Veel slachtoffers in dorpen en gehuchten Zuinig met electriciteit In Oost-Z.-Vlaanderen speelden zich afgrijselijke tonelen af WESTELIJK BRABANT GETEISTERD Oncontroleerbare geruchten overal MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 PAGINA A FIJNAART, Zondagavond Als een weerzinwekkend monster sloop over West-Brabant de nieuwe nacht. Het sinistere, ondoordringbare donker mengde zich sissend haast en verraderlijk met de driftig-kokende bandjirs van het vuil-bruine water, dat op deze rampzalige dag reeds een afgrijselijke sfeer van mate loos leed en onbeschrijflijke ellende achterliet en die nu, wreed en gulzig en zonder mededogen, kolkend en schuimend en met tomeloos geweld aan de nog bestaande dijken vrat. Mc-n stond daar, vanavond laat, nog eenmaal op deze smalle, vrijwel zeker ten ondergang gedoemde dijkweg Noordwest van Oude Molen. Men stond daar, zich machteloos schrapzettend tegen de, nog altijd met volle kracht woedende Noord wester, op de plek waar het vette, moordende water met iedere rukwind en elke golfslag steeds meer verdronk van wat er van de weg nog restte. Haar liet men, héél even, deze nieuwe nacht met al haar, naar de keel grijpende drama's op zich aan stormen: de stormwind, die gierend, bijtend en verblindend nog altijd de slagregen joeg over het ver dronken land en de vluchtende mensenDe verstarde, nu ook het laatste restje leven verstikkende donkerte voor zich uit, waarachter men, verder nog naar het Noorden, meer dan twee duizend mensen ge ïsoleerd en bedreigd, in het, door het water volkomen ingesloten Willemstad wist Het klagende, zelfs het gegier van de stormwind nog doorscheurende geloei van een verdrinkende boe.Een schot, vreemd en vlakbij, uit een karabijn. Een meisje van twaalf dat, zonder mantel en doornat, ginds in Oude Molen uit een autobus vol evacué's is gevlucht, en dat zij hééft geen tranen meer en in haar doffe, toonloze stem ligt reeds het leed van een héél leven opnieuw de dijkweg opgelopen is, omdat haar vader achterbleef bij het vee, in een boerderij die, naar men aanneemt, reeds uren geleden onder de druk van het moordende water rondom, bezweken is en vergaan. Men staat daar op die dijk na een dag, waarop men, met dofbonzend hoofd en met snel verlammende *eliuwen, van het ene gruwelijke tafereel naar het andere is gegaan. Men was in een wankel roeibootje ^at, ergens bij Klundert, een poging deed om een tot instorten gedoemd huisje nog te bereiken. Men zag ®en mens in doodsnood op een, door de storm reeds half-weggeslagen dak; en er zullen jaren voorbij gaan voor men vergeten is, hoe dat dak tenslotte bezweek en hoe men een mens, die men niet kende doch die men helpen wilde neen, helpen móest! prijs moest geven aan de golven. Dringende oproep tot gebruikers in Rotterdam en omgeving Alléén maar een kop koffie Het duizendkoppige gruwe lijke gerucht Woedende golven beuken de dijken Als op elk slagveld: ook aasgieren In Terneuzen Zoontje bleef achter Nieuwe dijkdoorbraak bij Kloosterzande? Duinen bij Cadzand in gevaar Walcheren geïsoleerd Elders op Walcheren In Zuid-Beveland I ier mensen van vlot gespoeld Verbij sterend ellende en tafereel van angst Men was in Halsteren toen alleen een )vonder daar, even voorbij het middag uur, een paniek voorkwam. En men heeft ^ergeten de naam te vragen van de vrachtrijder, aan wie men het te danken heeft, dat men zijn wagen weer op de V'eg kreeg, nadat men, benoorden Hal steren in de richting Steenbergen, in de hiodder was vastgeraakt, en men mis schien duidelijker nog dan elders de af schuwelijke dreiging van het steeds na- uersluipende water ervoer en verwerken 'hoest. y Men stond bij Rilland en men vond Zeeland geïsoleerd en onbereikbaar, doch bien keek met samengeknepen ogen Ademloos naar het water dat, van minuut *ot minuut, steeds meer verwoestte van tfat men juist hier, na de oorlog, met sóveel moeite en zóveel liefde weer had opgebouwd. Men zag in deze bruine zee, waar Vreemd en grillig de schuimkoppen een uanse macabre dansten, de cadavers van het omgekomen vee: vreemde, vervorm de, opgeblazen lijven, kantelend, zodat, heel even, een wezenloos in het niets starende koeienkop weer opdook, als z°cht zelfs dit levenloze cadaver nog red ding. of men stond in de Rode-Kruispost h'er in Fijnaart, waar men vanmiddag M zeventien doden telde en waar dokto ren en personeel nog steeds handen en htensen te kort kwamen om de gewon nen en volkomen overstuur geraakten re hunnen helpen. Of men zag hoe op de nijk tussen Fijnaart en Oude Molen een .Bredase touringcar met twee Rode- Kruissoldaten, op weg om nieuwe eva cué's te halen, door een rukwind een voudig van de dijk in het, enige meters lager gelegen weiland geblazen werden. Wegens de ernstige toestand van de electriciteitsvoorziening in zijn verzorgingsgebied verzoekt het ge meentebestuur van Rotterdam de electriciteitsverbruikers in de ge meenten Rotterdam, Schiedam Waardingen, Bergschenhoek, Bleijs- Wijk en de gemeenten op Voorne en Putten, Rozenburg en West- IJsselmonde, zich voorlopig aan- •rienlijk in hun stroomverbruik te beperken. Het gebruik van elec- trisehe kacheltjes e.d. is absoluut Verboden. Hedenavond tussen 17 en 22 uur moeten alle verbruikers zowel in Woningen als de industrie hun stroomverbruik tot het uiterste be- Perken, terwijl voor het overige met eer> beperking tot 60 pet van het uormale stroomverbruik voor alle verbruikers kan worden volstaan, mneinde de stroomvoorziening voor de poldergemalen en de rioolgema- en, alsmede voor de levensmidde lenvoorziening in stand te kunnen houden. Dan klom men met enkele vluchtelin gen omlaag langs de dijk en bracht men een ernstig gewonde naar de Centrale Hulppost in Fijnaart: en dat men er een blocnotevol aantekeningen mee ver speelde, merkt men pas later. Het deed er niet toe. Het deed er al- leméal niet toe: de dodelijke vermoeid- heid van de soldaten, de chauffeurs en evacuatie-auto's, de boeren, de troepen van het Rode Kruis, en al die vele hon derden die, spontaan en meestal nog on georganiseerd, hulp verleenden waar maar hulp geboden kon worden. Het deed er allemaal niet meer toe: dat er zelfs onder de commando's daar benoorden Oude Molen waren die, tegen de avond, de spanning en de vermoeie nissen niet langer meer konden dragen, zodat zij tenslotte, na uren van grote heldhaftigheid en onbeschrijflijke moed, bewusteloos in elkaar zakten en opzij uit de frontlinie moesten worden wegge bracht om nauwelijks een uur later op nieuw daar terug te keren. Een frontlinie...? Een oorlog met al zijn geraffineerde, onmenselijke verschrikkingen kan niet wurgender, niet dramatischer zijn dan deze soms hopeloze strijd, welke men hier in West-Brabant en ginds in Zee land en overal, waar onze oudste vijand, het water, ons vaderland nu bedreigt, nu al uren achtereen koppig en stug en met een bewonderenswaardige moed bezig is te bestrijden. Men ontmoet in Halsteren een jonge man van 22 jaar. Hij is sedert Zondag ochtend vroeg in touw geweest. Hij heeft vee uit de stallen gehaald, hij heeft een vrachtwagen met vluchtelingen naar Bergen op Zoom gereden. Zijn handen zijn tot bloedens toe kapot, zijn kleren zijn doornat tot aan het middel, zijn ge laat is asgrauw en er schijnt geen bloed meer in al zijn strak-getrokken, smalle lippen. Een warme kop koffie zou hij wil len drinken. Méér niet. Neen: hij heeft niet meer gegeten. Sedert gisteravond al niet meer, denkt hij. Doch hij moet voort. Drie kilometer verderop kan men wel licht nog twaalf stuks vee van de ver drinkingsdood redden. Neen; hij is niet van deze streek. Hij komt uit Willemstad. Zijn ouders zijn zuster zijn daar nog. ,,Zjj ver drinkenzegt hij en het klinkt alsof hij dit vandaag al duizendmaal herhaald heeft. „Zij verdrinken... van nacht misschien... Ons huis houdt dit niet... en ons vader had net van ver leden week een nieuwe radio...". Het front is grillig en verraderlijk en onoverzichtelijk, en achter het front dreigt meer dan eens een chaos. Men dreef het vee uit de stallen en het ver zamelde zich in grote kudden op de smalle dijkwegen. Het vertraagt en ver stopt het verkeer en het gebeurt, dat men op dezelfde dijkweg een andere kudde tegenkomt die, nerveus en opge jaagd en zonder leiding, precies in tegen overgestelde richting uit gaat, een zeker einde tegemoet. In een plaatsje als Fijnaart heeft men de grootste moeite om het verkeer van Rode-Kruiscolonnes, vee-kudden en evacuatiewagens nog een doorgang te verschaffen. Op het drukke Stationsplein van Roosendaal, waar de stormwind de regen woedend omlaag giert, blokkeren de wagens, die voortdurend meer vluch telingen naar de, in beslag genomen res tauratieruimten van het station voeren, herhaaldelijk iedere doorgang. Doch men vordert niettemin. Het duurde zes lange uren voor men tussen Steenbergen en het zo zwaar getroffen gebied bewesten Halsteren, een bus vol evacué's die daar in het voortijlende water was blijven steken, eindelijk weer vlot kon krijgen, doch men slaagde! Men slaagde met de evacuatie zelfs in Dintel- oord, waar Zondagavond laat een dode lijk vermoeide burgemeester nog steeds om „hulp en mensen!" vroeg, doch waar men de situatie, menselijkerwijs gespro ken, niettemin in de hand leek te heb ben. Men betreurde daar toen vijf doden. De ramp ontstond hier, doordat er Zondagmorgen gaten geslagen waren in de Volkerakdjjk, waarna het water uit het Volkerak het water in de Mark op eens veranderde in een woeste, niets ontziende bergstroom, die de dijken van een aantal kleine polders doorbrak <de Torenpolder, de Driegebroederspolder, de Drievriendenpölder en andere). De eerste slechtoffers waren hier het echt paar Jan de Vos en de landbouwers- knecht. Jansen, die samen met'zijn moe der, een tachtigjarige weduwe, direct on der de Volkerakdjjk woonden. Hun huis jes werden onmiddellijk een prooi van het water en de ljjken heeft men reeds geborgen. Men zoekt nog naar de twee kleinkin deren van Jan de Vos. die bij hun groot ouders logeerden en van wie men geen spoor heeft terug gevonden Drama's, drama's En elk drama geeft voedsel aan nieu we geruchten. Is het waér, dat er bij Halsteren een gezin van veertien perso nen in het water is omgekomen? Is het wéér, dat benoorden Oude Molen Zon dagmorgen een echtpaar toch nog ter kerke ging, dat bet zij n twee kinderen aan hun bedjes vastbond, teneinde te voorkomen, dat zij tijdens hun afwezig heid uit het huis zouden lopen en dat dit echtpaar een uur later zijn huis nog slechts terugvond als een gruwelijke, half boven water uitstekende ruïne? Men kén deze verhalen Zondagavond nog niet controleren en men zij voorzich tig met al deze berichten in een streek, Links: Jong en oud bezig aan het herstel van de dijk tussen Gouda en Gouderak; midden: de vernielingen aan de spoor weg Dordrecht en Rotterdam in de Korte Piersonstraat ie Maassluis stortte een huis in, dat door het water was onder mijnd; onder, de ravage in een kruidenierswinkel in dezelfde plaats. waar de telefoon, voor zover deze nog tiemiddelen practisch zijn uitgevallen, waar de telefoon, voor zover hij nog werkt, overbelast is, en waar angst en leed en ontzetting een begrijpelijke, doch gevaarlijke voedingsbodem vormen voor allerlei, voorlopig niet te controleren ge ruchten, galmt een alarmklok van dorp tot dorp, van dijk tot dijk. En zoals in een oorlog groeit mét dit alarm de proportie van haast ieder gerucht. Men zegt U in Halsteren, dat Dintel- oord totaal onder water staat en men rijdt er heen om te ontdekken, dat de mannen, die daar met levensgevaar, be dreigd door een woeste, steeds hoger op slaande golfslag de dijkweg tussen Stam persgat en Dinteloord van de ondergang tracht te redden, nog steeds aan de win nende hand zijn. Maar het is waar, dat deze weg dodelijk gevaarlijk is om te be gaan en met ontzetting ziet men de da verende golfslagen breken tegen de dijk. Men zegt U, dat bij Klundert een schip eenvoudig over de dijk is geslagen, zo dat het nu practisch in het dorp ligt, doch ge spreekt in Roosendaal, terwijl ge met een wanhopig, jong echtpaar uit Heiningen naar twee vermiste kinderen zoekt, een der laatste evacué's uit Klun dert, doch hij heeft dit schip niet gezien. „Ik heb", zegt de man, „ik heb niets an ders gezien dan mijn eigen huisje. Hoe het daar lag met gesloten luiken en hoe het water al naar het dak reikte. Mijn paard heb ik doodgeschoten voor het verdrinken kon. En is het wéér, dat er in Halsteren al meer dan dertig doden zijn?" De oorlog tegen het water woedt voort. Het front kent geen pauze, ook nu niet nu de nacht met duizend onzicht bare grijpklauwen dreigend gevallen is over dit geteisterde gebied. En laat in de avond rijdt men dan terug naar Fijnaart en verweg hoort men, hoe ergens op nieuw de noodklok luidt; en vlakbij ga loppeert, met vonken die vuurrood uit de zware hoeven slaan, een op hol geslagen paard blindelings door een smalle, met vluchtelingen en automobielen nog vol gepropte straat; en een dodelijk ver moeide dokter klemt zich even aan Uw wagen vast en zegt: „Het zou niet juist zijn, om in een reportage over deze ramp en over de manier waarop men zich hier tegen het onheil weert, namen te noe men. Wij kénnen hier geen namen meer. Wij kennen ook geen onderscheid meer. Wij zijn één, donkere, grauwe, kapotge- werkte wassa, die nog altijd niet volle dig voor het water buigen wil en die vannacht en morgen en overmorgen, zo nodig, verder zal blijven vechten om de allerlaatste dijken, het allerlaatst.e men senleven en het allerlaatste vee". „Neen, géén namen!"men had dit verderop, bij de mannen van de com mando's uren tevoren ook al gevraagd; is. vergeleken bij de onbeschrijfelijke smart en het gruwelijke leed, dat hier in nauwelijks een etmaal tijds werd gezaaid. Doch men zou één uitzondering moe ten maken! Eén uitzondering voor het handjevol aasgieren, die men op elk slag veld en bij ieder drama-in-het-groot vin den kan: een paar veehandelaren, die met grote vrachtwagens vandaag on middellijk naar de bedreigde streek trokken, doch die. in plaats van vee te evacueren, vee kochten!! Vandaag, juist vandaag! Met het mes op de keel van verhijster- de in hun ellende dof en buigzaam ge worden boeren! Negentig gulden voor een varken, dat in feite meer dan f 170 deed! Zij waren, met hun vrachtwagens al uit het geteisterde gebied verdwenen toen, vóór vanavond laat, daar in de men uil geen heiden in een ramp, waar j buurt van Fijnaart, opnieuw de noodklok de grootste heldhaftigheid tenslotte niets 1 luidde Zeeland: een van noodffebieden Luctor et Emergo" („Ik worstel en ontkom"). Uit dit devies moet de zwaar getroffen bevolking van Zeeland moed putten om de noodtoestand, die in dit eilandenrijke deel van ons land zeer groot is, bot hoofd te bieden. Er hebben zich vooral in de zak van Zuid-Beveland en in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen Zondagochtend afgrijselijke tonelen afgespeeld toen het dooi de zware orkaan opgezwiepte water zich een weg brak door de dijken, die de Zeeuwse polders tegen de erfvijand moeten beschermen. Wel zeer rampspoedig was deze ochtend voor de Kleine jVfe'opolder, die ligt ten Zuiden van De Westerschelde waar deze zich vernauwt om als de Schelde België binnen te stromen. Toen de dijk daar bij de Duivenhoek (gemeente Hontenisse) op vijf plaatsen bezweek, bulderde het tomeloze water met donderend geweld de polder in en sleurde al direct een dicht in de buurt van de dijk gebouwde boeren woning mee. De bewoners, die het gevaar hadden zien aankomen, hadden zich reeds in veiligheid gebracht. Het kolkende water was echter niet te houden en vernielde ook de achter de Scheldedijk liggende dijk, die de Kruispolder moet be schermen. Hier ontstond de doorbraak vlak bij een arbeidershuisje, dat binnen enkele seconden door de woeste golven werd ondergraven en geheel in de stroom verdween. De bewoners, vader en moeder Smit en twee kinderen, die zich niet meer hadden kunnen redden werden meegesleurd en verdronken jammerlijk. Een ander huis werd zodanig gebeukt, dat het instortte boven op het in angstige spanning in de huiskamer bijeengehokt gezin van eveneens vier mensen. Zij allen verloren het leven. Een boerengezin met negen kinderen kon zich nog juist voor dat de boerderij instortte in veiligheid stellen. van slechts enkele hooggelegen straten in het centrum, blank. De meeste bewoners werden volkomen door het hun huizen binnenstromende water verrast en moes ten, zonder iets te kunnen redden, elders hoger gelegen verdiepingen opzoeken. Op sommige punten stond toen niet minder dan twee meter water. Bij het kerende tij is deze onafzienbare watermassa slechts weinig naar zee terug kunnen vloeien. Een bakkerij is tengevolge van het vele binnendringende zeewatej: ingestort en de bestrating op vele punten volkomen mee gesleurd. Van de in de omgeving van Ter- neuzen aan zee liggende polders is er niet één drooggebleven. De Nieuw-Neuzenpolder, de Serlippens- polder en de Nieuwe Othenepolder zijn alle volkomen blank komen te staan. Vele honderden meters zware zeedijk zijn weg geslagen. Boerderijen en huizen staan tot het dak toe in het water. Ook hier is een slachtoffer te betreu ren. In één van de huizen sliepen de ouders boven en de baby beneden. Toen het water met geweld het huis binnen drong en de ouders naar beneden storm den om hun kindje te redden waren zij Van de familie Daalman vonden een vrouw en een kind.de dood in de kokende golven. Vader Daalman slaagde er slechts met veel moeite in zijn zoon te redden, nadat deze twee uur met een gebroken been in een boom had gehangen. Moeder Vossaart uit Ossenisse, die haar baby in veiligheid had gebracht en tot haar borst door het water moest waden zag haar kind op een noodlottig ogenblik uit haar armen weggerukt. De kleine verdronk voor haar ogen. De Hooglandpolder bjj Ossenisse staat eveneens geheel blank en ook de dijken van de grote Molenpolder zijn doorgebro ken. In de vroege ochtend van Zondag stroomde het tot ongekende hoogte opge zwiepte zeewater op een tweetal plaatsen Terneuzen binnen en in een minimum van tijd stond de binnenstad, met uitzondering reeds te laat. Paarden en vee van de meeste landbouwers gingen verloren. Met behulp van alle uit achterliggende plaatsen afkomstige vrijwilligers heeft men door het leggen van duizenden zandzakken de onbeschermde Slaperdijk zodanig kunnen versterken, dat deze in staat bleek de vloed van gisteravond te weerstaan. Zondagochtend was de wa terstand op de Schelde te Terneuzen 5.10 m. plus N. A. P. tegen normaal 2.60 m. Een verschil dus van twee en een halve meter. In de Nieuw-Othenepolder bij Terneuzen werd een gezin met zes kinderen, wier va der ziek te bed lag, door het woest aan stromende water verrast, dat het huis on dermijnde. Met grote moeite wisten de ouders hun kinderen nog buitenshuis te krijgen, maar toen men eenmaal op de veilige dijk was gearriveerd, bleek een driejarig zoontje niet aanwezig te zijn. Teruggaan om te zoeken was onverant woord, omdat de afgelegde weg na enkele minuten al spoedig meer dan een meter onder water stond. Aangenomen moet worden, dat het kind verdronken is In Kloosterzande was iedei-een vannacht uiterst paraat. „De Baalhoek bij de Kruispolder staat op het punt te bezwij ken", komt om 23 uur het bericht door op het stadhuis, en onmiddellijk trekt weer een vijftigtal soldaten en burgers uit om de dijk met zakken zand en stenen te versterken. De veestapel heeft grote verliezen ge leden en de schade moet alleen in de omgeving van Kloosterzande al op dui zenden guldens geraamd worden. Onder weg zagen wij een schuur, die gisteren bij hoog water was ondergelopen en waarin 170 schapen jammerlijk waren omgekomen. De uit de ondergelopen gebieden geeva- cueerde bevolking is bij burgers in de nog droogstaande gebieden ondergebracht. Alle hotels in Zeeuwsch-Vlaanderen zitten stampvol met vluchtelingen. Vannacht werden nog 200 soldaten uit Breda in Kloosterzande verwacht, die een welkome aflossing zullen zijn voor de vrijwilligers, die thans reeds meer dan 24 uur onaf gebroken in touw zijn. In de duinen van de herdijkte Zwarte Polder bij Cadzand in West-Zeeuwsch- Vlaanderen is een gat geslagen van 40 a 50 meter. Een aantal 'andbouwwoningen is ontruimd. Geen ongelukken deden zich voor. De grote bunkers, die hier nog ston den uit de bezettingstijd, zijn in zee ge stort en vormen een gevaar voor de dui nen, waarvan grote stukken worden af geslagen. Over de zeesluis van de haven van Cadzand sloegen gisteravond grote golven water. Men vreesde het ergste. In Breskens is grote schade aangericht aan de haven. Er zijn verschillende scheep jes op de Havendam geslagen. Een hotel nabij de haven loopt gevaar in zee te storten. Het is geheel ontruimd. Het water stond tot in het dorpje. In Hoofdplaat is de slapersdijk doorge broken, tengevolge waarvan een aantal huizen is weggespoeld. Hoewel het dorp niet onder water is gelopen, werd het toch ontruimd. In de gemeenten Groede en Nieuwvliet kon een dijkdoorbraak worden voorkomen. Walcheren werd geheel van de buiten wereld geïsoleerd, doordat de Sloedam, die de verbinding vormt met Zuid- Beveland, diep onder water staat en on dermijnd wordt, zodat men vreest voor instorting. In Vlissingen, waar minstens drie doden te betreuren zjjn, beukte een springvloed van een hevigheid, zoals niemand die zich heugen kan, op de boulevard en sloeg er achtereenvolgens vijf gaten in, die steeds groter werden. Het opstuwende water, vermengd met zand, baande zich er een weg door heen, sloeg hele gedeelten van de boulevard weg, waarvan het asfalt en brokken steen verdwenen, zodat de wan delweg langs de zee volkomen vernield werd. Het water stormde het oude gedeelte van de stad binnen en bereikte daar een stand van 3 a 4 m. hoogte. Zo groot was het geweld van water en storm samen, dat diverse auto's werden meegevoerd. De bewoners van de binnenstad werden met roeiboten geevacueerd. Alle mogelijke arbeidskrachten werden gemobiliseerd om de gaten in de boule vard te dichten. Het zogenaamde Bellamy- park, waar enige jaren geleden de Ko ningin de herbcplanting van Walcheren begon, is thans een enorme zandvlakte. Het water stroomde ook de Jacobskerk, beroemd omdat eens Michiel de Ruyter de toren er van beklom, binnen. De gaslevering in de stad werd uitge schakeld, terwijl tien bakkersbedrijven door de overstroming van hun bakkerijen niet meer konden werken, zodat de brood voorziening vanochtend gevaar liep. Aan de oproep tot hulpverlening via de de radio gedaan door de burgemeester van Vlissingen en de directeur van de scheeps werf „De Schelde", werd van vele zijden gevolg gegeven. Daardoor heeft men b.v. op de werf de hoge vloed kunnen door staan, terwijl ook de dijk van Vlissingen voor een doorbraak gevrijwaard werd. De stad doorstond de tweede kritieke periode van gistermiddag met goed gevolg. De toestand bleef stationnair. Het stadje Veere kwam geheel onder water te staan; alle straten spoelden stuk. De Nieuwerkerkerpolder en de Suzanna- polder werden overstroomd, doch men schijnt hier de dijkdoorbraak bedwongen te hebben, zodat het gevaar voor de ge meente St. Laurens ten Zuiden van Vee se geweken was. In Nieuw en St. Jooslan.l brak de dijk bij Rammekens. Arnemuiden cn Rithem werden volkomen door het wa ter geïsoleerd, en in de laatstgenoemde plaats werd de bevolking geëvacueerd. Met man en macht werkte men aan het dichten van de dijkbreuken, waarmee men snel opschoot, zodat in de avonduren nog maar weinig water hier Walcheren bin nenstroomde. In Zuid-Beveland was de toestand ho peloos. Bij Wolphaertsdijk en tussen Kat- tendijke en Wemeldinge, bij Kruiningen, werden gaten geslagen in de dijken. HuVp- verleningstroepen gingen ogenblikkelijk aan het werk om de mensen uit de onder gelopen huizen te halen. Men moest de slachtoffers van de daken afhalen en uit de bomen „plukken". Bij Katten- dijke werkten ongeveer duizend mannen uit Goes en omstreken aan de zeedijk, die op verscheidene plaatsen naast de gaten nog zwakke plekken vertoont. Als deze dijk doorbreekt en dit gevaar bestaat ook nu nog zullen namelijk Kattendijke, Kloetinge, Kapelie en een gedeelte van Goes in gevaar komen. De Reigersbergpolder in de slurf van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant kamp te eveneens met de waterwolf. Het dorp Rilland Bath werd geïsoleerd. De Wolver- dijkse polder liep onder water en hetzelf de geschiedde met de polder Kruiningen, waardoor het dorp Kruiningen en Hans- weert geïsoleerd werden. Het waTr stroomt met grote kracht de polders bin nen. Te Wemeldinge was men de toestand gisteravond om half zeven meester. Gaten in ae zeewering bij Nieuwedijk en bij de y,eI"ij aan binnenzijde van 1e Steldijk, werden met man en macht ge- dicht. De bevolking-van de meeste bedreigde plaatsen is naar Goes geëvacueerd. In Baarland en EUewouisdijk, waar een groot gat in de dijk werd geslagen, stond ofl ?i.?an de zo'der van de wonin gen. In Elstdjjk, by Krabbendijk. was de oo op zijn hoogst. De mensen werden i.ü/ï!1. ('e daken en uit de bomen ge naaid. ier doden werden hier geteld. Vannacht is in Yerseke een vlol aan gespoeld. waarop zich drie mensen bevon den, afkomstig uit Ouwerkerk op Schou wen. Zij deelden mede, dat vier anderen van het vlot waren geslagen cn verdron ken. Eén van de geredden was zeer ern stig gewond.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 3