Als we eerst maar eens uit ons
isolement zijn gehaald
Snel parlementair werk voor de
bewoners van het
ram
Wijziging van de L.O.-wet hangt
nog steeds
IN AFWACHTING VAN HET
SPRINGTIJ
„sU
De twaalfde dag in Oude Tonge
wenirs van
watersnood
de
Twee dagen te laat
Uitkeringen aan
evacué's
Gezinsverzorgsters naar
liet noodgebied
Overzicht
Tiveede Kamer
De normale hoogwaterstanden in
het komende weekeinde
Hellevoetsluis
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
PAGINA 5
Complete chaos
Geert handschoenen...
Nat geld
Hoeveel vandaag?
Er zijn 45 lijken begraven in Oude
Tonge.
DE TWAALFDE DAG
Geen artikelen in de handel voor
het fRampenfonds
Coördinatie van acties
Spijkers door zijn handen
Alleen met werken
Geen drooglijn
De soldaat komt binnen
Voor noodzakelijke aanschaffing
De ivatersnood en de
ziekenfondsen
Eerste groep uit Den Bosch
vertrokken
SCHRIJF FAMILIELEDEN IN
HET BUITENLAND
Niet flauwgevallen
Blote pootjes...
Ieder wacht
op
het toverwoord
In het Rampgebied is men nog steeds bezig vermisten op te sporen.
Aan dit werk namen ook vrouwelijke vrijwilligers deel. Op de foto
ziet men de werkzaamheden te Sint Maartensdijk, waar nog steeds
lijken van slachtoffers van de watersnood aanspoelen.
Van onze verslaggever)
Plen zit op een barkruk in ..Hotel de Weerd".
Driehonderd zijn het er niet", zest de zoon van de hotelier, „het zijn er
hfis'ist minder.... Meneer, ik heb ze geturfd, die Zondag. hier, achter deze
zeifde tapkast. Iedereen, die binnenkwam en er te melden had, kwam bij
mü ik nioet dat opschrijfboekje nog ergens hebben.... ik heb ze
allemaal geturfd: vier streepjes en één liggend streepje erdoor, weet U
we1-.. - Nee, het officiële cijfer is nog steeds driehonderd, maar het
moeten er een stuk of veertig minder zijn.... Er zijn er nog weinig
geborgen. En sommice zullen ze nooit meer terugvinden: die werden door
een gat in de dijk mee de zee ingesleurd. Maar U zal eens zien, wat er nog
te voorschijn komt, als liet water weg is. Onder het puin uit, en onder
al dat aanspoelsel.... stro en wrakbout en bele daken en uien en al die
andere rommel, die tegen de dijk aanlist. Daar moeten er nog liggen en
aan die dijken, en daar en ginder.
Zijn arm veegt een driekwart cirkel rond het dorp.
Aan drie kanten is Oude Tonge nog omgeven door zijn niet geborgen
doden.
Het zijn er in ieder geval over de tweehonderd vijftig.
En officieel zijn het er nog steeds rond de driehonderd.
De auto —ie ons va- Achthuizen naar
Oude Tonge bracht een tamelijk ris
kante tocht over een smalle, slingerende
diik op vele plaatsen zozeer aangevre
ten door het water, dat men met één
wiel vlak langs telkens afbrokkelende
afgronden glipt deze auto hoefde voor
niemand te claxonneren.
Er was het schemerde reeds nie
mand op straat.
Twee politie-agenten. die in de vesti
bule van het gemeentehuis een toevlucht
hadden gezocht voor de kille avond
er viel een dunne motregen knikten,
toen ik vroeg of de burgemeester nog te
spreken was (men had mij op de veer
boot verteld, dat hij totaal was inge
stort) en terwijl ik even wachtte, zag ik
rtoo'- de lege straat een lange, magere
ges'alte lopen, wijdbeens, zoals alle
mensen, die hoge laarzen aan hebben.
De man had een soort overall van
rubber aan, droeg gummihandschoenen,
h'd bovendien nog een voorschoot van
rubber.
Hii stapte wijdbeens door die dode
gt.raat en men hoorde het doffe geluid
da(, ziin rubberlaarzen maakten op het
plaveisel. -
Teruggetrokken in de uiterste hoek
van de grote raadzaal kwam een andere
figuur in laarzen overeind, een zware
niet zeer grote man. midden vijftiger, die
mij een vermoeide hand toestak, daarna
terug bij de kachel ging zitten.
,.Oude Tonge is een van de gemeenten
geweest, die het zwaarst zijn getroffen,
maar door zijn geïsoleerde ligging mis
schien wel het laatst geholpen werd"
begint de burgemeester zijn verhaal.
„Wij kregen hier Zondagavond contact
rriet de buitenwereld door die helicop
ter. Die BelgMaandagochtend.
toen het licht werd, is die weer op
gestegen om hulp te halen.... ik heb
een hele tijd niets van officiële instan
ties gehoord. Nu wel: de Koningin is
hier geweest, de Prins, de Commissaris
twee keer, nog een paar Kamerleden.,
maar de materiële hulp kwam hier
twee dagen te laatde versterking
van de rijkspolitie kwam twee dagen te
laat, de hulp voor het opruimen van de
cadavers kwam twee dagen te laat....
het opruimingswerk zal nog weken
duren
Ik heb om schepen met zand ge
vraagd.... die zijn nu eindelijk onder
weg-me" heeft mij ducks toegezegd
voor het opruimen van de cadavers,
maar ook die komen later dan in andere
gemeenten.
Soms heb ik het gevoel, dat men de
situatie hier ter plaatse nog niet juist
beoordeelt: ik heb geen enkel open
baar gebouw over. wat heb ik eraan,
als ze me militairen sturen, wanneer
ik ze niet ergens kon onderbrengen. De
haven is moeilijk te bereiken, er kwam
een schip met drinkwater, maar het
had te grote diepgang en moest terug
keren
Enfin, het loopt thans, al kan ik het
nog niet allemaal overzien.
Levensmiddelen komen per helicopter;
we moeten ze betalen. Ik heb de mensen
hier een klein voorschot gegeven, maar
ik ken de richtlijnen niet: ik heb onvol
doende voorlichting gekregen Kan ik
mensen mtbetal5", £an het oprui-
mincswerk helpen- Kan ik vergoedingen
uitbetalen? Ik heb te weinig mensen
mijn beide wethouders zijn weg geweest,
de gemeentesecretaris is ook nog uitge.
vallen.... de mensen die hier eindelijk
goed zijn ingewerkt halen ze me weer
weg Neem die commandant van de ma
rine Die was goed ingewerkt en toen
„"L ie naar elders overgeplaatst
De berichtendienst? Oh Ja, jkheb ook
gebruik gemaakt van de berichtendienst,
maar die beloofde, die beloofde nogmaals
en soms kwam het niet.... We hebben
nu in ieder geval voor twee dagen drink
water Er is een radio, die werkt
op accu's.
en morgen krijg ik misschien
telefoon. Als we eerst maar eens uit ons
isolement gehaald zijnwanneer die
weg via ^n Bommel naar Middelharnis
m|rrz9ennthaVns nog'een tweehonderd be-
J Ta pr ziin ook vrouwen en
woners ovsr. oa., ei
kinderen onder. Waar de gezinnen nog
intact zijn, laat ik het zoma
We hebben verder een ploe» Omi lijken
te bergen een ploeg voor de
men is begonnen met het herstel
dijken.... de hulp. die we Dinsdags -
gen was overweldigend, maar onn"~
zichtelijk. het was een complete
chaos.... militaire hulpcolonnes werkten
tegen elkaar in
na vijf nachten, dat ik op het gemeente
huis zomaar op de vloer sliep, zag ik
voor het eerst een bed. een hele week
ben ik niet uit de kleren geweest.
Hier, er liggen nog stapels brieven van
evacué'smensen, die me schrijven,
dat er daar of daar in hun verlaten huis
nog geld ligt, dat die of die dode een
portefeuille bij zich moet hebben met
veel geld er is een brief van een
Duitserik ken geen Duits, maar er
zit een biljet van 20 Mark in
Zelf ben ik alles kwijtde vloed
schijnt de ramen te hebben opengescho
ven in mijn huis en de inhoud van mijn
bureau is weggedreven., mijn boeken.,
mijn aantekeningen., een heel levens
werk.. Mijn vrou»v had niet eens han.l-
schoenen meer, toen de Koningin 1 'er
kwam. „Hier hebt, U de mijne", zei de
Koningin en trok haar handschoenen met
een uit, maar dat wou mijn vrouw na
tuurlijk niet.
Ik zou hier niet willen weggaan., als
ik maar eens een middag, een paar mid
dagen alléén kon zijn, als ik me maar
eens terugtrekken kon.."
„Zijn allo mensen u geënt, burge
meester?"
„Ongeveer wel., gisteren nog niet alle
maal, maar ze moeten.."
„En die cadavers?"
„Alles -is tot nu toe peuterwerk ge
weest.
„Hoeveel huizen zijn er in totaal ver
woest?"
„Dat. weet ik niet precies., maar in
één straat zijn het er veertig., we heb
ben driehonderd doden. Daarvoor zijn
drie oorzaken: de dijken braken in de on
middellijke nabijheid van het dorp, zelfs
nieuwe huizen begaven het., er waren
bovendien huizen met een zeer zwakke
structuur en er werden diverse gezinnen
met een talrijke kinderschaar getroffen.,
één gezin zelfs van zestien mensen. Dan
waren er nog vrij veel ouden van dagen,
die in hun slaap verrast werden". Dit
laatste verhaal hij moet dit reeds hon
derden malen aan allerlei autoriteiten ge
daan hebben komt er volkomen auto
matisch uit.
Er is géén avondklok in Oude Tonge.
Er is overigens niemand, die na sche
mer nog de paar honderd meter straat
opgaat, welke droog gebleven zijn. Alleen
is er een strikt verbod om zich na zes
uur nog in het watergebied op te houden.
Een maatregel tegen plundering.
„Het was niet allemaal even goed, wat
je zo vlak na die ramp in het dorp kreeg,
oor.... daar was ook rommel van men
sen bij, avonturiers en zo.." Rond de tap
kast in „Hotel de Weerd" hangen een paar
eilanders. Er wordt een emmer sigaretten
binnen gebracht. Iemand betaalt met nat
geld. „Heb ik vandaag uit de spaarpot van
de kinderen gehaaldach man, als ik
weer in dat huis kom...."
„As het zo deurgaat, as nou, duurt het
vijfhonderd jaar," wendt een boer zich
tot mij, „er wordt heel veel gepraat, maar
werkers., ho, maar., iedereen weet de
oplossing, maar er gebeurt niks.
„Alleen uitzonderlijke mensen kunnen
hier tegenop," begint weer een ander,
„voor zo iets moest je een dictator heb
ben
„Wat we hier moeten hebben, meneer,
is een grote aannemer met een stel pol
derjongens.. die weten van aanpakken.."
„Ze moeten een oproep doen via de ra
dio en alle mannen, die werken willen
terugroepen en er meteen de voorwaarden
bij bekend maken en dat ze weinig te
lachen zullen hebben hier.."
Dagelijks vraagt men: „hoeveel waren
het er vandaag?"
„Hoeveel waren het er vandaag?" en
meestal zijn het er weinig.
Met de cadavers weet men geen raad.
„We moesten een droge polder hebben,
dan konden we daar een gat in graven,
maar er is geen een polder droog.."
„Benzine", meent een ander.
„Benzine? Een heel vat voor één kalf.
nee, dat is niet te doen.."
Een stille boerenjongen vertelt, dat zijn
vader 56 stuks vee verloren heeft. „Een
f 7sn°rl'lke k°e ^ost 1ocl1 a' gauw een
v, Paard gemiddeld f 900.—. We
^én paard, waar ze de week te-
'en„ D°g., 1 voor geboden had-
j Buiten de gebouwen schatte hij de
schade op anderhalve ton.
Stel U gerust: dit is géén verhaal
over 1 Februari.
Daarover kent U naar U meent
te weten thans wel alle afschu
welijke bijzonderheden.
Onmiddellijk daarna heeff U zich
zelf overtroffen in naastenliefde en
medeleven en gelukkig komen er
thans, tot herstel van ons aller ge
moedrust, uit de noodgebieden reeds
weer berichten van optimistischer
aard.
Steeds nieuwe dijken en verbin
dingen worden hersteld, kleine
groepen evacué's mogen alweer
terugkeren en dezer dagen stond er
reeds een foto in een krant van
mensen, die in het drooggevallen
gebied weer hun huis betrokken.
Nederland las: „Ook de bewoners
van X keren alweer terug. Nauwe
lijks is het water weg of buiten op
een paar stoelen worden de bedden
te drogen gelegd".
Dat is geruststellend, dat lijkt ge
makkelijk (de fotograaf had overi
gens van die terugkeer in het droog
gevallen huis oók foto s kunnen ma
ken, waarvan U geschrokken zoudt
zijn), en als nu die zestiende veel
te sterk benadrukt naar onze me
ning maar weer eens voorbij is
Nietwaar, men kan niet eeuwig
over die ramp blijven praten
Het leven gaat door, herneemt
zijn rechten.
Hiernaast dan vindt U géén
verhaal over 1 Februari, stel U ge
rust) een reportage over een ge
wone door-de-weekse-dag in Oude
Tonge (Flakkee).
De reportage over de twaalfde
dag na de ramp.
Een dag, waarop U (die terugkeer-
foto's ziende) opgelucht constateer
de, dat het in die noodgebieden al
weer de goede kant uitging, dat het
nog wel niet mee zou vallen, maar
„men kan niet eeuwig over die
ramp blijven praten".
Nee, dat kan men niet.
Het bureau (Fondsenwerving van het Na
tionale Rampenfonds wordt benaderd door
talrijke fisma's, die plannen hebben be
paalde artikelen in de handel te brengen,
welke eenjherinraering bedoelen te zijn aan
de watersnood 1953. Op de prijs van deze
artikelen wordt dan een toeslag geheven,
die men wil afstaan aan het Nationale
[Rampenfonds.
Ofschoon hetibestuur van het fonds zeer
ierkentelijk is vofor deze initiatieven, moet
Ihet zich op het/standpunt stellen, dat het
aan dergelijke, aanbiedingen geen mede-
werking kan verlenen door goed te keuren,
Idat de naam Nationaal Rampenfonds hier-
jvoor wordt gebruikt. Het bestuur twijfelt
jniet aan de goede bedoelingen van de ini-
Itiatiefnemers, doch beschikt niet over de
t middelen om de door hen voorgestelde
controle op de inkomsten inderdaad uit te
i oefenen.
In vrijwel alle Nederlandse gemeenten
worden, naast de collecten, talrijke mani
festaties georganiseerd, waarvan de op
brengst ten goede komt aan het Nationale
Rampenfonds. Teneinde het grote aantal
initiatieven zoveel mogelijk te coördineren
en in geregelde banen te leiden, heeft de
directeur van het fonds aan alle burge
meesters verzocht de gevormde plaatselij
ke commissie te consolideren en te vragen,
haar krachten ook in de toekomst ten be
hoeve van het Rampenfonds te blijven ge
ven. Organisaties met een locaal karakter
wordt dringend verzocht, de plaatselijke
commissies op de hoogte te stellen van de
plannen. Een contactpersoon van deze
commissie licht dan het bureau van het
Nationale Rampenfonds in. Organisatie»
met een nationaal karakter wordt verzocht
zich omtrent haar activiteit rechtstreeks
in verbinding te stellen met het Nationale
Rampenfonds, bureau Fondsenwerving,
Koningskade 18 te Den Haag.
Later op de avond de politie heeft
gegeten in de achterkamer schrijft men
brieven bij de noodverlichting, die één
aggregaat levert. De post functionneert
weer. Een matroos laat de hond uit, ste
vig aan een touw, hoewel die geen cada
ver aan zal raken.
De dokter komt binnen ook hij woont
in „Hotel de Weerd" en later de ma
rinecommandant, een paar officieren.
Er is weer vergadering geweest. Er is
elke avond vergadering van het werk
comité.
„Het wordt tijd, dat mijn jongens afge
lost worden," zegt de marineofficier, „ze
zjjn te jong voor dit werk 't komt nou
ai voor, dat ze 's nachts ineens gillend
overeind schieten in hun slaap
„Eén keer ben ik vreselijk uit mijn slof
geschoten," zegt de dokter, „toen heb ik
iemand werkelijk uitgevloekt en uitge
kafferd, dat het niet mooi meer was
had wel wat minder gekund.."
„Hij had de nagels (spijkers) dwars
door zijn handen zitten, toen ze 'm van
het vlot afhaalden.."
„Wat wisten ze vanavond weer in de
feestcommissie?"
„Zelfde...."
Nog later op de avond het is half
elf dooft het licht van het ene aggre
gaat, wappert er een enkel kaarsvlam
metje achter de paar ramen, praat men
onder een suizend witte lantaarn in het
hotel nog wat door.
„Alleen met werken komen deze men
sen er weer bovenop", zegt de dokter,
„arbeidstherapie... de mensen zijn nou
allemaal op het dode punt... ze zijn ge
deprimeerd..."
„Er lagen daar op die Zuiddijk 400 ton
kolen... die zijn finaal meegespoeld met.
die tweede vloedgolf... 400 ton kolen, die
alles wegveegden..."
„Ik zeg: mens doe die deken toch om,
zeg ik... nou ze slaat die deken open,
en daar rolt de nachtspiegel te voor
schijn... het enige, dat ze gered had..."
„Ze moesten
Het wordt later, het wordt nóg later.
Men wil met een stoel genoegen ne
men hoewel het steenkoud geworden
;s maar de oude hotelier heeft nog
wel een plaatsje: het bed van de domi
nee... er hebben hier tweehonderd men
sen geslapen... in een klein hotelletje.
De andere ochtend ziet men het dorp
beter.
Men kent het nu wel: de huizen, die
op instorten staan en de huizen, die al
ingestort zijn; de wapperende gordijnen,
en die vloedgolf, waardoor zoveel kleine
schamele dingen blootgerukt zijn voor
iedereen, die zich een weg baant over
de dijk met zijn dikke kraag van wrak
hout.' broeiend stro, vaten, mest. kinder
speelgoed, tafels, riat beddegoed en ca
davers.
Twee trekkers, knalgele nijdige bees
ten, slepen een groot houten bord ach
ter zich aan. Daarop liggen telkens
twee gezwollen koeienlijven, de poten
stijf en wanstaltig uiteen. In de haven
er gebeurt toch iets worden de
cadavers op een schip geladen.
De koster heeft vier jutezakken vol
kletsnat linnengoed van de inmiddels
vertrokken pastoor Hofstede gepakt. De
nieuwe pastoor helpt een laken open
vouwen.
„Dat moet allang bedorven zijn, als
het aankomt... al dal natte goed, twee,
drie dagen onderweg...!., is er geen
drooglijn?"
Er is geen drooglijn, zegt de koster en
de zakken worden dichtgebonden en
naar een schip gebracht.
Men laadt een paar auto's op dat
schip; ze hebben in het water gestaan,
maar als men er gauw bij isDe jon
gen achter het stuur zit on een baai-
zak: de bank is bedekt met een dikke
laae modder.
Alles zit onder een dikke laag mod
der; meubels vallen uit elkaar, hebben
eerst drijvend door het huis de ramen
nog stuk gebeukt voorzover, die nog heel
waren. Daarna geraakten honderden
dingen op drift, vindt men z\jn bezittin
gen verspreid door een heel dorp, of
nooit meer.
De helicopter komt. Niemand kijkt er
naar.
Door het water van de straat het
water zakt overigens trekken weel
de mannen met de rubberpakkenwijd
beens, gummihandschoenen aan. Een
van hen heeft een donzig wollen angora
muts op van een vreemde kleur. Nie
mand kijkt ernaar.
Op de hoek van de dorpsstraat schept
een winkelier zijn winkel leeg. Hij kijkt
lang en aandachtig, w-at er op elke
schop ligt: klompen, toffees en apenoten,
tubes tandpasta en scheercrême en
zuurtjes in kleurige papiertjes en dan
schuift ie zijn schop traag het snelstro-
mende water in..
Zijn arm is pijnlijk van de typhus-
injecties.
„Twee jaar geleden nieuw, meneer...
maar er is nou niks meer te koop", zegt
hij met een bitter gezicht. De chaos is
ongelooflijk.
De kapper werkt echter; de kapper
en de bakker en in een café, waar de
marine ingekwartierd is, gilt schor „Je-
Het begint te sneeuwen, en de
kraaien wieken zwart op het aanspoel
sel uit.
Men vlucht terug in de warmte van
„Hotel de Weerd".
De sigaretten zijn er bijna op. maar
men heeft nog Belgische chocolade, en
degenen, die met het schip zullen ver
trekken naar Dintelsas, nemen er eentje
op de kou, die ze aan boord zullen Uiden.
De soldaat komt binnen. De soldaat,
die men de dag tevoren op de veerboot
zag De soldaat, die alleen over is van
een gezin van tien! Iemand geeft hem
een hand. Hij staat wat te drentelen,
gaat. dan, onzeker, weer weg.
Iedereen wacht on het toverwoord.
Het zal ook in Oude Tonge wel komen.
Maar men moet geduld hebben en niet
alles tegelijk willen. Ook niet in de
krant.
Niet alleen foto's met onderschriften,
die zo geruststellend zijn.
Een paar mensen klein en zwart
werken op de dijk.
Het sneeuwt harder. Ze werken aan
een gat.
Ze maken een gat. Het gat op de
Spil id ijk. waarin de doden voorlopig wor
den begraven. „Elke middag doen ze dat",
legt iemand uit.
„Gaat het hele dorp dan mee?"
„Nee. de eerste begrafenis was offi
cieel... Nou gaat er biina niemand meer
heen..'.. Wilt TJ het zien, dan gaan wc
even kijken...."
„Nee...."
Twee vrachtwagens manoeuvreren de
steile dijk op.
Ze hebben beide eenzelfde vracht.
Nieuwe doodkisten. Vijftien op elke
wagen.
En wanneer men laat op de middag
overal glansen etalages, straatlan
taarns branden, mensen haasten zich
naar goed verwarmde gezellige huiska
mers, kinderen zitten rond een helder
gedekte tafel wanneer men laat op
de middag weer door de bewoonde we
reld rijdt, schaamt men zich bijna.
Binnen enkele dagen kunnen de bur
gemeesters een mededeling verwachten
van de directeur van het Nationaal
Kampenfonds, waarin zij worden gemach
tigd aan de in hun gemeente vertoevende
evacué's, die dit wensen, een bedrag uit
te keren van tien gulden per volwassene,
van vijf gulden voor kinderen boven
vijftien jaar en van 2.50 voor de kin
deren beneden vijftien jaar. De burge
meesters is verzocht met de uitbetalingen
te wachten tot de desbetreffende circu
laire is ontvangen.
De bedoeling is de geëvacueerden in
staat te stellen de meest noodzakelijke
artikelen aan te schaffen zoals scheer-
en naaigerei, tandenborstel, zeep e.d.
De burgemeesters kunnen de declara
ties hiervoor indienen bij het ministerie
van Maatschappelijk Werk, dat ze cen
traal kan beooordelen. Uitkeringen hier
voor mogen onder geen voorwaarde
worden gedaan uit de opbrengst van
locale inzamelingen.
Personen, die getroffen zijn door de
watersnood en onder de regeling hulp
verlening oorlogsslachtoffers 19401945
vallen, wordt ongeacht of zij geëva
cueerd zijn aangeraden zic-h onverwijld
bij een algemeen ziekenfonds in hun ver
blijfplaats te laten registreren.
De algemene ziekenfondsen geven aan
de personen, die zich ter registratie aan
melden, alle verstrekkingen, waarop ook
de verzekerden bij die ziekenfondsen
recht hebben.
Gisteren is uit Den Bosch de eerste
groep gezinsverzorgsters vertrokken naar
de geteisterde gemeente Hank om de ge-
reëvacueerde gezinnen te helpen bij het
opnieuw inrichten van het huishouden. De
groep bestaat uit 13 meisjes, die uitgezon
den zijn door de Diocesane Gezinszorg te
's-Hertogenbosch. De groep zal een maand
|in genoemd dorp blijven om de vrouwen
jzoveel mogelijk te helpen bij de schoon
maak. De bisschop van 's-Hertogenbosch,
jmgr W. Mutsaerts heeft de groep persoon-
dijk uitgeleide gedaan.
Maandag vertrekken vijf gezinsver-
izorgsters van de Ned. Herv. stichting voor
sociale arbeid in het Zuiden naar „Bosch
en Ven" te Oisterwijk, waar 50 ouden van
dagen flit Zeeland zijn ondergebracht.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken
deelt mee, dat in het buitenland nog niet
altijd een juiste indruk bestaat over de
omvang van de ramp, die Nederland
heeft getroffen. Aan de Nederlandse
legaties, worden vaak inlichtingen ge
vraagd over de toestand van familieleden
in Nederland, ook van familieleden in
niet of weinig geteisterde gebieden. Het
is raadzaam dat Nederlanders, die ver
wanten in het buitenland hebben, deze zo
spoedig mogelük inlichten over eigen
welstand.
Hij vertelt dit alles, half weggedoken
in zijn stoel bij de kachel in die grote
raadzaal, waar men tevens bezig is met
het sorteren van post („ik heb ook geen
PTT-ambtenaren"), en waar bovendien
een paar fietsen staan. Hij klaagt niet,
hij tekent hoogstens een zwak verzet aan
tegen het isolement waarin zijn gemeen
te verkeert. Soms spreekt het verhaal
zichzelf tegen.
„Er is een krant geweest, die geschre
ven heeft, dat ik bewusteloos geworden
ken tijdens een vergadering en op een
krancard naar bed gedragen moest wor-
0P,< dat is niet waar ik zal dat ook
officieel laten dementerenmaar
21» wordt het wel te veel
Err komt een wijkverpleegster binnen,
üa er een paar dagen vandoor, bur-
mijnlle mensen willen graag weg___' a'
de "^bewerkers gaan weg, de een na
hebbLmensen, die hier geweest zijn,
gen -5 natuurlijk wel een indruk |e^ra"
ar nn, hebben allemaal gezien, dat ik
maat UVas en niet ten onder ben gegaan,
^tails hebben ze niet gezien
Eén boer.
„ïk zal U morgen mijn zaak eens laten
zien, klopt een textielhandelaar me op
de schouders, „wat daarvan over is
Mijn kinderen zijn op blote pootjes'ge
ëvacueerdmoet je een textielzaak
hebben."
De zes kinderen zaten over het hele
land bij familie: twee in Winterswijk,
twee in Bergharen, één in het ziekenhuis
te Breda en zijn vrouw ook in Breda..
„Toen ik mijn vrouw opzocht, heb ik ze
allemaal aan de telefoon gehad zei hij.
„Pappie, ik heb een paar nieuwe schoe
nen gekregen," riep mijn dochtertje,,
was anders prima bij dat evacuatiecen
trum in Breda.. En wat die zaak betrett:
ik zeg maar zo: de brandspuit erop en van
voor af aan beginnen.."
„Als het begint, gaat het hard hoor
filosofeert een ander.
,,E' moeten niet te veel mensen terug
geroepen worden", vang ik een ander
trokstuk van een gesprek op, „anders
wordt er te veel gestolen...."
„De kommies is nou één dag wegge
weest.... die is helemaal opgekikkerd
weer terug gekomen
„Alles zat in de schuur, het is winter.,
alles., we zijn alles kwijt.." „We zijn in
'44 al eens 17 maanden geëvacueerd ge
weest. Mij krijgen ze hier nooit meer
weg
's-GRAVENHAGE, 13 Febr. 1953.
Voordat hedenmiddag in de Tweede
Kamer het debat over een technische wij
ziging van de Lager Onderwijs-wet kon
worden voortgezet, moest eerst nog bij
stemming de Stoomwet worden afgedaan
en bovendien nog worden beslist over het
amendement van ds Zandt op de Inen-
tingswet, dat volgens de mening van de
voorzitter ontoelaatbaar was.
Bij de Stoomwet lagen de zaken aldus,
dat vele leden zich hadden uitgesproken
tegen een retributie van kosten voor keu
ring en herkeuring van stoom- en damp-
toestellen, zodat er over artikel 9 moest
worden gestemd. Dit artikel werd aange
nomen met 47 tegen 31 stemmen. Vóór
stemden de P.v.d.A. en de K.V.P. met uit
zondering van de heren Lucas en Van
Rijckevorsel. Het wetsontwerp zelf werd
z. h. st. aangenomen.
Een hele deining veroorzaakte opnieuw
het amendement van ds Zandt, die hierin
de verplichting had neergelegd voor art
sen om gevallen van postvaccinale ence
phalitis aan te geven. Dr Mol had hierte
gen, afgezien van de al of niet toelaat
baarheid van het amendement, dit be
zwaar, dat hij het een motie van wantrou
wen vond tegen de Nederlandse medici.
De heer Oud wees ds Zandt op het begin
sel geen nodeloze wettelijke verplichtin
gen te scheppen. Tevergeefs wees de voor
zitter ds Zandt op de mogelijkheid van
een initiatief-voorstel. Hij hield voet bij
stuk en verklaarde zich eerst ook tegen
een motie in dezelfde geest als het amen
dement, omdat de regering deze naast
zich neer zou kunnen leggen. De voorzit
ter verklaarde het amendement echter
opnieuw ontoelaatbaar, omdat het buiten
het wezen van het ontwerp lag. Het werd
dan ook bij zitten en opstaan niet toelaat
baar verklaard.
Toen kwam de heer Zandt toch met een
motie. Deze motie werd verworpen met
tegen 10 stemmen.
Onderwijs-wet waren het vooral de Friese
taal en het Esperanto, welke aan de orde
kwamen. Minister Cals meende, dat men
de discussie of bij de thans bestaande re
geling het Fries als voertaal en als vak
kon worden ingevoerd, gerust terzijde kon
laten, daar er toch een aantal wettelijke
regelingen daaromtrent in voorbereiding
was. Voorts zeide hij, dat het de bedoeling
was te komen tot een acte Friese taal
L.O. en M.O.
Het Esperanto vond voor- en tegen
standers. Een voorstander is mevr. For-
tanier-de Wit (V.V.D.), een tegenstander
in de heer Peters (K.V.P.), die evenals de
heer Tilanus (C.H.) niet begreep, waarom
men de lessen in de moderne talen op de
lagere scholen wél zou verbieden en die
in Esperanto niet. Hij vond het beter de
mogelijkheid tot het geven van Esperanto,
zoals dit nu in artikel 1 van deze wets
wijziging wordt geboden, niet te openen.
Dan waren er nog wat amendementen,
zoals dat van de heer De Loor, die wilde
dat ook een lid )van Ged. Staten, onder
wijzer van rechtswege op non-activiteit
zou worden gesteld. Een ander amende
ment van deze afgevaardigde was, om,
hangende het beroep na de keuring, de
onderwijzer in het genot van zijn wedde
te laten. Eerst trok de heer De Loor dit
amendement in om het later, naar aanlei
ding van de debatten, weer in te dienen.
Men kon het over deze amendementen op
deze Vrijdagachtermiddag niet geheel eens
worden, zodat de debatten erover werden
aangehouden tot volgende week Dinsdag
Een amendement-Peters beoogde onge
daan te maken, dat ten aanzien van on-
Bij de voortgezette besprekingen over derwijzers, die tussen 31 Dec. en de datum
een technische wijziging van de Lager Ivan inwerkingtreding van deze wet zouden
worden afgekeurd, deze afkeuring niet
zou gelden met terugwerkende kracht tot
1 Januari 1953, daar dit een medisch mon
strum was en dit bovendien de schoolbe
sturen zou verplichten de wedde uit eigen
zak te betalen. Dit amendement werd door
de minister overgenomen.
De stemming over een tweetal artikelen
alsmede over de amendementen De Loor
werd aangehouden tot Dinsdag.
Dat de Kamer, als 't moet, ook snel kan
werken, bewees de behandeling van een
wetsontwerp, dat gedateerd was 12 Fe
bruari 1953 en dat dus eerst heden bij de
Kamer was ingekomen.
Na de stemmingen over de Stoomwet en
de Inentingswet ging de Kamer in de af
delingen om dit wetsontwerp te onderzoe
ken, dat bedoelt schuldenaren in 't ramp
gebied, die door de nood hun contrac
tuele verplichtingen niet zouden kunnen
nakomen, te beschermen. Bij rechterlijke
beslissing zou in dergelijke gevallen een
uitstel van betaling kunnen worden ver
leend van zes maanden, met de mogelijk
heid van verlenging daarna.
Aan het einde van de vergadering werd
een mondeling verslag van de Kamer uit
gebracht, waarop de regering, bij monde
van de minister van Justitie, antwoordde.
Deze mondelinge behandeling had tot
resultaat, dat in artikel 1 van het wets
ontwerp voor „aangegane verplichtingen"
zal worden gelezen „ontstane verplichtin
gen van burgerrechtelijke aard". Vervol
gens, dat de zaak bij gebreke van over
eenkomst met de schuldenaar bij eenvou
dig request voor de bevoegde rechter zal
kunnen worden gebracht, dat deze zullen
zijn vrij van zegel, dat zij kosteloos zul
len worden geregistreerd en er geen grif
fierechten worden geh-ven.
Voor een jurist zou het natuurlijk- heel
gemakkelijk zijn geweest hier nog allerlei
voetangels en klemmen en allerlei onvol
komenheden te ontdekken, maar de com
missie van rapporteurs verklaarde bij
monde van de heer Burger, dat zij hiertoe
geen poging zou ondernemen uit hoofde
van het dringende en noodzakelijke ka
rakter van deze wet. Alleen dus de com
munisten deden via de heer Gortzak een
poging daartoe. Maar daarna werd het
wetsontwerp, dat die dag eerst bij de Ka
mer was ingekomen, nog op diezelfde dag
z. h. st. aangenomen, F. S.
Aan de hand van dc Getijtafels
voor Nederland" kan worden nage
gaan, waar en wanneer het hoog-
en laagwater is. Voor enkele plaat
sen in het rampgebied en zijn om
geving alsmede voor enkele andere
plaatsen aan onze kusten vindt
men hieronder de in de Getijtafels
genoteerde te verwachten hoogste
standen. Ter vergelijking is bij elk
der plaatsen de hoogste stand ver
meld, die volgens de getijtafels on
der normale omstandigheden op 1
Februari j.l. was te verwachten.
Voor enkele der genoemde plaat
sen is de hoogste stand op 1 Fe
bruari j.l. echter zoals men weet,
1 Febr.
Brouwershaven 4.30: 118+
16.40: 136
Delfzijl 1.14 126
13.43: 104
Dordrecht 7.16: 109
19.26: 123
(2 2: 7.45: 110
Den Helder 9-20: 35
21.00: 60
Hansweert 4.34: 222
16.59: 231
Harlingen 11.30: 65
23.45: 100
Hellevoetsluis 5.18: 94
17.28: 108
Hoek van Holland 4.30: 81
16.35: 97
Rotterdam 6.07: 94
18.39: 104
(2/2: 6.35: 98
Scheveningen 4.49: 95
16.56: 107
Terneuzen 3.55: 214
16.15: 222
Terschelling 11.07: 55
23.16: 82
Vlissingen 3.24: 195
15.47: 205
Wemeldinge 5.16: 158
17.34: 175
Willemstad 6.05: 120
18.24: 132
IJmuiden 5.23: 80
17.30: 92
Zierikzee 5.00: 130
17.24: 148
één tot drie meter hoger geweest.
Ter toelichting van hei hieron
der volgende overzicht moge die
nen, dat een vergelijking van de
hoogste standen op 1 Februari
(zonder storm) en op b.v. 16 Fe
bruari leert, dat de eerste hoogwa
terstand op 16 Februari a.s. te
Hansweert SS cm meer bedraagt
dan die op 1 Februari j.l.; de twee
de 39 cm. meer. Voor Vlissingen is
het in beide gevallen j), cm meer,
voor Terneuzen eveneens.
In het overzicht zijn vermeld de
uren en daar achter het aantal
centimeters boven N.A.P. van de
waterstand.
14 Febr.
3.04: 134+
15.19: 153
12.23: 126
5.53: 125
18.08: 138
19.51: 123+)
8.10: 50
20.10: 70
3.07: 239
15.38: 252
10.20: 80
22.40: 110
3.52: 111
16.07: 124
3.00: 95
15.10: 111
4.43: 109
17.18: 119
17/2: 6.48: 121
15 Febr.
3.48: 144
16.06: 164
0.33; 148-
13.11: 128
6.36: 133
18.54: 148
9.00: 50
20.50: 70
3.55 251
16.30: 265
11.10: 85
23.25: 120
(17/2
4.36: 118
16.54: 133
3.42: 103
15.55: 119
5.26: 114
18.06: 124
3.23: 98'
15.35: 116
2.27: 233
14.50: 248
9.47: 70
22.02: 91
1.56: 214
14.22: 229
3.49: 174
16.11: 193
4.40: 136
16.58: 149
3.57: 84
16.09: 102
3.34: 148
16.01: 166
4.04: 109
16.16: 125
3.09: 248
15.36: 261
10.34: 71
22A6: 95
2.37: 229
15.07: 242
4.34: 184
16.59: 204
5.22: 144
17.44: 157
4.38: 94
16.50: 110
4.19: 156
16.49: 176
16 Febr.
4.30: 151
16.46: 168
1.17: 152
13.55: 128
7.16: 138
19.32: 151
9.45: 45
21.35: 70
4.40: 260
17.13: 270
11.50: 90
0.10: 120
5.18: 123
17.34: 136
4.23: 108+
16.34: 123
6.08: 118
18.46: 128+
4.45: 115
16.59: 127
3.50: 258
16.16: 266
11.17: 71
23.29 95
3.16: 23,9
15.45 249
5.16' 191
17.40 207
5.59: 150
18.23" 161
5.19: 100
17.33: 112
5.00: 103
17.30: 180
P„' - "RUor»/-vr>l-it zaamheden voor de aanleg van een be-
1 1111S Jtfeilinaia DCZOCllt. kistingsdam langs de Westelijke kanaal
dijk.
Via Oostdijk en de rijksstraatweg
reden de prins en de burgemeester ver
volgens naar de Brielse brug te Helle
voetsluis. Hier onderhield Z.K.H. zich
enige tijd met de commandant der aldaar
werkzame Engelse genietroepen, die
voorbereidingen treffen voor het leggen
van een Baileybrug in de plaats van de
aldaar weggespoelde dam, die van de
rijksstraatweg af de toegang vormde tot
Hellevoetsluis. Hierna bezichtigde de
prins de in Hellevoetsluis aangerichte
verwoestingen en vertoefde hij enige
tijd in het raadhuis.
Van Nieuw Helvoet, waarheen majoor
Sondermann het inmiddels had gevlogen,
is de prins niet het sportvliegtuig, Sat hij
zelf bestuurde, naar Ypenburg terugge
keerd.
Prins Bernhard landde gistermorgen
vergezeld door zijn adjudant, majoor
Sondermann, met een sportvliegtuigje
in de polder „Oude en Nieuwe Struyten"
bij Hellevoetsluis.
Samen met de burgemeester begaf de
prins zich vervolgens per auto naar de
oude Hoornse zeedijk, waar hij de daarin
door de storm geslagen gaten en de
werkzaamheden voor het dichten ervan,
in ogeschouw nam.
Langs het overstroomde gebied ten
Oosten van het kanaal door Voorne reed
Z.K.H. daarna naar het gedeelte der
gemeente Nieuwenhoom, dat onder wa
ter staat. Hier bezichtigde hij de werk-