i
m
L
Bij het afscheid van Karei Lotsy
Franse vrouwen
buitenshuis
werken te veel
DAMRUBRIEK
Achter mijn schrijfmachien
Ook brug- en wegplan (over Oranje
sluizen) moeten bekeken worden
AKKERTJES
mÊÊSm
ZATERDAG 24 JANUARI 1953»
PAGINA 8
lllr
iwtsi
Bijna uitsluitend voor jonge gezichten
LAGE MODELLEN
Kurk
Recordrubberverbruik
in de V. S. verwacht
DE HEER J. KOOPS 60 JAAR
Minister Algera tot tunnelcommissie:
FRAUDERENDE EX-DIREC
TEUR VEROORDEELD
Geen bepaalde lijn
Garnering en kleur
rillerig
lusteloos,
Een der grootste bestuurders door wie de
Nederlandse sport ooit is geleid
Mr S. Th. Teppema
Dir.-gen. buitenl. econ.
betrekkingen
Begeesterd door ideaal
Geestelijke waarden
Vooral de voetbalsport
Gerespecteerd afscheid
Nog resten er problemen. Maar Lotsy
treedt terug. Over enkele weken wordt
hij 60 jaar en hij wil zich meer aan zijn
gezin gaan wijden. En men respecteert
dat. Tien jaar lang heeft hij de voorzit
tershamer gehanteerd en in die periode
is hij de grootste voorzitter gebleken die
de K. N. V. B. ooit heeft gehad. En al
heeft hij altijd aan werk en gezin de
hoogste plaatsen voorbehouden, toch moet
zijn gezin onder zijn sport-carriere ge
leden hebben.
Lotsy's sport-loopbaan
PAARD MET HOEF
TUSSEN RAILS BEKNELD
'fZM. lü"" "lü '"W*"
PARIJS TOONT HOEDEN
a
Mijn vriend Sjaak Bovenkamp zat
in een lage stoel met een soepbord
op zijn knieën. Naast zijn linker
hand stond een toilet-boender in een
emmer en aan de andere kant zag
ik een parapluiestandaard met een
plumeau erin. Onder elke voet had
hij de veer van een oud spiraal
matras.
„Ha, Sebastiaan!" riep hij toen ik
binnenschreed Rijd je een eindje
met me mee
Ik ging naast hem zitten. Hij
rochelde iets van „Prrrrr" 'en „rang-
reng-krats", friemelde aan de plu
meau en drukte de veren onder zijn
schoenen in.
„Trekt lekker op hét" zei hij
verrukt.
„Doe je dit allang t" vroeg ik
bezorgd.
Sinds gister. Dit is mjjn methode
om te leren chaufferen. Kijk eens
of er iets achter ons komt".
„Alleen het theemeubel en de
schemerlamp" rapporteerde ik.
Hij stak zjjn hand wijd links-uit
en wrong het soepbord.
Aardig karretje, nietT Hiermee
schakel ik". Hij wees op de toilet
boender.
Waar is je starterf" wilde ik
weten.
„Die ligt onder de piano, maar
dat hindert niet, die hebben we nou
toch niet meer nodig".
„O".
„Nu rijden we over de Kruiskade,
moet je goed oppassen voor de tram.
Ilc blijf er voorlopig maar achter.
Wat een drukte hézullen we de
Westersingel even pikken, steek je
hand dan naar rechts daar woont
mijn tandarts heeft me gister 'n
kies getrokken, de Idatste zonder
verdoving geef die fles 'ns die op
het dressoir staat, ik geloof dat mijn
benzine op is".
De fles was geen fles maar een
kruik. Er zat geen benzine in maar
iets andersniet veel meer
overigens
„Geen alcohol bij snelverkeer"
vermaande ik.
„Vind je het geen reuze ideef
Spaart me zes gulden per uur
„Afgezien van de kruik dan"
merkte ik op.
,Nou ja', gaf hij toe.
Van half Januari af tonen de modisten haar voorjaar»- en zomercollecties
en na afloop van een show ziet men bedaagde heren kleine fijne mousseline
toques op hun vuist houden en met ernstige gezichten onder elkaar beraad
slagen terwijl ze het gevalletje aan alle kanten bekijken. Dat zijn de buiten
landse kopers personae gratae in de modezaken. Het moet hen wel duizelen
van alle verschillende modellen die ze te zien krijgen! Toch hebben de
hoeden dit keer twee dingen gemeen: ze worden zo klein mogelijk gehouden
en ze hebben nagenoeg geen garnering.
In veel gevallen werden de hoeden ont
worpen voor smalle jonge gezichtjes, ter
wijl iedereen weet dat alleen vrouwen
boven de dertig, meestal pas tegen de
veertig, 's zomers een hoed dragen. De
modisten hebben daar totaal geen reke
ning mee gehouden. Het gevolg zal wel
zijn dat verscheidene modellen voor Parijs
wegvallen want geen vrouw van mid
delbare leeftijd kiest zich zo'n model daar
ze meestal niet van critische zin ontbloot
is als het haar uiterlijk betreft.
Misschien hebben de buitenlandsen min
der kijk op zich zelf want de inkopers
keken juist verrukt naar de laagst mo
gelijk gehouden gevalletjes, die zo onge
veer de vorm hebben van een nauwelijks
2 c.m. hoog deksel van een ovale doos.
Wie dus neiging heeft een dergelijk
hoedje te kopen doet goed zich eerst een
deksel op het hoofd te zetten en te kij
ken of haar dikke blozende wangen nog
niet dikker lijken onder het schijfje stof,
dat haar voor een hoed wordt aangeboden.
signaal-groen (van de signaallichten voor
auto's en voetgangers) zijn de andere
kleuren eerder zacht. Veel beige, bedui
dend minder grijs, een weinig zwart, ver
der alle zachte kleuren die men maar be
denken kan; echter minder wit dan in de
afgelopen jaren.
Behalve Orcel die verbazend veel met
kraalborduursel werkt en Rose Valois,
die haar liefde voor bloemen getrouw
blijft, hebben de hoeden haast geen gar
nering. Het model moet het dus alleen
doen en alles komt neer op het atelier
werk. Het fijne picot dat in verschillende
motieven aan elkaar wordt genaaid en
ontzettend veel tijd eist, wordt veel min
der gezien dan enkele jaren geleden. Al
leen Simone Cange gebruikt veel picot.
Haar atelierwerk is perfect.
De meest modisten geven de voorkeur
aan bredere banden stro, ook werken ze
veel met laize, nylon stro-pluche maar
slechts zelden met satijn. Ook zien we
maar weinig vilt, hoewel Marie-Christia-
ne enkele wit-vilthoeden toont in het
molenaarsmodel waar ze in het najaar
mee kwam. Nu heeft ze dit model natuur
lijk een weinig veranderd en haar witte
hoeden hebben Engels borduursel van
zwarte wol gemaakt op de bol.
Nieuw materiaal is kurk waar hele
hoeden van zijn gemaakt. Hiervoor wordt
een uiterst dun vel kurk genomen dat
dan over de vorm wordt gedrapeerd,
want strak spannen schijnt niet mogelijk
te zijn. Zo'n hoedje is gegarneerd met
bloemen van kurk waar enkele bloem
blaadjes van satijn in dezelfde kleur door
zijn gewerkt. De kleur van de kurk wordt
Parijse modelhoeden. V.l.n.r.: ge
streepte picot met zwarte franje
(model Rose Valois); rose stro-
canotier met fluwelen lint en
opgeprikte veertjes model Gilbert
Orcel); Paillasson van blauw met
gouden weerschijn (model Marie-
Christiane).
meestal in naturel gehouden
Het is een nieuwig-
wat geen
lelijk effect geeft
heidje dat niet algemeen dreigt te worden
want het is moeilijk werken met dit ma
teriaal.
Zoals in ieder voorjaar zijn in alle col
lecties canotiers te vinden. De randen
zijn klein en van achteren hebben de
hoeden geen rand. Bijna overal is de bol
tot het minimum teruggebracht hoewel er
toch ook modisten zijn die meelij met
haar klanten tonen en canotiers ontwier
pen met bollen van normale hoogte. Om
geslagen randen en garnering rechts tegen
het gezicht aan zijn haast klassiek gewor
den. Dergelijke hoedjes worden al jaren
gedragen maar gaan nog steeds de mode
niet uit.
Bandenfabrikanten in de Ver. Staten
zjjn van mening, dat 1953 een recordjaar
voor de rubberverwerkende industrie zal
worden. De productie voor 1953 wordt ge
steld op 100 millioen banden.
Volgens de president van de Good Year
Tyre and Rubber Comp. zal het Ameri
kaanse verbruik van natuur- en synthe
tische rubber dit jaar het record van
1.288.000 long ton belopen. Door anderen
wordt de consumptie tussen 1.325.000 en
1.350.000 ton geplaatst. Het vorige record
is dat van 1950 toen 1.258.000 ton verbruikt
werden.
Het optimisme onder fabrikanten is ge
baseerd op de krachtige versnelling in de
bandenverkopen aan de autofabrieken en
op de nieuwe markten voor rubberproduc
ten (schuimrubber, plastics en films).
In 1952 werd door Amerikaanse fabrie
ken ongeveer 40 pet. natuur- en 60 pet.
synthetische rubber verbruikt. De aan
dacht blijft echter steeds op 'n meer con
currerende prijs voor natuurrubber ge
vestigd. Bij een prijs van synthetische
rubber van 23 $cts per lb. zouden sommige
rubberverbruikers niet afwijzend staan
tegenover een prijs van 25 a 26 Sets per
1 b. voor ribbed smoked sheet, no. 1
De voorzitter van de Nederlandse Ka
tholieke Middenstandsbond, de heer J. A.
Koops, zal op Woensdag 28 Januari a.s.
zijn 60ste verjaardag vieren.
Bijna 25 jaar is de heer Koops onafge
broken voorzitter van de Limburgse Dio
cesane Bond en sinds 1935 voert hij de
leiding over de Nederlandse Katholieke
Middenstandsbond. Nog onlangs werd de
feesteling onderscheiden door zijn benoe
ming tot Ridder in de Orde van Gregorius
de Grote.
De heer Koops, een der prominenten
van Katholiek Nederland, zal het bij het
bereiken van dit kroonjaar zeer zeker niet
aan vele gelukwensen ontbreken.
De minister van Verkeer en Water
staat, mr J. Algera, heeft hedenmorgen de
commissie van advies inzake de oever
verbinding Noordzeekanaal en IJ ge
ïnstalleerd- De commissie zal, zoals wij
reeds gisteren berichtten, de minister
van advies dienen betreffende de aard,
de plaats en de volgorde van uitvoering
van de naast ^e tunnel te Velsen beno
digde werken voor een redelijke ver
binding voor verkeer van het gebied ten
Noorden van het Noordzeekanaal, het IJ
en het Buiten-IJ met de Zuidelijk daar
van gelegen gebieden- De minister heeft
de commissie verzocht hierbij rekening
De Groningse Rechtbank veroordeelde
de ex-directeur van de N.V. Con
fectiefabriek Menco en Co, de 47-jarige
B. K. tot een jaar en drie maanden met
aftrek. Verdachte had uit de fabriek 80.
rollen stoffen verduisterd. De fraude was te houden met de wens de spoorwegbrug
gepleegd in samenwerking met de 35-1 bij de Hembrug te vervangen door een
jarige marktkoopman P. J. B. uit Hilver-tunnel, alsmede met de noodzaak de in-
sum. Deze werd '"roordeeld tot ander- vesteringen voor dit doel binnen aan-
half jaar gevangenisstraf z.mder aftrek, nenielijke grenzen te houden
Tegen beiden was anderhalf jaar geëist.
Gelukkig zijn er ook modellen met nor
male bollen en randen, hoeden die de mo
disten ontwierpen terwijl ze kennelijk aan
haar klanten dachten. Geen huis dan ook
dat een bepaalde lijn lanceert .Overal zijn
recht op het hoofd staande modellen, an
dere met schuine ooglijn, bij sommige
ligt het zwaartepunt op het achterhoofd,
zoals deze winter gelanceerd werd en bij
andere op zij. Alleen Maud et Mano
komen met een bepaalde lijn. Bij haar
staan de hoeden recht op het hoofd, de
garnering is precies in het midden aan
de voorkant geplaatst en meestal recht de
hoogte in. Dit huis heeft een vreemde
voorkeur voor ouderwetse vogeltjes met
een paar lange staartveren, die boven de
hoed uitfladderen. De platte hoeden zijn
meestal van achteren gegarneerd met een
stijf uitstaand fluwelen lint of een reep
van de hoed zelf. Zo'n garnering steekt
dan wat naar voren en verzacht het
hoedje.
Nog lang niet alle modisten hebben haar
collecties getoond maar van die, welke
we zagen vertoonde die van Maud et Nano
de meeste klasse, hoewel lang niet alle
modellen makkelijk te dragen zijn.
Een bepaalde modekleur ontbreekt. In
Se regel wordt aan lichte tinten de voor
keur gegeven. Behalve de signaalrood en
Neem U toch in acht bij de
eerste verschijnselen! Bestrijdt dadelijk die
opkomende griep! Neem één of twee
'AKKERTJES'en ga vroeg naar bed!(
helpen direct
In de Bijzondere Bondsvergadering van de K.N.V.B., die vandaag te
Utrecht wordt gehouden, zal een der grootste bestuurders, door wie de
Nederlandse sport ooit is geleid, terug treden uit de openhaarheid, waarin
i hij gedurende enjge decennia een rol heeft vervuld, welke de toekomstige
schrijvers van de Nederlandse sportgeschiedenis nooit anders dan in gulden
kapitale letters zullen beschrijven; KABEL J. J. LOTSY.
Een hoed van blauw en paarse jersey, die opgerold kan worden.
Model Simon Vernet.
Veel van het Franse leed wordt ver
oorzaakt, doordat de vrouw haar taak
niet meer zoekt in het gezin. Marianne
ging de negentiende eeuw in met onge
veer 27 millioen inwoners tegen Duits
land 22 millioen. Tot diep in de tweede
helft van die eeuw bleef de bevolkings
aanwas in Frankrijk gezond. In 1881 telde
de Derde Republiek tenminste 38 mil
lioen inwoners hoewel niettemin ook in
die eeuw vele Franse vrouwen deel na
men aan het productieproces. Wat de
emancipatiepogingen betreft is de Fran-
gaise immers altijd actief geweest. Het
overgrote deel der werkende vrouwen
werd in de tweede helft der 18de eeuw
ingeschakeld en omdat de spanning
tussen lonen en prijzen ook in die dagen
zo groot was, dat het loon van de vrouw
dat van de man moest aanzuiveren werd
het mode, dat ook gehuwde vrouwen
bleven werken. De P.T.T. en vele andere
grote bedrijven hadden hun poorten ver
open gezetDe gevolgen hieven niet
uit; terwijl in Duitsland, België, Neder
land en de meeste andere Europese lan
den de bevolking normaal bleef toene
men, zodat in Duitsland (Oost en West)
de bevolking vanaf 1881 tot 1939 (zonder
ingelijfde gebiedsdelen) steeg vai. 41 mil
lioen op 69 millioen werden er in de over
eenkomstige periode zo weinig nieuwe
Fransmensjes geboren, dat men in 1939
nog geen 41 millioen ingezetenen kende.
Het grote aantal gehuwde vrouwen, dat
al of niet door de omstandigheden ge
noodzaakt in fabrieken of op kantoren
werkt is er in de eerste instantie de
oorzaak van, dat de Franse bevolking de
laatste drie-kwart eeuw vrijwel constant
is gebleven.
Indien men de huidige situatie bekijkt
zijn de vooruitzichten weinig veelbelo
vend, en nog minstens even somber als
in de jaren dertig. Toen was onge
veer de helft der vrouwelijke werkne
mers gehuwd. Opmerkelijk is voorts de
verschuiving welke plaats vond in de
vrouwenarbeid. Thans arbeiden nog 44
pet. der werkende vrouwen (1906: 57
pet.) in de industrie (fabrieksarbeid
sters); 27 pet. in de handel (1906: 18
pet.); 14 pet. in de vrije beroepen (1906:
7 pet.) en 15 pet. in de huishoudelijke
betrekkingen (1906: 18 pet.). De wer
kende vrouw heeft dus de slecht betaalde
vakken in de steek gelaten voor de beter
betaalde. In de staatsdiensten werken
momenteel meer dan 500.000 vrouwen,
tegen 240.000 in 1936 en 120.000 in 1906.
Omdat sedert 1906 het feitelijke aantal
werkende vrouwen slechts met een
250.000 is gestegen kan hieruit blijken,
dat het in eerste instantie de staat is,
die verantwoordelijk is voor de te ge
ringe bevolkingstoeneming. Het stemt tot
nadenken, dat Frankrijk momenteel acht
millioen buiten het gezin werkende vrou
wen heeft. Ernstiger nog wo-dt de toe
komstige situatie, omdat de meisjes uit
de betere standen het voorbeeld geven.
Kousen stoppen en spinazie koken is niet
interessant genoeg. Volgens een publi
catie van de „Documentation Frangaise"
vertegenwoordigen de dames momenteel
25 pet. der toekomstige advocaten. 26 pet.
der wetenschappers; 56 pet. der leraren;
22 pet. der artsen voor morgen en 53 pet,
der toekomstige apothekers. In totaal
bestaat de bevolking der Franse universi-
1 eiten momenteel voor 35 pet. uit meisjes.
Tekenend voor de rol, welke de vrouw
in het Franse productieproces vervult
is wel het feit, dat behalve de eenoemde
4,5 millioen er ook nog 3.240.000 vrou
wen permanent in de landbouw werken.
De beroepsbevolking van 20.500.00 be
staat dus voor meer dan een derde uit
vrouwelijke arbeidskrachten.
Voor de toekomst van Frankrijk is
dit zeer ongezond. Indien twee jongelui
trouwen is het een uitzondering
als de bruid er haar baantje voor op
geeft In twee maanden heeft het jonge
tweemans-gezin zich zo op de dubbele
inkomsten ingesteld, dat men het salaris
van de vrouw niet meer meent te kun
nen missen. Daarom mogen er geen kin
deren komen. Het vrouwtje vertrekt al
om acht uur naar kantoor of werkplaats
en komt niet thuis voor een uur of zeven.
Met de Franse slag moeten dan haar
huishoudelijke plichten vervuld worden,
dochze is al doodmoe voor ze begint.
Ze wordt nerveus en prikkelbaar en om
dat er ook in Frankrijk erg veel onver
standige mannen plegen rond te lopen
maakt een scheiding al gauw een einde
aan de mooie dromen. Ontgoocheld gaat
het nog jonge vrouwtje dan verder haar
eigen weg. Met de krankzinnig hoge kin
dertoeslagen krijgt men de Franse wie
gen niet vol. Alleen als de gehuwde
vrouwen in de gelegenheid worden ge
steld zich onverdeeld of nagenoeg onver
deeld aan haar gezin te wijden kan er ook
voor Frankrijk nog een nieuwe dageraad
aanbreken. Maardan moeten er ook
huisjes komen om in te wonenDeze
beide zaken zijn belangrijker dan de ka
binetswisselingen
Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot
directeur-generaal van de buitenlandse
economische betrekkingen mr S. Th. J.
Teppema en tot plv. directeur-generaal
dr W. P. H. van Oorschot.
Mr Teppema werd op 21 November 1906
te Alphen a. d. Rijn geboren. Op 31 Mei
1931 trad hij in dienst bij het ministerie
van Economische Zaken. Van 1931 tot 1948
had hij een zeer actief aandeel in het in
ternationale economische overleg. Op 1
Augustus 1948 werd aan mr Teppema,
toen reeds directeur van de buitenlandse
economische betrekkingen, de persoon
lijke titel van plaatsvervangend directeur-
generaal van de buitenlandse economische
betrekkingen verleend.
Dr Van Oorschot werd op 30 April 1910
te Bandoeng geboreg. Op 1 November
1936 trad dr Van Oorschot in dienst bij het
ministerie van Economische Zaken. Na
verschillende rangen te hebben doorlopen
werd hij op 1 Januari 1948 benoemd tot
directeur van de buitenlandse economi
sche betrekkingen.
Een sportman in hart en nieren. Begees
terd door de sport, waarvan hij nochtans
haar positie in de hiërarchie der maat
schappelijke waarden scherp onderkende,
heeft hij met inzet van heel zijn persoon
voor die sport gewerkt. Voor de sport,
die als vorm van vrijetijdsbesteding een
kostelijke bron is van geestelijke en licha
melijke volksgezondheid, mits zij goed ge
leid wordt en mits men haar na godsdienst
en werk, studie en gezin haar juiste plaats
§66fta
De organisatie en de „politiek" waren
voor Karei Lotsy altijd slechts de mid
delen om te geraken tot zijn doel: de
sport, in het bijzonder de voetbalsport,
volkssport bij uitstek, Zo dicht mogelijk
onder het beoefeningsbereik van ons volk
cn van de jeugd in het bijzonder te bren
gen en het pei! ervan op te voeren.
Zoals Lotsy altijd geijverd heeft om de
plaats van de sport zuiver te bepalen, zo
erkende hij ook de betrekkelijke waarde
van prestatie en succes. Maar wel hamerde
hij er op, dat de sport niet zo maar in
het blinde weg beoefend mag worden,
doch dat integendeel een serieuze voor
bereiding en een zeker technisch peil on
misbaar zijn om de waarde en het nut
van de sportbeoefening tot hun recht te
laten komen.
En daarbij had Lotsy stellig ook een
open oog voor de geestelijke waarden in
de sport en ook daarop heeft hij met
betrekking tot de training steeds de aan
dacht gevestigd. De sport was voor Lot
sy inderdaad een zaak van niet alleen
lichamelijke maar ook geestelijke volks
gezondheid en daardoor dan ook een
naar verhouding ondergeschikte maar
desniettemin in he^ geheel van factoren
een op zich 'n zeer belangrijk onderdeel
van het maatschappelijk bestel.
Hij streefde de verwezenlijking van zijn
Idealen na met de middelen welke ten
dienste stonden, middelen voor welker
aanwending hij een buitengewone ge
schiktheid aan de dag legde: de organisatie
en de „politiek". En hij werkte met alle
gaven van hart en verstand die hij had
meegekregen: zijn sterke gestel en werk
kracht, zijn scherp inzicht en eerlijk ka
rakter, zijn gevoel voor verhoudingen en
slagvaardigheid, zijn gematigde eerzucht
en enthousiasme; een goede opvoeding:
een bijzondere talenkennis en een ruime
algemene ontwikkeling, een grote wel
sprekendheid met een stem als een klok,
het vermogen om met mensen van alle
rang en stand op prettige en juiste wijze
om te gaan.
Zo, met aanwending van al deze gaven
en talenten, heeft Lotsy voor de Neder
landse sport gewerkt cn gevochten dag
en nacht, met grote kennis van zaken en
met verblijdend succes. En hij deed dat
naast zijn belangrijke maatschappelijke
carrière, waarin hij opklom tot directeur
van een der grootste verzekeringscon
cerns hier te lande.
De gehele Nederlandse sport in al
haar geledingen heeft zeer veel aan Ka-
rel Lotsy te danken. Hij werkte ervoor
in het Nederlands OiymPisch Comité cn
Karei Johannes Julianus Lotsy werd
geboren op 3 Maart 1893 te Baltimore
in de Ver. Staten, bracht zijn jeugd
door in Nederlandsch Indié, kwam
naar Nederland en behaalde het eind
diploma Gymnasium B te Haarlem in
1912, vertrok als student-assistent aan
het Departement van Landbouw naar
Amerika, keerde spoedig vrijwillig te
rug naar Nederland om in de mobili
satie zijn dienstplicht te vervullen,
werd reserve eerste luitenant by de
veldartillerie, werd in 1917 bevorderd
tot reserve-kapitein voor speciale dien
sten en chef afdeling sport ook in de
tweede wereldoorlog diende hij, in 19 jO
bij de sectie berichtgeving van het
hoofdkwartier).
In 1917 werd Lotsy adjunct-directeur
en in 1926 directeur van het Holland-
concern, een der belangrijkste verze
keringsmaatschappijen hier te lande.
Hij is daarvan thans oudste directeur
alsmede van acht andere verzekerings
maatschappijen met vertakkingen in
het buitenland.
als oprichter van de Olympische Dag,
ais chef de mission van de Nederlandse
equipes tijdens de Olympische Spelen in
1936, 1948 en 1952 en als „ambassadeur"
op zijn reizen naar Oost en West; en
talloos zijn de erelidmaatschappen wel
ke de ene Nederlandse sportbond na de
andere aan Karei Lotsy verleende.
Ook de Nederlandse regering heeft zo
wel voor civiele als militaire aangelegen
heden meermalen zijn hulp ingeroepen; zij
benoemde hem in het Olympische jaar
1936 reeds tot Officier in de Orde van
Oranje Nassau, waarna ook vele buiten
landse regeringen hem onderscheidden.
Maar vooral de Nederlandse voetbal
sport heeft veel aan Lotsy de danken; de
sport die hem het naast aan het hart ligt,
die hij op 16-jarige leeftijd in 1909 in het
Leidse Ajax ging beoefenen, waarin hij in
1911 bij Haarlems „good old" H.F.C. zijn
eerste bestuursfunctie bekleedde, waarin
hij via regionale commissies en districts-
besturen opklom tot leider van het Ne
derlands Elftal in 1931 en tot voorzitter
van de K. N. V. B. in 1942.
Tien jaar lang heeft Karei Lotsy het
voorzitterschap van de K. N. V. B. be
kleed; vandaag neemt hij afscheid. Het
waren tien moeilijke jaren, waarin vele
en grote problemen als bij voorrang om
een oplossing streden. Dat in veie ge
vallen de oplossing gevonden werd, is
voor een groot deel te danken aan het
persoonlijke aandeel, dat Karei Lotsy,
ais leider en organisator maar ook als
bemiddelaar, daarin had.
Lotsy maakte na de oorlog de onder de
bezetting afgedwongen fusie tussen de
K. N. V. B. ener- en de Katholieke en
Christelijke en Arbeiderssporttbonden in
1946 tot een vrijwillig gaarne bekrachtigd
feit. Hij kreeg in 1931 van het toenmalige
Bondsbestuur de opdracht om van het
Nederlands Elftal een „winnend elftal" te
maken; hij slaagde, dank zij de legenda
risch geworden mentale injecties waar
mee hij van de Oranje-ploeg een stel door
dik en dun gaande gezworen vrienden
maakte. Tezelfdertijd reisde hij stad en
land af in zijn campagne van honderden
lezingen ter verhoging van het spelpeil.
En een tweede „kruistocht" begon in
1949-'50 toen de roep om 't professionalisme
van een dreigende kracht werd en hi.1
voor zijn heilig amateurisme op de bres
sprong. Lotsy won ook dat. Amateurisme
bleef veilig. En tenslotte was er dan nog
in de laatste dagen van het voorbije jaar
1952 zijn krachtig ingrijpen in de moei
lijkheden rond het Nederlands Elftal en
hetwelk tot een nieuwe T. C. en K. L.
Hij gaat dat nu goed maken. En het
is hem en zijn gezin van harte gegund.
Lotsy laat in de Nederlandse sport een
lege plaats achter. Maar bij zijn afscheid
vergezellen hem toch niet anders dan ge
voelens van grote dankbaarheid voor wat
hij deed en de oprechte wensen voor geluk
en voorspoed op zijn verdere levensweg.
1909-TO lid Ajax (Leiden), 1911 tweede se
cretaris H.F.C., 1917 voorzitter, 1923 ere
lid, 1940 ere-voorzitter:
•1921-'28 voorzitter Westelijke elftalcom
missie KNVB, 1924-'38 Westelijk districtsbe-
stuurslid KNVB;
1922-E7 oprichter en bestuurslid van de
Nederlandse Corinthians (een tpurploeg met
selectie-karakter), T924-'33 bestuurslid van
de Zwaluwen;
1927-'31 voorzitter Dordrechtse Voetbal
bond;
1928 voorzitter regelingscommissie Olympi
sche Spelen Amsterdam;
1928 Bondsaf ge vaardigde van de KNVB;
1930-'4(2 bestuurslid KNVB;
1931-'34 voorzitter T. C. van de KNVB, lei
der (mentale training) van het Nederlands
Elftal;
1932-heden bestuurslid van de F.I.F.A., de
internationale voetbal-federatie, waarin hij
een man van gezag is;
1932-'52 bestuurslid Ned. Olympisch Co
mité. 1933- 50 oprichter en organisator Olym
pische Dag;
1934 lid regelings-comnrtissie Wereidkam-
Na in het kort de „lijdens "-geschiede
nissen van deze verbindingen te hebben
gereleveerd, zei minister Algera in zijn
installatierede o.m.,,De publieke aan-
dacnt is de laatste tijd in het bijzonder
gericht op de door de gemeente Amster
dam ontworpen IJ-tunnel en op een
tunnel bij de Hembrug. Ik maak echter
van de gelegenheid gebruik, om de hoop
uit te spreken, dat uw commissie Dij
het bestuderen van het voorgelegde
vraagstuk zich op ruimer standpunt zal
stellen. Ter verduidelijking hiervan mo
ge ik drie opmerkingen maken.
Ten eerste merk ik op, dat het provin
ciale wegenplan van de provincie Nooid-
Holland tot enige jaren geleden een
weg bevatte, die bedoeld werd over of
langs de Oranjesluizen in een oeverver
binding te voorzien. Het komt mij voor,
dat een dergelijke oplossing, al zou zij
dèsnoods van een provisorisch karakter
geacht worden, in de beschouwingen zal
moeten worden betrokken.
Ten tweede zal het mijns inziens niet
te ontgaan zijn om ook mee- Westelijk
de mogelijkheid van een oeververbinding
voor motorisch wegverkeer door middel
van een BRUG te bestuderen- De studie,
die door de oeververbindingscommissie te
Rotterdam gemaakt is, ligt nog vers in
het geheugen.
Alvorens de regering haar besluiten
over oeververbindingen nabij Amsterdam
zal kunnen nemen, zal ook deze zijde van
het. vraagstuk dienen te zijn bekeken.
Ten laatste wil ik opmerken, dat er
kennende, dat grote economische verlie
zen worden geleden door het ontbreken
van vaste oeverbindingen nabij Amster
dam, toch anderzijds niet uit het oog
moet worden verloren, dat de verkeers-
behoefte zelf (zelfs al neemt men een
belangrijke stijging daarvan aan) toch
wellicht niet zo groot zal zijn, dat het
noodzakelijk moet worden geacht de
enorme investeringen, die in het spel
zijn. reeds alle onmiddellijk te verrich
ten", aldus besloot de minister.
pioenschap Voetbal; 1936 lid regelings
commissie Olympisch voetbaltournooi, 1938
lid regelingscommissie Wereldkampioen
schap voetbal;
1933 leider West-Europees elftal tegen Cen
traal Europa te Amsterdam, 1939 leider van
het Continentaal elftal tegen Engeland, 1947
organisator van Europees elftal tegen Ne
derlands elftal te Rotterdam, leider Euro
pees elftal tegen Groot-Brlttannië;
1942-1953 voorztter Kon. Ned. Voetbal Bond;
ÏOM lid rgelings^commissie Olympisch
voetbaltournooi, 1950 lid regellngs-commissie
Wereldkampioenschap voetbal;
1954 einde van zijn benoeming tot lid
regellngs-commissie Wereldkampioenschap
voetbal en van de regelings-commissie tot
herdenking van het 50-jarig bestaan' van de
F.l.F.A.
Vrijdagmorgen passeerde de landbouwer
B. uit Varsseveld met een met paard be
spannen lege wagen de onbewaakte over
weg van het baanvak TerborgVarsse
veld.
Toen het paard zich op de rails bevond,
geraakte het met een der hoeven tussen de
rails bekneld.
De landbouwer trachtte het paard nog
uit zijn benarde positie te bevrijden, het
geen hem echter niet gelukte. Toen onge
veer vijf minuten later de diesel naderde,
probeerde de landbouwer de aandacht van
de machinist te trekken. Deze merkte het
gevaar echter niet op en de diesel reed
op het voertuig in. Paard en wagen wer
den meegesleurd. Het paard was op slag
dood De landbouwer bleef ongedeerd. De
trein had vertraging.
Alle correspondentie te richten aan:
H- J. v. d- BROEK, Nwe Binnenweg 46,
Rotterdam (C.)
No. 806. <24 Januari 1953.)
PROBLEEM No. 2581.
JAN SCHEYEN, Kerkrade.
opgedragen aan A. v. Beek, Schiebroek.
Ie plaatsing.
Zwart 9 schijven op: 9, 10, 12, 16, 20,
23, 24, 29 en 30-
Wit 9 schijven op: 21, 32, 35, 40, 43, 44,
45, 48 en 50-
PROBLEEM No. 2582.
A. F. HOOGVELT, Eindhoven.
Ie plaatsing.
m Imm wlÉ
Zwart 9 schijven op: 10(5, 18, 23 en 38-
Wit 11 schijven op: 24, 25, 30, 32, 34,
36, 37, 40, 41, 43 en 47.
PROBLEEM No. 2583.
J. W. KONINGS, Rotterdam.
Ie plaatsing.
Miniatuur.
Zwart 7 schijven op: 3, 13, 14, 20, 22, 23
en 35.
Wit 7 schijven op: 25, 33, 34, 36, 39, 41
en 43.
PROBLEEM No. 2584.
KAN KLOMP, Rotterdam-
Ie plaatsing.
Zwart 3 schijven op: 5, 15, 22, dam
op 47.
Wit 3 schijven op: 34, 39, 45, dam op 25.
Oplossingen binnen drie weken in te
zenden-
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 2550. (JAN KLOMP.)
Zwart: 13, 21, 26 en 31-
Wit: 15, 41 en dam op 25.
Wit: 41—36 (zwart 31—37), 36—31
(37—41 A), 25—48 (26:37) 48:19. wint.
A. (37—42), 25—20, 20:47. (13—19 de
beste) 1510, wint.
Probleem No- 2551. (D. VUURBOOM.)
Zwart: 6, 9, 11, 17, 19, 23, 24, 26 en 29.
Wit: 22, 28, 30'2, 34, 36, 37 en 40.
Wil: 40—35, 35: 44. 22—18, 28—22, 32 3,
(12—17 en 26 17), 37—32, (17—22), 31—26,
(11—17) 32—27 en 36:27, (6—11), 27—21,
(17—22), 21—17 (22—28), 17:6, (28—32i,
6—1, (32—38), 1—23. (35-40 ged.), 44:35,
(38—43) 2328, wint.
Probleem No. 2552. (JOH. V. D- BOO
GAARD.)
Zwart: 11, 12, 17, 202, 25, 27, 38 en 45.
Wit: 30, 31, 33, 34, 36, 40, 42, 44, 46, 48
en 50.
Wit: 33—28, (38:47), 46—41, 31:22,
48—42, 30—24, 3443, 43—38, 41—37 en
36 18.
Stand zwart: 25 en 34, wit 18, 44, 50.
Zwart 2530, wit 1812 (3035),
44—40, (34 45), 12—7, (35—40), 7-1-
Eindspel Weiss.
Probleem No. 2553. (A. F. HOOGVELT)
Zwart: 10'14. 18, 20, 21 en 37.
Wit: 29, 32/5, 38, 39, 41 en 44.
Wit: 29—23 (18:49), 39—34, (37:30),
35:4, (49:46), 4:5.
OPLOSSERS.
De problemen Nos. 2550 3 werden goed
opgelost door: J- A. Pennings en H. M-
Kipping, beiden Den Bosch; B. F. M.
Alberts, Schiedam; A. van Beek, Schie
broek (Nos. 2552 en 53) S. Korpershoek,
Vlaardingen (Nos- 2552 en 53); W. A.
Mol, Pijnacker; M- W. Diels, Dreumel; A.
de Groot, Den Haag; C. v. Veen, Delft,