Gaat CARTHAGE „vliegen"? Komt de som hijeen? Ondanks optimisme: de dijken blijven zorg baren Ned. ingenieur wil gestrand schip met helicopters verplaatsen 47e lijst van slachtoffers Brabant krijgt ook Amazones Mist belemmerde het baggerwerk Middenstands- beleid pagina 5 Geheime proefneming slaagde Rampschade in Noord- wijk hersteld Steunt het Nederlandse Rampenfonds. Postgiro 9575 Visserijprijzen uitge reikt Dinsdag 31 maart 1953 r m Lange weg Drie vaste punten Uitvoering in twee etappes Generale repetitie een succes Ook Katwijk zal met vacantie- seizoen klaar zijn NIEIJW VOSSEMEER OUDE TONGE ENGELSE PELGRIMS TOCHTEN NAAR OORLOGS KERKHOVEN NIET ACADEMISCH GEVORMDE TECHNICI Commissie gaat voorstellen doen over titulatuur W.-DUITSLAND WENST VRIJERE DEVIEZEN- HANDEL ZUID-BEVELAND Werkzaamheden bij Bath Bij Kruiningen nog drie gaten SCHOUWEN Pogingen bij Zierikzee Moeilijkheden bij Schelphoek OVERIGE GEBIEDEN Optimistisch geluid Nieuwe dijkvakken noodzakelijk De Vijdtpolder, aan het Oostelijk einde van de Wester-Schelde, aansluitende tegen de Belgische grens is gesloten; de uitwate ringssluis heeft echter ernstig geleden, hetgeen tengevolge heeft dat thans ook het achter deze polder gelegen gebied het overtollig water niet meer lozen kan en dus overlast van (zoet) water ondervindt. Een hulpbemaling om hierin te voorzien wordt thans opgesteld. ■t/M/MM/MU/ZM/m iH si.::.S«» Jfet vier helicopters is een proefneming gedaan om na te gaan, of het plan van een Nederlandse ingenieur de op de Scheveningse kust gestrande „Carthage" te lichten met hefschroefvliegtuigen werkelijk uitvoerbaar is. Onze fotograaf was in de gelegenheid van deze proef, die een groot succes werd, een plaatje te maken. De inzet toont de „verankering" tijdens het lichten volgens het genoemde plan. Bij A, B en C zijn de kabels variabel, d.w.s. met behulp van lieren kunnen zij korter of langer worden gemaakt. al eerder genoemde lorries te plaatsen en vervolgens het achterschip. Wat de lor ries aangaat, trof het gunstig, dat de dwarshelling van de Scheepsbouw- en werfmaatschappij H. en W. v. d. Dissen te Kinderdijk buiten gebruik was gesteld en tegen niet te hoge kosten kon worden overgenomen. (Van onze speciale verslaggever) Plompverloren, log en lelijk, ligt een oude Tunesische schuit op het Sche veningse strand tegenover Seinpost. Waar in de zomer de gemeente Den Haag een zeebad pleegt te exploiteren steekt nu de gestrande „Carthage" in het zand, een triest beeld van de onmacht van de in technisch opzicht wel eens overmoedige mens, die soms meent, dat hij meester is over de natuur; een indrukwekkend teken van de macht van de elementen, die de oude vrachtboot als ,t spreekwoordelijke lucifersdoosje op de kust wierpen, een ontsierend element ook van het Scheveningse zeebad èn een gevaar voor het toerisme, In koortsachtige ijver hebben de Nederlandse ingenieurs plannen gemaakt om 'it obstakel aan onze kust weg te werken. Zij tonen een andere belangstelling dan die honderden, die naar de badplaats kwamen op een vrije Zondag met goed weer om óók eens te gaan zien, hoe dat er nu eigenlijk uitziet, zo'n schip op het droge. Voor een dergelijke interesse heeft men geen tijd. Het gaat hier om andere belangen! De Nederlandse ingenieur heeft een reputatie en thans moet men bewijzen dat hij die reputatie nog verdient. Daarnaast dreigt er ook een belangrijke devie- zenbron verloren te gaan. Want vele buitenlandse toeristen, die een bezoek aan Scheveningen op hun programma hadden gezet, staan op het punt hun reserve ringen te annuleren of hebben dit reeds gedaan. Deze „stokken-achter-de-deur" hebben ertoe bijgedragen, dat men besloten heeft tot een „coup d'audace", die als hij lukt een „coup de genie" zal zijn: morgen bij hoog water (om vier uur in de middag) zal de „Carthage" met behulp van helicopters worden gelicht, op lorries worden geplaatst en als van een dwarshelling op een scheepswerf weer in haar element worden gelaten. aan het werk zou moeten gaan om de vele technische problemen op te lossen. Na 'n eerste schets matige opzet nam hij contact op met de autoriteiten,die in eerste in stantie wel be reid bleken medewerking te verlenen, doch uiterst De gemeente Den Haag, de Exploitatie- Maatschappij Scheveningen en de kleinere ondernemingen sparen kosten noch moeite om vreemdelingen en landgenoten een waardige ontvangst te bereiden, zo meld den wij enige weken geleden. Inderdaad. En het zag er naar uit, of het met de „Carthage" wel niet zo'n vaart zou lopen. Van den Tak's Bergingsbedrijf is destijds begonnen met het uitdiepen van de geul aan de zeezijde. Men zou wel klaar ko men, meende men en na een paar weken zou het wel lukken de sta-in-de-weg op een fatsoenlijke manier kwijt te raken. Doch de tijd verstreek en enig teken, dat op verbetering wees, kwam er niet. Vas ter dan ooit bleek het schip te zitten en in plaats van over verbetering moest men van verslechtering van positie spreken. Weliswaar was de situatie gunstiger dan bij de destijds bij Bloemendaal ge strande Zweed, doch enige hoop, dat er vóór het seizoen succes kon worden ge boekt bij de pogingen om het schip van het strand te krijgen, bleef er niet meer. Het was in de tijd, dat de zaken deze voor Scheveningen fatale wending hadden genomen, dat dr ir H. J. van Hoofdt in Amsterdam een gesprek had met een za kenrelatie, Frank W. Hopkins, director van de Transport Airlift Inc. te Ohio, die op doorreis van Brussel naar Amerika via Schiphol enkele uren in ons land ver bleef. Tijdens dat onderhoud rijpte het plan, waaraan morgen uitvoering zal wor den gegeven. Zoals zo vaak kwam geheel toevallig het gesprek op de „Carthage", terwijl men het had over de ramp, die Nederland had getroffen. Als men voorts nog weet, dat de heer Hopkins de be schikking heeft over een aantal zeer gro te helicopters en dr ir van Hoofdt zich gespecialiseerd heeft op bergingswerk en jarenlange ervaring heeft opgedaan op scheepswerven, zal het duidelijk zijn, dat een idee als het bovengenoemde slechts één stap verder ligt. Niettemin ligt er een lange weg tussen een idee en een uitgewerkt plan. Dr ir van Hoofdt zag onmiddellijk in, dat wanneer men interesse voor deze op lossing zou tonen, een uitgebreide staf Dr ir VAN HOOFDT doorzetten sceptisch tegenover het plan stonden. „Geef ons een gedetailleerd plan en wij zijn zeer gaarne bereid dit in overwe ging te nemen", zo luidde het antwoord. Vast van plan het er niet bij te laten zitten, nu hij eenmaal met zijn idee te voorschijn was gekomen, zette dr ir van Hoofdt zich aan het werk. Hij verkreeg medewerking van de zijde van het be drijfsleven en een twintigtal ingenieurs heeft zich daarna met de problemen beziggehouden. Het zou te ver voeren uit te weiden over de vraagstukken, welk bij de uitwer king aan de orde kwamen. Zowel mecha- nicaproblemen, waaraan zeer ingewikkel de mathematische berekeningen waren verbonden, als aërodynamische, moesten worden opgelost, terwijl het zeer de vraag was, of men er in zou slagen het gevaarte in de macht te houden als het eenmaal vrij zou zijn gemaakt. Uiteinde lijk kwam men tot de slotsom, dat het plan inderdaad uitvoerbaar zou zijn, als er gaten in het dek van het schip werden gemaakt, zodat de kabels, waarmee het schip gelicht zou moeten worden, aan de spanten bevestigd konden worden. Voorts zou een zeer zware ankerketting met een lengte van 2?i maal de lengte van het schip in de langsrichting moeten worden bevestigd van de voorsteven af en een ankerketting van 1.84 maal de lengte van het schip zou loodrecht op de eerste aan het achterschip moeten wor den vastgemaakt. Op dezelfde manier zou met een ketting als de laatstgenoemde het voorschip moeten worden verankerd. Zj zou men drie vaste punten hebben bij het lichten. Wat het aantal helicopters betreft, zou kunnen worden volstaan met een achttal, mits het lichten in twee etappes zou plaats vinden. Het gunstigst zou zijn eerst de voorsteven van het schip op de Toen dë plannen in dit stadium waren, is er opnieuw contact opgenomen met de autoriteiten, nadat nog onderhandelingen waren gevoerd met de reder van het schip, de Société Franco Tunisien d'Ar- mement te Tunis, teneinde te bewerkstel ligen, dat toestemming zou worden ver leend om de „Carthage" volgens het plan van Van Hoofdt te bergen. Men slaagde er inderdaad in de reders voor het pro ject te winnen. De autoriteiten namen voors hands echter nog een wel willende, maar niettemin zeer voorzichtig standpunt in. Een commissie ter bestudering van het plan werd ingesteld en nadat advies was uitgebracht (waarbij een kleine minder heid zich tegen de voorstellen uitsprak) werd besloten over te gaan tot een proefneming. Intussen had dr ir van Hoofdt de heer Hopkins op de hoogte gesteld van de ont wikkeling van de plannen, waarna de laatste zich per vliegtuig naar ons land begaf teneinde nadere besprekingen te voeren over de te gebruiken toestellen en eventueel noodzakelijke veranderingen, welke zouden moeten worden aange bracht. Deze besprekingen hadden een vlot verloop, waarbij de omstandigheid, dat nauwelijks enige veranderingen aan de machines behoefden te worden aange bracht, een voorspoedig verloop van de onderhandelingen in de hand werkte. FRANK W. HOPKINS airlift De proefneming heeft inmiddels in alle stilte plaats gehad en naar men ons ver zekerde is zij een volledig succes gewor den. Vier helicopters (die in de Ameri kaanse bezettingszone van Duitsland wa ren gestationneerd en vandaar naar Ne land zijn gevlogen) hebben eraan deel/te- nomen. De kabels, waarmee deze fje- stellen aan de „Carthage" werden r tr- bonden, waren aan de helicopters vastge maakt via een meetinstrument, dat enige gelijkenis vertoont met een enorme un ster. Daarmee kon men trekkrachten be palen, waaruit belangrijke conclusies kon den worden getrokken. Uiteraard heeft men deze proefneming geheim gehouden, daar nog geenszins vaststond of uiteinde lijk het plan van Van Hoofdt kon worden uitgevoerd. Het succes, dat werd geboekt, is aan leiding geworden om opdracht te geven aan de daartoe opgerichte Maatschappij de „Carthage" te lichten, waaraan dus morgen uitvoering zal worden gegeven. Met spanning wachten de initiatiefne mers af, of het inderdaad zal lukken de „Carthage" te bergen. En men kan slechts diepe bewondering koesteren voor de mannen, die met inzet van al hun kun digheid en werkkracht de plannen hebben voorbereid. Temeer is dit het geval, daar men dient te bedenken, dat in een enorm tempo moest worden gewerkt om bin nen de beschikbare tijd (indien men te lang over de voorbereiding zou hebben gedaan, had de uitvoering gezien het zomerseizoen geen zin meer) klaar te komen en uit te maken, of de hoge kosten zouden opwegen tegen de voor delen, die het verdwijnen van de „Car thage" van het Scheveningse strand zou opleveren. Naar wij vernemen heeft de Haagse Tramweg Mij. speciale maatregelen ge troffen om het groot getal kijklustigen, dat in het middaguur aan het Scheve ningse strand wordt verwacht, te vervoe ren. Een behoorlijk aantal extra trams is ingelegd, welke van 2 uur n.m. af morgen zullen gaan rijden. Van politie-zijde zijn maatregelen ge troffen, niet alleen om dit drukke „be zoek" in goede banen te leiden, maar ook en vooral om de toeschouwers tegen even tuele ongelukken te beschermen. Het be wuste strand-gedeelte is dus behoorlijk afgezet, doch niet zo, dat de verrichtingen niet meer te volgen zouden zijn. Eventueel zou men zich van een kijker kunnen voor zien, hetgeen vooral aan brilledragers (bijzienden!) wordt aangeraden. Om aan zijn „verplichtingen" te kunnen voldoen, heeft het Rampenfonds f 125 millioen nodig. Men is thans de 88 millioen genaderd. Een tekort alzo van 37 millioen? Zeker niet, want alle bedrijvigheid rond het Ram penfonds heeft nog geenszins opgehouden. Met grote spanning ongetwijfeld, zal het verdere verloop worden gevolgd. In de Maasbode-pers zullen geen verdere publicaties van binnengekomen giften meer worden gedaan. Onder herhaling van onze oprechte dank aan alle goede gevers, verzoeken wij dus, ten behoeve van het Rampenfonds, van nu af geen gebruik meer te maken van giro-nummer 9 0 9 5. Uiteraard kan men nog steeds rechtstreeks bij het Nationale Rampen- fonds terecht, postgiro 9 5 7 5, Den Haagvoor postivissels luidt het adres: Statenlaan 81, Den Haag. Nog ontvangen sinds de publicatie op j.l. Zaterdag: (Van onze correspondent) De herstelwerkzaamheden aan de Boule vard te Noordwijk zijn thans zover gevor derd, dat er niets meer te zien is van de ravage, welke de stormvloed daar op 1 Februari j.l. had achtergelaten. De rij weg, die voor de helft en het trottoir aan de zeekant, dat geheel was verdwenen zijn opnieuw aangebracht. Voor deze werkzaamheden moesten tienduizenden kubieke meters zand worden verplaatst. Ook de taluds, die de overgang vormden naar het strand, zijn in hun oude vorm weergekeerd. Op het ogenblik legt men de laatste hand aan de afrasteringen, ter wijl aan de opbouw van het bekende Oranjebad reeds begonnen is. Lang voor het badseizoen begint, zal Noordwijk ge reed zijn om zijn gasten te ontvangen. In Katwijk is men nog niet zover ge vorderd met het herstel, doch ook deze plaats zal bijtijds gereed zijn voor de vacantiegangers. Duitse bunkers, die de oorzaak waren van een geweldige duin afslag, vormen hier grote obstakels, waar van de opruiming veel tijd vergt. Langs de duinrand en de Boulevard is met drag lines een sleuf gegraven, welke gevuld is met zware klei. Deze klei is opgezogen van de zeebodem op de vroegere uitmon dingsplaats van de Rijn. Op deze manier denkt men de kust aanmerkelijk meer weerstand te kunnen geven en kans op ondermijning voortaan te voorkomen. M. S. A.. Axel W. B.. Rotterdam K.A.J., afd. St Barbara, R'dam H. V.. Rotterdam Op het nippertje R- K- Klaverjasver. „St. Joseph" Rotterdam W. van W-, Rotterdam ....i!.'! Mej. Dra D.M.E.V., A'dam Meisjesknutselclubje, Baroniel. Breda M. K-, Rotterdam Fooi filmdraaier, Rotterdam C. K. V., Rotterdam Bemanning m.s. Caltex Neder land, opbrengst sweepstake H. J. G. S.. Venlo P. v. d- L.. Eindhoven Joh. S., Amsterdam-Z „Klein gegeven helpt ook leven" 1.00 20.00 45.00 1.U0 10.00 2.50 15 00 100.00 6.35 25 00 2.50 4.00 35.00 5.00 25.00 10.00 7.50 Het Informatiebureau van het Neder- landsche Roode Kruis heeft uitgegeven een 47e l(jst van geborgen en geïdentifi ceerde slachtoffers van de watersnood, luidende: Meeuws, Anthonius, geb. 10.2.80 te Nw. Vossemeer, echtgenoot van Carolina Bas- tiaanse, laatste adres: Paardenhoek 369. De Boet, Anthonius Gerardus, geb. 22.9.39, laatste adres: B 87; Donkersloot Cornelia, geb. 19.8.79, laatste adres: Sta tionsweg 71; Gebraad, Teunis Cornelia geb. 12.3.47, laatste adres: Zuiddijk 5; Janssen, Petrus Franci Scus Paulus, geb. 17.5.40, laatste adres B 98; Krouwer, An thonius, geb. 21.6.39, laatste adres: B 88; Tiggelman, Cornelia Pieternella, geb.: 28.2.47, laatste adres:: B 49; Verweij— Breeman, Cornelia, geb. 20.2.96, laatste adres: B 83. De voorzitter van het bedrijfschap voor de visserij drs D. J. van Dijk reikte gis teren in de Haagse dierentuin voor de zesde maal de wisselbekerswimpels en legpenningen voor de best verzorgde vis en haring in 1952 uit. Hij deelde mede, dat het bedrijfschap voor de bouw van een nieuw hospitaalkerkschip een bedrag van 20.000 gulden heeft geschonken. In een toespraak zeide drs van Dijk o.m. dat slechts kwaliteitsproducten de markten in binnen- en buitenland zullen kunnen behouden. Nu de vissersvloten zich in aangrenzende landen uitbreiden en het gemiddelde visverbruik terugloopt, verwacht hij enig geroep om bescherming. Alleen het aan de markt brengen van een zo goed mogelijk artikel tegen een zo redelijk mogelijke prijs zal de Neder landse visserij als verzorgingsbedrijf een goede plaats kunnen doen behouden. Betere schepen, beter materiaal en groter vakmanschap zullen hierbij van zeer grote waarde blijken. Op alle gebied kan men in de visserij verbeteringen waar nemen, al zou men wensen, aldus spr., dat het tempo daarvan hoger wordt. De wisselbeker voor de Vlaardingse haringvloot viel ditmaal toe aan VI 172, schipper K. Poot en die voor de Scheve ningse haringvloot aan de SCH 233 (voor de tweede maal), schipper B. Rog. De Kw 176, schipper L. Zwaan veroverde ditmaal de eerste plaats in de Katwijkse haring vloot en de Kw 24, schipper C. van Bee- len die van de Katwijkse trawloggervloot. Van de IJmuider trawlvloot was het de IJm 24, schipper H. Ouwehand die het gehele jaar door de best verzorgde vis voor de wal bracht. De wisselbeker voor de beste visconserven ging naar „Delfi- nus" te Vlaardingen voor het product „haring naturel". Het Ned. Oorlogsgraven Comité en „The British Legion" organiseren deze lente en zomer weder vier pelgrimstoch ten via Nijmegen naar Engelse oorlogs kerkhoven in Gelderland, Brabant en Noord-Limburg. In Mei en Juni worden drie tochten gemaakt naar de Engelse oorlogskerkhoven in Nijmegen, Reichs- wald (tussen Nijmegen en Kleef), Oos terbeek, Amersfoort, Harderwijk, Groes- beek-Mook, Milsbeek, Uden-Overloon, Venray, Eindhoven en Tilburg. In September volgt er dan nog een tocht naar Bergen-op-Zoom, Roosendaal, Dordrecht, Rotterdam, Vlissingen en Breda. De staatssecretaris van O., K. en W., heeft besloten in te stellen een commissie en aan deze op te dragen voorstellen te doen met betrekking tot de titulatuur van niet academisch gevormde technici. In die commissie zijn benoemd: tot lid en voor zitter mr ir M. Goote, inspecteur-generaal van het Nijverheidsonderwijs; tot lid (en wnd voorzitter) mr J. Nittei, administra teur bij de afd. Hoger Onderwijs en We tenschappen van het ministerie; tot leden prof. ir D. Dresden, te Delft en ir H. Sangster, te 's-Gravenhage, voor het Kon. Instituut van Ingenieurs; prof. dr ir J. P. Schouten te Delft en ir P. C. Wichers te Leidschendam, voor de Ver. van Delftse Ingenieurs; H. L. Engberts te Voorburg en J. J. Reynart te Schiedam, voor het Ned. Instituut van Middelbare en Hogere Technici; G. van Tussenbroek te Rotter dam en W. L. Spanjerdt te Eindhoven, voor de Ver. van Afgestudeerden aan Middelbare Technische Scholen. De Wcstdultse regering heeft met Neder land, België en Frankrjj k besprekingen gevoerd over haar plannen voor een vrijere deviezenhandel in de Bondsrepu bliek. Naar uit gewoonlijk welingelichte bron te Frankfort wordt vernomen, zijn deze landen bereid op bilaterale basis met hun valuta aan 'n vrjjere deviezenhandel in W.-Duitsland deel te nemen. Men doet te Frankfort opmerken, dat dit een be langrijke stap vooruit betekent in de rich ting van herstel van het normale be talingsverkeer tussen de betrokken lan den. (Van onze correspondent). Het gecombineerde optreden van de Brabantse boerenjeugd bij de sport manifestaties der laatste jaren, heeft er toe geleid ook de mogelijkheid open te stellen tot een gezamenlijk deelnemen van jonge boeren en boerinnen aan concoursen van landelijke ryverenigingen. De bisschoppen van Den Bosch en Breda hebben bepalingen gegeven aan de hand waarvan ook jonge boerinnen uit gezinnen die lid zijn van Boerenbond en Boerinnen- bond op hippische concoursen kunnen uitkomen. De amazones zullen o.a. minstens 18 jaar oud moeten zijn en verlof van hun ouders moeten be zitten. De concoursnummers waaraan zij deelnemen, dienen door het secretariaat te worden goedgekeurd. Gemengde vier- of achttallen zijn in het algemeen toegestaan. De amazones staan onder leiding van het hoofdbestuur van de Bond. Haar aantal zal voorlopig nog niet groot zijn, doch de kans bestaat dat de eerste Brabantse boerinnekes-te-paard deze zomer bij de lustrumfeesten van de landelijke ruiters in Den Bosch zullen optreden. Enige dagen voordat een liarde Zuidwester liet water weer tegen de dijken joeg, heeft 't ministerie van Verkeer en Waterstaat een overzicht op gesteld waarin de stand van de herstelwerkzaamheden in de rampgebieden tot 26 Maart j.1. uitvoerig wordt weergegeven. „Ook thans", schrijft men in dit overzicht, dat dus dateert van verleden week, „blijft de opmerking van kracht die aan het begin van het vorige overzicht werd gemaakt, dat, al mogen grote gebieden thans van het buitenwater zijn afgesloten, toch op verschillende punten de afsluiting nog aanzienlijke versterking behoeft om bestand te zijn tegen nog altijd mogelijke buitengewoon hoge waterstanden, gepaard met krachtige wind. Intussen wordt natuurlijk met kracht voort- gewerkt om op alle gevaarlijke punten door verhoging en verzwaring van de waterkering het risico zoveel mogelijk te verminderen. Het gunstige weer van de laatste we ken heeft de vooruitgang van de werk zaamheden zeer begunstigd. Een ernstig bezwaar vormde echter de met dit weer type vaak gepaard gaande mist, die soms vele uren lang vooral het bagger en perswerk onmogelijk maakte doordat niet voldoende zicht aanwezig was om met de zandbakken te kunnen varen. Aan de Oostzijde van het eiland, waar het gebied van de Reigersbergerpolder werd geïnundeerd door het grote gat in de Zuidelijke dijk bij Bath is men er in geslaagd, door het ophogen van de z.g. Vierde weg en de afsluiting, iets verder Westwaarts, van een langs de dijk lopen de stroomgeul, de vloedkom, die door het gat bij Bath wordt gevuld en geledigd, aanzienlijk in oppervlakte te verkleinen en terug te brengen van plm. 1000 ha- tot plm. 200 h.a. Door deze vermindering van de capaciteit van de waterbeweging door het dijkgat zal de sluitingsmanoeu vre minder moeilijkheden bieden dan anders het geval zou zijn geweest. Door het verrichten van baggerwerk is eerst een goede ligplaats voor het perswerk tuig, dat bij de sluiting het zand zal leve ren, verkregen. Voorts heeft men het dijkgat door bezinking tegen verdere uit schuring beschermd- Met de verdere voorbereiding en de uitvoering van de sluiting wordt thans voortgegaan- Inmiddels wordt voortgewerkt aan de versterking van de scheidingsdam op de Vierdeweg c.a. terwijl door pompen en hevels het water uit het afgesloten Wes telijke deel van de Reigersbergerpolder wordt verwijderd. Hiermede is men in middels zo ver gevorderd dat het gedeel te benoorden de spoorlijn is drooggeval len, zodat ook de Oost—West lopende Rijksweg thans, van het Westen uit weer berijdbaar is geworden tot ongeveer 2km. Westelijk van Krabbendijke. Het gebied rondom Kruiningen staat door drie gaten in verbinding met de Wester Schelde. Ook hier tracht men de vloedkom, die door deze gaten wordt be diend, te beperken door het maken van een ongeveer ZuidNoord lopende af scheiding, welke in hoofdzaak de Ladijk en de Lavendeldijk zal volgen. Men is doende eerst verschillend^ gaten in deze binnendijken te dichten. Wanneer deze manoeuvre gelukt zal de oppervlakte van de vloedkom tot ongeveer 2/3 van de tegenwoordige zijn teruggebracht. Daarna kan de afsluiting van de gaten in de bui tendijk, die inmiddels reeds gedeeltelijk door bezinking teg enverdere uitschuring worden beschermd, ter hand worden ge nomen- Voor de afsluiting van de veer haven bij Kruiningen, waarachter het grootste gat is gelegen, zullen vermoede lijk één of meer grote caissons van gewa pend beton moeten worden toegepast. Ten Noorden van het inundatigebied van Kruiningen, waar een bestaande wegverbinding over binnendijken reeds provisorisch ten behoeve van het zeer beperkte landverkeer dat voorlopig wordt toegelaten, in gebruik is geno men, worden deze verbinding thans verder verbeterd opdat zij in de ko mende maanden, wanneer naar wordt verwacht weer normaal verkeer kan plaats vinden, aan de alsdan te stellen hogere eisen kan voldoen. De poging om het grote gat in de Wes telijke havendam van Zierikzee, die een begrenzing vormt van het geïnundeerde gebied van het Waterschap Schouwen, te dichten door het plaatsen van een ring van gezonken bakken om het gat, waar achter dan een grondlichaam zou worden aangebracht, is niet geslaagd. De kracht van de stroom door het gat. de korte duur van de kenteringen en de aard van de bodem, die niet voldoende weerstand bood tegen uitschuring, hebben tengevol ge gehad dat het niet is gelukt de ring te sluiten. Het ligt nu in het voornemen te trachten verder Westwaarts een kering tot stand te brengen door het opspuiten van een dam waarbij ook gebruik zal worden gemaakt van een aantal kleinere caissons van gewapend beton, die thans in aanbouw zijn en waarvan binnenkort de eerste reeks zal worden afgeleverd. Bij de haven van Burgsluis is men er in geslaagd in de Westelijk daarvan ge legen inlaag een afsluiting tot stand te brengen, welke thans door zandspuiten verder wordt versterkt. Als gevolg daar van zal dan het Westwaarts daarvan ge legen poldergebied kunnen worden afge sloten en drooggezet. Bij Haamstede wordt een tijdelijke start- en landingsbaan voor kleine vlieg tuigen ingericht in het belang van de communicatie met dit moeilijk te berei ken eiland- Aan het herstel en de verbetering van de wegverbinding tussen Renesse en Brou wershaven wordt voortgewerkt. De Schouwsedijk tussen Brouwershaven en Zierikzee, in het bijzonder de gevaarlijke plaats bü Kakkersweel, is nu aanzienlijk versterkt zodat de hoop wordt gekoesterd dat deze dijk in stand zal blijven mede ln het belang van de verbinding tussen Brouwershaven en Zierikzee. In het Noorden van het eiland zijn ver schillende gaten gedicht, zodat thans o.m. de polder Dreischor kan worden bemalen. Het middendeel van het eiland, tussen Brouwershaven en Zierikzee dat volgens het vorige overzicht nog werd droogge malen, is thans van wateroverlast bevrijd. Met de werkzaamheden aan het grote gat aan de Noordzijde van het Waterschap Ooster- en Sirjansland wordt, met groot materieel, een begin gemaakt. Aan de Zuidzijde van het eiland werd het gat bij Vianen gedicht. Voorts wordt hier voortgewerkt aan de tot standbren- ging van een paar werkhavens n.l. bij de Val, Oostelijk van Zierikzee en bij een inlaag nabij Schelphoek, welke havens noodzakelijk zijn voor opslag van mate riaal en materieel, mede met het oog op de ongunstige ligging van dat deel van de kust van het eiland. In het gat van Schelphoek zijn nog geen werkzaamheden verricht; de op nemingen van het gat en van het daar achter gevormde geulenstelsel worden voortgezet en aan de hand daarvan kon worden becijferd dat dit gat een vermo gen heeft van gemiddeld 130 x 106 M3, hetgeen ongeveer overeenkomt met dat van de Nieuwe Waterweg. Dit cijfer illustreert mede de moeilijkheden, die de sluiting hier zal meebrengen. Door de waterbeweging wordt de binnenzijde van het dijkvak, dat Westwaarts aan sluit aan het gat van Schelphoek ernstig aangetast. Er worden thans verdedi gingsmaatregelen getroffen om te trach- ten dit dijkvak nog te behouden. Alle overige gebieden zijn thans van het buitenwater afgesloten; grote oppervlak ten zijn reeds volledig van water bevrijd terwijl het lozen van het water door uit wateringssluizen of gemalen in andere gebieden nog voortgang heeft. In het al gemeen mag worden verwacht dat dus ook hier binnen afzienbare tijd de waterover last tot het verleden zal behoren, wanneer geen nieuwe calamiteiten optreden. De sluiting van het gat in de dijk van de Eendrachtspolder ten zuiden van Nieuw Vossemeer zal nog verhoogd moe ten worden om tegen hoogwater bestand te zijn. In het gehele gebied wordt nu verder gewerkt aan het definitieve herstel van de beschadigde dijkvakken. In meerdere gevallen zal waarschijnlijk moeten wor den overgegaan tot de aanleg van een ge heel nieuw dijkvak omdat de aard van de beschadigingen en de beperkte omvang van de beschikbare hoeveelheid van som mige bouwstoffen (o.m. klei) daartoe nopen. REEDS jaren is voornamelijk van de zijde van belanghebbenden bij de overheid aangedrongen op een krachtig middenstandsbeleid en verschei dene malen kwam dan ook in de Troon rede het voornemen van de regering tot uiting een dergelijk beleid te voeren. Het valt te betwijfelen, of de kracht prvan tot nu toe groot genoeg is geweest, om de wensen, die er in dit opzicht beston den te bevredigen. De indruk bestaat wel, dat het overheidsbeleid ten opzichte van de middenstand meer incidenteel, dan fundamenteel is geweest, hoe goed de be doelingen ook mogen zijn geweest. Met de benoeming van een staats secretaris aan het departement van Eco nomische Zaken, die o.a. speciaal belast is met de middenstandsproblematiek is in deze situatie wel enige wijziging ge komen. Wanneer men in aanmerking neemt, dat meer dan 90 pet van de niet- agrarische bedrijven in ons land tot de middenstand behoort, dan krijgt men tevens enige indruk van de omvang en betekenis van de functie van deze staats secretaris. Men hoort over de middenstand zeer uiteenlopende oordelen vellen. Er zijn er, die de handeldrijvende middenstand eigenlijk overbodig achten en menen, dat zijn diensten beter door gerationaliseerde grootwinkelbedrijven, of warenhuizen ge leverd kunnen worden. Extremisten, die zelfs gecentraliseerde distributie door staatsbedrijven voorstaan. Daartegenover zijn er felle tegenstanders van grootbe drijf en warenhuis, die daarin een be dreiging van de middenstand en een ge vaar voor de werkgelegenheid zien. Hoe ondeugdelijk beide standpunten ook zijn, zij wijzen er op, dat de positie van de middenstand in de huidige samen leving nog allerminst bepaald is, althans, dat inzicht hierover bij de brede massa ontbreekt. Men zou zelfs kunnen stellen, dat dit inzicht bij de betrokkenen zelf en bij de overheid verre van voldoen de is. De tijd is lang voorbij, dat in de detail handel de middenstand oppermachtig was. De opkomst van het grootwinkel bedrijf in al zijn vormen, het warenhuis en de consumenten-coöperatie hebben een structuurverandering teweegge bracht, waaraan de middenstand zich, diende aan te passen. Dit aanpassingspro ces is nog lang niet voltooid. Het eist een blijvende dynamische instelling, welke slechts moeizaam blijkt te worden ver kregen. Verwonderlijk is dit niet. Wi1 zeiden wel: de tijd is lang voorbij, maar men dient te beseffen, dat deze evolutie zich pas in deze eeuw heeft voltrokken, voornamelijk de laatste 3040 jaar en dat in het kleinbedrijf het traditionalis me een grote rol speelt. Men is er misschien van nature minder geneigd tot samenwerking en aaneensluiting met anderen. De beslotenheid in eigen kring, de overgang van vader op zoon en..fle dikwijls betrekkelijk geringe financiële draagkracht zijn oorzaak, dat de geves tigde structuur slechts moeizaam kan worden doorbroken. Door de crisis van de 30er jaren is het probleem nog ingewikkelder geworden, aangezien deze crisis geleid heeft tot toe neming van het aantal randbedrijven, die de positie van de gehele middenstand moeilijker en onoverzichtelijker heeft ge maakt. De vestigingswetgeving is er het gevolg van geweest en deze heeft onge twijfeld heilzaam gewerkt. Maar nog steeds is men het over deze wijze van or dening niet eens. Vooral van socialistische zijde wordt aangedrongen op een gron- diger sanering en wel door de vestiging te regelen naar behoefte in tegenstelling tot de huidige regeling, die slechts van kwalitatieve aard is. VOOR een actieve middenstandspoli- tiek is het niet voldoende, dat glo baal inzicht bestaat in de proble men, die zich voordoen, maar zijn concre tisering en kwantificering absoluut ver eist. Ondanks het vele nuttige werk, dat vooral de laatste tijd op dit gebied door het Ned. Instituut voor de Middenstand, door de Ned. Middenstandsbank en de verschillende organisaties verricht wordt, zijn de gegevens, die de basis voor een beleid op lange termijn moeten vormen, nog niet beschikbaar. De staatssecreta ris, dr Veldkamp, heeft nu toegezegd een middenstandsnota samen te stellen en hij schijnt daarbij de bedoeling te hebben de kwestie grondig aan te pakken, zodat deze nota uitgangspunt kan worden voor een concretisering van toekomstig beleid. De lange tijd, die hij voor dit werk zegt nodig te hebben, uiterlijk tot 1 Ja nuari 1954, willen wij gaarne accepte ren, Indien werkelijk dit doel verwezen lijkt wordt en wij hebben op dit moment geen reden hieraan te twijfelen, gezien de voortvarendheid, waarmee thans schijnt gewerkt te worden. Hebben wij het wel, dan wil dr Veld kamp niet alleen een volkomen econo mische analyse, maar ook een socio- graphische geven en daarbij tevens de sociologische positie van de middenstand trachten te bepalen. De gegevens voor dit alles schijnen wel aanwezig, maar te zeer verspreid en onvoldoende bewerkt. Samenstelling en bewerking kosten tijd. Maar indien het zover is, dan zal het mogelijk moeten zijn, te bepalen óf het knelt in de middenstand en waar en hoe zwaar het knelt. Dan ook is doelmatig- heidscritiek mogelijk op gevoerd beleid en kan de basis gelegd worden voor toe komstig beleid. HET middenstandsvraagstuk is een structureel-economisch vraagstuk. Moeilijkheden van tijdelijke aard zullen moeten worden opgelost, b.v. liqui diteitsmoeilijkheden, voortvloeiende uit bijzondere omstandigheden, maar deze zullen de aandacht niet af mogen leiden van het werkelijke probleem, dat de middenstand in staat zal moeten zijn ook in de toekomst het bedrijf te blijven uit oefenen. In wezen gaat het hier om de productiviteit, doorbreking van de ver starring en uitbuiting van nieuwe moge lijkheden. De opleiding zal aan de moderne eise.n moeten worden aangepast, het onderwijs moet dynamisch zijn, met het accent op de hoofdzaken. Het is o.i. een gelukkig feit, dat de staatssecretaris voorstander is van vrije vestiging. Maar dan er voor waken, dat de eisen door bedrijfsgenoteii zo hoog worden opgevoerd, dat het Poë tisch gesproken toch een closed shop wordt. Eén ding dient men zich echter in mid denstandskringen te realiseren en wel, dat men van deze nota niet alle heil moet verwachten, hoe grondig zij ook ih elkaar zal zitten. De overheid zal op grond daar van bepaalde maatregelen (b.v. fiscal?' kunnen nemen, maar deze zullen wein'g uitrichten, indien niet van de kant vah de middenstand zelf de hand veel Krach- tiger dan tot nu toe aan de ploeg wordt geslagen. Meer samenwerking saam- horigheid schijnen hier een dringende noodzaak. L. L. Ambers Jzn f. In een ziekenhuis te Leiden, waar hij sinds enkele weken werd verpleegd, is op 5"Harige leeftijd overleden de heer L. L. Ambers Jzn, directeur van de N-V. Drentse Vervoer maatschappij D.A.B.O. en van de N.V. Vervoersmaatschappij „Noordwesthoek".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1953 | | pagina 6