voor verkeer van het gebied ten Noorden van het Noordzeekanaal, het IJ en het Buiten-IJ met de Zuidelijk daar van gelegen gebieden- De minister heeft de commissie verzocht hierbij rekening De Groningse Rechtbank veroordeelde de ex-directeur van de N.V. Con fectiefabriek Menco en Co, de 47-jarige B. K. tot een jaar en drie maanden met aftrek. Verdachte had uit de fabriek 80. rollen stoffen verduisterd. De fraude was te houden met de wens de spoorwegbrug gepleegd in samenwerking met de 35-1 bij de Hembrug te vervangen door een jarige marktkoopman P. J. B. uit Hilver-tunnel, alsmede met de noodzaak de in- sum. Deze werd '"roordeeld tot ander- vesteringen voor dit doel binnen aan- half jaar gevangenisstraf z.mder aftrek, nenielijke grenzen te houden Tegen beiden was anderhalf jaar geëist. Gelukkig zijn er ook modellen met nor male bollen en randen, hoeden die de mo disten ontwierpen terwijl ze kennelijk aan haar klanten dachten. Geen huis dan ook dat een bepaalde lijn lanceert .Overal zijn recht op het hoofd staande modellen, an dere met schuine ooglijn, bij sommige ligt het zwaartepunt op het achterhoofd, zoals deze winter gelanceerd werd en bij andere op zij. Alleen Maud et Mano komen met een bepaalde lijn. Bij haar staan de hoeden recht op het hoofd, de garnering is precies in het midden aan de voorkant geplaatst en meestal recht de hoogte in. Dit huis heeft een vreemde voorkeur voor ouderwetse vogeltjes met een paar lange staartveren, die boven de hoed uitfladderen. De platte hoeden zijn meestal van achteren gegarneerd met een stijf uitstaand fluwelen lint of een reep van de hoed zelf. Zo'n garnering steekt dan wat naar voren en verzacht het hoedje. Nog lang niet alle modisten hebben haar collecties getoond maar van die, welke we zagen vertoonde die van Maud et Nano de meeste klasse, hoewel lang niet alle modellen makkelijk te dragen zijn. Een bepaalde modekleur ontbreekt. In Se regel wordt aan lichte tinten de voor keur gegeven. Behalve de signaalrood en Neem U toch in acht bij de eerste verschijnselen! Bestrijdt dadelijk die opkomende griep! Neem één of twee 'AKKERTJES'en ga vroeg naar bed!( helpen direct In de Bijzondere Bondsvergadering van de K.N.V.B., die vandaag te Utrecht wordt gehouden, zal een der grootste bestuurders, door wie de Nederlandse sport ooit is geleid, terug treden uit de openhaarheid, waarin i hij gedurende enjge decennia een rol heeft vervuld, welke de toekomstige schrijvers van de Nederlandse sportgeschiedenis nooit anders dan in gulden kapitale letters zullen beschrijven; KABEL J. J. LOTSY. Een hoed van blauw en paarse jersey, die opgerold kan worden. Model Simon Vernet. Veel van het Franse leed wordt ver oorzaakt, doordat de vrouw haar taak niet meer zoekt in het gezin. Marianne ging de negentiende eeuw in met onge veer 27 millioen inwoners tegen Duits land 22 millioen. Tot diep in de tweede helft van die eeuw bleef de bevolkings aanwas in Frankrijk gezond. In 1881 telde de Derde Republiek tenminste 38 mil lioen inwoners hoewel niettemin ook in die eeuw vele Franse vrouwen deel na men aan het productieproces. Wat de emancipatiepogingen betreft is de Fran- gaise immers altijd actief geweest. Het overgrote deel der werkende vrouwen werd in de tweede helft der 18de eeuw ingeschakeld en omdat de spanning tussen lonen en prijzen ook in die dagen zo groot was, dat het loon van de vrouw dat van de man moest aanzuiveren werd het mode, dat ook gehuwde vrouwen bleven werken. De P.T.T. en vele andere grote bedrijven hadden hun poorten ver open gezetDe gevolgen hieven niet uit; terwijl in Duitsland, België, Neder land en de meeste andere Europese lan den de bevolking normaal bleef toene men, zodat in Duitsland (Oost en West) de bevolking vanaf 1881 tot 1939 (zonder ingelijfde gebiedsdelen) steeg vai. 41 mil lioen op 69 millioen werden er in de over eenkomstige periode zo weinig nieuwe Fransmensjes geboren, dat men in 1939 nog geen 41 millioen ingezetenen kende. Het grote aantal gehuwde vrouwen, dat al of niet door de omstandigheden ge noodzaakt in fabrieken of op kantoren werkt is er in de eerste instantie de oorzaak van, dat de Franse bevolking de laatste drie-kwart eeuw vrijwel constant is gebleven. Indien men de huidige situatie bekijkt zijn de vooruitzichten weinig veelbelo vend, en nog minstens even somber als in de jaren dertig. Toen was onge veer de helft der vrouwelijke werkne mers gehuwd. Opmerkelijk is voorts de verschuiving welke plaats vond in de vrouwenarbeid. Thans arbeiden nog 44 pet. der werkende vrouwen (1906: 57 pet.) in de industrie (fabrieksarbeid sters); 27 pet. in de handel (1906: 18 pet.); 14 pet. in de vrije beroepen (1906: 7 pet.) en 15 pet. in de huishoudelijke betrekkingen (1906: 18 pet.). De wer kende vrouw heeft dus de slecht betaalde vakken in de steek gelaten voor de beter betaalde. In de staatsdiensten werken momenteel meer dan 500.000 vrouwen, tegen 240.000 in 1936 en 120.000 in 1906. Omdat sedert 1906 het feitelijke aantal werkende vrouwen slechts met een 250.000 is gestegen kan hieruit blijken, dat het in eerste instantie de staat is, die verantwoordelijk is voor de te ge ringe bevolkingstoeneming. Het stemt tot nadenken, dat Frankrijk momenteel acht millioen buiten het gezin werkende vrou wen heeft. Ernstiger nog wo-dt de toe komstige situatie, omdat de meisjes uit de betere standen het voorbeeld geven. Kousen stoppen en spinazie koken is niet interessant genoeg. Volgens een publi catie van de „Documentation Frangaise" vertegenwoordigen de dames momenteel 25 pet. der toekomstige advocaten. 26 pet. der wetenschappers; 56 pet. der leraren; 22 pet. der artsen voor morgen en 53 pet, der toekomstige apothekers. In totaal bestaat de bevolking der Franse universi- 1 eiten momenteel voor 35 pet. uit meisjes. Tekenend voor de rol, welke de vrouw in het Franse productieproces vervult is wel het feit, dat behalve de eenoemde 4,5 millioen er ook nog 3.240.000 vrou wen permanent in de landbouw werken. De beroepsbevolking van 20.500.00 be staat dus voor meer dan een derde uit vrouwelijke arbeidskrachten. Voor de toekomst van Frankrijk is dit zeer ongezond. Indien twee jongelui trouwen is het een uitzondering als de bruid er haar baantje voor op geeft In twee maanden heeft het jonge tweemans-gezin zich zo op de dubbele inkomsten ingesteld, dat men het salaris van de vrouw niet meer meent te kun nen missen. Daarom mogen er geen kin deren komen. Het vrouwtje vertrekt al om acht uur naar kantoor of werkplaats en komt niet thuis voor een uur of zeven. Met de Franse slag moeten dan haar huishoudelijke plichten vervuld worden, dochze is al doodmoe voor ze begint. Ze wordt nerveus en prikkelbaar en om dat er ook in Frankrijk erg veel onver standige mannen plegen rond te lopen maakt een scheiding al gauw een einde aan de mooie dromen. Ontgoocheld gaat het nog jonge vrouwtje dan verder haar eigen weg. Met de krankzinnig hoge kin dertoeslagen krijgt men de Franse wie gen niet vol. Alleen als de gehuwde vrouwen in de gelegenheid worden ge steld zich onverdeeld of nagenoeg onver deeld aan haar gezin te wijden kan er ook voor Frankrijk nog een nieuwe dageraad aanbreken. Maardan moeten er ook huisjes komen om in te wonenDeze beide zaken zijn belangrijker dan de ka binetswisselingen Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot directeur-generaal van de buitenlandse economische betrekkingen mr S. Th. J. Teppema en tot plv. directeur-generaal dr W. P. H. van Oorschot. Mr Teppema werd op 21 November 1906 te Alphen a. d. Rijn geboren. Op 31 Mei 1931 trad hij in dienst bij het ministerie van Economische Zaken. Van 1931 tot 1948 had hij een zeer actief aandeel in het in ternationale economische overleg. Op 1 Augustus 1948 werd aan mr Teppema, toen reeds directeur van de buitenlandse economische betrekkingen, de persoon lijke titel van plaatsvervangend directeur- generaal van de buitenlandse economische betrekkingen verleend. Dr Van Oorschot werd op 30 April 1910 te Bandoeng geboreg. Op 1 November 1936 trad dr Van Oorschot in dienst bij het ministerie van Economische Zaken. Na verschillende rangen te hebben doorlopen werd hij op 1 Januari 1948 benoemd tot directeur van de buitenlandse economi sche betrekkingen. Een sportman in hart en nieren. Begees terd door de sport, waarvan hij nochtans haar positie in de hiërarchie der maat schappelijke waarden scherp onderkende, heeft hij met inzet van heel zijn persoon voor die sport gewerkt. Voor de sport, die als vorm van vrijetijdsbesteding een kostelijke bron is van geestelijke en licha melijke volksgezondheid, mits zij goed ge leid wordt en mits men haar na godsdienst en werk, studie en gezin haar juiste plaats §66fta De organisatie en de „politiek" waren voor Karei Lotsy altijd slechts de mid delen om te geraken tot zijn doel: de sport, in het bijzonder de voetbalsport, volkssport bij uitstek, Zo dicht mogelijk onder het beoefeningsbereik van ons volk cn van de jeugd in het bijzonder te bren gen en het pei! ervan op te voeren. Zoals Lotsy altijd geijverd heeft om de plaats van de sport zuiver te bepalen, zo erkende hij ook de betrekkelijke waarde van prestatie en succes. Maar wel hamerde hij er op, dat de sport niet zo maar in het blinde weg beoefend mag worden, doch dat integendeel een serieuze voor bereiding en een zeker technisch peil on misbaar zijn om de waarde en het nut van de sportbeoefening tot hun recht te laten komen. En daarbij had Lotsy stellig ook een open oog voor de geestelijke waarden in de sport en ook daarop heeft hij met betrekking tot de training steeds de aan dacht gevestigd. De sport was voor Lot sy inderdaad een zaak van niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke volks gezondheid en daardoor dan ook een naar verhouding ondergeschikte maar desniettemin in he^ geheel van factoren een op zich 'n zeer belangrijk onderdeel van het maatschappelijk bestel. Hij streefde de verwezenlijking van zijn Idealen na met de middelen welke ten dienste stonden, middelen voor welker aanwending hij een buitengewone ge schiktheid aan de dag legde: de organisatie en de „politiek". En hij werkte met alle gaven van hart en verstand die hij had meegekregen: zijn sterke gestel en werk kracht, zijn scherp inzicht en eerlijk ka rakter, zijn gevoel voor verhoudingen en slagvaardigheid, zijn gematigde eerzucht en enthousiasme; een goede opvoeding: een bijzondere talenkennis en een ruime algemene ontwikkeling, een grote wel sprekendheid met een stem als een klok, het vermogen om met mensen van alle rang en stand op prettige en juiste wijze om te gaan. Zo, met aanwending van al deze gaven en talenten, heeft Lotsy voor de Neder landse sport gewerkt cn gevochten dag en nacht, met grote kennis van zaken en met verblijdend succes. En hij deed dat naast zijn belangrijke maatschappelijke carrière, waarin hij opklom tot directeur van een der grootste verzekeringscon cerns hier te lande. De gehele Nederlandse sport in al haar geledingen heeft zeer veel aan Ka- rel Lotsy te danken. Hij werkte ervoor in het Nederlands OiymPisch Comité cn Karei Johannes Julianus Lotsy werd geboren op 3 Maart 1893 te Baltimore in de Ver. Staten, bracht zijn jeugd door in Nederlandsch Indié, kwam naar Nederland en behaalde het eind diploma Gymnasium B te Haarlem in 1912, vertrok als student-assistent aan het Departement van Landbouw naar Amerika, keerde spoedig vrijwillig te rug naar Nederland om in de mobili satie zijn dienstplicht te vervullen, werd reserve eerste luitenant by de veldartillerie, werd in 1917 bevorderd tot reserve-kapitein voor speciale dien sten en chef afdeling sport ook in de tweede wereldoorlog diende hij, in 19 jO bij de sectie berichtgeving van het hoofdkwartier). In 1917 werd Lotsy adjunct-directeur en in 1926 directeur van het Holland- concern, een der belangrijkste verze keringsmaatschappijen hier te lande. Hij is daarvan thans oudste directeur alsmede van acht andere verzekerings maatschappijen met vertakkingen in het buitenland. als oprichter van de Olympische Dag, ais chef de mission van de Nederlandse equipes tijdens de Olympische Spelen in 1936, 1948 en 1952 en als „ambassadeur" op zijn reizen naar Oost en West; en talloos zijn de erelidmaatschappen wel ke de ene Nederlandse sportbond na de andere aan Karei Lotsy verleende. Ook de Nederlandse regering heeft zo wel voor civiele als militaire aangelegen heden meermalen zijn hulp ingeroepen; zij benoemde hem in het Olympische jaar 1936 reeds tot Officier in de Orde van Oranje Nassau, waarna ook vele buiten landse regeringen hem onderscheidden. Maar vooral de Nederlandse voetbal sport heeft veel aan Lotsy de danken; de sport die hem het naast aan het hart ligt, die hij op 16-jarige leeftijd in 1909 in het Leidse Ajax ging beoefenen, waarin hij in 1911 bij Haarlems „good old" H.F.C. zijn eerste bestuursfunctie bekleedde, waarin hij via regionale commissies en districts- besturen opklom tot leider van het Ne derlands Elftal in 1931 en tot voorzitter van de K. N. V. B. in 1942. Tien jaar lang heeft Karei Lotsy het voorzitterschap van de K. N. V. B. be kleed; vandaag neemt hij afscheid. Het waren tien moeilijke jaren, waarin vele en grote problemen als bij voorrang om een oplossing streden. Dat in veie ge vallen de oplossing gevonden werd, is voor een groot deel te danken aan het persoonlijke aandeel, dat Karei Lotsy, ais leider en organisator maar ook als bemiddelaar, daarin had. Lotsy maakte na de oorlog de onder de bezetting afgedwongen fusie tussen de K. N. V. B. ener- en de Katholieke en Christelijke en Arbeiderssporttbonden in 1946 tot een vrijwillig gaarne bekrachtigd feit. Hij kreeg in 1931 van het toenmalige Bondsbestuur de opdracht om van het Nederlands Elftal een „winnend elftal" te maken; hij slaagde, dank zij de legenda risch geworden mentale injecties waar mee hij van de Oranje-ploeg een stel door dik en dun gaande gezworen vrienden maakte. Tezelfdertijd reisde hij stad en land af in zijn campagne van honderden lezingen ter verhoging van het spelpeil. En een tweede „kruistocht" begon in 1949-'50 toen de roep om 't professionalisme van een dreigende kracht werd en hi.1 voor zijn heilig amateurisme op de bres sprong. Lotsy won ook dat. Amateurisme bleef veilig. En tenslotte was er dan nog in de laatste dagen van het voorbije jaar 1952 zijn krachtig ingrijpen in de moei lijkheden rond het Nederlands Elftal en hetwelk tot een nieuwe T. C. en K. L. Hij gaat dat nu goed maken. En het is hem en zijn gezin van harte gegund. Lotsy laat in de Nederlandse sport een lege plaats achter. Maar bij zijn afscheid vergezellen hem toch niet anders dan ge voelens van grote dankbaarheid voor wat hij deed en de oprechte wensen voor geluk en voorspoed op zijn verdere levensweg. 1909-TO lid Ajax (Leiden), 1911 tweede se cretaris H.F.C., 1917 voorzitter, 1923 ere lid, 1940 ere-voorzitter: •1921-'28 voorzitter Westelijke elftalcom missie KNVB, 1924-'38 Westelijk districtsbe- stuurslid KNVB; 1922-E7 oprichter en bestuurslid van de Nederlandse Corinthians (een tpurploeg met selectie-karakter), T924-'33 bestuurslid van de Zwaluwen; 1927-'31 voorzitter Dordrechtse Voetbal bond; 1928 voorzitter regelingscommissie Olympi sche Spelen Amsterdam; 1928 Bondsaf ge vaardigde van de KNVB; 1930-'4(2 bestuurslid KNVB; 1931-'34 voorzitter T. C. van de KNVB, lei der (mentale training) van het Nederlands Elftal; 1932-heden bestuurslid van de F.I.F.A., de internationale voetbal-federatie, waarin hij een man van gezag is; 1932-'52 bestuurslid Ned. Olympisch Co mité. 1933- 50 oprichter en organisator Olym pische Dag; 1934 lid regelings-comnrtissie Wereidkam- Na in het kort de „lijdens "-geschiede nissen van deze verbindingen te hebben gereleveerd, zei minister Algera in zijn installatierede o.m.,,De publieke aan- dacnt is de laatste tijd in het bijzonder gericht op de door de gemeente Amster dam ontworpen IJ-tunnel en op een tunnel bij de Hembrug. Ik maak echter van de gelegenheid gebruik, om de hoop uit te spreken, dat uw commissie Dij het bestuderen van het voorgelegde vraagstuk zich op ruimer standpunt zal stellen. Ter verduidelijking hiervan mo ge ik drie opmerkingen maken. Ten eerste merk ik op, dat het provin ciale wegenplan van de provincie Nooid- Holland tot enige jaren geleden een weg bevatte, die bedoeld werd over of langs de Oranjesluizen in een oeverver binding te voorzien. Het komt mij voor, dat een dergelijke oplossing, al zou zij dèsnoods van een provisorisch karakter geacht worden, in de beschouwingen zal moeten worden betrokken. Ten tweede zal het mijns inziens niet te ontgaan zijn om ook mee- Westelijk de mogelijkheid van een oeververbinding voor motorisch wegverkeer door middel van een BRUG te bestuderen- De studie, die door de oeververbindingscommissie te Rotterdam gemaakt is, ligt nog vers in het geheugen. Alvorens de regering haar besluiten over oeververbindingen nabij Amsterdam zal kunnen nemen, zal ook deze zijde van het. vraagstuk dienen te zijn bekeken. Ten laatste wil ik opmerken, dat er kennende, dat grote economische verlie zen worden geleden door het ontbreken van vaste oeverbindingen nabij Amster dam, toch anderzijds niet uit het oog moet worden verloren, dat de verkeers- behoefte zelf (zelfs al neemt men een belangrijke stijging daarvan aan) toch wellicht niet zo groot zal zijn, dat het noodzakelijk moet worden geacht de enorme investeringen, die in het spel zijn. reeds alle onmiddellijk te verrich ten", aldus besloot de minister. pioenschap Voetbal; 1936 lid regelings commissie Olympisch voetbaltournooi, 1938 lid regelingscommissie Wereldkampioen schap voetbal; 1933 leider West-Europees elftal tegen Cen traal Europa te Amsterdam, 1939 leider van het Continentaal elftal tegen Engeland, 1947 organisator van Europees elftal tegen Ne derlands elftal te Rotterdam, leider Euro pees elftal tegen Groot-Brlttannië; 1942-1953 voorztter Kon. Ned. Voetbal Bond; ÏOM lid rgelings^commissie Olympisch voetbaltournooi, 1950 lid regellngs-commissie Wereldkampioenschap voetbal; 1954 einde van zijn benoeming tot lid regellngs-commissie Wereldkampioenschap voetbal en van de regelings-commissie tot herdenking van het 50-jarig bestaan' van de F.l.F.A. Vrijdagmorgen passeerde de landbouwer B. uit Varsseveld met een met paard be spannen lege wagen de onbewaakte over weg van het baanvak TerborgVarsse veld. Toen het paard zich op de rails bevond, geraakte het met een der hoeven tussen de rails bekneld. De landbouwer trachtte het paard nog uit zijn benarde positie te bevrijden, het geen hem echter niet gelukte. Toen onge veer vijf minuten later de diesel naderde, probeerde de landbouwer de aandacht van de machinist te trekken. Deze merkte het gevaar echter niet op en de diesel reed op het voertuig in. Paard en wagen wer den meegesleurd. Het paard was op slag dood De landbouwer bleef ongedeerd. De trein had vertraging. Alle correspondentie te richten aan: H- J. v. d- BROEK, Nwe Binnenweg 46, Rotterdam (C.) No. 806. <24 Januari 1953.) PROBLEEM No. 2581. JAN SCHEYEN, Kerkrade. opgedragen aan A. v. Beek, Schiebroek. Ie plaatsing. Zwart 9 schijven op: 9, 10, 12, 16, 20, 23, 24, 29 en 30- Wit 9 schijven op: 21, 32, 35, 40, 43, 44, 45, 48 en 50- PROBLEEM No. 2582. A. F. HOOGVELT, Eindhoven. Ie plaatsing. m Imm wlÉ Zwart 9 schijven op: 10(5, 18, 23 en 38- Wit 11 schijven op: 24, 25, 30, 32, 34, 36, 37, 40, 41, 43 en 47. PROBLEEM No. 2583. J. W. KONINGS, Rotterdam. Ie plaatsing. Miniatuur. Zwart 7 schijven op: 3, 13, 14, 20, 22, 23 en 35. Wit 7 schijven op: 25, 33, 34, 36, 39, 41 en 43. PROBLEEM No. 2584. KAN KLOMP, Rotterdam- Ie plaatsing. Zwart 3 schijven op: 5, 15, 22, dam op 47. Wit 3 schijven op: 34, 39, 45, dam op 25. Oplossingen binnen drie weken in te zenden- OPLOSSINGEN. Probleem No. 2550. (JAN KLOMP.) Zwart: 13, 21, 26 en 31- Wit: 15, 41 en dam op 25. Wit: 41—36 (zwart 31—37), 36—31 (37—41 A), 25—48 (26:37) 48:19. wint. A. (37—42), 25—20, 20:47. (13—19 de beste) 1510, wint. Probleem No- 2551. (D. VUURBOOM.) Zwart: 6, 9, 11, 17, 19, 23, 24, 26 en 29. Wit: 22, 28, 30'2, 34, 36, 37 en 40. Wil: 40—35, 35: 44. 22—18, 28—22, 32 3, (12—17 en 26 17), 37—32, (17—22), 31—26, (11—17) 32—27 en 36:27, (6—11), 27—21, (17—22), 21—17 (22—28), 17:6, (28—32i, 6—1, (32—38), 1—23. (35-40 ged.), 44:35, (38—43) 2328, wint. Probleem No. 2552. (JOH. V. D- BOO GAARD.) Zwart: 11, 12, 17, 202, 25, 27, 38 en 45. Wit: 30, 31, 33, 34, 36, 40, 42, 44, 46, 48 en 50. Wit: 33—28, (38:47), 46—41, 31:22, 48—42, 30—24, 3443, 43—38, 41—37 en 36 18. Stand zwart: 25 en 34, wit 18, 44, 50. Zwart 2530, wit 1812 (3035), 44—40, (34 45), 12—7, (35—40), 7-1- Eindspel Weiss. Probleem No. 2553. (A. F. HOOGVELT) Zwart: 10'14. 18, 20, 21 en 37. Wit: 29, 32/5, 38, 39, 41 en 44. Wit: 29—23 (18:49), 39—34, (37:30), 35:4, (49:46), 4:5. OPLOSSERS. De problemen Nos. 2550 3 werden goed opgelost door: J- A. Pennings en H. M- Kipping, beiden Den Bosch; B. F. M. Alberts, Schiedam; A. van Beek, Schie broek (Nos. 2552 en 53) S. Korpershoek, Vlaardingen (Nos- 2552 en 53); W. A. Mol, Pijnacker; M- W. Diels, Dreumel; A. de Groot, Den Haag; C. v. Veen, Delft,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 8