Mot HUIBERS midden in de waterwoestijn Het bloementuintje van Achthuizen Medeleven van Z.H. de Paus Bisdom Haarlem opnieuw aan Maria toegewijd S'iilr-SitOCp cmtcina Beurzen OPEN, dijken dicht Radio ingeschakeld bij inzamelingsactie Leed en Zegen MET DE BISSCHOP IN HET OVERSTROOMDE LAND De tijd van medelijden is nog niet voorbij halfstok Haak -in in nieuwe vorm MAANDAG 9 FEBRUARI 1953 PAGINA 3 VS-TWMMonde w„ tat Men wil niet weg „Ha, fijn zeg Hierover geraakt men niet uitgepraat Het bloementuintje Mgr Lambertini: Ik wens u geluk met uw vurige naastenliefde rahtena om lwsn ^rlt^rbo^r^o^ge'n^ De Bisschop begreep alles „Het mag een wonder heten Mgr Baldelli in Nederland BIJ HOEST EN KEELPIJN SLUM-OPLOSSEND Telefoons „witgloeiend,, „Mouwen omhoog, ons land moet droog Een dag vacantie in de landbouw Adoptie van gemeenten Op de terugweg naar de Spidohoot wilden de dankbare eilandbewoners het hun bisschop eens extra gemakkelijk maken. Ze spaarden hem de vermoeiende tocht te voet aoor het slijk en de modder van de practisch onbegaanbare dijk, en vervoer den hem per boerenwagen, die getrokken werd door een caterpillar, waarmee de bestuurder de meest fantastische staaltjes «an rytechniek uithaalde. Of Mgr toch met liever gelopen had, toen de wagen scheef hangend de glibberige dijkhelling werd opgetrokken en langs allerlei afgronaen reed, hebben wij maar niet gevraagd. (Van onze verslaggever) Niemand van de vermoeide, bemodderde eilanders herkende de rijzige, iets gebogen gestalte, die Zaterdagmiddag om kwart over twaalf de lage reling van een kleine Spidoboot overgeholpen werd, terecht kwam op het voordek van een veeboot vol varkens en via een provisorische loopplank, gelegd voor de evacuatie van vee, ten slotte vaste voet kreeg op een modderige dijk vol tamelijk schichtige paarden, die zich gedeeltelijk hard. nekkig verzetten om aan boord te worden gebracht. Even hield men op om deze vreemdeling gelegenheid te geven aan land te geraken, toen werd de evacuatie van het vee gewoon voortgezet. En niemand heette mgr Huibers welkom hij deze aankomst op Over- flakkee, na Schouwen het zwaarst getroffen gebied van zijn diocees en van heel Nederland. Nieipand wist van zijn komst en er waren zoveel andere dingen, die de volle aandacht opeisten: de wild klauwende, telkens wegglijdende paarden, een transport met levensmiddelen en lichtaggregaten, dat een eind verderop van de zwaar gehavende dijk was gerold, zodat honderden broden in het vertrapte en lcapotgereden gras onder aan de dijk terecht gekomen waren, los gebroken varkens, die weer moesten worden opgevangen, een stervend rund, dat moest worden afgemaakt. Steunend op zijn parapluie begon de bisschop te voet de tocht naar zijn diocesanen in Achthuizen. DE RAMPWEEK, een der rampspoe digste weken in de geschiedenis van Nederland, is besloten met een dag van rouw en bezinning, van gebed en boete. Nadat de springvloed van het water geweld een ongekende ellende over een miliioen mensen had gebracht, heeft een nog geweldiger springvloed van naasten liefde alles, wat in mensenvermogen ligt, gedaan om dit leed, waar mogelijk, te te lenigen. Niet alleen Nederland, maar geheel de vrije wereld heeft zich aaneen gesloten om in een prachtig élan van liefdebetoon hulp te brengen. Een hulp, welke naast de materiële zijde want de schade door het water aangericht loopt in de honderden millioenen bo venal een geestelijke betekenis heeft: de „itine van de broederlijke verbonden heid der mensen. Een week lang is onze aandacht, door ners en radio, bovenal op de menselijke hf.inverlening gericht geweest. Het was goed het was noodzakelijk, dat na deze week het gehele volk wederom als volk de ogen omhoog hief naar Hem, van Wie alleen de troost en de redding kan komen naar Hem Die de zware beproe ving kan toelaten, P?aF, Die in Zijn en barmhartigheid alleen het ecMe welzhn van de mens wil. Overal waar leed is, is ^en, nab,ij' zeide de Koningin zo vertrouwvol in haar radio- Uiteraard heeft onze courant in de achter ons liggende rampweek heel wat verzoeken om inlichtin gen te verwerken gekregen: de isolatie van grote gebieden van ons land, de ontwrichting in de verbindingen en de onrust van dui zenden deden vele abonné's naar tie telefoon grijpen. Wij waren ge lukkig hen te kunnen helpen, maar het telefoontje, dat ons het langst heugen zal, kwam Vrijdagavond de bisschop van Haarlem, mgr J. P. Huibers, had de wens te kennen gegeven om het eiland Goeree en Overflakkee te bezoeken. Het was een grote eer voor ons. dat wij Monseigneur Zaterdagochtend de gelegenheid k0nden bieden per Spi doboot deze lange reis te maken. Naast de bisschop bevond zich ook aan boord mgr J, Niekel, deken van Rotterdam, alsmede enige H.H. Geestelijken uit het Rotter damse, die zich in de afgelopen da gen bpzonder verdienstelijk hadden gemaakt voor de évacués van de Zuidhollandse eilanden. Een ver slag over deze tocht vindt hier naast. Aankomst op Goeree en Overflakkee. .niemand herkende de rijzige, iets gebogen gestalte sel hebben we momenteel plenty, de dis tributie van drinkwater begint ook te lo pen, de meeste vrouwen en kinderen zjjn weg en we hebben sinds gisteren zelfs al weer een postverbinding „Ik was erg hl ij, dat de kapelaan me in Haarlem is komen vertellen, hoe het hier was". „Monseigneur, we zijn ongelooflijk dankbaar, dat U helemaal hierheen ge komen is antwoordde de pastoor weer. „Achthuizen denkt ook zo dikwijls aan mijwuifde de Bisschop de dank baarheid weg. „Zou het mogelijk zijn ook in Oude Tonge te komen?". Het bleek practisch uitgesloten, althans voor de tsisschtm maar hij hoorde ander maal alle afschuwelijke drama's die er zich hadden afgespeeld. De kapelaan kwam binnen, knielde, on geschoren, in grote rubberlaarzen voor zijn bisschop, vertelde hoe de rubberboot lek geslagen was, waarmee hij in de sacristie paramenten had opgehaald voor de Zondagsmis. Het hele verhaal over de eyacuatle der heilige vaten, de moei te, die men gedaan had om Ons Heer te redden, werd verteld en daarna wendde monseigneur zich weer tot de loco-bur gemeester, en vroeg hem hoeveel men sen er nu nog waren: „Nog over 300 van de 1500Er is voorlopig voor degenen, die achterge bleven zijn nog genoeg te doen, maar aan materialen ontbreekt het ons nog het meest, geen kruiwagens geen plan- ken, geen zandOok met de vletten I hebben we nogal moeilijkheden, er staan I hier nog ergens twee stallen vol vee, levend vee, midden in het water, maar we kunnen ze n'et leeghalen. We horen ook geruchten, dat hier &lle mensen weg moeten. Degenen die hier nog zijn, zouden zich daar zeker tegen verzetten Buiten scheerde laag een Dakota over de verdronken wereld, een kleine marine- vlet hakkepofte door de stilte en dichter bij dreef, traag, je^s zwarts. „Bij eb wordt er thans door de sluizen alweer water gespuid, maar...." de loco burgemeester aarzelde even, „iedereen houdt z'n hart vast voor de nieuwe spring vloed. Hij nam afscheid. „We zullen veel voor U bidden, hoor", zei de bisschop, „daar kunt U op rekenen". In een salon daarnaast brandde 'n kaars voor 't Allerheiligste. Monseigneur kniel de erneer, bad eerst een ogenblik in stilte, en zei „We zullen nu vijf Onze Vaders bidden Hij bad zelf voor. De woorden van het Onze Vader kre gen in deze kamer, in deze ontredderde, aan alle kanten door water omspoelde wereld, in zijn mond een nieuwe zin. En dit nadrukkelijker dan ooit gezegde „Glo rie zij aan God de Vader", was welspre kender dan een lange preek. Wij kwamen buiten, de nieuwe buur man van de Pastoor, de kruidenier Van Peperkoren, begroette de bisschop. Hij had na een week van martelend wach ten bericht ontvangen, dat zijn hele fa milie veilig was. Toen de pastoor het aan de bisschop vertelde, begon de man opnieuw te huilen. Er kwam een jonge vrouw aangelopen, wier beide kinderen in Haarlem geëvacueerd zouden zijn. „Ik ga vanavond nog naar Haarlem toe", zei Monseigneur. „Fijn, zeg zei de moeder, toen de bisschop beloofde een bïief mee te ne men. Overal bleef de bisschop staan, onder hield zich met de mensen, kreeg een ver slag te horen van het Rode-Kruiswerk, maakte kennis met de dokter, ging vanaf de weg de school bekijken en de kerk. beide diep in het water. Iemand waarschuwde, dat er nieuws was over Oude Tonge. Het merkwaardige was, dat men in deze kleine gemeenschap practisch volkomen geïsoleerd was van een dorp, dat slechts enkele kilometers verderop lag men wist weinig of niets over de andere eilandbe woners. Men wist alleen, dat het in Oude Tonge afschuwelijk geweest was. Begrijpelijkerwijze waren er allerlei ge ruchten. Iemand vertelde me zelfs, dat in Oude Tonge de pest was uitgebroken. „hoe kan dat ook anders met al die lij ken", voegde hij er aan toe, „maar geluk kig heeft het vannacht gevroren, zodat alle bacillen dood zijn...." Ik probeerde tevergeefs te achterhalen, hoe men aan het gerucht kwam, de „me disch" commentaar over doodgevroren ba cillen liet het al meteen weinig betrouw baar schijnen. De dokter wist er niets van, zei alleen, dat men in Achthuizen alle bewoners had ingeënt tegen typhus en paratyphus. Een, die beweerde „gemoedsbezwaren" te hebben, werd voor de keuze gesteld zich te laten inenten öf het eiland onmid dellijk te verlaten. Hij koos toen 't eerste. „Waarschijnlijk hebben ze ook op Oude Tonge die maatregelen genomen, maar het is natuurlijk niet uitgesloten In deze si tuatie, dat er epidemieën uitbreken. Maar ik heb het verhaal niet gehoord. „Die pastoor van Oude Tonge", zei mij een ander, „die heeft zich fantastisch ge houden; met een witte zakdoek op zijn hoofd, zodat iedereen hem als pastoor zou herkennen, is ie dag en nacht in touw geweest, tot zijn middel in het water soms ,,U zult dat nooit allemaal weten", ver telde een derde, „hoe er ergens op een vlot een kindje geboren is en hoe in die stormnacht dat verdrinkende vee loeide.. U had de doden moeten zienalle ge zichten verrieden de afschuwelijke angst en misschien is het nog gelukkig, dat het donker was, dat men niet alles zien kon. Men zou nooit uitgepraat raken over die ramp. Het werd snel later. Er waren voor de terugtocht zoveel auto's als we maar wilden. Iedereen wilde „zijn" bisschop wel wegbrengen. Waar de weg ophield en we weer de kapotte dijk op moesten, nam men af scheid. Men schudde handen, dankte voor al de hartelijkheid, zei „Sterkte maar en zocht zich een weg tussen de opnieuw hardgevroren karresporen, langs de gaten, tussen het prikkeldraad en al het aan spoelsel van deze waterramp. Men ging terug naar de bewoonde wereld. Die avond zou men opnieuw in 'n goed georganiseer de, geordende maatschappij zijn men had niets geleden. Het was zo gemakkelijk om „Sterkte" te zeggen. „U is niet verder kunnen komen dan dat stuk daar aan de dijk?" vroeg iemand uit Achthuizen, „dan hebt U een „bloe mentuintje" gezien, dan hebt U eigenlijk niets gezien. Verderop., en Oude Tonge!" „Ik was zo graag naar Oude Tonge ge gaan", zei de bisschop, toen hij nog een maal omkeek en met een laatste blik dit troosteloze verdronken land zegende. Wij hoorden hem nóg bidden. Het zou niet het laatste gebed voor zijn diocees zijn. „Nee. dank U, ik ben helemaal niet moe", zei de 77-jarige prelaat na de zeer lange tocht, die ongetwijfeld enorm zwaar moet zijn geweest. „Als ik nog naar Oude Tonge had ge kund Vail a Hp cplipilpn i/Ipo" I de ^u'zen> dis rondom een driesprong van tot de laatste plaa's bezet, clll dllC aeilcpcil de d«k het minst geleden hadden. Aan avond Z. H. Exc. mgr j. p. Het werd voor de 77-jarige, grijze pre laat een tocht, ongewoner en vermoeien der dan hij ooit gemaakt had en voor zichtig z\jn weg zoekend over de smal le, glibberige dijkkruin, langs diep afge- vehelp Nederlandse volk een waarach- j brokkelde bressen, zag hij dingen, die gehele Ned gehele volk met zijn llem meer moeten hebben geschokt, dan tige eennem, egn aangrijpend alIes> wat hij in zijn lange leven had ge- Nnnimdn pn het was aanSrijpend i deze ramp giuoisj acht jn Rotterdam aan boord gegaan, had van af de Spidoboot „Heyplaat" de haastige vloot van op- en afgaande sche pen zien varen, alle typen, alle nationa liteiten, motorsloepen en marinesnelbo- ten, aken vol zand op weg naar de her stellingswerkzaamheden en twee veer boten van de Wester Schelde, ingericht als evacuatieschepen, beurtvaarders en een !ange rits iuxe-jachten achter een sleepboot. Een hele waterwereld, en onder de koude, vorstig wijde waterhemel woeien van alle schepen de vlaggen halfstok: onze eigen driekleur en de nationale kleuren van Zwitserland, van Duitsland, Belgie en Frankrijk. Hier en daar dobberden donkere voor werpen geluidloos stroomafwaarts, het eens zo vertrouwde zwarte rechtlijnige silhouet der zware rivierdijken leek ge hakkeld en brokkeligi verdween op som mige plaatsen geheel in het water. Maar overal langs de rivier wapperde alweer de helder wit e was, stond buiten in de winterzon meubilair te drogen, herstelde ?ent h™ bruiste hel water uit tientallen brandweerslangen terug de dijk over. 6 POM™.'6 keWers dro°S. men sPuide hefwater^van^1 Mn overkant^Num^n^ voorb« en aan dé plaat en eindelijk, om twaalf uur lfepen binnen klelne zwaar gehavende hkventje voud. welke in - ach was, zich tot allen richtfe Tot hen over wie een onbeschrijflijk leed was geko men" tot hen ook, in het vaderland en daZ' buiten, die op een ogenblik, dat alle moderne techniek machteloos bleek om aan het offensief van de door or kaanstoten opgezweepte golven te weer staan een nog machtiger tegenoffensief van 'geestelijke kracht ontketenden,- waartegen ook de vvateren niet bestand zullen blijken te zijn. DE GEHELE KONINKLIJKE fami lie, koningin Juliana, prins Bern- hard, prinses Wilhelmma, prinses Beatrix hebben deze week een heerlijk voorbeeld gegeven van medeleven. Zij hebben zich zelf niet gespaard om troost te brengen, waar deze zo bitter nodig was; om de niet rechtstreeks getroffe nen de weg der menslievende hulpver lening te wijzen. Thans, nu geleidelijk het normale leven zijn eisen weer zal gaan stellen; nu in de niet geteisterde gebieden de dagelijkse gang van zaken langzaam aan de diepe indruk van de eerste dagen zal doen vervagen, legt de Koningin er de nadruk op, dat het werk van de heropbouw in het verdronken land aller volle krachtsinspanning zal blijven vragen. De eenheid en samenwerking, het op rechte medeleven mogen niet verzwak ken. Integendeel, zij moeten hecht, blij ven en zelfs steeds hechter worden. Wat in de achter ons liggende week gedaan en bereikt is, is inderdaad geweldig. Maar het is slechts een begin, een eerste begin van het geweldige herstelwerk, dat om tot volle voltooiing te komen, vele maanden, wellicht jaren zal eisen. Al die tijd zal eensgezinde krachtsin spanning noodzakelijk blijken om wat de zoe nam, weer geheel en al aan de zee te ontrukken. D AN MOGE het woord van onze Ko ningin, dat God een beroep op onze geestelijke veerkracht heeft ge daan ons steeds voor de geest staan. Het 'zal op sommige ogenblikken bitter nodig zijn, want menselijke veerkracht verslapt soms snel; dan is het nodig ho gere motieven op te roepen; vertrouwen op God is in die ogenblikken de sterkste prikkel. Overal waar leed is, is zegen nabij. Moge dit heerlijke woord van onze Ko ningin zich op de allereerste plaats voor de zo zwaar getroffenen, maar ook voor ons gehele volk en voor allen in het buitenland, die het geteisterde Neder land zo edelmoedig te hulp snelden, in Volle omvang verwezenlijken. Een boer wees de Bisschop en het klei ne gezelschap dat hem vergezellen mocht, de weg. Rechts de eindeloze wa tervlakten met hier en daar het silhouet van een half verdronken schuur, een bomenrij. Aan de voet van de dijk strek te zich zo Ver men kijken kon een brede strook uit, die ogenschijnlijk uit droog, dor wintergrasland bestond. Het was hooi en stro, duizenden kilo s uien en wrakhout. Daartussen dreven cadavers van vee. De Bisschop zei haast geen woord, keek maar, luisterde naar het verhaal tan de boer naast hem. „Nee, er waren niet veel mensen meer in Achthuizen; de werkers, die met ge mist konden worden, waren gebleven, oe rest was geëvacueerd". Maar, Goddank, waren er geen slachtoffers, zei de hoer, terwijl we enkele huizen aan de d«k passeerden, die op invallen stonden, de voorgevel reeds geheel weggeslagen. Toen we eindelijk de hoofdweg bereik ten, die normaal begaanbaar was en het glibberige spoor onder aan de dijk, ka- potgereden door tractoren en caterpillars achter ons lag en we ook niet meer over prikkeldraad heen hoefden, kwam er een modderige auto, die ons meenam naar wat er van Achthuizen over was. Het leven in deze ontredderde ge meenschap had zich geconcentreerd op die dijk woonde thans ook de pastoor. We klopten er aan en pastoor G. Des- sing nam een ogenblik volkomen per plex zijn kalotje af, toen hü plotseling zijn Bisschop in de deuropening zag, haastte zich om wat orde in het kleine achterkamertje te brengen, excuseerde zich wel honderd keer en verontschul digde tenslotte nog een keer zijn hond, die al even verheugd scheen over dit hoge bezoek en de Bisschop in het ge zicht likken wilde. „Hij mag niet naar buiten, Monseigneur, anders wordt ie doodgeschoten Monseigneur begreep alles: men hoef de bovendien maar naar buiten te hij ken, waar het water zich tot tegen het huis uitstrekte zo ver men zien kon. „Ja Monseigneur, het mag een wonder heten, maar wij zijn allemaal gespaard geblevenom drie uur 's nachts ver zocht de politie ons de noodklok te lui den, daarna is de kapelaan er nog op uit getrokken om ook buitenaf te waar schuwen, maar we hebben om half acht die Zondag nog de H. Mis kunnen op dragen en eerst na de Hoogmis kwam ook hier het water de polder binnen. Nog geen uur later hadden we een me ter, zaten toen opgesloten in de pastorie, maar Achthuizen heeft het. geluk gehad, dat het wate7- hier betrekkelijk geleide lijk steeg, zodat wre allemaal op tijd hebben kunnen vluchten. We schrijven het hier toe, niet alleen ik, maar ieder een, aan de bijzondere bescherming van Maria EIr is hier een zeer bijzondere Mariadevotie Op dat moment kwam de locoburge meester, de heer J. L. Jacobs binnen. „Meneer Jacobs", zei de bisschop, „ik kom U mijn hartelijke deelneming betui gen met deze ramp". De locoburgemees ter kon bijna niets zeggen en toen hij de bisschopsring kuste, werd het hem een ogenblik bijna te machtig. „Oude Tonge is veel erger, Monseig neur, dat is vreselijk. Wij zijn natuurlijk ook bijna alles kwijt, maar We hebben er tenminste het leven afgebracht. Voed- Dc Kathedrale Kerk van St. Bavo was dat in deze Kathedraal een bedrag van tien duizend en twee honderd zes en dertig gulden is bijeengebracht". toen gister- Huibers het altaar besteeg om een boetelof te cele breren voor de getroffenen in zijn bisdom. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op de burgemeester van Haarlem mr P. O. F. M. Cremers, prof mr C. P. M. Rommc en het Twecde-Kamcr-lid de heer Th. Hooy. In een toespraak bracht Monseigneur j j allereerst dank aan de Moeder Gods Maria, aan Wie hij bij het begin van zijn Epis copaat zijn werk en geheel zijn bisdom had toegewijd, voor al het goede van Haar in het afgel°Pen bisschoppelijk be stuursjaar ontvangen. „Ieder jaar is er nog reden geweest tot dank. Ook dit jaar mochten wij het geluk hebben om, terwijl wij voor zoveel ge varen van het H. Geloof stonden, de gelovigen bezield te zien vaan Gods liefde. Maar nu is het jaar geëindigd met een allerverschikkelijkste ramp. Wij hebben gelezen, hoe de mensen werden overvallen door het water. Ramp en rouw is gekomen over ons bisdom. Ik heb het voorrecht gehad binnen te dringen in het verwoeste gebied. Het was een moeilijke reis. Maar ik ben dankbaar dat ik het heb kunnen en mogen doen". Na een beschrijving van de toestand in de getroffen gebieden, vervolgde Mon seigneur: „Gisteravond bereikte mij een boodschap uit Oude-Tonge: Een kerk meester met vrouw en dertien kinderen verzwolgen door het water". „Maar aan de andere kant heb ik gezien de ontzaglijke spontane naasten liefde. Duizenden mensen zijn gekomen naar de Ahoy-hal te Rotterdam. Alles was daar voorbereid. Zij vonden daar kleding en voedsel. Daar was geen verschil van stand, geen verschil van beroep, geen verschil van godsdienst, geen verschil van politiek. Wat een heerlijkheid, een volk te zien, dat opeens zo eensgezind is. Gjj hebt gelezen, hoe van alle kanten de hulp overvloedig is. Vandaag was het de grote dag van de collecten. Ik weet nog niet hoeveel deze collecten in het bisdom hebben opgebracht. Wel weet ik, De pauselijke afgezant Mgr Righi Lam bertini, die door de H. Vader als diens persoonlijke vertegenwoordiger is belast de omvang van de ramp in Nederland in ogenschouw te nemen, heeft zich Zondag met de volgende radioboodschap gericht tot het Nederlandse volk: „Ik ben hierheen gekomen belast door de H. Vader met de opdracht Hem zo snel mogelijk de directe inlichtingen te verschaffen, die ik kan verkrijgen over de wrede ramp, die dit edele volk zwaar der wellicht dan ooit in de geschiedenis heeft getroffen. De Verheven opperherder heeft mij tevens opgedragen, de Katho lieke gelovigen aan te sporen in hun edelmoedigheid voor de hulpverlening, hun Zijn Vaderlijke Zegen over te bren gen en weer een nieuwe pauselijke bij drage te voegen bij de gaven, die zowel uit nabije als uit vergelegen landen hier aankomen. Ik heb mij van mijn zending gekweten door mij naar de overstroomde gebieden te begeven, waar de eindeloze rijen van verlaten huizen, uitstekende boven het water, ingestort of soms totaal meege sleurd mij een beeld hebben gegeven van het geweld dezer watersnoodramp. Tege lijkertijd heb ik een idee gekregen van de uitgestrektheid van deze natuurramp door een vlucht boven het gebied, dat ik in blijde dagen groen en vruchtbaar heb gekend. Ik zal de H. Vader moeten doen weten, dat mijn missie tot aansporing tot edel moedigheid wel heel snel veranderd is in de taak U hartgrondig geluk te wensen met de vurigheid van naastenliefde, die allen heeft bezield. Ik sla waarlijk vol bewondering voor de broederlijke eens- Na woorden van dank aan de gelovigen, j gezindheid van geheel dit arbeidzame sprak Monseigneur de vrees uit, dat de Nederlandse volk, geplaatst tegenover deze tijd van medelijden te spoedig voorbij zou zijn. „Laten wij niet denken: lk heb ge noeg gedaan. Wanneer de landen zijn drooggelegd en ouders keren terug zonder hun kinderen, kinderen keren terug zon- ramp. Geen enkele deur is gesloten ge bleven voor hen, die huis en haard ver loren of verlaten hadden. Ik wil tenslotte mijn erkentelijkheid betuigen voor de eerbiedige en oprechte gerlijke en militaire autoriteiten van Ne derland alsmede de bisschoppen der getroffen diocesen mij hebben ontvangen en mijn zending hebben vergemakkelijkt". Zoals wij reeds meldden, heeft mgr Lambertini namens de Paus na de eerste gift van 30.000.een tweede gift van eveneens 30.000.— voor de rampgebieden in Nederland overhandigd. Mgr Lambertini bracht op Zaterdag middag een bezoek aan de aartsbisschop coadjutor Mgr dr B. J. Alfrink; bovendien bezocht hij tijdens het weekeinde de bisschoppen van Haarlem en Roermond. Hedenochtend bracht hij een bezoek aan de vice-mi»isterpresident en minister van Binnenlandse Zaken, prof dr L. Beel. Maandagmiddag vertrekt Mgr Lamber tini via de bisdommen Breda en Den Bosch naar Parijs en vandaar naar Rome om Z.H. de Paus mondeling cn schriftelijk verslag uit te brengen van zijn missie. Zondagmiddag is mgr Baldelli, direc teur van het Pauselijk Hulpwerk en van de Internationale Caritas op Schiphol aangekomen. Mgr Baldelli, die de Pause lijke hulpverlening aan Nederland leidt, heeft zijn intrek genomen op de Pauselijke Internuntiatuur te Den Haag. der hun ouders, dan is er blijvende hulp - dankbaarheid waarmede ogenblikkelijk de n°dig. j Nederlandse ambassade te Parijs, de bur- Laten wij, die getoond hebben zo'n ge- voelig gemoed te hebben, zorgen, dat die geest van naastenliefde niet voorbijgaand is". Daarna wijdde de bisschop de gelovigen van zijn bisdom en in het bijzonder de slachtoffers van de watersnood toe aan de Moeder Gods. Na een korte rondgang door de Basiliek celebreerde monseigneur een Lof, daarbij geassisteerd door zijn beide secretarissen. Ten behoeve van de getroffenen zal door de P.T.T. een speciale watersnood-post zegel worden uitgegeven in de frankeer- waarde van 10 cent met een toeslag van eveneens 10 cent. De opbrengst van de toeslag komt geheel ten goede aan de slachtoffers. De zegel, die een formaat heeft van 2,6 bij S,3 cm. PiJrllD 111 ffPGpll qL" a1 rl Ln 1 I Men zal niet aarzelen er twee uur aan J Ltll 11' -I~lvyC5s^JlxClJA.CyJ-Al JJll UIL/ I 'e besteden, als het een „dijkdoorbraak De In gezelschap van pastoor G. Dcssing en kapelaan W. de Klerk maakte mgr Hui bers 'n rondgang door Achthuizen. Wij zien hem hier in gesprek met dr Auscms, die als arts-vrijwilliger in dit gebied werkzaam is. vüf in de Nederlandse Radio Unie verenigde Omroepverenigingen gaan ge meenschappelijk meedoen aan de actie voor het Nationale Rampenfonds. Vrjjdag deed het fonds daartoe het verzoek en Zaterdagavond kondigde prof. dr J. B. Kors O.P. als voorzitter van de N.R.U. reeds aan, dat men vanavond gaat begin nen. „Beurzen open, dijken dicht", is het suggestieve motto, dat men heeft gekozen voor de actie, welke zal worden gevoerd volgens het vermaarde systeem van „Haak-in". Vanavond wordt zij geopend met een programma, waarin de Kon, Militaire Ka pel concerteert en voorts nadere mede delingen over de vorm zullen worden ge daan. Maar niet alleen deze inleidende dingen zullen dan gebeuren. Men zal ook al melding kunnen maken van de eerste practische resultaten. Want men heeft al geld èn toezeggingen in kas. Op de eerste plaats de 30.000 gulden, welke het AVRO-progratnma „Zoden aan de dijk" tot dusver binnenkreeg en die vanavond aan het nieuwe fonds worden overgedragen. Want de AVRO, die aan Jeze gezamenlijke actie deelneemt, zal dit orogramma beëindigen. En verder de voor .Beurzen open dijk dicht" zelf gezonden :n toegezegde bijdragen. Want nauwelijks ïad prof. Kors Zaterdagavond de ver wachting uitgesproken, dat vanavond al nededeling zou kunnen worden gedaan /an het binnenkomen van een belangrijk oedrag of op alle vijf door hem opgegeven telefoonnummers was het raak. Het bureau was voor dergelijke arbeid nog niet klaar en zou vandaag worden in gericht, P.T.T.-monteurs, die Zaterdag de telefoons hadden aangesloten, hadden deze in nog lege kamers provisorisch op de grond geplaatst. Programmaleider G. Hoek van de N.C.R.V. was echter toevallig in de buurt en na diens noodkreet snelden enkele andere omroepfiguren toe om mee te hel pen met het aannemen van de telefoontjes. Enkele wonderlijke uren volgden. De tele foons kwamen bij wijze van spreken wit gloeiend te staan en er kwamen spontane reacties uit het gehele land. Op de grond zittend ben de telefoons werden de mede delingen en giften van luisterend Neder land genoteerd en de toezeggingen stroom den binnen: kleine giften en ook grote, van 1000 en meer. Zodat men vandaag onmiddellijk aan het werk kan gaan om de eerste toevloed van giften te verwer ken. Voor de microfoon zullen tijdens de speciale actie uitzendingen, die gezamen lijk via beide zenders worden verzorgd, als omroepers optreden: Johan Bodegraven van de NCRV, Jan Boots zan de AVRO, Wim Quint van de KRO, Koen Serré van de VARA en een nog aan te wijzen mede werker van de VPRO. Initiatieven en acties zullen via de microfoon worden gekanaliseerd r.aar het Rampenfonds, De betrokkenen zullen des Zaterdagsavonds na het nieuws van 8 uur de resultaten van hun acties persoonlijk voor de microfoon komen aanbieden (over beide zenders) zodat het gehele Neder landse volk kan meeleven. Bij hoge uit zondering heeft de regering ontheffing verleend van de strenge bepalingen be treffende het maken van reclame door de aether. Voor deze actie is namelijk toegestaan, dat de namen van de firma's en bedrijven, die schenkingen voor dit doel doen voor de microfoon mogen wor den bekend gemaakt. De duur van de Zaterdagavondprogram ma's van „Beurzen open, dijken dicht", zal afhangen van de tijd, die de medelingen en aanbiedingen tussen de muziek door ver eisen. Men zal niet aarzelen er twee uur aan te besteden, als het een „dijkdoorbraak van milddadigheid" wordt. Echter niet alleen de radio-omroep gaat een stunt ondernemen. De padvinders en verkenners en ook de gidsen en padrind- sters hebben zich hun beroemde „heitje, voor een karweitje" herinnerd en nu gaan ze Zaterdag onder de leuze „Mouwen omhoog, ons land moet droog" voor het Nationale Rampenfonds tenminste één gulden verdienen. Maar werkjes, welke in verband staan met de ramp mogen onder geen beding tegen betaling worden uitge voerd en wie al rechtstreeks bij de hulp verlening is betrokken mag dit werk voor deze actie niet onderbreken. De Stichting voor cle Landbouw beveelt aan alle in de agrarische bedrijfstakken werkzame vaste en losse arbeiders aan, de waarde van éé*i vacantiedag ter beschik king te stellen van de slachtofflrs van de watersnoodramp. Voorgesteld wordt dit bedrag te bepalen op 10 terwijl aan de werkgevers wordt aanbevolen eenzelfde bedrag daaraan toe te voegen. Met de adoptie van getroffen gemeenten gaat het voort. Herkingen is al door niet minder dan elf gemeenten geadopteerd. Daaronder zijn Bodegraven en Langedijk. Zierikzee ziet de beschermende vleugels van Almelo en van de Amerikaanse stad Danville in Pennsylvania over zich uitge spreid. De gemeenteraad van Alphen a.d. Rijn besloot zich om Zuidland speciaal te bekommeren, terwijl de poldercommissie voor de N.O.-polder zich nog nader zal beraden, welke gemeente of streek hij zal adopteren. Delf. heeft aan Middelharnis adopt'e aa-.6eboden. Een werkploeg uit Delft is al b- de weg tussen Abbenbroek en Helle- vociri'tis. die veel heeft geleden van het zware verkeer, te verbeteren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 3