Als we eerst maar eens uit ons isolement zijn gehaald Snel parlementair werk voor de bewoners van het ram Wijziging van de L.O.-wet hangt nog steeds IN AFWACHTING VAN HET SPRINGTIJ „sU De twaalfde dag in Oude Tonge wenirs van watersnood de Twee dagen te laat Uitkeringen aan evacué's Gezinsverzorgsters naar liet noodgebied Overzicht Tiveede Kamer De normale hoogwaterstanden in het komende weekeinde Hellevoetsluis ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 PAGINA 5 Complete chaos Geert handschoenen... Nat geld Hoeveel vandaag? Er zijn 45 lijken begraven in Oude Tonge. DE TWAALFDE DAG Geen artikelen in de handel voor het fRampenfonds Coördinatie van acties Spijkers door zijn handen Alleen met werken Geen drooglijn De soldaat komt binnen Voor noodzakelijke aanschaffing De ivatersnood en de ziekenfondsen Eerste groep uit Den Bosch vertrokken SCHRIJF FAMILIELEDEN IN HET BUITENLAND Niet flauwgevallen Blote pootjes... Ieder wacht op het toverwoord In het Rampgebied is men nog steeds bezig vermisten op te sporen. Aan dit werk namen ook vrouwelijke vrijwilligers deel. Op de foto ziet men de werkzaamheden te Sint Maartensdijk, waar nog steeds lijken van slachtoffers van de watersnood aanspoelen. Van onze verslaggever) Plen zit op een barkruk in ..Hotel de Weerd". Driehonderd zijn het er niet", zest de zoon van de hotelier, „het zijn er hfis'ist minder.... Meneer, ik heb ze geturfd, die Zondag. hier, achter deze zeifde tapkast. Iedereen, die binnenkwam en er te melden had, kwam bij mü ik nioet dat opschrijfboekje nog ergens hebben.... ik heb ze allemaal geturfd: vier streepjes en één liggend streepje erdoor, weet U we1-.. - Nee, het officiële cijfer is nog steeds driehonderd, maar het moeten er een stuk of veertig minder zijn.... Er zijn er nog weinig geborgen. En sommice zullen ze nooit meer terugvinden: die werden door een gat in de dijk mee de zee ingesleurd. Maar U zal eens zien, wat er nog te voorschijn komt, als liet water weg is. Onder het puin uit, en onder al dat aanspoelsel.... stro en wrakbout en bele daken en uien en al die andere rommel, die tegen de dijk aanlist. Daar moeten er nog liggen en aan die dijken, en daar en ginder. Zijn arm veegt een driekwart cirkel rond het dorp. Aan drie kanten is Oude Tonge nog omgeven door zijn niet geborgen doden. Het zijn er in ieder geval over de tweehonderd vijftig. En officieel zijn het er nog steeds rond de driehonderd. De auto —ie ons va- Achthuizen naar Oude Tonge bracht een tamelijk ris kante tocht over een smalle, slingerende diik op vele plaatsen zozeer aangevre ten door het water, dat men met één wiel vlak langs telkens afbrokkelende afgronden glipt deze auto hoefde voor niemand te claxonneren. Er was het schemerde reeds nie mand op straat. Twee politie-agenten. die in de vesti bule van het gemeentehuis een toevlucht hadden gezocht voor de kille avond er viel een dunne motregen knikten, toen ik vroeg of de burgemeester nog te spreken was (men had mij op de veer boot verteld, dat hij totaal was inge stort) en terwijl ik even wachtte, zag ik rtoo'- de lege straat een lange, magere ges'alte lopen, wijdbeens, zoals alle mensen, die hoge laarzen aan hebben. De man had een soort overall van rubber aan, droeg gummihandschoenen, h'd bovendien nog een voorschoot van rubber. Hii stapte wijdbeens door die dode gt.raat en men hoorde het doffe geluid da(, ziin rubberlaarzen maakten op het plaveisel. - Teruggetrokken in de uiterste hoek van de grote raadzaal kwam een andere figuur in laarzen overeind, een zware niet zeer grote man. midden vijftiger, die mij een vermoeide hand toestak, daarna terug bij de kachel ging zitten. ,.Oude Tonge is een van de gemeenten geweest, die het zwaarst zijn getroffen, maar door zijn geïsoleerde ligging mis schien wel het laatst geholpen werd" begint de burgemeester zijn verhaal. „Wij kregen hier Zondagavond contact rriet de buitenwereld door die helicop ter. Die BelgMaandagochtend. toen het licht werd, is die weer op gestegen om hulp te halen.... ik heb een hele tijd niets van officiële instan ties gehoord. Nu wel: de Koningin is hier geweest, de Prins, de Commissaris twee keer, nog een paar Kamerleden., maar de materiële hulp kwam hier twee dagen te laatde versterking van de rijkspolitie kwam twee dagen te laat, de hulp voor het opruimen van de cadavers kwam twee dagen te laat.... het opruimingswerk zal nog weken duren Ik heb om schepen met zand ge vraagd.... die zijn nu eindelijk onder weg-me" heeft mij ducks toegezegd voor het opruimen van de cadavers, maar ook die komen later dan in andere gemeenten. Soms heb ik het gevoel, dat men de situatie hier ter plaatse nog niet juist beoordeelt: ik heb geen enkel open baar gebouw over. wat heb ik eraan, als ze me militairen sturen, wanneer ik ze niet ergens kon onderbrengen. De haven is moeilijk te bereiken, er kwam een schip met drinkwater, maar het had te grote diepgang en moest terug keren Enfin, het loopt thans, al kan ik het nog niet allemaal overzien. Levensmiddelen komen per helicopter; we moeten ze betalen. Ik heb de mensen hier een klein voorschot gegeven, maar ik ken de richtlijnen niet: ik heb onvol doende voorlichting gekregen Kan ik mensen mtbetal5", £an het oprui- mincswerk helpen- Kan ik vergoedingen uitbetalen? Ik heb te weinig mensen mijn beide wethouders zijn weg geweest, de gemeentesecretaris is ook nog uitge. vallen.... de mensen die hier eindelijk goed zijn ingewerkt halen ze me weer weg Neem die commandant van de ma rine Die was goed ingewerkt en toen „"L ie naar elders overgeplaatst De berichtendienst? Oh Ja, jkheb ook gebruik gemaakt van de berichtendienst, maar die beloofde, die beloofde nogmaals en soms kwam het niet.... We hebben nu in ieder geval voor twee dagen drink water Er is een radio, die werkt op accu's. en morgen krijg ik misschien telefoon. Als we eerst maar eens uit ons isolement gehaald zijnwanneer die weg via ^n Bommel naar Middelharnis m|rrz9ennthaVns nog'een tweehonderd be- J Ta pr ziin ook vrouwen en woners ovsr. oa., ei kinderen onder. Waar de gezinnen nog intact zijn, laat ik het zoma We hebben verder een ploe» Omi lijken te bergen een ploeg voor de men is begonnen met het herstel dijken.... de hulp. die we Dinsdags - gen was overweldigend, maar onn"~ zichtelijk. het was een complete chaos.... militaire hulpcolonnes werkten tegen elkaar in na vijf nachten, dat ik op het gemeente huis zomaar op de vloer sliep, zag ik voor het eerst een bed. een hele week ben ik niet uit de kleren geweest. Hier, er liggen nog stapels brieven van evacué'smensen, die me schrijven, dat er daar of daar in hun verlaten huis nog geld ligt, dat die of die dode een portefeuille bij zich moet hebben met veel geld er is een brief van een Duitserik ken geen Duits, maar er zit een biljet van 20 Mark in Zelf ben ik alles kwijtde vloed schijnt de ramen te hebben opengescho ven in mijn huis en de inhoud van mijn bureau is weggedreven., mijn boeken., mijn aantekeningen., een heel levens werk.. Mijn vrou»v had niet eens han.l- schoenen meer, toen de Koningin 1 'er kwam. „Hier hebt, U de mijne", zei de Koningin en trok haar handschoenen met een uit, maar dat wou mijn vrouw na tuurlijk niet. Ik zou hier niet willen weggaan., als ik maar eens een middag, een paar mid dagen alléén kon zijn, als ik me maar eens terugtrekken kon.." „Zijn allo mensen u geënt, burge meester?" „Ongeveer wel., gisteren nog niet alle maal, maar ze moeten.." „En die cadavers?" „Alles -is tot nu toe peuterwerk ge weest. „Hoeveel huizen zijn er in totaal ver woest?" „Dat. weet ik niet precies., maar in één straat zijn het er veertig., we heb ben driehonderd doden. Daarvoor zijn drie oorzaken: de dijken braken in de on middellijke nabijheid van het dorp, zelfs nieuwe huizen begaven het., er waren bovendien huizen met een zeer zwakke structuur en er werden diverse gezinnen met een talrijke kinderschaar getroffen., één gezin zelfs van zestien mensen. Dan waren er nog vrij veel ouden van dagen, die in hun slaap verrast werden". Dit laatste verhaal hij moet dit reeds hon derden malen aan allerlei autoriteiten ge daan hebben komt er volkomen auto matisch uit. Er is géén avondklok in Oude Tonge. Er is overigens niemand, die na sche mer nog de paar honderd meter straat opgaat, welke droog gebleven zijn. Alleen is er een strikt verbod om zich na zes uur nog in het watergebied op te houden. Een maatregel tegen plundering. „Het was niet allemaal even goed, wat je zo vlak na die ramp in het dorp kreeg, oor.... daar was ook rommel van men sen bij, avonturiers en zo.." Rond de tap kast in „Hotel de Weerd" hangen een paar eilanders. Er wordt een emmer sigaretten binnen gebracht. Iemand betaalt met nat geld. „Heb ik vandaag uit de spaarpot van de kinderen gehaaldach man, als ik weer in dat huis kom...." „As het zo deurgaat, as nou, duurt het vijfhonderd jaar," wendt een boer zich tot mij, „er wordt heel veel gepraat, maar werkers., ho, maar., iedereen weet de oplossing, maar er gebeurt niks. „Alleen uitzonderlijke mensen kunnen hier tegenop," begint weer een ander, „voor zo iets moest je een dictator heb ben „Wat we hier moeten hebben, meneer, is een grote aannemer met een stel pol derjongens.. die weten van aanpakken.." „Ze moeten een oproep doen via de ra dio en alle mannen, die werken willen terugroepen en er meteen de voorwaarden bij bekend maken en dat ze weinig te lachen zullen hebben hier.." Dagelijks vraagt men: „hoeveel waren het er vandaag?" „Hoeveel waren het er vandaag?" en meestal zijn het er weinig. Met de cadavers weet men geen raad. „We moesten een droge polder hebben, dan konden we daar een gat in graven, maar er is geen een polder droog.." „Benzine", meent een ander. „Benzine? Een heel vat voor één kalf. nee, dat is niet te doen.." Een stille boerenjongen vertelt, dat zijn vader 56 stuks vee verloren heeft. „Een f 7sn°rl'lke k°e ^ost 1ocl1 a' gauw een v, Paard gemiddeld f 900.—. We ^én paard, waar ze de week te- 'en„ D°g., 1 voor geboden had- j Buiten de gebouwen schatte hij de schade op anderhalve ton. Stel U gerust: dit is géén verhaal over 1 Februari. Daarover kent U naar U meent te weten thans wel alle afschu welijke bijzonderheden. Onmiddellijk daarna heeff U zich zelf overtroffen in naastenliefde en medeleven en gelukkig komen er thans, tot herstel van ons aller ge moedrust, uit de noodgebieden reeds weer berichten van optimistischer aard. Steeds nieuwe dijken en verbin dingen worden hersteld, kleine groepen evacué's mogen alweer terugkeren en dezer dagen stond er reeds een foto in een krant van mensen, die in het drooggevallen gebied weer hun huis betrokken. Nederland las: „Ook de bewoners van X keren alweer terug. Nauwe lijks is het water weg of buiten op een paar stoelen worden de bedden te drogen gelegd". Dat is geruststellend, dat lijkt ge makkelijk (de fotograaf had overi gens van die terugkeer in het droog gevallen huis oók foto s kunnen ma ken, waarvan U geschrokken zoudt zijn), en als nu die zestiende veel te sterk benadrukt naar onze me ning maar weer eens voorbij is Nietwaar, men kan niet eeuwig over die ramp blijven praten Het leven gaat door, herneemt zijn rechten. Hiernaast dan vindt U géén verhaal over 1 Februari, stel U ge rust) een reportage over een ge wone door-de-weekse-dag in Oude Tonge (Flakkee). De reportage over de twaalfde dag na de ramp. Een dag, waarop U (die terugkeer- foto's ziende) opgelucht constateer de, dat het in die noodgebieden al weer de goede kant uitging, dat het nog wel niet mee zou vallen, maar „men kan niet eeuwig over die ramp blijven praten". Nee, dat kan men niet. Het bureau (Fondsenwerving van het Na tionale Rampenfonds wordt benaderd door talrijke fisma's, die plannen hebben be paalde artikelen in de handel te brengen, welke eenjherinraering bedoelen te zijn aan de watersnood 1953. Op de prijs van deze artikelen wordt dan een toeslag geheven, die men wil afstaan aan het Nationale [Rampenfonds. Ofschoon hetibestuur van het fonds zeer ierkentelijk is vofor deze initiatieven, moet Ihet zich op het/standpunt stellen, dat het aan dergelijke, aanbiedingen geen mede- werking kan verlenen door goed te keuren, Idat de naam Nationaal Rampenfonds hier- jvoor wordt gebruikt. Het bestuur twijfelt jniet aan de goede bedoelingen van de ini- Itiatiefnemers, doch beschikt niet over de t middelen om de door hen voorgestelde controle op de inkomsten inderdaad uit te i oefenen. In vrijwel alle Nederlandse gemeenten worden, naast de collecten, talrijke mani festaties georganiseerd, waarvan de op brengst ten goede komt aan het Nationale Rampenfonds. Teneinde het grote aantal initiatieven zoveel mogelijk te coördineren en in geregelde banen te leiden, heeft de directeur van het fonds aan alle burge meesters verzocht de gevormde plaatselij ke commissie te consolideren en te vragen, haar krachten ook in de toekomst ten be hoeve van het Rampenfonds te blijven ge ven. Organisaties met een locaal karakter wordt dringend verzocht, de plaatselijke commissies op de hoogte te stellen van de plannen. Een contactpersoon van deze commissie licht dan het bureau van het Nationale Rampenfonds in. Organisatie» met een nationaal karakter wordt verzocht zich omtrent haar activiteit rechtstreeks in verbinding te stellen met het Nationale Rampenfonds, bureau Fondsenwerving, Koningskade 18 te Den Haag. Later op de avond de politie heeft gegeten in de achterkamer schrijft men brieven bij de noodverlichting, die één aggregaat levert. De post functionneert weer. Een matroos laat de hond uit, ste vig aan een touw, hoewel die geen cada ver aan zal raken. De dokter komt binnen ook hij woont in „Hotel de Weerd" en later de ma rinecommandant, een paar officieren. Er is weer vergadering geweest. Er is elke avond vergadering van het werk comité. „Het wordt tijd, dat mijn jongens afge lost worden," zegt de marineofficier, „ze zjjn te jong voor dit werk 't komt nou ai voor, dat ze 's nachts ineens gillend overeind schieten in hun slaap „Eén keer ben ik vreselijk uit mijn slof geschoten," zegt de dokter, „toen heb ik iemand werkelijk uitgevloekt en uitge kafferd, dat het niet mooi meer was had wel wat minder gekund.." „Hij had de nagels (spijkers) dwars door zijn handen zitten, toen ze 'm van het vlot afhaalden.." „Wat wisten ze vanavond weer in de feestcommissie?" „Zelfde...." Nog later op de avond het is half elf dooft het licht van het ene aggre gaat, wappert er een enkel kaarsvlam metje achter de paar ramen, praat men onder een suizend witte lantaarn in het hotel nog wat door. „Alleen met werken komen deze men sen er weer bovenop", zegt de dokter, „arbeidstherapie... de mensen zijn nou allemaal op het dode punt... ze zijn ge deprimeerd..." „Er lagen daar op die Zuiddijk 400 ton kolen... die zijn finaal meegespoeld met. die tweede vloedgolf... 400 ton kolen, die alles wegveegden..." „Ik zeg: mens doe die deken toch om, zeg ik... nou ze slaat die deken open, en daar rolt de nachtspiegel te voor schijn... het enige, dat ze gered had..." „Ze moesten Het wordt later, het wordt nóg later. Men wil met een stoel genoegen ne men hoewel het steenkoud geworden ;s maar de oude hotelier heeft nog wel een plaatsje: het bed van de domi nee... er hebben hier tweehonderd men sen geslapen... in een klein hotelletje. De andere ochtend ziet men het dorp beter. Men kent het nu wel: de huizen, die op instorten staan en de huizen, die al ingestort zijn; de wapperende gordijnen, en die vloedgolf, waardoor zoveel kleine schamele dingen blootgerukt zijn voor iedereen, die zich een weg baant over de dijk met zijn dikke kraag van wrak hout.' broeiend stro, vaten, mest. kinder speelgoed, tafels, riat beddegoed en ca davers. Twee trekkers, knalgele nijdige bees ten, slepen een groot houten bord ach ter zich aan. Daarop liggen telkens twee gezwollen koeienlijven, de poten stijf en wanstaltig uiteen. In de haven er gebeurt toch iets worden de cadavers op een schip geladen. De koster heeft vier jutezakken vol kletsnat linnengoed van de inmiddels vertrokken pastoor Hofstede gepakt. De nieuwe pastoor helpt een laken open vouwen. „Dat moet allang bedorven zijn, als het aankomt... al dal natte goed, twee, drie dagen onderweg...!., is er geen drooglijn?" Er is geen drooglijn, zegt de koster en de zakken worden dichtgebonden en naar een schip gebracht. Men laadt een paar auto's op dat schip; ze hebben in het water gestaan, maar als men er gauw bij isDe jon gen achter het stuur zit on een baai- zak: de bank is bedekt met een dikke laae modder. Alles zit onder een dikke laag mod der; meubels vallen uit elkaar, hebben eerst drijvend door het huis de ramen nog stuk gebeukt voorzover, die nog heel waren. Daarna geraakten honderden dingen op drift, vindt men z\jn bezittin gen verspreid door een heel dorp, of nooit meer. De helicopter komt. Niemand kijkt er naar. Door het water van de straat het water zakt overigens trekken weel de mannen met de rubberpakkenwijd beens, gummihandschoenen aan. Een van hen heeft een donzig wollen angora muts op van een vreemde kleur. Nie mand kijkt ernaar. Op de hoek van de dorpsstraat schept een winkelier zijn winkel leeg. Hij kijkt lang en aandachtig, w-at er op elke schop ligt: klompen, toffees en apenoten, tubes tandpasta en scheercrême en zuurtjes in kleurige papiertjes en dan schuift ie zijn schop traag het snelstro- mende water in.. Zijn arm is pijnlijk van de typhus- injecties. „Twee jaar geleden nieuw, meneer... maar er is nou niks meer te koop", zegt hij met een bitter gezicht. De chaos is ongelooflijk. De kapper werkt echter; de kapper en de bakker en in een café, waar de marine ingekwartierd is, gilt schor „Je- Het begint te sneeuwen, en de kraaien wieken zwart op het aanspoel sel uit. Men vlucht terug in de warmte van „Hotel de Weerd". De sigaretten zijn er bijna op. maar men heeft nog Belgische chocolade, en degenen, die met het schip zullen ver trekken naar Dintelsas, nemen er eentje op de kou, die ze aan boord zullen Uiden. De soldaat komt binnen. De soldaat, die men de dag tevoren op de veerboot zag De soldaat, die alleen over is van een gezin van tien! Iemand geeft hem een hand. Hij staat wat te drentelen, gaat. dan, onzeker, weer weg. Iedereen wacht on het toverwoord. Het zal ook in Oude Tonge wel komen. Maar men moet geduld hebben en niet alles tegelijk willen. Ook niet in de krant. Niet alleen foto's met onderschriften, die zo geruststellend zijn. Een paar mensen klein en zwart werken op de dijk. Het sneeuwt harder. Ze werken aan een gat. Ze maken een gat. Het gat op de Spil id ijk. waarin de doden voorlopig wor den begraven. „Elke middag doen ze dat", legt iemand uit. „Gaat het hele dorp dan mee?" „Nee. de eerste begrafenis was offi cieel... Nou gaat er biina niemand meer heen..'.. Wilt TJ het zien, dan gaan wc even kijken...." „Nee...." Twee vrachtwagens manoeuvreren de steile dijk op. Ze hebben beide eenzelfde vracht. Nieuwe doodkisten. Vijftien op elke wagen. En wanneer men laat op de middag overal glansen etalages, straatlan taarns branden, mensen haasten zich naar goed verwarmde gezellige huiska mers, kinderen zitten rond een helder gedekte tafel wanneer men laat op de middag weer door de bewoonde we reld rijdt, schaamt men zich bijna. Binnen enkele dagen kunnen de bur gemeesters een mededeling verwachten van de directeur van het Nationaal Kampenfonds, waarin zij worden gemach tigd aan de in hun gemeente vertoevende evacué's, die dit wensen, een bedrag uit te keren van tien gulden per volwassene, van vijf gulden voor kinderen boven vijftien jaar en van 2.50 voor de kin deren beneden vijftien jaar. De burge meesters is verzocht met de uitbetalingen te wachten tot de desbetreffende circu laire is ontvangen. De bedoeling is de geëvacueerden in staat te stellen de meest noodzakelijke artikelen aan te schaffen zoals scheer- en naaigerei, tandenborstel, zeep e.d. De burgemeesters kunnen de declara ties hiervoor indienen bij het ministerie van Maatschappelijk Werk, dat ze cen traal kan beooordelen. Uitkeringen hier voor mogen onder geen voorwaarde worden gedaan uit de opbrengst van locale inzamelingen. Personen, die getroffen zijn door de watersnood en onder de regeling hulp verlening oorlogsslachtoffers 19401945 vallen, wordt ongeacht of zij geëva cueerd zijn aangeraden zic-h onverwijld bij een algemeen ziekenfonds in hun ver blijfplaats te laten registreren. De algemene ziekenfondsen geven aan de personen, die zich ter registratie aan melden, alle verstrekkingen, waarop ook de verzekerden bij die ziekenfondsen recht hebben. Gisteren is uit Den Bosch de eerste groep gezinsverzorgsters vertrokken naar de geteisterde gemeente Hank om de ge- reëvacueerde gezinnen te helpen bij het opnieuw inrichten van het huishouden. De groep bestaat uit 13 meisjes, die uitgezon den zijn door de Diocesane Gezinszorg te 's-Hertogenbosch. De groep zal een maand |in genoemd dorp blijven om de vrouwen jzoveel mogelijk te helpen bij de schoon maak. De bisschop van 's-Hertogenbosch, jmgr W. Mutsaerts heeft de groep persoon- dijk uitgeleide gedaan. Maandag vertrekken vijf gezinsver- izorgsters van de Ned. Herv. stichting voor sociale arbeid in het Zuiden naar „Bosch en Ven" te Oisterwijk, waar 50 ouden van dagen flit Zeeland zijn ondergebracht. Het ministerie van Buitenlandse Zaken deelt mee, dat in het buitenland nog niet altijd een juiste indruk bestaat over de omvang van de ramp, die Nederland heeft getroffen. Aan de Nederlandse legaties, worden vaak inlichtingen ge vraagd over de toestand van familieleden in Nederland, ook van familieleden in niet of weinig geteisterde gebieden. Het is raadzaam dat Nederlanders, die ver wanten in het buitenland hebben, deze zo spoedig mogelük inlichten over eigen welstand. Hij vertelt dit alles, half weggedoken in zijn stoel bij de kachel in die grote raadzaal, waar men tevens bezig is met het sorteren van post („ik heb ook geen PTT-ambtenaren"), en waar bovendien een paar fietsen staan. Hij klaagt niet, hij tekent hoogstens een zwak verzet aan tegen het isolement waarin zijn gemeen te verkeert. Soms spreekt het verhaal zichzelf tegen. „Er is een krant geweest, die geschre ven heeft, dat ik bewusteloos geworden ken tijdens een vergadering en op een krancard naar bed gedragen moest wor- 0P,< dat is niet waar ik zal dat ook officieel laten dementerenmaar 21» wordt het wel te veel Err komt een wijkverpleegster binnen, üa er een paar dagen vandoor, bur- mijnlle mensen willen graag weg___' a' de "^bewerkers gaan weg, de een na hebbLmensen, die hier geweest zijn, gen -5 natuurlijk wel een indruk |e^ra" ar nn, hebben allemaal gezien, dat ik maat UVas en niet ten onder ben gegaan, ^tails hebben ze niet gezien Eén boer. „ïk zal U morgen mijn zaak eens laten zien, klopt een textielhandelaar me op de schouders, „wat daarvan over is Mijn kinderen zijn op blote pootjes'ge ëvacueerdmoet je een textielzaak hebben." De zes kinderen zaten over het hele land bij familie: twee in Winterswijk, twee in Bergharen, één in het ziekenhuis te Breda en zijn vrouw ook in Breda.. „Toen ik mijn vrouw opzocht, heb ik ze allemaal aan de telefoon gehad zei hij. „Pappie, ik heb een paar nieuwe schoe nen gekregen," riep mijn dochtertje,, was anders prima bij dat evacuatiecen trum in Breda.. En wat die zaak betrett: ik zeg maar zo: de brandspuit erop en van voor af aan beginnen.." „Als het begint, gaat het hard hoor filosofeert een ander. ,,E' moeten niet te veel mensen terug geroepen worden", vang ik een ander trokstuk van een gesprek op, „anders wordt er te veel gestolen...." „De kommies is nou één dag wegge weest.... die is helemaal opgekikkerd weer terug gekomen „Alles zat in de schuur, het is winter., alles., we zijn alles kwijt.." „We zijn in '44 al eens 17 maanden geëvacueerd ge weest. Mij krijgen ze hier nooit meer weg 's-GRAVENHAGE, 13 Febr. 1953. Voordat hedenmiddag in de Tweede Kamer het debat over een technische wij ziging van de Lager Onderwijs-wet kon worden voortgezet, moest eerst nog bij stemming de Stoomwet worden afgedaan en bovendien nog worden beslist over het amendement van ds Zandt op de Inen- tingswet, dat volgens de mening van de voorzitter ontoelaatbaar was. Bij de Stoomwet lagen de zaken aldus, dat vele leden zich hadden uitgesproken tegen een retributie van kosten voor keu ring en herkeuring van stoom- en damp- toestellen, zodat er over artikel 9 moest worden gestemd. Dit artikel werd aange nomen met 47 tegen 31 stemmen. Vóór stemden de P.v.d.A. en de K.V.P. met uit zondering van de heren Lucas en Van Rijckevorsel. Het wetsontwerp zelf werd z. h. st. aangenomen. Een hele deining veroorzaakte opnieuw het amendement van ds Zandt, die hierin de verplichting had neergelegd voor art sen om gevallen van postvaccinale ence phalitis aan te geven. Dr Mol had hierte gen, afgezien van de al of niet toelaat baarheid van het amendement, dit be zwaar, dat hij het een motie van wantrou wen vond tegen de Nederlandse medici. De heer Oud wees ds Zandt op het begin sel geen nodeloze wettelijke verplichtin gen te scheppen. Tevergeefs wees de voor zitter ds Zandt op de mogelijkheid van een initiatief-voorstel. Hij hield voet bij stuk en verklaarde zich eerst ook tegen een motie in dezelfde geest als het amen dement, omdat de regering deze naast zich neer zou kunnen leggen. De voorzit ter verklaarde het amendement echter opnieuw ontoelaatbaar, omdat het buiten het wezen van het ontwerp lag. Het werd dan ook bij zitten en opstaan niet toelaat baar verklaard. Toen kwam de heer Zandt toch met een motie. Deze motie werd verworpen met tegen 10 stemmen. Onderwijs-wet waren het vooral de Friese taal en het Esperanto, welke aan de orde kwamen. Minister Cals meende, dat men de discussie of bij de thans bestaande re geling het Fries als voertaal en als vak kon worden ingevoerd, gerust terzijde kon laten, daar er toch een aantal wettelijke regelingen daaromtrent in voorbereiding was. Voorts zeide hij, dat het de bedoeling was te komen tot een acte Friese taal L.O. en M.O. Het Esperanto vond voor- en tegen standers. Een voorstander is mevr. For- tanier-de Wit (V.V.D.), een tegenstander in de heer Peters (K.V.P.), die evenals de heer Tilanus (C.H.) niet begreep, waarom men de lessen in de moderne talen op de lagere scholen wél zou verbieden en die in Esperanto niet. Hij vond het beter de mogelijkheid tot het geven van Esperanto, zoals dit nu in artikel 1 van deze wets wijziging wordt geboden, niet te openen. Dan waren er nog wat amendementen, zoals dat van de heer De Loor, die wilde dat ook een lid )van Ged. Staten, onder wijzer van rechtswege op non-activiteit zou worden gesteld. Een ander amende ment van deze afgevaardigde was, om, hangende het beroep na de keuring, de onderwijzer in het genot van zijn wedde te laten. Eerst trok de heer De Loor dit amendement in om het later, naar aanlei ding van de debatten, weer in te dienen. Men kon het over deze amendementen op deze Vrijdagachtermiddag niet geheel eens worden, zodat de debatten erover werden aangehouden tot volgende week Dinsdag Een amendement-Peters beoogde onge daan te maken, dat ten aanzien van on- Bij de voortgezette besprekingen over derwijzers, die tussen 31 Dec. en de datum een technische wijziging van de Lager Ivan inwerkingtreding van deze wet zouden worden afgekeurd, deze afkeuring niet zou gelden met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1953, daar dit een medisch mon strum was en dit bovendien de schoolbe sturen zou verplichten de wedde uit eigen zak te betalen. Dit amendement werd door de minister overgenomen. De stemming over een tweetal artikelen alsmede over de amendementen De Loor werd aangehouden tot Dinsdag. Dat de Kamer, als 't moet, ook snel kan werken, bewees de behandeling van een wetsontwerp, dat gedateerd was 12 Fe bruari 1953 en dat dus eerst heden bij de Kamer was ingekomen. Na de stemmingen over de Stoomwet en de Inentingswet ging de Kamer in de af delingen om dit wetsontwerp te onderzoe ken, dat bedoelt schuldenaren in 't ramp gebied, die door de nood hun contrac tuele verplichtingen niet zouden kunnen nakomen, te beschermen. Bij rechterlijke beslissing zou in dergelijke gevallen een uitstel van betaling kunnen worden ver leend van zes maanden, met de mogelijk heid van verlenging daarna. Aan het einde van de vergadering werd een mondeling verslag van de Kamer uit gebracht, waarop de regering, bij monde van de minister van Justitie, antwoordde. Deze mondelinge behandeling had tot resultaat, dat in artikel 1 van het wets ontwerp voor „aangegane verplichtingen" zal worden gelezen „ontstane verplichtin gen van burgerrechtelijke aard". Vervol gens, dat de zaak bij gebreke van over eenkomst met de schuldenaar bij eenvou dig request voor de bevoegde rechter zal kunnen worden gebracht, dat deze zullen zijn vrij van zegel, dat zij kosteloos zul len worden geregistreerd en er geen grif fierechten worden geh-ven. Voor een jurist zou het natuurlijk- heel gemakkelijk zijn geweest hier nog allerlei voetangels en klemmen en allerlei onvol komenheden te ontdekken, maar de com missie van rapporteurs verklaarde bij monde van de heer Burger, dat zij hiertoe geen poging zou ondernemen uit hoofde van het dringende en noodzakelijke ka rakter van deze wet. Alleen dus de com munisten deden via de heer Gortzak een poging daartoe. Maar daarna werd het wetsontwerp, dat die dag eerst bij de Ka mer was ingekomen, nog op diezelfde dag z. h. st. aangenomen, F. S. Aan de hand van dc Getijtafels voor Nederland" kan worden nage gaan, waar en wanneer het hoog- en laagwater is. Voor enkele plaat sen in het rampgebied en zijn om geving alsmede voor enkele andere plaatsen aan onze kusten vindt men hieronder de in de Getijtafels genoteerde te verwachten hoogste standen. Ter vergelijking is bij elk der plaatsen de hoogste stand ver meld, die volgens de getijtafels on der normale omstandigheden op 1 Februari j.l. was te verwachten. Voor enkele der genoemde plaat sen is de hoogste stand op 1 Fe bruari j.l. echter zoals men weet, 1 Febr. Brouwershaven 4.30: 118+ 16.40: 136 Delfzijl 1.14 126 13.43: 104 Dordrecht 7.16: 109 19.26: 123 (2 2: 7.45: 110 Den Helder 9-20: 35 21.00: 60 Hansweert 4.34: 222 16.59: 231 Harlingen 11.30: 65 23.45: 100 Hellevoetsluis 5.18: 94 17.28: 108 Hoek van Holland 4.30: 81 16.35: 97 Rotterdam 6.07: 94 18.39: 104 (2/2: 6.35: 98 Scheveningen 4.49: 95 16.56: 107 Terneuzen 3.55: 214 16.15: 222 Terschelling 11.07: 55 23.16: 82 Vlissingen 3.24: 195 15.47: 205 Wemeldinge 5.16: 158 17.34: 175 Willemstad 6.05: 120 18.24: 132 IJmuiden 5.23: 80 17.30: 92 Zierikzee 5.00: 130 17.24: 148 één tot drie meter hoger geweest. Ter toelichting van hei hieron der volgende overzicht moge die nen, dat een vergelijking van de hoogste standen op 1 Februari (zonder storm) en op b.v. 16 Fe bruari leert, dat de eerste hoogwa terstand op 16 Februari a.s. te Hansweert SS cm meer bedraagt dan die op 1 Februari j.l.; de twee de 39 cm. meer. Voor Vlissingen is het in beide gevallen j), cm meer, voor Terneuzen eveneens. In het overzicht zijn vermeld de uren en daar achter het aantal centimeters boven N.A.P. van de waterstand. 14 Febr. 3.04: 134+ 15.19: 153 12.23: 126 5.53: 125 18.08: 138 19.51: 123+) 8.10: 50 20.10: 70 3.07: 239 15.38: 252 10.20: 80 22.40: 110 3.52: 111 16.07: 124 3.00: 95 15.10: 111 4.43: 109 17.18: 119 17/2: 6.48: 121 15 Febr. 3.48: 144 16.06: 164 0.33; 148- 13.11: 128 6.36: 133 18.54: 148 9.00: 50 20.50: 70 3.55 251 16.30: 265 11.10: 85 23.25: 120 (17/2 4.36: 118 16.54: 133 3.42: 103 15.55: 119 5.26: 114 18.06: 124 3.23: 98' 15.35: 116 2.27: 233 14.50: 248 9.47: 70 22.02: 91 1.56: 214 14.22: 229 3.49: 174 16.11: 193 4.40: 136 16.58: 149 3.57: 84 16.09: 102 3.34: 148 16.01: 166 4.04: 109 16.16: 125 3.09: 248 15.36: 261 10.34: 71 22A6: 95 2.37: 229 15.07: 242 4.34: 184 16.59: 204 5.22: 144 17.44: 157 4.38: 94 16.50: 110 4.19: 156 16.49: 176 16 Febr. 4.30: 151 16.46: 168 1.17: 152 13.55: 128 7.16: 138 19.32: 151 9.45: 45 21.35: 70 4.40: 260 17.13: 270 11.50: 90 0.10: 120 5.18: 123 17.34: 136 4.23: 108+ 16.34: 123 6.08: 118 18.46: 128+ 4.45: 115 16.59: 127 3.50: 258 16.16: 266 11.17: 71 23.29 95 3.16: 23,9 15.45 249 5.16' 191 17.40 207 5.59: 150 18.23" 161 5.19: 100 17.33: 112 5.00: 103 17.30: 180 P„' - "RUor»/-vr>l-it zaamheden voor de aanleg van een be- 1 1111S Jtfeilinaia DCZOCllt. kistingsdam langs de Westelijke kanaal dijk. Via Oostdijk en de rijksstraatweg reden de prins en de burgemeester ver volgens naar de Brielse brug te Helle voetsluis. Hier onderhield Z.K.H. zich enige tijd met de commandant der aldaar werkzame Engelse genietroepen, die voorbereidingen treffen voor het leggen van een Baileybrug in de plaats van de aldaar weggespoelde dam, die van de rijksstraatweg af de toegang vormde tot Hellevoetsluis. Hierna bezichtigde de prins de in Hellevoetsluis aangerichte verwoestingen en vertoefde hij enige tijd in het raadhuis. Van Nieuw Helvoet, waarheen majoor Sondermann het inmiddels had gevlogen, is de prins niet het sportvliegtuig, Sat hij zelf bestuurde, naar Ypenburg terugge keerd. Prins Bernhard landde gistermorgen vergezeld door zijn adjudant, majoor Sondermann, met een sportvliegtuigje in de polder „Oude en Nieuwe Struyten" bij Hellevoetsluis. Samen met de burgemeester begaf de prins zich vervolgens per auto naar de oude Hoornse zeedijk, waar hij de daarin door de storm geslagen gaten en de werkzaamheden voor het dichten ervan, in ogeschouw nam. Langs het overstroomde gebied ten Oosten van het kanaal door Voorne reed Z.K.H. daarna naar het gedeelte der gemeente Nieuwenhoom, dat onder wa ter staat. Hier bezichtigde hij de werk-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 5