Veel
slachtoffers in dorpen en gehuchten
Zuinig met
electriciteit
In
Oost-Z.-Vlaanderen speelden
zich afgrijselijke tonelen af
WESTELIJK BRABANT GETEISTERD
Oncontroleerbare
geruchten overal
MAANDAG 2 FEBRUARI 1953
PAGINA A
FIJNAART, Zondagavond
Als een weerzinwekkend monster sloop over West-Brabant de nieuwe nacht.
Het sinistere, ondoordringbare donker mengde zich sissend haast en verraderlijk met de driftig-kokende
bandjirs van het vuil-bruine water, dat op deze rampzalige dag reeds een afgrijselijke sfeer van mate
loos leed en onbeschrijflijke ellende achterliet en die nu, wreed en gulzig en zonder mededogen, kolkend
en schuimend en met tomeloos geweld aan de nog bestaande dijken vrat.
Mc-n stond daar, vanavond laat, nog eenmaal op deze smalle, vrijwel zeker ten ondergang gedoemde
dijkweg Noordwest van Oude Molen.
Men stond daar, zich machteloos schrapzettend tegen de, nog altijd met volle kracht woedende Noord
wester, op de plek waar het vette, moordende water met iedere rukwind en elke golfslag steeds meer
verdronk van wat er van de weg nog restte.
Haar liet men, héél even, deze nieuwe nacht met al haar, naar de keel grijpende drama's op zich aan
stormen: de stormwind, die gierend, bijtend en verblindend nog altijd de slagregen joeg over het ver
dronken land en de vluchtende mensenDe verstarde, nu ook het laatste restje leven verstikkende
donkerte voor zich uit, waarachter men, verder nog naar het Noorden, meer dan twee duizend mensen ge
ïsoleerd en bedreigd, in het, door het water volkomen ingesloten Willemstad wist
Het klagende, zelfs het gegier van de stormwind nog doorscheurende geloei van een verdrinkende
boe.Een schot, vreemd en vlakbij, uit een karabijn.
Een meisje van twaalf dat, zonder mantel en doornat, ginds in Oude Molen uit een autobus vol
evacué's is gevlucht, en dat zij hééft geen tranen meer en in haar doffe, toonloze stem ligt reeds het
leed van een héél leven opnieuw de dijkweg opgelopen is, omdat haar vader achterbleef bij het vee,
in een boerderij die, naar men aanneemt, reeds uren geleden onder de druk van het moordende water
rondom, bezweken is en vergaan.
Men staat daar op die dijk na een dag, waarop men, met dofbonzend hoofd en met snel verlammende
*eliuwen, van het ene gruwelijke tafereel naar het andere is gegaan. Men was in een wankel roeibootje
^at, ergens bij Klundert, een poging deed om een tot instorten gedoemd huisje nog te bereiken. Men zag
®en mens in doodsnood op een, door de storm reeds half-weggeslagen dak; en er zullen jaren voorbij
gaan voor men vergeten is, hoe dat dak tenslotte bezweek en hoe men een mens, die men niet kende
doch die men helpen wilde neen, helpen móest! prijs moest geven aan de golven.
Dringende oproep tot
gebruikers in Rotterdam
en omgeving
Alléén maar een kop koffie
Het duizendkoppige gruwe
lijke gerucht
Woedende golven beuken
de dijken
Als op elk slagveld: ook
aasgieren
In Terneuzen
Zoontje bleef achter
Nieuwe dijkdoorbraak bij
Kloosterzande?
Duinen bij Cadzand in gevaar
Walcheren geïsoleerd
Elders op Walcheren
In Zuid-Beveland
I ier mensen van vlot gespoeld
Verbij sterend
ellende en
tafereel
van
angst
Men was in Halsteren toen alleen een
)vonder daar, even voorbij het middag
uur, een paniek voorkwam. En men heeft
^ergeten de naam te vragen van de
vrachtrijder, aan wie men het te danken
heeft, dat men zijn wagen weer op de
V'eg kreeg, nadat men, benoorden Hal
steren in de richting Steenbergen, in de
hiodder was vastgeraakt, en men mis
schien duidelijker nog dan elders de af
schuwelijke dreiging van het steeds na-
uersluipende water ervoer en verwerken
'hoest.
y Men stond bij Rilland en men vond
Zeeland geïsoleerd en onbereikbaar, doch
bien keek met samengeknepen ogen
Ademloos naar het water dat, van minuut
*ot minuut, steeds meer verwoestte van
tfat men juist hier, na de oorlog, met
sóveel moeite en zóveel liefde weer had
opgebouwd.
Men zag in deze bruine zee, waar
Vreemd en grillig de schuimkoppen een
uanse macabre dansten, de cadavers van
het omgekomen vee: vreemde, vervorm
de, opgeblazen lijven, kantelend, zodat,
heel even, een wezenloos in het niets
starende koeienkop weer opdook, als
z°cht zelfs dit levenloze cadaver nog red
ding. of men stond in de Rode-Kruispost
h'er in Fijnaart, waar men vanmiddag
M zeventien doden telde en waar dokto
ren en personeel nog steeds handen en
htensen te kort kwamen om de gewon
nen en volkomen overstuur geraakten re
hunnen helpen. Of men zag hoe op de
nijk tussen Fijnaart en Oude Molen een
.Bredase touringcar met twee Rode-
Kruissoldaten, op weg om nieuwe eva
cué's te halen, door een rukwind een
voudig van de dijk in het, enige meters
lager gelegen weiland geblazen werden.
Wegens de ernstige toestand van
de electriciteitsvoorziening in zijn
verzorgingsgebied verzoekt het ge
meentebestuur van Rotterdam de
electriciteitsverbruikers in de ge
meenten Rotterdam, Schiedam
Waardingen, Bergschenhoek, Bleijs-
Wijk en de gemeenten op Voorne
en Putten, Rozenburg en West-
IJsselmonde, zich voorlopig aan-
•rienlijk in hun stroomverbruik te
beperken. Het gebruik van elec-
trisehe kacheltjes e.d. is absoluut
Verboden.
Hedenavond tussen 17 en 22 uur
moeten alle verbruikers zowel in
Woningen als de industrie hun
stroomverbruik tot het uiterste be-
Perken, terwijl voor het overige met
eer> beperking tot 60 pet van het
uormale stroomverbruik voor alle
verbruikers kan worden volstaan,
mneinde de stroomvoorziening voor
de poldergemalen en de rioolgema-
en, alsmede voor de levensmidde
lenvoorziening in stand te kunnen
houden.
Dan klom men met enkele vluchtelin
gen omlaag langs de dijk en bracht men
een ernstig gewonde naar de Centrale
Hulppost in Fijnaart: en dat men er een
blocnotevol aantekeningen mee ver
speelde, merkt men pas later.
Het deed er niet toe. Het deed er al-
leméal niet toe: de dodelijke vermoeid-
heid van de soldaten, de chauffeurs en
evacuatie-auto's, de boeren, de troepen
van het Rode Kruis, en al die vele hon
derden die, spontaan en meestal nog on
georganiseerd, hulp verleenden waar
maar hulp geboden kon worden.
Het deed er allemaal niet meer toe:
dat er zelfs onder de commando's daar
benoorden Oude Molen waren die, tegen
de avond, de spanning en de vermoeie
nissen niet langer meer konden dragen,
zodat zij tenslotte, na uren van grote
heldhaftigheid en onbeschrijflijke moed,
bewusteloos in elkaar zakten en opzij uit
de frontlinie moesten worden wegge
bracht om nauwelijks een uur later op
nieuw daar terug te keren.
Een frontlinie...?
Een oorlog met al zijn geraffineerde,
onmenselijke verschrikkingen kan niet
wurgender, niet dramatischer zijn dan
deze soms hopeloze strijd, welke men
hier in West-Brabant en ginds in Zee
land en overal, waar onze oudste vijand,
het water, ons vaderland nu bedreigt, nu
al uren achtereen koppig en stug en met
een bewonderenswaardige moed bezig is
te bestrijden.
Men ontmoet in Halsteren een jonge
man van 22 jaar. Hij is sedert Zondag
ochtend vroeg in touw geweest. Hij heeft
vee uit de stallen gehaald, hij heeft een
vrachtwagen met vluchtelingen naar
Bergen op Zoom gereden. Zijn handen
zijn tot bloedens toe kapot, zijn kleren
zijn doornat tot aan het middel, zijn ge
laat is asgrauw en er schijnt geen bloed
meer in al zijn strak-getrokken, smalle
lippen. Een warme kop koffie zou hij wil
len drinken. Méér niet. Neen: hij heeft
niet meer gegeten. Sedert gisteravond al
niet meer, denkt hij. Doch hij moet voort.
Drie kilometer verderop kan men wel
licht nog twaalf stuks vee van de ver
drinkingsdood redden.
Neen; hij is niet van deze streek.
Hij komt uit Willemstad. Zijn ouders
zijn zuster zijn daar nog. ,,Zjj ver
drinkenzegt hij en het klinkt
alsof hij dit vandaag al duizendmaal
herhaald heeft. „Zij verdrinken... van
nacht misschien... Ons huis houdt dit
niet... en ons vader had net van ver
leden week een nieuwe radio...".
Het front is grillig en verraderlijk en
onoverzichtelijk, en achter het front
dreigt meer dan eens een chaos. Men
dreef het vee uit de stallen en het ver
zamelde zich in grote kudden op de
smalle dijkwegen. Het vertraagt en ver
stopt het verkeer en het gebeurt, dat
men op dezelfde dijkweg een andere
kudde tegenkomt die, nerveus en opge
jaagd en zonder leiding, precies in tegen
overgestelde richting uit gaat, een zeker
einde tegemoet.
In een plaatsje als Fijnaart heeft men
de grootste moeite om het verkeer van
Rode-Kruiscolonnes, vee-kudden en
evacuatiewagens nog een doorgang te
verschaffen. Op het drukke Stationsplein
van Roosendaal, waar de stormwind de
regen woedend omlaag giert, blokkeren
de wagens, die voortdurend meer vluch
telingen naar de, in beslag genomen res
tauratieruimten van het station voeren,
herhaaldelijk iedere doorgang.
Doch men vordert niettemin. Het
duurde zes lange uren voor men tussen
Steenbergen en het zo zwaar getroffen
gebied bewesten Halsteren, een bus vol
evacué's die daar in het voortijlende
water was blijven steken, eindelijk weer
vlot kon krijgen, doch men slaagde! Men
slaagde met de evacuatie zelfs in Dintel-
oord, waar Zondagavond laat een dode
lijk vermoeide burgemeester nog steeds
om „hulp en mensen!" vroeg, doch waar
men de situatie, menselijkerwijs gespro
ken, niettemin in de hand leek te heb
ben. Men betreurde daar toen vijf doden.
De ramp ontstond hier, doordat er
Zondagmorgen gaten geslagen waren in
de Volkerakdjjk, waarna het water uit
het Volkerak het water in de Mark op
eens veranderde in een woeste, niets
ontziende bergstroom, die de dijken van
een aantal kleine polders doorbrak <de
Torenpolder, de Driegebroederspolder,
de Drievriendenpölder en andere). De
eerste slechtoffers waren hier het echt
paar Jan de Vos en de landbouwers-
knecht. Jansen, die samen met'zijn moe
der, een tachtigjarige weduwe, direct on
der de Volkerakdjjk woonden. Hun huis
jes werden onmiddellijk een prooi van
het water en de ljjken heeft men reeds
geborgen.
Men zoekt nog naar de twee kleinkin
deren van Jan de Vos. die bij hun groot
ouders logeerden en van wie men geen
spoor heeft terug gevonden
Drama's, drama's
En elk drama geeft voedsel aan nieu
we geruchten. Is het waér, dat er bij
Halsteren een gezin van veertien perso
nen in het water is omgekomen? Is het
wéér, dat benoorden Oude Molen Zon
dagmorgen een echtpaar toch nog ter
kerke ging, dat bet zij n twee kinderen
aan hun bedjes vastbond, teneinde te
voorkomen, dat zij tijdens hun afwezig
heid uit het huis zouden lopen en dat dit
echtpaar een uur later zijn huis nog
slechts terugvond als een gruwelijke,
half boven water uitstekende ruïne?
Men kén deze verhalen Zondagavond
nog niet controleren en men zij voorzich
tig met al deze berichten in een streek,
Links: Jong en oud bezig aan
het herstel van de dijk tussen
Gouda en Gouderak; midden:
de vernielingen aan de spoor
weg Dordrecht en Rotterdam
in de Korte Piersonstraat ie
Maassluis stortte een huis in,
dat door het water was onder
mijnd; onder, de ravage in een
kruidenierswinkel in dezelfde
plaats.
waar de telefoon, voor zover deze nog
tiemiddelen practisch zijn uitgevallen,
waar de telefoon, voor zover hij nog
werkt, overbelast is, en waar angst en
leed en ontzetting een begrijpelijke, doch
gevaarlijke voedingsbodem vormen voor
allerlei, voorlopig niet te controleren ge
ruchten, galmt een alarmklok van dorp
tot dorp, van dijk tot dijk. En zoals in
een oorlog groeit mét dit alarm de
proportie van haast ieder gerucht.
Men zegt U in Halsteren, dat Dintel-
oord totaal onder water staat en men
rijdt er heen om te ontdekken, dat de
mannen, die daar met levensgevaar, be
dreigd door een woeste, steeds hoger op
slaande golfslag de dijkweg tussen Stam
persgat en Dinteloord van de ondergang
tracht te redden, nog steeds aan de win
nende hand zijn. Maar het is waar, dat
deze weg dodelijk gevaarlijk is om te be
gaan en met ontzetting ziet men de da
verende golfslagen breken tegen de dijk.
Men zegt U, dat bij Klundert een schip
eenvoudig over de dijk is geslagen, zo
dat het nu practisch in het dorp ligt,
doch ge spreekt in Roosendaal, terwijl ge
met een wanhopig, jong echtpaar uit
Heiningen naar twee vermiste kinderen
zoekt, een der laatste evacué's uit Klun
dert, doch hij heeft dit schip niet gezien.
„Ik heb", zegt de man, „ik heb niets an
ders gezien dan mijn eigen huisje. Hoe
het daar lag met gesloten luiken en hoe
het water al naar het dak reikte. Mijn
paard heb ik doodgeschoten voor het
verdrinken kon. En is het wéér, dat er
in Halsteren al meer dan dertig doden
zijn?"
De oorlog tegen het water woedt
voort.
Het front kent geen pauze, ook nu
niet nu de nacht met duizend onzicht
bare grijpklauwen dreigend gevallen is
over dit geteisterde gebied. En laat in de
avond rijdt men dan terug naar Fijnaart
en verweg hoort men, hoe ergens op
nieuw de noodklok luidt; en vlakbij ga
loppeert, met vonken die vuurrood uit de
zware hoeven slaan, een op hol geslagen
paard blindelings door een smalle, met
vluchtelingen en automobielen nog vol
gepropte straat; en een dodelijk ver
moeide dokter klemt zich even aan Uw
wagen vast en zegt: „Het zou niet juist
zijn, om in een reportage over deze ramp
en over de manier waarop men zich hier
tegen het onheil weert, namen te noe
men. Wij kénnen hier geen namen meer.
Wij kennen ook geen onderscheid meer.
Wij zijn één, donkere, grauwe, kapotge-
werkte wassa, die nog altijd niet volle
dig voor het water buigen wil en die
vannacht en morgen en overmorgen, zo
nodig, verder zal blijven vechten om de
allerlaatste dijken, het allerlaatst.e men
senleven en het allerlaatste vee".
„Neen, géén namen!"men had
dit verderop, bij de mannen van de com
mando's uren tevoren ook al gevraagd;
is. vergeleken bij de onbeschrijfelijke
smart en het gruwelijke leed, dat hier in
nauwelijks een etmaal tijds werd gezaaid.
Doch men zou één uitzondering moe
ten maken! Eén uitzondering voor het
handjevol aasgieren, die men op elk slag
veld en bij ieder drama-in-het-groot vin
den kan: een paar veehandelaren, die
met grote vrachtwagens vandaag on
middellijk naar de bedreigde streek
trokken, doch die. in plaats van vee te
evacueren, vee kochten!!
Vandaag, juist vandaag!
Met het mes op de keel van verhijster-
de in hun ellende dof en buigzaam ge
worden boeren! Negentig gulden voor
een varken, dat in feite meer dan f 170
deed! Zij waren, met hun vrachtwagens
al uit het geteisterde gebied verdwenen
toen, vóór vanavond laat, daar in de
men uil geen heiden in een ramp, waar j buurt van Fijnaart, opnieuw de noodklok
de grootste heldhaftigheid tenslotte niets 1 luidde
Zeeland: een van
noodffebieden
Luctor et Emergo" („Ik worstel en ontkom"). Uit dit devies moet de
zwaar getroffen bevolking van Zeeland moed putten om de noodtoestand,
die in dit eilandenrijke deel van ons land zeer groot is, bot hoofd te bieden.
Er hebben zich vooral in de zak van Zuid-Beveland en in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen Zondagochtend afgrijselijke tonelen afgespeeld toen het dooi
de zware orkaan opgezwiepte water zich een weg brak door de dijken, die
de Zeeuwse polders tegen de erfvijand moeten beschermen.
Wel zeer rampspoedig was deze ochtend voor de Kleine jVfe'opolder, die ligt ten
Zuiden van De Westerschelde waar deze zich vernauwt om als de Schelde België
binnen te stromen. Toen de dijk daar bij de Duivenhoek (gemeente Hontenisse)
op vijf plaatsen bezweek, bulderde het tomeloze water met donderend geweld de
polder in en sleurde al direct een dicht in de buurt van de dijk gebouwde boeren
woning mee. De bewoners, die het gevaar hadden zien aankomen, hadden zich
reeds in veiligheid gebracht. Het kolkende water was echter niet te houden en
vernielde ook de achter de Scheldedijk liggende dijk, die de Kruispolder moet be
schermen. Hier ontstond de doorbraak vlak bij een arbeidershuisje, dat binnen
enkele seconden door de woeste golven werd ondergraven en geheel in de stroom
verdween. De bewoners, vader en moeder Smit en twee kinderen, die zich niet
meer hadden kunnen redden werden meegesleurd en verdronken jammerlijk.
Een ander huis werd zodanig gebeukt, dat het instortte boven op het in angstige
spanning in de huiskamer bijeengehokt gezin van eveneens vier mensen. Zij allen
verloren het leven. Een boerengezin met negen kinderen kon zich nog juist voor
dat de boerderij instortte in veiligheid stellen.
van slechts enkele hooggelegen straten in
het centrum, blank. De meeste bewoners
werden volkomen door het hun huizen
binnenstromende water verrast en moes
ten, zonder iets te kunnen redden, elders
hoger gelegen verdiepingen opzoeken. Op
sommige punten stond toen niet minder
dan twee meter water. Bij het kerende tij
is deze onafzienbare watermassa slechts
weinig naar zee terug kunnen vloeien.
Een bakkerij is tengevolge van het vele
binnendringende zeewatej: ingestort en de
bestrating op vele punten volkomen mee
gesleurd. Van de in de omgeving van Ter-
neuzen aan zee liggende polders is er niet
één drooggebleven.
De Nieuw-Neuzenpolder, de Serlippens-
polder en de Nieuwe Othenepolder zijn
alle volkomen blank komen te staan. Vele
honderden meters zware zeedijk zijn weg
geslagen. Boerderijen en huizen staan tot
het dak toe in het water.
Ook hier is een slachtoffer te betreu
ren. In één van de huizen sliepen de
ouders boven en de baby beneden. Toen
het water met geweld het huis binnen
drong en de ouders naar beneden storm
den om hun kindje te redden waren zij
Van de familie Daalman vonden een
vrouw en een kind.de dood in de kokende
golven. Vader Daalman slaagde er slechts
met veel moeite in zijn zoon te redden,
nadat deze twee uur met een gebroken
been in een boom had gehangen. Moeder
Vossaart uit Ossenisse, die haar baby in
veiligheid had gebracht en tot haar borst
door het water moest waden zag haar
kind op een noodlottig ogenblik uit haar
armen weggerukt. De kleine verdronk
voor haar ogen.
De Hooglandpolder bjj Ossenisse staat
eveneens geheel blank en ook de dijken
van de grote Molenpolder zijn doorgebro
ken.
In de vroege ochtend van Zondag
stroomde het tot ongekende hoogte opge
zwiepte zeewater op een tweetal plaatsen
Terneuzen binnen en in een minimum van
tijd stond de binnenstad, met uitzondering
reeds te laat. Paarden en vee van de
meeste landbouwers gingen verloren.
Met behulp van alle uit achterliggende
plaatsen afkomstige vrijwilligers heeft
men door het leggen van duizenden
zandzakken de onbeschermde Slaperdijk
zodanig kunnen versterken, dat deze in
staat bleek de vloed van gisteravond te
weerstaan. Zondagochtend was de wa
terstand op de Schelde te Terneuzen
5.10 m. plus N. A. P. tegen normaal
2.60 m. Een verschil dus van twee en
een halve meter.
In de Nieuw-Othenepolder bij Terneuzen
werd een gezin met zes kinderen, wier va
der ziek te bed lag, door het woest aan
stromende water verrast, dat het huis on
dermijnde. Met grote moeite wisten de
ouders hun kinderen nog buitenshuis te
krijgen, maar toen men eenmaal op de
veilige dijk was gearriveerd, bleek een
driejarig zoontje niet aanwezig te zijn.
Teruggaan om te zoeken was onverant
woord, omdat de afgelegde weg na enkele
minuten al spoedig meer dan een meter
onder water stond. Aangenomen moet
worden, dat het kind verdronken is
In Kloosterzande was iedei-een vannacht
uiterst paraat. „De Baalhoek bij de
Kruispolder staat op het punt te bezwij
ken", komt om 23 uur het bericht door op
het stadhuis, en onmiddellijk trekt weer
een vijftigtal soldaten en burgers uit om
de dijk met zakken zand en stenen te
versterken.
De veestapel heeft grote verliezen ge
leden en de schade moet alleen in de
omgeving van Kloosterzande al op dui
zenden guldens geraamd worden. Onder
weg zagen wij een schuur, die gisteren
bij hoog water was ondergelopen en
waarin 170 schapen jammerlijk waren
omgekomen.
De uit de ondergelopen gebieden geeva-
cueerde bevolking is bij burgers in de nog
droogstaande gebieden ondergebracht. Alle
hotels in Zeeuwsch-Vlaanderen zitten
stampvol met vluchtelingen. Vannacht
werden nog 200 soldaten uit Breda in
Kloosterzande verwacht, die een welkome
aflossing zullen zijn voor de vrijwilligers,
die thans reeds meer dan 24 uur onaf
gebroken in touw zijn.
In de duinen van de herdijkte Zwarte
Polder bij Cadzand in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen is een gat geslagen van 40
a 50 meter. Een aantal 'andbouwwoningen
is ontruimd. Geen ongelukken deden zich
voor. De grote bunkers, die hier nog ston
den uit de bezettingstijd, zijn in zee ge
stort en vormen een gevaar voor de dui
nen, waarvan grote stukken worden af
geslagen. Over de zeesluis van de haven
van Cadzand sloegen gisteravond grote
golven water. Men vreesde het ergste.
In Breskens is grote schade aangericht
aan de haven. Er zijn verschillende scheep
jes op de Havendam geslagen. Een hotel
nabij de haven loopt gevaar in zee te
storten. Het is geheel ontruimd. Het water
stond tot in het dorpje.
In Hoofdplaat is de slapersdijk doorge
broken, tengevolge waarvan een aantal
huizen is weggespoeld. Hoewel het dorp
niet onder water is gelopen, werd het toch
ontruimd.
In de gemeenten Groede en Nieuwvliet
kon een dijkdoorbraak worden voorkomen.
Walcheren werd geheel van de buiten
wereld geïsoleerd, doordat de Sloedam,
die de verbinding vormt met Zuid-
Beveland, diep onder water staat en on
dermijnd wordt, zodat men vreest voor
instorting.
In Vlissingen, waar minstens drie doden
te betreuren zjjn, beukte een springvloed
van een hevigheid, zoals niemand die zich
heugen kan, op de boulevard en sloeg er
achtereenvolgens vijf gaten in, die steeds
groter werden. Het opstuwende water,
vermengd met zand, baande zich er een
weg door heen, sloeg hele gedeelten van
de boulevard weg, waarvan het asfalt en
brokken steen verdwenen, zodat de wan
delweg langs de zee volkomen vernield
werd.
Het water stormde het oude gedeelte
van de stad binnen en bereikte daar een
stand van 3 a 4 m. hoogte. Zo groot was
het geweld van water en storm samen, dat
diverse auto's werden meegevoerd.
De bewoners van de binnenstad werden
met roeiboten geevacueerd.
Alle mogelijke arbeidskrachten werden
gemobiliseerd om de gaten in de boule
vard te dichten. Het zogenaamde Bellamy-
park, waar enige jaren geleden de Ko
ningin de herbcplanting van Walcheren
begon, is thans een enorme zandvlakte.
Het water stroomde ook de Jacobskerk,
beroemd omdat eens Michiel de Ruyter de
toren er van beklom, binnen.
De gaslevering in de stad werd uitge
schakeld, terwijl tien bakkersbedrijven
door de overstroming van hun bakkerijen
niet meer konden werken, zodat de brood
voorziening vanochtend gevaar liep.
Aan de oproep tot hulpverlening via de
de radio gedaan door de burgemeester van
Vlissingen en de directeur van de scheeps
werf „De Schelde", werd van vele zijden
gevolg gegeven. Daardoor heeft men b.v.
op de werf de hoge vloed kunnen door
staan, terwijl ook de dijk van Vlissingen
voor een doorbraak gevrijwaard werd. De
stad doorstond de tweede kritieke periode
van gistermiddag met goed gevolg. De
toestand bleef stationnair.
Het stadje Veere kwam geheel onder
water te staan; alle straten spoelden stuk.
De Nieuwerkerkerpolder en de Suzanna-
polder werden overstroomd, doch men
schijnt hier de dijkdoorbraak bedwongen
te hebben, zodat het gevaar voor de ge
meente St. Laurens ten Zuiden van Vee se
geweken was. In Nieuw en St. Jooslan.l
brak de dijk bij Rammekens. Arnemuiden
cn Rithem werden volkomen door het wa
ter geïsoleerd, en in de laatstgenoemde
plaats werd de bevolking geëvacueerd.
Met man en macht werkte men aan het
dichten van de dijkbreuken, waarmee men
snel opschoot, zodat in de avonduren nog
maar weinig water hier Walcheren bin
nenstroomde.
In Zuid-Beveland was de toestand ho
peloos. Bij Wolphaertsdijk en tussen Kat-
tendijke en Wemeldinge, bij Kruiningen,
werden gaten geslagen in de dijken. HuVp-
verleningstroepen gingen ogenblikkelijk
aan het werk om de mensen uit de onder
gelopen huizen te halen. Men moest de
slachtoffers van de daken afhalen en
uit de bomen „plukken". Bij Katten-
dijke werkten ongeveer duizend mannen
uit Goes en omstreken aan de zeedijk, die
op verscheidene plaatsen naast de gaten
nog zwakke plekken vertoont. Als deze
dijk doorbreekt en dit gevaar bestaat
ook nu nog zullen namelijk Kattendijke,
Kloetinge, Kapelie en een gedeelte van
Goes in gevaar komen.
De Reigersbergpolder in de slurf van
Zuid-Beveland naar Noord-Brabant kamp
te eveneens met de waterwolf. Het dorp
Rilland Bath werd geïsoleerd. De Wolver-
dijkse polder liep onder water en hetzelf
de geschiedde met de polder Kruiningen,
waardoor het dorp Kruiningen en Hans-
weert geïsoleerd werden. Het waTr
stroomt met grote kracht de polders bin
nen.
Te Wemeldinge was men de toestand
gisteravond om half zeven meester. Gaten
in ae zeewering bij Nieuwedijk en bij de
y,eI"ij aan binnenzijde van 1e
Steldijk, werden met man en macht ge-
dicht.
De bevolking-van de meeste bedreigde
plaatsen is naar Goes geëvacueerd.
In Baarland en EUewouisdijk, waar een
groot gat in de dijk werd geslagen, stond
ofl ?i.?an de zo'der van de wonin
gen. In Elstdjjk, by Krabbendijk. was de
oo op zijn hoogst. De mensen werden
i.ü/ï!1. ('e daken en uit de bomen ge
naaid. ier doden werden hier geteld.
Vannacht is in Yerseke een vlol aan
gespoeld. waarop zich drie mensen bevon
den, afkomstig uit Ouwerkerk op Schou
wen. Zij deelden mede, dat vier anderen
van het vlot waren geslagen cn verdron
ken. Eén van de geredden was zeer ern
stig gewond.